(panflavm Van Rommelzaken Hobbeltie Mond en keelholte desinfecteeren met Nieuws uii België. alleen met wandelkaarten kon worden gewan deld. Thans is dit natuurreservaat, waar een ieder mag wandelen. Toen de Provincie het terrein kocht, werd een persoonlijke verbinte nis aangegaan, waarbij de Prov. verplicht ic om op het terrein vrije wandeling toe te staan aan personen, in het bezit van wandel- kaarten, door de familie van Reenen of de Bouwgrond-Maatschappij Bergen en Bergen aan Zee uitgegeven. De wandelkaarten daar voor worden in Bergen verstrekt en met vrije wandeling is bedoeld: wandelingen langs paden en wegen. Bovendien verkreeg de Prov. de bevoegdheid om voor misbruikmakende personen de vergunning in te trekken. Met servituut houdt dus niet in, dat men maar overal mag rondloopen. De vrije wandeling betrof: de"Uilenvangersweg, de Zwarte weg en het Berger paadje. De praktijk is, dat men langs meer wegen loopt, zelfs zonder kaarten Zonder kaarten mag men wandelen langs de wegen van het P. W. B. Het servituut word; dus niet beperkt en gesabotteerd, maar zelfs in uitgebreiden zin royaal uitgevoerd. Wij geven zelfs zonder kaarten aan ieder de ge legenheid, te wandelen in dit terrein,'mits op de wegen. Op de kaarten, die de familie van Reenen uitgeeft, staat, dat het verboden is, te wandelen, waar bordjes staan met „Verbo den toegang". Men stoort zich daar niet aan en dat kan niet. Wandelingen langs prach tige wegen, waarop men volop kan genieten van het natuurschoon, blijven er voldoende over. Het hek heeft met genieten van natuur schoon niets te maken; het hek maakt nu on mogelijk, dat men bij het Zandgat de duinen in kan gaan en dat men overal in de duinen kan komen. Daarom is het hek doorgetrokken. Spr. is voorts van oordeel, dat de houten trap, door de gemeente Bergen gemaakt, bij den ingang van het Natuurreservaat aan hei Zandgat, het natuurschoon niet bevordert. [Door de tourniquets in het hek kan men de Guurtjeslaan en den Uilenvangersweg in gaan. Uit het rapport van den rentmeester blijkt, dat voorkomen moet worden, dat men overal de duinen kan ingaan. Verder zeide spr., dat het hek 5542 heeft gekost en dat de post gevoteerd is op de be- frooting van 1931 onder het hoofa: „Aan- ooo vaste goederenvoorraden". (Protesten!) De heer vanNuland noemde dit een spitsvondigheid. Niemand heeft bij het goed keuren van dien post geweten, dat daardoor gelden voor het maken van het hek gevoteerd werden. (Gelach.) De heer Thomassen was door het ant woord niet voldaan. Spr. wenschte in geen enkel opzicht de in het rapport van den heer Vogelenzang genoemde baldadigheden in be scherming te nemen. Niet voor het eerst sprak hij in de Staten over het openstellen van duingebieden. Altijd deed hij dit met de toevoeging, dat men de menschen moet lee- ren, van de natuur te genieten. Spr. is een van de eersten, die baldadigheden afkeurt. Maar met het hek kan men daar niets tegen doen. Baldadigen kunnen toch ook door de tourniquets gan en er omheen loopen. ^"egen baldadigheden kan men beter op treden door bewaking. In het drukke seizoen zorgt Bergen wel voor bewaking in de dui nen. Men had aan Bergen kunnen voorstel len, die bewaking uit te breiden, desnoods met behulp van de Provincie. Men leert de menschen niet door hekken en prikkeldraad de natuur te eerbiedigen Het jonge plant soen, dat vernield is, wordt niet door dit hek beschermd. Dat geschiedt door een afschei ding van gaas met palen. Als men er toch overheen kruipt, dan kan dit hek daar niets tegen doen. Wanneer men de opsomming van mr Bruch over het kattekwaad, dat bedreven is, achter elkander hoort, dan lijkt dat nog al wat, maar als men dat over een jaar ver deelt, dan valt het nog al mee, hetgeen niet wil zeggen, dat ik het goed praat. Om daar tegen echter een hek te zetten, dat schande lijk misstaat in de omgeving, is een argumen teering, die ik niet kan onderschrijven. Boven dien beschermt men in de duinen het jonge plantsoen met gras, omdat het anders door de konijnen wordt opgegeten. Tegen balda dige menschen past menschelijke hulp. Tegen hen geeft een hek, dat zich niet kan verplaat sen, niets. Spr. heeft ook het werklokaal gezien bij den Uilenvangersweg en wil aannemen, dat dit een paar keer is beschadigd. Dit gebeurt echter overalin Amsterdam stelt men er be wakers bij. De weg was hier geweest: overleg plegen met Bergen. Dat nooit aanmerkingen zijn gemaakt over het hek langs den Noordkant, komt omdat dit hek staat in het groen en niet vloekt met de omgeving en niet gelegen is in de richting, waar de wandelaars gaan. In de Schoorl- sche duinen van het Staatsboschbeheer, groot 1780 H A duinen, die veel teerder zijn dan onze eigen duinen, ziet men dergelijke wanstaltige hekken niet; hoogstens ziet men daar een hekje om jonge aanplantingen en daarop maakt niemand aanmerkingen. Dit hek. dat ons duingebied scheidt van het Berger Natuurreservaat, stoort de natuur en de planten worden er n;et door be schermd Nu geen wandelkaarten gevraagd worden, is beschikbaarstelling van die kaak ten via de V.V V. niet noodig en kunnen wij het zoo laten. Het hek voldoet niet aan zijn doel; als er geen toezicht van menschen komt, dan kan de heer Vogelenzang het vol gend jaar weer een dergelijk rapport indie nen. Spr. hoort nog gaarne, wat men van an dere zijde van de zaak zal zeggen. Thans is hij geneigd, een voorstel in te dienen, het hek op te ruimen en het te plaatsen in de naaste omgeving van de prise d'eau. Dat men daar pootjes-baders heeft aangetroffen, bewijst, dat daar een hek ontbreekt Dit hek heeft met de prise d'eau echter niets te maken. Spr. teekende nog protest aan tegen de af sluiting van het Speelduin bij Duinvermaak Dit is een mooie gelegenheid voor vermaak van kinderen en om bezoekers af te houden van ba'dadigheid. Mr. Wendelaar constateerde uit de op merking van mr. Bruch. dat hii zich de vo rige maal blijkbaar vergist heeft, toen hij be weerde, dat het hek 2 M. hoog was. Spr. sloot zich overigens volkomen aan bij het be toog van den heer Thomassen. Hij drong er bij de leden op aan, de zaak te bezien in het licht van de plaatselijke omstandigheden. Spr. kan zich begrijpen, dat de Amsterdam- sche leden van meening zijn, dat een eigen dom moet worden afgescheiden In Bergen is de toestand echter totaal anders dan men ten Zuiden van het Noordzee-kanaal gewend is. Wij kennen daar in de geheele omgeving dergelijke hekken niet. De duingebieden zijn daar niet afgezet Wel kennen wij hekken in de directe omgeving van de waterleiding, maar dit hek staat op een plaats, waar zich geen kunstwerken van de waterleiding be vinden en het moet dienen om het duinterrein te beschermen tegen baldadigheid. Spr. veronderstelde, dat de Staten onder den indruk zijn geweesVdoor hetgeen hier voor is aangevoerd. Dit is ongelukkig. Ifd^r eigcna: van etn groot terrein, die het pu bliek daarop toelaat, weet, dat daardoor schade wordt veroorzaakt. Gelukkig zijn er toch nog eigenaren, die desniettemin toela ten. dat het pub'iek van de natuur geniet Bij de behandeling van de A'kmaarsche be- grooting wi-idt ook wei eens gewezen op wandaden, veel erger dan hier zijn ge noemd, in het plantsoen bedreven. Spr. zeide dan steeds: Laten wij de zaak in de groote lijnen bekijken. Kwajongensda den moeten worden tegengegaan, doch daar om'mag het p'antscen niet worden afgeslo ten. Het voordee', dat de bevolking van de natuur kan genieten, is te groot; laten wij liever daarvoor den prijs betalen, die noodig is. Gaarne gaf spr. toe, dat er in de duinen dingen gebeuren, die riet goed zijn. Men moet daarover echter niet al te verontwaar digd zijn. Laten wij ieder voor zich, met een hooge uitzondering, bedenken, wat wij als jongens hebben uitgevoerd. (Gelach!) Nu zegt men, dat het hek noodig is voor bescherming van de duinen. Als dat noodig is, sluit het dan geheel af, maar plaats geen hek, waar men omheen kan loopen. Wanneer men in de vrije natuur wandelt, moet men niet gestoord worden door zoo'n afschuwe lijk kunstwerk. Wanneer het lid van Ged Staten zegt, dat zijn aesthetisch gevoel er niet door gestoord wordt, dan heb ik een klein beetje medelijden met het aesthetisch gevoel van dit lid, want het is heel erg, zoo als mijn aesthetisch gevoel daar wel wordt gestoord. Ik wil dan ook een stapje verder gaan dan den vorigen keer en een bepaald voorstel doen om het hek te verwijderen en te plaat sen in de buurt van de kunstwerken. Ik heb eertige aarzeling moeten overwinnen om met dit voorstel te komen, omdat men zal zeggen ,.Het is te erg, om een hek, dat er staat, af te breken". De verantwoordelijkheid daar voor berust echter niet bij ons. Spr. neemt aan, dat G°d. Staten door het voteeren van den genoemden post van meening zijn, het hek ;daar te mogen plaatsen, maar het College van Prov.. Staten heeft daar niets van geweten en mede namens den heer Asscher deed spr. het voorstel, het hek af te breken en het te plaatsen, zooals op eendoor hem overgelegde kaart is aangegeven. Devoorzitter: U zult een motie moe ten voorstellen, want Prov. Staten kunnen niet besluiten, het hek af te breken. Mr. Wendelaar wijzigde hierop zijn voorstel in een motie, waarin de wenschelijk- heid van de verplaatsing van het hek, zoo als in het voorstel is aangegeven, tot uiting komt. Deze motie is ook door den heer Thomas sen onderteekend. De heer Westerhof constateerde, dat nog slechts van één motief, n.1.. dat het hek onnoodig is, sprake kan zijn. Men zou kun nen zeggen: „Het is jammer voor het geld, maar het doet ons geen kwaad, dat het hek er is gekomen". Gedep. Staten hebben ge zegd, dat iedereen er zonder kaart kan ko men. Het natuurschoon is dus toegankelijk Spr. protesteerde er tegen, en deed dit met verheffing van stem, waarbij hij echter al leen van Mr. Bruch de instemming ver kreeg, dat stemmen tegen het hek zijn opge gaan van menschen, die eigen terrein volko men hebben afgezet Die menschen, zoo ver volgde hij, zitten hier en denken ons een lesie te geven. Mr. Bruch zeide. dat het juist is, wat de heer Westerhof zei. dat de vriie wande ling op de paden is gebleven. Het eenige overblijvende argument is, dat het hek lee- lijk is. Spr. ontkende dat ten sterkste, ook op grond van de mededeelingen van de men schen, die bet hek hebben gemaakt. Meerdere leden van Ged. Staten zim gaan kijken. Nu is het mogelijk, dat Mr. Wendelaar medelij den heeft met het aestehetisch gevoel van Ged Staten en van de ambtenaren, maar het hek is niet overbodig en het maakt, dat men alleen op het terrein kan komen door de tourniouets. Voorkomen moet worden, dat men op de duinen kan loooen Het soijt spr buitengewoon, dat er uit de Staten een soort motie van wantrouwen teffen het obiectieve ranport van den rentmeester is gekomen. Wij allen kennen hem als een man, die kos ten noch moeite ontziet voor het landgoed, daarbij stesteund door Ged. Staten. Wanneer hij het hek in strijd zou hebben geacht met bet natuurschoon, dan zou hij zeker niet aan Ged. Staten hebben geadviseerd, met een degelijk voorstel te komen. Men heeft aanvankelijk gemeend, dat men hier niet vrij mocht wandelen. Dit bleek uit een brief van de heeren Zeiler en Voute na mens het Vreemde'ingenverkeer. waarin deze hun voldoening er over uitspraken, dat in het hek tourniouets komen, waardoor één der bezwaren werd opgeheven Men meende, dat het afgesloten zou worden, doch dit is niet het geval. De heer SneevlietWaarom staat het hek er dan? Mr. B r u c k Oodat men niet op rik punt op het terrein kan komen Men mag al sedert jaren niet buiten de paden. Overal staan borden: Verboden toegang. Het hek heeft ook groote verdienste tegen over de konijnen, die er wel uit, maar cr niet in kunnen komen (Hilariteit!) Mr B r u c k Men heeft zelfs beweerd, dat het hek gemaakt is om de konijnen op het terrein te houden, teneinde de Directie de ge legenheid te geven, op het terrein te kunnen jagen. Maar het hek is juist zoo gemaakt, dat de konijnen er wel uit, maar niet in kunnen. De heer VanNuland betoogde, dat mr. Bruck allerminst heeft aangetoond, dat de post voor het hek is gevoteeid. Van nabij is het spr. bekend, daf er in de duinen te Ber gen tamelijk wat toezicht is geweest en nog is. Men heeft er zelfs een rijksveldwachter, die toezicht uitoefent. Spr kan zich dan ook niet voorstellen, waarom men in den na zomerdat hek daar heeft gemaakt en hij is van meening. dat men in dezen tijd van bezuini ging een dergelijk duur hek niet had mogen maken. Spr. za! dan ook voor de motie stemmen De heer Sneev'iet is van oordeel, dat Ged. Staten, blijkens de motie die vóór hem ligt, blijkbaar gevoeld hebben dat het bek kans had, te vallen Spr zou hri woord niet hebben gevraagd, wanneer hij den vinger n'ri had willen leggen op het feit, dat op ontoe laatbare wijze van den kant van Ged. Staten een lid. dat vragen heeft gesteld met een kluitje in het riet wordt gestuurd In zijn be antwoording aan den heer Van Nulano heeft het lid van Ged. Staten gejongleerd en spr. acht dit in strijd met het conti öle-recht. dat Prov. Staten, op Ged. Staten hebben. Prov. Staten krijgen een rebus ter oplossing Er behoort vindingrijkheid toe om in dit ver band den bouw van het hek te motiveeren door den aangehaalden post van de be grooting. (Gelach) Spr meende, dat op de vraag van den heer Nuland op dusdanige wijze geantwoord had moeten worden, dat daarop controle van de Staten mogelijk was geweest. Voorts meende spr., dat over het hek een ontzaggelijke emotie is gemaakt Er is met hartstocht over gesproken en met hartstocht voorgesteld om het weer af te breken. Spr. meende, dat men bezig is, het werk, dat men reëel moet doen te dringen oc een niveau waar men niet moet staan. De heer Westerhof: Dat heeft de pers gedaan! Geroep Llw eigen pers! De heer Sneevliet: Neen. niet de pers. Daarvan getuigt deze foto. Ik mag overigens wel wat actie van de Soc-Dem., want er is zoo weinig van overgebleven. Ook van den kant van Ged. Staten is echter gewerkt op een wijze, die grenst aan het belachelijke. Er is geen enkel zakelijk argument gebezigd, dat ons verklaart, dat inderdaad dit hek gebouwd is, steunende op een begTOotingspost. In de tweede plaats is niet verklaard, waarom het gebouwd is. De heer Vogelenzang heeft een sympathieken naam. Ik ken hem niet, maar het zal wel een sympathiek man zijn. (Gelach!) Zijn autoriteit draagt voor mij echter niet ver genoeg, om op grond daarvan het hek te handhaven. Ik meen overigens, dat er nog een paar hekken meer moeten worden afge broken en breek dan ook gaarne dit hek mee af. De voorzitter vond het merkwaardig, dat de heer Sneevliet aanmerkingen op het antwoord van den heer Van Nuland heeft ge maakt, aanmerkingen, die de heer Van Nu land zelf niet maakte. 11 Januari waren de vragen van den heer Nuland ingekomen. Woensdagmorgen vergaderden Ged. Staten. De heer Van Nuland vroeg antwoord vóór 17 Januari. Niets was dan ook eenvoudiger dan dit bij de interpellatie te doen (Protes ten)! De heer Sneevliet handhaafde zijn meening, dat deze wijze van beantwoorden in strijd is met het'contröle-recht, dat Prov. Staten hebben. Mr. Br uch: Dikmakerij! De heer Sneevliet: Ik heb lang genoeg naar U gekeken om daarmee besmet te wor den. Ik blijf bij mijn meening, dat de vragen van den heer Nuland schriftelijk hadden moeten worden beantwoord. De voorzitter bracht hierop de motie in stemming, die werd verworpen met 35 tegen 21 stemmen. Vóór de motie stemden: mr. Wendelaar, v.b.; Bruinsma, m.p.; mevr. RibbiusPeletier, s.d.; Sneevliet, r.s.p.; A. de Vries, s.d.; Boissevain, v.b.; Valkering, r.k.; Voogd, s.d.; Hoogland, s.d.; Anker smit, s.d.; Prins, ?d.; Thomassen, s.d.; mevr. Miedema—Zondervan, s.d.; Van Nu land, r.k.; Asscher, v.b.; Lambooy, r.k.; Sta pel, vb.; Hartog, s.d.; Guepin, v.b.; Heilker, r.k.Van Rooyen, r.k. De vergadering werd hierop gesloten. Tot onze groote verwondering hebben dus de heeren Westerhof, Van de Vall en Ringers tegen gestemd. Het is wel zeer merkwaardig, dat geen enkele V.D.-er vóór de motie heeft gestemd. Men zou hebben mogen verwachten, dat deze menschen, die zich zoo gaarne voor het volks petitionnement verklaren, in dezen den volks wil beter hadden verstaan. Het had hun toch wel iets moeten zeggen, dat de Raad van Bergen, de vertegenwoordiging van gehee! Bergens bevolking, unaniem zich tegen het hek heeft verklaard. Deze democraten gedra gen zich echter wel eens meer zonderling. Wij nemen aan, dat Ged. Staten vóór alles de directie van het Prov. Waterl. Bedrijf in haar dictatoriaal optreden de handen boven het hoofd hebben willen houden. Dat de anti-revolutionnairen en chr. hist tegen de motie stemden, vindt waarschijnlijk zijn grond in het feit, dat hun fractiegenoot in Ged. Staten de p aatsing van het hek muest verdedigen. Dat ook de communist Wijnkoop en de so .-dem. Westerhof evenals eenige andere soc.-dem.(de soc.-dem. Polak, de Miranda en Van der Walle waren afwezig) tegen stemden, bewijst alleen, dat deze heeren wel eens woorden spreken over de waarde van het gemeenschapsbezit, doch nog het begrip missen van de cu'tureele waarde om de natuur toegankelijk voor het publiek te stel len. Onbehoorlijk, ja zelfs ontoelaatbaar was de aanval van den heer Wecterhof op één der menschen op de publieke tribune, die zich daar niet verdedigen kon. Dat hij daarbij de logica uit het oog verloor, schijnt er bij hem minder op aan te komen. Vermoedeliik komt die aanval voort uit het feit, dat de soc.-dem raadsfractie te Bergen hem wel eens een lesje in soc.-dem. gemeente-politiek heeft gegeven, dat hij minder goed kan verduren. In Bergen is het echter bekend, dat de op de tribune aanwezige dr. Hemelrijk, die in derdaad een krachtige stem tegen het hek heeft laten hooren, het kleine stuk grond om zijn huis wèl heeft afgezet, doch 's zomers nog beschikbaar stelt als kampeergelegenheid voor A. J. C.-groepen. Het komt ons dan ook voor, dat de heer Westerhof in zijn aanval allesbehalve gelukkig is geweest. Mr. Bruch (het is bekend, dat Ged. Staten aanvankelijk ze'fs n>et eens op de hoogte waren van de plaatsing van het hek) had een moeilijke taak. Blijkbaar heeft hij begrepen, dat er in de Sta.en zoo langzamerhand een stem-te- nrerit, tenen liet dictatoriaal op treden i cte d're *ie van het P.W.B. en het da? v -- c~' a'sof het hek op ad- vifc vrn i'v i-n-'h V an rentmeester van het Prcv •J-o d 7nt7';n ""platst Uit de córresTcdr-'te t|»«<-Sen het P. W B en het gemeentehrriurr van Bergen is intusschen we' iris anders gebleken. Dat mr. Brrch het beeft aangedurfd om te beweren, dat dit hek slechts 1 M. hoog is, is zijn zaak. Ge'ukki? Kan een iedor zich ervan overtuigen, hoever hij er met deze bewering naast is geweest. Onjuist was ook zijn bewering, dat uit een brief van de V V. V. te Bornen is gebleken, dat d"nr d'e tourniouets het hoofdbezwaar van de V.V V. tegen hr' hek is vervallen Een dergeliike brief van de V.V.V. is nimmer bij Ged. Staten ingekomen. De V.VV. in Bergen staat infegenderi on het standpunt, dat het hek een tevensbe'ang van Bergen schaadt. Veriroedelük heeft mr. Errch echter het oog gehad op een brief van de heeren Zeiler en Voute. d;e a's ra->da'p''pp e°rst tegen het hek protesteerden, aan den directeur van het PAV.B. Intusschen verheugen wij ons erover, dat nu is komen vast te «taan. dat men thans zonder wande'Vaarten ook on le wegen in het Prov. duinwphied mag warde'en In de zit ting van 22 Nov. hpette het no<r, dat de V. V. V te Bergen te hrutaal was geweest om ze'fs voor het uitreiken van wandelkaarten in aan merking te kunnen komen. Na de geval'pn beslissing hopen wij, dat dt- Paad van de Kroon een uitsnraak zal ver krijgen, dat dit hek als zijnde in striid met hr i algemeen belang dient te worden verw';den! J al ge'ooven wil niet dat het voor de Kroon mo"te'ijk zal zijn een dergelijke uitspraak te doen. Beauraing, een nieuw bedevaartsoord. De verklaringen van vijf kinderen. Wat zij zeggen te hebben gezien. Een reusachtige volkstoeloop. Eerste dag. Sedert een maand is België een katholiek bedevaartsoord rijker, namelijk Beauraing, een plaatsje op enkele kilometers van Roche- fort, in de provincie Namen, dat in den zomer minder van toerisme leeft dan Roche- fort en in den winter in een afzondering leeft waaruit het weinige verkeer het niet redden kan. Op den weg naar Rochefort, vlak bij den spoorweg HouyetPertrix, tegen een heu veltje aangeleund, staat een klooster met een kostschool, waar ook de kinderen van de ge meente de lessen kunnen volgen. Het kloos ter van de zusters der Christelijke leer staat een 20-tal meter van den weg af gebouwd, en is omringd door een ijzeren hek, waarachter een weinig artistiek tuintje is aangelegd. In dit tuintje, links, is een imitatie-grot gebouwd met een Maria-beeld, O.-L. Vrouw van Lour- des, een banaal, leelijk geheel, zonder poë tisch karakter. Aan de andere zijde is eer. kapelletje opgericht. En daar, op den straat weg, hebben sedert verscheidene weken dage lijks verbazingwekkende tooneelen plaats van een biddende massa, die wacht op een mira kel, op een of ander wonder, die hoopt een visioen te zien, zooals vijf kinderen van de gemeente verklaren te hebben aanschouwd. Wie zooals wij voor de gebeurtenissen te Beauraing onverschillig stond, moest ten slotte gaan toegeven dat de godsdienstige massabetoogingen op zich zelf reeds belang stelling rechtvaardigen, een belangstelling, die door ondernemende firma's te Brussel en elders behendig wordt geëxploiteerd, want dagelijks rijden toer-auto's naar het plaatsje en steeds geheel bezet. Wij wendden dezer dagen dan ook het stuur naar de Ardennen en wat wij te Beauraing bijwoonden is zeer eigenaardig. De feiten, of liever de verklaringen van de kinderen die het „hemelsche visioen" hebben gehad, begonnen op 29 November, om half zeven 's avonds. Een der kinderen, Gilberte Voisin, een meisje van 13J< jaar, was nog op school, in het klooster van de zusters der Christelijke leer. Albert Voisin, een 11 -jari gen knaap, met zijn zuster Fernande Voisin, een meisje van 15K jaar, en in gezelschap van hun vriendinnetjes Gilberte Degeimbre, een 9-jarig kind, en Andrée Degeimbre, een 14-jar:g meisje, gingen haar afhalen. Zij! stapten samen tot aan de deur van het kloos ter en belden aan. Albert keerde zich eens om en zei dat hij plots een licht zag. De metales antwoordden hem dat dit het licht moest zijn van een auto, maar toen zij zich op hun beurt omkeerden, zoo vertellen zijn, zagen zij ook het verschijnsel. En toen riep er een uit dat het beeld van de grot, in den linkerhoek van den kloostertuin, bewoog, terwijl de an dere zei dat het een man was en de derde ook beweerde, dat het 't beeld was van de Maagd. En allen vluchtten weg, met gebogen hoofd, om n:et meer te zien, en vol angst. Zij hadden 's anderdaags vrees om op dezelfde plaats terug te komen Zij kwamen toch en weer zagen zij het verschijnsel. Zij spraken er thuis over en den volgenden dag gingen de ouders mee, in gezelschap van Fernande en xr Y°isin en van Andrée Degeimbre. Nauwelijks bevond de groep zich aan het hek van het klooster, of de drie kinderen zagen opnieuw de verschijning, de Maagd Maria, verklaren zij Zij vielen op de knieën en baden. En als moeder Degeimbre verder wilde gaan, in de richtng van de grot, riep Andrée uit: „Neen moeder, gaat niet verder, gij loopt er op". Den volgenden dag gebeurde hetzelfde aan het hek en toen de kinderen op de knieën wa ren gevallen en het visioen zagen, vroeg het knaapje, Albert Voisin, of de verschijning wel de Maagd Maria was, waarop, zoo zei hij, de verschijning een bevestigend teeken gaf. Toen vroeg hij wat zij wilde en zij ant woordde dat zij allen braaf moesten zijn. Denzelfden avond, om 9 uur, gingen zij terug Toen het visoen verdwenen was bleef eert man achter die met een electrische zaklamp in het geboomte zocht, waar de verschij ning door de kinderen werd gesitueerd. Al bert Voisin keerde terug en nauwelijks aan het hek gekomen, zag hij opnieuw het visioen. En zoo ging het eiken avond verder, onder geleidelijk toenemende belangstelling, eerst an de ouders, dan van.personen uit het dorp, daarna van aan de gemeente vreemde personen, dokters, journalisten, eenvoudige menschen. Den Zondag begaven zij zich ter plaatse met een knaapje van 8 jaar, Josenh Degoudenne, dat op 2-jarigen leeftijd kinder verlamming had gekregen, en met den 30-ia- rigen Eugène Havenne, een blinde oom van Andrée en Gilberte Degeimbre. Weer had het visioen plaats en de kleine Albert vroeg de genezing van den lamme en den blinde aan de verschijnen. En dadelijk vroeg hij .ver der wanneer zij mochten komen, waarop de verschijning zou hebben geantwoord, „den dag van de onbevlekte ontvangenis". Fer nande Voisin vroeg dan of er een kapel moest worden gebouwd, waarop de verschijning „ja'' zou hebben gezegd 's Anderdaags had Albert gevraagd aan de verschijning, dat, a!s zij een genade wilde verleenen, zij alle mira kels, die zij zou kunen doen, zou bewerken in vollen dag. De verschijning had geantwoord: ,,'s Avonds". Zoo kwam men terug gedu rende verscheidene dagen nog, met enkele on derbrekingen, waarop de kinderen geen vi sioen hadden. De verschijning zeide nog. dat zij een kapel wenscht, verder niets. Doch sedert de vorige week Disdag heeft elk visioen opgehouden. Elke verschijning werd voorafgegaan door een wachttijd die soms bijna een half uur duurde. Telkens als het visioen voor de kinde ren begon, vielen zij allen samen op een zelf de oogenblik op de knieën om dan met klem en smeekend te bidden, zoolang de verschij ning duurde. Zes dagen na de eerst verschij ning werden de kinderen voor de eerste maai ondervraagd door andere personen dan hun ouders. Zij gaven een beschrijving van de verschijning: een jonge mooie dame, in het wit, kleine gestalte, een sluier over het haar, gevouwen handen, blauwe oogen, enz. En de antwoorden van de kinderen, afzonderlijk on dervraagd, en onder scherp toezicht, verschil den in niets. Tijdens de verschijning hadden enkele oteneeskundige waarnemingen plaats. Gilberte Voisin reageerde niet op een bran dende lucifer onder de hand, evenmin als Gil berte Degeimbre, enz. Aldus bondig wat aanleiding geeft tot den reusachtigen volkstoeloop te Beauraing. De kerkelijke overheden houden zich afzijdig. De overste van het klooster heeft in den beginne getracht om den tuin voor het gebouw afge sloten te houden en het publiek, aat eiken dag 45. Op een gegeven oogennuji meld Jan plotseling op, sprong op Hobbeltje met zijn zak en was in een oogenblik verdwenen, terwijl de anderen nog lus tig aan het d&nsen waren. Maar het werd hoog tijd, dat Rommelzak op de markt kwam, want om 10 uur begon het. 46. iie, was dan ook extra druk. Van alles kwam er aan de markt. Dieren, zooals kippen, geiten, konijnen, honden, katten, vogels enz. en allerlei andere dingen. Er waren stoelematters, ketel lappers, parapluie-makers, in één woord van alles. De jeugd kreeg op zoo'n dag ook meestal vrij, vooral als Jan op de markt was.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 6