DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
ïlit het JUu
De regeeringsverklaring van Hitier.
TtaqeÜiksch Ovevzicfit
No. 71
Vrijdag 24 Maart 1933
135e Jaargang
De regeering is van plan, om krachtige
maatregelen te nemen tegen het commu
nisme en voor den wederopbouw van
Duiischland.
Hitier contra de soc. dem.
COURANT
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
tranco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
ZIJ, DIE ZICH MET 1 APRIL A.S.
VOOR MINSTENS 3 MAANDEN OP
DIT BLAD ABONNEEREN, ONTVAN
GEN DE TOT DIEN DATUM VER
SCHIJNENDE NUMMERS FRANCO EN
GRATIS.
DE DIRECTIE.
Den Haag, 23 Maart 1933.
Het „staartje" van de begrooting van ar
beid, dat gister in de Eerste Kamer niet
werd afgedaan, heeft hedenmorgen, gelukkig,
niet al te veel tijd in beslag genomen. Wij
hebben den heer Ter Laan (c.h.) nogmaals
een pleidooi hooren houden voor vroegere
aflevering van versch brood, nu de bakkers-
arbeid in de toekomst een uur vroeger zal
mogen aanvangen; verder heeft de heer Wes-
terdijk (v.d.) het nogmaals opgenomen voor
de aardappelverbouwers, heeft de heer Ser-
rarens (r.k.) nogmaals in optimistischen zin
gesproken over de mogelijkheid langs inter
nationalen weg de 40-urige werkweek in te
voeren en heeft de heer Hermans (s.d.a.p.)
nogmaals den heer Ter Haar bestreden in
zake den bakkersnachtarbeid.
Minister Verschuur heeft kortelijk geant
woord en in het bizonder uiteengezet, dat
vervroeging van het uur, waarop versch
brood verkrijgbaar zou worden gesteld,
slechts wederinvoering van den nachtarbeid
zou ten gevolge hebben, terwijl er ook an
dere slechte gevolgen uit zouden voort
vloeien. De begrooting is daarop zonder
stemming aangenomen.
Minister Verschuur verdween hierop uit
de vergaderzaal om plaats te maken voor
Mr. Reijmer. hoofd van het departement van
waterstaat. Hij zal wel wat langer in de Ka
mer moeten zijn, daar naast zijn begrooting
van waterstaat nog enkele andere begrootin
gen, welke tot zijn competentie behooren.
moeten worden afgehandeld. Gelukkig is
men echter heden reeds gereed gekomen met
de waterstaatsbegrooting, al heeft het niet
aan sprekers ontbroken. Dat het vermoede
lijk wel de laatste keer zal zijn, dat minister
Reijmer een begrooting heeft te verdedigen
en hij ove enkele werken ambteloos burger
zal zijn, schenen sommige leden niet te bé
grijpen of niet te wilen begrijpen. Immers
er werden soms maatregelen aanbevolen
welke eerst over geruimen tijd van kracht
zouden kunnen zijn of wel langen tijd van
voorbereiding zouden moeten eischen. Ge
looft men nu werkelijk, dat een minister die
op het punt staat démissionair te worden,
nog nieuwigheden ter hand zal nemen
De eerste spreker, de heer Smeenge (lib.)
pleitte voor een overlaadhaven voor steen
kolen te Maastricht, alsmede voor milck
bepalingen bij de heffing van scheepvaart-
tollen, en betoogde, dat het gevaar der onbe
waakte overwegen vergroot wordt door de
toenemende snelheid der treinen.
Ook voor den heer HeerkensThijssen
(r.k.) leverden de onbewaakte overwegen stof
voor een rede. Hij betoogde, dat deze een
ernstig gevaar zijn voor het verkeer en dat
de bewering, dat ook bij bewaakte overv/e
gen ongelukken voorkomen, niet ter zake
doet.
De heer Ter Haar (c.h.) besprak de ver
binding van Amsterdam met den Boven Rijn
en vroeg, in welk tempo de minister dachi
het werk tot stand te doen komen. Daarnaast
besprak hij het vervoervraagstuk ën drong
cr op aan paal en perk te stellen aan de on
gebreidelde concurrente welke het vracht
autoverkeer den spoorwegen aandoet. Ten
slotte vroeg hij een rijksverkeerspoütie in te
stellen.
In verband hiermede vroeg de heer Jans
sen (r.k.) de instelling van een vervoerraad,
ter oplossing van de groote moeilijkheden,
die zich bij het vervoervraagstuk voordoen.
Tevens klaagde hij over het voortbestaan
van een aantal noodlijdende locaalspoorwe
gen. wat niets meer is dan kapitaalverlies.
De heer IJsselmuiden (r.k.) dron? aan op
het bindend verklaren van de collectieve con
tracten in de bestekken der Rijkswaterstaats
werken.
De heer Westerdijk (v.d.) klaagde over de
onmatige warmte in de verwarmde spoor
wegcoupés. Het is er soms wel 70 graden.
De heer Savornin Lohman (c.h.) opperde
bedenkingen tegen de plannen tot verbree
ding van het kanaal Hansweert—Wemel-
dinge. \X oidt dit over zijn geheele lengte ver
breed, dan heeft België alles wat het behoeft
voor zijn Rijn Scheldeverbinding en daar
had spr. bezwaar tegen omdat daarmede
ongeveer tien milliöen uit onze schatkist zal
worden gehaald.
W ijders besprak hij de noodzakelijkheid
van een verbetering van de spoorwegtoe
standen om Utrecht. Daarin viel hem de vol
gende spreker, de heer Moltmaker (s d.a.p.
bij, die na aangedrongen te hebben op een
behoorlijke verkeersregeling, uiteenzette hoe
noodig het is eindelijk over te gaan tot de
reeds zooveel jaren in overweging zijnde ver
betering van de spoorwegtoestanden om
Utrecht en daarbij tevens de noodzakelijk
heid van een behoorlijke verbouwing van het
Centraal Station te Utrecht bepleitte. Hierna
besprak hij een aantal andere spoorwegza
ken de algemeene invoering van een automa
tische koppeling van spoorwegwagens, de
erkenning van de vakvereeniging der spoor
wegbeambten door de spoorwegmaatschap
pij Gent—Terneuzen, een herziening en dus
verbetering van het reglement op de dienst
en rusttijden, daar de werktijden thans vaak
buitengewoon lang en zwaar zijn, eenige
hulp aan het ontslagen tramwegpersoneel,
welke door de regeering in uitzicht is gesteld,
doch tot nog toe is uitgebleven, en ten slotte
verbetering van de positie van het personeel
der slaapwagens.
Minister Reijmer heeft de sprekers stuk
voor stuk van antwoord gediend. Laten wij
de hoofdpunten zijner rede hier weergeven:
In de eerste plaats heeft de bewindsman me
degedeeld, dat er een herziening van motor
en rijwielwet met het daarbij behoorende re
glement op komende wegen is, waarbij paal
en perk wordt gesteld aan het roekelooze
rijden. Spr. zette uiteen, dat er een centrale
verkeerspolitie moet komen, waarvoor een
crediet zal worden aangevraagd. De vrijwil
lige inspectie in enkele provinciën doet wel
goed werk, maar is niet voldoende. Maar on
gelukken zullen er altijd nog wel voorkomen,
omdat ze doorgaans het gevolg zijn van on
voorzichtigheid. Bovendien mag men niet
uit het oog verliezen, dat het aantal motor
voertuigen in den laatsten tijd verbazend is
toegenomen.
Den heer IJsselmuiden antwoordde de mi
nister, dat het thans geen tijd is de collectie
ve arbeidscontracten bindend te verklaren,
den heeren Smeenge en Janssen, dat een
overlaadhaven te Maastricht nog in onder
zoek is, doch dat deze on ieder geval niet in
maar in de buurt van Maastricht zal komen.
Den heer Lohman verzekerde mr. Reijmer,
dat de verbreeding van het kanaal door
Zuid-Beveland niet zal prejudiceeren in zake
de plannen van een kanaal van Antwerpen
naar het Hollandsch Diep. Bij de onteige-
ningsontwerpen noodig voor de verbreeding
zal de Kamer nog altijd het beslissende
woord kunnen spreken.
De heer Ter Haar kreeg o.a. van den mi
nister te hooren, dat er nog steeds overleg
moet worden gepleegd in zake de nieuwe
Rijnverbinding van Amsterdam doch dat de
belanghebbende provinciën niet gemakkelijk
zijn te vinden om het werk geldelijk te steu
nen. In de eerste plaats zal de dringend noo-
dige verbreeding van de schutsluis bij Vrees
wijk onder handen moeten worden genomen
Een regeling van de dienst- en rusttijden
van het spoorwegpersoneel is niet in de Ar
beidswet onder te brengen wegens de bij
zondere toestanden, welke bij het spoorweg
verkeer bestaan. Voor het personeel van de
slaapwagens is geen regeling te treffen om
dat het slechts voor een klein deel op ons ter
ritoir dienst doet, doch overigens grooten-
deels in den vreemde.
Wat de onbewaakte overwegen betreft,
dien bij Nootdorp, waarover was geklaagd,
zal het Rijkstoezicht aan een nader onder
zoek onderwerpen en zoo noodig zal er weer
een bewaking worden ingesteld. De klacht
van den heer Smeenge. dat onze treinen te
snel zouden rijden achtte de minister on
juist.
Ter wille van de zuinigheid doch ook ten
gerieve van het publiek moet de snelheid
worden opgevoerd en moeten daarom ook
haites en bijstations hier en daar verdwijnen.
Na een paar replieken, welke geen nieuwe
gezichtspunten openden is hierop de begroo
ting zonder stemming goedgekeurd.
Hierna kwam de begrooting der posterijen,
telegrafie en telefonie aan de orde Wij heb
ben heden nog enkel den heer Kranenburg
(v.d.) gehoord, die het beleid der regeering
in zake de radiouitzending besprak en af
keurde. De oude grief in zake de zendtijdver-
deeling heeft hij weer eens voor den dag ge
haald, waaraan hij de radiocensuur aan een
niet malsche beoordeeling onderwierp, daar
bij wijzend op de z.i. dwaze censuur, welke
de radiocontrolecommissie op een rede van
zijn partijgenoot Van Embden had uitge
oefend. Een beroepsinstantie achtte hij drin
gend noodig. -
Morgen voortzetting.
De belangrijke dagen in Duitschland vol
gen elkaar snel op! Eerst was daar de groote
dag van de opening van den rijksdag en gis
teren hebben wij de met spanning tegemoet-
geziene regeeringsverklaring van Hitier ge
had.
Na eerst een overzicht te hebben gegeven
over het bedrijfsleven in de afgeloopen 14
jaren en na scherpe aanvallen tegen de par
tijen van Weimar, legde Adolf Hitier er den
nadruk op, dat het program van den weder
opbouw van zelf blijkt uit de grootte van de
ineenstorting.
Tegen Communisme en Marxisme.
In de eerste plaats noemde de rijkskanse
lier de opruiming van het communisme en
van het marxisme. De in de buitenlandsche
pers geënsceneerde hetze tegen de nationale
regeering sterkt de regeering in dezen on-
wrikbaren wil. Onder luid applaus wees de
rijkskanselier er op, dat de opruiming van
het communisme een binnenlandsche aange
legenheid is, waarmede het buitenland zich
niet heeft te bemoeien. In dit verband dreigde
hij met de openbare executie van den brand
stichter van het rijksdaggebouw en diens
medeplichtigen.
De Machtigingswet.
De machtigingswet zal dienen als basis
voor een nieuwe staatsorganisatie. De rech
ten der landen zullen niet worden aangetast.
In de toekomst zal het evenwel niet meer
mogelijk zijn, dat leden van eenige lands-
regeering per radio tegen de rijksregeering
zop kunnen hetzen. Voorts kondigde de rijks
kaneslier aan dat de nog niet gekozen lands-
parlementen zullen worden samengesteld
overeenkomstig het rijksparlement. Het volk
zal zelf zijn houding kunnen bepalen tegen
over de grondwetswijzigende maatregelen
De kwestie der monarchie.
Een restauratie van de monarchie is op het
oogenblik niet aan de orde Dergelijke po
gingen in verschillende landen zal de rijks
regeering moeten beschouwen als een aanval
op de rijkseenheid en als zoodanig moeten
behandelen.
De rijkskanselier ging nader in op de ver
schillende, noodzakelijk geachte maatregelen.
Kunst.
De kunst zal binnen het kader der cultu-
reele reorganisatie op een nieuwe basis
komen. In de beide confessies ziet de regee
ring de draagsters der cultuur, waar zij ob
jectief tegenover zal staan. De door haar af
gesloten verdragen worden erkend.
Rechtspraak.
Iri de rechtspraak zal de grondslag der
justitie de grondslag der natie zijn. Lands-
en hoogverraad zullen in de toekomst op bar
baarsche wijze worden bestraft.
Economische politiek.
Overgaande tot de economische politiek
noemde de Rijkskanselier het fundament:
Het kapitaal dient het bedrijfsleven en het
bedrijfsleven dient het Volk. De regeering
zal het particulier initiatief bevorderen en
den particulieren eigendom erkennen. Voor
öi openbare financiën zal een zuinig beheer
de richtsnoer zijn. Bovendien zal een belas
tinghervorming plaats hebben. De Rijkskan
selier herhaalde de verklaring dat geenerlei
valuta-experimenten in het voornemen lig
gen.
De beide fundamenteele principes der na
tionale regeering zijn:
1. De redding van cbn Duitschen boer
door herstel van de rentabiliteit van den
landbouw;
2. De opheffing van de werkloosheid.
Het braakliggen van jnillioenen landelijke
arbeidskrachten is een waanzin en een mis
daad. Volledige autarkie is noch gewenscht
noch voorgenomen. Duitschland zal een ge
leding zijn in het warenverkeer der volken.
De deviezencontrole zal blijven bestaan tot
de kwestie der buitenlandsche schulden zal
zijn geregeld.
Vervoerpolitiek.
Ten aanzien van de verkeerspolitiek ver
klaarde de kanselier, dat de terugkeer van
de spoorwegen in het bezit van het Rijk zoo
spoedig mogelijk moet plaats hebben.
Waardeerende woorden over de „voortref
felijke Rijksweer" vormden een inleiding tot
de bespreking van de buitenlandsche poli
tiek.
De Buitenlandsche politiek
Duitschland als ontwapend land wacht
reeds veertien jaren lang op de nakoming
der beloften van de hoogstbewapende lan
den. Het is de wensch van Duitschland te
kunnen afzien van een vermeerdering zijner
bewapening, indien ook de andere landen
radicaal ontwapenen. Het „Leitmotiv" van
de buitenlandsch politieke werkzaamheid der
Rijksregeering is de wil eindelijk een einde te
maken aan de scheiding der volken in twee
categorieën.
Ontwapeningsconferentie.
Op de Ontwapeningsconferentie oefende
de Rijkskanselier scherpe critiek. De tot nu
toe bestaande toestand kan niet lang meer
voortduren. Het nieuwe plan der Engelsche
regeering, waarvoor de Rijkskanselier waar
deerende woorden vond, geeft inderdaad
hoop op een verbetering. De kanselier be
sprak vervolgens in waardeerende bewoor
dingen het plan-Mussolini, dat hij zeer be
langrijk noemde. Duitschland is volkomen
bereid mede te werken op de basis van dit
plan. In het bizonder herinnerde hij aan het
krachtige begrip, dat de nationale revolutie
in Italië heeft gevonden en dat, volgens den
Rijkskanselier, den wensch uitdrukt, dat de
goede en vriendschappelijke betrekkingen
nog verder zullen worden opgebouwd. Na de
verkaring, dat de regeering ook in goede
relatie tot den Heilige Stoel wil staan, be
sprak Hitier de Oostenrijksche kwestie, waar
bij hij met nadruk wees op de lotsverbonden
heid van alle Duitsche stammen. Bij de be
spreking van de verhouding van Duitsch
land tot de andere volken, gaf Hitier een
principieele uiteenzetting betreffende de ver
houding Duitschland—Rusland. De regee
ring wenscht voor beide deelen vriendschap
pelijke betrekkingen. Onder sterken bijval
constateerde Hitier, dat de strijd tegen het
communisme een aangelegenheid is, waarin
geen inmenging van het buitenland kan wor
den geduld. Voorts besprak Hitier de Duit
sche minderhedenkwestie. De regeering zal
streven naar te garandeeren rechten.
Economische wereldconferentie.
Ten slotte besprak Hitier de economische
wereldconferentie. Hier is d^egeling van de
particuliere buitenlandsche schulden het be
langrijkste probleem. De positie van Duitsch
land in de wereld noemt spreker: Tien jaren
vrede en samenwerking zijn nuttiger dan een
30 jaar lang durende handhaving van den
toestand van overwinnaars en overwonne
nen.
Rijksdag en Machtigingswet.
Ten slotte behandelde Hitier de positie
van den Rijksdag tegenover de "machtigings
wet. Een gedeelte der voorgenomen maatre-
geiert bedoelt wijzigingen jn de grondwet.
De regeering weigert zich door koehandel
van geval -tot geval een meerderheid te zoe
ken, De machtigingswet richt zich evenwel
noch tegen den Rijksdag, die van tijd tot tijd
zal worden bijeengeroepen, noch op een be
knibbeling van de rechten van den president.
De regeering eischt een duidelijke beslissing
van den Rijksdag. Een verwerping zou zij
beschouwen als een aansporing tot strijd.
De Rijkskanselier besloot: „Moogt Gij,
Mijne Heeren, thans de beslissing nemen
over vrede en oorlog".
De regeeringsverklaring werd enthousiast
toegejuicht. De Duitsche zenders verspreid
den het Duitschlandlied.
De Rijksdag ging uiteen tot kwart over
zessen, om dan over te gaan tot de afhande
ling van de machtigingswet in drie ltzingen.
Dit deel van de zitting werd besloten met
het zingen van het eerste couplet van het
Deutschlandlied.
De soc. democraat Wels tfiin het
woord.
Om kwart over zes wordt da zitting door
president Goering heropend. De leden der
rijksregeering hebbei. onder leiding van
rijkskanselier Hitier plaats genomen op de
regeeringsbanken.
De debatten over de machtigingswet wor
den geopend door den sociaal-democraat
Wels, die namens zijn fractie een groote ver
klaring aflegt. Hij zegt om.: De buiten
landsch politieke eischen in zake rechtsgelijk
heid, welke door den rijkskanselier ter sprake
zijn gebracht hebben te meer de instemming
der sociaal-democraten daar deze ze reeds
van oudsher principiëel hebben bevochten
Wels verklaarde als eerste Duitscher voor
een internationaal forum op de Berner confe
rentie op 3 Februari 1919 stelling te hebben
genomen tegen de onwaarheid van de schuld
van Duitschland aan het uitbreken van den
wereldoorlog. De woorden van den rijkskan
selier, dat in de buitenlandsche politiek de
theorie geldt van overwinnaars en overwon
nenen, gelden is gelijke mate ook voor de
binnenlandsche politiek. Uit een opgedron
gen vrede komt geen zegen. Juist niet in het
binnenland. Uw voorwaarde is gelijk recht
Vrijheid en leven kar. men ons ontnemen,
maar niet onze eer. Na de vervolgingen
welke de sociaal democratische partij den
laatsten tijd zijn ten deel gevallen, zal nie
mand billijkerwijze van haar eischen en ver
wachten kunnen, dat zij voor de hier inge
diende machtigingswet zal stemmen. Door
de verkiezingen van 5 Maart is de regee-
ringspartijen de mogelijkheid gegeven streng
volgens den tekst en den geest van de grond
wet te regeeren. Waar deze mogelijkheid be
staat, bestaat ook de plicht. Nimmer, zoo
lang een Duitsche rijksdag bestaat, is de con
trole in openbare zaken in zoo ruimte mate
uitgeschakeld als thans het geval is en het
door de machtigingswet verder zal worden
Wels verlangde tenslotte volledige rechtsge
lijkheid.
Toen hij klaar was werd hij door zijn
partijgenooten toegejuicht, terwijl de natio
naal-socialisten lachten.
Hitier antwoordt met een krachtige
speech.
Vervolgens was het woord aan rijkskanse
lier Hitier, die verklaarde:
Laat komt gij, maar gij komt toch. De
schoone woorden, die gij te voren hebt ver
kondigt, zijn te laat bekend geworden in de
wereldgeschiedenis U verklaart dat U het
eens is met ons buitenlandsch politiek pro
gram, dat U de leugen van de schuld aan
den oorlog van de hand wijst, dat U tegen
herstelbetalingen is. Waarom hebt U zich
daar niet naar gedragen in den tijd dat U de
macht hebt gehad? U zegt, dat weerloos, niet
eerloos is. Inderdaad behoeft dat niet zoo te
zijn. Onze beweging is jarenlang weerloos ge
maakt maar eerloos is zij niet geweest Ik ben
er van overtuigd, dat wij het Duitsche volk
hebben ingeprent, dat hij bij zijn huidige
weerloosheid zeer zeker niet eerloos zal zijn.
Hitier noemde het daarentegen niet eervol
zich door een vijand zijn binnenlandsche or
ganisatie te laten opdringen. Wat de gelijke
rechten betreft, zeide Hitier er veertien jaren
lang voor te hebben gestreden. Jarenlang
heeft men ons, aldus Hitier, het spreken ver
boden en thans zegt U critiek is heilzaam.
Bij de bespreking over de in het buitenland
verspreide berichten, wees Hitier in het bi
zonder op de houding der bladen der sociaal
democratie in Oostenrijk en het Saargebied.
Wij nationaal-socialisten, aldus Hitier, zul
len den arbeider den we? hanen voor wat hij
kan eischen en verkrijgen. Wij zullen zijn
voorspraak zijn. U, mijne heeren, bent daar
voor niet meer noodig. U zegt verder dat niet
de macht beslissend is, maar het rechts
bewustzijn. Dit rechtsbewustzijn nu hebben
wij in het volk gewekt. Uit eigen politieke
ervaringen gelooft Hitier, dat het recht al
leen nog niet genoeg is, maar dat men ook de
macht moet bezitten. Verwisselt ons niet met
een burgerlijke wereld. U zegt verder, dat U
niet gebroken bent in den tijd der socialisten
wetgeving, maar indertijd zag de wereld nog
iets anders in U dan thans. Uw uur heeft ge
slagen. Slechts omdat wij zien Duitschland,
zijn nood en de noodzakelijkheid van het
nationale leven, doen wij op dit uur een be-
rpep op den Duitschen rijksdag om ons toe te
staan wat wij ook zonder hem hadden kun
nen doen. Ten slotte zeide Hitier de inter
nationale niet te erkennen. Hij verklaarde
slechts te kunnen zeggen niet te willen dat
de sociaal-democraten er voor zouden stem
men. Duitschland moet vrij worden, maar
niet door U.
De machtigingswet aangenomen.
Nadat dr. Kaas namens de Centrumfractie
had verklaard dat deze voor de machtigings
wet zou stemmen en dat de regeeringsverkla
ring menig bitter woord bevat, waarop hij
thans niet kon ingaan, besprak ook Goering
nog eens de redevoering van Wels, waarbij
hij in het bizonder van leer trok tegen de
socoiaal-democratische pers in Scandinavië.
De debatten werden hierna gesloten. De
machtigingswet in drie lezingen aangnomen
met de stemmen der sociaal-democraten te
gen, 441 tegen 94 stemmen.
Goering sluit hierop de bijeenkomst. Hij
wijst er op dat Je rijksdag thans een wet
heeft aangenomen, in enkele uren, waarover
men anders jaren deed.
Goering kreeg machtiging den rijksdag
bijeen te roepen, wanneer hij dat noodig acht.
De rijksdag ging hierna uiteen.
De Engelsche oers over Hitier.
De Engelsche pers geeft de rede van Hitier
in den rijksdag uitvoerig weer en wijdt
vooral veel aandacht aan de bespreking der
buitenlandsche politiek, de ontwapening, de
verhouding tot Frankrijk en de schuld aan
den oorlog. Commentaar ontbreekt nog
grootendeels.
En de Fransche kranten.
De rede, die Hitier in den rijksdag heeft
gehouden, wordt door de Fransche pers met
eenige reserve ontvangen. De met minister
president Daladier nauw gelimeerden Repu-
blique schrijft, dat Frankrijk niet de minste
bedoeling heeft het onderscheid tusschen
overwinnaar en overwonnene te vereeuwigen.
Frankrijk wenscht oprecht de Duitsch-
Fransche toenadering, Europeesche ver
standhouding en gemeenschappelijken strijd
tegen de economische crisis! Frankrijk is be
reid tot een vergaarde gecontroleerde ont
wapening; op voorwaarde dat het een con
troleerbare garantie heeft, dat het Duitsche
rijk zich niet opnieuw bewapend. Wanneer
men de verklaringen van den rijkskanselier
woordelijk mag opvatten zijn actieve onder
handelingen mogelijk en gewenscht. Het is
thans aan Hitier, door daden te bewijzen,
dat de geest van den vrede, die hij gisteren
heeft gehuldigd, werkelijk in hem leeft.
Waarom Gereke gearresteerd
werd.
Omtrent de redenen, die hebben geleid tot
de arrestatie van den rijkscommissaris voor
de werkverschaffing, dr. Gereke, wordt van
welingelichte zijde vernomen, dat vice-kanse-
lier von Papen gisteren bezoek ontving van
oud-minister von Keudell en oud-ministe-
riaalraad Schellen, die hem mededeelden,
dat Gereke als bestuurslid van het verbond
van Duitsche landsgemeenten sedert 1924
een bedrag van in totaal 1.200.000 R.M.
zou hebben verduisterd. Von Papen deed
hiervan onmiddellijk mededeeling aan den
rijkskanselier, wat direct tot arrestatie leidde