Alkmaarsche Courant. Duitschland en de Ontwapening. ^Radionieuws JieuiMetoa De gevolgen van een operatie. Hd het Raciement DngeiliAsch Ouevzidit aulerfl vlet n dertlgsti Jaargang DONDERDAG 22 DECEMBER Von Neurath vertelt, hoe Duitschland ern overwinning behaalde inzake den gelijk- gerechtigdheidseisch. ARTIKEL 531. tlo. 302 1932 Vrijdag 23 December. Hilversum, 296 M. (8 12.—4.-8.— en 11.-12 - VARA, 12.-4— AVRO en de VPRO van 8—11— uur). 8— Gramofoon- platen. 10— VPRO-morgen wijding. 1015 Gramofoonplaten. 11.15 P. J. Kers: Onze keuken. 11-45 Voordracht door R. Numan 12— AVRO-kleinorkest o.l.v. N. Treep eri gramofoonplaten. 2— Gramofoonmuziek. 2 30 AVRO-Kamerorkest o.l.v. L. Schmidt en gramofoonplaten. 4— Gramofoonplaten. 4.50 Voor de kinderen. 5.30 „De Notenkra kers" o.l.v. D. Wins. 6.15 Orgelspel door Joh. Jong m. m. v. Alb. de Booy, zang. 6.40 Causerie over Sovjet-Rusland door Z Stok vis. 7— Orgelspel Joh. Jong m. m. v. Alb. de Booy, zang. 7.15 „De Notenkrakers", o J. v. D. Wins. 8— Causerie. 8.30 Concert. Louis Zimmermann, viool en Marie Janette Walen, piano. 9— Ds. G. J. Sirks: Christus in onzen tijd. 9.30 Vervolg concert. 10. Vrijz. Godsd. Persbureau. 10.05 Vaz Dias. 10.15 Voordracht door Dora Wallant. 1045 Gramofoonplaten. ll._12— Gramofoonmu ziek. huizen, 1875 M. (Algemeen programma te verzorgen door de NCRV). 8— Schriftlezing en meditatie. 8.159.30 Gramofoonplaten. 10.30 Morgendienst. 11.Harmoniumcon cert G Snijders. 12.15 Concert H Hermann, viool. T. G. v. d. Haar, viool. H. v. d. Horst IJr.. cello en mevr. R. A. v. d. Horst—Bleek rode, piano. 2.Concert. J. Bierma, zang P Eldert—Bakker, viool. E. G. v. d. Brink Prakken, fluit. J. de Nobel, cello en W. v. Leeuwen, piano. 3.Huishoudelijke wenken 3.30 Vervolg conc°rt. 4.30 Pauze 5— Bo tanisch jeugdhalfuurtje. 5.30 Voor amateur fotografen. 6.C. v. d. Heuvel: De tuin bouw in den crisisgreep. 6.~0 Causerie A- J Herwig. 7.Literair halfuur. 7.45 Gramo foonplaten. 8— Concert door de H.O.V o lv. F. Schuurman m. m. v. H Kruyt, Eiano. Ca. 9.9.45 Causerie door dr. A. v. eursen. Ca. 10.Vaz Dias. 10.30—11.30 Gramofoonplaten. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding 10.50 Tijdsein, berichten. 11.05 Lezing 12.20 Orgelconcert. 1.05 Shepherd's Bujh Paviljoenorkest o.l.v. Harry Fryer 2.20 Kin dei feest uit de Guild Ha'1 m. m. v. politie- orkest o.l.v. E. Colombo. 5.35 Kinderuur 6 20 Berichten. 6.50 Moz.iTt's kwintetten 7 10, 7.35 en 7.5Ó Causerie. 8.20 „The Rid- geway Parade", m. m. v. orkest en solisten, 0.1.v. L. Woodgate. 9 20 Berichten en lezing 9 55 BBC-orkest o.l.v. Jos. Lewis m. m. v. E Hannevig, sopraan. 11.20—12.20 Dans muziek door Geraldo's orkest en de Savoy Hotel Orpheans. Parijs Radio-Paris1724 M. 8.05 Gra mofoonplaten. 12.50, 6.50 en 7.40 Concert door orkest Krettly. 8.20 Gramofoonplaten 8.50 „Cyrano de Borgerac", spel van Ros tand. Ralundborg, 1153 M. 11.201.20 Con eert uit het Bellevue-Strandhotel. 2.20—2.45 Deensche liederen. 2.40—*.— Concert uit rest. „Wivex". 7.30 Operettemuziek door or kest en solisten, o.l.v. E. Reesen. 9.Sonate op. 12, nr. 3, viool en piano, Es gr.t., van Beethoven door O Fessel en F. Jensen. 9 40 Omroeporkest o.l.v. Reesen. 10.2011.50 Dansmuziek o.l.v. Kai Julian. Langenberg, 473 M. 6.25 en 10.40 Gramo foonplaten 11.20 Concert door het Phil- harm. orkest o.l.v. Stern. 12.20 Concert ol.v Wolf. 1.50 Gramofoonplaten. 4.20 Concert o l.v. Merten, m. m. v. piano. 7.35 Kerstcon eert door knapenkoor o.l.v. Piersig m m. v orgel en piano. 8.35 „Das Gottesk.nd", spel van Herrman. Muzikale leiding: Kühu. Re gie: Ullmann. 10.05—1120 Concert olv Wolf. Rome, 441 M. 6.05 Kamermuziek, cello, tenor en piano. In de pauze radiotooneel. Na afloop gramofoonmuziek en berichten. Brussel, 508 en 338 M. 508 M.: 12 20 Gramofoonplaten. 1.30 Oir roepkleinorkest 01.v. Leemans. .20 Omroeporkest o.l.v Kumps. 6.35 Gramofoonpl. 8.20 Omroep oikest o.l.v. F. André. 10.30—11.20 Gramo foonplaten 338 M.: 12.20 Omroepkleinorkest o.l.v. Leemans. 1.30 Gramofoonplaten. 5.20 Omroeporkest o.l.v F. André 6.20 en 6 50 Gramofoonplaten 8.20 „De Kerstmis van mr. Scrooge", naar Dickens, bewerkt door E W. Schmidt. 9.20 Sel. „Falstaff", Verdi P. Moreaux. Zeesen, 1635 M. 7.20 K. G. Seil: WorQ- r man in Amerikspricht 7 35 Kerstcon Bergkristall*1 hn°°r ,met orSelbegel- 8.35 eergkristall hoorspel van M. Mohr 9 35 Berichten en hierna tot 11.20 Populai'r con- door werklooze musici o.l v Eggert )er eert eert Oorspronkelijke roman door Jan Walch. li EERSTE BOEK. EERSTE HOOFDSTUK. De operatie zeil. De gevolgen, bedoeld in den titel van dit boek, waren belangrijk. Anders zouden we er niet een heel boek aan wijden. Maar om toi die gevolgen te komen, zullen we het eerst wel even over de operatie zelf moeten hebben Zoo kort mogelijk en vooral niet techniscn Niet alleen omdat dat te griezelig zou zijn en te weinig litterair-en-zoo. Maar vooral omdat wij van operaties geen verstand net>- ben. Dit is een bedenkelijke bekentenis Auteurs moeten overal verstand van hebben en vooral van de onderwerpen, die ze beschrij ven. Maar ook hier is veel humbug bij, nu. en zoo hebben wij dan geen verstand van ope raties. Doch d i t weten we wel: het was een ope ratie aan het oor. Aan het rechteroor; heuse «et is van belang, zoo precies te zijn, dat zul. later inzien. De operandus was een jongt ®!an met een toekomst. De meeste mannen a'8 ze jong zijn, zult u zeggen, hebben toekomst; maar dat is niet altijd een tom*t, die „een toekomst" w°rdt genoemd Een jonge man met „een toekomst 1S l°flge man met een maatschappelijk schoont gramofoonplatenjno^^^^C^ert o.l.v. F. MoreanY Den Haag, 21 Dec. 1932. De avondvergaderng der Tweede Kamer van gister was bestemd tot behandeling van het Zuiderzee fonds. Afgehandeld is dit on derdeel der Rijksbegrooting evenwel niet. 1 oen omstreeks één uur de Minister van vC aterstaat aan het woord zou komen, ver zocht hij zijn rede tot heden te mogen aan- touden. Blijkbaar wilde hij er nog een nacht je over slapen in de hoop een uitweg te vin den om de Kamer te vriend te houden. Want men was zeer weinig tevreden over het Zui- derzeebeleid des Ministers. In twee opzich ten. In de eerste plaats werd de uitvoering der Zuiderzeesteunwet volkomen onvoldoende geheeten. De heeren Duymaer van Twist (a.r.), Duys (s. d. a. p.) en Peereboora herv. ger.) hebben ernstige klachten doen ïooren over de schriele toepassing der wet, die bedoelt vergoeding te verschaffen aan de visschersbevolking, waaraan door de inpol dering van de Zuiderzee de broodwinning wordt ontnomen, doch die wordt toegepast alsof zij een onderdeel ware van de Armen wet. De nood der bevolking, die van de Zui derzee moet bestaan, is daardoor hoog geste gen en de genoemde heeren hebben daarover bittere klachten doen hooren. Zal het den Mi niHer gelukken die critiek te ontzenuwen? In de tweede plaats is er door heel wat sorekers geklaagd over de onbesliste hou ding van Minister Reiimer ter zake van hef vraagstuk van de inpoldering van den Noord-Oostelijken polder. Men weet, dat de Kamer zich in beginsel heeft uitgesproken ten gunste van de voortzetting van de droog legging van de Zuiderzee. De Regeering heeft daarin berust en beloofd tot een nieu we organisatie van het werk te willen komen opdat de kosten zullen inkrimpen. Maar nu is men er niet gerust over, of die voorberei ding niet zooveel tijd in bes'ag zal nemen, dat er in 1933 niets zal gebeuren en men in 1934 nog niet nvt het werk zal kunnen oosrhieten. In het bijzonder heeft de heer Colijn (a.r.) zich tot tolk gemaakt van het gevoel van ongerustheid over de onvoldoen de voorh'arendheid der Regeering op dit punt. Men zou zoo meenen, dat de Regee ring van oordeel is. dat het er op een iaarrie niet aankomt en de heer Co'iin verklaarde van een tegenovergestelde opvatting te zijn Wanneer de Regeering wil wachten met het terhand nemen van de drooglegging tot men de nieuwe organisatie heeft gevonden, dan gebeurt er in den eersten tijd niets en daar van verklaarde hij zich volkomen afkeerig. Men kan best met het bedrag, dat thans op de begrooting is uitgetrokken, aanvangen met werkzaamheden, welke toch nuttig zul len zijn, ook wanneer de drooglegging wordt stop gezet en als de Regeering zich op dit punt niet voor rede vatbaar toont, zou hij met een motie komen. Van verschillende zij den, in de eerste plaats door den heer van der Waerden (s.d.a.p.) namens zijn fractie, werd instemming hiermede betuigd. Uit den aard der zaak zijn ook wel andere stemmen gehoord We noemen s'echts die van den heer Braat (plattel.1, die de heele Zuider zeegeschiedenis overbodig blüft vinden om dat we geen land verder noodig zouden heb ben, en d°n heer Dis (st. ger.), die het eigen'iik niet erg zon vinden wanneer de af s1uitd"k maar weder doorgestoken werd, dorh als we noed het-hen gei"i°tprd, dan ziin we overtuigd, dat de heer Colijn wel het frevoelen van de me°-derbeid van de Kamer hpoff weerge<revpn. Wanneer de Kamer zvh heden door dp Onderwiicbpfr'-n'-atngr /al heb ben doorrr^iatren 7ai bej debat over dit punt worden voortgezet. Beide Kamers der Staten-Generaal hebben heden vergaderd. Met het oog op de plaats ruimte is het dus mischien wel raadzaam een behoorlijke beknoptheid in acht te ne men. Eerst een kort bericht over de Eerste Kamer. Na hare goedkeuring gehecht te hebben aan eenige k'einere onderwerpen, waaronder het ontwerp tot bestendiging voor 1933 van d« tiide'öbp opcenten on de invoerrechten in Ned ïndië en het ontwerp betreffende het aangaan van ge1d'epninpen ten laste van hpf Rük. heeft d» Kamer het overige deel van hare m'ddanrvergaderincr gewijd aan dp hpr.ande'ing van het voorstel tot tiidelüke heffing van 3tl oncenten on sommige invoer rechten en den suikeraccijns en 15 opcenten op den bieraccijns. De eerste spreker, de heer Blomjous (r.k.) had geen goed woord over voor dit voorstel van minister De Geer, maar aan het slot zijner rede verklaarde hij er toch wel vóór te zullen stemmen mits de minister belooft het tractaat van Ouchy niet te laten ratificeeren vóórdat de technische herziening van het ta rief van invoerrechten is ingediend en zulks vóór 1 April is geschied. De volgende spre ker, de heer Westerdiik (v. d.) achtte het voorstel aannemelijk. Vooral nu een techni sche herziening van het tarief in uitzicht is, zou hij er geen bezwaar inzien, indien het budget van 1933 een tekort van een twintig millioen vertoonde. Dat komt later toch wel weer terecht. De verhooging van benzine belasting, suikeraccijns, theeaccijns zal on getwijfeld nadeelig werken op de welvaart De heer Van Citters (a.r.) achtte de heffing onvermijdelijk, maar zette tevens uiteen, dat naar zijn overtuiging alle pogingen der re geering om de rekening sluitende te maken ten slotte toch zouden falen. De heer IJsselmuiden (r.k.) oefende scherpe critiek uit op het ontwerp, waarte gen hij zou stemmen zoo de minister het niet terugnam. Naar zijn opvatting deed de mi nister beter een belasting te heffen van de winst der naaml. vennootschappen en een omzetbelasting in te voeren. De heer Diepen horst (a.r.) betoonde zich warm voorstander van het voorstel, de heer Wibaut (s. d. a. p.) een even overtuigd tegenstander. Zijn fractie zal evenals in de Tweede Kamer er tegen stemmen. Morgen komt de heer Fock (lib.) aan het woord. In den hedenmiddag voortgezette vergade ring van de Tweede Kamer heeft o.a. de heer De Boer (s. d. a. p.) gepleit voor een lagere school te Hollum op Ameland. De heer Zijlstra (a.r.) protesteerde tegen het fa beltje, dat het bi'z. onderwijs zou leiden tot de stichting van k'eine schooltjes en er over geklaagd, dat op de openbare school te veel gedaan wordt aan andere dingen dan het on derwijs. De heer Peereboom (herv. geref.) protesteerde weer eens tegen de te hooge sa- 'arieering van de religieuze onderwijzers. Hij verezette zich, evenals de volgende spr„ de heer Langman (c.h.), tegen de opheffing van de Rijkskweekschool te 's Hertogen bosch. De heer K. ter Laan (s. d. a. p.) drong aan op afschaffing van de landbouw- verloven. Ook de heer Zandt (st. ger.) was tegen opheffing van de Bosscher Kweek school, de heer Van Wijnbergen (r. k.) daar entegen er voor. Deze spr. trachtte boven dien den heer Peereboom c.s. te overtuigen van verkeerde oovattingen inzake de onder wijzers-kloosterlingen. De heer Oud (v. d.) nam het ook op voor de kweekschool te 's Hertogenbosch. Minister Terpstra h°eft, aan het woord komende, onder meer verklaard dat hij er niet aan dacht de landhouwverloven af te schaffen. Hij deelde mede, dat de zaak der onderwijzers-kloosterlingen in onderzoek was. Wat betreft de Rijkskweekschool te 's Hertogenbosch, deze moet ook wegens het kleine aantal leerlingen ter wille van de be zuiniging verdwijnen. De leerlingen kunnen te Breda plaatsing vinden. Bij de afdeeling Kunsten en Wetenschap pen is vervolgens weinig van algemeen be lang ter sprake gekomen. De minister heeft tegenover den heer Wijnkoop (comm.) ver klaard, dat de post voor steun aan noodlij dende artisten 10.000) op dit oogenblik niet kon worden verhoogd. Een poging van dezen afgevaardigde om de Kamer bij motie de wenschelijkheid te doen uitspreken om „De Tribune" weer in de openbare leeszalen toe te laten, leed schipbreuk op de ongeneigd heid zijner medeleden om die motie te steu nen. Uit baloorigheid vroeg hij daarom stemming over de Onderwijsbegrooting, welke nu morgen zal plaats hebben. Dan zal er ook gestemd worden over de mo- tie-Zadelhoff ten gunste van de handhaving van de kweekschool te 's Hertogenbosch Heden staakten de stemmen er over: 43 te gen 43. Hierna heeft de Kamer zich weder bezig gehouden met de behandeling van de Be grooting van het Zuiderzeefonds Minister Reijmer heeft in de eerste plaats verklaard, dat hij met Defensie onderhandelt over de verlaging van het peil van de afgesloten Zuiderzee tot 0,40 N. A. P. en gunstigen uitslag verwacht. Vermoedelijk zal echter aanvankelijk het peil op 0,30 worden gebracht. De minister verzekerde, dat de sluiswerken in voldoenden toestand verkee- ren. Aan de klachten over de toepassing van de Zuiderzeesteunwet wordt loyaal tegemoet gekomen. Men mag echter niet uit het oog verliezen, dat de steun bedoelt te zijn geen armenzorg doch hulp om werk te verkrijgen Reeds is daarvoor 'n bedrag van 2.600000 uitgegeven. Met den heer Colijn (a r.) heeft de minis ter hierna vrij uitvoerig gedisputeerd over de kwestie van de voortzetting van de inpol dering van den N. O.-polder. De minister verklaarde, dat de regeering bereid was met voorbereidende maatregelen voort te gaan zoodat in 1934 met de inpoldering kan wor den voortgegaan. De heer Colijn achtte dit niet voldoende, hij dreigde met een motie, waarin uitdrukkelijk werd geprotesteerd te gen vertraging van het werk na afloop van het hangende onderzoek inzake verbetering en vereenvoudiging van de organisatie van het werk. Toen echter de minister die motie volkomen overbodig had geheeten, nam de heer Colijn haar terug, waarop de begroo ting van het Zuiderzeefonds werd aangeno men met enkel den heer Braat als tegen stander. toekomst. Zooals een man (of vrouw) „mei een verleden een man (of vrouw) is met b e d e n k e 1 ij k verleden. Dat weet niet iemand, die de Nederlandsche taal enkel uit gramma tica's en woordenboeken geleerd heeft, maar dat weet u wel. En wij weten het. Dus: de ooerandus stond er tenminste als lid van de maatschappij goed voor Hij was Hagenaar en ambtenaar! En zelfs departements-amtotenaar. En zelfs ambtenaar aan het ministerie van buitenlandsche zaken. Hetgeen beteekent, dat hij tot de crème de la crème van de ambtenaren behoorde. Helaas behoor d e. Die verleden tijd was één var. de eerste gevolgen der operatie. Wat was er met, of liever; i n zijn oor ge beurd? We weten het niet, en dat mag men ons nu toch in géén geval kwalijk nemen want ook de medici wisten het niet. Ze ge bruikten er dan ook zeer geleerde termen bij zeer imposante termen, wat altijd een fataa teeken is. En ze zeiden dat hij mr. dr Henri Adriaan van Hoghen Lugt geöpe- reerd moest worden. Dat was noodig voor de genezing, zeiden zij. Het was misschien waar, maar zeker was 't noodig voor hen, want zoo zouden ze allicht eenig meerder inzicht in het geval krijgen. Dat zeiden ze er even wel niet bij. Nu, ze moesten dan maar ope reeren. De patiënt zelf vond het goed, en zijn vrouwtje vond het toen ook maar goed. Dus- het gebeurde op een ochtend in een ziekenhuis. En het liep goed af. Er werd al lerlei verwijderd, dat niet in een oor thuis hoort, en de patiënt kreeg geen koorst, en dus: het was prachtig. Ëjj toch was er jets bevriemdends. Er was De Duitsche rijksminister van buitenland sche zaken, baron von Neurath, heeft een verklaring van zijn hand over de door hem inzake de internationale vermindering van bewapening onlangs te Genève gevoerde po litiek voor publicatie beschikbaar gesteld, waarvan wij het een en ander uit het relaas van den Hbld. correspondent uit België over nemen. Wij zijn, aldus von Neurath, ter ontwape ningsconferentie gegaan met een dubbelen eisen: vermindering van bewapening der an deren volgens den maatstaf van Versailles, bij gelijk recht voor Duitschland. Wij hebben het moreel en juridisch gezonde standpunt verdedigd dat aan den toestand van een zijdige ontwapening van Ehiitschland een einde moest komen en deze door een regime van algemeene ontwapening met gelijke plichten voor alle staten vervangen moest worden. Tijdens de eerste periode van de ontwapeningsconferentie hebben wij ons moeite gegeven de ontwapening volgens het voorbeeld van de militaire clausules van het veidrag in Versailles door te zetten. Het besluit tot verdaging van den 23en Juli bewees dat de andere staten niet bereid waren hun vrijheid van bewapening aan de zelfde enge banden te laten leggen als die, waaraan wij onderworpen zijn, en dat dus het gelijke recht op deze wijze niet te berei ken was. Wij antwoordden daarop met de verkla ring dat wij tot nader order niet meer aan de conferentie zouden deelnemen, zoolang ons gelijk recht niet erkend zou worden. In de daarop volgende periode hebben wij ons moeite gegeven de andere groote mo gendheden tot erkenning van ons recht op gelijke behandeling over te halen. Wij kregen van Frankrijk en Engeland eerst weigerende en ontwijkende antwoorden. Alleen de Itali- aansche minister-president Mussolini heeft van den beginne af voor Duitschlands gelijk recht gepleit. Wij hebben alle pogingen om ons, zonder de erkenning van ons gelijk recht, naar de ontwapeningsconferentie terug te voeren met een „besiist „neen" beantwoord. Intusschen had de ontwikkeling der om standigheden een voor ons gunstig verloop. De Engelsche minister van buitenlandsche zaken gaf m het Lagerhuis en in het bureau van de ontwapeningsconferentie blijk van zijn instemming met onzen eisch van gelijk recht. De Fransche regeering publiceerde den veer tienden November een nieuw plan van ont wapening, waarin ons gelijk recht weliswaar niet uitdrukkelijk erkend werd, maar stil- zijgend van het grondbeginsel van het gelijke recht werd uitgegaan Zoo was de situatie, toen de vertegenwoor digers van Duitschland Engeland. Frankrijk en Italië ter gelegenheid van de buitengewone vergadering van den Volkenbond in verband met de Mantsjoerijsche kwestie in Genève bijeenkwamen. Op initiatief van den Engel- schen premier begonnen de onderlinge be sprekingen over de vraag van het gelijke recht, waaraan ook een vertegenwoordiger van de Vereenigdt Staten edelnam. De Fran sche minister-president diende een formule betreffende het gelijke recht in, waarin welis waar een belangrijke schrede voorwaarts ge zien kon worden, maar die ik toch niet als voldoende beschouwen kon. Ik heb daarom mijnerzijds vragen gesteld en aanvullende voorstellen gedaan. Na moeilijke besprekingen, waarbij de in de houding, in den redeneertrant van den patiënt iets gekomen't Was moeilijk te definieeren, maar het was anders dan anders Anders ook dan vóór de operatie. Eerst dachten de omstanders zijn vrouw, zijn vrienden hij is ernstiger geworden. Hij is wél ernstiger, zeide zijn vrouw tot den dokter, na het eerste bezoek; en na het tweede bezoek. Ja, ja, antwoordde de dokter dan, dat is niet vreemd, nietwaar? Hij heeft dan an deren over gezienHet was namelijk een letterkundig ontwikkelde dokter, hij kende 't werk van Felix Salten. En dit antwoord waS behalve eenigszins huiveringswekkend, ook afdoende, 't Was niet vreemd als je, na op de grens van den dood te zijn geweest, wat ernstiger was; althans aanvankelijk. La ter vergat je t gelukkig wel weer; „dat komt terecht", zeggen de menschen in zoo'n geval. Bij mr. dr. van Hoghen Lugt kwam 't niet zoo dadelijk terecht. En... was het wel: ernst? Het leek soms wel veel ern stiger dan ernst. Het leek.... Toen de dokter dat ging zeggen, begon hij met eenigszins verlegen te glimlachen, en daar was reden toe. Want hij wou zeg gen en na eenige aarzeling zei hij dat ook het leek wel: „waarheidslief de". Angst om onwaarheid te spreken, voegde hij er verbeterend aan toe; want zoo qualificeerde je 't verschijnsel dui delijker als ziekteverschijnsel. Angst is ziekte, liefde ook zelfs waarheids liefde valt, naar het normale spraak gebruik, minder onder dat begrip WAT ZEGT U? WORDT BU U GEEN BLUE BAND GEBRUIKT? misschien ten onrechte, maar men moet bij het spreken met het gebruik rekening houden. Dat was inderdaad een zolderlinge af wijking, als 't zoo was. Mevrouw Van Hoghen Lugt keek den medicus ietwat angstig aan. Ik vroeg hem, lichtte deze nader toe, „in tegenwoordigheid van de zuster zuster Annie, of hij nogal tevreden was met zijn verpleegster. Natuurlijk voor de aardigheid, dat begrijpt u. Nu ja, ook wel, omdat ik weet, dat ze, bij al haar goede eigenschappen, wel eens wat droog en zuur is een puike werk kracht anders... Nu, ik vroeg hem: hebt u 't nogal naar uw zin bij zuster Annie? En toen bleef hij, zooals hij daar lag, heel ernstig kijken, en zei: Neen, dokter ik heb 't niet naar mijn zin. Nu, toen vroeg ik ik moest er wel even op door gaan, hoe onaangenaam 't ook was dus schertsend zei ik: Kom?! Wat hebt u dan op haar aan te merken. En toen zei hij, met weer datzelfde strak-ernstige gezicht: Ze behandelt me zoo machinaal. Nu, daar kon ze 't mee doen. 't Was misschien wel niet onjuist, maar Mevrouw Clara van Hoghen Lugt had het verhaal in strakke aandacht aange hoord. Ze was er een beetje bleek bij geworden. Nu 't uit was, knipte ze een paar maal zenuwachtig met de oogen. 't Is heel vreemd zei ze toen. Het is zoo heelemaal niet voor hem. En dat was heel waar, want mr. Van Hog- haa Lu#t was naai* zij aog zooveel beter wist dan de medicus een hoffe lijk, zelfs wat men wel noemt „zijig" heer, zoo keurig en gracieus in de con versatie, als men ze tegenwoordig, zelfs aan het Ministerie van Buitenlandsche Zaken, zelden aantreft. Hij moet dan wel erg het lan aan dat meisje hebben, dacht ze overluid. „Ook als het een ondergeschikte geldt, is hij niet gewoon zich zoo uit te laten in haar tegenwoordigheid. En dan zoo'n verpleegster van wier behande ling hij min of meer afhankelijk is 't Is werkelijk onbegrijpelijk. Van hem is 't werkelijk onbegrijpelijk Onwillekeurig had ze een niet geflat teerde karakterschets van haar echtge noot gegeven. Op dat oogenblik kwam het hoofd van de besproken verpleegster om den hoek van de deur der wachtkamer. Wat is er? 't Is nu zoozoo vreemd met me neer Van Hoghen Lugt Wat? Hij zegt, dat hij dien meneer, die vanmiddag komt, liever niet ontvangen wil. Hemel wat is 't dan? Is hij een menschenhater geworden? Is hij krankriep mevrouw uit. Maar dien meneer zijn chef... 't Is toch bijzonder aardig, dat die.. Dat kan eenvoudig niet Ik ga naar hem toe. Ja, ja, goed, ik ga mee, maar kalm aan, mevrouwtje, kalm aan... LWordt vervoiad).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 5