DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
MacDonald zet zijn plan uiteen.
No. 65
Vrijdag 17 Maart 1933
135e Jaargang
„Een plan, dat niemand geheel tevreden
stelt, maar dat toch zeer veel goeds bevat".
Een lange redevoering.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
tranco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
ZIJ, DIE ZICH MET 1 APRIL A.S.
VOOR MINSTENS 3 MAANDEN OP
DIT BLAD ABONNEEREN. ONTVAN
GEN DE TOT DIEN DATUM VER
SCHIJNENDE NUMMERS FRANCO EN
GRATIS.
DE DIRECTIE.
Ilii het JUtcientettt
Den Haag, 16 Maart 1933.
De heer Moltmaker (s.d.a.p.) opende heden
de voortzetting der besprekingen van de be
grooting van defensie in de Eerste Kamer
met een anti-militaristische redevoering,
waarin hij erkende een defensie-nihilist te
zijn, die geen cent besteed wilde zien voor
leger en. vloot. Ons leger kan toch niets uit
richten, gelijk reeds in 1914 is gebleken. In
het bijzonder ging hij daarbij te keer tegen
de opvattingen van den heer De Savornin
Lohman. In tegenstelling met dezen brak hij
den staf over den veelbesproken cadet, die
hier ter stede wat te daadwerkelijk de zijde
van de politie had gekozen. Verder keurde
spr. de handhaving der cavalerie af; zij is
volkomen overbodig evenals de rijdende artil
lerie. Dat defensie niet voldoende op de
hoogte zou zijn van de Nederlandsche wa-
Ïenindustrie; sprekers partij is zulks wel.
en slotte beweerde hij, dat de klachten en
grieven van leger en vloot hij noemde er
eenige door de autoriteiten in den wind
worden geslagen, zoo niet onjuist behan
deld.
De heer Blomjous (r.k.) drong aan op
groote zorg voor ons veldleger, dat Zuid-Ne
derland in de eerste plaats zal moeten be
schermen tegen een mogelijken vijand. On
danks het Kellogg-pact en Volkenbond dreigt
nog steeds oorlog. Onze weermacht moet
zoo paraat mogelijk worden gehouden. Zelfs
de vrijzinnig-democraten schijnen daarvoor
iets te gaan gevoelen. Spr. waarschuwde ten
slotte tegen den invloed der militaire en ma
ritieme bonden.
De heer Kranenburg (v.d.) achtte het voor
het oogenblik overbodig met een scheidenden
minister den degen te kruisen. Vandaar het
zwijgen van zijn collega van Embden. In-
tusschen deed spr. een protest hooren tegen
de rede van den heer De Savornin Lohman,
welke hij op verschillende punten becriti-
seerde.
Intusschen handhaafde spr. tegenover den
heer Blomjous, dat zijn partij vóór nationale
ontwapening geporteerd blijft.
De heer Visser (r.k.) verdedigde tegenover
den heer Moltmaker het beleid des ministers
inzake de bonden en pleitte het bestaans
recht van het leger, bewezen o.a. door de
gebeurtenissen van 1914.
Toen kreeg minister Deckers het woord
tot beantwoording der sprekers. De mobili
satieslachtoffers dit aan mevr. Pothuis
Smit en den heer De Bruijn worden naar
recht en wet behandeld. Maar er zijn perso
nen, tegenover wie enkel billijkheid kan wor
den betracht. En dat geschiedt ook. Spr.
achtte de bestaande regeling bevredigend.
Wat aangaat de oud-gepensionneerden,
het is niet mogelijk enkel voor dezen wijzi
ging in onze pensioenwetgeving aan te
brengen. Doch. spr. pleegt overleg met zijn
collega van financiën in hoeverre aan hun
wenschen is tegemoet te komen.
De dienstweigeraars treden niet altijd zoo
eerbiedwaardig op als mevr. PothuisSmit
schijnt te vermoeden. Het is een wijze maat
regel de dienstweigeraars een jaar langer in
burgerlijke betrekking te houden dan in mi
litairen dienst. Propaganda voor dienstwei
gering kan bij de weermacht niet door de re
geering worden gemaakt. Wat betreft het ge
vaar voor de burgerlijke bevolking, voort
spruitend uit aanvallen van vliegtuigen en
gasaanvallen, die bevolking kan best mede-
er t a om maatregelen daartegen te nemen.
da!fontwapenaars zijn aangewezen om
ülede te werken. Zoolang er nog
rvnl-Ik!0, bestaan, kunnen wij onze wa-
niet missen, ook niet de particu-
fi,r KȆ,a,Penmdustrie- Wat de vermindering
r,-n aPen'ng betreft, onze delegatie te Ge-
de fabrikant d werk 06 bewering, dat
vfnriën St t bom- die de Zeven Pro-
fif rpLr j fen> een complimentje van
betreft jiacL-gekre2en- is valsch. Wat
die hnn^rnm van de schepelingen,
derincr af °u^en naar een verboden verga-
Sfhin i i flg^en' wenscht spr. af te
E?,é",ShSffspraak ,ao he' H°°s Mi-
Of de bouw van forten door België voor
prIctfkVn1ti-k kanwWOrden- kan slechts de
Ck"?1JZen- MaaJ" of alle artikelen, die
tief 7ii„ ,tk Z,J" geVd' weI volkomen objec-
van z n a g ?en ^twijfelen. De inzichten
maatregel tremen ,en de reeds genomen
deelen gn "r an Spr hier «chter niet mede-
regelen is nno i longste reorganisatiemaat-
worden a 'egerniet minder paraat ge-
tact geblevtenm7elf«atieVa0rSChriften zijn in
nomen om worden maatregelen ge-
te maken entueele mobilisatie nog vlotter
in ^937^gehpp|r<^en kr,uiser betreft, deze za!
8 eel gereed zijn. Voor een goede
selectie van ons marinepersoneel worden
reeds maatregelen genomen, in de eerste
plaats door aanneming van betrouwbare
jongelieden, die buiten schadelijke invloeden
zullen worden gehouden. Omtrent den geest
onder de schepelingen, hoog zoowel als laag
van rang, wordt een ernstig onderzoek inge
steld. Gelukkig zijn er vele betrouwbare ele
menten.
Wat den veelgenoemden cadet betreft, hij
heeft gedaan wat zijn plicht was, is echter
blijkbaar wat te ver gegaan en dat is hem
duidelijk gemaakt.
Spr. zette tegenover den heer De Bruijn
uiteen, dat de afvloeiing en andere bezuini
gingsmaatregelen in de practijk goed wer
ken. Praktisch is het onmogelijk aan de mi
litaire politie vergoeding van kleeding te ge
ven, doch spr. wil wel verbetering van haar
positie overwegen.
Dat de minister partijdig zou optreden te
genover andersdenkenden op politiegebied. is
een volkomen valsche aantijging van den
heer Moltmaker. Maar revolutionnairen
kunnen niet tot onze, weermacht behooren.
Blijven zij daarbij, dan vertoonen zij bewij
zen van geestelijk verval.
Aan opheffing van cavalerie en rijdende
artillerie kan niet gedacht worden. De bewe
ring, dat het aantal klachten bij marine en
leger legio zou zijn, noemde de minister in
beleefden parlementairen vorm, volkomen ge
logen. Hij weet het uit eigen ervaring, dat
dit fantasie is. Dit geldt ook voor klachten
over onrechtmatige straffen. Applaus weer
klonk na deze rede des ministers, waarna het
debat werd gesloten.
De begrooting werd hierop goedgekeurd
met 22 tegen 9 stemmen (soc.-dem. en vrijz.-
dem.)
Na de pauze kwam aan de orde de begroo
ting van buitenlandsche zaken, waarbij de
eerste spreker, de heer Van den Bergh (lib
er zijn bevrediging over uitsprak, dat de be
sprekingen over een tractaat met België niet
zijn hervat, doch dat wel economische aange
legenheden worden behandeld. Maar wan
neer de minister verklaart, dat de onderhan
delingen over een tractaat stilliggen, hoe
rijmt zich dan daarmede de verklaring van
den Belgischen minister Hijmans, dat de on
derhandelingen voortgezet worden en zelfs
opschieten. Spr. klaagde ernstig over de ge
ringe mededeelzaamheid des ministers en
men berust te veel in dit gebrek aan deferen
tie. Spr. lichtte dit nader toe.
De heer De Savornin Lohman (c.h.) behan
delde het militair verdrag tusschen België
en Frankrijk en prees het in onze regeering,
dat zij bij den Volkenbond aangedrongen
had, op grond van art. 18 van het statuut,
het tractaat te publiceeren. Jammer, dat dit
vergeefsche moeite is geweest en de regee
ring daarin heeft berust. De politiek des mi
nisters in dezen kritiseerde spr. zeer scherp.
Vervolgens besprak de heer Lohman de hou
ding des ministers in zake het tractaat van
Nederland met België en verweet den mi
nister zich niet te houden aan het bekende
zooveel belovende memorandum van 1929,
zelfs de onderhandelingen over een nieuw
tractaat zijn geheel stilgelegd. Met ingeno
menheid heeft spr. nu in de memorie van
antwoord gelezen, dat het opvolgend ministe
rie volkomen vrijstaat bij verdere onderhan
delingen. Blijkbaar zijn de zaken stopgezet,
afgestuit op de compensaties. Wij kunnen dus
terug tot 1929. Maar intusschen blijft de
houding de sministers in deze zaak beden
kelijk en spr. bespaarde hem dan ook zijn
kritiek niet. waarbij hij gelegenheid vond uit
een te zetten, hoe geleidelijk de tegenstanders
van de oorspronkelijke plannen zich tot één
punt hebben gecombineerd Met de publicatie
van het memorandum van 1929 heeft men in
direct een goede daad gedaan door de be
langstelling te prikkelen, waardoor de pu
blieke opinie ook een stem in het kapittel
heeft gekregen en dus ook het parlement.
Spr. besloot met aan de toekomstige regee
ring eenige aanwijzingen te geven, hoe in
deze zaak te handelen.
De heer Kranenburg (v.d.) besprak de
houding van den Volkenbond tegenover vij
andig optreden van een der leden en criti-
seerae de op dit punt getroffen regelingen,
welke ons wellicht in moeilijkheden kunnen
brengen.
De heer Mendeis (s d.a.p.) kwam op tegen
de rede van den heer Lohman, dien nij ken
merkte als een „edelfascigt", gelijk men ook
edelkarpers heeft. Daarom verbaasde snr.
zich, dat de heer Lohman die van inmenging
van het parlement in regeeringszaken door
gaans niets wil weten, thans zoo democra
tisch critiseert de houding van den minister,
die te weinig parlement en openbare mee
ning kent en het verdrag tusschen België en
Frankrijk. En niet anders is zijn houding ten
opzichte van onze onderhandelingen met
België. .aft
Spr. vond hierin de Janus-houding (waar
voor hij een vermaning van den voorzitter
opliep) en fulmineerde verder tegen den
heer Lohman en zijn volgelingen.
De vergadering werd hierop tot morgen
verdaagd. Dan is de heer Van Embden aan
het woord.
2)xiQ£Üiksch O veezicht
Onder zeer groote belangstelling heeft
MacDonald gisteren in de vergaderzaal de
algemeene commissie van de ontwapenings
conferentie zijn ideeën en pjlannen uiteen
gezet. Het ontwerp, dat van zeer groot be
lang is voor het slagen der conferentie, be
vat de volgende vijf belangrijke punten:
1. Er wordt een Ontwapeningsverdrag ge
sloten voor den duur van 5 jaren;
2. Het verdrag houdt essentieel in op de
basis van het Hoover-plan een vermindering
en beperking der bewapeningen met de vast
legging in cijfers van de sterkten van leger
en vloot der afzonderlijke landen, met inbe
grip van Duitschland;
3. De instelling van een internationale
controle op de bewapening
4. Een permanente ontwapeningscommis
sie zal worden ingesteld, welke de verdere
vermindering der bewapening zal nagaan en
oplossingen zal voorstellen voor de tot nu
toe nog onopgeloste moeilijkheden
5. Cty het gebied der veiligheid moet een
politieke samenwerking der regeeringen be
staan en een conferentie der mogendheden
moet worden bijeengeroepen in geval van een
schending of een dreigende schending van het
Kellogg-pact.
De legersterkten.
Het ontwerp voorziet in een leger voor
Duitschland ter sterkte van 200.000 man,
voor Frankrijk 400.000 man, Polen 200.000
man, Italië 250.000 man, Sovjet Rusland
500.000 man, België 75.000, Tsjechoslowa-
kije 100.000 man.
Voor de artillerie wordt als maximum-kali
ber vastgesteld 105 m.M., tanks zullen maxi
maal 16 ton mogen inhouden.
Op het gebied der vloot wordt voorgesteld
de intrekking der clausule der ontwapenings
bepalingen van het Verdrag van Versailles
en de bijeenkomst van een nieuwe vlootconfe-
rentie geëischt.
Het luchtbombardement wordt verboden.
Het aantal vliegtuigen zal voor ieder land
werden bepaald. Voor Frankrijk, Italië, Sov
jet-Rusland, Engeland en Japan wordt dit
vastgesteld op 500 toestellen, voor de overige
landen blijft de huidtge toestand gehand
haafd. De bouw van nieuwe luchtschepen
wordt verboden.
De chemische en bacteriologische oorlog
wordt verboden op de basis der tot nu toe ge
nomen conferentiebesluiten.
Het nieuwe ontwapeningsverdrag vervangt
de tot nu toe geldende ontwapeningsbepalin
gen der vredesverdragen voor Duitschland,
Oostenrijk, Hongarije en Bulgarije.
Redevoering van MacDonald.
MacDonald, bovengenoemde vijf punten
besprekende, hield een lange redevoering,
welke o.m. werd aangehoord door Daladier,
Paul Boncour, Simon, Gibson, Nadolny en
Beek. De Engelsche staatsman zeide o.a. het
volgende:
De conferentie is thans in haar laatste be
slissende fase getreden. De ontwapening van
meer dan 60 staten moet worden ten uitvoer
gelegd. De Engelsche regeering heeft den
moed de conferentie te willen helpen en haar
openlijk te zeggen, wat gedaan moet worden.
De mannen van goeden wil moeten thans
eens een besluit nemen en de verantwoorde
lijkheid op zich nemen. Een langjarige
vriend, wien spreker zeer hoog schat, een ge
trouw dienaar van den internationalen vrede,
wjen hij het volle vertrouwen schenkt, heeft
hem gezegd: „óf Duitschland wordt gerech
tigheid en vrijhei toegestaan of Europa stort
ineen". (Op een vraag van een der journa
listen, heeft MacDonald later persoonlijk
medegedeeld, dat bedoelde vriend is de Duit-
sche minister van buitenlandsche zaken Frei-
herr v. Neurath). Alle staten nu moeten tot
een verzekering van den vrede bijdragen. De
ontwapende mogendheden eischen thans ge
rechtigheid en vrijheid, de bewapende mach
ten evenwel moeten door de vermindering
hunner bewapeningen bijdragen in het vre
deswerk. De bijdrage der ontwapende staten
moet bestaan in het herstel van het weder-
zijdsche vertrouwen, van den goeden wil het
wederzijdsch begrip, veiligheid en interna
tionalen vredé. Deze bijdrage moet in een
„pool'' worden samengevoegd.
MacDonald baseerde het verdere deel van
zijn redevoering op de verklaring der vijf
groote mogendheden op 11 December afge
legd. Hij zeide als president der vijfmogend-
hedenconfereotie te spreken. v
Door de verklaring van 11 December j.1.
zijn twee beslissende punten geregeld: 1. De
veiligheid, door het afzien van geweld; 2. De
rechtsgelijkheid in etappen. Een verdaging
der conferentie, aldus vervolgde MacDonald,
zou beteekenen dat de conferentie is mislukt.
De Engelsche regeering heeft daarom een
nieuw voorstel uitgewerkt, d a t
wel is waar niemand zal kun
nen tevreden stellen, maar,
aldus de eerste minister, wie aan de be
langen van 60 naties wil tege
moet komen is een dwaas. Het
geheele probleem is het karakter der veilig
heid te wijzigen. Het Engelsche plan voor
ziet in een overgangsperiode voor bewapen
de en ontwapende staten. Het trekt voor nie
mand partij, doch houdt het midden. De con
ferentie is een ontwapeningsconferentie, geen
bewapeingsconferentie. MacDonald verklaar
de vervolgens, dat thans definitief besloten
moet worden de cijfers vast te stellen voor de
vermindering der bewapeningen. Zes jaren
lang.heeft men geschuwd deze beslissende
kwestie onder oogen te zien. Eenige naties
hebben geweigerd openlijk met elkander te
spreken. Daaraan moet een einde komen. In
dien de conferentie mislukt, indien het Engel
sche plan mocht worden verworpen, zal de
geheele ontwikkeling met grooten spoed in
de richting van een catastrophe gaan. Het is
een lafheid geen risico te willen aanvaarden
Oifers moeten worden gebracht. Heeft de
wereld nog niet genoeg van tegenstellingen
en oorlogsgevaar. De dam van den vrede
moet worden opgericht.
MacDonald deed ten slotte een beroep op
de conferentie rekening te houden met de
eischen van dit uur en het gezond verstand
te laten heerschen.
Nadolny zeide. dat de Duitsche regeering
zich voorbehoudt het Engelsche voorstel
nauwkeurig te bestudeeren, maar dat zij
hoopt, dat de uiteenzettingen van den Engel-
schen premier door de geheele wereld zullen
worden gehoord en een goed onthaal zullen
vinden juist -bij diegenen, die de verantwoor
delijkheid voor den vrede ter wereld dragen
De Duitsche regeering hoopt voorts, dat de
algemeene toestemming der conferentie zal
worden verkregen voor zoo'n verdrag en dat
de beslissende stap in deze richting ook de
oplossing van andere politieke kwesties, in
het bijzonder van rechtsgelijkheid, zal verge
makkelijken. Dit voorstel kan tot practisch
resultaat leiden.
De Fransche premier Daladier uitte zijn
tevredenheid. Frankrijk wenscht een alge
meen vredesverdrag en een effectieve con
trole, vermindering der bewapening in etap
pen en de vorming van de voor ontwapening
vereischte internationale atmosfeer.
Ook de vertegenwoordigers van Amerika
en Italië verklaarden ingenomen te zijn met
het Engelsche plan. De onderhandelingen
werden vervolgens verdaagd tot de volgende
week ten einde gelegenheid te geven de voor
stellen nader té bestudeeren.
Bizonderheden van het Engelsch
voorstel.
Het nieuwe Engelsche ontwapeningsplan
behandelt in het eerste de
Kwestie der veiligheid. Het
verdrag berust op het Kellogg-pact. Iedere
oorlog en schending van dit pact wordt ver
klaard tot een kwestie, welke alle staten be
treft en beteekent een schending der verplich.
tingen jegens alle staten. Bij een schen
ding of dreigende schending van het Kellog-
pact kan, indien vijf mogendheden, van wie
een groote, dit eischen de conferentie door
den Volkenbond worden bijeengeroepen.
De besluiten der conferentie moeten de toe
stemming hebben van alle groote mogend
heden en de meerderheid der overige staten.
Deze conferentie behandelt de te treffen
maatregelen en wijst den schuldige aan. Ver
dere bepalingen betreffende de kwestie der
veiligheid worden in het ontwerp-verdrag
niet behandeld.
Het ontwerp behandelt voorts in zijn be
langrijkste deel in 96 artikelen de vermin
dering en beperking der bewapeningen,
in het bizonder van het oorlogsmateriaal. De
militaire africhting voor de continentaal-
Europeesche legers raag niet langer duren
dan 8 maanden, doch in bepaalde gevallen
kan een verlenging»tot twaalf maanden wor
den toegestaan. De militaire scholing van
alle organisaties, behalve die onder regee-
ringscontrole staan, is verboden. De bereke
ning der effectieven geschiedt volgens de tot
nu toe goedgekeurde methodes. Het ontwerp
bevat hiervoor een tabel, woarin de niet te
overschrijden maxima worden vastgesteld.
Regeling van het oorlogs
materiaal. In het hoofdstuk betreffende
de regeling van het oorlogsmateriaal wordt
een maximum kaliber vastgesteld van 10.5
c. M. voor mobiel veldgeschut, voorloopig
mag evenwel het aanwezige geschut van een
kaliber tot hoogstens 15 c.M. behouden blij
ven. Nieuw te vervaardigen geschut mag
evenwel de grens van 10.5 c.M. niet over
schrijden. De maximale tonnage van tanks
wordt bepaald op 16 c.M. Het verboden oor
logsmateriaal moet voor een derde binnen
een jaar, voor het overige binnen drie jaren
na het van kracht worden van het verdrag
worden vernietigd.
Vlotbe wapening. Het hoofdstuk
betreffende de maritieme bewapening wijst op
de reeds bereikte resultaten ter conferenties
van Londen en Washington, waarvan de be
palingen zullen worden uitgebreid tot Frank,
rijk en Italië De vlootkrachten der overige
mogendheden moeten op grond van de hui
dige cijfers worden gestabiliseerd. De nieuw
bouw van oorlogsschepen moet door alle sta
ten worden gestaakt, met uitzondering van
Italië, dat zal worden toegestaan een slag
schip op stapel te zetten, zooals de Dunquer-
que. De bouw van kruisers met geschut bo
ven 20 c.M. wordt verboden onder voorbe
houd van de bepalingen van het Londensche
Vlootbedrag. Tot 31 December 1936 mogen
Frankrijk en Italië noch nieuwe onderzeeërs
laten bouwen noch onderzeeërs koopen. De
geheele tonnage voor onderzeebooten blijft
voorloopig vrij. De vlootpositie van Duitsch
land blijft ongewijzigd tot het jaar 1937.
L u c h t m a c h t. Op het gebied der lucht
strijdkrachten wordt bepaald, dat de groote
mogendheden Engeland, Frankrijk, Ver-
eenigde Staten, Japan, Italië en Sovjet-Rus
land 500 militaire vliegtuigen mogen hebben,
Polen, Spanje en Tsjecho-Slowakije ten hoog
ste 200, België, Roemenie en Nederland ten
hoogste 150, Zweden, Zwitserland en Noor
wegen 75, Littauen, Letland en Denemar
ken 50.
Geen militair vliegtuig mag een eigen
gewicht hebben van meer dan 3 ton.
Luchtschepen. Het bouwen of aan-
koopen van luchtschepen wordt verboden
voor den geldigheidsduur van het verdrag.
De militaire vliegtuigen, welke de maximum
grens overschrijden moeten voor de eene helft
voor 30 Juni 1936, voor de andere helft voor
het expireeren vas het verdrag worden ver
nietigd. Alle mogendheden moeten het totaal
aantal hunner civiele vliegtoestellen en de
bizonderheden betreffende hun burgerlucht
vaart mededeelen aan de permanente ontwa
peningscommissie. De uitgaven voor de bur
gerluchtvaart moeten den Volkenbond wor
den medegedeeld en worden gepubliceerd.
Permanente ontwapenings
commissie. Een permanente ontwape
ningscommissie bestaande uk vertegenwoor
digers van alle mogendheden moet de nood
zakelijke voorbereidingen treffen voor de
tweede tappe der ontwapeningsconferentie.
De commissie heeft het recht van onderzoek
ingeval van een schending van het Ontwape
ningsverdrag ter plaatse, na een met 2<3
meerderheid aangenomen besluit.
Geldigheidsduur 5 jaren. Het
verdrag heeft een geldigheidsuur van vijf
jaren met uitzondering van de op 31 Decem
ber 1936 afloopende bepalingen betreffende
de maritieme strijdkrachten.
Het verdrag voorziet er in dat in geval van
oorlog of bij 'bedreiging der nationale veilig
heid iedere regeering voorloopig de bepalin
gen van het verdrag behalve dan het verbo
den bombardement uit del ucht en den che-
mischen en bacteriologischen oorlog kan in
trekken. De betreffende staat moet later zijn
bewapening weer terugbrengen tot het bij het
verdrag vastgestelde niveau.
He verdrag zal geratificeerd worden door
de constitutionneele organen.
Het laatste. 96de, artikel van het verdrag
bepaalt, dat de overeenkomst de huidige be
palingen der verdragen van Versailles, St.
Germain, Trianon en Neuilly voor Duitsch
land. Oostenrijk, Hongarije en Bulgarije ver
vangt.
JSuUwtand
WEENSCHE PRESIDENT VAN
POLITIE AFGETREDEN.
De Weensche president van politie, Brandl,
is afgetreden. De leiding zal voorloopig in
handen zijn van vice-president Seydl Dit af
treden staat in verband met het ontruimen
van het gebouw van het vroegere ministerie
van binnenlandsche zaken, waar in den
nacht van Donderdag de Heimwehren war er
bijeengekomen.
NAT AMERIKA!
Biervoorstellen in den senaat
aangenomen.
De Amerikaansche senaat heeft gister het
biervoorstel aangenomen en het alcoholper
centage vastgesteld op 3,95 Het gewij
zigde voorstel gaat Vrijdag ter goedkeuring
naar het huis van afgevaardigden terug.
DE STRIJD IN OOST-AZIE.
Chineezen zetten algemeen
tegenoffensief in.
Het Chineesche ministerie van oorlog
deelt mede:
Op 15 Maart hebben de Chineesche troe
pen na zwaar artillerievuur het offensief
over het geheele front in de richting van
den Grooten Muur ingezet. Na den vierden
bajonetaanval hebben de Chineezen Tsan-
pingoean bezet. Hier worden de gevechten
nog voortgezet. Ook tusschen Sjanhaikwan
en Tsingwangtau beginnen de Chineezen een
offensief op de Japansche stellingen Het is
hun, volgens Chineesche berichten, gelukt op
enkele plaatsen door het Japansche front
heen te breken. De chef der daar strijdende
Chineesche legers heeft bevel gegeven Sjan
haikwan te bezetten.
Japansche bevestiging.
Het Japansche oppercommando bevestigt
dat d? Chineezen aan den Grooten Muur het
ojfeiisyi hebben ingezet