Alkmaarsche Courant. De gevolgen van een operatie. Jladioitieuws Honderd vijf en dertigste Jaargang. VRIJDAG 13 JANUARI Ho. 11 1933 Zaterdag 14 lanuari. Hilversum, 1875 Af. (Uitsluitend VARA), g.Gramofoonpl. 10.VPRO-morg en wij ding. 10.15 Voor Arb. in de Continubedrij ven VARA-kleinorkest o.l.v. P. Duchant en declamatie door R. Numan. 12.De Noten krakers o.l.v. D. Wins en gramofoonplaten 2 15 Gramofoonplaten. 2.50 Lezing. 3 10 VARA-Mandoline-orkest o.l.v. J. B. Kok en gramofoonplaten. 3.50 Causerie door P. Tiggers. 4 30 F. Barmes: Het socialisme nu. 4 50 Concert. C. Steyn, accordeon en J. Vo gel, piano. 5.10 Reportage uit het Veilig heidsmuseum te Amsterdam. 5.40 Literaire voordracht. 6 Friesch uurtje. 7.— Cause rie over Volkstuintjes. 7.15 Toespraak A. de Vries. 7.30 „De Flierefluiters" o.l.v. Hugo de Groot. 7.55 Herhaling SOS-berichten 8Bonte Avcnd. De Dorpsbarbier, VARA orkest o.l.v. Hugo de Groot m. m. v. Jo Vin cent, sopraan; VARA-tooneel o.l.v. W. van Cappellen. 10.VARA-Varia. Orgelspel door Joh. Jong. 10.30 Vaz Dias. 10.40 12.Gramofoonpiaten. Huizen, 296 Af. (Uitsluitend KRO). 8. 9 15 en 10.Gramofoonpl. 11.3012. Godsd. halfuurtje. 12.15—1.45 Trioconcert. 2.Jeugdhalfuurtje. 2.30 Kinderuur. 4. Orgelconcert. 5.10 EsperantonUuws. 530 Schlagermuziek. 6.20 Causerie. 6.40 Vervolg concert. 7.10 Kath R V U. 7 45 Sportnieuws. 8 Orkestconcert m. m. v. Trio. 9.Vaz Dias. 9 45 Voordracht. 10.— Vervolg con eert 10 30 Voordracht. 10.45 Vervolg con cert 1112.Gramofocnplaten Daventry, 1554 Af. 10.55 Morgenwijding 1P 50 Tijdsein, belichten. 12.20 Orgelspel 5 Gustard. 120 Commodore Grand-orkest o 1 v. J. Muscant. 2.20 Zang door H. Thorpe, tenor en F. Richardson, bas. 2.50 Ch Shad well en zijn orkest. 3.50 Sydney Baynes en zijn orkest. 5.05 Orgelspel R. Foort. 5 35 Kinderuur. 6 20 Berichten. 6.50 Causerie. 7.05 Welsh Intermezzo 7.25 Lezing. 7 59 C.abaret-lied'es door Gertrude Lawrence m. m v. BBC-Dansorkest o.l.v. H. Hall. 8.05 Liedjes door Melville Gideon. 8.20 Prome nadeconcert uit de Queen's Hall door het BBC-Svmphnie-orke9t en solisten o.l.v. Sir Henry Wood. 9.50 Berichten. 10.10 Vervolg concert. 11—12.20 Dansmuziek door Am brose en zijn Band. Parijs „Radio-Paris?'1724 Af. 9.20 Or kestconcert. 12.20 Concert d. h. Omroep orkest. 4.10 Dansmuziek. 9.05 Gramofoon- laten. 9 35 Concert door orkest o. 1. v. F. ouche. KaLundborg, 1153 Af. 11 20—1 20 Con cert uit Rest. „Wivex". 1 502.20 Gramo foonpl. 2.50—4.20 Radio-harmonie-orkest o. 1. v. L. Gröndahl. 7.20 Zweedsch-Deensch Koorconcert uit de Domkerk te Kopenhagen. 8Bonte Avond mjn.v. het Omroeporkest 0.1.v. Reesen en solisten. 10.2511 50 Dans muziek o.l.v. Julian. Langenberg, 473 Af. 6.25 en 7,25 Gramo foonpl. 11.20 Concert door Kamer-orkest o 1. v. Spitz. 12 20 Concert o. 1. v. Wolf. 1.55 Gramofoonpl. 4 20 Werag-Kamer-orkest o 1. v. Spitz m.m.v. sopraan, tenor, bas en 6axophoon. 7.20 Bonte Avond m. mv We- rag-orkest en solisten o. 1. v. Neumann. 10.05—tl.20 Concert o. 1. v. Wolf 11 20— 12 20 Dansmuziek (Gramofoonplaten). Rome, 441 Af. 8.20 Opera-uitzending. In de pauze: Causerie. Na afloop: Berichten Brussel, 508 en 338 Af. 508 M.: 12.20 Concert uit Antwerpen. 1.302.20 Omroep- k.Ieinorkest o. 1. v. Leemans. 5 20 Dansmu ziek 6.35 Zang door Mevr. Harvant. 715 Oramofoonpl. 8.20 Waalsch uurtje. 9 20 Koorconcert. 9 3012.20 Dansmuziek uit St. Sauveuer te Brussel. 338 M.: 12.20 Om roepkleinorkest o. 1. v. Leemans. 1.302.20 Gramofoonpl. 5 20 Omroeckleinorkest o. I. v Leemans. 6 20 Gramofoonpl. 6.50 Con cert. G. Pitsch (ccl'o) en Mej. Mad. Mury (piano). 8.20 Omroeporkest o. 1. v. J. Kumps en declamatie. 10.30 Gramofoonpl. 10 50 Concert o. 1. v. P. Moreaux. 1150—12.20 Gramfoonpl. Zeesen, 1635 Af. 6.55 Oratoriumconcert o 1. v. J. Röder. 7.20 Concert door Werag- Klein-orkest o. 1. v. Evsoldt. M. m. v. solis ten. 9.50 Berichten en hierna tot 11.50 Dansmuziek door Otto Kermbach en Leh- mann met hun orkesten. DE CHRISTELJK-DEMOCRATISCHE UNIE EN HET MAATSCHAPPELIJK ONRECHT. Een rede van den heer H. S. van Houten uit Groningen in de Unie. De heer André opende gisteravond de vergadering met de voorlezing van de Zalig sprekingen uit Matth. 5 3—16 en sprak dan een kort woord van welkom tot de in slechts ering aantal opgekomen belangstellenden, pr. hoopte dat deze geringe opkomst den ïeer van Houten, den spreker van den avond, niet zou weerhouden om met evenveel enthousiasme als voor een volle zaal de beginselen der Chr. dein. Unie uiteen te zetten. Het woord aan den heer van Hokten. Spr. begon met er op te wijzen, dat Gods Woord dikwijls in sobere woorden rijke lessen ook voor het politieke en maatschap pelijke leven bevat. Het schip, waarop de profeet Jona zijn van God gegeven opdracht trachtte te ontvluchten, weid met ondergang bedreigd. Het noodweer, waardoor het wordt geteisterd, overkwam het schip niet vanwege de zonden der heidensche beman ning, maar wegens de zonde van Jona. den man Gods, den vertegenwoordiger van de Oud-Testamentische kerk. Zou, vroeg spr. zich af, de vraag niet gerechtvaardigd zijn, of niet veel der rampen, die de wereld thans met ondergang bedreigen, gevolg zijn van de zonden, vooral ook de sociale zonden der christenen? Wii mogen aan de ellende niet gevoelloos voorbij gaan. Wij hebben er schuld aan; wij hebben een roeping in dezen. Zonder menschenvrees, zonder aan zien des persoons, moeten wij in deze wereld, die vol is van verwarring, onrecht, ellende en verdrukking, ons christelijk beginsel uit dragen. Spr. herinnerde hier aan Christus, Die, toen Hem de boodschap bereikte, dat Zijn vriend Lazarus dood was. naar Bethanië reisde, hoewel Hij de bedreiging der Joden kende. De discipel Thomas zeide, toen alle moeite om Christus van dien tocht af te houden, vruchteloos was geweest, zoo tref fend: „Laat ons met Hem gaan, opdat wij met Hem omkomen". Zoo willen wij Christen- Democraten ook achter Jezus gaan, al be dreigen ons de steenen der verblinde over- priesters en schriftgeleerden Wij willen het den menschen toeroepen: gij behoeft uw christelijk geloof niet los te laten, om so ciaal te kunnen zijn en het onrecht te be strijden. Menigeen worstelt in dezen tijd op zijn knieën, om vanwege de sociale zonden der christenen Christus niet te verliezen. Wij zullen die sociale zonden erkennen, ze be strijden. Wij willen zijn christen èn demo craat; omdat wij Christen zijn, zijn wij demo craat. Wij houden vast aan Gods Woord Maar wij willen, dat de politiek zich daarnaar richt. Heel de politiek moet van de christe lijke beginselen doortrokken worden Aan vrome woorden alleen hebben we niet ge noeg; wij willen de christelijk, daad, o»k op maatschappelijk en politiek gebied. Gerech tigheid verhoogt een volk. maar de zonde is eeii schandvlek der natiën. Ook de sociale zonde! Onze maatschappij-inrichting is met' de eischen van het christelijk beginsel in abso- luten strijd. Het eigenbelang, de zelfzucht het egoïsme is de motor, die ons productieproces in be weging brengt. Het gaat alles om de winst, om geld en macht en eer De economisch zwakke legt daarbij het loodje. Hij on vangt niet de waarde van zijn arbeid; anderen pro- fiteeren van zijn werk. Het „ieder voor zich" is richtsnoer voor de maatschappij-orde. Maar in onverzoenlijken strijd met dit individualistisch beginsel is het Woord Gods. De christelijke politiek van thans is kaoitalistisch. De politiek der beide groote protestantsch christelijke partijen is vooral de laatste jaren hiermee in strijd. Waardeering voor wat b.v. in den schoolstrijd bereikt is, mag ons 't oog niet doen sluiten voor 't tekort van thans. Wat de sociale politiek aangaat, zijn a.-r. en c.-h. schromelijk tekort geschoten. Dan zijn ze zuiver liberaal, dat is kapitalistisch. Daartegen gaat ons protest, ons verzet. Wij willen een politiek, in overeenstemming met en levende uit het christelijk beginsel en dus een politiek, die voor den arme opkomt, den verdrukte helpt, den oude verzorgt. Op voor staatspensioen! Is het niet treurig, dat in ons christelijk land zoovele ouden in armoedige omstandig heden verkeeren? Vergeet men in „de eeuw van het kind", bij de verzorging van het op komende leven, niet al te veel den oude, het ten grave neigende leven? Moest actie voor premievrij staatspensioen nog n o o d 1 g zijn? Is die noodzaak niet een aanklacht? Menschen, die zich lange jaren nuttig heb ben gemaakt voor de gemeenschap, zendt men op hun ouden dag heen met een harte loos: „gaat heen en wordt warm". Staatspensioen zou demoraliseeren zegt men. Maar de Kamerleden hebben, zoodra ze aftreden, premievrij staatspensioen! Door de wet-Talma hebben vele zeventigjarigen, waarvoor nooit premie betaald was, staats- >ensioen gekregen, terwijl door de wet-Aal- >erse ongeveer 200000 oudjes van 65 jaar en ouder, die minder inkomen hadden dan 1200, het eveneens ontvingen. Daarbij is elke band van Icon reeds losgelaten. Zijn deze ouden van dagen nu gedemoraliseerd? Of zijn ze heel dankbaar voor de tegemoet koming? Immers het laatste! Maar mag dan een a.-r. en c.-h. het staatspensioen alleen ntvangenenerniet voorstrij- e n? Gelukkig dat ook in de christelijke krin gen al meer sympathie voor staatspensioen komt. Er is nu een christelijke bond voor staatspensioen, waarvan spr. voorzitter is. De doelstelling is precies dezelfde als van n bestaanden neutralen bond. Aparte or ganisatie is echter wenschelijk, omdat de be staande bond door zijn propaganda-metho- den (tooneel, vergaderingen op Zondag, enz.) geen voldoende vat heeft op het chris telijk volksdeel. Als nu velen zich opgeven als lid van den christelijken bond, dan kunnen de rechtsche partijen niet langer ver klaren, dat men in christelijke kringen niet voelt voor staatspensioen. Dan moeten ze op den duur hun verzet prijs geven en is het staatspensioen in veilige haven! Het voeren van actie ter verkrijging van premievrij staatspensioen achtte spr. thans noodzakelijker dan ooit, omdat er nu zooveel méér menschen dan eenige jaren geleden zijn, die een armen ouden dag tegemoet gaan, doordat de crisisomstandigheden hun bezit vrijwel waardeloos maakten of hun loon bedenkelijk deden dalen. De oprichting van den chr. bond geschiedde in overleg met den neutralen bona, het doel was de actie voor het staatspensioen,te versterken en ge scheiden op te trekken, om ten slotte vereend te slagen. Tot dusver is de christelijk democratische unie de eenige protestantsch christelijke par tij, die zich voor staatspensioen heeft uitge sproken. Degenen die voor staatspensioen zijn, maar van christelijken huize, hebben dus geen keus; hun partij kan alleen de C. D. U. zijn. Van christelijke zijde wordt ons meerma len gevraagd zoo ging spr. voort of wij niet beter principieele politiek zouden kunnen voeren. En dan wijst men, vooral als 't tegen de verkiezingen loopt, op datgene wat dan principieele politiek heet. Maar on danks de jarenlange rechtsche meerderheid is er geen sprake van een betere Zondags wet; van wederinvoering der doodstraf; van verscherping der begrafeniswet en tegen gaan der lijkverbranding; van afschaffing der staatsloterij, den leerplicht, het algemeen kiesrecht, enz. Men probeert het niet eens. Ziet men het a.-r. verkiezingsmanifest b.v. dan zijn het alles economische, materieele dingen. Het is alles slechts uiting van een conservatieve politiek. Bezuiniging, loonsver laging, inkrimping, enz., alles om het kapi taal in staat te stellen de door de crisis ge slagen gaten weer aan te vullen. Elke Vrijheidsbonder kan de a.-r. politiek onderschrijven, de bejde chr. partijen voeren liberale politiek; een materieel, kapitalisti sche politiek. In eigen kring klaagt men er over en men zegt: de politiek is vuil, zij schermt met mooie woorden, maar brengt niets. Spr. kwam dan tot de sociale wetgeving en hij uitte zijn bevreemding erover, dat de chr. vakbeweging zich het vuur uit de slof fen liep voor volksvertegenwoordigers, die al aanstonds zeiden geen enkele der eischen van de arbeiders te willen onderschrijven Sterk keurde spr. het in dit verband af. dat het kamerlid Amelink, kennende de t. b. als volksziekte in Twente, toch stemde vóór verlaging der subsidie tot bestrijding dezer ziekte. Als de chr. vakbeweging haar beste leden kwijt wil, moet zij ben opbergen in de volks vertegen woord iging Aan de hana va: Oorspronkelijke roman door Jan Walch. 19 Dat heb ik natuurlijk gedaan. Trouwens Iets daarvan wist hij al, van een ambtenaar, meneer Lugt's onmiddellijken chef Ayeen. die scheen het niet bepaald als een ziekte- geval voorgesteld te hebben. Die had gespro ten van een zekere „openhartige onhebbe lijkheid". dat zijn de woorden zelf, die me neer Helman gebruikte, en die hij aanhaalde van die onmiddellijken chef, meneer Colver En van „onevenwichtigheid", „een ongemoti veerd uitvallen". Ja, dat begrijp ik volkomen", knikte Kees. En verhaalde de scène van Colvers's bezoek. Dr. Marelman luisterde aandachttig, en bleef nog even zwijgen, toen Kees uitgespro ken had. Ik zit er over te denken", zei hij toen, „of het misschien niet het beste zou zijn, als we open kaart speelden, en precies zeiden, wat meneer Van Hoghen Lugt mankeert. Met de uitzichten op beterschap". Ja, dat zou misschien wel het beste zijn". Misschien", herhaalde de dokter met eenigen nadruk „Maar in de eerste plaats zou mevrouw Van Hoghen Lugt, wie ik be loofd heb, den aard van zijn „ziekte" nu }a, „ziek*" tehei* te keuken, ket goed moeten vinden Als we haar zeggen, dat in 't belang van haar man is, speciaal in deze aangele genheid, dan zal ze dat wel goed vinden. Hm", zei de dokter, nadenkend voor zich uit pratend, dat is mogelijk. Maar..." Maar dat moet dan gauw gebeuren", wilt u zeggen". Dat ook; en 't zal nogal lastig zijn om dat vlug genoeg te doen, want ik denk, dat er morgen al wel een brief naar van Hoghen Lugt weggaat, als die al niet weg is Maar er is nog iets anders: zijn we werkelijk verantwoordelijk, als we haar dien raad geven?" 'TJu, ik zou zeggen: ja". Dat zegt u, omdat u het ambtenaars- millieu met al zijn gevoeligheden en, enfin zijn eigenaardige mekaniek, niet kent. Kijk es, u is een vriend van Lugten i k wil h>m ook graag helpen; dat vind ik ook wel een beetje den plicht van een medicus wanneer iemand zoo hulpeloos is. Maar op zoo'n ministerie Nu, ik wil 't niet te on gunstig voorstellen; maar 't is wel wat op timistisch, te verwachten, dat men daar ook zooveel hulpvaardigheid en welwillendheid zou betrachten. Kijk es, hoe in dit speciale geval nu de verhoudingen zijn, dat weet ik niet, maar in 't algemeen: een baantje is een baantje; en daar wordt op geaasd. Ér zitten gewoonlijk wel neefjes of vriendjes van ambt tenaren op den loer daarnaar. Een vacature is iets, waar velen van de college's en van de chefs in 't algemeen! wel op ge steld zijn. En zoo'n onmiddelijke chef, die blijkbaar zeer gefrolsseerd is, dat is een Waad difi*; uut die is de aanjawwa ad Aan de hand van ingen bij stakingen in ministerieele bemoei de textielfabrieken in viseur, de voornaamste adviseur. En als die nu hoort, dat het de waarheid was, die Lugt zoo'n laten we zeggen: oneerbiedige houding tegen hem deed aannemen; dat dat zijn ware gevoelens goed zal doen. Er is 'n term, die in zoo'n geval nogal eens gebruikt wordt; dat is de term „karaktereigenschap pen, die iemand voor het ambtenaarschap ongewenscht maken". Dat weet mevrouw waarschijnlijk ook wel gevoeld, toen ze er op stond, dat we niet zoo precies moesten ze gen, wat er nu eigenlijk met hem „los"is Een tijdelijke geestelijke storing van o n b e paalde soort is misschien dan nog van twee kwaden het minste Ik zou bereid zijn, naar Florence te gaan zei Kees peinzend, na eenige pijp-halen hij was nu langzamerheid wel zoozeer de omgeving vergeten, dat hij zijn toevlucht weer tot zijn pijpj genomen had „als ik wist, dat ik daar van nut kon zijn Dat zal misschien wel spoedig het ge val wezen", zei de dokter, „maar voor het oogenblik Er werd geklopt Het dienstmeisje kwam binnen, en bracht den dokter een telegram. U permitteert?" Hij had het opengebroken. „Daar heb j*e het al", zei hij. „Nu, dat is vlug, moet ik zeggen". Kees keek vragend aan. Een telegram van mevrouw Lugt". ELFDE HOOFDSTUK. Er moet gehandeld worden. haar?" Mtrotónf a Een telegram van Ér was mo vreemd* Twente, constateerde spr., dat de regeering een kapitalistische politiek voert, die door de Kamer nog steeds maar wordt geduld Meerdere staaltjes werden door spr. aange haald, waarna hij betoogde, dat het niet juist is om dezelfde heer en weer als volksver tegenwoordigers te kiezen. De crisispolitiek der tegenwoor dige regeering deugt niet. De crisispolitiek, die door onze regeering wordt gevoerd, werd door spr. sterk gehe keld. Zij handhaaft ook hier de ongebreidel de winsten, getuige de zich steeds meer op stapelende goudvoorraden bij de banken, ter wijl de regeering geen opheffing van het bankgeheim wil. Zeker, de landbouw wordt gesteund. Er is tarwesteun, bietensteun, melksteun, varkens- steun, enz. Er is stellig wel iets gedaan om den nood van het platteland te lenigen. Maar hoe wordt het gedaan? Spr wees op contracten, waarin staat: zoolang de tarwe- steunwet er is. bedraagt de huur per H. A. 40 en méér. W i e krijgt dus dien steun? De grondbezitter! En hoe gaat het met de andere maatregelen? Precies evenzoo. De boer krijgt straks minder reductie volgens de crisiswet-Ebels. Bij nieuwe inhuur jaagt men elkaar weer op, door de vrije concurren tie en 't gebrek aan cultuurgrond. De boeren krijgen steun 150 millioen in 't jaar! maar ze b'ijven even krap zitten. Ze betalen er pacht en hypotheekrente van. Want van dien kant dreigt hun gevaar: beslaglegging, faillissement, ontbinding van het huurcon tract. Zij zelf houden daardoor, bij de huidi ge prijzen, vrijwel niets over. 't Gevolg is: geen werk voor den landarbeider en pogin gen, om zijn schamel loon te drukken. Het land zegt: „hier is wel werk", maar de boer moet zeggen: „ik heb geen geld om het te betalen". De steun gaat naar het grond- en hypotheekkaoitaalDe rechtsche en liberale partijen willen dat zoo. Zij zijn tegen een goede pachtwet, die de bevoorrechte positie van het grond- en hypotheekkapitaal aantast en aan de werkers eerst brood verschaft. Boer en arbeider zijn beide de dupe van d»ze door en door kanitalistische politiek Maar ook de vaklui en kooplieden te platten- lande. Zij moeten wachten op betaling, ver- koopen minder en hebben weinig meer te doen. Wat onze bodem opbrengt, gaat bijna geheel naar grond- en hvpotheekkapitaal En 't p'atteland verkwijnt in kommer en ar mlede. Weer is de Christelijk Democratische Unie de e e n i g e protestantsch christelijke par tij. die een oachtwet wil, welke den boer een vast gebruiksrecht en matige pacht waar borgt en den landarbeider werk en een mini mumloon. Als de christ. vakbeweging haar eigen wenschen (bedrijfsorganisatie, verbindend verklaring der collectieve contracten, mede zeggenschap, handhaving van een redelijk loonoeil. enz.) in de Tweede Kamer wil hoo- ren bepleiten door christelijke Kamerleden, dan moeten ze zorgen, dat de Christ. Dem Unie één of meer mannen in de Tweede Ka mer krijgt. Vóór eenzijdige ontwapening. Spr. kwam dan aan het geweldvraagstuk en zette uiteen hoe het internationaal bewape ningskapitaal allerwege zijn agenten heeft, die op alle mogelijke wijzen wantrouwen moeten zaaien, opdat er voor de wapenfa brieken werk aan den winkel zal komen. Het internationaal bewapeningskapitaal let niet op nationaliteit en levert naar elk land, zoo dat in den grooten oorlog b.v. de Duitschers werden doodgeschoten met kanonnen, die in Duftschland waren gemaakt. De wapenfa brikanten, zei spr., zijn de verraders van het land, en niet de arbeiders. Of men dan niet het land mag verdedi gen? Afweergeschut voor vliegmachines helpt in den tegenwoordigen oorlog niet meer, doordat met vliegtuigen allerlei gassen wor den uitgestrooid over onschuldige volken En zou men een honderdvoudig onrecht mo gen plegen, omdat het heet dat een ander volk onrecht heeft bedreven tegen enkelen? Overal, in elk land bouwt men „verdedi gingswerken", niemand wil aanvallen; in den oorlog van 19141918 was er zelfs geen enkele „aanvaller" Maar, zei spr., de eigen lijke aanvallers zijn de diplomaten. Oorlog beteekent het beest in den mensch, hij verleugent de wereld, wat wij van 1914 1918 hebben gezien. Met geen enkel christe lijk beginsel is de oorlog in overeenstemming te brengen. In de oudheid was Gods volk door Hem belast met de bestraffing van andere volken voor bedreven zonden, maar zoo is het thans niet: alle landen hebben groote zonden en geen enkel land is door God tot bestraffing van anderen geroepen. ZOO STIJF ALS EEN PLANK. Kon zijn jas niet meer aantrekken, Nn weer zoo flink als ooit Hoe gelukkig moet deze man zich voelen, nu hij weer flink en .enig is, na zoo langen tijd een slachtoffer te ijn geweest van rheumatiek. „Het is lu vele jaren geleden", schrijft hij, „sinds ik voor het eerst met chronische rh>uira- tiek te bed moest blijven Daarna moest ik met twee stokken rondloopen Ik leef de in een ellendigen toestand tot vijf ;aar geleden. Ik kon me slechts bewegen als een houten blok door me heelemaal rond te draaien. Ik kon mijn jas niet aan-of uittrekken zonder hulp van mijn vrouw. Maar dank zij Kruschen Salts, dat ik nu vijf jaar lang regelmatig ge nomen heb .ben ik zoo actief als een jonge man van 23." E. H. Opgehoopte afvalstoffen en urinezuur, die de kwellende rheumatische pijnen doen ontstaan, krijgen kans om zich te vormen wanneer ingewanden en nieren te traag werken. Kruschen Salts spoort ingewanden en nieren aan tot beter functionneeren en drijft overtollig urine zuur en schadelijke afvalstoffen zacht en volkomen uit het lichaam. De pijnen worden nu gestild, gezwellen slinken, verstijfde ledematen worden weer lenig. Voortaan zal „de kleine dagelijksche dosis" U inwendig schoon houden, vrij van afvalstoffen, overtolliar urinezuur en dus ook vrij van rheumatiek Kruschen Salts is uitsluitend ver krijgbaar bij alle apothekers en drogis ten è./0 90 en/160 per flacon. ziü stem; die den dokter even nieuwsgierig en scherp deed toekijken. Maar meteen reikte hij Kees met rustig gebaar het groene velle tje toe. Die las: „Telegram Ministerie verlangt van Henri onverwijlde opheldering betref fende nationalistensamenkomst Straatsburg en zijn woorden aldaar. Wat doen? Geef alstublieft raad". Er was een poos van zwijgen. Toen zeide dr. Marelman: Nu moeten we dus tot een besluit ko men". Ik ga er heen", zei Kees. Ik geloof nu ook", zei de dokter, „dat persoonlijk overleg absoluut noodig is. We we ten er zoo uit de verte te weinig van Heeft Lugt zelf dat telegram al in handen, of wacht zijn vrouw nog met 't hem te geven? Ja, en hem terug te laten komen, dat acht ik óók allemachtig gevaarlijk. Nee, nee, dat moet niet. H ij moet niet in direct contact komen met 't ministerie Hebt u een spoorboekje hier met de in ternationale verbindingen?" De emotioneele haast ontging den dokter weer niet. Hij reikte naar zijn schrijftafel en gaf Kees het boekje, waarin deze dadelijk met snelle aandacht ging zitten zoeken. Intusschen dacht de ander na. Er gaat om elf uur nog een trein naar Antwerpen. Dan kan ik morgenochtend om vijf uur naar Brussel. En vandaar om half acht naar Bazel, en zoo verder. Om tien uur 's avonds kan ik dan te Milaan zijn". De dokter knikte zwijgend. „Ea dan zal f k morgenochtend em 'n uur of negen me dadfljA net d*a «eeceiarts-gaaeraal ia vacfcuwün* Wij willen en mogen het goddelooze mid del van oorlog niet toeoassen, omdat in die richting geen gerechtigheid is te vinden. De persoonlijke overtuiging van dienst weigering vindt hare belichaming in de een zijdige ontwapening en het is de C. D U., die dit beginsel het best voorstaat, beter dan de soc.-dem. en anderen die eigenlijk niet eerder willen ontwapenen dan nadat ande ren het hebben gedaan. Wie den vrede wil, bewapene zich niet ten oorlog, maar vemie- tige het wapentuig dat den vrede zou kun nen verstoren. Men kan nu wel zeggen, dat de G D. U. nog zoo klein is, maar, zei spr., dit behoeft niet te beletten op haar te stemmen, want het uitbrengen van ziin stem moet een kwes tie van overtuiging zijn en kan andere par tijen, die daardoor stemmen verliezen, tot na denken brengen en misschien tot verbete ring. Het ledental der C. D U. neemt gere peld toe, in tal van streken des lands, en door allerlei lagen der bevolking worden wij geroepen om onze beginselen uiteen te ze'ten. Krachtig wekte spr. op. om in Nederland te midden van een wereld van winzucht en hebzucht toch op te heffen de Kruisbanier. Gedachtenwisseling. Eén der aanwezigen maakte gebruik van de geboden gelegenheid tot het stellen van vragen en hij bracht de kwestie der ontwa pening naar voren Hij vroeg: wat moet men doen, als gevaar dreigt van overstrooming van het platteland door zoogenaamde wild« horden. Een ander vroeg of liet premievrij staats pensioen financieel mogelijk is. De heer Van Houten beantwoordde de beide heeren. Ten aanzien van de weerloos heid-vraag wees spr. allereerst op het voor beeld van Gandhi. Maar de C. D. U. is niei vóór alles voor weerloosheid. Zij is b.v. vóór het houden van een goede politiemacht, onder voorwaarde echter dat de regeering die niet gebruikt voor materieele doeleinden (b.v. het do:rdrijven van loonsverlaging, enz.) Ten aanzien van oorlog zei spr., dat d« G D. U. geen onrecht van een ander land op soldaten van dat land zou willen wreken, maar bij den Volkenbond een oeroep zou wil len doen op het internationale recht (eenige voorbeelden waarin hiermee het gewenschta resultaat was bereikt, werden door spr. aan» gehaald). Met ..wilde horden" bedoelt men ge woonlijk de bolsjewisten en spr. wilde zeg* gen, dat tegen den geestelijken inval deze* menschen geen wapengeweld helpen zal. Men vreest hen echter het meest, omdat men in da bolsjewisten de aanvallers op ons maat schappelijk stelsel ziet. Tegen invalleis. die geweld plegen, mag men zich verdedigen, maar ook daaraan ziin grenzen: onschuldigen mogen er niet de dupe van worden en men mag niet enkel straffen de uitvoerders van een bevel tot aan* val, maar allereerst hen die daarachter zitten len, en hem nog eens goed duidelijk maken, dat Lugt, enfin, niet heelemaal toerekenbaar is. En ik zei u al, dat we over u gesproken hebben, ik zal hem zeggen, dat u naar hem toe is, om te zien hoe 't ermee staat; en hem dan meteen voorbereiden, dat het nog wet even duren kan, voor hij antwoord krijgt. En ja, meneer Bender, dan moet u maar met over leg handelen naar omstandigheden. Hoe dat met zijn verantwoording moet gaan; of hij zilt een geschikten brief kan schrijven; wat voor invloed u en mevrouw op den inhoud van dien brief kunt hebbenEnfin, ik zou niet graag verder in détails raad willen geven U mééntvroeg Kees. Ik meen niet s", antwoordde de dokter resoluut. „Neen, neen, werkelijk Het wordt zoo'n gecompliceerd geval, dat ik soms denk) hij moest maar... Nee, nog eens; ik weet van zijn omstandigheden, zijn financieele omstan- dieheden meen ik nu, niet genoeg. En... ik ben al wel wat héél ver buiten mijn zuiver me dische bemoeiingen gekomen. U is een vriend; van meneer Lugt, nietwaar". Hij legde een kleinen nadruk op „meneer"... U moet maar zien, wat voor hen beiden het beste is." Kees was al opgestaan. Ik zal mijn tijd noo dig hebben", zei hij. „Mag ik even een taxi opbellen?" Vijf minuten later reed hij naar zijn hotel, maakte zijn koffertje gereed, en pakte den trein van elf uur naar Antwerpen. Hem snelde vooruit een telegram van dr. Marelman: „Ben der is op weg naar u toe. Wacht nog met brief aan ministerie", f37«Cdt wTvnlar<fl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 5