Alkmaarsche Courant. Jiadixmieuws Üeuilletan Stad en Omqzuwq, Honden! fff en dertigste Jaargang. VRIJDAG 21 APRIL Het mysterie van het diamanten kruis. Ho. 94 1933 Zaterdag 22 April. Hilversum, 296 M. (Uiteiu.tod VARA). 8 Gramofoonplaten. 10 RO jnor penwüding 10.15 Voor Arb. m de Continu bedrijven Wladimir Piqué Trio C. Steyn, Sn?rk«trao/vXpgeDuPchant. 12.45 Orgel spel Joh Jong. 1.15 Vervolg orkestconcert. 2 15 Gramofoonplaten. 2.50 Causerie door 1 Winkler 3.10 VARA-Mandoline- Ensemble o.l.v. J. B. Kok en gramofoonpl. 3 50 Beoefening Huismuziek o.l.v. P. Tig- cers 4 30 Ontwapeningscauserie door P. K ïès 4 50 De Notenkrakers o.l.v. D. Wins nt m. v. H. Weissbach, tenor. 5.40 Literaire causerie door A M. de Jong. 6.— De Fliere fluiters o.l.v. J. v. d. Horst. 6.30 Uitz. v. d. Nederl. Vereen, van Fabr. Arb. F. Jurgens, toespraak. E. Busch, zang. A. Menist, piano. J. Blazer, cello en E. Elzas, viool. 7.30 Viool-recital S. Dwinger. Aan den vleugel: t>. Wins. 8.Verkiezingsredevoeringen. 9.VARA-orkest o.l.v. H. de Groot. 9.45 Vaz Dias en VARA-Varia. 10.Dubbel- mannenkwartet „Harmonie" o.l.v. L. C. Keereweer. 10.15 VARA-orkest o.l.v. Hugo de Groot m. m. v. J. Lammen, bas. 10.45 Vervolg Dubbelmannenkwartet. 11.VA RA-orkest o l.v. Hugo de Groot. 11.45 12.Gramofoonplaten. Huizen, 1875 M. (Uitsluitend KRO). 8.— 9.15 en 10.Gramofoonplaten 11.30 12.— Godsd. halfuur 12.15—1.45 Triocon cert en gramofoonplaten. 2.Jeugdhalfuur. 2 30 Kinderuur. 4.Gramofoonplaten. 4.15 Orkestconcert m. m. v. zangsoliste. 7.10 Kath. R.V.U 7.45 Sportpraatje. 8.10 30 Gevariëerd programma. Ca. 8.408.45 Vaz Dias 10.30 Gramofoonplaten. 11.Vaz Dias 11.0512.Gramofoonmuziek. Daventry, 1554 M. 9.35 Morgenwijding. 9 50 Tijdsein, berichten. 10.0510.20 Le zing 11 20 Orgelspel S. Gustard. 12.05 Commodore Grand-orkest o.l.v. J. Muscant. 1.05 Gramofoonplaten. 2.05 Harry Roy en zijn Band. 2.50 Svdney Baynes' licht orkest m m. v. Anona Winn. 3.50 Harold Scott, conférencier in zijn repertoire. 4.05 Orgel spel H. Ramsay. 4.35 Kinderuur. 5.20 Ber. 5 50 Sportpraatje. 6.05 Welsh Intermezzo. 6.25 Lezing. 6.50 Het Southampton Man nenkoor. 7.20 „Our Hour", gevariëerd pro gramma m. m. v. Mr. Fiotsam en Mr. Jet- 6am. 8.20 Berichten en lezing. 9 05 BBC- orkest o.l.v. Jos. Lewis. 9.50 Voordracht. 9.5511.20 Ambrose en zijn Band. Pariis „Radio-Paris", 1724 M. 7.05 Gra mofoonplaten. 11.20 Concert door het Om roeporkest. 5.50 Vervolg concert. 6.40 Con eert door het Omroeporkest. 7 20 Cabaret- programma. 8.05 ,.La semaine de bonté", concert en declamatit. Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20 Con cert uit Rest. „Wivex". 1.502 20 Gramo foonplaten. 2 50—4.50 Omroeporkest o.l.v. Reesen, m. m. v V. Skalka, zang en V. Fi- scher, piano. 7.5011.20 Dansmuziek v. d. oudere generatie door het Omroeporkest. I angenberg, 473 M. 6.25, 7.23 en 10.40 Gramofoonplaten 11.20 Concert door het Duisburger Toonkunstenaars-rrkest o.l.v. Koethke. 12.20 Concert o.l.v. Wolf m. m. v solisten 1.55 Gramofoonplaten. 3.50 Con cert. 6.20 Wagner-concert. 7.25—9.20 Werag-Kleinorkest o.l.v. Evsoldt m. m. v. so listen. 10.0511.20 Populair avondconcert. Rome, 441 M. 8.05 Voorstelling uit een theater. Brussel, 338 M. en 508 M. 338 M.: 11.20 Gramofoonplaten. 12.30 Radio-Symphonie- orkest o l.v. Meulemans. 4.20 Omroeporkest o 1 v. Walpot. 5.20 Gramofoonplaten. 7.20 Omroeporkest m m. v. solisten o.l.v. Walpot. 8 05 Gramofoonp'aten. 8.20 Symphonie-con- eert o.l.v. A. Meulemans 9.30 Gramofoonpl 10.— Concert o.l.v. P. Moreaux. 11.Gra mofoonplaten 508 M.: 11.20 Svmphonie- concert o.l v. A. Meulemans. 12.30 Gramo foonpl. 4.20 Dansmuziek uit St. Sauveur. 5 35 Gramofoonplaten. 5 50 Cello-recital. 6 20 Zangvoordracht. 7.20 Symphonie-con- cert o.l v. A. Meulemans. 8.20 Omroeporkest o l.v Walpot. 9.30 Concert door Max Alexys «n ziin orkest. Zeesen, 1635 M. 7.20 Vroolijk uurtie o.l.v Gerd Fricke. 8.20 Concert door Kamer orkest o.l v. Eo'win Lindner. 0 20 en 10.05 Ber. 10.20—11.20 Concert uit Dresden o.l.v Hilmar Weber uit het Engeisch van Chester K 8. Steele door A W v. E.-v R. BO HOOFDSTUK XI. Geen alimentatie! ..Shag!" riep de kolonel. Kolonel. fa?-n, m,°r£en v>sschen!" „Werkelijk, kolonel? Dan denk ik. dat ik êlies „Klaar moet hebben, ja. We zullen weer naar diezelfde plaats gaan. waar miss Ma- son mij heeft opgezocht. Er zit daar veel visch, en ik zal er mijn geluk weer eens beproeven. „Ja, ko.onel. Maar ik vraag excuus, kolo nel, zei u niet zooiets van detective-werk te willen doen en het visschen op te ge- VCj ln _>™e*i vr*imoedigheid van een ou en bediende keek Shag zijn meester aan, alsof hij de nieuwe wending van zaken niet goed begreep. „Juist Shag doe wat ik je gezegd heb! Ik ga visschen Al vang ik niets dat hoeft niet, als ik daar eenmaal ben. Maar laat mij maar gaan visschen, als ik rustig moet na denken! En dat moet ik nu! Maak de boel w orde, Shagl" VERGADERING DE VRIJHEIDSBOND. Openbare bijeenkomst in de dancing der Harmonie met dr. Vos als spreker. De liberale staatspartij De Vrijheidsbond hield gisteravond haar tweede verkiezings vergadering in de dancing der Harmonie. Dezen keer trad als spreker op dr I H I Vos, lid der Tweede Kamer, uit Amsterdam! De vergadering was niet druk bezocht, onder de aanwezigen bevonden zich slechts weinitr jongeren. s De v o o r z i 11 e r der afdeeling Alkmaar, de heer ïr. Ph. M. Bosscher, sprak eeii kort welkomstwoord, speciaal tot hen. die van buiten Alkmaar kwamen en gaf dan het woord aan dr. Vos voor zijn onderwerp De liberalen klagen aan en protesteeren. Sor. -was verheugd de banden met de Vrij- heidsbonders te Alkmaar weer te kunnen vernieuwen en een woord te kunnen spreken tot aanbeveling der cand:datuur-Louwes. Spr. constateerde, dat de liberalen den laatsten tijd gedreven worden in het hoekje waar de slagen vallen en dat men hen met name schuldig stelt aan de Kamerontbinding. Dit nu ontkende spr. beslist, de rechterzijde en de huidige regeering zijn de schuldigen. Hoewel spr. reeds 30 jaren in de politiek zit, had hij nog nimmer een verkiezing mee gemaakt zooals deze, die staat in het teeken van de economische verwarring. Geen enkel onderdeel van het maatschappelijk leven ont komt er aan. De economische vraagstukken verdienen aller aandacht, zelfs dr. Colijn, die toch veelal de geestelijke dingen pleegt na te gaan, er kent dit. Wij bevinden ons in een toestand van lijdelijkheid (spr. waarschuwde tegen lijdzaamheid), er is geen sprake van. dat van Nederland alleen eenige succesvolle actie zou kunnen uitgaan. Dit komt doordat de wereld is aangetast door de besmettelijke ziekte van het protectionnisme. De liberalen hebben daaraan concessies moeten doen en hun stand punt van vrijhandel in enkele opzichten moe ten laten varen, daartoe gedwongen door het optreden der buitenlandsche regeeringen. Wij moesten wel, omdat de grenzen voor onzen uitvoer werden gesloten, waartegen over wij ervoor moesten waken, dat wij niet werden overstroomd door buitenlandsche producten. Toch is er groot verschil tusschen de pro- tectionnisten en de liberalen, die ondanks alles toch vrijhandelaren blijven, terwijl eersf- genoemden zich instellen op de idee. dat wij wel eenige tientallen van jaren gedwongen zullen zijn in de tegenwoordige positie te blijven. Spr. legde vast, dat de liberalen elke gelegenheid aangrijpen óm verandering te bewerken en prees z;ch gelukkig, dat er althans iets is dat reden geeft tot eenig opti misme. Dat is het optreden van een nieuwen president in Amerika, die kwam te staan voor een berg van moeilijkheden, nagelaten door zijn voorganger, een protectionnist. Spr. had in Roosevelt een onbegrensd vertrou wen, hij achtte hem in staat alles te doen wat hij wil. Buitengewoon riskant vond spr. de be perkte inflatie, waarvan men Roosevelt een voorstander wil noemen. Een beperkte in flatie achtte spr. niet mogelijk, begint men er aan, dan komt de rest, de heele inflatie, van zelf. Met voldoening legde spr. vast, dat de nieuwe president geleidelijk naai den vrij handel terug wil, getuige punt 5 van zijn programma. Belangrijk is ook, dat Amerika aan het neerhalen va*i tariefmuren wil mee werken, in verband met de regeling der oor logsschulden. Dat onze tegenwoordige regeering toch eigen'ijk nog den vrühande! wil. stemde spr. dankbaar, en hij hoopte, dat het nieuwe be wind in dit opzicht zal volgen, alleen wat consequenter, en dan internationale handels verdragen zal weten te sluiten. Voorts ver langde spr. van haar het werkelijk totstand- brengen van het verdrag van Oslo. Wat op dit gebied is gebeurd is een blamage voor haar zelf. Het verdrag van Ouchy is reeds gesiorven vóór behandeling in de Kamer, en spr. vond dat niet erg, ornaat het dwaze bepalingen bevat. Maar met het verdrag van Oslo had men de kans gehad een tolunie tot stand te brengen tusschen een aantal staten, en integenstelling daarmee toonde onze re geering geen medewerking. Spr. betreurde dit ernstig en wees op den goeden wil van Noorwegen en België, welks koning voor de tweede maal persocniiik ingreep. Maar Nederland ning met zijn vleeschcon- tineerteering lijnrecht in tegen de conventie „Ja, kolonel." Nadat hij op deze wijze een middel meen de te hebben uitgedacht, om eenige der raadsels, die met de Darcy-zaak in verband stonden, op te lossen, ging kolonel Ashley naar het hoofdbureau van politie, om meer feiten te hooren over den moord op den Indiër. Carroll en Thong waren er, en al verwel komden zij den kolonel niet zoo hartelijk als zij een der hunnen zouden hebben ge daan, zij betoonden hem in elk geval den eerb<ed, dien men verschuldigd is aan den beoefenaar van dat bijzondere vak, waarin soms geheel onverwacht begaafdheid een rol speelt. En Carroll en Thong, die nu, evenals de andere mannen op het hoofd bureau, wisten, wie de kolonel was, zagen er niet tegen op, nog wat te leeren, al was het dan van een mededinger. Want zij wis ten zeer goed, dat de kolonel bij het ver hoor van James Darcy tegenover hen en den officier van justitie zou staan. „Wel jongens, wat hoor ik daar van een nieuwen moord?vroeg kolonel Ashley, nadat hij eenige van zijn sigaren had aange boden, die de twee hoofdbureau-ambtena ren gaarne wilden opsteken. „Den een of anderen Dago zijn de her sens ingeslagen", merkte Thong op. „Wij hebben er niets mee te maken, daarom weten wij er niet veel van." „Neen? Wie behandelt het?" „Pinkus en Donovan, is het niet, Car roll?"^ „Ja". Carroll was te veel verdiept in de langzaam opkrinkelende rookwolkjes van van Oslo. Spr. had tegen die contingen- teering geen bezwaar uit hoofde van de moeilijkbeden van het platteland, maar men regelde haar verkeerd. Spr. gaf dit aan en constateerde, dat aan Argentinië te veel en aan Denemarken te weinig werd toegekend met als gevolg groote reactie in dat land. waar door onze uitvoer ernstig werd geschaad. Het gebaar onzer re geer mg was in strijd met goede zeden, omdat het een vriend voor het hoofd stiet en reden gaf om te vreezen, dat Nederland ook in de toekomst zijn woord niet zal houden De nieuwe regeering zal krachtiger moeten zijn, opdat de vrijhandels gedachte meer en meer veld zal winnen. Spr. wees op den invloed van de publieke opinie en dacht speciaal aan wat in Duitsch- land gebeurt. De met dit land verbonden landen zullen daartegen wel stelling nemen, ais de toestanden in Duitschland niet ver anderen. Het politieke staat ten nauwste in verband met de economische omstandigheden in de wereld en de kleine mogendheden zullen het doorvoeren van het vrijhandelsprincipe kun nen afdwingen. Dit principe zal het meest bevorderlijk kun nen zijn aan den wereldvrede, meer dan allerlei mooie redevoeringen in Genève. De ontstemming in ons land na DuitschlanJs handelsbelemmeringen tegen ons bewijzen zulks. Als er vrije handel is. zullen de voiken elkaar meer ontmoeten en leeren waai- deeren. Spr. ging hierna over naar middenstands- belangen en constateerde verheugd, dat de liberalen een initiatief-ontwerp hebben inge diend tot het doen verdwijnen van onrecht en onbillijkheden uit óe winkelsluitingswet. De regeering, die in geen jaren iets had gedaan voor oen middenstand, kwam plotseling met die wet, die onnoemelijk veel schade be rokkende aan den kleinen handelaar. Het financieel probleem aanroerende, zei spr., dat de rijksbegrooting niet sluitend is, reden waarom gestreefd moet worden naar groote bezuiniging, omdat pas in de aller laatste plaats nieuwe belastingen mogen wor den opgelegd. Reeds vier jaren lang had spr. aangedrongen op vereenvoudiging van de administratie der sociale wetten, waardoor ettelijke millioenen zouder, zi'n te vinden. Met de fondsvorming kar bii 5le verzekering wor den opgehouden, omdat die fondsen niet noodig zijn (thans worden ze geleend aan gemeenten enz.) Over het blijven voortbestaan der recht banken te Alkmaar, Roermond en Almelo verheugde spr. zich, omdat het weghalen er van uit kleine steden beteekent een aanslag op het intellectueele leven en de welvaart dier steden. Het geld, dat uit dergelijke bezuini ging is te halen, kan op andere wijze worden verkregen. En als men nu zegt, dat de liberalen door hun tegenstemmen tegen het ontwerp zou den hebben getoond niet te willen bezuini gen. protesteerde spr. hiertegen en hij klaag de deze „men" aan, omdat de liberalen reeds jaren op bezuiniging hadden aangedrongen en den weg daartoe hadden gewezen. Men had er evenwel niet van willen weten en stemde alle liberale voorstellen af in allerlei colleges. De liberalen wilden reeds eerder en veel sterker bezuinigen dan de regeering, die door spr. werd beschuldigd van het voeren van een „politiek van de invallende gedach te", waarbij men nooit wist wat komen zou. Spr. toonde aan, dat de regeering niet met het kortingswetje had behoeven te komen, als zij de vacantietoeslagen enz. voor het ge- meentepersoneel had afgewezen. De liberalen hebben constructieve politiek willen voeren en de regeering vaak meer ge steund dan zij verdiende. Dat zij haar ten slotte het vertrouwen opzegden, wijst er wel op, dat er veel was gebeurd: bij de reorga nisatie der regeering had zij gelegenheid zich op ruimer standpunt te stellen, maar zij deed dit niet en wilde rechts blijven. Spr. had er groot bezwaar tegen, dat de liberalen zonder meer bij de oppositie worden gescho ven. Zoolang de liberalen menschen blijven, willen zij hun eigen weg mogen volgen op sommige punten. Waarom zou men van hen, die niet tot de regeeringspartijen behooren, zooveel meer mogen verlangen dan van1 deze? De regeering heeft niet met de porte feuilles gerammeld toen haar vrienden haar tegenwerkten. En waarom heeft zij. die altijd schoot met kinderpistooltjes op olifanten, nu een dikke Bertha in stelling gebracht bij de behandeling van het rechtbanken-ontwerp? Zij wist dat de Kamer daarin niet zou mee gaan en toch bracht zij het ontwerp in be handeling den dag na behandeling van de misdadige muiterij on de Zeven Provinciën. Spr. was blii, dat de libera'en toen de re geering duidelijk maakten, dat het Neder- landsche volk niet meer gediend is van een zijn sigaar, om meer te zeggen. „Wilt U hen soms spreken?" vroeg Thong vriendelijk. „Als zij hier zijn, ja". „Ik geloof, dat zij juist zijn gekomen", zei Thong, terwijl hij zijn voeten met een bons van de tafel, waarop hij ze had gelegd, op den grond zette. „Gaat U dat zaakje uit zoeken, kolonel?" „O neen, ik stel er alleen belang in, om dat Singa Phut ook genoemd werd bij den moord op mrs. Darcy." „Maar daar was hij even weinig bij be trokken als die kat daar, kolonel!" En Carroll wees op de kat van het hoofd bureau, die bij een radiator lag te slapen, want het was koud geworden en de ver warming was aan. „Misschien niet", stemde kolonel Ashley toe. „Maar er zijn eenige toevallig gelijke omstandigheden, en als het jullie hetzelfde is, zou ik wel eens willen zien, wat ik daar van kan te weten komen". „Doe wat u wilt, kolonel!" antwoordde Thong onnoodig edelmoedig. „Wij hebben onzen man te pakken en meer hebben wij niet noodig. Met die andere zaak hebben wij niets te maken. 0, Donovan!" riep hij, toen hij een speurhond in menschen- gedaante door een der buitenkamers zag loopen. „Hier is iemand voor je!" Kame raadschappelijk maakten de kolonel en Do novan kennis met elkaar. Zij hadden elkaar reeds eerder gezien, doch nog niet gesproken. „Het doet mij genoegen, U te leeren ken nen, kolonel Ashley!" zei Donovan. -Jk slappe regeering, die het parlementaire stel sel om hals wilde brengen door op genoemd moment met bedoeld ontwerp te komen en daarbij de Kamer het mes op de keel zette. Als een grief tegen de liberalen als anti bezuinigers had men aangevoerd, dat spr had voorgesteld 3500 beschikbaar te blij ven stellen voor de malaria-bestriiding in Noordholland. Spr. wilde wel zeggen, dat hij er een eer in stelde om deze reden een anti-bezuiniger te werden genoemd. Spr. waarschuwde ertegen zich uit wan hoop over den druk der tijden in de armen van de reactie te werpen. Men moet toch trachten te behouden wat na veel strijd in tientallen van jaren is opgebouwd. Een be schaafd volk als het onze mag niet verlan gen naar een dictatuur noch van rechts noch van links. Wij moeten bewaren wat specifiek Hollandsch is. Er zal toch na korter of lan ger tijd een beteren tijd moeten aanbreken. Duitschland leert wat het fascisme brengt. Spr. meende, dat de soc.-dem. hebben mee gewerkt aan de ontwikkeling der fascisti sche gedachte en ook aan die der communis tische dictatuur in ons land, doordat zij streefden naar instelling van nieuwe re eenten-colleges met terzijdestelling van open bare controle (bedriifsraden). Spr. had er "- en gewaarschuwd, dat de politieke strijd ■- d overgebracht naar de bedrijven, maar i sliep nog: de toestand was toen im- -ri nog goed. Voorts hebben de socialisten mets gedaan cm stelling te nemen tegen den revolution- nairen geest op de vloot. Zij wilden een de mocratisch bewind, maar beseften niet dat daarvoor juist een krachtige regeering noo dig is. Overal voerden zij gezagsondermij nende propaganda. Maar ook de rechtsche partijen zijn schul dig. Zij lieten de zendtijdverdeeling toe, waarbij de A.v.r.o. werd verknipt en de V.a.r.a. ge'egenheid kreeg om hare politieke propaganda door den aether te voeren, steeds uitdraaiende op gezagsondermijning. De eerste daad van de regeering na de historie met de Zeven Provinciën had moeten zijn de verdrijving van politiek uit den aether. De vo'kseenheid wordt ernstig bedreigd door de houding van rechts en de huidige slanoe regeering. Wilt ge een herhaling van de vertoonin gen van dezen tijd? Neen? Versterkt dan de kracht der liberalen in de Tweede Kamer, opdat er een regeering kan komen met ster ken liberalen inslag. Een sterke regeering moet er komen, en een sterke man is zeker wel dr. Colijn, maar men moet bedenken, dat men door dezen te stemmen een ander kiest. Spr. waarschuwde tegen stemmenversnippering, omdat men daarmee ook de vrijz.-d:m. zou versterken, die de liberalen beschuldigen van te streven naar fascistische methoden, hoewel zij zelve voorstellen steunden, die niet vrij waren van fascistischen invloed, zooals spr. nader aan- êaf- Waarom zou men zoo karakterloos zijn om naar partijen over te loopen, die minder eerbied hebben voor principes dan de libera len? Deze hebben Nederland groot gemaakt en nu de liberale partij strijdt voor saneering van betere toestanden, eischte spr. trouw aan die beginselen, die het volk van Nederland door de moeilijkheden zullen heenbrengen. Gedachtenwisseling. De heer S. A. D u i n k e r vroeg hoe de heer Vos dacht over het naar voren brengen van een politieke figuur, die eigen partijgenoo- ten tracht te sussen en marchandeert om met ieder goede vrienden te blijven. Spr. preci seerde nader, dat hij bedoelde de candida- tuur van den heer mr. Wendelaar. De heer C 1 a y vroeg of dr. Vos voor stander is van de omzetbelasting en of er geen andere manier is dan deze belasting om aan geld te komen. Zou het geen tijd worden om de salarissen der Kamerleden te verminderen, zulks om een goed voorbeeld te geven in het streven naar verlaging van het levensheil? Dergelij ke maatregel zou misschien ook een rem kun nen zijn voor het oprichten van steeds meer nieuwe „partijen". Mevr. P r i n s—V lessing vroeg pre ciseering van de idee vereenvoudiging van de sociale wetgeving. De heer Vos antwoordde den heer Duin- ker, dat deze onbillijk was in zijn oordeel over den heer Wende'aar. Men moet bij een partij-politicus een anderen maatstaf aan leggen dan bij een burgemeester. Spr. wees hierbij op den burgemeester van Amsterdam, die wel eens den indruk geeft van slapheid. Snr. ge'oofde hee'emaal niet aan diens heb heel wat over U gelezen! U hebt de Darcy-zaak in handen, heb ik gehoord? „In zeker opzicht ja. Ik werk in het be lang van den jongen man. Maar ik hoor, dat er weer een moord is gepleegd?" „Ja, maar die is zoo klaar, dat er voor u niets aan is. Het eenige, wat Pinkus en ik te doen hebben, is, de hand te leggen op de Dago, die het gedaan heeft en de vlucht heeft genomen. Het zal ook niet lang duren, of we hebben hem. Hij is iemand, die zich niet gemakkelijk kan verbergen, tenzij hij zich verstopt en zelfmoord pleegt, en dat mag hij gerust doen." „Hoe gebeurde het? En is het waar, wat de kranten vertelden, dat hetzelfde hor loge, dat in mrs. Darcy's hand gevonden werd, ook in de hand van den dooden man lag?" „Ja, dat deel van het verhaal is waar, maar dat is dan ook alles. Het is alleen een toevallige gelijkenis. Singa Phut kreeg zijn horloge terug, nadat het gerecht had geoor deeld het niet noodig te hebben als bewijs stuk. Singa had in het geheel niets met de Darcy-zaak te maken en hij scheen er vrg happig op, dat horloge terug te krijgen. Dus werd het hem teruggegeven.' „Maar vermoordde hij zijn compagnon werkelijk? „Dat staat zoo vast als een paal boven water! Hij sloeg hem het hoofd in met een zwaren kandelaar één van een paar. Ik heb hem hier, kijk maar!" Een kabinet openend, waar hij zijn bewijsstukken voor- loopig had opgeborgen, haalde Donovan er eo" zware, bronzen kandelaars uit, in ARMEN ONBRUIKBAAR BIJ VOCHTIG WEER. Rheumatiek maakte werken tot een kwelling. Tot hij het juiste middel vond. Hier volgt een merkwaardig voorbeeld van de wijze waarop vochtig weer de gewrichten kan aantasten van iemand, die vatbaar is voor rheumatiek. „Ik heb heel erg aan rheumatiek ge leden", schrijft ons iemand, „en heb zoo erge pijnen in mijn gewrichten gehad, dat het haast niet te dragen was. Het was altijd het ergst op regenachtige dagen. Dan kon ik eenvoudig mijn ar men niet gebruiken en het werken w as mij werkelijk een marteling. Ik probeer de twee verschillende middelen tegen rheumatiek, maar ik was na de kuur nog altijd even slecht Toen zei men mij dat ik Kruschen Salts m^est probe*Ten en nadat ik een flacon gebruikt had, voelde ik verbetering. Dus ging ik er natuurlijk mee door en nu ben >k aan merkelijk beter en ik heb me in geen jaren zoo best gevoeld. Gewoonlijk voel de ik me zoo lusteloos en lui, maar dat ik weer kan werken is nu een plezier voor me geworden inplaats van een schrik". s. B. Het organisme van den lijder bevat eer. teveel aan urinezuur, wat de oor zaak kan zijn van rheumatiek. Dit kwaadaardig urinezuur kon ontstaan, doordat de inwendige organer onvol doende werken. Kruschen Salts nu spoort de afvoe/organen dusdanig aan, dat elk spoor van afvalstoffen regel matig en volkomen verwijderd worit Kruschen maakt en houdt U inwendig schoon en zuiver. En Uw geheole wezen lichaam en geest ondergaat dezo verfrisschende werking. Kruschen Salts is uitsluitend ver krijgbaar bij alle apothekers en drogis ten k 0 90 en 1.60 per flacon. Stralen de gezondheid voor één cent per dag. slapheid en dacht eerder aan de moeilijkhe den om te schipperen met allerlei stroomin gen. Spr. had van mr. Wendelaar de overtui ging, dat hij een sterk-doorleefde liberale fi guur is, wie hij gaarne een goede kans zou geven. Hij zou dan zeker een heel anderen indruk geven dan thans als burgemeester mogelijk is. De heer Wendelaar zou zeker een sieraad zijn van elke liberale Kamer fractie. Hij zou ren heele regeneratie onder gaan door te komen in een liberaal milieu. De heer D u i n k e r keurde af de politiek, door mr. Wendelaar de laatste jaren naar voren gebracht, een politiek die een schippe ren was met alle partijen en geen krachtige figuur verried. Dr. Vos had mr. Wendelaar leeren ken nen als een krachtig liberaal, die echter als burgemeester veel van ziin overtuiging moet opofferen, misschien wel iets te veel opoffert. Tot den heer Ciay zei spr., dat hij tegen elke belasting cp het bedrijf is. De belooning aan de Kamerleden is geen salaris, maar toelage. De liberalen staan daarvan vrijwillig 8 pCt. af, evenveel als door de wet den ambtenaren is opgelegd; de soc.-dem., de communisten en de heer Braat doen dit niet (de menschen die er het hardst over schreeuwen). Als het noodig is, zijn de liberalen bereid nog meer te laten vallen. Vergeet niet, dat de Kamerleden, als zij hun taak goed opvatten, groote onkosten hebben, b.v. al door het verblijf in Den Haag tijdens de zittingen der Kanier. Als men de toelage tot 2COO zou verminderen, zou het voor een eerlijk toegewijd Kamerlid onmogelijk wor den al zijn krachten voldoende te geven (dat kost spr. per jaar pl.m. 1800). De heer Clay merkte op. dat steeds ge zegd wordt, dat het kamerlidmaatschap den heelen mensch cischt, en toch ziet men veel absentisme. De heer Vos merkte op, dat hij behoort tot hen, die het minst afwezig zijn in de Kamer. Tot mevr. Prins zei sprdat hij een motie had ingediend om te bewerken, dat het zegel- tiesplakken wordt afgeschaft. De kosten der wet moeten op het belastingbiljet komen. De administra'ie der ongevallenverzekering kaa veel eenvoudiger zd spr. De fondsen der on gevallenverzekering kunnen beter besteed worden, b.v. voor staatspensioen. De heer Schuitemaker protesteerde tegen de vraag van den heer Duinker. omdat mr. Wendelaar in zijn politieke redevoeringen heeft aangetoond een uitstekend Kamerlid te zullen zijn. Sluiting. De heer Bosscher geloofde dat de den vorm van cobra's met opgezette kap pen. „Met deze hier werd het gedaan", zei de detective van de politie, op een der kande laars wijzend, waar iets donkers en onbe hagelijks aan het eind zat. „Mijn God!" riep de kolonel uit, „juist de kandelaar, die ik wilde koopen!" „Wat? U koopen?" riep Donovan uit. „Luister eens, kolonel, weet U er meei van?" en het beroepsinstinct van den de tective kreeg de overhand boven zijn vriendelijkheid. „Niet het minste, evenmin als U!" was het koele antwoord. „Ik zag die kande laars onlangs toevallig voor het raam van Singa Phut's winkel staan, en ik besloot, ze te koopen, als ik kon. Ik ben bang, dat het nu niet meer gaan zal. Maar hoe ge beurde het?" „Och, daar valt niet veel van te vertel len!" Uit Donovans stem klonk zijn teleur stelling. „Phut ik weet niet, of dat zijn voor- of zijn achternaam is, had een com pagnon, Shere Ali- Niemand weet veel van dien Ali af, want hij kwam hier pas kort geleden. In elk geval schenen Phut en hij het samen niet te kunnen vinden. De buren hoorden hen dikwijls ruzie maken, en gis teren ging het er weer frischjes toe. Toen werd het weer stil en niemand hoorde meer iets. Toen het donker was, kwam iemand een lamp koopen. Er was geen licht in den winkel, en hij struikelde over iets, dat op den grond lag en dat was Ali's lijk met ingeslagen hoofd, en deze zware kandelaar stond naast hem. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 5