ALKMAARSCHE COURANT 1932 ALKMAAR EN OMGEVING. Ho- 309- ZATERDAG 31 DECEMBER 1932 1932, dat wij thans achter ons laten, was voor velen een moeilijker jaar dan 1931 reeds was. Het aantal werkloozen in ons land steeg tot 355.000, hetgeen in duizenden gezinnen groot leed betee- kende. Men kan hierbij nog rekening houden met de vele klein-zelfstandigen, die niet als werkloozen staan inge schreven, doch zelf eveneens in sterke mate onder den bestaanden toestand hebben te lijden, hetgeen ook het geval is met zeer velen, die zich door de waarde-daling van hun bezit van een groot deel van hun inkomen beroofd zien. Vooral voor de jonge menschen, die hunkeren naar een gelegenheid om zich door arbeid een bestaan te ver schaffen, is de toestand allertreurigst. Wie, als wij, kennis heeft genomen van de actie, door land- en tuinbouw gevoerd, om door harden arbeid in de gelegenheid te worden gesteld, zich een sober bestaan te verzekeren, moet het duidelijk zijn, dat ook voor de bevol king van Alkmaar, die voor zoo'n groot deel op de welvaart van land- en tuin bouw is aangewezen, 1932 een hard jaar is geweest, al kwam dit dan nog niet zoo heel sterk in het cijfer van het be lastbaar inkomen tot uiting. Voor ons staat vast, dat de grondslag voor elke samenleving is: de arbeid, die in en op het land wordt verricht. Vooral onze tijd leert wel duidelijk, dat de industri alisatie en de opeenhooping van milli- oenen menschen in de steden en dus de verwijdering van de natuur, groote ge varen met zich brengt. Reeds de Griek- sche wijsgeer Socrates leerde ongeveer 370 j. voor Christus, dat daar, waar het den landbouw goed gaat, ook de andere bedrijven bloeien, doch dat daar, waar de aarde gedwongen wordt, woest te liggen, ook de andere bedrijven in kor ten tijd ten gronde gaan. In dezen tijd van wereld-ontwrichting zien wij alle landen in een wedloop van tolmuren en contingenteeringsmaatre- gelen pogingen aanwenden om eigen bewoners voor moeilijkheden te behoe den, met als gevolg, dat men op den duur hopeloos vastloopt. De economen pogen, door geleerde beschouwingen over cultuurgolven, de opvolging van hausse-perioden door depressie-perio den te verklaren en hoewel vooraan staande persoonlijkheden als dr. Pos- thuma geen enkel lichtpunt zien, zijn er anderen als Sam. de Wolff, die de verdienste heeft in 1929 de crisis te hebben voorspeld, en aan zijn beschou wing daarover zijn benoeming tot pri vaat-docent aan de Amsterdamsche Universiteit heeft te danken, die mee- nen, de verschijnselen waar te nemen, dat wij reeds de nieuwe hausse-periode zijn ingetreden. Het is ons ook bekend, dat tegenover deze zienswijze de mee ningen staan van mannen als dr. Emil Verviers, die op grond van de cultuur bewegingen der laatste anderhalve eeuw zich op het standpunt stellen, dat men noodlottige vergissingen maakt, wanneer men de tegenwoordige crisis vergelijkt met een gewone economische crisis, doch evenzeer is het ons bekend, dat vele gezaghebbende economen in 1929, kort voor het uitbreken van de crisis in Amerika, met groote zekerheid betoogden, dat er geen sprake was van een komende crisis. Hoe het zij, vast staat wel, dat wij door de internationa le situatie en vooral door de sterk toe genomen uitbreiding en rationalisatie van het productie-apparaat in een eco- nomischen chaos verward zijn geraakt. In zijn werk: „De wonderen des he mels", zegt de groote sterrenkundige Flammarion, na de nietigheid van de aarde in de wereldruimte te hebben aangetoond (de aarde beweegt zich met een snelheid van 29 K.M. per seconde en is slechts één van de vele vele sterren in de wereldruimte), dat de 14 millioen menschelijke aardwormen die de aarde bewonen, zonder te weten, waar ze vandaan komen en waar ze heengaan, en die geboren worden om weer spoedig te sterven, zich niet ten doel hebben gesteld om onder het licht van de zon gelukkig te leven, maar om geestelijk en lichamelijk te lijden en lij den te veroorzaken. Wanneer men het wereldgebeuren inderdaad van uit dezen gezichtshoek beschouwt, komt men onwillekeurig tot het inzicht, hoe belachelijk alle waarde in de menschenwereld is. Een mensch is. nu echter eenmaal maar een mensch en moet zich in den korten tijd van zijn aardsch bestaan nu eenmaal het noodige zien te verschaffen en al moge het waar zijn, dat door verruiming van inzicht de mensch op den duur tot het begrip zal moeten komén van het rela" tieve van alle waarde, toch staat hij voor de noodzakelijkheid om, hetzij in dividueel, hetzij collectief, te trachten, zich te handhaven. Met deze ietwat diepzinnige beschou wing, waaraan men zich onwillekeurig op een Oudejaarsavond overgeeft, zul len wij niet verder doorgaan met ne^ oog op onzen terugblik voor Alkmaai en omgeving en een kort woord over mogelijkheden, die de toekoms ie Ondanks alle pessimisme willen wij toch wel naar voren brengen, dat voor ons gewest zekere lichtpunten zijn- De natuur heeft ons n.1. voor onze zui velbereiding en voor onze groenten- teelt voorrechten geschonken, die i mogelijk maken, met zoodanige pi ducten op de wereldmarkt te komen, dat er tegen een loonend bedrijf plaats moet blijven voor den arbeid, die hier verricht wordt. Wanneer wij geduren de de laatste weken langs onze landwe gen konden aanschouwen, hoe onze land- en tuinbouwers ondanks de slech te bedrijfsresultaten toch weer met grooten ijver bezig zijn, den grond voor een komenden oogst te bewerken, dan zien wij daarin een verschijnsel, dat onze, aan zijn bodem zoo gehechte be volking bij intuïtie voelt, dat, al mogen zelfs Staten vergaan, de menschheid op den duur de resultaten van den bodem- arbeid niet zal kunnen missen. Vooral de laatste dagen hebben wij in hooge mate de energie bewonderd, waarmede deze arbeid in toekomstvertrouwen wórdt verricht. Stad en omgeving zijn wederkeerig van elkander afhankelijk en hebben te streven naar een harmonische ontwik keling van landbouw, nijverheid en handel. Het is ons bekend, dat vele bodembewerkers, die zich door noesten vlijt een sober, maar vrij bestaan trach ten te veroveren, zeer vaak de verzuch ting slaken, dat de stadsbestuurders vergeten, dat het fundament van de sa menleving de bodemcultuur is en in verhouding tot dit fundament den bo venbouw te topzwaar maken. Wanneer men nu weet, dat de laatste 15 jaar de uitgaven van Staat, Provinciën en Ge meenten in Nederland 60 pet. van het totaal-volksinkomen vorderen (in het eerste vredesjaar 1919 bedroeg het ge constateerde volksinkomen 2431 milli oen en de totaal uitgaven van Staat, Provinciën en Gemeenten aan gewone en buitengewone uitgaven 2397 milli oen of 98.2 pet. van het volksinkomen) dan is er zeker reden voor deze veron derstelling. Men mag hierbij echter niet uit het oog verliezen, dat zeker het grootste deel van de Staatsuitgaven weer aan de menschen ten goede komt en in ieder geval verheugen wij ons er over, dat thans ook maatregelen wor den getroffen door de Overheid om ook de bodembewerkers door de moeilijke tijden heen te helpen en dat ook bij die bodembewerkers het inzicht rijpt, dat zij niet gebaat zijn bij consumenten, die de middelen missen om deze pro ducten af te koopen. Samenwerking van allen is in dezen tijd meer dan ooit noodig. In onze omgeving hebben de plaatse lijke Overheden het mogelijke gedaan om de regeering ervan te overtuigen, dat aan land- en tuinbouw hulp gebo den moest worden en hierbij mag wel eens worden vastgelegd, dat daardoor alsmede door tal van andere maatrege len ten behoeve van de door den nood getroffenen, de administratieve ambte naren in de verschillende gemeenten (hieronder rekenen wij ook de burge meesters en secretarissen) met werk overladen zijn geworden, terwijl ook aan de besturen van de verschillende organisaties hooge eischen zijn gesteld. Ook ons Stadsbestuur heeft getoond, door garantie-aanvaarding voor de rentelooze credieten ten behoeve van den groven tuinbouw in W.-Friesland; het in het leven roepen van een steun regeling voor de kleine tuinders in de gemeente en het verlagen der wik- en weegloonen voor de kaas, zooveel mogelijk aan den nood van de land- en tuinbouwers tegemoet te willen komen. Dat deze Overheid zich, gezien het feit, dat het aantal werkloozen reeds de 1000 heeft overschreden, voor een moeilijke taak gesteld ziet, staat wel vast. Alleen Maatschappelijk Hulpbetoon vorderde in het afgeloopen jaar een uitgaaf van 54 millioen gulden. Men kan het dan ook de Soc.-Dem. in den Raad niet kwalijk nemen, dat zij in de zitting van 27 October mede besloten, voor de werk verschaffing en de steunuitkeering aan werkloozen den Rijkssteun te aanvaar den en daarmede voor een verlaging van het loon in de werkverschaffing met 5 ct. per uur stemden. Hoogstens kan men zeggen, dat zij nu deden, het geen zij Weth. Thomsen in 1929 niet wilden toestaan. Wij zien hierin de erkenning van het feit, dat de regee ring van elke kleur zich gebonden ziet aan de Staatsrechtelijke mogelijkheden Om geld te kunnen uitgeven, moet nu eenmaal elke regeering over geld be schikken. Dat de Soc.-Dem., die vroe ger met kracht betoogden, dat de winsten uit de bedrijven aan de ver bruikers ten goede moesten komen, en dat het storten van die winst in de Gemeentekas niets anders was dan het heffen van een indirecte belasting, thans genoegen nemen met een winst heffing uit de bedrijven van 18 per hoofd (in 1927 was dit nog slechts 9) valt o. i. om dezelfde redenen te ver klaren. Men kan een gulden nu een maal geen tweemaal uitgeven. De bil lijkheid brengt echter mee, dat men als oppositie dien eisch ook niet aan an deren stelt. Dat de Soc.-Dem. in hun streven oin de volkskracht van hen, die door den nood der tijden het meest worden ge troffen, zoo weinig mogelijk aan te tasten, zelfs de verslechtering van het Openbaar onderwijs aanvaardden, door 21 Juni uit bezuinigingsoverwegingen te stemmen vóór het voorstel om geen nieuwe eerste klas aan de tweede ge meenteschool te vormen; het tweede leerjaar aan de gemeenteschool voor Nijverheidsonderwijs op te heffen; de kosten van het Bewaarschoolonderwijs met 20 pet. te verlagen en de vakken machineschrijven en stenografie aan de Handelsschool te schrappen, kan men hen al evenmin al te kwalijk ne men. Wat het zwaarste is, moet nu eenmaal het zwaarste wegen. De heer Westerhof is er zich als Weth. van Financiën volkomen van be wust, dat hij aan zijn partij verplicht is, ervoor zorg te dragen, dat voorkomen wordt, dat onder zijn beheer Alkmaar s financiën in het honderd zullen loopen en de moeilijkheden, voor welke Alk maar zich thans gesteld ziet, kunnen redelijk niet aan dit College worden ge weten. Dat Alkmaar ondanks de crisismoei lijkheden allerminst een doode stad is, bewijzen de werken, die in het afgeloo pen jaar tot stand kwamen. Wij noe men: de Bokkebrug, de Rochdale- en Lyceumbrug, de verbetering van den Rijksstraatweg, en die van den Berger- weg; de opening van het gebouw Wes- terlicht, van de Kleuterschool en van het Magazijn van het Witte Kruis, als mede de besluiten om aan Volkshuis vesting en aan Rochdale de gevraagde gelden voor woningbouw toe te staan èn het besluit om van gemeentewege 24 woningen te doen bouwen. Dat voor den bouw van de huizen van Rochdale een grondprijs van 8.50 per M'. is ge steld, waardoor de arbeiders, die daar komen te wonen, mede de aldaar tot stand gekomen wegverbetering moeten betalen, vinden wij minder juist, om dat deze arbeiders in 50 jaar in de huur, de rente en de aflossing van de woning krijgen te betalen, terwijl toch geen steen hun eigendom wordt. Wij 20uden het dan ook in het belang van de arbeiders achten, wanneer er een Woningbouw-Ver. op coöperatieven grondslag tot stand kwam, waarbij de arbeider evenals dit met de Tuinstraat het geval is geweest, door het betalen van huur, na verloop van tijd, zelf eigenaar van zijn huisje wordt. Nu moeten zij door hooge huren nog hel pen, de gemeente tot bezitter te maken en geldt ook hier het liedje van „De kleine man". De stichting van het Radio-distribu tiebedrijf heeft veel stof doen opwaai en. Wanneer met het oog op dit bedrijf aan het hoofd van de lichtbedrijven iemand is komen te staan, waarvoor bekwameren op het gebied van gas en electriciteit ten achter zijn gesteld, dan zou nog wel eens kunnen blijken, dat hiermede boerenslimheid is betracht. Wij hopen, dat dit niet het geval is en wenschen ten zeerste, dat het bedrijf aan de gestelde verwachting zal beant woorden. In dat bedrijf is een kapitaal van 277.000 gestoken en na 5 jaar wordt een winst van 73000 verwacht. Alkmaar zal die winst ten zeerste kun nen gebruiken. Tot nog toe maakt Alkmaar met het electrisch bedrijf een winst van 300.000 per jaar. In 1937, dus eveneens over 5 jaar, loopt het con tract met het P. E. N. af en'wie kennis heeft genomen van het voornemen van het Prov. Electr. Bedrijf om het con tract met de Maatschappij Zaanland, dat heden na een duur van 20 jaar af loopt, niet meer te vernieuwen, om rechtstreeks te gaan leveren aan de be woners van de Zaansche gemeenten, waardoor deze gemeenten jaarlijks minstens 300.00 moeten derven, zal begrijpen, dat in 1937 Alkmaar evenals andere gemeentèn, een gelijk lot wacht Wel mag de beslissing van de Prov. Staten in de zitting van 23 December, waarbij bepaald werd, dat de overname in overleg met de gemeenten zóó moet worden geregeld, dat de overgang voor de gemeenten zonder te groote bezwa ren kan geschieden, een lichtpunt wor den genoemd. Dat men hierdoor het voor een Stads bestuur hopeloos maakt om de gemeen te te besturen, schijnt er bij Gedep. Staten en de leiding van de Prov. be drijven minder op aan te komen. De leiding van die bedrijven werkt alles behalve goedkoop. Wij mogen het als bekend veronderstellen, dat in geen en kele provincie de bewoners de electrici teit en het water zoo duur moeten beta len als in N.-Holland (Amsterdam en Haarlem, die eigen bedrijven exploitee- ren uitgezonderd). Reorganisatie van de Prov. Staten, die staatsrechtelijk wel aan het hoofd staan, doch te weinig vergaderen om het bestuur in de hand te hebben, is wel noodzakelijk. Thans staat het zoo, dat diezelfde Directie zich door onjuiste voorstellingen in de Berger duinen een jachtgebied reserveert, dat n.b. met het geld der bewoners van de Provincie is aangekocht, doch die bewoners zonder meer belet, daar van de natuur te ge nieten. Dat het hier gaat om het hoogste goed, dat de menschelijke geest ervaren kan, schijnt er minder op aan te komen. Juist door het leven in de natuur komt de mensch in aanraking met de levensvormen, die hem nog het meest moeten leeren omtrent de evolu tie van het leven op onze planeet, om trent het wezen zelf en omtrent ons eigen stoffelijk wezen en wij verheugen er ons dan ook in hooge mate over, dat het Mr. Wendelaar is geweest, die in de zitting van.23 December, gesteund door anderen, op verzoek van de V. V. V. te Bergen, aan de leiding van de bedrijven in dit opzicht een krachtig „halt" heeft willen toeroepen. Nu Ged. St. het voorstel nebben inge diend om voor 570.800 „or eventueele waterwinning ook aan te koopen 98< H.A. duingebied in de gemeenten Eg- mond aan Zee en Egmond-Binnen, mag verwacht worden, dat in de Jam-zitting deze zaak opnieuw aan de orde komt en dat er een krachtig woordje gespro ken zal worden om dit tot nog tpe ge sloten natuurgebied voor het publiek te ontsluiten. De aankoop kan dan in dubbelen zin tot een zegen worden, niet het minst voor de gelukkig in bloei toe nemende badplaats Egmond aan Zee. Mr. Wendelaar, die 10 Juni bij de vie ring van zijn 1254-jarige ambtsvervul ling en op 8 October bij de onthulling van het hem ter eere daarvan aangebo den gedenkteeken van de burgerij op zoo ondubbelzinnige wijze mocht erva ren, hoezeer zijn persoonijkheid door de bevolking in al zijn schakeeringen op prijs wordt gesteld, moet wel bizondere redenen hebben om zich als candidaat van de V. B. voor de a.s. Kamerverkie zing beschikbaar te stellen en bij een eventueele verkiezing zijn ambt als Burgemeester van Alkmaar vaarwel te zeggen. Voor een man als Mr. Wende laar, die krachtens zijn wezen meer zoekt naar wat vereenigt en allerminst de man is, die de politieke tegenstellin gen op de spits wenscht te drijven, lijkt ons het Burgemeestersambt nu eenmaal aanlokkelijker dan de functie van Kamerlid. Anderzijds kan niet ontkend worden, dat hij juist om deze karaktereigenschappen ook in de Ka mer een taak kan vervullen, omdat ook het landsbelang allerminst gebaat is bij het op de spits drijven van poli tieke tegenstellingen. Wij zijn over tuigd, dat hij, indien hij tot Kamerlid wordt gekozen, noode van Alkmaar af scheid zal kunnen nemen en deze ge meente zeker niet zal kunnen vergeten. Ongetwijfeld was 1932 voor Alkmaar een belangrijk jaar, omdat daarin de in het rapport-Wel ter beraamde aanslag op het voortbestaan der Alkmaarsche Rechtbank, welk denkbeeld in een voorstel aan de Kamer door de regee ring was overgenomen, na een krachti ge actie, waarbij de éénstemmigheid in Alkmaar en omgeving wel sterk naar voren kwam, werd afgewenteld. De vreugde in Alkmaar op 9 Decem ber, toen de beslissing van de regee ring om dit voorstel terug te nemen, be kend werd, ligt nog te zeer in het ge heugen, dan dat wij het noodig oordee- len, daaraan meerdere woorden te wijden. De opening van het gebouw Wester- licht was eveneens een gebeurtenis, die als één der belangrijkste van het afge loopen jaar mag worden aangestipt. Wat de officiëele opening van het R.K. Lyceum op 7 December betreft, o. i. had deze opening van een gebouw, dat reeds bijna 1 jaar voor het gestelde doel in gebruik was genomen, in hoofd zaak ten doel, de aandacht op deze in stelling te vestigen en den aanslag op de gemeentesubsidie af te wenden. Ge constateerd kan worden, dat het Be stuur er op schitterende wijze in ge slaagd is, de Alkmaarsche Overheid er van te overtuigen, dat ook deze inrich ting als een belangrijke factor mag worden aangemerkt, die er toe bij draagt, dat Alkmaar steeds meer wordt het centrum van N.-Holland-Noord. Wij werden bij die plechtigheid wel eenigszins pijnlijk getroffen, te moeten constateeren, dat men met geen enkel woord van waardeering getuigde voor den man die thans wegens gemaakte fouten de gevolgen, die de wet stelt, ondergaat aan wien men toch in hoofdzaak te danken heeft, dat bereikt werd, wat men een halve eeuw als ide aal had gesteld. Wij zullen echter maar aannemen, dat men met goede be doelingen gemeend heeft te moeten zwijgen. De onthulling op 19 April van het monument op het graf van den oud- Weth. van Financiën, den heer Thom sen, den man, die nog dikwijls gepre zen wordt als de voorzichtige beheer der van Alkmaar's gemeente-finan- ciën, is zeker een daad van piëteit, die in dit overzicht dient te worden aange stipt. Voor Dr. Schröder moet het bij zijn 35-jarig ambtsjubileum een groote vol doening zijn geweest, te hebben erva ren, hoe zijn arbeid en persoonlijkheid in breeden kring worden gewaardeerd. Bizondere gebeurtenissen waren: de boeren- en tuindersdemonstraties op 21 Maart, toen 1800 boeren in de Koren beurs demonstreerden en op 24 Augus tus, toen eenige duizenden boeren en tuinders uit W.-Friesland hetzelfde in den Muziektuin deden. Dat een renda bele exploitatie van dezen zoo mooien tuin onmogelijk is gebleken, valt niet anders dan te betreuren. Moge een nieuwen exploitant een beter lot be schoren worden dan het vorige. De brand van de wasscherij en verve rij van den heer S. Krom op 1 Juli dient eveneens als een bizondere gebeurtenis in het afgeloopen jaar te worden aange stipt en het getuigt zeker van krachti- gen en gezonden ondernemingsdurf, dat dit bedrijf thans op 2 Januari weer ge heel gemoderniseerd in gebruik kan worden genomen. Een belangrijk besluit, dat vooral in de omgeving een goeden weerklank heeft gevonden, was het raadsbesluit van 21 Juli, waarbij werd besloten, de tarieven voor de verpleging van patiën ten uit de buitengemeenten, die niet subsidieeren, gelijk te stellen met die, geldende voor de gemeenten, die wel aan het Centraal Ziekenhuis subsidi eeren. Herhaaldelijk hebben wij op grond van recht en billijkheid hierop aangedi-ongen en wij volstaan dan ook thans slechts met hierover onze voldoe ning uit te spreken. De oprichting op 5 Juli van een Neu trale schoolvereeniging moge hier nog even gememoreerd worden. In 25 collectes en bloempjes-verkoop dagen werd in Alkmaar een bedrag van f 9461.63 gecollecteerd. Alkmaar wordt ook in dit opzicht reeds groot- steedsch en de vraag rijst of men niet te veel van het goede krijgt. Van de verdienstelijke burgers, die in het afgeloopen jaar heengingen, noe men wij M. Preijer, oud-voorz., regent van het Stadsziekenhuis, B. W. G. Lie- nesch, stichter van de dames-confectie zaak van dien naam, A. Ohlen, voorz. van de afd. Alkmaar van de Maatschap pij tot bevordering der Toonkunst en den oud-stadgenoot J. F. Moens, vroe ger Directeur van het N. Holl. Land- bouwcrediet en het N.-Holl. Grondcre- diet en oud-voorz. van de afd. Alkmaar van de Holl. Maatschappij van Land bouw. Het Natuur- en Letterkundig Genoot schap Solus Nemo Satis Sapit vierde 22 October zijn 150-jarig bestaan. De be- teekenis van dit Genootschap is den volgenden dag door ons in dit blad breedvoerig naar voren gebracht en wij hopen met den Voorzitter, Mr. de Groot, dat deze Vereeniging zal blijven voortbestaan en door toetreding van nieuwe leden nieuw bloed zal ontvan gen. Bij de viering is wel duidelijk naar voren gekomen, dat academische onderlegdheid allerminst noodig is om een goed lid van Physica te kunnen zijn en wij herhalen hier het woord van den Voorzitter, dat het Bestuur ook de toetreding van niet-academisch onder legden op prijs zal stellen. Voor onze badplaatsen was 1932 nog een bevredigend jaar. Wel noopten de tijdsomstandigheden de hotel- en pen sionhouders tot invoering van prijsver laging en liet de aanvang van het sei zoen zich allesbehalve gunstig aanzien, doch de buitengewoon mooie Augustus maand maakte veel goed. Het belang voor Alkmaar bij den bloei van de bad plaatsen toonden wij reeds meermalen uitvoerig aan. Moge Alkmaar in het belang van Egmond en het toerisme spoedig besluiten, den in deplorablen toestand verkeerenden Egmonder weg aan het Hoogheemraadschap Noord- Hollands Noorderkwartier over te dra gen. Dit Hoogheemraadschap heeft door het maken van den 6)4 K.M. lan gen weg in de gemeente Egmond-Bin nen langs den duinvoet bewezen, in staat te zijn, den modernen wegen bouw in korten tijd te kunnen uitvoe ren. Wij betreuren het slechts, dat dit werk, evenals dat aan de Barnebrug, de brug aan den Heldersche weg, de Bok kebrug en den Rijksstraatweg midden in het reisseizoen werd uitgevoerd en dringen er daarom bij de Overheid op aan, met spoed die maatregelen te ne men, die voorkomen, dat men straks met den Hoeverweg voor een dergelijke herhaling staat. Ook de gemeente Bergen zou goed doen, den aansluitenden weg langs den duinvoet eveneens aan het Hoogheem raadschap over te dragen en pogingen aan te wenden, dat de noodzakelijke verbetering van dien weg vóór het sei zoen tot stand kwam. Niet ten onrech te staan in dit opzicht Gedep. Staten concentratie in het wegbeheer vóór en gemeenten, die daarmee te lang wach ten, zouden zich wel eens voor het feit gesteld kunnen zien, dat aan hen de uitkeering uit het Wegenfonds voor die wegen werd onthouden. De brand op len Kerstdag in het Ob servatie-paviljoen van de St. Wi"ebror- dusstichting te Heiloo mag mede als een belangrijke gebeurtenis in het afge loopen jaar worden vermeld. Het besluit van den Gemeenteraad van Schoorl om langs den duinvoet in die gemeente een wandelpad aan te leg gen, dient eveneens als een belangrijk besluit voor het toerisme te worden aangestipt. Ook de verbetering aan de Boulevard te Bergen aan Zee dient als zoodanig te worden vermeld. Moge de Provincie in het komende jaar een snelleren voortgang betrachten met het maken van den weg langs de Noordervaart. Reeds twee jaar is men daarmee bezig en terecht werden meer malen in de poldervergaderingen van de Schermeer over den langen duur van dit werk aanmerkingen gemaakt. Deze polder geeft reeds twee jaar een bijdra ge aan dien weg en ziet zich door den langen duur van uitvoering voor het feit gesteld, dat hij straks extra-uitga ven krijgt voor den straatweg aan de Zuidzijde van de vaart, welke straatweg zich reeds thans in een moeilijk be- gaanbaren toestand bevindt. Voor de H. Hugowaard was het be sluit van Ged. St. waarbij het besluit van den Polder om voor de bemaling over te gaan tot het aanschaffen van 2 Dieselmotoren, vooral daarom van be- teekenis, omdat het P. E. N. zoo gaarne de electrische bemaling zag ingevoerd. Nu de Minister bij de behandeling van de Waterstaatsbegrooting met het oog op de werkloosheid een versnelde uitvoering van den Rijksbruggen- en wegenbouw heeft toegezegd, mag ver wacht worden, dat nu eindelijk ook eens het verkeersvraagstuk van W. Friesland met Kennemerland over de onmogelijke Friesche brug, tot oplos sing komt Op z'n zachtst uitgedrukt, mag het eigenaardig worden genoemd, dat zoowel in N. Holland als in Fries land, de toegangswegen naar den weg over den afsluitdijk nog gereed ge maakt moeten worden. Dat deze afsluitdijk, die einde Augus tus voor het auto-verkeer zou worden opengesteld, nog steeds gesloten is, mag eveneens eigenaardig worden genoemd. Voor den landbouw hopen wij, dat de door den Bond van Waterschappen in N.-Holland ingestelde actie, gesteund door Gedep. Staten, om het peil van het IJselmeer tot 14 c.M. min A. P. ver laagd te krijgen,met succes zal worden bekroond. Het kan waarlijk een rede lijk verlangen genoemd worden, dat gedaan wordt, wat mogelijk is om onze landerijen een waterhinder te bespa ren als die, welke dezen Herfst werd ondervonden en duizenden guldens schade berokkende. Mogen deze wenschen tot heil van ons gewest in 1933 in vervulling gaan! D. A. K.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 13