ALKMAARSCHE COURANT
1932
ALKMAAR EN OMGEVING.
Ho- 309- ZATERDAG 31 DECEMBER 1932
1932, dat wij thans achter ons laten,
was voor velen een moeilijker jaar dan
1931 reeds was. Het aantal werkloozen
in ons land steeg tot 355.000, hetgeen in
duizenden gezinnen groot leed betee-
kende. Men kan hierbij nog rekening
houden met de vele klein-zelfstandigen,
die niet als werkloozen staan inge
schreven, doch zelf eveneens in sterke
mate onder den bestaanden toestand
hebben te lijden, hetgeen ook het geval
is met zeer velen, die zich door de
waarde-daling van hun bezit van een
groot deel van hun inkomen beroofd
zien. Vooral voor de jonge menschen,
die hunkeren naar een gelegenheid om
zich door arbeid een bestaan te ver
schaffen, is de toestand allertreurigst.
Wie, als wij, kennis heeft genomen
van de actie, door land- en tuinbouw
gevoerd, om door harden arbeid in de
gelegenheid te worden gesteld, zich een
sober bestaan te verzekeren, moet het
duidelijk zijn, dat ook voor de bevol
king van Alkmaar, die voor zoo'n groot
deel op de welvaart van land- en tuin
bouw is aangewezen, 1932 een hard jaar
is geweest, al kwam dit dan nog niet
zoo heel sterk in het cijfer van het be
lastbaar inkomen tot uiting. Voor ons
staat vast, dat de grondslag voor elke
samenleving is: de arbeid, die in en op
het land wordt verricht. Vooral onze
tijd leert wel duidelijk, dat de industri
alisatie en de opeenhooping van milli-
oenen menschen in de steden en dus de
verwijdering van de natuur, groote ge
varen met zich brengt. Reeds de Griek-
sche wijsgeer Socrates leerde ongeveer
370 j. voor Christus, dat daar, waar het
den landbouw goed gaat, ook de andere
bedrijven bloeien, doch dat daar, waar
de aarde gedwongen wordt, woest te
liggen, ook de andere bedrijven in kor
ten tijd ten gronde gaan.
In dezen tijd van wereld-ontwrichting
zien wij alle landen in een wedloop van
tolmuren en contingenteeringsmaatre-
gelen pogingen aanwenden om eigen
bewoners voor moeilijkheden te behoe
den, met als gevolg, dat men op den
duur hopeloos vastloopt. De economen
pogen, door geleerde beschouwingen
over cultuurgolven, de opvolging van
hausse-perioden door depressie-perio
den te verklaren en hoewel vooraan
staande persoonlijkheden als dr. Pos-
thuma geen enkel lichtpunt zien, zijn
er anderen als Sam. de Wolff, die de
verdienste heeft in 1929 de crisis te
hebben voorspeld, en aan zijn beschou
wing daarover zijn benoeming tot pri
vaat-docent aan de Amsterdamsche
Universiteit heeft te danken, die mee-
nen, de verschijnselen waar te nemen,
dat wij reeds de nieuwe hausse-periode
zijn ingetreden. Het is ons ook bekend,
dat tegenover deze zienswijze de mee
ningen staan van mannen als dr. Emil
Verviers, die op grond van de cultuur
bewegingen der laatste anderhalve
eeuw zich op het standpunt stellen, dat
men noodlottige vergissingen maakt,
wanneer men de tegenwoordige crisis
vergelijkt met een gewone economische
crisis, doch evenzeer is het ons bekend,
dat vele gezaghebbende economen in
1929, kort voor het uitbreken van de
crisis in Amerika, met groote zekerheid
betoogden, dat er geen sprake was van
een komende crisis. Hoe het zij, vast
staat wel, dat wij door de internationa
le situatie en vooral door de sterk toe
genomen uitbreiding en rationalisatie
van het productie-apparaat in een eco-
nomischen chaos verward zijn geraakt.
In zijn werk: „De wonderen des he
mels", zegt de groote sterrenkundige
Flammarion, na de nietigheid van de
aarde in de wereldruimte te hebben
aangetoond (de aarde beweegt zich met
een snelheid van 29 K.M. per seconde
en is slechts één van de vele
vele sterren in de wereldruimte), dat de
14 millioen menschelijke aardwormen
die de aarde bewonen, zonder te weten,
waar ze vandaan komen en waar ze
heengaan, en die geboren worden om
weer spoedig te sterven, zich niet ten
doel hebben gesteld om onder het licht
van de zon gelukkig te leven, maar om
geestelijk en lichamelijk te lijden en lij
den te veroorzaken.
Wanneer men het wereldgebeuren
inderdaad van uit dezen gezichtshoek
beschouwt, komt men onwillekeurig tot
het inzicht, hoe belachelijk alle waarde
in de menschenwereld is. Een mensch
is. nu echter eenmaal maar een mensch
en moet zich in den korten tijd van
zijn aardsch bestaan nu eenmaal het
noodige zien te verschaffen en al moge
het waar zijn, dat door verruiming van
inzicht de mensch op den duur tot het
begrip zal moeten komén van het rela"
tieve van alle waarde, toch staat hij
voor de noodzakelijkheid om, hetzij in
dividueel, hetzij collectief, te trachten,
zich te handhaven.
Met deze ietwat diepzinnige beschou
wing, waaraan men zich onwillekeurig
op een Oudejaarsavond overgeeft, zul
len wij niet verder doorgaan met ne^
oog op onzen terugblik voor Alkmaai
en omgeving en een kort woord over
mogelijkheden, die de toekoms ie
Ondanks alle pessimisme willen wij
toch wel naar voren brengen, dat
voor ons gewest zekere lichtpunten zijn-
De natuur heeft ons n.1. voor onze zui
velbereiding en voor onze groenten-
teelt voorrechten geschonken, die i
mogelijk maken, met zoodanige pi
ducten op de wereldmarkt te komen,
dat er tegen een loonend bedrijf plaats
moet blijven voor den arbeid, die hier
verricht wordt. Wanneer wij geduren
de de laatste weken langs onze landwe
gen konden aanschouwen, hoe onze
land- en tuinbouwers ondanks de slech
te bedrijfsresultaten toch weer met
grooten ijver bezig zijn, den grond voor
een komenden oogst te bewerken, dan
zien wij daarin een verschijnsel, dat
onze, aan zijn bodem zoo gehechte be
volking bij intuïtie voelt, dat, al mogen
zelfs Staten vergaan, de menschheid op
den duur de resultaten van den bodem-
arbeid niet zal kunnen missen. Vooral
de laatste dagen hebben wij in hooge
mate de energie bewonderd, waarmede
deze arbeid in toekomstvertrouwen
wórdt verricht.
Stad en omgeving zijn wederkeerig
van elkander afhankelijk en hebben te
streven naar een harmonische ontwik
keling van landbouw, nijverheid en
handel. Het is ons bekend, dat vele
bodembewerkers, die zich door noesten
vlijt een sober, maar vrij bestaan trach
ten te veroveren, zeer vaak de verzuch
ting slaken, dat de stadsbestuurders
vergeten, dat het fundament van de sa
menleving de bodemcultuur is en in
verhouding tot dit fundament den bo
venbouw te topzwaar maken. Wanneer
men nu weet, dat de laatste 15 jaar de
uitgaven van Staat, Provinciën en Ge
meenten in Nederland 60 pet. van het
totaal-volksinkomen vorderen (in het
eerste vredesjaar 1919 bedroeg het ge
constateerde volksinkomen 2431 milli
oen en de totaal uitgaven van Staat,
Provinciën en Gemeenten aan gewone
en buitengewone uitgaven 2397 milli
oen of 98.2 pet. van het volksinkomen)
dan is er zeker reden voor deze veron
derstelling. Men mag hierbij echter
niet uit het oog verliezen, dat zeker het
grootste deel van de Staatsuitgaven
weer aan de menschen ten goede komt
en in ieder geval verheugen wij ons er
over, dat thans ook maatregelen wor
den getroffen door de Overheid om ook
de bodembewerkers door de moeilijke
tijden heen te helpen en dat ook bij die
bodembewerkers het inzicht rijpt, dat
zij niet gebaat zijn bij consumenten,
die de middelen missen om deze pro
ducten af te koopen. Samenwerking
van allen is in dezen tijd meer dan ooit
noodig.
In onze omgeving hebben de plaatse
lijke Overheden het mogelijke gedaan
om de regeering ervan te overtuigen,
dat aan land- en tuinbouw hulp gebo
den moest worden en hierbij mag wel
eens worden vastgelegd, dat daardoor
alsmede door tal van andere maatrege
len ten behoeve van de door den nood
getroffenen, de administratieve ambte
naren in de verschillende gemeenten
(hieronder rekenen wij ook de burge
meesters en secretarissen) met werk
overladen zijn geworden, terwijl ook
aan de besturen van de verschillende
organisaties hooge eischen zijn gesteld.
Ook ons Stadsbestuur heeft getoond,
door garantie-aanvaarding voor de
rentelooze credieten ten behoeve van
den groven tuinbouw in W.-Friesland;
het in het leven roepen van een steun
regeling voor de kleine tuinders in de
gemeente en het verlagen der wik- en
weegloonen voor de kaas, zooveel
mogelijk aan den nood van de land- en
tuinbouwers tegemoet te willen komen.
Dat deze Overheid zich, gezien het feit,
dat het aantal werkloozen reeds de 1000
heeft overschreden, voor een moeilijke
taak gesteld ziet, staat wel vast. Alleen
Maatschappelijk Hulpbetoon vorderde
in het afgeloopen jaar een uitgaaf van
54 millioen gulden. Men kan het dan
ook de Soc.-Dem. in den Raad niet
kwalijk nemen, dat zij in de zitting van
27 October mede besloten, voor de werk
verschaffing en de steunuitkeering aan
werkloozen den Rijkssteun te aanvaar
den en daarmede voor een verlaging
van het loon in de werkverschaffing
met 5 ct. per uur stemden. Hoogstens
kan men zeggen, dat zij nu deden, het
geen zij Weth. Thomsen in 1929 niet
wilden toestaan. Wij zien hierin de
erkenning van het feit, dat de regee
ring van elke kleur zich gebonden ziet
aan de Staatsrechtelijke mogelijkheden
Om geld te kunnen uitgeven, moet nu
eenmaal elke regeering over geld be
schikken. Dat de Soc.-Dem., die vroe
ger met kracht betoogden, dat de
winsten uit de bedrijven aan de ver
bruikers ten goede moesten komen, en
dat het storten van die winst in de
Gemeentekas niets anders was dan het
heffen van een indirecte belasting,
thans genoegen nemen met een winst
heffing uit de bedrijven van 18 per
hoofd (in 1927 was dit nog slechts 9)
valt o. i. om dezelfde redenen te ver
klaren. Men kan een gulden nu een
maal geen tweemaal uitgeven. De bil
lijkheid brengt echter mee, dat men als
oppositie dien eisch ook niet aan an
deren stelt.
Dat de Soc.-Dem. in hun streven oin
de volkskracht van hen, die door den
nood der tijden het meest worden ge
troffen, zoo weinig mogelijk aan te
tasten, zelfs de verslechtering van het
Openbaar onderwijs aanvaardden, door
21 Juni uit bezuinigingsoverwegingen
te stemmen vóór het voorstel om geen
nieuwe eerste klas aan de tweede ge
meenteschool te vormen; het tweede
leerjaar aan de gemeenteschool voor
Nijverheidsonderwijs op te heffen; de
kosten van het Bewaarschoolonderwijs
met 20 pet. te verlagen en de vakken
machineschrijven en stenografie aan
de Handelsschool te schrappen, kan
men hen al evenmin al te kwalijk ne
men. Wat het zwaarste is, moet nu
eenmaal het zwaarste wegen.
De heer Westerhof is er zich als
Weth. van Financiën volkomen van be
wust, dat hij aan zijn partij verplicht is,
ervoor zorg te dragen, dat voorkomen
wordt, dat onder zijn beheer Alkmaar s
financiën in het honderd zullen loopen
en de moeilijkheden, voor welke Alk
maar zich thans gesteld ziet, kunnen
redelijk niet aan dit College worden ge
weten.
Dat Alkmaar ondanks de crisismoei
lijkheden allerminst een doode stad is,
bewijzen de werken, die in het afgeloo
pen jaar tot stand kwamen. Wij noe
men: de Bokkebrug, de Rochdale- en
Lyceumbrug, de verbetering van den
Rijksstraatweg, en die van den Berger-
weg; de opening van het gebouw Wes-
terlicht, van de Kleuterschool en van
het Magazijn van het Witte Kruis, als
mede de besluiten om aan Volkshuis
vesting en aan Rochdale de gevraagde
gelden voor woningbouw toe te staan
èn het besluit om van gemeentewege 24
woningen te doen bouwen. Dat voor
den bouw van de huizen van Rochdale
een grondprijs van 8.50 per M'. is ge
steld, waardoor de arbeiders, die daar
komen te wonen, mede de aldaar tot
stand gekomen wegverbetering moeten
betalen, vinden wij minder juist, om
dat deze arbeiders in 50 jaar in de
huur, de rente en de aflossing van de
woning krijgen te betalen, terwijl toch
geen steen hun eigendom wordt. Wij
20uden het dan ook in het belang van
de arbeiders achten, wanneer er een
Woningbouw-Ver. op coöperatieven
grondslag tot stand kwam, waarbij de
arbeider evenals dit met de Tuinstraat
het geval is geweest, door het betalen
van huur, na verloop van tijd, zelf
eigenaar van zijn huisje wordt. Nu
moeten zij door hooge huren nog hel
pen, de gemeente tot bezitter te maken
en geldt ook hier het liedje van „De
kleine man".
De stichting van het Radio-distribu
tiebedrijf heeft veel stof doen opwaai
en. Wanneer met het oog op dit bedrijf
aan het hoofd van de lichtbedrijven
iemand is komen te staan, waarvoor
bekwameren op het gebied van gas en
electriciteit ten achter zijn gesteld, dan
zou nog wel eens kunnen blijken, dat
hiermede boerenslimheid is betracht.
Wij hopen, dat dit niet het geval is en
wenschen ten zeerste, dat het bedrijf
aan de gestelde verwachting zal beant
woorden. In dat bedrijf is een kapitaal
van 277.000 gestoken en na 5 jaar
wordt een winst van 73000 verwacht.
Alkmaar zal die winst ten zeerste kun
nen gebruiken. Tot nog toe maakt
Alkmaar met het electrisch bedrijf een
winst van 300.000 per jaar. In 1937,
dus eveneens over 5 jaar, loopt het con
tract met het P. E. N. af en'wie kennis
heeft genomen van het voornemen van
het Prov. Electr. Bedrijf om het con
tract met de Maatschappij Zaanland,
dat heden na een duur van 20 jaar af
loopt, niet meer te vernieuwen, om
rechtstreeks te gaan leveren aan de be
woners van de Zaansche gemeenten,
waardoor deze gemeenten jaarlijks
minstens 300.00 moeten derven, zal
begrijpen, dat in 1937 Alkmaar evenals
andere gemeentèn, een gelijk lot wacht
Wel mag de beslissing van de Prov.
Staten in de zitting van 23 December,
waarbij bepaald werd, dat de overname
in overleg met de gemeenten zóó moet
worden geregeld, dat de overgang voor
de gemeenten zonder te groote bezwa
ren kan geschieden, een lichtpunt wor
den genoemd.
Dat men hierdoor het voor een Stads
bestuur hopeloos maakt om de gemeen
te te besturen, schijnt er bij Gedep.
Staten en de leiding van de Prov. be
drijven minder op aan te komen. De
leiding van die bedrijven werkt alles
behalve goedkoop. Wij mogen het als
bekend veronderstellen, dat in geen en
kele provincie de bewoners de electrici
teit en het water zoo duur moeten beta
len als in N.-Holland (Amsterdam en
Haarlem, die eigen bedrijven exploitee-
ren uitgezonderd).
Reorganisatie van de Prov. Staten,
die staatsrechtelijk wel aan het hoofd
staan, doch te weinig vergaderen om
het bestuur in de hand te hebben, is
wel noodzakelijk. Thans staat het zoo,
dat diezelfde Directie zich door onjuiste
voorstellingen in de Berger duinen een
jachtgebied reserveert, dat n.b. met het
geld der bewoners van de Provincie is
aangekocht, doch die bewoners zonder
meer belet, daar van de natuur te ge
nieten. Dat het hier gaat om het
hoogste goed, dat de menschelijke geest
ervaren kan, schijnt er minder op aan
te komen. Juist door het leven in de
natuur komt de mensch in aanraking
met de levensvormen, die hem nog het
meest moeten leeren omtrent de evolu
tie van het leven op onze planeet, om
trent het wezen zelf en omtrent ons
eigen stoffelijk wezen en wij verheugen
er ons dan ook in hooge mate over, dat
het Mr. Wendelaar is geweest, die in de
zitting van.23 December, gesteund door
anderen, op verzoek van de V. V. V. te
Bergen, aan de leiding van de bedrijven
in dit opzicht een krachtig „halt" heeft
willen toeroepen.
Nu Ged. St. het voorstel nebben inge
diend om voor 570.800 „or eventueele
waterwinning ook aan te koopen 98<
H.A. duingebied in de gemeenten Eg-
mond aan Zee en Egmond-Binnen, mag
verwacht worden, dat in de Jam-zitting
deze zaak opnieuw aan de orde komt
en dat er een krachtig woordje gespro
ken zal worden om dit tot nog tpe ge
sloten natuurgebied voor het publiek te
ontsluiten. De aankoop kan dan in
dubbelen zin tot een zegen worden, niet
het minst voor de gelukkig in bloei toe
nemende badplaats Egmond aan Zee.
Mr. Wendelaar, die 10 Juni bij de vie
ring van zijn 1254-jarige ambtsvervul
ling en op 8 October bij de onthulling
van het hem ter eere daarvan aangebo
den gedenkteeken van de burgerij op
zoo ondubbelzinnige wijze mocht erva
ren, hoezeer zijn persoonijkheid door de
bevolking in al zijn schakeeringen op
prijs wordt gesteld, moet wel bizondere
redenen hebben om zich als candidaat
van de V. B. voor de a.s. Kamerverkie
zing beschikbaar te stellen en bij een
eventueele verkiezing zijn ambt als
Burgemeester van Alkmaar vaarwel te
zeggen. Voor een man als Mr. Wende
laar, die krachtens zijn wezen meer
zoekt naar wat vereenigt en allerminst
de man is, die de politieke tegenstellin
gen op de spits wenscht te drijven,
lijkt ons het Burgemeestersambt nu
eenmaal aanlokkelijker dan de functie
van Kamerlid. Anderzijds kan niet
ontkend worden, dat hij juist om deze
karaktereigenschappen ook in de Ka
mer een taak kan vervullen, omdat
ook het landsbelang allerminst gebaat
is bij het op de spits drijven van poli
tieke tegenstellingen. Wij zijn over
tuigd, dat hij, indien hij tot Kamerlid
wordt gekozen, noode van Alkmaar af
scheid zal kunnen nemen en deze ge
meente zeker niet zal kunnen vergeten.
Ongetwijfeld was 1932 voor Alkmaar
een belangrijk jaar, omdat daarin de in
het rapport-Wel ter beraamde aanslag
op het voortbestaan der Alkmaarsche
Rechtbank, welk denkbeeld in een
voorstel aan de Kamer door de regee
ring was overgenomen, na een krachti
ge actie, waarbij de éénstemmigheid in
Alkmaar en omgeving wel sterk naar
voren kwam, werd afgewenteld.
De vreugde in Alkmaar op 9 Decem
ber, toen de beslissing van de regee
ring om dit voorstel terug te nemen, be
kend werd, ligt nog te zeer in het ge
heugen, dan dat wij het noodig oordee-
len, daaraan meerdere woorden te
wijden.
De opening van het gebouw Wester-
licht was eveneens een gebeurtenis, die
als één der belangrijkste van het afge
loopen jaar mag worden aangestipt.
Wat de officiëele opening van het
R.K. Lyceum op 7 December betreft,
o. i. had deze opening van een gebouw,
dat reeds bijna 1 jaar voor het gestelde
doel in gebruik was genomen, in hoofd
zaak ten doel, de aandacht op deze in
stelling te vestigen en den aanslag op de
gemeentesubsidie af te wenden. Ge
constateerd kan worden, dat het Be
stuur er op schitterende wijze in ge
slaagd is, de Alkmaarsche Overheid er
van te overtuigen, dat ook deze inrich
ting als een belangrijke factor mag
worden aangemerkt, die er toe bij
draagt, dat Alkmaar steeds meer wordt
het centrum van N.-Holland-Noord.
Wij werden bij die plechtigheid wel
eenigszins pijnlijk getroffen, te moeten
constateeren, dat men met geen enkel
woord van waardeering getuigde voor
den man die thans wegens gemaakte
fouten de gevolgen, die de wet stelt,
ondergaat aan wien men toch in
hoofdzaak te danken heeft, dat bereikt
werd, wat men een halve eeuw als ide
aal had gesteld. Wij zullen echter
maar aannemen, dat men met goede be
doelingen gemeend heeft te moeten
zwijgen.
De onthulling op 19 April van het
monument op het graf van den oud-
Weth. van Financiën, den heer Thom
sen, den man, die nog dikwijls gepre
zen wordt als de voorzichtige beheer
der van Alkmaar's gemeente-finan-
ciën, is zeker een daad van piëteit, die
in dit overzicht dient te worden aange
stipt.
Voor Dr. Schröder moet het bij zijn
35-jarig ambtsjubileum een groote vol
doening zijn geweest, te hebben erva
ren, hoe zijn arbeid en persoonlijkheid
in breeden kring worden gewaardeerd.
Bizondere gebeurtenissen waren: de
boeren- en tuindersdemonstraties op
21 Maart, toen 1800 boeren in de Koren
beurs demonstreerden en op 24 Augus
tus, toen eenige duizenden boeren en
tuinders uit W.-Friesland hetzelfde in
den Muziektuin deden. Dat een renda
bele exploitatie van dezen zoo mooien
tuin onmogelijk is gebleken, valt niet
anders dan te betreuren. Moge een
nieuwen exploitant een beter lot be
schoren worden dan het vorige.
De brand van de wasscherij en verve
rij van den heer S. Krom op 1 Juli dient
eveneens als een bizondere gebeurtenis
in het afgeloopen jaar te worden aange
stipt en het getuigt zeker van krachti-
gen en gezonden ondernemingsdurf, dat
dit bedrijf thans op 2 Januari weer ge
heel gemoderniseerd in gebruik kan
worden genomen.
Een belangrijk besluit, dat vooral in
de omgeving een goeden weerklank
heeft gevonden, was het raadsbesluit
van 21 Juli, waarbij werd besloten, de
tarieven voor de verpleging van patiën
ten uit de buitengemeenten, die niet
subsidieeren, gelijk te stellen met die,
geldende voor de gemeenten, die wel
aan het Centraal Ziekenhuis subsidi
eeren. Herhaaldelijk hebben wij op
grond van recht en billijkheid hierop
aangedi-ongen en wij volstaan dan ook
thans slechts met hierover onze voldoe
ning uit te spreken.
De oprichting op 5 Juli van een Neu
trale schoolvereeniging moge hier nog
even gememoreerd worden.
In 25 collectes en bloempjes-verkoop
dagen werd in Alkmaar een bedrag
van f 9461.63 gecollecteerd. Alkmaar
wordt ook in dit opzicht reeds groot-
steedsch en de vraag rijst of men niet
te veel van het goede krijgt.
Van de verdienstelijke burgers, die in
het afgeloopen jaar heengingen, noe
men wij M. Preijer, oud-voorz., regent
van het Stadsziekenhuis, B. W. G. Lie-
nesch, stichter van de dames-confectie
zaak van dien naam, A. Ohlen, voorz.
van de afd. Alkmaar van de Maatschap
pij tot bevordering der Toonkunst en
den oud-stadgenoot J. F. Moens, vroe
ger Directeur van het N. Holl. Land-
bouwcrediet en het N.-Holl. Grondcre-
diet en oud-voorz. van de afd. Alkmaar
van de Holl. Maatschappij van Land
bouw.
Het Natuur- en Letterkundig Genoot
schap Solus Nemo Satis Sapit vierde 22
October zijn 150-jarig bestaan. De be-
teekenis van dit Genootschap is den
volgenden dag door ons in dit blad
breedvoerig naar voren gebracht en wij
hopen met den Voorzitter, Mr. de
Groot, dat deze Vereeniging zal blijven
voortbestaan en door toetreding van
nieuwe leden nieuw bloed zal ontvan
gen. Bij de viering is wel duidelijk
naar voren gekomen, dat academische
onderlegdheid allerminst noodig is om
een goed lid van Physica te kunnen
zijn en wij herhalen hier het woord van
den Voorzitter, dat het Bestuur ook de
toetreding van niet-academisch onder
legden op prijs zal stellen.
Voor onze badplaatsen was 1932 nog
een bevredigend jaar. Wel noopten de
tijdsomstandigheden de hotel- en pen
sionhouders tot invoering van prijsver
laging en liet de aanvang van het sei
zoen zich allesbehalve gunstig aanzien,
doch de buitengewoon mooie Augustus
maand maakte veel goed. Het belang
voor Alkmaar bij den bloei van de bad
plaatsen toonden wij reeds meermalen
uitvoerig aan. Moge Alkmaar in het
belang van Egmond en het toerisme
spoedig besluiten, den in deplorablen
toestand verkeerenden Egmonder weg
aan het Hoogheemraadschap Noord-
Hollands Noorderkwartier over te dra
gen. Dit Hoogheemraadschap heeft
door het maken van den 6)4 K.M. lan
gen weg in de gemeente Egmond-Bin
nen langs den duinvoet bewezen, in
staat te zijn, den modernen wegen
bouw in korten tijd te kunnen uitvoe
ren. Wij betreuren het slechts, dat dit
werk, evenals dat aan de Barnebrug, de
brug aan den Heldersche weg, de Bok
kebrug en den Rijksstraatweg midden
in het reisseizoen werd uitgevoerd en
dringen er daarom bij de Overheid op
aan, met spoed die maatregelen te ne
men, die voorkomen, dat men straks
met den Hoeverweg voor een dergelijke
herhaling staat.
Ook de gemeente Bergen zou goed
doen, den aansluitenden weg langs den
duinvoet eveneens aan het Hoogheem
raadschap over te dragen en pogingen
aan te wenden, dat de noodzakelijke
verbetering van dien weg vóór het sei
zoen tot stand kwam. Niet ten onrech
te staan in dit opzicht Gedep. Staten
concentratie in het wegbeheer vóór en
gemeenten, die daarmee te lang wach
ten, zouden zich wel eens voor het feit
gesteld kunnen zien, dat aan hen de
uitkeering uit het Wegenfonds voor die
wegen werd onthouden.
De brand op len Kerstdag in het Ob
servatie-paviljoen van de St. Wi"ebror-
dusstichting te Heiloo mag mede als
een belangrijke gebeurtenis in het afge
loopen jaar worden vermeld.
Het besluit van den Gemeenteraad
van Schoorl om langs den duinvoet in
die gemeente een wandelpad aan te leg
gen, dient eveneens als een belangrijk
besluit voor het toerisme te worden
aangestipt. Ook de verbetering aan de
Boulevard te Bergen aan Zee dient als
zoodanig te worden vermeld.
Moge de Provincie in het komende
jaar een snelleren voortgang betrachten
met het maken van den weg langs de
Noordervaart. Reeds twee jaar is men
daarmee bezig en terecht werden meer
malen in de poldervergaderingen van
de Schermeer over den langen duur van
dit werk aanmerkingen gemaakt. Deze
polder geeft reeds twee jaar een bijdra
ge aan dien weg en ziet zich door den
langen duur van uitvoering voor het
feit gesteld, dat hij straks extra-uitga
ven krijgt voor den straatweg aan de
Zuidzijde van de vaart, welke straatweg
zich reeds thans in een moeilijk be-
gaanbaren toestand bevindt.
Voor de H. Hugowaard was het be
sluit van Ged. St. waarbij het besluit
van den Polder om voor de bemaling
over te gaan tot het aanschaffen van 2
Dieselmotoren, vooral daarom van be-
teekenis, omdat het P. E. N. zoo gaarne
de electrische bemaling zag ingevoerd.
Nu de Minister bij de behandeling
van de Waterstaatsbegrooting met het
oog op de werkloosheid een versnelde
uitvoering van den Rijksbruggen- en
wegenbouw heeft toegezegd, mag ver
wacht worden, dat nu eindelijk ook
eens het verkeersvraagstuk van W.
Friesland met Kennemerland over de
onmogelijke Friesche brug, tot oplos
sing komt Op z'n zachtst uitgedrukt,
mag het eigenaardig worden genoemd,
dat zoowel in N. Holland als in Fries
land, de toegangswegen naar den weg
over den afsluitdijk nog gereed ge
maakt moeten worden.
Dat deze afsluitdijk, die einde Augus
tus voor het auto-verkeer zou worden
opengesteld, nog steeds gesloten is, mag
eveneens eigenaardig worden genoemd.
Voor den landbouw hopen wij, dat de
door den Bond van Waterschappen in
N.-Holland ingestelde actie, gesteund
door Gedep. Staten, om het peil van het
IJselmeer tot 14 c.M. min A. P. ver
laagd te krijgen,met succes zal worden
bekroond. Het kan waarlijk een rede
lijk verlangen genoemd worden, dat
gedaan wordt, wat mogelijk is om onze
landerijen een waterhinder te bespa
ren als die, welke dezen Herfst werd
ondervonden en duizenden guldens
schade berokkende.
Mogen deze wenschen tot heil van
ons gewest in 1933 in vervulling gaan!
D. A. K.