DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
i
St. Nicnlaas-gesrtienken.
De Duitsche Regeeringscrisis.
Fa. VAN DER HORST
No. 284
Donderdag I December 1932
134e Jaargang
Uit het 'JlaclemeMt
KUNSTHANDEL
Langestraat 21 lelefoon 475
Dxiqeliiksch Oxxezzicht
Een nieuw kabinet—von Schleicher het meest
waarschijnlijk geacht, terwijl de generaal dan
tevens rijksweerminister zou blijven.
Vandaag de oplossing
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar f 2.
liancc door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contrci'.en rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Directeur: C. KRAK.
Byrgraa
Dit nummer bestnat uii drie bladen.
Den Haag, 29 November 1932.
Een alleronaangenaamste gebeurtenis
heeft heden de begrootingsberaadslagingen
der Tweede Kamer ingeleid; met groote meer
derheid van stemmen heeft de Kamer voor de
tweede maal den communistischen afgevaar
digde L. de Visser uit de vergadering geban
nen voor een periode van 24 uur. Het is al
tijd een moeilijke zaak zoo'n gebeurtenis,
welke den toeschouwer als het ware koud op
het lijf valt, tot in de puntjes precies naar
waarheid na te vertellen, we meenen echter
met het volgende zoo dicht mogelijk bij de
waarheid te blijven, al zouden we er geen eed
op willen doen.
Er was bij de Kamer een telegram ontvan
gen, waarin door den Bond van Marineper
soneel te Den Helder geprotesteerd werd
tegen de straf, welke de marinecommandant
had opgelegd aan bestuursleden wegens
deelneming hunner vrouwen aan de demon
stratie op 8 November. De heer Albarda
(s.da.p.) had daarin aanleiding gevonden
een motie in te dienen ten gunste van een her
ziening van de straf. Die zou op een nader
te bepalen dag worden behandeld De heer
Albarda had daarmede vrede. Niet alzoo de
heer de Visser, die aandrong op onmiddel
lijke behandeling van de motie, omdat de Ka
mer niet mocht berusten in een dergelijke
straf. Hoewel men hem mededeelde, dat er
nog geen eindoordeel in deze zaak was ge
veld, haalde hij daarvoor de schouders op:
met de meening van die „goudkragen" had
hij niet te maken, „wij hebben onze eigen
rechten". Een der leden, men zegt de heer
Joekes (v. d.) voegde hem toen toe; „jullie
leggen ze liever direct maar neer". De heer
de Visser, in toorn ontstoken, riep toen uit:
„dat is een onbeschaamdheid-", waarop de
voorzitter hem met den hamer belette voort
te gaan. Maar de heer de Visser hield zijn
mond niet en toen nu een der andere vrijz.
dem. leden (was het de heer Ketelaar?) hem
nog eens iets dergelijks als de heer Joekes
toevoegde, was zijn kalmte verre te zoeken cn
braakte hij een reeks minder parlementaire
uitdrukkingen van: wat kan mij het verd
enz., waarop de voorzitter zich gedwongen
zag het Reglement van Orde in zijn volle ge
strengheid op hem toe passen en voorstelde
den heer De Visser voor 24 uur den toegang
tot de Kamer te ontzeggen Met 69 ten 21
stemmen (de s.d.a.p. en de partijlooze heer
Floris Vos) werd dit goedgekeurd. De voor
zitter schorste hierop de vergadering voor
een kwartier en zonder verzet vertrok de heer
De Visser, vergezeld van zijn trouwen schild
knaap Wijnkoop.
Toen het kwartier was verloopen, heersch-
te weder rust en vrede en gedurende de rest
van den middag zijn deze niet meer ver
stoord. Men begon nu met te stemmen over
de onafgedane artikelen van de wijziging van
de Onderwijswet, welke Vrijdag 1.1. waren
blijven liggen. In de eerste plaats heeft de
Kamer met 54 tegen 38 stemmen goedge
keurd art. II (de wachtgeldregeling). Tegen
stemden de lib., de v d., de s.d.a.p. en de par
tijlooze Fl. Vos. Met dezelfde stemverhou
ding werd goedgekeurd art. XIII (leerlingen-
schaal), terwijl het geheele ontwerp werd aan
genomen met 52 tegen 38 stemmen (rechts
tegen links)
Alsnu kon worden overgegaan tot den
hoofdschotel van de middagvergadering: de
begrooting van binnenlandsche zaken. De al-
gemeente 'beraadslagingen waren in een oog
wenk afgeloopen. Drie punten zijn behan
deld: een klacht over te weinig toelichting,
door den heer Ketelaar (v.d.) aangeheven, en
verder twee oude koeienaandrang van mevr.
de Vries—Bruins (g.d.a.p.), daarbij gesecon
deerd door haar vakgenoot Dr Vos (lib.) om
de krankzinnigenverzorging van Armen
zorg naar Volksgezondheid over te brengen
en een pleidooi van den heer Zandt (st. ger.),
bijgevallen door de heeren Braat (plattel."
en Van den Heuvel (a.r.), ten gunste van op
heffing van den zomertijd. De minister van
binnenl. zaken, de heer Ruys, verklaarde
dat hij in de volgende begrooting aan den
wensch van den heer Ketelaar zou trachten
te voldoen, antwoordde aan mevr. De Vries
Bruins, dat hij meende, dat van de nood
zakelijkheid van de overbrenging van krank
zinnigenwezen naar volksgezondheid weinig
was gebleken, en zoolang er geen nieuwe fei
ten worden te berde gebracht, gevoelt hij niet
de minste roeping een poging te doen om den
zomertijd te doen verdwijnen. Een motie van
den heer Zandt om door de Kamer een uit
spraak tegen den zomertijd uit te lokken werd
vervolgens verworpen met 53 tegen 22 stem
men.
Hierop werd tot de behandeling van de
verschillende afdeelingen overgegaan, doch
zij hebben tot nog toe niet veel nieuws opge
leverd Men hoorde mevr. Van ItallieVan
Embden (v.dweer eens aandringen op wij
ziging van de Begrafeniswet met het oog op
de crematie, en de heer ds. Van der Heide
(s.d.a.p.) steunde haar daarin. We weten
reeds bij voorbaat, dat zij nul op h"*
rekwest krijgen, evenals verleden jaar
vroeger. Dr. Vos (lib.) besprak verschillende
gemeentebelangen evenals de heer Keegstra
(r.k.) en de heeren Van den Heuvel (a.r.) Zij
hadden het over samenvoeging van gemeen
ten, waarvan zij geen van drieën warme
voorstanders bleken, zij hadden het over bur
gemeestersbenoemingen, waarvoor dr. Vos
zoo min mogelijk gepensionneerden in aan
merking wenschte te zien komen. Ook de heer
Van den Heuvel gevoelde voor een gepen
sionneerden titularis niet veel. Ook klaag
den zij in verband hiermede over de vaak
slechte salarieering van de burgemeesters,
waarmede duponeerde de later gehoorde op
merking van den heer Schaper (s.d.a.p.), dat
men geen rijke lui tot burgemeester meet be
noemen.
Verder pleitte mevr. BakkerNort (v d.)
vcor een wijziging van de Trekhondenwet,
besprak mej. Meyer (r.k.) het dansvraagstuk
en drong aan op wijziging van de Bioscoop
wet, deed de heer Vliegen (s.d.a.p.) een har
tig woord hooren ten gunste van het in fi-
nancieele verdrukking geraakte Eindhoven,
hield de heer Van Zadelhoff (s.d.a. p.) zijn
gebruikelijke strafpredikatie tegen Burger
wacht en Vrijwillige Landstorm enz.
Veel hiervan was, gelijk we zeiden, oud
nieuws en wij weten haast met zekerheid te
zeggen, wat de minister zal antwoorden
Maar op één punt zien wij toch met wat meer
belangstelling zijn antwoord tegemoet. Dat
is het vraagstuk van de verarming van de
landbouwende bevolking van Drente. Ds. var.
der Heide (s.d.a.p.) heeft de zaak ter sprake
gebracht en hij zei het den voorzitter van het
.landbouwgenootschap na, dat de tot nog toe
onbelaste bedrijven in Drente in den laatsten
tijd met verlies hebben gewerkt. Het geheele
gemeentelijke leven komt er in de knel, de be
lastingen worden steeds zwaarder, doch een
sluitend budget kennen de gemeenten niet,
hoe zuinig men ook te werk gaat. Nu wordt
er weieens aan gedacht, dat het rijk, zooge
naamd om te saneeren, de gemeentelijke ad
ministratie op zich zal nemen gelijk in
andere gemeenten reeds is geschied, doch ter-
wille van de gemeentelijke autonomie zou de
spr. liever willen, dat het rijk wat meer uit
keerde voor werkloosheidsbestrijding en
steunverleening. Met belangstelling wachten
wij het antwoord van den minister op deze
rustig voorgedragen klacht af.
(Door een fout van de Posterijen ontvingen
wij dit overzicht eerst hedenmorgen, gelijk
tijdig met het hier volgende.
Red. Alkm Crt.)
Vlot werk: toen de Tweede Kamer van
nacht omstreeks half drie huiswaarts ging,
was de begrooting van buitenlandsche zaken
op enkele stemmingen na afgehandeld. In
één avondvergadering een begrooting als
deze af te werken, in vroeger dagen kwam
het meer voor, doch in de laatste jaren had
den de leden te veel op het hart om dat alles
in één vergadering af te doen! Intusschen
iaten we erkennen, dat er zich bij deze be
grooting nu niet veel nieuwe gezichtspunten
voordeden, vooral nu de onderhandelingen
met België zoo niet op het doode punt geko
men zijn, dan toch geschorst zijn.
Uit den aard der zaak is, ook in verband
hiermede, door enkele leden geklaagd over de
geringe mededeelzaamheid des ministers.
Wanneer b.v. de bewindsman in antwoord op
een vraag, hoe het staat met het tractaat met
België, verklaart dat er aanmerkelijke vorde
ringen zijn gemaakt, kan toch geen enkel Ka
merlid vrede hebben met een dergelijke niets
zeggendheid! En nu de minister op geen en
kele wijze, noch in besloten vergadering,
noch b.v. door een officieus bericht, met be
hulp van zijn persbureau verspreid, eenigen
uitleg van die vage woorden geeft, kan men
licht begrijpen, dat de sprekers bij de alge-
meene beschouwingen, o.a. de heeren Bon
gaerts (r.k.), Krijger (c.h.) en Van der Bilt
(lib.), den minister gebrek aan doortastend
heid voor de voeten werpen. Gelukkig heeft
minister Beelaerts in den heer Colijn (ar.'
een goeden verdediger gevonden. De heer Co-
lijn heeft, gelijk uitdrukkelijk door hem is er
kend, gedurende geruimen tijd de onderhan
delingen met België geleid. Deze heeft nu in
een als gewoonlijk klare rede, naast andere
punten ook het tractaat met België bespro
ken en uitdrukkelijk verklaard, dat vele za
kelijke belangen zijn behandeld en men daar
omtrent tot overeenstemming is gekomen
maar dat allerlei onjuiste berichten de ge-
aachtenwisseling bemoeilijken en het oordeel
van het publiek vertroebelen.
Minister Beelaerts van Blokland heeft in
zijn uitvoerige rede tot beantwoording van
de verschillende sprekers ten slotte hierom
trent ook eenige mededeelingen gedaan, wel
ke niet van beteekenis zijn ontbloot. Na er
op gewezen te hebben, dat onze verhouding
tot België nog wel wat meer omvat dan een
kanalenkwestie, zette hij uiteen, dat het dien
tengevolge voor beide regeenngen niet ge
makkelijk is tot overeenstemming te gera
ken. Bovendien zal een herzieningsverdrag
verzekerd moeten zijn van een parlementaire
meerderheid; een herhaling van een verwer
ping van het tractaat, gelijk in de Eerste Ka
mer is geschied, moet ten eenenmale zijn uit
gesloten. Maar tegen een tractaat zullen al
tijd velen, zoowel in België als ten onzent
vele tegenstanders bestaan en het is zaak
hun aantal zoo klein mogelijk te doen zijn
De eerste periode van zijn beleid ten dezen
achtte de minister afgesloten met het Wet
boek van Juni 1929. De publicatie hiervan
heeft echter tot de onjuiste onderstelling ge
leid, dat de onderhandelingen waren afge
broken. Enkele maanden evenwel na de ver
schijning er van kwam hij met de Belgische
regeering overeen, dat er verder vertrouwe
lijk meest worden onderhandeld en zulks is
toen gedurende énkele jaren door vertrou
wensmannen geschied. Er zijn daaromtrent
allerlei onjuiste berichten verspreid, welke de
regeering evenwel niet kon tegenspreken
zonder onze positie te verzwakken. Men
achtte het gewenscht intusschen. dat het trac
taat geen verkiezingsinzet zou worden en in
Januari 1.1. heeft de minister aan België doen
weten, dat, als het tractaat niet vóór Paschen
kon worden geteekend, het tot na de verkie
zingen zou moeten worden uitgesteld. Men
weet, dat het mislukt is, tot leedwezen van de
Nederlandsche zoowel als van de Belgische
regeering. Dit alles was vrij duidelijk en de
Kamer aanvaardde deze inlichtingen, ging er
ten minste niet verder op in.
Dit is eigenlijk wel het voornaamste wat er
van de behandeling der bc-grooting van bui
tenlandsche zaken valt na te vertellen. Maar
nog één punt mogen we niet onbesproken la
ten: de vraag, of het gewenscht is, dat, ter
wijl thans de economische zaken zooveel mo
gelijk zijn ondergebracht bij het departement
van economische zaken en arbeid, buiten
landsche zaken er nog een eigen afdeeling
voor economische zaken op na kan houden.
De heer Kortenhorst (r.kstelde een amen
dement voor om het daarvoor bestemde be
drag te schrappen, doch nadat de minister
hem had duidelijk gemaakt, dat die afdeeling
o.a. cok in verband met ons consulaatwezen
niet kon gemist worden, heeft de heer Korten
horst zijn amendement ten slotte teruggeno
men. Dat er heden over enkele punten moet
gestemd worden, is toe te schrijven aan de
fantasieën van den communist Wijnkoop, die
altijd spoken ziet, beweert, dat een goed ge
organiseerde persdienst, waarvoor de noo-
dige gelden waren uitgetrokken, overbodig
is, den Volkenbond een gevaar voor Rusland
acht, en dientengevolge over een paar artike
len stemming vroeg. Heden zullen zij worden
goedgekeurd en zal de begrooting vervolgens
worden aangenomen.
burgemeester drie gemeenten bestuurde, ter
wijl het wijders te vaak voorkwam, dat een
burgemeester tevens tot gemeente-secretaris
werd benoemd Dat vond hij, evenals trou
wens den vorigen dag ook andere sprekers,
een niet goed te keuren cumulatie.
Minister Ruys heeft daartegenover op de
realiteit gewezen: die gemeenten zijn door
gaans te klein om een levenstaak van één
mensch te vormen. Bovendien is het veel be
ter, dat als gemeentesecretaris optreedt
iemand, die thuis is in de gemeente-admini
stratie dan wie er met twee linkerhanden
voorstaat. In antwoord op opmerkingen
van den heer J. ter Laan (s.d.a.p.) en mej.
Katz (c.hdeelde hij in zake de samenvoe.-
ging van gemeenten mede, dat wat de grens-
uitbreiding van Rotterdam betreft, er over
leg gaande is tusschen Ged. Staten van Zuid-
Holland èn het Rotterdamsche gemeentebe
stuur en wat aangaat de samenvoeging van
Venhuizen en Wijdenes, de regeering de zaak
heeft laten liggen nadat de Eerste Kamer het
desbetreffende wetsontwerp had afgewezen.
Wat betreft de benoeming van burgemeesters
zette de minister uiteen/dat daarbij wel de
gelijk rekening wordt gehouden met de men
taliteit der bevolking, doch ook gelet wordt
op bekwaamheid en geschiktheid. De regee
ring doet geen benoeming dan na ernstige
overweging. Zeker wil de regeering jonge
krachten benoemen, gelijk de heer Schapet
(s.d.a.p.) wenschte, doch vaak zijn de burge
meestersalarissen niet voldoende om jonge
ambtenaren daarvan te doen rondkomen en
dan is men genoodzaakt tot benoeming van
andere sollicitanten
Over de bescherming van werkwilligen in
de gemeente IJselmonde, welke volgens den
heer J. ter Laan (s.d.a.p.) de perken te buiten
ging doch door den heer Braat werd goed
gekeurd, heeft de minister vrij uitvoerig ge
sproken en hij heeft verklaard, dat de burge
meester volkomen zijn plicht heeft gedaan.
Mej. Katz (c.h.) en anderen hadden ge
klaagd over de slechte handhaving van de
Trekhondenwet, de minister heeft evenwel na
breedvoerig onderzoek verklaard, dat de
vrienden van de trekhonden zich aan over
drijving schuldig maken en de wet behoorlijk
wordt toegepast. Tegenover den aandrang
van den heer Van der Houven (s.d.a.p.) en
anderen om den binnenschippers de helpende
hand te reiken heeft de minister volgehou
den, dat zelfstandig werkende personen als
de binnenschippers onmogelijk onder de
steunregeling voor werkeloozen kunnen val
len. Hij verwees bovendien naar het onlangs
ingediende ontwerp tot reguleering van de
bevrachtingen. Aan den heer Van der Heide
(s.d.a.p) verklaarde de minister en hij
herhaalde dit. toen dezelfde spreker in de bres
sprong voor Emmen dat hij inderdaad te
doen had met de noodlijdende gemeenten,
doch dat hij met het oog op de financiën
geen nieuwe maatregelen kon nemen. Tegen
over den heer Van Zadelhoff (s.d.a.p.) heeft
de minister, evenals vóór hem de heer Van
Dijk (a.r.), warme waardeering uitge
sproken voor het werk van Burgerwacht en
Vrijwilligen Landstorm.
Morgen voortzetting van de behandeling
van dit begrootingshoofdstuk. Daarna komt
economische zaken en arbeid aan de orde.
De heeren Van den Heuvel (a.r.) en Bak
ker (c.h.) hebben opnieuw een wetsontwerp
tot afschaffing van den Zomertijd ingediend.
Den vader van het eerste, gestrande ontwerp,
den heer Braat hebben ze hun werk niet laten
mede enderteekenen.
Gelijk we verwachtten, heeft de Tweede
Kamer hedenmiddag na opening van de ver
gadering de beide artikelen van buitenland
sche zaken, waarover stemming was ge
vraagd, aangenomen evenals vervolgens de f
geheele begrooting. Tegenstemmers waren
enkel de beide communistische afgevaardig
den.
Daarna hebben we een naspel van een
voorspel gehad: de heer L. de Visser heeft,
na het woord te hebben gevraagd voor een
persoonlijk feit, over de reden van zijn ver
wijdering uit de vergaderzaal gesproken en
uiteengezet, dat hij zich aanvankelijk alleen
geërgerd had over een interruptie van den
heer Joekes, welke hij als onbeschaamd had
gekwalificeerd Hij is toen inderdaad verder
gegaan en heeft o.a. den heer Ketelaar een
„schoelje" geheeten, waarvoor hij nu zijn
verontschuldigingen aanbood. Maar zijn uit
zetting was niet gemotiveerd, gelijk hij nog
trachtte aan te toonen met het stenogram
van zijn rede.
Nadat de heer Joekes (v.d.) zijn spijt had
betuigd over zijn interruptie, die toch niet
zoo geheel onbegrijpelijk was tegenover com
munisten, en de voorzitter de hoop had uit
gesproken, dat men in het vervolg matiging
zou betrachten, was hiermede het incident
afgeloopen.
Later op den middag heeft de heer De Vis
ser, gelegenheid gehad terug te komen op een
andere onbehoorlijke uitlating, nl. den uit
roep, waarmede hij met zijn vriend Wijnkoop
haast de orde had verstoord bij de opening
van het nieuwe zittingjaar. Zij hebben toen
in de Ridderzaal iets geroepen, dat eigenlijk
niemand goed heeft verstaan, doch dat door
velen is opgevat als een beleedigende uit
drukking tegenover H.M. de Koningin. Dit
nu is onjuist, heeft hij heden verklaard. Hij
en zijn partijgenoot hebben alleen willen
protesteeren tegen het bongerprogram Ruys-
Welter, vervat in de Troonrede, doch hij ver
klaarde uitdrukkelijk nimmer het gekroonde
hoofd van den staat te willen mengen in zijn
politieke actie. Moge hij zich daar steeds aan
houden!
De Kamer heeft zich den ganschen namid
dag verdiept in de begrooting van binnen
landsche zaken, in de eerste plaats in de af
deeling: binnenlandsch bestuur. Nadat elf
sprekers het woord hadden gevoerd, maakte
minister Ruys het dozijn vol om in een uit
voerige rede, welke evenwel soms in alge
meenheden verviel, de sprekers te woord *e
staan. Als we goed hebben geluisterd, heeft
hij enkele opmerkingen laten zwemmen, zoo
als het heet. Daartoe is te rekenen de aan
drang van den heer Zandt (st.ger par.) die
liefst alle bioscopen en alle openbare dans
gelegenheden gesloten wilde zien en natuur
lijk weer optrok tegen den zoogenaamden
stemplicht. Ook andere onderwerpen is de
minister met eenige begrijpelijke vluchtig
heid voorbijgegaan. Maar een paar punten
mogen we wel uit zijn rede releveeren omdat
we dan tevens gewag kunnen maken van de
sprekers, die ze ter tafel hadden gebracht
Over de burgemeestersbenoemingen h»d o.a
de heer Braat (plattel.) gesproken. Hij had
daarbij er over geklaagd, dat er soms een
Het schiet in Duitschland niet hard op met
de vorming van een nieuwe rtgeering. Voort
durend hebben nieuwe besprekingen plaats
en voortdurend beweert men, dat nu de crisis
spoedig opgelost zal zijn. Totdat er plotse
ling weer nieuwe hinderpalen ontdekt wor
den.
In politieke kringen te Berlijn neemt men
thans aan, dat als president von Hindenburg
vasthoudt aan het allernatief Papen of
Schleicher, zijn beslissing toch nog zal uit
vallen ten gunste van een kanselierschap-
Schleicher, zelfs wanneer de laatste onder
handelingen van Schleicher met de NSDAP
op niets zouden uitloopen. Hoe langer de
crisis evenwel duurt, hoe nerveuser de stem
ming zal worden.
De „Deutsche Zeitung" ontkent, dat
Schleicher als Rijkskanselier het vaderland
zal kunnen redden, aangezien deze zeer be
kwame officier reeds lang de perken is te bui
ten gegaan, welke juist getrokken zijn voor
den hoeder van de Rijksweer. Schleicher heeft
indertijd op het standpunt gestaan, dat het
Youngplan moest worden aangenomen en dat
dan in het binnenland orde zou moeten wor
den geschapen. Hij heeft den heer Bruening
als rijkskanselier ontdekt en is er daarom
mede schuld aan dat voor den opbouw van
Duitschland meer dan twee kostbare jaren
verloren zijn gegaan. Hij is ook de schepper
van het kabinet-Papen en is verantwoordelijk
voor zijn heterogene samenstelling. Hij is
met verlof gegaan toen de gebreken van „zijn
kabinet" nogal spoedig aan het daglicht tra
den. Hij heeft ook eer, gebrek aan staats
mansinzicht betoond door aan te sturen op
het aftreden van het kabinet-Papen en door
thans met zijn onderhandelingen met de vak-
vereenigingen terug te vallen tot het eindelijk
overwonnen verderielijke parlementarisme.
De „Daz" bep'eit een candidatuur-von
Schleicher. Mocht Donderdag of Vrijdag de
benoeming van een kabinet-Schleicher afko
men dan zal het kabinet na de bijeenkomst
van den rijksdag dv volgende week zeer zeker
een openliike beslissing der partijen teweeg
brengen. Mocht het uitgestemd worden dan
zou het als zaken-kabinet aanblijven. Moch
ten noodverordeningen worden ingetrokken,
dan is eveneens te verwachten dat maatrege
len zullen worden getroffen om deze te her
stellen.
„Der Deutsche" meent dat tegen de oplos
sing von Papen met alle middelen wordt ge
streden en geintrigeerd door die partijen
welke den val van Bruening bewerkten en
den koers van von Papen hadden bepaa.a
Men wil den Rijkspresident noodzaken of de
grondwet ter zijde te stellen of af te treden
en het is geen geheim, aldus het blad, dat
Hindenburg Zaterdag j.1. zich ernstig heeft
afgevraagd of hij zijn functie niet zou neer
leggen met een proclamatie aan het Duitsche
volk. Dat zou evenwel het oogenblik zijn ge
weest, om het plan van een rijksbestuurder
ten uitvoer te leggen. De ex-keizer is er tegen
dat de ex-kroonprins deze rol op zich neemt,
terwijl de kroonprinses haar oudsten zoon op
deze plaats zou wenschen tc zien. Het blad
vervolgt dan: Hitier moet begrijpen dat het
den Rijksweerminister op dit oogenblik er niet
om gaat getolereerd te worden, maar om een
garantie te krijgen dat de nationaa'-socialis-
tischecommunistische meerderheid de nood
verordeningen der regeering Papen en Brue
ning niet intrekt.
o
Rijksweerminister von Schleicher heeft
Woensdagmiddag den rijkspresident opnieuw
een tusschentijds rapport uitgebracht over
den binnenlandsch poütieken toestand. In
politieke kringen neemt men thans met vrij
groote stelligheid aan, dat hoewel de be
slissing nog niet is gevallen de heer von
Schleicher zeer binnenkort door den rijks-
president zal worden verzocht het kanselier
schap op zich te nemen, waarbij het ook zeker
zou zijn, dat de heer von Schleicher zijn
functie van rijksweerminister zal aanhouden
Deze oplossing van de crisis wordt in
breede kringen toegejuicht. Aangenomen
wordt dat een presidentiëele regeering-von
Schleicher zeker kan zijn van de instemming
van het Centrum, de Beiersche Volkspartij,
de Duitsche Volkspartij en ook de Duitsch-
Nationale Volkspartij.
In politieke kringen wordt in dit verband
gewezen op het interview dat de „Nachtaus-
gabe" heeft gehad me+ den Duitsch-Nat. af
gevaardigde, Schmidt uit Hannover, waarbij
deze nadrukkelijk eischt dat een einde aan de
crisis zal komen en dat een regeering zal
worden gevormd, welke „crisisvast" is en een
duidelijk, economisch plan heeft zonder zich
evenwel vast te leggen aan een bepaald per
soon. De Duitsch-Nationalen zouden op het
standpunt staan, dat een autoritaire regee
ring moet worden gevormd en dat de kwestie
van personen, daarbij op den achtergrond
moet worden geplaatst.
O—
De Berlijnsche bladen verwachten alge
meen, dat in den loop van vandaag een einde
zal komen aan de regeeringscrisis. Op den
voorgrond staat de kanseherscandidatuur
van von Schleicher.
Volgens den „Lokalanzeiger" verwacht
men, dat de rijkspresident bij de bespreking
met von Schleicher van heden aangedrongen
heeft op bespoediging van een oplossing.