DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. ïlit het JUu De regeeringsverklaring van Hitier. TtaqeÜiksch Ovevzicfit No. 71 Vrijdag 24 Maart 1933 135e Jaargang De regeering is van plan, om krachtige maatregelen te nemen tegen het commu nisme en voor den wederopbouw van Duiischland. Hitier contra de soc. dem. COURANT Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, tranco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit drie bladen. ZIJ, DIE ZICH MET 1 APRIL A.S. VOOR MINSTENS 3 MAANDEN OP DIT BLAD ABONNEEREN, ONTVAN GEN DE TOT DIEN DATUM VER SCHIJNENDE NUMMERS FRANCO EN GRATIS. DE DIRECTIE. Den Haag, 23 Maart 1933. Het „staartje" van de begrooting van ar beid, dat gister in de Eerste Kamer niet werd afgedaan, heeft hedenmorgen, gelukkig, niet al te veel tijd in beslag genomen. Wij hebben den heer Ter Laan (c.h.) nogmaals een pleidooi hooren houden voor vroegere aflevering van versch brood, nu de bakkers- arbeid in de toekomst een uur vroeger zal mogen aanvangen; verder heeft de heer Wes- terdijk (v.d.) het nogmaals opgenomen voor de aardappelverbouwers, heeft de heer Ser- rarens (r.k.) nogmaals in optimistischen zin gesproken over de mogelijkheid langs inter nationalen weg de 40-urige werkweek in te voeren en heeft de heer Hermans (s.d.a.p.) nogmaals den heer Ter Haar bestreden in zake den bakkersnachtarbeid. Minister Verschuur heeft kortelijk geant woord en in het bizonder uiteengezet, dat vervroeging van het uur, waarop versch brood verkrijgbaar zou worden gesteld, slechts wederinvoering van den nachtarbeid zou ten gevolge hebben, terwijl er ook an dere slechte gevolgen uit zouden voort vloeien. De begrooting is daarop zonder stemming aangenomen. Minister Verschuur verdween hierop uit de vergaderzaal om plaats te maken voor Mr. Reijmer. hoofd van het departement van waterstaat. Hij zal wel wat langer in de Ka mer moeten zijn, daar naast zijn begrooting van waterstaat nog enkele andere begrootin gen, welke tot zijn competentie behooren. moeten worden afgehandeld. Gelukkig is men echter heden reeds gereed gekomen met de waterstaatsbegrooting, al heeft het niet aan sprekers ontbroken. Dat het vermoede lijk wel de laatste keer zal zijn, dat minister Reijmer een begrooting heeft te verdedigen en hij ove enkele werken ambteloos burger zal zijn, schenen sommige leden niet te bé grijpen of niet te wilen begrijpen. Immers er werden soms maatregelen aanbevolen welke eerst over geruimen tijd van kracht zouden kunnen zijn of wel langen tijd van voorbereiding zouden moeten eischen. Ge looft men nu werkelijk, dat een minister die op het punt staat démissionair te worden, nog nieuwigheden ter hand zal nemen De eerste spreker, de heer Smeenge (lib.) pleitte voor een overlaadhaven voor steen kolen te Maastricht, alsmede voor milck bepalingen bij de heffing van scheepvaart- tollen, en betoogde, dat het gevaar der onbe waakte overwegen vergroot wordt door de toenemende snelheid der treinen. Ook voor den heer HeerkensThijssen (r.k.) leverden de onbewaakte overwegen stof voor een rede. Hij betoogde, dat deze een ernstig gevaar zijn voor het verkeer en dat de bewering, dat ook bij bewaakte overv/e gen ongelukken voorkomen, niet ter zake doet. De heer Ter Haar (c.h.) besprak de ver binding van Amsterdam met den Boven Rijn en vroeg, in welk tempo de minister dachi het werk tot stand te doen komen. Daarnaast besprak hij het vervoervraagstuk ën drong cr op aan paal en perk te stellen aan de on gebreidelde concurrente welke het vracht autoverkeer den spoorwegen aandoet. Ten slotte vroeg hij een rijksverkeerspoütie in te stellen. In verband hiermede vroeg de heer Jans sen (r.k.) de instelling van een vervoerraad, ter oplossing van de groote moeilijkheden, die zich bij het vervoervraagstuk voordoen. Tevens klaagde hij over het voortbestaan van een aantal noodlijdende locaalspoorwe gen. wat niets meer is dan kapitaalverlies. De heer IJsselmuiden (r.k.) dron? aan op het bindend verklaren van de collectieve con tracten in de bestekken der Rijkswaterstaats werken. De heer Westerdijk (v.d.) klaagde over de onmatige warmte in de verwarmde spoor wegcoupés. Het is er soms wel 70 graden. De heer Savornin Lohman (c.h.) opperde bedenkingen tegen de plannen tot verbree ding van het kanaal Hansweert—Wemel- dinge. \X oidt dit over zijn geheele lengte ver breed, dan heeft België alles wat het behoeft voor zijn Rijn Scheldeverbinding en daar had spr. bezwaar tegen omdat daarmede ongeveer tien milliöen uit onze schatkist zal worden gehaald. W ijders besprak hij de noodzakelijkheid van een verbetering van de spoorwegtoe standen om Utrecht. Daarin viel hem de vol gende spreker, de heer Moltmaker (s d.a.p. bij, die na aangedrongen te hebben op een behoorlijke verkeersregeling, uiteenzette hoe noodig het is eindelijk over te gaan tot de reeds zooveel jaren in overweging zijnde ver betering van de spoorwegtoestanden om Utrecht en daarbij tevens de noodzakelijk heid van een behoorlijke verbouwing van het Centraal Station te Utrecht bepleitte. Hierna besprak hij een aantal andere spoorwegza ken de algemeene invoering van een automa tische koppeling van spoorwegwagens, de erkenning van de vakvereeniging der spoor wegbeambten door de spoorwegmaatschap pij Gent—Terneuzen, een herziening en dus verbetering van het reglement op de dienst en rusttijden, daar de werktijden thans vaak buitengewoon lang en zwaar zijn, eenige hulp aan het ontslagen tramwegpersoneel, welke door de regeering in uitzicht is gesteld, doch tot nog toe is uitgebleven, en ten slotte verbetering van de positie van het personeel der slaapwagens. Minister Reijmer heeft de sprekers stuk voor stuk van antwoord gediend. Laten wij de hoofdpunten zijner rede hier weergeven: In de eerste plaats heeft de bewindsman me degedeeld, dat er een herziening van motor en rijwielwet met het daarbij behoorende re glement op komende wegen is, waarbij paal en perk wordt gesteld aan het roekelooze rijden. Spr. zette uiteen, dat er een centrale verkeerspolitie moet komen, waarvoor een crediet zal worden aangevraagd. De vrijwil lige inspectie in enkele provinciën doet wel goed werk, maar is niet voldoende. Maar on gelukken zullen er altijd nog wel voorkomen, omdat ze doorgaans het gevolg zijn van on voorzichtigheid. Bovendien mag men niet uit het oog verliezen, dat het aantal motor voertuigen in den laatsten tijd verbazend is toegenomen. Den heer IJsselmuiden antwoordde de mi nister, dat het thans geen tijd is de collectie ve arbeidscontracten bindend te verklaren, den heeren Smeenge en Janssen, dat een overlaadhaven te Maastricht nog in onder zoek is, doch dat deze on ieder geval niet in maar in de buurt van Maastricht zal komen. Den heer Lohman verzekerde mr. Reijmer, dat de verbreeding van het kanaal door Zuid-Beveland niet zal prejudiceeren in zake de plannen van een kanaal van Antwerpen naar het Hollandsch Diep. Bij de onteige- ningsontwerpen noodig voor de verbreeding zal de Kamer nog altijd het beslissende woord kunnen spreken. De heer Ter Haar kreeg o.a. van den mi nister te hooren, dat er nog steeds overleg moet worden gepleegd in zake de nieuwe Rijnverbinding van Amsterdam doch dat de belanghebbende provinciën niet gemakkelijk zijn te vinden om het werk geldelijk te steu nen. In de eerste plaats zal de dringend noo- dige verbreeding van de schutsluis bij Vrees wijk onder handen moeten worden genomen Een regeling van de dienst- en rusttijden van het spoorwegpersoneel is niet in de Ar beidswet onder te brengen wegens de bij zondere toestanden, welke bij het spoorweg verkeer bestaan. Voor het personeel van de slaapwagens is geen regeling te treffen om dat het slechts voor een klein deel op ons ter ritoir dienst doet, doch overigens grooten- deels in den vreemde. Wat de onbewaakte overwegen betreft, dien bij Nootdorp, waarover was geklaagd, zal het Rijkstoezicht aan een nader onder zoek onderwerpen en zoo noodig zal er weer een bewaking worden ingesteld. De klacht van den heer Smeenge. dat onze treinen te snel zouden rijden achtte de minister on juist. Ter wille van de zuinigheid doch ook ten gerieve van het publiek moet de snelheid worden opgevoerd en moeten daarom ook haites en bijstations hier en daar verdwijnen. Na een paar replieken, welke geen nieuwe gezichtspunten openden is hierop de begroo ting zonder stemming goedgekeurd. Hierna kwam de begrooting der posterijen, telegrafie en telefonie aan de orde Wij heb ben heden nog enkel den heer Kranenburg (v.d.) gehoord, die het beleid der regeering in zake de radiouitzending besprak en af keurde. De oude grief in zake de zendtijdver- deeling heeft hij weer eens voor den dag ge haald, waaraan hij de radiocensuur aan een niet malsche beoordeeling onderwierp, daar bij wijzend op de z.i. dwaze censuur, welke de radiocontrolecommissie op een rede van zijn partijgenoot Van Embden had uitge oefend. Een beroepsinstantie achtte hij drin gend noodig. - Morgen voortzetting. De belangrijke dagen in Duitschland vol gen elkaar snel op! Eerst was daar de groote dag van de opening van den rijksdag en gis teren hebben wij de met spanning tegemoet- geziene regeeringsverklaring van Hitier ge had. Na eerst een overzicht te hebben gegeven over het bedrijfsleven in de afgeloopen 14 jaren en na scherpe aanvallen tegen de par tijen van Weimar, legde Adolf Hitier er den nadruk op, dat het program van den weder opbouw van zelf blijkt uit de grootte van de ineenstorting. Tegen Communisme en Marxisme. In de eerste plaats noemde de rijkskanse lier de opruiming van het communisme en van het marxisme. De in de buitenlandsche pers geënsceneerde hetze tegen de nationale regeering sterkt de regeering in dezen on- wrikbaren wil. Onder luid applaus wees de rijkskanselier er op, dat de opruiming van het communisme een binnenlandsche aange legenheid is, waarmede het buitenland zich niet heeft te bemoeien. In dit verband dreigde hij met de openbare executie van den brand stichter van het rijksdaggebouw en diens medeplichtigen. De Machtigingswet. De machtigingswet zal dienen als basis voor een nieuwe staatsorganisatie. De rech ten der landen zullen niet worden aangetast. In de toekomst zal het evenwel niet meer mogelijk zijn, dat leden van eenige lands- regeering per radio tegen de rijksregeering zop kunnen hetzen. Voorts kondigde de rijks kaneslier aan dat de nog niet gekozen lands- parlementen zullen worden samengesteld overeenkomstig het rijksparlement. Het volk zal zelf zijn houding kunnen bepalen tegen over de grondwetswijzigende maatregelen De kwestie der monarchie. Een restauratie van de monarchie is op het oogenblik niet aan de orde Dergelijke po gingen in verschillende landen zal de rijks regeering moeten beschouwen als een aanval op de rijkseenheid en als zoodanig moeten behandelen. De rijkskanselier ging nader in op de ver schillende, noodzakelijk geachte maatregelen. Kunst. De kunst zal binnen het kader der cultu- reele reorganisatie op een nieuwe basis komen. In de beide confessies ziet de regee ring de draagsters der cultuur, waar zij ob jectief tegenover zal staan. De door haar af gesloten verdragen worden erkend. Rechtspraak. Iri de rechtspraak zal de grondslag der justitie de grondslag der natie zijn. Lands- en hoogverraad zullen in de toekomst op bar baarsche wijze worden bestraft. Economische politiek. Overgaande tot de economische politiek noemde de Rijkskanselier het fundament: Het kapitaal dient het bedrijfsleven en het bedrijfsleven dient het Volk. De regeering zal het particulier initiatief bevorderen en den particulieren eigendom erkennen. Voor öi openbare financiën zal een zuinig beheer de richtsnoer zijn. Bovendien zal een belas tinghervorming plaats hebben. De Rijkskan selier herhaalde de verklaring dat geenerlei valuta-experimenten in het voornemen lig gen. De beide fundamenteele principes der na tionale regeering zijn: 1. De redding van cbn Duitschen boer door herstel van de rentabiliteit van den landbouw; 2. De opheffing van de werkloosheid. Het braakliggen van jnillioenen landelijke arbeidskrachten is een waanzin en een mis daad. Volledige autarkie is noch gewenscht noch voorgenomen. Duitschland zal een ge leding zijn in het warenverkeer der volken. De deviezencontrole zal blijven bestaan tot de kwestie der buitenlandsche schulden zal zijn geregeld. Vervoerpolitiek. Ten aanzien van de verkeerspolitiek ver klaarde de kanselier, dat de terugkeer van de spoorwegen in het bezit van het Rijk zoo spoedig mogelijk moet plaats hebben. Waardeerende woorden over de „voortref felijke Rijksweer" vormden een inleiding tot de bespreking van de buitenlandsche poli tiek. De Buitenlandsche politiek Duitschland als ontwapend land wacht reeds veertien jaren lang op de nakoming der beloften van de hoogstbewapende lan den. Het is de wensch van Duitschland te kunnen afzien van een vermeerdering zijner bewapening, indien ook de andere landen radicaal ontwapenen. Het „Leitmotiv" van de buitenlandsch politieke werkzaamheid der Rijksregeering is de wil eindelijk een einde te maken aan de scheiding der volken in twee categorieën. Ontwapeningsconferentie. Op de Ontwapeningsconferentie oefende de Rijkskanselier scherpe critiek. De tot nu toe bestaande toestand kan niet lang meer voortduren. Het nieuwe plan der Engelsche regeering, waarvoor de Rijkskanselier waar deerende woorden vond, geeft inderdaad hoop op een verbetering. De kanselier be sprak vervolgens in waardeerende bewoor dingen het plan-Mussolini, dat hij zeer be langrijk noemde. Duitschland is volkomen bereid mede te werken op de basis van dit plan. In het bizonder herinnerde hij aan het krachtige begrip, dat de nationale revolutie in Italië heeft gevonden en dat, volgens den Rijkskanselier, den wensch uitdrukt, dat de goede en vriendschappelijke betrekkingen nog verder zullen worden opgebouwd. Na de verkaring, dat de regeering ook in goede relatie tot den Heilige Stoel wil staan, be sprak Hitier de Oostenrijksche kwestie, waar bij hij met nadruk wees op de lotsverbonden heid van alle Duitsche stammen. Bij de be spreking van de verhouding van Duitsch land tot de andere volken, gaf Hitier een principieele uiteenzetting betreffende de ver houding Duitschland—Rusland. De regee ring wenscht voor beide deelen vriendschap pelijke betrekkingen. Onder sterken bijval constateerde Hitier, dat de strijd tegen het communisme een aangelegenheid is, waarin geen inmenging van het buitenland kan wor den geduld. Voorts besprak Hitier de Duit sche minderhedenkwestie. De regeering zal streven naar te garandeeren rechten. Economische wereldconferentie. Ten slotte besprak Hitier de economische wereldconferentie. Hier is d^egeling van de particuliere buitenlandsche schulden het be langrijkste probleem. De positie van Duitsch land in de wereld noemt spreker: Tien jaren vrede en samenwerking zijn nuttiger dan een 30 jaar lang durende handhaving van den toestand van overwinnaars en overwonne nen. Rijksdag en Machtigingswet. Ten slotte behandelde Hitier de positie van den Rijksdag tegenover de "machtigings wet. Een gedeelte der voorgenomen maatre- geiert bedoelt wijzigingen jn de grondwet. De regeering weigert zich door koehandel van geval -tot geval een meerderheid te zoe ken, De machtigingswet richt zich evenwel noch tegen den Rijksdag, die van tijd tot tijd zal worden bijeengeroepen, noch op een be knibbeling van de rechten van den president. De regeering eischt een duidelijke beslissing van den Rijksdag. Een verwerping zou zij beschouwen als een aansporing tot strijd. De Rijkskanselier besloot: „Moogt Gij, Mijne Heeren, thans de beslissing nemen over vrede en oorlog". De regeeringsverklaring werd enthousiast toegejuicht. De Duitsche zenders verspreid den het Duitschlandlied. De Rijksdag ging uiteen tot kwart over zessen, om dan over te gaan tot de afhande ling van de machtigingswet in drie ltzingen. Dit deel van de zitting werd besloten met het zingen van het eerste couplet van het Deutschlandlied. De soc. democraat Wels tfiin het woord. Om kwart over zes wordt da zitting door president Goering heropend. De leden der rijksregeering hebbei. onder leiding van rijkskanselier Hitier plaats genomen op de regeeringsbanken. De debatten over de machtigingswet wor den geopend door den sociaal-democraat Wels, die namens zijn fractie een groote ver klaring aflegt. Hij zegt om.: De buiten landsch politieke eischen in zake rechtsgelijk heid, welke door den rijkskanselier ter sprake zijn gebracht hebben te meer de instemming der sociaal-democraten daar deze ze reeds van oudsher principiëel hebben bevochten Wels verklaarde als eerste Duitscher voor een internationaal forum op de Berner confe rentie op 3 Februari 1919 stelling te hebben genomen tegen de onwaarheid van de schuld van Duitschland aan het uitbreken van den wereldoorlog. De woorden van den rijkskan selier, dat in de buitenlandsche politiek de theorie geldt van overwinnaars en overwon nenen, gelden is gelijke mate ook voor de binnenlandsche politiek. Uit een opgedron gen vrede komt geen zegen. Juist niet in het binnenland. Uw voorwaarde is gelijk recht Vrijheid en leven kar. men ons ontnemen, maar niet onze eer. Na de vervolgingen welke de sociaal democratische partij den laatsten tijd zijn ten deel gevallen, zal nie mand billijkerwijze van haar eischen en ver wachten kunnen, dat zij voor de hier inge diende machtigingswet zal stemmen. Door de verkiezingen van 5 Maart is de regee- ringspartijen de mogelijkheid gegeven streng volgens den tekst en den geest van de grond wet te regeeren. Waar deze mogelijkheid be staat, bestaat ook de plicht. Nimmer, zoo lang een Duitsche rijksdag bestaat, is de con trole in openbare zaken in zoo ruimte mate uitgeschakeld als thans het geval is en het door de machtigingswet verder zal worden Wels verlangde tenslotte volledige rechtsge lijkheid. Toen hij klaar was werd hij door zijn partijgenooten toegejuicht, terwijl de natio naal-socialisten lachten. Hitier antwoordt met een krachtige speech. Vervolgens was het woord aan rijkskanse lier Hitier, die verklaarde: Laat komt gij, maar gij komt toch. De schoone woorden, die gij te voren hebt ver kondigt, zijn te laat bekend geworden in de wereldgeschiedenis U verklaart dat U het eens is met ons buitenlandsch politiek pro gram, dat U de leugen van de schuld aan den oorlog van de hand wijst, dat U tegen herstelbetalingen is. Waarom hebt U zich daar niet naar gedragen in den tijd dat U de macht hebt gehad? U zegt, dat weerloos, niet eerloos is. Inderdaad behoeft dat niet zoo te zijn. Onze beweging is jarenlang weerloos ge maakt maar eerloos is zij niet geweest Ik ben er van overtuigd, dat wij het Duitsche volk hebben ingeprent, dat hij bij zijn huidige weerloosheid zeer zeker niet eerloos zal zijn. Hitier noemde het daarentegen niet eervol zich door een vijand zijn binnenlandsche or ganisatie te laten opdringen. Wat de gelijke rechten betreft, zeide Hitier er veertien jaren lang voor te hebben gestreden. Jarenlang heeft men ons, aldus Hitier, het spreken ver boden en thans zegt U critiek is heilzaam. Bij de bespreking over de in het buitenland verspreide berichten, wees Hitier in het bi zonder op de houding der bladen der sociaal democratie in Oostenrijk en het Saargebied. Wij nationaal-socialisten, aldus Hitier, zul len den arbeider den we? hanen voor wat hij kan eischen en verkrijgen. Wij zullen zijn voorspraak zijn. U, mijne heeren, bent daar voor niet meer noodig. U zegt verder dat niet de macht beslissend is, maar het rechts bewustzijn. Dit rechtsbewustzijn nu hebben wij in het volk gewekt. Uit eigen politieke ervaringen gelooft Hitier, dat het recht al leen nog niet genoeg is, maar dat men ook de macht moet bezitten. Verwisselt ons niet met een burgerlijke wereld. U zegt verder, dat U niet gebroken bent in den tijd der socialisten wetgeving, maar indertijd zag de wereld nog iets anders in U dan thans. Uw uur heeft ge slagen. Slechts omdat wij zien Duitschland, zijn nood en de noodzakelijkheid van het nationale leven, doen wij op dit uur een be- rpep op den Duitschen rijksdag om ons toe te staan wat wij ook zonder hem hadden kun nen doen. Ten slotte zeide Hitier de inter nationale niet te erkennen. Hij verklaarde slechts te kunnen zeggen niet te willen dat de sociaal-democraten er voor zouden stem men. Duitschland moet vrij worden, maar niet door U. De machtigingswet aangenomen. Nadat dr. Kaas namens de Centrumfractie had verklaard dat deze voor de machtigings wet zou stemmen en dat de regeeringsverkla ring menig bitter woord bevat, waarop hij thans niet kon ingaan, besprak ook Goering nog eens de redevoering van Wels, waarbij hij in het bizonder van leer trok tegen de socoiaal-democratische pers in Scandinavië. De debatten werden hierna gesloten. De machtigingswet in drie lezingen aangnomen met de stemmen der sociaal-democraten te gen, 441 tegen 94 stemmen. Goering sluit hierop de bijeenkomst. Hij wijst er op dat Je rijksdag thans een wet heeft aangenomen, in enkele uren, waarover men anders jaren deed. Goering kreeg machtiging den rijksdag bijeen te roepen, wanneer hij dat noodig acht. De rijksdag ging hierna uiteen. De Engelsche oers over Hitier. De Engelsche pers geeft de rede van Hitier in den rijksdag uitvoerig weer en wijdt vooral veel aandacht aan de bespreking der buitenlandsche politiek, de ontwapening, de verhouding tot Frankrijk en de schuld aan den oorlog. Commentaar ontbreekt nog grootendeels. En de Fransche kranten. De rede, die Hitier in den rijksdag heeft gehouden, wordt door de Fransche pers met eenige reserve ontvangen. De met minister president Daladier nauw gelimeerden Repu- blique schrijft, dat Frankrijk niet de minste bedoeling heeft het onderscheid tusschen overwinnaar en overwonnene te vereeuwigen. Frankrijk wenscht oprecht de Duitsch- Fransche toenadering, Europeesche ver standhouding en gemeenschappelijken strijd tegen de economische crisis! Frankrijk is be reid tot een vergaarde gecontroleerde ont wapening; op voorwaarde dat het een con troleerbare garantie heeft, dat het Duitsche rijk zich niet opnieuw bewapend. Wanneer men de verklaringen van den rijkskanselier woordelijk mag opvatten zijn actieve onder handelingen mogelijk en gewenscht. Het is thans aan Hitier, door daden te bewijzen, dat de geest van den vrede, die hij gisteren heeft gehuldigd, werkelijk in hem leeft. Waarom Gereke gearresteerd werd. Omtrent de redenen, die hebben geleid tot de arrestatie van den rijkscommissaris voor de werkverschaffing, dr. Gereke, wordt van welingelichte zijde vernomen, dat vice-kanse- lier von Papen gisteren bezoek ontving van oud-minister von Keudell en oud-ministe- riaalraad Schellen, die hem mededeelden, dat Gereke als bestuurslid van het verbond van Duitsche landsgemeenten sedert 1924 een bedrag van in totaal 1.200.000 R.M. zou hebben verduisterd. Von Papen deed hiervan onmiddellijk mededeeling aan den rijkskanselier, wat direct tot arrestatie leidde

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 1