(panflavm
Van Rommelzaken Hobbeltie
Mond en keelholte
desinfecteeren met
Nieuws uii België.
alleen met wandelkaarten kon worden gewan
deld. Thans is dit natuurreservaat, waar een
ieder mag wandelen. Toen de Provincie het
terrein kocht, werd een persoonlijke verbinte
nis aangegaan, waarbij de Prov. verplicht
ic om op het terrein vrije wandeling toe te
staan aan personen, in het bezit van wandel-
kaarten, door de familie van Reenen of de
Bouwgrond-Maatschappij Bergen en Bergen
aan Zee uitgegeven. De wandelkaarten daar
voor worden in Bergen verstrekt en met vrije
wandeling is bedoeld: wandelingen langs
paden en wegen. Bovendien verkreeg de Prov.
de bevoegdheid om voor misbruikmakende
personen de vergunning in te trekken. Met
servituut houdt dus niet in, dat men maar
overal mag rondloopen. De vrije wandeling
betrof: de"Uilenvangersweg, de Zwarte weg
en het Berger paadje. De praktijk is, dat men
langs meer wegen loopt, zelfs zonder kaarten
Zonder kaarten mag men
wandelen langs de wegen
van het P. W. B. Het servituut word;
dus niet beperkt en gesabotteerd, maar zelfs
in uitgebreiden zin royaal uitgevoerd. Wij
geven zelfs zonder kaarten aan ieder de ge
legenheid, te wandelen in dit terrein,'mits op
de wegen. Op de kaarten, die de familie van
Reenen uitgeeft, staat, dat het verboden is,
te wandelen, waar bordjes staan met „Verbo
den toegang". Men stoort zich daar niet aan
en dat kan niet. Wandelingen langs prach
tige wegen, waarop men volop kan genieten
van het natuurschoon, blijven er voldoende
over.
Het hek heeft met genieten van natuur
schoon niets te maken; het hek maakt nu on
mogelijk, dat men bij het Zandgat de duinen
in kan gaan en dat men overal in de duinen
kan komen. Daarom is het hek doorgetrokken.
Spr. is voorts van oordeel, dat de houten
trap, door de gemeente Bergen gemaakt, bij
den ingang van het Natuurreservaat aan hei
Zandgat, het natuurschoon niet bevordert.
[Door de tourniquets in het hek kan men de
Guurtjeslaan en den Uilenvangersweg in
gaan. Uit het rapport van den rentmeester
blijkt, dat voorkomen moet worden, dat men
overal de duinen kan ingaan.
Verder zeide spr., dat het hek 5542 heeft
gekost en dat de post gevoteerd is op de be-
frooting van 1931 onder het hoofa: „Aan-
ooo vaste goederenvoorraden". (Protesten!)
De heer vanNuland noemde dit een
spitsvondigheid. Niemand heeft bij het goed
keuren van dien post geweten, dat daardoor
gelden voor het maken van het hek gevoteerd
werden. (Gelach.)
De heer Thomassen was door het ant
woord niet voldaan. Spr. wenschte in geen
enkel opzicht de in het rapport van den heer
Vogelenzang genoemde baldadigheden in be
scherming te nemen. Niet voor het eerst
sprak hij in de Staten over het openstellen
van duingebieden. Altijd deed hij dit met de
toevoeging, dat men de menschen moet lee-
ren, van de natuur te genieten. Spr. is een
van de eersten, die baldadigheden afkeurt.
Maar met het hek kan men daar niets tegen
doen. Baldadigen kunnen toch ook door de
tourniquets gan en er omheen loopen.
^"egen baldadigheden kan men beter op
treden door bewaking. In het drukke seizoen
zorgt Bergen wel voor bewaking in de dui
nen. Men had aan Bergen kunnen voorstel
len, die bewaking uit te breiden, desnoods
met behulp van de Provincie. Men leert de
menschen niet door hekken en prikkeldraad
de natuur te eerbiedigen Het jonge plant
soen, dat vernield is, wordt niet door dit hek
beschermd. Dat geschiedt door een afschei
ding van gaas met palen. Als men er toch
overheen kruipt, dan kan dit hek daar niets
tegen doen.
Wanneer men de opsomming van mr
Bruch over het kattekwaad, dat bedreven
is, achter elkander hoort, dan lijkt dat nog
al wat, maar als men dat over een jaar ver
deelt, dan valt het nog al mee, hetgeen niet
wil zeggen, dat ik het goed praat. Om daar
tegen echter een hek te zetten, dat schande
lijk misstaat in de omgeving, is een argumen
teering, die ik niet kan onderschrijven. Boven
dien beschermt men in de duinen het jonge
plantsoen met gras, omdat het anders door
de konijnen wordt opgegeten. Tegen balda
dige menschen past menschelijke hulp. Tegen
hen geeft een hek, dat zich niet kan verplaat
sen, niets.
Spr. heeft ook het werklokaal gezien bij
den Uilenvangersweg en wil aannemen, dat
dit een paar keer is beschadigd. Dit gebeurt
echter overalin Amsterdam stelt men er be
wakers bij.
De weg was hier geweest: overleg plegen
met Bergen.
Dat nooit aanmerkingen zijn gemaakt over
het hek langs den Noordkant, komt omdat dit
hek staat in het groen en niet vloekt met de
omgeving en niet gelegen is in de richting,
waar de wandelaars gaan. In de Schoorl-
sche duinen van het Staatsboschbeheer,
groot 1780 H A duinen, die veel teerder zijn
dan onze eigen duinen, ziet men dergelijke
wanstaltige hekken niet; hoogstens ziet men
daar een hekje om jonge aanplantingen en
daarop maakt niemand aanmerkingen.
Dit hek. dat ons duingebied scheidt van
het Berger Natuurreservaat, stoort de natuur
en de planten worden er n;et door be
schermd Nu geen wandelkaarten gevraagd
worden, is beschikbaarstelling van die kaak
ten via de V.V V. niet noodig en kunnen wij
het zoo laten. Het hek voldoet niet aan zijn
doel; als er geen toezicht van menschen
komt, dan kan de heer Vogelenzang het vol
gend jaar weer een dergelijk rapport indie
nen.
Spr. hoort nog gaarne, wat men van an
dere zijde van de zaak zal zeggen. Thans is
hij geneigd, een voorstel in te dienen, het hek
op te ruimen en het te plaatsen in de naaste
omgeving van de prise d'eau. Dat men daar
pootjes-baders heeft aangetroffen, bewijst,
dat daar een hek ontbreekt Dit hek heeft met
de prise d'eau echter niets te maken.
Spr. teekende nog protest aan tegen de af
sluiting van het Speelduin bij Duinvermaak
Dit is een mooie gelegenheid voor vermaak
van kinderen en om bezoekers af te houden
van ba'dadigheid.
Mr. Wendelaar constateerde uit de op
merking van mr. Bruch. dat hii zich de vo
rige maal blijkbaar vergist heeft, toen hij be
weerde, dat het hek 2 M. hoog was. Spr.
sloot zich overigens volkomen aan bij het be
toog van den heer Thomassen. Hij drong er
bij de leden op aan, de zaak te bezien in het
licht van de plaatselijke omstandigheden.
Spr. kan zich begrijpen, dat de Amsterdam-
sche leden van meening zijn, dat een eigen
dom moet worden afgescheiden In Bergen
is de toestand echter totaal anders dan men
ten Zuiden van het Noordzee-kanaal gewend
is. Wij kennen daar in de geheele omgeving
dergelijke hekken niet. De duingebieden zijn
daar niet afgezet Wel kennen wij hekken in
de directe omgeving van de waterleiding,
maar dit hek staat op een plaats, waar zich
geen kunstwerken van de waterleiding be
vinden en het moet dienen om het duinterrein
te beschermen tegen baldadigheid.
Spr. veronderstelde, dat de Staten onder
den indruk zijn geweesVdoor hetgeen hier
voor is aangevoerd. Dit is ongelukkig. Ifd^r
eigcna: van etn groot terrein, die het pu
bliek daarop toelaat, weet, dat daardoor
schade wordt veroorzaakt. Gelukkig zijn er
toch nog eigenaren, die desniettemin toela
ten. dat het pub'iek van de natuur geniet
Bij de behandeling van de A'kmaarsche be-
grooting wi-idt ook wei eens gewezen op
wandaden, veel erger dan hier zijn ge
noemd, in het plantsoen bedreven.
Spr. zeide dan steeds: Laten wij de zaak
in de groote lijnen bekijken. Kwajongensda
den moeten worden tegengegaan, doch daar
om'mag het p'antscen niet worden afgeslo
ten. Het voordee', dat de bevolking van de
natuur kan genieten, is te groot; laten wij
liever daarvoor den prijs betalen, die noodig
is.
Gaarne gaf spr. toe, dat er in de duinen
dingen gebeuren, die riet goed zijn. Men
moet daarover echter niet al te verontwaar
digd zijn. Laten wij ieder voor zich, met een
hooge uitzondering, bedenken, wat wij als
jongens hebben uitgevoerd. (Gelach!)
Nu zegt men, dat het hek noodig is voor
bescherming van de duinen. Als dat noodig
is, sluit het dan geheel af, maar plaats geen
hek, waar men omheen kan loopen. Wanneer
men in de vrije natuur wandelt, moet men
niet gestoord worden door zoo'n afschuwe
lijk kunstwerk. Wanneer het lid van Ged
Staten zegt, dat zijn aesthetisch gevoel er
niet door gestoord wordt, dan heb ik een
klein beetje medelijden met het aesthetisch
gevoel van dit lid, want het is heel erg, zoo
als mijn aesthetisch gevoel daar wel wordt
gestoord.
Ik wil dan ook een stapje verder gaan dan
den vorigen keer en een bepaald voorstel
doen om het hek te verwijderen en te plaat
sen in de buurt van de kunstwerken. Ik heb
eertige aarzeling moeten overwinnen om met
dit voorstel te komen, omdat men zal zeggen
,.Het is te erg, om een hek, dat er staat, af
te breken". De verantwoordelijkheid daar
voor berust echter niet bij ons.
Spr. neemt aan, dat G°d. Staten door het
voteeren van den genoemden post van meening
zijn, het hek ;daar te mogen plaatsen, maar
het College van Prov.. Staten heeft daar
niets van geweten en mede namens den heer
Asscher deed spr. het voorstel, het hek af te
breken en het te plaatsen, zooals op eendoor
hem overgelegde kaart is aangegeven.
Devoorzitter: U zult een motie moe
ten voorstellen, want Prov. Staten kunnen
niet besluiten, het hek af te breken.
Mr. Wendelaar wijzigde hierop zijn
voorstel in een motie, waarin de wenschelijk-
heid van de verplaatsing van het hek, zoo
als in het voorstel is aangegeven, tot uiting
komt.
Deze motie is ook door den heer Thomas
sen onderteekend.
De heer Westerhof constateerde, dat
nog slechts van één motief, n.1.. dat het hek
onnoodig is, sprake kan zijn. Men zou kun
nen zeggen: „Het is jammer voor het geld,
maar het doet ons geen kwaad, dat het hek
er is gekomen". Gedep. Staten hebben ge
zegd, dat iedereen er zonder kaart kan ko
men. Het natuurschoon is dus toegankelijk
Spr. protesteerde er tegen, en deed dit met
verheffing van stem, waarbij hij echter al
leen van Mr. Bruch de instemming ver
kreeg, dat stemmen tegen het hek zijn opge
gaan van menschen, die eigen terrein volko
men hebben afgezet Die menschen, zoo ver
volgde hij, zitten hier en denken ons een
lesie te geven.
Mr. Bruch zeide. dat het juist is, wat
de heer Westerhof zei. dat de vriie wande
ling op de paden is gebleven. Het eenige
overblijvende argument is, dat het hek lee-
lijk is. Spr. ontkende dat ten sterkste, ook op
grond van de mededeelingen van de men
schen, die bet hek hebben gemaakt. Meerdere
leden van Ged. Staten zim gaan kijken. Nu
is het mogelijk, dat Mr. Wendelaar medelij
den heeft met het aestehetisch gevoel van
Ged Staten en van de ambtenaren, maar het
hek is niet overbodig en het maakt, dat men
alleen op het terrein kan komen door de
tourniouets. Voorkomen moet worden, dat
men op de duinen kan loooen Het soijt spr
buitengewoon, dat er uit de Staten een soort
motie van wantrouwen teffen het obiectieve
ranport van den rentmeester is gekomen.
Wij allen kennen hem als een man, die kos
ten noch moeite ontziet voor het landgoed,
daarbij stesteund door Ged. Staten. Wanneer
hij het hek in strijd zou hebben geacht met
bet natuurschoon, dan zou hij zeker niet aan
Ged. Staten hebben geadviseerd, met een
degelijk voorstel te komen.
Men heeft aanvankelijk gemeend, dat men
hier niet vrij mocht wandelen. Dit bleek uit
een brief van de heeren Zeiler en Voute na
mens het Vreemde'ingenverkeer. waarin deze
hun voldoening er over uitspraken, dat in
het hek tourniouets komen, waardoor één
der bezwaren werd opgeheven Men meende,
dat het afgesloten zou worden, doch dit is
niet het geval.
De heer SneevlietWaarom staat het
hek er dan?
Mr. B r u c k Oodat men niet op rik punt
op het terrein kan komen Men mag al sedert
jaren niet buiten de paden. Overal staan
borden: Verboden toegang.
Het hek heeft ook groote verdienste tegen
over de konijnen, die er wel uit, maar cr niet
in kunnen komen (Hilariteit!)
Mr B r u c k Men heeft zelfs beweerd,
dat het hek gemaakt is om de konijnen op het
terrein te houden, teneinde de Directie de ge
legenheid te geven, op het terrein te kunnen
jagen. Maar het hek is juist zoo gemaakt, dat
de konijnen er wel uit, maar niet in kunnen.
De heer VanNuland betoogde, dat mr.
Bruck allerminst heeft aangetoond, dat de
post voor het hek is gevoteeid. Van nabij is
het spr. bekend, daf er in de duinen te Ber
gen tamelijk wat toezicht is geweest en nog
is. Men heeft er zelfs een rijksveldwachter,
die toezicht uitoefent. Spr kan zich dan ook
niet voorstellen, waarom men in den na
zomerdat hek daar heeft gemaakt en hij is van
meening. dat men in dezen tijd van bezuini
ging een dergelijk duur hek niet had mogen
maken. Spr. za! dan ook voor de motie
stemmen
De heer Sneev'iet is van oordeel, dat
Ged. Staten, blijkens de motie die vóór hem
ligt, blijkbaar gevoeld hebben dat het bek
kans had, te vallen Spr zou hri woord niet
hebben gevraagd, wanneer hij den vinger n'ri
had willen leggen op het feit, dat op ontoe
laatbare wijze van den kant van Ged. Staten
een lid. dat vragen heeft gesteld met een
kluitje in het riet wordt gestuurd In zijn be
antwoording aan den heer Van Nulano heeft
het lid van Ged. Staten gejongleerd en spr.
acht dit in strijd met het conti öle-recht. dat
Prov. Staten, op Ged. Staten hebben. Prov.
Staten krijgen een rebus ter oplossing Er
behoort vindingrijkheid toe om in dit ver
band den bouw van het hek te motiveeren
door den aangehaalden post van de be
grooting. (Gelach)
Spr meende, dat op de vraag van den heer
Nuland op dusdanige wijze geantwoord had
moeten worden, dat daarop controle van de
Staten mogelijk was geweest.
Voorts meende spr., dat over het hek een
ontzaggelijke emotie is gemaakt Er is met
hartstocht over gesproken en met hartstocht
voorgesteld om het weer af te breken. Spr.
meende, dat men bezig is, het werk, dat men
reëel moet doen te dringen oc een niveau
waar men niet moet staan.
De heer Westerhof: Dat heeft de
pers gedaan!
Geroep Llw eigen pers!
De heer Sneevliet: Neen. niet de pers.
Daarvan getuigt deze foto. Ik mag overigens
wel wat actie van de Soc-Dem., want er is
zoo weinig van overgebleven. Ook van den
kant van Ged. Staten is echter gewerkt op een
wijze, die grenst aan het belachelijke. Er is
geen enkel zakelijk argument gebezigd, dat
ons verklaart, dat inderdaad dit hek gebouwd
is, steunende op een begTOotingspost. In de
tweede plaats is niet verklaard, waarom het
gebouwd is. De heer Vogelenzang heeft een
sympathieken naam. Ik ken hem niet, maar het
zal wel een sympathiek man zijn. (Gelach!)
Zijn autoriteit draagt voor mij echter niet ver
genoeg, om op grond daarvan het hek te
handhaven. Ik meen overigens, dat er nog
een paar hekken meer moeten worden afge
broken en breek dan ook gaarne dit hek mee
af.
De voorzitter vond het merkwaardig,
dat de heer Sneevliet aanmerkingen op het
antwoord van den heer Van Nuland heeft ge
maakt, aanmerkingen, die de heer Van Nu
land zelf niet maakte. 11 Januari waren de
vragen van den heer Nuland ingekomen.
Woensdagmorgen vergaderden Ged. Staten.
De heer Van Nuland vroeg antwoord vóór
17 Januari. Niets was dan ook eenvoudiger
dan dit bij de interpellatie te doen (Protes
ten)!
De heer Sneevliet handhaafde zijn
meening, dat deze wijze van beantwoorden in
strijd is met het'contröle-recht, dat Prov.
Staten hebben.
Mr. Br uch: Dikmakerij!
De heer Sneevliet: Ik heb lang genoeg
naar U gekeken om daarmee besmet te wor
den. Ik blijf bij mijn meening, dat de vragen
van den heer Nuland schriftelijk hadden
moeten worden beantwoord.
De voorzitter bracht hierop de motie
in stemming, die werd verworpen met 35
tegen 21 stemmen. Vóór de motie stemden:
mr. Wendelaar, v.b.; Bruinsma, m.p.; mevr.
RibbiusPeletier, s.d.; Sneevliet, r.s.p.; A.
de Vries, s.d.; Boissevain, v.b.; Valkering,
r.k.; Voogd, s.d.; Hoogland, s.d.; Anker
smit, s.d.; Prins, ?d.; Thomassen, s.d.;
mevr. Miedema—Zondervan, s.d.; Van Nu
land, r.k.; Asscher, v.b.; Lambooy, r.k.; Sta
pel, vb.; Hartog, s.d.; Guepin, v.b.; Heilker,
r.k.Van Rooyen, r.k.
De vergadering werd hierop gesloten.
Tot onze groote verwondering hebben dus
de heeren Westerhof, Van de Vall en Ringers
tegen gestemd.
Het is wel zeer merkwaardig, dat geen
enkele V.D.-er vóór de motie heeft gestemd.
Men zou hebben mogen verwachten, dat deze
menschen, die zich zoo gaarne voor het volks
petitionnement verklaren, in dezen den volks
wil beter hadden verstaan. Het had hun toch
wel iets moeten zeggen, dat de Raad van
Bergen, de vertegenwoordiging van gehee!
Bergens bevolking, unaniem zich tegen het
hek heeft verklaard. Deze democraten gedra
gen zich echter wel eens meer zonderling.
Wij nemen aan, dat Ged. Staten vóór alles
de directie van het Prov. Waterl. Bedrijf in
haar dictatoriaal optreden de handen boven
het hoofd hebben willen houden.
Dat de anti-revolutionnairen en chr. hist
tegen de motie stemden, vindt waarschijnlijk
zijn grond in het feit, dat hun fractiegenoot
in Ged. Staten de p aatsing van het hek
muest verdedigen.
Dat ook de communist Wijnkoop en de
so .-dem. Westerhof evenals eenige andere
soc.-dem.(de soc.-dem. Polak, de Miranda
en Van der Walle waren afwezig) tegen
stemden, bewijst alleen, dat deze heeren wel
eens woorden spreken over de waarde van
het gemeenschapsbezit, doch nog het begrip
missen van de cu'tureele waarde om de
natuur toegankelijk voor het publiek te stel
len.
Onbehoorlijk, ja zelfs ontoelaatbaar was
de aanval van den heer Wecterhof op één der
menschen op de publieke tribune, die zich
daar niet verdedigen kon. Dat hij daarbij de
logica uit het oog verloor, schijnt er bij hem
minder op aan te komen. Vermoedeliik komt
die aanval voort uit het feit, dat de soc.-dem
raadsfractie te Bergen hem wel eens een lesje
in soc.-dem. gemeente-politiek heeft gegeven,
dat hij minder goed kan verduren.
In Bergen is het echter bekend, dat de op
de tribune aanwezige dr. Hemelrijk, die in
derdaad een krachtige stem tegen het hek
heeft laten hooren, het kleine stuk grond om
zijn huis wèl heeft afgezet, doch 's zomers
nog beschikbaar stelt als kampeergelegenheid
voor A. J. C.-groepen. Het komt ons dan ook
voor, dat de heer Westerhof in zijn aanval
allesbehalve gelukkig is geweest.
Mr. Bruch (het is bekend, dat Ged. Staten
aanvankelijk ze'fs n>et eens op de hoogte
waren van de plaatsing van het hek) had een
moeilijke taak. Blijkbaar heeft hij begrepen,
dat er in de Sta.en zoo langzamerhand een
stem-te- nrerit, tenen liet dictatoriaal op
treden i cte d're *ie van het P.W.B. en het
da? v -- c~' a'sof het hek op ad-
vifc vrn i'v i-n-'h V an rentmeester van
het Prcv •J-o d 7nt7';n ""platst Uit de
córresTcdr-'te t|»«<-Sen het P. W B en het
gemeentehrriurr van Bergen is intusschen
we' iris anders gebleken.
Dat mr. Brrch het beeft aangedurfd om te
beweren, dat dit hek slechts 1 M. hoog is, is
zijn zaak. Ge'ukki? Kan een iedor zich ervan
overtuigen, hoever hij er met deze bewering
naast is geweest.
Onjuist was ook zijn bewering, dat uit een
brief van de V V. V. te Bornen is gebleken,
dat d"nr d'e tourniouets het hoofdbezwaar
van de V.V V. tegen hr' hek is vervallen Een
dergeliike brief van de V.V.V. is nimmer bij
Ged. Staten ingekomen. De V.VV. in Bergen
staat infegenderi on het standpunt, dat het
hek een tevensbe'ang van Bergen schaadt.
Veriroedelük heeft mr. Errch echter het oog
gehad op een brief van de heeren Zeiler en
Voute. d;e a's ra->da'p''pp e°rst tegen het
hek protesteerden, aan den directeur van het
PAV.B.
Intusschen verheugen wij ons erover, dat
nu is komen vast te «taan. dat men thans
zonder wande'Vaarten ook on le wegen in het
Prov. duinwphied mag warde'en In de zit
ting van 22 Nov. hpette het no<r, dat de V. V.
V te Bergen te hrutaal was geweest om ze'fs
voor het uitreiken van wandelkaarten in aan
merking te kunnen komen.
Na de geval'pn beslissing hopen wij, dat dt-
Paad van de Kroon een uitsnraak zal ver
krijgen, dat dit hek als zijnde in striid met hr i
algemeen belang dient te worden verw';den! J
al ge'ooven wil niet dat het voor de Kroon
mo"te'ijk zal zijn een dergelijke uitspraak te
doen.
Beauraing, een nieuw bedevaartsoord.
De verklaringen van vijf kinderen. Wat
zij zeggen te hebben gezien. Een
reusachtige volkstoeloop.
Eerste dag.
Sedert een maand is België een katholiek
bedevaartsoord rijker, namelijk Beauraing,
een plaatsje op enkele kilometers van Roche-
fort, in de provincie Namen, dat in den
zomer minder van toerisme leeft dan Roche-
fort en in den winter in een afzondering leeft
waaruit het weinige verkeer het niet redden
kan. Op den weg naar Rochefort, vlak bij den
spoorweg HouyetPertrix, tegen een heu
veltje aangeleund, staat een klooster met een
kostschool, waar ook de kinderen van de ge
meente de lessen kunnen volgen. Het kloos
ter van de zusters der Christelijke leer staat
een 20-tal meter van den weg af gebouwd, en
is omringd door een ijzeren hek, waarachter
een weinig artistiek tuintje is aangelegd. In
dit tuintje, links, is een imitatie-grot gebouwd
met een Maria-beeld, O.-L. Vrouw van Lour-
des, een banaal, leelijk geheel, zonder poë
tisch karakter. Aan de andere zijde is eer.
kapelletje opgericht. En daar, op den straat
weg, hebben sedert verscheidene weken dage
lijks verbazingwekkende tooneelen plaats van
een biddende massa, die wacht op een mira
kel, op een of ander wonder, die hoopt een
visioen te zien, zooals vijf kinderen van de
gemeente verklaren te hebben aanschouwd.
Wie zooals wij voor de gebeurtenissen te
Beauraing onverschillig stond, moest ten
slotte gaan toegeven dat de godsdienstige
massabetoogingen op zich zelf reeds belang
stelling rechtvaardigen, een belangstelling,
die door ondernemende firma's te Brussel en
elders behendig wordt geëxploiteerd, want
dagelijks rijden toer-auto's naar het plaatsje
en steeds geheel bezet. Wij wendden dezer
dagen dan ook het stuur naar de Ardennen
en wat wij te Beauraing bijwoonden is zeer
eigenaardig.
De feiten, of liever de verklaringen van de
kinderen die het „hemelsche visioen" hebben
gehad, begonnen op 29 November, om half
zeven 's avonds. Een der kinderen, Gilberte
Voisin, een meisje van 13J< jaar, was nog
op school, in het klooster van de zusters der
Christelijke leer. Albert Voisin, een 11 -jari
gen knaap, met zijn zuster Fernande Voisin,
een meisje van 15K jaar, en in gezelschap
van hun vriendinnetjes Gilberte Degeimbre,
een 9-jarig kind, en Andrée Degeimbre, een
14-jar:g meisje, gingen haar afhalen. Zij!
stapten samen tot aan de deur van het kloos
ter en belden aan. Albert keerde zich eens om
en zei dat hij plots een licht zag. De metales
antwoordden hem dat dit het licht moest zijn
van een auto, maar toen zij zich op hun
beurt omkeerden, zoo vertellen zijn, zagen zij
ook het verschijnsel. En toen riep er een uit
dat het beeld van de grot, in den linkerhoek
van den kloostertuin, bewoog, terwijl de an
dere zei dat het een man was en de derde ook
beweerde, dat het 't beeld was van de Maagd.
En allen vluchtten weg, met gebogen hoofd,
om n:et meer te zien, en vol angst. Zij hadden
's anderdaags vrees om op dezelfde plaats
terug te komen Zij kwamen toch en weer
zagen zij het verschijnsel. Zij spraken er
thuis over en den volgenden dag gingen de
ouders mee, in gezelschap van Fernande en
xr Y°isin en van Andrée Degeimbre.
Nauwelijks bevond de groep zich aan het hek
van het klooster, of de drie kinderen zagen
opnieuw de verschijning, de Maagd Maria,
verklaren zij Zij vielen op de knieën en
baden. En als moeder Degeimbre verder
wilde gaan, in de richtng van de grot, riep
Andrée uit: „Neen moeder, gaat niet verder,
gij loopt er op".
Den volgenden dag gebeurde hetzelfde aan
het hek en toen de kinderen op de knieën wa
ren gevallen en het visioen zagen, vroeg het
knaapje, Albert Voisin, of de verschijning
wel de Maagd Maria was, waarop, zoo zei
hij, de verschijning een bevestigend teeken
gaf. Toen vroeg hij wat zij wilde en zij ant
woordde dat zij allen braaf moesten zijn.
Denzelfden avond, om 9 uur, gingen zij terug
Toen het visoen verdwenen was bleef eert
man achter die met een electrische zaklamp
in het geboomte zocht, waar de verschij
ning door de kinderen werd gesitueerd. Al
bert Voisin keerde terug en nauwelijks aan
het hek gekomen, zag hij opnieuw het visioen.
En zoo ging het eiken avond verder, onder
geleidelijk toenemende belangstelling, eerst
an de ouders, dan van.personen uit het
dorp, daarna van aan de gemeente vreemde
personen, dokters, journalisten, eenvoudige
menschen. Den Zondag begaven zij zich ter
plaatse met een knaapje van 8 jaar, Josenh
Degoudenne, dat op 2-jarigen leeftijd kinder
verlamming had gekregen, en met den 30-ia-
rigen Eugène Havenne, een blinde oom van
Andrée en Gilberte Degeimbre. Weer had
het visioen plaats en de kleine Albert vroeg
de genezing van den lamme en den blinde
aan de verschijnen. En dadelijk vroeg hij .ver
der wanneer zij mochten komen, waarop de
verschijning zou hebben geantwoord, „den
dag van de onbevlekte ontvangenis". Fer
nande Voisin vroeg dan of er een kapel moest
worden gebouwd, waarop de verschijning
„ja'' zou hebben gezegd 's Anderdaags had
Albert gevraagd aan de verschijning, dat, a!s
zij een genade wilde verleenen, zij alle mira
kels, die zij zou kunen doen, zou bewerken in
vollen dag. De verschijning had geantwoord:
,,'s Avonds". Zoo kwam men terug gedu
rende verscheidene dagen nog, met enkele on
derbrekingen, waarop de kinderen geen vi
sioen hadden. De verschijning zeide nog. dat
zij een kapel wenscht, verder niets. Doch
sedert de vorige week Disdag heeft elk visioen
opgehouden.
Elke verschijning werd voorafgegaan door
een wachttijd die soms bijna een half uur
duurde. Telkens als het visioen voor de kinde
ren begon, vielen zij allen samen op een zelf
de oogenblik op de knieën om dan met klem
en smeekend te bidden, zoolang de verschij
ning duurde. Zes dagen na de eerst verschij
ning werden de kinderen voor de eerste maai
ondervraagd door andere personen dan hun
ouders. Zij gaven een beschrijving van de
verschijning: een jonge mooie dame, in het
wit, kleine gestalte, een sluier over het haar,
gevouwen handen, blauwe oogen, enz. En de
antwoorden van de kinderen, afzonderlijk on
dervraagd, en onder scherp toezicht, verschil
den in niets. Tijdens de verschijning hadden
enkele oteneeskundige waarnemingen plaats.
Gilberte Voisin reageerde niet op een bran
dende lucifer onder de hand, evenmin als Gil
berte Degeimbre, enz.
Aldus bondig wat aanleiding geeft tot den
reusachtigen volkstoeloop te Beauraing. De
kerkelijke overheden houden zich afzijdig. De
overste van het klooster heeft in den beginne
getracht om den tuin voor het gebouw afge
sloten te houden en het publiek, aat eiken dag
45. Op een gegeven oogennuji meld
Jan plotseling op, sprong op Hobbeltje
met zijn zak en was in een oogenblik
verdwenen, terwijl de anderen nog lus
tig aan het d&nsen waren. Maar het
werd hoog tijd, dat Rommelzak op de
markt kwam, want om 10 uur begon
het.
46. iie, was dan ook extra druk. Van
alles kwam er aan de markt. Dieren,
zooals kippen, geiten, konijnen, honden,
katten, vogels enz. en allerlei andere
dingen. Er waren stoelematters, ketel
lappers, parapluie-makers, in één
woord van alles. De jeugd kreeg op
zoo'n dag ook meestal vrij, vooral als
Jan op de markt was.