DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. i St. Nicnlaas-gesrtienken. De Duitsche Regeeringscrisis. Fa. VAN DER HORST No. 284 Donderdag I December 1932 134e Jaargang Uit het 'JlaclemeMt KUNSTHANDEL Langestraat 21 lelefoon 475 Dxiqeliiksch Oxxezzicht Een nieuw kabinet—von Schleicher het meest waarschijnlijk geacht, terwijl de generaal dan tevens rijksweerminister zou blijven. Vandaag de oplossing ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar f 2. liancc door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contrci'.en rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Directeur: C. KRAK. Byrgraa Dit nummer bestnat uii drie bladen. Den Haag, 29 November 1932. Een alleronaangenaamste gebeurtenis heeft heden de begrootingsberaadslagingen der Tweede Kamer ingeleid; met groote meer derheid van stemmen heeft de Kamer voor de tweede maal den communistischen afgevaar digde L. de Visser uit de vergadering geban nen voor een periode van 24 uur. Het is al tijd een moeilijke zaak zoo'n gebeurtenis, welke den toeschouwer als het ware koud op het lijf valt, tot in de puntjes precies naar waarheid na te vertellen, we meenen echter met het volgende zoo dicht mogelijk bij de waarheid te blijven, al zouden we er geen eed op willen doen. Er was bij de Kamer een telegram ontvan gen, waarin door den Bond van Marineper soneel te Den Helder geprotesteerd werd tegen de straf, welke de marinecommandant had opgelegd aan bestuursleden wegens deelneming hunner vrouwen aan de demon stratie op 8 November. De heer Albarda (s.da.p.) had daarin aanleiding gevonden een motie in te dienen ten gunste van een her ziening van de straf. Die zou op een nader te bepalen dag worden behandeld De heer Albarda had daarmede vrede. Niet alzoo de heer de Visser, die aandrong op onmiddel lijke behandeling van de motie, omdat de Ka mer niet mocht berusten in een dergelijke straf. Hoewel men hem mededeelde, dat er nog geen eindoordeel in deze zaak was ge veld, haalde hij daarvoor de schouders op: met de meening van die „goudkragen" had hij niet te maken, „wij hebben onze eigen rechten". Een der leden, men zegt de heer Joekes (v. d.) voegde hem toen toe; „jullie leggen ze liever direct maar neer". De heer de Visser, in toorn ontstoken, riep toen uit: „dat is een onbeschaamdheid-", waarop de voorzitter hem met den hamer belette voort te gaan. Maar de heer de Visser hield zijn mond niet en toen nu een der andere vrijz. dem. leden (was het de heer Ketelaar?) hem nog eens iets dergelijks als de heer Joekes toevoegde, was zijn kalmte verre te zoeken cn braakte hij een reeks minder parlementaire uitdrukkingen van: wat kan mij het verd enz., waarop de voorzitter zich gedwongen zag het Reglement van Orde in zijn volle ge strengheid op hem toe passen en voorstelde den heer De Visser voor 24 uur den toegang tot de Kamer te ontzeggen Met 69 ten 21 stemmen (de s.d.a.p. en de partijlooze heer Floris Vos) werd dit goedgekeurd. De voor zitter schorste hierop de vergadering voor een kwartier en zonder verzet vertrok de heer De Visser, vergezeld van zijn trouwen schild knaap Wijnkoop. Toen het kwartier was verloopen, heersch- te weder rust en vrede en gedurende de rest van den middag zijn deze niet meer ver stoord. Men begon nu met te stemmen over de onafgedane artikelen van de wijziging van de Onderwijswet, welke Vrijdag 1.1. waren blijven liggen. In de eerste plaats heeft de Kamer met 54 tegen 38 stemmen goedge keurd art. II (de wachtgeldregeling). Tegen stemden de lib., de v d., de s.d.a.p. en de par tijlooze Fl. Vos. Met dezelfde stemverhou ding werd goedgekeurd art. XIII (leerlingen- schaal), terwijl het geheele ontwerp werd aan genomen met 52 tegen 38 stemmen (rechts tegen links) Alsnu kon worden overgegaan tot den hoofdschotel van de middagvergadering: de begrooting van binnenlandsche zaken. De al- gemeente 'beraadslagingen waren in een oog wenk afgeloopen. Drie punten zijn behan deld: een klacht over te weinig toelichting, door den heer Ketelaar (v.d.) aangeheven, en verder twee oude koeienaandrang van mevr. de Vries—Bruins (g.d.a.p.), daarbij gesecon deerd door haar vakgenoot Dr Vos (lib.) om de krankzinnigenverzorging van Armen zorg naar Volksgezondheid over te brengen en een pleidooi van den heer Zandt (st. ger.), bijgevallen door de heeren Braat (plattel." en Van den Heuvel (a.r.), ten gunste van op heffing van den zomertijd. De minister van binnenl. zaken, de heer Ruys, verklaarde dat hij in de volgende begrooting aan den wensch van den heer Ketelaar zou trachten te voldoen, antwoordde aan mevr. De Vries Bruins, dat hij meende, dat van de nood zakelijkheid van de overbrenging van krank zinnigenwezen naar volksgezondheid weinig was gebleken, en zoolang er geen nieuwe fei ten worden te berde gebracht, gevoelt hij niet de minste roeping een poging te doen om den zomertijd te doen verdwijnen. Een motie van den heer Zandt om door de Kamer een uit spraak tegen den zomertijd uit te lokken werd vervolgens verworpen met 53 tegen 22 stem men. Hierop werd tot de behandeling van de verschillende afdeelingen overgegaan, doch zij hebben tot nog toe niet veel nieuws opge leverd Men hoorde mevr. Van ItallieVan Embden (v.dweer eens aandringen op wij ziging van de Begrafeniswet met het oog op de crematie, en de heer ds. Van der Heide (s.d.a.p.) steunde haar daarin. We weten reeds bij voorbaat, dat zij nul op h"* rekwest krijgen, evenals verleden jaar vroeger. Dr. Vos (lib.) besprak verschillende gemeentebelangen evenals de heer Keegstra (r.k.) en de heeren Van den Heuvel (a.r.) Zij hadden het over samenvoeging van gemeen ten, waarvan zij geen van drieën warme voorstanders bleken, zij hadden het over bur gemeestersbenoemingen, waarvoor dr. Vos zoo min mogelijk gepensionneerden in aan merking wenschte te zien komen. Ook de heer Van den Heuvel gevoelde voor een gepen sionneerden titularis niet veel. Ook klaag den zij in verband hiermede over de vaak slechte salarieering van de burgemeesters, waarmede duponeerde de later gehoorde op merking van den heer Schaper (s.d.a.p.), dat men geen rijke lui tot burgemeester meet be noemen. Verder pleitte mevr. BakkerNort (v d.) vcor een wijziging van de Trekhondenwet, besprak mej. Meyer (r.k.) het dansvraagstuk en drong aan op wijziging van de Bioscoop wet, deed de heer Vliegen (s.d.a.p.) een har tig woord hooren ten gunste van het in fi- nancieele verdrukking geraakte Eindhoven, hield de heer Van Zadelhoff (s.d.a. p.) zijn gebruikelijke strafpredikatie tegen Burger wacht en Vrijwillige Landstorm enz. Veel hiervan was, gelijk we zeiden, oud nieuws en wij weten haast met zekerheid te zeggen, wat de minister zal antwoorden Maar op één punt zien wij toch met wat meer belangstelling zijn antwoord tegemoet. Dat is het vraagstuk van de verarming van de landbouwende bevolking van Drente. Ds. var. der Heide (s.d.a.p.) heeft de zaak ter sprake gebracht en hij zei het den voorzitter van het .landbouwgenootschap na, dat de tot nog toe onbelaste bedrijven in Drente in den laatsten tijd met verlies hebben gewerkt. Het geheele gemeentelijke leven komt er in de knel, de be lastingen worden steeds zwaarder, doch een sluitend budget kennen de gemeenten niet, hoe zuinig men ook te werk gaat. Nu wordt er weieens aan gedacht, dat het rijk, zooge naamd om te saneeren, de gemeentelijke ad ministratie op zich zal nemen gelijk in andere gemeenten reeds is geschied, doch ter- wille van de gemeentelijke autonomie zou de spr. liever willen, dat het rijk wat meer uit keerde voor werkloosheidsbestrijding en steunverleening. Met belangstelling wachten wij het antwoord van den minister op deze rustig voorgedragen klacht af. (Door een fout van de Posterijen ontvingen wij dit overzicht eerst hedenmorgen, gelijk tijdig met het hier volgende. Red. Alkm Crt.) Vlot werk: toen de Tweede Kamer van nacht omstreeks half drie huiswaarts ging, was de begrooting van buitenlandsche zaken op enkele stemmingen na afgehandeld. In één avondvergadering een begrooting als deze af te werken, in vroeger dagen kwam het meer voor, doch in de laatste jaren had den de leden te veel op het hart om dat alles in één vergadering af te doen! Intusschen iaten we erkennen, dat er zich bij deze be grooting nu niet veel nieuwe gezichtspunten voordeden, vooral nu de onderhandelingen met België zoo niet op het doode punt geko men zijn, dan toch geschorst zijn. Uit den aard der zaak is, ook in verband hiermede, door enkele leden geklaagd over de geringe mededeelzaamheid des ministers. Wanneer b.v. de bewindsman in antwoord op een vraag, hoe het staat met het tractaat met België, verklaart dat er aanmerkelijke vorde ringen zijn gemaakt, kan toch geen enkel Ka merlid vrede hebben met een dergelijke niets zeggendheid! En nu de minister op geen en kele wijze, noch in besloten vergadering, noch b.v. door een officieus bericht, met be hulp van zijn persbureau verspreid, eenigen uitleg van die vage woorden geeft, kan men licht begrijpen, dat de sprekers bij de alge- meene beschouwingen, o.a. de heeren Bon gaerts (r.k.), Krijger (c.h.) en Van der Bilt (lib.), den minister gebrek aan doortastend heid voor de voeten werpen. Gelukkig heeft minister Beelaerts in den heer Colijn (ar.' een goeden verdediger gevonden. De heer Co- lijn heeft, gelijk uitdrukkelijk door hem is er kend, gedurende geruimen tijd de onderhan delingen met België geleid. Deze heeft nu in een als gewoonlijk klare rede, naast andere punten ook het tractaat met België bespro ken en uitdrukkelijk verklaard, dat vele za kelijke belangen zijn behandeld en men daar omtrent tot overeenstemming is gekomen maar dat allerlei onjuiste berichten de ge- aachtenwisseling bemoeilijken en het oordeel van het publiek vertroebelen. Minister Beelaerts van Blokland heeft in zijn uitvoerige rede tot beantwoording van de verschillende sprekers ten slotte hierom trent ook eenige mededeelingen gedaan, wel ke niet van beteekenis zijn ontbloot. Na er op gewezen te hebben, dat onze verhouding tot België nog wel wat meer omvat dan een kanalenkwestie, zette hij uiteen, dat het dien tengevolge voor beide regeenngen niet ge makkelijk is tot overeenstemming te gera ken. Bovendien zal een herzieningsverdrag verzekerd moeten zijn van een parlementaire meerderheid; een herhaling van een verwer ping van het tractaat, gelijk in de Eerste Ka mer is geschied, moet ten eenenmale zijn uit gesloten. Maar tegen een tractaat zullen al tijd velen, zoowel in België als ten onzent vele tegenstanders bestaan en het is zaak hun aantal zoo klein mogelijk te doen zijn De eerste periode van zijn beleid ten dezen achtte de minister afgesloten met het Wet boek van Juni 1929. De publicatie hiervan heeft echter tot de onjuiste onderstelling ge leid, dat de onderhandelingen waren afge broken. Enkele maanden evenwel na de ver schijning er van kwam hij met de Belgische regeering overeen, dat er verder vertrouwe lijk meest worden onderhandeld en zulks is toen gedurende énkele jaren door vertrou wensmannen geschied. Er zijn daaromtrent allerlei onjuiste berichten verspreid, welke de regeering evenwel niet kon tegenspreken zonder onze positie te verzwakken. Men achtte het gewenscht intusschen. dat het trac taat geen verkiezingsinzet zou worden en in Januari 1.1. heeft de minister aan België doen weten, dat, als het tractaat niet vóór Paschen kon worden geteekend, het tot na de verkie zingen zou moeten worden uitgesteld. Men weet, dat het mislukt is, tot leedwezen van de Nederlandsche zoowel als van de Belgische regeering. Dit alles was vrij duidelijk en de Kamer aanvaardde deze inlichtingen, ging er ten minste niet verder op in. Dit is eigenlijk wel het voornaamste wat er van de behandeling der bc-grooting van bui tenlandsche zaken valt na te vertellen. Maar nog één punt mogen we niet onbesproken la ten: de vraag, of het gewenscht is, dat, ter wijl thans de economische zaken zooveel mo gelijk zijn ondergebracht bij het departement van economische zaken en arbeid, buiten landsche zaken er nog een eigen afdeeling voor economische zaken op na kan houden. De heer Kortenhorst (r.kstelde een amen dement voor om het daarvoor bestemde be drag te schrappen, doch nadat de minister hem had duidelijk gemaakt, dat die afdeeling o.a. cok in verband met ons consulaatwezen niet kon gemist worden, heeft de heer Korten horst zijn amendement ten slotte teruggeno men. Dat er heden over enkele punten moet gestemd worden, is toe te schrijven aan de fantasieën van den communist Wijnkoop, die altijd spoken ziet, beweert, dat een goed ge organiseerde persdienst, waarvoor de noo- dige gelden waren uitgetrokken, overbodig is, den Volkenbond een gevaar voor Rusland acht, en dientengevolge over een paar artike len stemming vroeg. Heden zullen zij worden goedgekeurd en zal de begrooting vervolgens worden aangenomen. burgemeester drie gemeenten bestuurde, ter wijl het wijders te vaak voorkwam, dat een burgemeester tevens tot gemeente-secretaris werd benoemd Dat vond hij, evenals trou wens den vorigen dag ook andere sprekers, een niet goed te keuren cumulatie. Minister Ruys heeft daartegenover op de realiteit gewezen: die gemeenten zijn door gaans te klein om een levenstaak van één mensch te vormen. Bovendien is het veel be ter, dat als gemeentesecretaris optreedt iemand, die thuis is in de gemeente-admini stratie dan wie er met twee linkerhanden voorstaat. In antwoord op opmerkingen van den heer J. ter Laan (s.d.a.p.) en mej. Katz (c.hdeelde hij in zake de samenvoe.- ging van gemeenten mede, dat wat de grens- uitbreiding van Rotterdam betreft, er over leg gaande is tusschen Ged. Staten van Zuid- Holland èn het Rotterdamsche gemeentebe stuur en wat aangaat de samenvoeging van Venhuizen en Wijdenes, de regeering de zaak heeft laten liggen nadat de Eerste Kamer het desbetreffende wetsontwerp had afgewezen. Wat betreft de benoeming van burgemeesters zette de minister uiteen/dat daarbij wel de gelijk rekening wordt gehouden met de men taliteit der bevolking, doch ook gelet wordt op bekwaamheid en geschiktheid. De regee ring doet geen benoeming dan na ernstige overweging. Zeker wil de regeering jonge krachten benoemen, gelijk de heer Schapet (s.d.a.p.) wenschte, doch vaak zijn de burge meestersalarissen niet voldoende om jonge ambtenaren daarvan te doen rondkomen en dan is men genoodzaakt tot benoeming van andere sollicitanten Over de bescherming van werkwilligen in de gemeente IJselmonde, welke volgens den heer J. ter Laan (s.d.a.p.) de perken te buiten ging doch door den heer Braat werd goed gekeurd, heeft de minister vrij uitvoerig ge sproken en hij heeft verklaard, dat de burge meester volkomen zijn plicht heeft gedaan. Mej. Katz (c.h.) en anderen hadden ge klaagd over de slechte handhaving van de Trekhondenwet, de minister heeft evenwel na breedvoerig onderzoek verklaard, dat de vrienden van de trekhonden zich aan over drijving schuldig maken en de wet behoorlijk wordt toegepast. Tegenover den aandrang van den heer Van der Houven (s.d.a.p.) en anderen om den binnenschippers de helpende hand te reiken heeft de minister volgehou den, dat zelfstandig werkende personen als de binnenschippers onmogelijk onder de steunregeling voor werkeloozen kunnen val len. Hij verwees bovendien naar het onlangs ingediende ontwerp tot reguleering van de bevrachtingen. Aan den heer Van der Heide (s.d.a.p) verklaarde de minister en hij herhaalde dit. toen dezelfde spreker in de bres sprong voor Emmen dat hij inderdaad te doen had met de noodlijdende gemeenten, doch dat hij met het oog op de financiën geen nieuwe maatregelen kon nemen. Tegen over den heer Van Zadelhoff (s.d.a.p.) heeft de minister, evenals vóór hem de heer Van Dijk (a.r.), warme waardeering uitge sproken voor het werk van Burgerwacht en Vrijwilligen Landstorm. Morgen voortzetting van de behandeling van dit begrootingshoofdstuk. Daarna komt economische zaken en arbeid aan de orde. De heeren Van den Heuvel (a.r.) en Bak ker (c.h.) hebben opnieuw een wetsontwerp tot afschaffing van den Zomertijd ingediend. Den vader van het eerste, gestrande ontwerp, den heer Braat hebben ze hun werk niet laten mede enderteekenen. Gelijk we verwachtten, heeft de Tweede Kamer hedenmiddag na opening van de ver gadering de beide artikelen van buitenland sche zaken, waarover stemming was ge vraagd, aangenomen evenals vervolgens de f geheele begrooting. Tegenstemmers waren enkel de beide communistische afgevaardig den. Daarna hebben we een naspel van een voorspel gehad: de heer L. de Visser heeft, na het woord te hebben gevraagd voor een persoonlijk feit, over de reden van zijn ver wijdering uit de vergaderzaal gesproken en uiteengezet, dat hij zich aanvankelijk alleen geërgerd had over een interruptie van den heer Joekes, welke hij als onbeschaamd had gekwalificeerd Hij is toen inderdaad verder gegaan en heeft o.a. den heer Ketelaar een „schoelje" geheeten, waarvoor hij nu zijn verontschuldigingen aanbood. Maar zijn uit zetting was niet gemotiveerd, gelijk hij nog trachtte aan te toonen met het stenogram van zijn rede. Nadat de heer Joekes (v.d.) zijn spijt had betuigd over zijn interruptie, die toch niet zoo geheel onbegrijpelijk was tegenover com munisten, en de voorzitter de hoop had uit gesproken, dat men in het vervolg matiging zou betrachten, was hiermede het incident afgeloopen. Later op den middag heeft de heer De Vis ser, gelegenheid gehad terug te komen op een andere onbehoorlijke uitlating, nl. den uit roep, waarmede hij met zijn vriend Wijnkoop haast de orde had verstoord bij de opening van het nieuwe zittingjaar. Zij hebben toen in de Ridderzaal iets geroepen, dat eigenlijk niemand goed heeft verstaan, doch dat door velen is opgevat als een beleedigende uit drukking tegenover H.M. de Koningin. Dit nu is onjuist, heeft hij heden verklaard. Hij en zijn partijgenoot hebben alleen willen protesteeren tegen het bongerprogram Ruys- Welter, vervat in de Troonrede, doch hij ver klaarde uitdrukkelijk nimmer het gekroonde hoofd van den staat te willen mengen in zijn politieke actie. Moge hij zich daar steeds aan houden! De Kamer heeft zich den ganschen namid dag verdiept in de begrooting van binnen landsche zaken, in de eerste plaats in de af deeling: binnenlandsch bestuur. Nadat elf sprekers het woord hadden gevoerd, maakte minister Ruys het dozijn vol om in een uit voerige rede, welke evenwel soms in alge meenheden verviel, de sprekers te woord *e staan. Als we goed hebben geluisterd, heeft hij enkele opmerkingen laten zwemmen, zoo als het heet. Daartoe is te rekenen de aan drang van den heer Zandt (st.ger par.) die liefst alle bioscopen en alle openbare dans gelegenheden gesloten wilde zien en natuur lijk weer optrok tegen den zoogenaamden stemplicht. Ook andere onderwerpen is de minister met eenige begrijpelijke vluchtig heid voorbijgegaan. Maar een paar punten mogen we wel uit zijn rede releveeren omdat we dan tevens gewag kunnen maken van de sprekers, die ze ter tafel hadden gebracht Over de burgemeestersbenoemingen h»d o.a de heer Braat (plattel.) gesproken. Hij had daarbij er over geklaagd, dat er soms een Het schiet in Duitschland niet hard op met de vorming van een nieuwe rtgeering. Voort durend hebben nieuwe besprekingen plaats en voortdurend beweert men, dat nu de crisis spoedig opgelost zal zijn. Totdat er plotse ling weer nieuwe hinderpalen ontdekt wor den. In politieke kringen te Berlijn neemt men thans aan, dat als president von Hindenburg vasthoudt aan het allernatief Papen of Schleicher, zijn beslissing toch nog zal uit vallen ten gunste van een kanselierschap- Schleicher, zelfs wanneer de laatste onder handelingen van Schleicher met de NSDAP op niets zouden uitloopen. Hoe langer de crisis evenwel duurt, hoe nerveuser de stem ming zal worden. De „Deutsche Zeitung" ontkent, dat Schleicher als Rijkskanselier het vaderland zal kunnen redden, aangezien deze zeer be kwame officier reeds lang de perken is te bui ten gegaan, welke juist getrokken zijn voor den hoeder van de Rijksweer. Schleicher heeft indertijd op het standpunt gestaan, dat het Youngplan moest worden aangenomen en dat dan in het binnenland orde zou moeten wor den geschapen. Hij heeft den heer Bruening als rijkskanselier ontdekt en is er daarom mede schuld aan dat voor den opbouw van Duitschland meer dan twee kostbare jaren verloren zijn gegaan. Hij is ook de schepper van het kabinet-Papen en is verantwoordelijk voor zijn heterogene samenstelling. Hij is met verlof gegaan toen de gebreken van „zijn kabinet" nogal spoedig aan het daglicht tra den. Hij heeft ook eer, gebrek aan staats mansinzicht betoond door aan te sturen op het aftreden van het kabinet-Papen en door thans met zijn onderhandelingen met de vak- vereenigingen terug te vallen tot het eindelijk overwonnen verderielijke parlementarisme. De „Daz" bep'eit een candidatuur-von Schleicher. Mocht Donderdag of Vrijdag de benoeming van een kabinet-Schleicher afko men dan zal het kabinet na de bijeenkomst van den rijksdag dv volgende week zeer zeker een openliike beslissing der partijen teweeg brengen. Mocht het uitgestemd worden dan zou het als zaken-kabinet aanblijven. Moch ten noodverordeningen worden ingetrokken, dan is eveneens te verwachten dat maatrege len zullen worden getroffen om deze te her stellen. „Der Deutsche" meent dat tegen de oplos sing von Papen met alle middelen wordt ge streden en geintrigeerd door die partijen welke den val van Bruening bewerkten en den koers van von Papen hadden bepaa.a Men wil den Rijkspresident noodzaken of de grondwet ter zijde te stellen of af te treden en het is geen geheim, aldus het blad, dat Hindenburg Zaterdag j.1. zich ernstig heeft afgevraagd of hij zijn functie niet zou neer leggen met een proclamatie aan het Duitsche volk. Dat zou evenwel het oogenblik zijn ge weest, om het plan van een rijksbestuurder ten uitvoer te leggen. De ex-keizer is er tegen dat de ex-kroonprins deze rol op zich neemt, terwijl de kroonprinses haar oudsten zoon op deze plaats zou wenschen tc zien. Het blad vervolgt dan: Hitier moet begrijpen dat het den Rijksweerminister op dit oogenblik er niet om gaat getolereerd te worden, maar om een garantie te krijgen dat de nationaa'-socialis- tischecommunistische meerderheid de nood verordeningen der regeering Papen en Brue ning niet intrekt. o Rijksweerminister von Schleicher heeft Woensdagmiddag den rijkspresident opnieuw een tusschentijds rapport uitgebracht over den binnenlandsch poütieken toestand. In politieke kringen neemt men thans met vrij groote stelligheid aan, dat hoewel de be slissing nog niet is gevallen de heer von Schleicher zeer binnenkort door den rijks- president zal worden verzocht het kanselier schap op zich te nemen, waarbij het ook zeker zou zijn, dat de heer von Schleicher zijn functie van rijksweerminister zal aanhouden Deze oplossing van de crisis wordt in breede kringen toegejuicht. Aangenomen wordt dat een presidentiëele regeering-von Schleicher zeker kan zijn van de instemming van het Centrum, de Beiersche Volkspartij, de Duitsche Volkspartij en ook de Duitsch- Nationale Volkspartij. In politieke kringen wordt in dit verband gewezen op het interview dat de „Nachtaus- gabe" heeft gehad me+ den Duitsch-Nat. af gevaardigde, Schmidt uit Hannover, waarbij deze nadrukkelijk eischt dat een einde aan de crisis zal komen en dat een regeering zal worden gevormd, welke „crisisvast" is en een duidelijk, economisch plan heeft zonder zich evenwel vast te leggen aan een bepaald per soon. De Duitsch-Nationalen zouden op het standpunt staan, dat een autoritaire regee ring moet worden gevormd en dat de kwestie van personen, daarbij op den achtergrond moet worden geplaatst. O— De Berlijnsche bladen verwachten alge meen, dat in den loop van vandaag een einde zal komen aan de regeeringscrisis. Op den voorgrond staat de kanseherscandidatuur van von Schleicher. Volgens den „Lokalanzeiger" verwacht men, dat de rijkspresident bij de bespreking met von Schleicher van heden aangedrongen heeft op bespoediging van een oplossing.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 1