Alkmaarsclte Courant.
Jladionieuws
llit een
cfieepsjvurTjaaL
JmiSleUM
De gevolgen van een operatie.
Ko. 10 1933
Honderd vijf en dertigste Jaargang.
DONDERDAG 12 JANUARI
(Wordt vervolgd).
Vrijdag 13 Januari.
Hilversum, 1875 M. (8.—12 4.8
en 11.-12— VARA, 12.—4— AVRO en de
VPRO van 8.11— uur). 8.Gramofoon-
platen. 10.VPRO-morgenwijding. 10.15
Gramofoonplaten. 11.10 Kookpraatje door P
J. Kers Jr. 11.40 Declamatie J. Lemaire.
12.AVRO-Kleinorkest o.l.v. N. Treep en
gramofoonplaten. 2— Gramofoonplaten
2 30 AVRO-Kamerorkest o.l.v. L. Schmidt en'
gramofoonpl. 4— De Notenkrakers o.l.v. D.
Wins en gramofoonplaten. 4.50 Voor de
jeugd. 5.30 VARA-kleinorkest o.l.v. P.
Duchant. 6.15 Gramofoonplaten. 6.20 Orgel
spel Joh. Jong. 6.40 Lezing over Sowjet-Rus-
land. 7.— VARA-orkest o.l.v. Hugo de
Groot. 8.Ds. C. B. Burger: Het Vrijz.
Prot en zijn Jeugdbeweging. 8.30 Concert.
H van der Vegt, viool en Nelly Wagenaar,
piano. 9.Ds. F. Kleyn: Het geweten. 9.30
Vervolg concert. 10.Vrijz. Goösd. Pers
bureau. 1005 Vaz Dias. 10.15 Lezing door
Ds. Spelberg. 10.45 Gramofoonplaten. 11.
12.Gramofoonplaten.
Huizen, 296 M. (Algemeen programma, te
verzorgen door den KRO). 8—9.15 en 10.
Gramofoonplaten. 11 30—12.Voor zieken
en ouden van dagen. 12.15—1.45 Sextetcon
cert. 2.Gramofoonplaten. 2.30 Piano
duetten. 3.Gramofoonplaten. 3.10 Voor
dracht. 3.30 Pianoduetten. 4.Solistencon
cert. 4.30 Lezing. 5.Vervolg concert. 5.30
Gramofoonplaten. 5.50 Viool-recital. 615
Lezing. 6.45 Vervolg concert. 7.10 en 7.45
Causerie. 8.05 Gramofoonpl. 8.1511.30
Operetteuitzending. 9.15 Vaz Dias. 11.30
12 Gramofoonplaten.
Daventry, 1554 M. 8.559 05 Cricket-re
portage. 10.35 Morgenwijding. 10.50 Tijd
sein en berichten. 11.0511.20 Lezing 12 20
Orgelspel R. Goss—CusLrd. 1.05 Shep-
herd's Bush Paviljoen-orkest. 2.20 BBC-
Dansorkest o.l.v. Henry Hall. 3.20 Ernest
Parsons en zijn orkest. 4.30 Emilio Colombo
en zijn orkest. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berich
ten. 6.50 Schubert-liederen door L. Zaehner.
sopraan. 7.10, 7.30 en 7.50 Lezingen. 8.20
Gramofoonplaten. 9.„Pieces of Tape"
(Radio-herinneringen). 9.45 Werkloosheids
praatje. 10.— Berichten 10.20 BBC-orkest
o.l.v. J. Lewis. 11.20-12.20 Goraldo's or
kest en de Savoy Hotel Orpheans.
Parijs „Radio-Paris", 1724 Ai. 12.50 en
7 40 Concert door het Krettly-orkest. 8.20
Europeesch concert uit Turyn door orkest en
so'isten o.l.v. R. Zandonai.
Kalundbcrg, 1153 Al. 12.05—1.20 Concert
uit het Bellevue-Strandhotfl. 1.50—2.20 Gra
mofoonplaten. 3.204.20 Concert uit Rest
„Wivex". 7 30 Cello-recital J. Sörensen. 8 10
Jutlandsche volksdansen voor viool, viola,
klarinet en contrabas. 8.50 Radiotooneel.
9.05 Deensche vocale terzetten. 10.Schu-
mann-concert door solisten. 10.2511.50
Dansmuziek.
Langenberg473 Al. 6.25 Gramofoonpl
11.20 Concert door symphonie-orkest o 1 v.
H Salger. 12 20 Concert o.l.v. Eyso'dt. 1 50
Gramofoonplaten. 4.20 Piano-recital door
W. Niemann. 4.50 Werag-strijkkwartet. 7.20
Gramofoonplaten. 8 20 Zie Parijs. 9 50
11.20 Populair concert o.l.v Wolf.
Rome, 441 Al. 8.05 Gevarieerd concert,
orkest, tenor, viool, sopraan en bariton. 8.50
Radiotooneel. 9.20 Vervolg concert. 10.15
Berichten en sluiting.
Brussel, 508 en 338 Al. 508 M 12.20
Omroepkleinorkest o.l.v. Leemans. 1.302.20
Gramofoonplaten. 5.10 Omroepoikest o.l.v
Fr. André 6.35 Gramofoonplaten. 8.20 Om
roeporkest o.l.v. Fr. André, m. m. v. vocale
solisten. 10.30—11.20 Gramofoonpl. 338
M 12.20 Gramofoonplaten. 1.30—2.20
en 5.20 Omroepklonor' ^st o.l.v. Leemans.
6 20 Saxofoon-recital dooF F Gason. 6.35
Gramofoonpl. 6.50 Za->g en piano, resp.
door W Goes, tenor en J. van Ourme. 8.20
Zie Parijs. 10.3511.20 Gramofoonmuziek
Zeesen, 1635 Al 6.50 Concert door blaas-
orkest o.l.v. A. Jander. 7.50 Radio tooneel
9 10 Concert uit Turijn. 9.35 Berichten en
hierna tot 11.20 Concert door een orkest o.l.v
W Post.
KORTE BERICHTEN.
De gemeente-secretaris van Amsterdam,
de heer J. J. Roovers, die op 20 Januari as
67 jaar wordt, heeft bij den gemeenteraad
eervol ontslag ontslag aangevraagd tegen 1
Mei a s.
Oorspronkelijke roman door Jan Walch.
18
Kees hield even op. Clara interesseerde
hem minstens evenveel als Henri; en haar ge
voelens, nu ze in aanraking was met de Waar
heid, waren zeker, als de reacties van een nor
maal mensch in deze bijzondere omstandighe
den, even belangwekkend.
Maar de dokter zat te wachten; dus hij las
verder; zij 't niet meer overluid. Hij las:
Ik had hetover het karakter van mijn
man. Nu dan, eerlijk gezegd: hij was, zoo zag
ik het tenminste, geenszins vrij van ijdelheid;
en van een zekere baatzucht. Hij praatte
veelal zoo, als den menschen van wie hij iets
verwachten kon, zijn superieuren dan in de
eerste plaats, aangenaam moest zijn. Ik heb
me daarvan, eerlijk gezegd, vroeger nooit zoo
precies rekenschap gegeven; hij zelf, geloof ik
ook niet; het kwam mettertijd, gedurende zijn
ambtenaarsloopbaan, vanzelf zoo. Maar u
moet niet denken, dat ik enkel slechte eigen
schappen van hem zie; hij had, in zijn gezin
uitstekende kwaliteiten; waarom ik altijd van
bem houden zal; maar in de maatschappij was
hij, enfin, zooals dat misschien ook wel noodig
was. Maar nu is ineens al wat onwaar is, uit
hem weg, en ik heb erop gelet ijdel i s
hij nog wel, en baatzucht..,, nu ja; maar nu
Algiers.
Op I Mei lieten wij voor de baai van
Algiers onze ankers vallen en al onze
schepen stelden zich in slagorde op, zoo
dat de geheele baai ingesloten was en er
geen Turksch schip in of uit kon.
Zoodra wij onze ankers hadden laten
vallen, werden wij door „den Turk' be
groet met '21 schoten, waarvoor wij op
dezelfde wijze bedankten.
Op 8 Mei kregen wij (namelijk de vijf
oorlogsschepen) achttien „bakken" met
ververschingen aan boord, waarvan de
inhoud bestond uit 15 ossen, 50 schapen,
2395 slavenbrooden, 2200 wittebrooden,
250 pompoenen, '2275 artisjokken, 680
boscen prei 275 bossen salade, 15 bossen
pieterselie en eenige zakken met boere-
boonen.
De Consul kwam ook bij ons aan
boord om ons te verwelkomen en tege
lijk om te vragen wat wij wilden Onze
kapitein verzocht met de andere kapi
teins om een audiëntie bij den Dey, wel
ke toegestaan werd De bedoeling was om
over de voortduring van den vrede te
onderhandelen en over het „schip met
lood", dat de Algerijnen van de Hollan
ders genomen hadden.
Onze kapiteins gingen eiken dag op
audiëntie en werden met veel statie ont
vangen; wanneer onze kapitein, die com
mandant was, voet aan wal zette, werden
ei op datzelfde moment negen- kanon
schoten gelost. Al de militairen waren
dan n het geweer en stonden van de
haven tot het paleis opgesteld langs len
weg die onze kapiteins volgden Dit was
dan tegelijkertijd voor parade en bevei
liging van onze deputatie. De kapiteins
werden gevolgd door hun kamerdie-
nar rs, den hofmeester, twee knechten en
acht sloepenroeiers, allen in hun mooiste
uniformen gekleed Onze kapitein had
bijna eiken dag een ander uniform aan;
nu eens rood met goud galon, dan met
goud geborduurd, dan weer wit met zil
ver galon, wit met goud geborduurd, met
zilver geborduurd, blauw met goud,
blauw met zilver geborduurd, dan rood
fluweel, dan purper fluweel, enz. enz.
De onderhandelingen over de besten
diging der vrede duurden ongeveer 14
dagen en in al dien tijd mocht er nie
mand aan wal komen, behalve dan te
kapiteins met hun gevolg. Zoodra de
vrede echter bestendigd bleek, was ieder
nieuwsgiêrig om naar de stad te gaan.
Toen ik aan wal stapte, zag ik vlak ach
ter het Kasteel bij de havenhoofden een
kerel aan den galg hangen. Toen ik ten
huize van den Consul vroeg, wat voor
misdaad-deze man had bedreven (aan
zijn kleeren had ik reeds gezien dat hij
geen Turk of Moor was), vertelde de
vrouw van den Consul mij, dat hij een
Christen was en wel een Italiaan, die
hier vele jaren geleden in slavernij was
geraakt en het vertrouwen van de Tur
ken had gewonnen. Hij was hierdoor
vrijslaaf geworden; dat zijn dan die sla
ven, welke elke week, maand of elk jaar
een bepaald bedrag aan hun meester
moeten opbrengen of ook wel zich ge
heel vrij koopen. Zij blijven onder de
Turken wonen om hun kost te verdienen
en zijn kenbaar aan een koperen beugel-
tje, dat zij om het been moeten dragen
Deze man nu was bevriend met een
Turk, die twee vrouwen had Hij kwam
veel bij hem aan huis om met hem te
spelen (naar ik meen op het dambord),
"twelk dan om geld ging Zoo gebeur
de het dat zij op zekeren avond weer aan
het spelen waren en de slaaf wat meer
geld van den Turk had gewonnen dan
anders, waarover de slaaf eenige spot
tende opmerkingen maakte. De beide
vrouwen, die ook in hetzelfde vertrek
aanwezig waren (hetgeen anders bij de
Turken geen gewoonte is, daar zij nosr al
jaloersch aangelegd zijn) begonnen daar
om te lachen, waarop de Turk van woe
de het huis uitliep. Nu wilde het toeval,
dat juist op dat oogenblik de onderko
ning met zijn vier bedienden passeerde.
De Turk riep tot hem: „Kom in mijn
huis, daar zit een slaaf bij mijn beide
hij zoo r 1 ij k is in alles, nu kan ik die
eigenschappen ook absoluut niet meer als iets
leelijks zien. Want hij is heusch niet baatzuch
tig in die mate, dat hij een ander niets zou
gunnen; hij gunt alleen zichzelf en zijn
vrouw en kinderen in de eerste
plaats iets. Dat is niet verheven, maar ook
niet afkeurenswaardig. En de ijdelheid, die
zal ik ook absoluut niet tot een deugd probee-
ren om te praten; maar toch, wanneer men
voelt, dat iemand alleen op een éérlijke manier
behagen wil, is het voor mij vergeeflijk.
Ik wil nog dit zeggen, dat wat die gevoelens
voor zijn gezin aangaat, die ik hierboven in
hem prees, dat dat eigenlijk vooral geldt van
zijn gevoelens voor mij. „Prijzen" is mis
schien het juiste woord niet; ik ben er b 1 ij
mee. Blij, dat hij nu, nu alle onwaarheid uit
gesloten is, zooveel liefs en vriendelijks tegen
mij zegt, meer dan vroeger. Het kost mij een
zelfoverwinning, u dit te schrijven; maar het
lijkt me niet énkel een prettig ding voor mij,
maar toch ook wel een bijdrage tot de kennis
van zijn persoon. Is het niet „eigenaardig"
om vooral in de neutrale, wetenschappelijke
terminologie te blijven dat iemand, die zoo
zeer den invloed van de maatschappij heeft
ondergaan in zijn betrekkingen tot andere
menschen, dat die in zijn primaire betrek
kingen zoo gaaf en zuiver is, zoo hoog staat?
Ik breng dit daarom met eenigen triomf naar
voren, omdat, wanneer iemand uit zijn omge
ving zich „fatseonlijk" gedraagt, men geneigd is
ik zelf was het ookl ook dit al toe te
schrijven aan wereldvrees; aan angst voor de
praatjes, aan vrees voor zijn positie en carrib-
vrouwen!" De slaaf werd, evenaLs de
twee vrouwen, meegenomen en voor het
wee dag werd, waren de vrouwen in
zakken, met steenen aangevuld, in zee
geworpen, terwijl de slaaf aan de galg
gehangen werd.
(Er bestaat hier ook een bepaling in
de wet, dat als de eene Turk den ander
hjeft vermoord, de moordenaar vrij an
vervolging is, indien hij maar een bediag
van dertig gulden of de waarde daarvan
(in het Hollandsch omgerekend) op het
„doode" lijk neerlegt. De onderkoning en
zijn dienaren behouden dat geld en
brengen het doode lichaam naar de
plaats waar het thuis hoort).
Wij maakten een wandeling buiten
één der poorten aan de linkerzije van de
stad en het eerste, wat wij daar zagen,
was een zeer booge en dikke muur, die
bijna geheel bezet was met groote krom
me haken en weerhaken, aan één waar
van nog een ruggegraat met eenige rib
ben van een mensCh hing. Van deze
muur worden de misdadigers afgesme
ten en nu kan het niet missen, of zij
blijven met een of ander deel van het
lichaam aan een van deze haken hangen,
waar zij dan na korteren of langeren tijd
sterven.
Bij deze poort is ook de plaats, waar de
Turken hun vee slachten; er is hier een
vreeselijke stank, te meer daar de zon
hier zoo fel schijnt. Als zij de beesten ge-
siacht hebben, nemen zij het vleesch of
het geslachte beest en het vel mee naar
huis, terwijl zij de ingewanden met het
ve,, er aan laten liggen; dat ligt daar dan
maar te verrotten, terwijl er zwermen
vliegen op zitten.
Wat verder zagen wij zeven koepels,
die achtkantig gebouwd waren en er
van buiten netjes uitzagen Dit waren de
begraafplaatsen van zeven koningen, die
allen op een dag koning of Dey geweest
waren; wanneer de eene partij iemand
Dey had gemaakt, werd hij door de an
dere partij vern oord, welke dau weer
een ander Dey maakte, die dan weer
door een andere partij werd gedood; dat
ging zoo door tot er zeven vermoord a-
ren Tóen wilde niemand meer Dey
wezen. Maar een gek besliste, tot genoe
gen van alle partijen, dat „Aly" koning
moest zijn. De woorden van onwijzen
worden door deze menschen meest ais
uitspraken der Goden beschouw a, en
daarom deed een ieder zijn best om eer-
Aly te vinden. Nu was er maar één Aly,
namelijk een schoenmaker, en die had
zich verstopt. Na lang zoeken vonden zij
hem eindelijk onder een paar matras en
en hij werd teger^ wil en dank in triomf
naar het paleis gesleept en tot Dey uitge
roepen, tot vreugde van allen En deze
map was nu nóg Dey van Algiers!
Er bevindt zich in deze stad veel ge
schut; in een grooten muur aan den zee
kant staat temidden van veel zwaar ge
schut een kanon, dat kogels van 108 pond
schiet. Het had een ruim kaliber en mijn
hoofd en schouders konden er gem <k-
kelijk in Een tachrig jaren geleden, toen
de Algerijnen in oorlog waren met de
Franschen, en deze laatsten de stad had
den ingesloten, waren de Turken zoo
„beleefd" om den Franschen consul e-
vend in dit groote kanon te stoppen en
hem naar de Fransche oorlogsschepen
te schieten De vrouw van den Holland-
schen consul vertelde mij, dat dit in het
jaar 1583 was geschied, toen de Fran
schen ongeveer 1200 bommen van tin en
koper, die gevuld waren met kruit, in de
stad hadden geworpen Men verda'h' er
nu den Franschen consul van, dat hij
een teeken gaf, waar de belegeraars hun
projectielen moesten werpen en dit ver
bitterde de Algerijnen zoodanig, dat '.ij
hem in dat groote kanon stopten en
wegschoten. Men kan zich indenken, in
welk een toestand zijn vrouw en kinde
ren zich bevonden (De vrouw van den
Hollandschen consul was erg op mij ge
steld, omdat ik uit Zwolle afkomstig
was en zij van Kampei kwam).
Er is hier ook een groot plein, waa.-
omheen zich rondom hokken bevinden
voor slaven en wilde dieren, Ik zag daar
re. Dit geldt dus voor hem niet. Maar ik moet
wel bekennen, dat hij v^il minder belang stelt
in de kinderen, dan ik dacht. Hij leest hun
briefjes; hij schrijft zelf een lettertje terug,
maar hij zal bijvoorbeeld nooit uit eigen bewe
ging naar hen vragen
„Enzoovoort", zei Kees, den brief nog even
doorziende. „Nu, ik dank u wel. Ik ben blij,
dat ik nu weer wat op de hoogte ben. En ik
zal de kinderen eens opzoeken, dan kan ik me
vrouw Lugt wat over hen schrijven. Hun adres
is toch nog in Florence?
Ja. Wacht... Hier hebt u het. U is van
daag al de tweede, die daarnaar vraagt
Vanmorgen ben ik door den secretaris-gene
raal van Buitenlandsche Zaken opgebeld, die
me ook het adres vroeg, en mij morgen spre
ken wilde".
Ach", zei Kees angstig, „dat zal toch niet
iets ongunstigs beteekenen? Die meneer Col
ver enfin, dat heb ik u verteld die
scheen zich nogal aan hem te ergeren. En Cla
ra, ik bedoel mevrouw Lugt, was nogal bang,
dat ze met den tegenwoordigen toestand
Nu ja, i k zou 't een hémel vinden, om daaruit
te raken; maar zij, met hun kinderen, en heele-
maal; zij passen er in
Misschien kan ik er u na 't bezoek wel
iets van vertellen, 't Is natuurlijk mogelijk, dat
het gesprek van dien aard is, dat ik dat niet
még; maar anders
Ik mag u misschien morgenmiddag om 'n
uur of zeven wel even opbellen", zei Kees.
„Als u me dan iets vertellen kunt, hoor ik het
wel. En anders hoor ik,dat ik niets hoor".
Zoo werd 't afgesproken
leeuwen en ook veel tijgers, waarmede
de slaven omgingen als met jonge hou
den Er zijn hier twee soorten Turken:
de inboorlingen zijn Moorscte Turken
en deze mogen geen goud op hun klee-
ren dragen, de anderen, die in de Levant
of in Konstantinopel geboren zijn, mo
gen wel goud op hun kleeren dragen en
worden beschouwd als de Edelliecen in
ons land. De Moorsche Turken, die er
goed bij zitten, sturen hun vrouwen som
tijds naar de Levant om daar een kind
te baren en als het dan een zoon is, mag
hij goud dragen en wordt als Edelman
beschouwd. Aan de Turken, die naar het
graf van Mohammed zijn geweest, is het
toegestaan om groene kleeren en tulban
den te dragen.
Ik zag hier ook een Moor, die als ien
tijger of luipaard gevlekt was, en tóch
was het een Turk, die in den Archipel
was geboren en goud op zijn kleeren
droeg, terwijl hij in alles bevoorrecht
was zooals een Édelman in Holland.
Algiers is een volkrijke stad en in de
meeste straten heerscht dan ook een
groot gedrang van menschen, kameelen
en ezels. Van alle kanten hoort men roe
pen; „Balak. balak," wat zooveel betee-
kent als „Pas op!" Somtijds ia het ge
drang zoo hevig, dat men zich aan den
hals van een kameel of ezel moet vast
klemmen. De huizen zijn allo in het vier
kant gebouwd met een ruime plaats en
een pomp of put in het midden en rond
om kamers, erkers en gaanderijen. De
straten zijn meestal overdekt, terwijl
zich boven in het gewelf tal van lucht
gaten bevinden. Ook boudt men zich in
iedere straat met een speciaal "andwerk
bezig; zoo worden b.v. in de eene straat
niets dan muiltjes gemaakt en verkocht,
terwijl men zich in een andere straat
uitsluitend met de vervaardiging van
tulbanden of gordels bezig houdt.
De Christen-slaven moeten hier zeer
veel werk verrichten en zij die in 's Ko-
nings dienst zijn. worden gebruikt voor
sinds- en landsdiensten. 2ij zijn twee
aan twee met een ketting erbonden die
30 a 40 pond zwaar is, en moetei bakken
met steenen uit het gebergte halen en
deze naar den zeewand brengen.
Terwijl wij hier op de ree lagen, voel
den wij tweemaal een aardbeving Ook
maakten wij een zware storm mee; ons
schip lag op zijn drie ankers te rijden en
hei water vloog van voren over het schip
tot op het halfdek. Het eene ankertouw
brak in stukken en knapte af, alsof het
een paktouwtje was; de roerpen brak
ook en het anker bleef in den grond zit
ten, welk een moeite wij ook deden, om
het vierduizend ponden zware gevaarte
eruit te trekken. Het schip dook van vo
ren zoo nu en dan zoo diep onder de gol
ven, dat ik bij me zelf dacht, daar gaan
we er geheel onder, of, als de ankers los
raken, wordt de heele boel tegen den
zeewand verbrijzeld! Het had dus niet
veel gescheeld of onze „Leveuslampjes"
waren gebluscht geworden, maar het
gaat op een oorlogsschip zóó, dat als hot
gevaar voorbij is, alles ook weer ver
geten is.
Den 18en Juni brachten de Algerijnen
ons hunne „presenten" aan b„ord, waar
bij zich verscheidene mooie leeuwen- en
tijgervellen bevonden alsmede acht
fraaie hengsten, waarvan er vier voor
den Prins bestemd waren. Pok was er
een jonge leeuw van drie maanden oud
bij, die eveneens voor den Prins was. Deze
leeuw werd zoo tam, dat men er mee
kon omgaan als met een jonee bond Hij
kroop menigmaal bij de stuurlieden of
bij de officieren in de kooi en ging daar
liggen slapen. Hoe ouder hij werd, des te
makker en vriendelijker ging hij zich
gedragen; hij likte onze handen en ons
aangezicht Wij speelden en solden met
hem braken hem den bek open haalden
zijn klauwen uit, die wel op kleine
snoeimesjes geleken, zonder dat hij ook
ir.a'j eenige grimmigheid toonde.
(Wordt 'ervolgd.)
Vertegenwoordiger van de Staten
van Holland.
EEN NOODLOTTIGE AANRIJDING
Op 7 September van het vorige jaai heeft
aan de Biltstraat. te Utrecht een ernstig on
geval plaats gehad De bestuuidei van een
motorrijwiel, die in de richting van den Witte-
vrouwensingel ovei de Biltstraat reed. zou
op den hoek van de Goedestraat met een
auto, welke in tegenovergestelde richting
TIENDE HOOFDSTUK.
't Wordt bedenkelijk.
Het telefoongesprek was van dien aard, dat
Kees Bender den volgenden avond weer op dr.
Marelman's studeerkamer zat, en nu met een
zeer zorgelijk gezicht.
Kunt u mij de hééle geschiedenis vertel
len?"
Ik heb zelfs met den secretaris-generaal
afgesproken, dat ik dat doen zou", antwoordde
de dokter, terwijl hij de asch van zijn after
diner bedachtzaam aftikte. Kijk u eens
die Straatsburgsche geschiedenis, die is niet
zoo onschuldig".
Kees wachtte gespannen.
Ziehier" De dokter stond op, en haal
de een met Duitsche letters en geweldig-
groote „hoofden" gedrukte courant van zijn
schrijftafel. „Dit is een nationalistisch, separa
tistisch blad uit den Elzas. En daar staat, kijk
hiér, een foto in van een groep van voor
mannen van die beweging. En daar midden-in
onze vriend Lugt. Ziet u? En leest u dan ook,
wat er onder staat."
Kees bekeek de foto. Ze was wat zwart en
vlekkerig, maar Henri en Clara waren duidelijk
te herkennen. Er onder stond in het Duitsch:
„Een Hollandsche regeeringsambtenaar, van
het Ministerie van Buitenlandsche Zaken, te
midden van een groep vrienden van den Elzas
met wier idealen hij van harte sympathiseert
Hm", zei Kees onzeker. „Is dat erg?"
Het is niet onbedenkelijk", zei de dokter
„De secretaris-generaal zei me, dat die cou
rant door kat Franache gezantschap onder tija
reed en de Goedestraat wilde inrijden, in bot
sing zijn gekomen en op straat geworpen
zijn.
Verdacht van het veroorzaken van zwaar
lichamelijk letsel door schuld had zich gister
de autobestuurder voor de reentbank te er«
antwoorden.
Verdachte verklaarde slechts met matige
snelheid 10 12 K M te hebben gereden.
Bovendien zou verdachte voldoende signalen
hebben gegeven. Op een gegeven oogenblilc
echter had hij den motorrijder langs zijn
auto heen zien schieten
De gewonde motorrijder, de bakker H. B
was opgenomen en vervoerd naar de rijks
klinieken. De geneesheer, die hein behandeld
had. verklaarde thans als getuige-deskundige,
dat hij bij B. een gecompliceerde beenbreuk
en een breuk van de sthedelbasis had gecon
stateerd. Get. verklaarde tevens dat bet zeer
we! mogelijk is. dat 6" motorrijder ten ge
volge daarvan eenigen tijd zijn geheugen
kwijt is geweest.
Verdachte merkte op, dat hij den motor
rijder niet geraakt had; deze zou volgens
veidachte. tegen den trottoirband zijn opge
reden en toen geva'len zijn
De motorrijder, die nog met zijn voet in
het verband liep en steunend op een stok
voor den president verscheen, kon zich nog
wel herinneren op 7 September in Utrecht te
hebben gereden. Dat hii op de Biltstraat had
gereden, wist hij echter niet meer Vto dagen
na het ongeval was getuige zich pas bewust
wat er gebeurd was; hij lag toen in de rijks
klinieken. Get. is nog niet in staat geweest
om zijn bedrijf als bakker voort te zetten.
Ten slotte nam de officier van justitie requi
sitoir Verdachte had aldus spr. bij het
oversteken van de straat behoorlijk moeten
uitkijken naar het andere verkeer De op den
auto bevonden schrammen wijzen er op. dat
de motor we! met den auto in aanraking ia
geweest Het O. M. achtte het ten laste ge
legde bewezen en rischte een geldboete van
50 of 30 dagen hechtenis
De verdediger mr. Cremer was van mee
ning dat de auto van verdachte niet met den
motorrijder in aanraking is geweest. Hij con
cludeerde tot onts ag van rechtsvervolging,
subs. tot vrijspraak.
DE RELLETJES TE BOSKOOP.
Het gerechtshof te 's-Gravenhage heeft
arrest gewezen in de zaak tegen den man
uti Gouda, die door de rechtbank te 's-Gra
venhage is veroordeeld tot negen maanden
gevangenisstraf ter zake van opruiing tij
dens een bijeenkomst van werkloozen op 8
Juni j.1. te Boskoop gehouden. Het hof ver
nietigde het vonnis der rechtbank op formee-
le gronden en veroordeelde verd. wegens op
ruiing tot dezelfde straf, echter met aftrel
van vier maanden preventieve hechtenis.
BEDRIEGELIJKE BANKBREUK.
Voor het Amsterdamsche gerechtshof
heeft 12 October van het vorige jaar in hoo-
ger beroep terecht gestaan een bloembollen
handelaar uit Hillegom, verdacht van be
drieglijke bankbreuk, terzake waarvan hij
door de Haarlemsche rechtbank tot een jaar
gevangenisstraf was veroordeeld.
De verdachte was 5 Mei 1931 failliet ver
klaard en zou een bedrag van 3047,50 aan
den boedel hebben onttrokken en verzwegen
hebben mede te deel en aan zijn curator dat
hij aan zijn broer nog geld in bewaring had
gegeven. In zijn boeken stond vermeld, dat
8000 aan een Leidsche firma was betaald,
die echter bij onderzoek bleek niets te heb
ben ontvangen.
Bij de behandeling dezer zaak voor het
Hof heeft de procureur-gen'-raai destijds een
jaar en zes maanden gevangenisstraf ge-
eischt. Het Hof verwees de zaak echter te
rug naar de instructie, om te deen onderzoe
ken of de 8000, die de Leidsche firma
nooit heeft ontvangen, inderdaad, zooals
verdachte voorstelt, verloren zijn gegaan en
voorts om te onderzoeken waar het geld is
gebleven, dat hij aan zijn verloofde heeft ge
geven.
Ten aanzien van deze punten verklaarde
eerst een knecht, dat hij voor verdachte 8000
gulden naar Leiden had willen brengen, die
hem onderweg ontstolen moesten zijn, of die
hij verloren had. Tot een anderen getuige,
die verdachte tot Aneldoorn had vergezeld,
toen hij na zijn faillissement naar Hamburg
ging, zou verdachte gezegd hebben dat hij
een snaarnotje had, dat zijn broer in bewa
ring had Deze getuige kon voorts mededee-
len dat verdachte geld had gedaan in de en
veloppe. die de knecht naar Leiden moest
brengen de knecht zelf wist niets af van
den inhoud ervan. Verdachte's verloofde
zeide dat zij van het geld, dat verdachte
haar toestuurde, steeds iets had weggelegd
Zoodoende had zij bij de Twentsche Bank
een rekening van goed drieduizend gulden
aandacht is gebracht. Natuurlijk is mijnheer
Van Hoghen Lugt volstrekt geen representa
tieve persoonlijkheid; al trachten ze dat in dis
courant er staat nog een klein artikeltje
over die kwestie in min-of-meer ervan te
maken. Maar hij moet zich, als ambtenaar,
buiten dergelijke milieus houden; en dan zoo n
fotol De secretaris-generaal zei me letterlijks
zooiets kan compromitteerend zijn, of belache
lijk. Voor een hooggeplaatst ambtenaar is het
compromitteeren; voor iemand als mijnheer
Lugt is het belachelijk. En in beide gevallen
moet de regeering zoo iemand zoo duidelijk
mogelijk désavoueeren". De dokter wachtte
even.
Dat wil dus zeggen?"
Dat wil zeggen, dat de zaak natuurlijk in
de eerste plaats onderzocht zal worden; en dat
mijnheer Lugt, als hij zich niet héél volkomen
rechtvaardigen kan, als ambtenaar onmogelijk
is.
Ja, hoe kómt hij tot zooiets?! Hij, de
voorzichtigheid zelfl"
't Is natuurlijk een kwestie van onvoor
zichtigheid", zei de dokter. „Dat blijkt al wel
uit hetgeen zijn vrouw schrijft; ik heb dat
mijnheer Holy Helman, den secretaris-generaal,
ook laten lezen. Maar onvoorzichtigheid is al
erg genoeg voor een ambtenaar...."
Dus?"
Het ziet er raar uit".
Maar", hernam Kees na eenige oogen-
blikken, „hij is toch ziek Geestelijk ziek...
Dat kan m?n d-en secretaris-generaal toch zeg
gen?"