Alkmaarsche Courant.
De gevolgen van een operatie.
Jladioitieuws
Honderd vijf en dertigste Jaargang.
VRIJDAG 13 JANUARI
Ho. 11
1933
Zaterdag 14 lanuari.
Hilversum, 1875 Af. (Uitsluitend VARA),
g.Gramofoonpl. 10.VPRO-morg en wij
ding. 10.15 Voor Arb. in de Continubedrij
ven VARA-kleinorkest o.l.v. P. Duchant en
declamatie door R. Numan. 12.De Noten
krakers o.l.v. D. Wins en gramofoonplaten
2 15 Gramofoonplaten. 2.50 Lezing. 3 10
VARA-Mandoline-orkest o.l.v. J. B. Kok en
gramofoonplaten. 3.50 Causerie door P.
Tiggers. 4 30 F. Barmes: Het socialisme nu.
4 50 Concert. C. Steyn, accordeon en J. Vo
gel, piano. 5.10 Reportage uit het Veilig
heidsmuseum te Amsterdam. 5.40 Literaire
voordracht. 6 Friesch uurtje. 7.— Cause
rie over Volkstuintjes. 7.15 Toespraak A. de
Vries. 7.30 „De Flierefluiters" o.l.v. Hugo
de Groot. 7.55 Herhaling SOS-berichten
8Bonte Avcnd. De Dorpsbarbier, VARA
orkest o.l.v. Hugo de Groot m. m. v. Jo Vin
cent, sopraan; VARA-tooneel o.l.v. W. van
Cappellen. 10.VARA-Varia. Orgelspel
door Joh. Jong. 10.30 Vaz Dias. 10.40
12.Gramofoonpiaten.
Huizen, 296 Af. (Uitsluitend KRO). 8.
9 15 en 10.Gramofoonpl. 11.3012.
Godsd. halfuurtje. 12.15—1.45 Trioconcert.
2.Jeugdhalfuurtje. 2.30 Kinderuur. 4.
Orgelconcert. 5.10 EsperantonUuws. 530
Schlagermuziek. 6.20 Causerie. 6.40 Vervolg
concert. 7.10 Kath R V U. 7 45 Sportnieuws.
8 Orkestconcert m. m. v. Trio. 9.Vaz
Dias. 9 45 Voordracht. 10.— Vervolg con
eert 10 30 Voordracht. 10.45 Vervolg con
cert 1112.Gramofocnplaten
Daventry, 1554 Af. 10.55 Morgenwijding
1P 50 Tijdsein, belichten. 12.20 Orgelspel 5
Gustard. 120 Commodore Grand-orkest
o 1 v. J. Muscant. 2.20 Zang door H. Thorpe,
tenor en F. Richardson, bas. 2.50 Ch Shad
well en zijn orkest. 3.50 Sydney Baynes en
zijn orkest. 5.05 Orgelspel R. Foort. 5 35
Kinderuur. 6 20 Berichten. 6.50 Causerie.
7.05 Welsh Intermezzo 7.25 Lezing. 7 59
C.abaret-lied'es door Gertrude Lawrence m.
m v. BBC-Dansorkest o.l.v. H. Hall. 8.05
Liedjes door Melville Gideon. 8.20 Prome
nadeconcert uit de Queen's Hall door het
BBC-Svmphnie-orke9t en solisten o.l.v. Sir
Henry Wood. 9.50 Berichten. 10.10 Vervolg
concert. 11—12.20 Dansmuziek door Am
brose en zijn Band.
Parijs „Radio-Paris?'1724 Af. 9.20 Or
kestconcert. 12.20 Concert d. h. Omroep
orkest. 4.10 Dansmuziek. 9.05 Gramofoon-
laten. 9 35 Concert door orkest o. 1. v. F.
ouche.
KaLundborg, 1153 Af. 11 20—1 20 Con
cert uit Rest. „Wivex". 1 502.20 Gramo
foonpl. 2.50—4.20 Radio-harmonie-orkest o.
1. v. L. Gröndahl. 7.20 Zweedsch-Deensch
Koorconcert uit de Domkerk te Kopenhagen.
8Bonte Avond mjn.v. het Omroeporkest
0.1.v. Reesen en solisten. 10.2511 50 Dans
muziek o.l.v. Julian.
Langenberg, 473 Af. 6.25 en 7,25 Gramo
foonpl. 11.20 Concert door Kamer-orkest o
1. v. Spitz. 12 20 Concert o. 1. v. Wolf. 1.55
Gramofoonpl. 4 20 Werag-Kamer-orkest o
1. v. Spitz m.m.v. sopraan, tenor, bas en
6axophoon. 7.20 Bonte Avond m. mv We-
rag-orkest en solisten o. 1. v. Neumann.
10.05—tl.20 Concert o. 1. v. Wolf 11 20—
12 20 Dansmuziek (Gramofoonplaten).
Rome, 441 Af. 8.20 Opera-uitzending. In
de pauze: Causerie. Na afloop: Berichten
Brussel, 508 en 338 Af. 508 M.: 12.20
Concert uit Antwerpen. 1.302.20 Omroep-
k.Ieinorkest o. 1. v. Leemans. 5 20 Dansmu
ziek 6.35 Zang door Mevr. Harvant. 715
Oramofoonpl. 8.20 Waalsch uurtje. 9 20
Koorconcert. 9 3012.20 Dansmuziek uit
St. Sauveuer te Brussel. 338 M.: 12.20 Om
roepkleinorkest o. 1. v. Leemans. 1.302.20
Gramofoonpl. 5 20 Omroeckleinorkest o. I.
v Leemans. 6 20 Gramofoonpl. 6.50 Con
cert. G. Pitsch (ccl'o) en Mej. Mad. Mury
(piano). 8.20 Omroeporkest o. 1. v. J. Kumps
en declamatie. 10.30 Gramofoonpl. 10 50
Concert o. 1. v. P. Moreaux. 1150—12.20
Gramfoonpl.
Zeesen, 1635 Af. 6.55 Oratoriumconcert o
1. v. J. Röder. 7.20 Concert door Werag-
Klein-orkest o. 1. v. Evsoldt. M. m. v. solis
ten. 9.50 Berichten en hierna tot 11.50
Dansmuziek door Otto Kermbach en Leh-
mann met hun orkesten.
DE CHRISTELJK-DEMOCRATISCHE
UNIE EN HET MAATSCHAPPELIJK
ONRECHT.
Een rede van den heer H. S.
van Houten uit Groningen in de
Unie.
De heer André opende gisteravond de
vergadering met de voorlezing van de Zalig
sprekingen uit Matth. 5 3—16 en sprak dan
een kort woord van welkom tot de in slechts
ering aantal opgekomen belangstellenden,
pr. hoopte dat deze geringe opkomst den
ïeer van Houten, den spreker van den avond,
niet zou weerhouden om met evenveel
enthousiasme als voor een volle zaal de
beginselen der Chr. dein. Unie uiteen te
zetten.
Het woord aan den heer van
Hokten.
Spr. begon met er op te wijzen, dat Gods
Woord dikwijls in sobere woorden rijke
lessen ook voor het politieke en maatschap
pelijke leven bevat. Het schip, waarop de
profeet Jona zijn van God gegeven opdracht
trachtte te ontvluchten, weid met ondergang
bedreigd. Het noodweer, waardoor het
wordt geteisterd, overkwam het schip niet
vanwege de zonden der heidensche beman
ning, maar wegens de zonde van Jona. den
man Gods, den vertegenwoordiger van de
Oud-Testamentische kerk. Zou, vroeg spr.
zich af, de vraag niet gerechtvaardigd zijn,
of niet veel der rampen, die de wereld thans
met ondergang bedreigen, gevolg zijn van de
zonden, vooral ook de sociale zonden der
christenen? Wii mogen aan de ellende niet
gevoelloos voorbij gaan. Wij hebben er
schuld aan; wij hebben een roeping in
dezen. Zonder menschenvrees, zonder aan
zien des persoons, moeten wij in deze wereld,
die vol is van verwarring, onrecht, ellende en
verdrukking, ons christelijk beginsel uit
dragen. Spr. herinnerde hier aan Christus,
Die, toen Hem de boodschap bereikte, dat
Zijn vriend Lazarus dood was. naar Bethanië
reisde, hoewel Hij de bedreiging der Joden
kende. De discipel Thomas zeide, toen alle
moeite om Christus van dien tocht af te
houden, vruchteloos was geweest, zoo tref
fend: „Laat ons met Hem gaan, opdat wij
met Hem omkomen". Zoo willen wij Christen-
Democraten ook achter Jezus gaan, al be
dreigen ons de steenen der verblinde over-
priesters en schriftgeleerden Wij willen het
den menschen toeroepen: gij behoeft uw
christelijk geloof niet los te laten, om so
ciaal te kunnen zijn en het onrecht te be
strijden.
Menigeen worstelt in dezen tijd op zijn
knieën, om vanwege de sociale zonden der
christenen Christus niet te verliezen. Wij
zullen die sociale zonden erkennen, ze be
strijden. Wij willen zijn christen èn demo
craat; omdat wij Christen zijn, zijn wij demo
craat.
Wij houden vast aan Gods Woord Maar
wij willen, dat de politiek zich daarnaar
richt. Heel de politiek moet van de christe
lijke beginselen doortrokken worden Aan
vrome woorden alleen hebben we niet ge
noeg; wij willen de christelijk, daad, o»k op
maatschappelijk en politiek gebied. Gerech
tigheid verhoogt een volk. maar de zonde is
eeii schandvlek der natiën. Ook de sociale
zonde!
Onze maatschappij-inrichting is met' de
eischen van het christelijk beginsel in abso-
luten strijd.
Het eigenbelang, de zelfzucht het egoïsme
is de motor, die ons productieproces in be
weging brengt. Het gaat alles om de winst,
om geld en macht en eer De economisch
zwakke legt daarbij het loodje. Hij on vangt
niet de waarde van zijn arbeid; anderen pro-
fiteeren van zijn werk.
Het „ieder voor zich" is richtsnoer voor de
maatschappij-orde. Maar in onverzoenlijken
strijd met dit individualistisch beginsel is het
Woord Gods.
De christelijke politiek van thans
is kaoitalistisch.
De politiek der beide groote protestantsch
christelijke partijen is vooral de laatste jaren
hiermee in strijd. Waardeering voor wat b.v.
in den schoolstrijd bereikt is, mag ons 't oog
niet doen sluiten voor 't tekort van thans.
Wat de sociale politiek aangaat, zijn a.-r. en
c.-h. schromelijk tekort geschoten. Dan zijn
ze zuiver liberaal, dat is kapitalistisch.
Daartegen gaat ons protest, ons verzet.
Wij willen een politiek, in overeenstemming
met en levende uit het christelijk beginsel en
dus een politiek, die voor den arme opkomt,
den verdrukte helpt, den oude verzorgt.
Op voor staatspensioen!
Is het niet treurig, dat in ons christelijk
land zoovele ouden in armoedige omstandig
heden verkeeren? Vergeet men in „de eeuw
van het kind", bij de verzorging van het op
komende leven, niet al te veel den oude, het
ten grave neigende leven? Moest actie voor
premievrij staatspensioen nog n o o d 1 g
zijn? Is die noodzaak niet een aanklacht?
Menschen, die zich lange jaren nuttig heb
ben gemaakt voor de gemeenschap, zendt
men op hun ouden dag heen met een harte
loos: „gaat heen en wordt warm".
Staatspensioen zou demoraliseeren zegt
men. Maar de Kamerleden hebben, zoodra
ze aftreden, premievrij staatspensioen! Door
de wet-Talma hebben vele zeventigjarigen,
waarvoor nooit premie betaald was, staats-
>ensioen gekregen, terwijl door de wet-Aal-
>erse ongeveer 200000 oudjes van 65 jaar
en ouder, die minder inkomen hadden dan
1200, het eveneens ontvingen. Daarbij is
elke band van Icon reeds losgelaten. Zijn
deze ouden van dagen nu gedemoraliseerd?
Of zijn ze heel dankbaar voor de tegemoet
koming? Immers het laatste! Maar mag dan
een a.-r. en c.-h. het staatspensioen alleen
ntvangenenerniet voorstrij-
e n?
Gelukkig dat ook in de christelijke krin
gen al meer sympathie voor staatspensioen
komt. Er is nu een christelijke bond voor
staatspensioen, waarvan spr. voorzitter is.
De doelstelling is precies dezelfde als van
n bestaanden neutralen bond. Aparte or
ganisatie is echter wenschelijk, omdat de be
staande bond door zijn propaganda-metho-
den (tooneel, vergaderingen op Zondag,
enz.) geen voldoende vat heeft op het chris
telijk volksdeel. Als nu velen zich opgeven
als lid van den christelijken bond, dan
kunnen de rechtsche partijen niet langer ver
klaren, dat men in christelijke kringen niet
voelt voor staatspensioen. Dan moeten ze op
den duur hun verzet prijs geven en is het
staatspensioen in veilige haven!
Het voeren van actie ter verkrijging van
premievrij staatspensioen achtte spr. thans
noodzakelijker dan ooit, omdat er nu zooveel
méér menschen dan eenige jaren geleden
zijn, die een armen ouden dag tegemoet
gaan, doordat de crisisomstandigheden hun
bezit vrijwel waardeloos maakten of hun
loon bedenkelijk deden dalen. De oprichting
van den chr. bond geschiedde in overleg met
den neutralen bona, het doel was de actie
voor het staatspensioen,te versterken en ge
scheiden op te trekken, om ten slotte vereend
te slagen.
Tot dusver is de christelijk democratische
unie de eenige protestantsch christelijke par
tij, die zich voor staatspensioen heeft uitge
sproken. Degenen die voor staatspensioen
zijn, maar van christelijken huize, hebben
dus geen keus; hun partij kan alleen de
C. D. U. zijn.
Van christelijke zijde wordt ons meerma
len gevraagd zoo ging spr. voort of
wij niet beter principieele politiek zouden
kunnen voeren. En dan wijst men, vooral als
't tegen de verkiezingen loopt, op datgene
wat dan principieele politiek heet. Maar on
danks de jarenlange rechtsche meerderheid
is er geen sprake van een betere Zondags
wet; van wederinvoering der doodstraf; van
verscherping der begrafeniswet en tegen
gaan der lijkverbranding; van afschaffing
der staatsloterij, den leerplicht, het algemeen
kiesrecht, enz. Men probeert het niet
eens.
Ziet men het a.-r. verkiezingsmanifest b.v.
dan zijn het alles economische, materieele
dingen. Het is alles slechts uiting van een
conservatieve politiek. Bezuiniging, loonsver
laging, inkrimping, enz., alles om het kapi
taal in staat te stellen de door de crisis ge
slagen gaten weer aan te vullen.
Elke Vrijheidsbonder kan de a.-r. politiek
onderschrijven, de bejde chr. partijen voeren
liberale politiek; een materieel, kapitalisti
sche politiek. In eigen kring klaagt men er
over en men zegt: de politiek is vuil, zij
schermt met mooie woorden, maar brengt
niets.
Spr. kwam dan tot de sociale wetgeving
en hij uitte zijn bevreemding erover, dat de
chr. vakbeweging zich het vuur uit de slof
fen liep voor volksvertegenwoordigers, die
al aanstonds zeiden geen enkele der eischen
van de arbeiders te willen onderschrijven
Sterk keurde spr. het in dit verband af. dat
het kamerlid Amelink, kennende de t. b.
als volksziekte in Twente, toch stemde vóór
verlaging der subsidie tot bestrijding dezer
ziekte.
Als de chr. vakbeweging haar beste leden
kwijt wil, moet zij ben opbergen in de volks
vertegen woord iging
Aan de hana va:
Oorspronkelijke roman door Jan Walch.
19
Dat heb ik natuurlijk gedaan. Trouwens
Iets daarvan wist hij al, van een ambtenaar,
meneer Lugt's onmiddellijken chef Ayeen.
die scheen het niet bepaald als een ziekte-
geval voorgesteld te hebben. Die had gespro
ten van een zekere „openhartige onhebbe
lijkheid". dat zijn de woorden zelf, die me
neer Helman gebruikte, en die hij aanhaalde
van die onmiddellijken chef, meneer Colver
En van „onevenwichtigheid", „een ongemoti
veerd uitvallen".
Ja, dat begrijp ik volkomen", knikte
Kees. En verhaalde de scène van Colvers's
bezoek.
Dr. Marelman luisterde aandachttig, en
bleef nog even zwijgen, toen Kees uitgespro
ken had.
Ik zit er over te denken", zei hij toen,
„of het misschien niet het beste zou zijn, als
we open kaart speelden, en precies zeiden,
wat meneer Van Hoghen Lugt mankeert.
Met de uitzichten op beterschap".
Ja, dat zou misschien wel het beste
zijn".
Misschien", herhaalde de dokter met
eenigen nadruk „Maar in de eerste plaats
zou mevrouw Van Hoghen Lugt, wie ik be
loofd heb, den aard van zijn „ziekte" nu
}a, „ziek*" tehei* te keuken, ket goed
moeten vinden
Als we haar zeggen, dat in 't belang
van haar man is, speciaal in deze aangele
genheid, dan zal ze dat wel goed vinden.
Hm", zei de dokter, nadenkend voor
zich uit pratend, dat is mogelijk. Maar..."
Maar dat moet dan gauw gebeuren",
wilt u zeggen".
Dat ook; en 't zal nogal lastig zijn
om dat vlug genoeg te doen, want ik denk,
dat er morgen al wel een brief naar van
Hoghen Lugt weggaat, als die al niet weg
is Maar er is nog iets anders: zijn we
werkelijk verantwoordelijk, als we
haar dien raad geven?"
'TJu, ik zou zeggen: ja".
Dat zegt u, omdat u het ambtenaars-
millieu met al zijn gevoeligheden en, enfin
zijn eigenaardige mekaniek, niet kent. Kijk
es, u is een vriend van Lugten i k wil
h>m ook graag helpen; dat vind ik ook wel
een beetje den plicht van een medicus
wanneer iemand zoo hulpeloos is. Maar op
zoo'n ministerie Nu, ik wil 't niet te on
gunstig voorstellen; maar 't is wel wat op
timistisch, te verwachten, dat men daar ook
zooveel hulpvaardigheid en welwillendheid
zou betrachten. Kijk es, hoe in dit speciale
geval nu de verhoudingen zijn, dat weet ik
niet, maar in 't algemeen: een baantje is een
baantje; en daar wordt op geaasd. Ér zitten
gewoonlijk wel neefjes of vriendjes van ambt
tenaren op den loer daarnaar. Een vacature
is iets, waar velen van de college's en van
de chefs in 't algemeen! wel op ge
steld zijn. En zoo'n onmiddelijke chef, die
blijkbaar zeer gefrolsseerd is, dat is een
Waad difi*; uut die is de aanjawwa ad
Aan de hand van
ingen bij stakingen in
ministerieele bemoei
de textielfabrieken in
viseur, de voornaamste adviseur. En als die
nu hoort, dat het de waarheid was, die
Lugt zoo'n laten we zeggen: oneerbiedige
houding tegen hem deed aannemen; dat dat
zijn ware gevoelens goed zal doen. Er is 'n
term, die in zoo'n geval nogal eens gebruikt
wordt; dat is de term „karaktereigenschap
pen, die iemand voor het ambtenaarschap
ongewenscht maken". Dat weet mevrouw
waarschijnlijk ook wel gevoeld, toen ze er op
stond, dat we niet zoo precies moesten ze
gen, wat er nu eigenlijk met hem „los"is
Een tijdelijke geestelijke storing van o n b e
paalde soort is misschien dan nog van
twee kwaden het minste
Ik zou bereid zijn, naar Florence te gaan
zei Kees peinzend, na eenige pijp-halen
hij was nu langzamerheid wel zoozeer de
omgeving vergeten, dat hij zijn toevlucht
weer tot zijn pijpj genomen had „als ik
wist, dat ik daar van nut kon zijn
Dat zal misschien wel spoedig het ge
val wezen", zei de dokter, „maar voor het
oogenblik
Er werd geklopt Het dienstmeisje kwam
binnen, en bracht den dokter een telegram.
U permitteert?"
Hij had het opengebroken. „Daar heb j*e
het al", zei hij. „Nu, dat is vlug, moet ik
zeggen".
Kees keek vragend aan.
Een telegram van mevrouw Lugt".
ELFDE HOOFDSTUK.
Er moet gehandeld worden.
haar?"
Mtrotónf a
Een telegram van
Ér was mo vreemd*
Twente, constateerde spr., dat de regeering
een kapitalistische politiek voert, die door de
Kamer nog steeds maar wordt geduld
Meerdere staaltjes werden door spr. aange
haald, waarna hij betoogde, dat het niet
juist is om dezelfde heer en weer als volksver
tegenwoordigers te kiezen.
De crisispolitiek der tegenwoor
dige regeering deugt niet.
De crisispolitiek, die door onze regeering
wordt gevoerd, werd door spr. sterk gehe
keld. Zij handhaaft ook hier de ongebreidel
de winsten, getuige de zich steeds meer op
stapelende goudvoorraden bij de banken, ter
wijl de regeering geen opheffing van het
bankgeheim wil.
Zeker, de landbouw wordt gesteund. Er is
tarwesteun, bietensteun, melksteun, varkens-
steun, enz. Er is stellig wel iets gedaan om
den nood van het platteland te lenigen.
Maar hoe wordt het gedaan? Spr wees op
contracten, waarin staat: zoolang de tarwe-
steunwet er is. bedraagt de huur per H. A.
40 en méér. W i e krijgt dus dien steun?
De grondbezitter! En hoe gaat het met de
andere maatregelen? Precies evenzoo. De
boer krijgt straks minder reductie volgens
de crisiswet-Ebels. Bij nieuwe inhuur jaagt
men elkaar weer op, door de vrije concurren
tie en 't gebrek aan cultuurgrond. De boeren
krijgen steun 150 millioen in 't jaar!
maar ze b'ijven even krap zitten. Ze betalen
er pacht en hypotheekrente van. Want van
dien kant dreigt hun gevaar: beslaglegging,
faillissement, ontbinding van het huurcon
tract. Zij zelf houden daardoor, bij de huidi
ge prijzen, vrijwel niets over. 't Gevolg is:
geen werk voor den landarbeider en pogin
gen, om zijn schamel loon te drukken. Het
land zegt: „hier is wel werk", maar de boer
moet zeggen: „ik heb geen geld om het te
betalen". De steun gaat naar het grond- en
hypotheekkaoitaalDe rechtsche en liberale
partijen willen dat zoo. Zij zijn tegen een
goede pachtwet, die de bevoorrechte positie
van het grond- en hypotheekkapitaal aantast
en aan de werkers eerst brood verschaft.
Boer en arbeider zijn beide de dupe van
d»ze door en door kanitalistische politiek
Maar ook de vaklui en kooplieden te platten-
lande. Zij moeten wachten op betaling, ver-
koopen minder en hebben weinig meer te
doen. Wat onze bodem opbrengt, gaat bijna
geheel naar grond- en hvpotheekkapitaal En
't p'atteland verkwijnt in kommer en ar
mlede.
Weer is de Christelijk Democratische Unie
de e e n i g e protestantsch christelijke par
tij. die een oachtwet wil, welke den boer een
vast gebruiksrecht en matige pacht waar
borgt en den landarbeider werk en een mini
mumloon.
Als de christ. vakbeweging haar eigen
wenschen (bedrijfsorganisatie, verbindend
verklaring der collectieve contracten, mede
zeggenschap, handhaving van een redelijk
loonoeil. enz.) in de Tweede Kamer wil hoo-
ren bepleiten door christelijke Kamerleden,
dan moeten ze zorgen, dat de Christ. Dem
Unie één of meer mannen in de Tweede Ka
mer krijgt.
Vóór eenzijdige ontwapening.
Spr. kwam dan aan het geweldvraagstuk en
zette uiteen hoe het internationaal bewape
ningskapitaal allerwege zijn agenten heeft,
die op alle mogelijke wijzen wantrouwen
moeten zaaien, opdat er voor de wapenfa
brieken werk aan den winkel zal komen. Het
internationaal bewapeningskapitaal let niet
op nationaliteit en levert naar elk land, zoo
dat in den grooten oorlog b.v. de Duitschers
werden doodgeschoten met kanonnen, die in
Duftschland waren gemaakt. De wapenfa
brikanten, zei spr., zijn de verraders van het
land, en niet de arbeiders.
Of men dan niet het land mag verdedi
gen? Afweergeschut voor vliegmachines helpt
in den tegenwoordigen oorlog niet meer,
doordat met vliegtuigen allerlei gassen wor
den uitgestrooid over onschuldige volken
En zou men een honderdvoudig onrecht mo
gen plegen, omdat het heet dat een ander
volk onrecht heeft bedreven tegen enkelen?
Overal, in elk land bouwt men „verdedi
gingswerken", niemand wil aanvallen; in
den oorlog van 19141918 was er zelfs geen
enkele „aanvaller" Maar, zei spr., de eigen
lijke aanvallers zijn de diplomaten.
Oorlog beteekent het beest in den mensch,
hij verleugent de wereld, wat wij van 1914
1918 hebben gezien. Met geen enkel christe
lijk beginsel is de oorlog in overeenstemming
te brengen.
In de oudheid was Gods volk door Hem
belast met de bestraffing van andere volken
voor bedreven zonden, maar zoo is het thans
niet: alle landen hebben groote zonden en
geen enkel land is door God tot bestraffing
van anderen geroepen.
ZOO STIJF ALS EEN PLANK.
Kon zijn jas niet meer aantrekken,
Nn weer zoo flink als ooit
Hoe gelukkig moet deze man zich
voelen, nu hij weer flink en .enig is, na
zoo langen tijd een slachtoffer te ijn
geweest van rheumatiek. „Het is lu vele
jaren geleden", schrijft hij, „sinds ik
voor het eerst met chronische rh>uira-
tiek te bed moest blijven Daarna moest
ik met twee stokken rondloopen Ik leef
de in een ellendigen toestand tot vijf
;aar geleden. Ik kon me slechts bewegen
als een houten blok door me heelemaal
rond te draaien. Ik kon mijn jas niet
aan-of uittrekken zonder hulp van mijn
vrouw. Maar dank zij Kruschen Salts,
dat ik nu vijf jaar lang regelmatig ge
nomen heb .ben ik zoo actief als een
jonge man van 23." E. H.
Opgehoopte afvalstoffen en urinezuur,
die de kwellende rheumatische pijnen
doen ontstaan, krijgen kans om zich te
vormen wanneer ingewanden en nieren
te traag werken. Kruschen Salts spoort
ingewanden en nieren aan tot beter
functionneeren en drijft overtollig urine
zuur en schadelijke afvalstoffen zacht en
volkomen uit het lichaam. De pijnen
worden nu gestild, gezwellen slinken,
verstijfde ledematen worden weer lenig.
Voortaan zal „de kleine dagelijksche
dosis" U inwendig schoon houden, vrij
van afvalstoffen, overtolliar urinezuur en
dus ook vrij van rheumatiek
Kruschen Salts is uitsluitend ver
krijgbaar bij alle apothekers en drogis
ten è./0 90 en/160 per flacon.
ziü
stem; die den dokter even nieuwsgierig en
scherp deed toekijken. Maar meteen reikte
hij Kees met rustig gebaar het groene velle
tje toe.
Die las: „Telegram Ministerie verlangt
van Henri onverwijlde opheldering betref
fende nationalistensamenkomst Straatsburg
en zijn woorden aldaar. Wat doen? Geef
alstublieft raad".
Er was een poos van zwijgen. Toen zeide
dr. Marelman:
Nu moeten we dus tot een besluit ko
men".
Ik ga er heen", zei Kees.
Ik geloof nu ook", zei de dokter, „dat
persoonlijk overleg absoluut noodig is. We we
ten er zoo uit de verte te weinig van Heeft
Lugt zelf dat telegram al in handen, of wacht
zijn vrouw nog met 't hem te geven? Ja, en
hem terug te laten komen, dat acht ik óók
allemachtig gevaarlijk. Nee, nee, dat moet niet.
H ij moet niet in direct contact komen met
't ministerie
Hebt u een spoorboekje hier met de in
ternationale verbindingen?"
De emotioneele haast ontging den dokter
weer niet. Hij reikte naar zijn schrijftafel en
gaf Kees het boekje, waarin deze dadelijk met
snelle aandacht ging zitten zoeken. Intusschen
dacht de ander na.
Er gaat om elf uur nog een trein naar
Antwerpen. Dan kan ik morgenochtend om
vijf uur naar Brussel. En vandaar om half
acht naar Bazel, en zoo verder. Om tien uur
's avonds kan ik dan te Milaan zijn".
De dokter knikte zwijgend. „Ea dan zal f k
morgenochtend em 'n uur of negen me dadfljA
net d*a «eeceiarts-gaaeraal ia vacfcuwün*
Wij willen en mogen het goddelooze mid
del van oorlog niet toeoassen, omdat in die
richting geen gerechtigheid is te vinden.
De persoonlijke overtuiging van dienst
weigering vindt hare belichaming in de een
zijdige ontwapening en het is de C. D U.,
die dit beginsel het best voorstaat, beter dan
de soc.-dem. en anderen die eigenlijk niet
eerder willen ontwapenen dan nadat ande
ren het hebben gedaan. Wie den vrede wil,
bewapene zich niet ten oorlog, maar vemie-
tige het wapentuig dat den vrede zou kun
nen verstoren.
Men kan nu wel zeggen, dat de G D. U.
nog zoo klein is, maar, zei spr., dit behoeft
niet te beletten op haar te stemmen, want
het uitbrengen van ziin stem moet een kwes
tie van overtuiging zijn en kan andere par
tijen, die daardoor stemmen verliezen, tot na
denken brengen en misschien tot verbete
ring. Het ledental der C. D U. neemt gere
peld toe, in tal van streken des lands, en
door allerlei lagen der bevolking worden
wij geroepen om onze beginselen uiteen te
ze'ten.
Krachtig wekte spr. op. om in Nederland
te midden van een wereld van winzucht en
hebzucht toch op te heffen de Kruisbanier.
Gedachtenwisseling.
Eén der aanwezigen maakte gebruik van de
geboden gelegenheid tot het stellen van
vragen en hij bracht de kwestie der ontwa
pening naar voren Hij vroeg: wat moet men
doen, als gevaar dreigt van overstrooming
van het platteland door zoogenaamde wild«
horden.
Een ander vroeg of liet premievrij staats
pensioen financieel mogelijk is.
De heer Van Houten beantwoordde de
beide heeren. Ten aanzien van de weerloos
heid-vraag wees spr. allereerst op het voor
beeld van Gandhi. Maar de C. D. U. is niei
vóór alles voor weerloosheid. Zij is b.v.
vóór het houden van een goede politiemacht,
onder voorwaarde echter dat de regeering
die niet gebruikt voor materieele doeleinden
(b.v. het do:rdrijven van loonsverlaging,
enz.)
Ten aanzien van oorlog zei spr., dat d«
G D. U. geen onrecht van een ander land op
soldaten van dat land zou willen wreken,
maar bij den Volkenbond een oeroep zou wil
len doen op het internationale recht (eenige
voorbeelden waarin hiermee het gewenschta
resultaat was bereikt, werden door spr. aan»
gehaald).
Met ..wilde horden" bedoelt men ge
woonlijk de bolsjewisten en spr. wilde zeg*
gen, dat tegen den geestelijken inval deze*
menschen geen wapengeweld helpen zal. Men
vreest hen echter het meest, omdat men in da
bolsjewisten de aanvallers op ons maat
schappelijk stelsel ziet.
Tegen invalleis. die geweld plegen, mag
men zich verdedigen, maar ook daaraan ziin
grenzen: onschuldigen mogen er niet de
dupe van worden en men mag niet enkel
straffen de uitvoerders van een bevel tot aan*
val, maar allereerst hen die daarachter zitten
len, en hem nog eens goed duidelijk maken,
dat Lugt, enfin, niet heelemaal toerekenbaar is.
En ik zei u al, dat we over u gesproken
hebben, ik zal hem zeggen, dat u naar hem
toe is, om te zien hoe 't ermee staat; en hem
dan meteen voorbereiden, dat het nog wet
even duren kan, voor hij antwoord krijgt. En
ja, meneer Bender, dan moet u maar met over
leg handelen naar omstandigheden. Hoe dat
met zijn verantwoording moet gaan; of hij zilt
een geschikten brief kan schrijven; wat voor
invloed u en mevrouw op den inhoud van dien
brief kunt hebbenEnfin, ik zou niet graag
verder in détails raad willen geven
U mééntvroeg Kees.
Ik meen niet s", antwoordde de dokter
resoluut. „Neen, neen, werkelijk Het wordt
zoo'n gecompliceerd geval, dat ik soms denk)
hij moest maar... Nee, nog eens; ik weet van
zijn omstandigheden, zijn financieele omstan-
dieheden meen ik nu, niet genoeg. En... ik
ben al wel wat héél ver buiten mijn zuiver me
dische bemoeiingen gekomen. U is een vriend;
van meneer Lugt, nietwaar". Hij legde een
kleinen nadruk op „meneer"... U moet maar
zien, wat voor hen beiden het beste is."
Kees was al opgestaan. Ik zal mijn tijd noo
dig hebben", zei hij. „Mag ik even een taxi
opbellen?"
Vijf minuten later reed hij naar zijn hotel,
maakte zijn koffertje gereed, en pakte den
trein van elf uur naar Antwerpen. Hem snelde
vooruit een telegram van dr. Marelman: „Ben
der is op weg naar u toe. Wacht nog met
brief aan ministerie",
f37«Cdt wTvnlar<fl