Alkmaarsche Courant.
Jiadixmieuws
Üeuilletan
Stad en Omqzuwq,
Honden! fff en dertigste Jaargang.
VRIJDAG 21 APRIL
Het mysterie van het
diamanten kruis.
Ho. 94
1933
Zaterdag 22 April.
Hilversum, 296 M. (Uiteiu.tod VARA).
8 Gramofoonplaten. 10 RO jnor
penwüding 10.15 Voor Arb. m de Continu
bedrijven Wladimir Piqué Trio C. Steyn,
Sn?rk«trao/vXpgeDuPchant. 12.45 Orgel
spel Joh Jong. 1.15 Vervolg orkestconcert.
2 15 Gramofoonplaten. 2.50 Causerie door
1 Winkler 3.10 VARA-Mandoline-
Ensemble o.l.v. J. B. Kok en gramofoonpl.
3 50 Beoefening Huismuziek o.l.v. P. Tig-
cers 4 30 Ontwapeningscauserie door P.
K ïès 4 50 De Notenkrakers o.l.v. D. Wins
nt m. v. H. Weissbach, tenor. 5.40 Literaire
causerie door A M. de Jong. 6.— De Fliere
fluiters o.l.v. J. v. d. Horst. 6.30 Uitz. v. d.
Nederl. Vereen, van Fabr. Arb. F. Jurgens,
toespraak. E. Busch, zang. A. Menist, piano.
J. Blazer, cello en E. Elzas, viool. 7.30
Viool-recital S. Dwinger. Aan den vleugel:
t>. Wins. 8.Verkiezingsredevoeringen.
9.VARA-orkest o.l.v. H. de Groot. 9.45
Vaz Dias en VARA-Varia. 10.Dubbel-
mannenkwartet „Harmonie" o.l.v. L. C.
Keereweer. 10.15 VARA-orkest o.l.v. Hugo
de Groot m. m. v. J. Lammen, bas. 10.45
Vervolg Dubbelmannenkwartet. 11.VA
RA-orkest o l.v. Hugo de Groot. 11.45
12.Gramofoonplaten.
Huizen, 1875 M. (Uitsluitend KRO). 8.—
9.15 en 10.Gramofoonplaten 11.30
12.— Godsd. halfuur 12.15—1.45 Triocon
cert en gramofoonplaten. 2.Jeugdhalfuur.
2 30 Kinderuur. 4.Gramofoonplaten. 4.15
Orkestconcert m. m. v. zangsoliste. 7.10
Kath. R.V.U 7.45 Sportpraatje. 8.10 30
Gevariëerd programma. Ca. 8.408.45 Vaz
Dias 10.30 Gramofoonplaten. 11.Vaz
Dias 11.0512.Gramofoonmuziek.
Daventry, 1554 M. 9.35 Morgenwijding.
9 50 Tijdsein, berichten. 10.0510.20 Le
zing 11 20 Orgelspel S. Gustard. 12.05
Commodore Grand-orkest o.l.v. J. Muscant.
1.05 Gramofoonplaten. 2.05 Harry Roy en
zijn Band. 2.50 Svdney Baynes' licht orkest
m m. v. Anona Winn. 3.50 Harold Scott,
conférencier in zijn repertoire. 4.05 Orgel
spel H. Ramsay. 4.35 Kinderuur. 5.20 Ber.
5 50 Sportpraatje. 6.05 Welsh Intermezzo.
6.25 Lezing. 6.50 Het Southampton Man
nenkoor. 7.20 „Our Hour", gevariëerd pro
gramma m. m. v. Mr. Fiotsam en Mr. Jet-
6am. 8.20 Berichten en lezing. 9 05 BBC-
orkest o.l.v. Jos. Lewis. 9.50 Voordracht.
9.5511.20 Ambrose en zijn Band.
Pariis „Radio-Paris", 1724 M. 7.05 Gra
mofoonplaten. 11.20 Concert door het Om
roeporkest. 5.50 Vervolg concert. 6.40 Con
eert door het Omroeporkest. 7 20 Cabaret-
programma. 8.05 ,.La semaine de bonté",
concert en declamatit.
Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20 Con
cert uit Rest. „Wivex". 1.502 20 Gramo
foonplaten. 2 50—4.50 Omroeporkest o.l.v.
Reesen, m. m. v V. Skalka, zang en V. Fi-
scher, piano. 7.5011.20 Dansmuziek v. d.
oudere generatie door het Omroeporkest.
I angenberg, 473 M. 6.25, 7.23 en 10.40
Gramofoonplaten 11.20 Concert door het
Duisburger Toonkunstenaars-rrkest o.l.v.
Koethke. 12.20 Concert o.l.v. Wolf m. m. v
solisten 1.55 Gramofoonplaten. 3.50 Con
cert. 6.20 Wagner-concert. 7.25—9.20
Werag-Kleinorkest o.l.v. Evsoldt m. m. v. so
listen. 10.0511.20 Populair avondconcert.
Rome, 441 M. 8.05 Voorstelling uit een
theater.
Brussel, 338 M. en 508 M. 338 M.: 11.20
Gramofoonplaten. 12.30 Radio-Symphonie-
orkest o l.v. Meulemans. 4.20 Omroeporkest
o 1 v. Walpot. 5.20 Gramofoonplaten. 7.20
Omroeporkest m m. v. solisten o.l.v. Walpot.
8 05 Gramofoonp'aten. 8.20 Symphonie-con-
eert o.l.v. A. Meulemans 9.30 Gramofoonpl
10.— Concert o.l.v. P. Moreaux. 11.Gra
mofoonplaten 508 M.: 11.20 Svmphonie-
concert o.l v. A. Meulemans. 12.30 Gramo
foonpl. 4.20 Dansmuziek uit St. Sauveur.
5 35 Gramofoonplaten. 5 50 Cello-recital.
6 20 Zangvoordracht. 7.20 Symphonie-con-
cert o.l v. A. Meulemans. 8.20 Omroeporkest
o l.v Walpot. 9.30 Concert door Max Alexys
«n ziin orkest.
Zeesen, 1635 M. 7.20 Vroolijk uurtie o.l.v
Gerd Fricke. 8.20 Concert door Kamer
orkest o.l v. Eo'win Lindner. 0 20 en 10.05
Ber. 10.20—11.20 Concert uit Dresden o.l.v
Hilmar Weber
uit het Engeisch van Chester K 8. Steele
door A W v. E.-v R.
BO
HOOFDSTUK XI.
Geen alimentatie!
..Shag!" riep de kolonel.
Kolonel.
fa?-n, m,°r£en v>sschen!"
„Werkelijk, kolonel? Dan denk ik. dat ik
êlies
„Klaar moet hebben, ja. We zullen weer
naar diezelfde plaats gaan. waar miss Ma-
son mij heeft opgezocht. Er zit daar veel
visch, en ik zal er mijn geluk weer eens
beproeven.
„Ja, ko.onel. Maar ik vraag excuus, kolo
nel, zei u niet zooiets van detective-werk
te willen doen en het visschen op te ge-
VCj ln _>™e*i vr*imoedigheid van een
ou en bediende keek Shag zijn meester
aan, alsof hij de nieuwe wending van zaken
niet goed begreep.
„Juist Shag doe wat ik je gezegd heb! Ik
ga visschen Al vang ik niets dat hoeft
niet, als ik daar eenmaal ben. Maar laat mij
maar gaan visschen, als ik rustig moet na
denken! En dat moet ik nu! Maak de boel
w orde, Shagl"
VERGADERING DE VRIJHEIDSBOND.
Openbare bijeenkomst in de dancing
der Harmonie met dr. Vos als
spreker.
De liberale staatspartij De Vrijheidsbond
hield gisteravond haar tweede verkiezings
vergadering in de dancing der Harmonie.
Dezen keer trad als spreker op dr I H I
Vos, lid der Tweede Kamer, uit Amsterdam!
De vergadering was niet druk bezocht, onder
de aanwezigen bevonden zich slechts weinitr
jongeren. s
De v o o r z i 11 e r der afdeeling Alkmaar,
de heer ïr. Ph. M. Bosscher, sprak eeii
kort welkomstwoord, speciaal tot hen. die
van buiten Alkmaar kwamen en gaf dan het
woord aan dr. Vos voor zijn onderwerp
De liberalen klagen aan en
protesteeren.
Sor. -was verheugd de banden met de Vrij-
heidsbonders te Alkmaar weer te kunnen
vernieuwen en een woord te kunnen spreken
tot aanbeveling der cand:datuur-Louwes.
Spr. constateerde, dat de liberalen den
laatsten tijd gedreven worden in het hoekje
waar de slagen vallen en dat men hen met
name schuldig stelt aan de Kamerontbinding.
Dit nu ontkende spr. beslist, de rechterzijde
en de huidige regeering zijn de schuldigen.
Hoewel spr. reeds 30 jaren in de politiek
zit, had hij nog nimmer een verkiezing mee
gemaakt zooals deze, die staat in het teeken
van de economische verwarring. Geen enkel
onderdeel van het maatschappelijk leven ont
komt er aan.
De economische vraagstukken verdienen
aller aandacht, zelfs dr. Colijn, die toch veelal
de geestelijke dingen pleegt na te gaan, er
kent dit. Wij bevinden ons in een toestand
van lijdelijkheid (spr. waarschuwde tegen
lijdzaamheid), er is geen sprake van. dat van
Nederland alleen eenige succesvolle actie zou
kunnen uitgaan. Dit komt doordat de wereld
is aangetast door de besmettelijke ziekte van
het protectionnisme. De liberalen hebben
daaraan concessies moeten doen en hun stand
punt van vrijhandel in enkele opzichten moe
ten laten varen, daartoe gedwongen door
het optreden der buitenlandsche regeeringen.
Wij moesten wel, omdat de grenzen voor
onzen uitvoer werden gesloten, waartegen
over wij ervoor moesten waken, dat wij niet
werden overstroomd door buitenlandsche
producten.
Toch is er groot verschil tusschen de pro-
tectionnisten en de liberalen, die ondanks
alles toch vrijhandelaren blijven, terwijl eersf-
genoemden zich instellen op de idee. dat wij
wel eenige tientallen van jaren gedwongen
zullen zijn in de tegenwoordige positie te
blijven. Spr. legde vast, dat de liberalen elke
gelegenheid aangrijpen óm verandering te
bewerken en prees z;ch gelukkig, dat er
althans iets is dat reden geeft tot eenig opti
misme. Dat is het optreden van een nieuwen
president in Amerika, die kwam te staan
voor een berg van moeilijkheden, nagelaten
door zijn voorganger, een protectionnist. Spr.
had in Roosevelt een onbegrensd vertrou
wen, hij achtte hem in staat alles te doen wat
hij wil.
Buitengewoon riskant vond spr. de be
perkte inflatie, waarvan men Roosevelt een
voorstander wil noemen. Een beperkte in
flatie achtte spr. niet mogelijk, begint men er
aan, dan komt de rest, de heele inflatie, van
zelf.
Met voldoening legde spr. vast, dat de
nieuwe president geleidelijk naai den vrij
handel terug wil, getuige punt 5 van zijn
programma. Belangrijk is ook, dat Amerika
aan het neerhalen va*i tariefmuren wil mee
werken, in verband met de regeling der oor
logsschulden.
Dat onze tegenwoordige regeering toch
eigen'ijk nog den vrühande! wil. stemde spr.
dankbaar, en hij hoopte, dat het nieuwe be
wind in dit opzicht zal volgen, alleen wat
consequenter, en dan internationale handels
verdragen zal weten te sluiten. Voorts ver
langde spr. van haar het werkelijk totstand-
brengen van het verdrag van Oslo. Wat op
dit gebied is gebeurd is een blamage voor
haar zelf. Het verdrag van Ouchy is reeds
gesiorven vóór behandeling in de Kamer,
en spr. vond dat niet erg, ornaat het dwaze
bepalingen bevat. Maar met het verdrag van
Oslo had men de kans gehad een tolunie tot
stand te brengen tusschen een aantal staten,
en integenstelling daarmee toonde onze re
geering geen medewerking. Spr. betreurde
dit ernstig en wees op den goeden wil van
Noorwegen en België, welks koning voor de
tweede maal persocniiik ingreep.
Maar Nederland ning met zijn vleeschcon-
tineerteering lijnrecht in tegen de conventie
„Ja, kolonel."
Nadat hij op deze wijze een middel meen
de te hebben uitgedacht, om eenige der
raadsels, die met de Darcy-zaak in verband
stonden, op te lossen, ging kolonel Ashley
naar het hoofdbureau van politie, om meer
feiten te hooren over den moord op den
Indiër.
Carroll en Thong waren er, en al verwel
komden zij den kolonel niet zoo hartelijk
als zij een der hunnen zouden hebben ge
daan, zij betoonden hem in elk geval den
eerb<ed, dien men verschuldigd is aan den
beoefenaar van dat bijzondere vak, waarin
soms geheel onverwacht begaafdheid een
rol speelt. En Carroll en Thong, die nu,
evenals de andere mannen op het hoofd
bureau, wisten, wie de kolonel was, zagen
er niet tegen op, nog wat te leeren, al was
het dan van een mededinger. Want zij wis
ten zeer goed, dat de kolonel bij het ver
hoor van James Darcy tegenover hen en
den officier van justitie zou staan.
„Wel jongens, wat hoor ik daar van een
nieuwen moord?vroeg kolonel Ashley,
nadat hij eenige van zijn sigaren had aange
boden, die de twee hoofdbureau-ambtena
ren gaarne wilden opsteken.
„Den een of anderen Dago zijn de her
sens ingeslagen", merkte Thong op. „Wij
hebben er niets mee te maken, daarom
weten wij er niet veel van."
„Neen? Wie behandelt het?"
„Pinkus en Donovan, is het niet, Car
roll?"^
„Ja". Carroll was te veel verdiept in de
langzaam opkrinkelende rookwolkjes van
van Oslo. Spr. had tegen die contingen-
teering geen bezwaar uit hoofde van de
moeilijkbeden van het platteland, maar men
regelde haar verkeerd. Spr. gaf dit aan en
constateerde, dat aan Argentinië te veel en aan
Denemarken te weinig werd toegekend met
als gevolg groote reactie in dat land. waar
door onze uitvoer ernstig werd geschaad. Het
gebaar onzer re geer mg was in strijd met
goede zeden, omdat het een vriend voor het
hoofd stiet en reden gaf om te vreezen, dat
Nederland ook in de toekomst zijn woord
niet zal houden De nieuwe regeering zal
krachtiger moeten zijn, opdat de vrijhandels
gedachte meer en meer veld zal winnen.
Spr. wees op den invloed van de publieke
opinie en dacht speciaal aan wat in Duitsch-
land gebeurt. De met dit land verbonden
landen zullen daartegen wel stelling nemen,
ais de toestanden in Duitschland niet ver
anderen.
Het politieke staat ten nauwste in verband
met de economische omstandigheden in de
wereld en de kleine mogendheden zullen het
doorvoeren van het vrijhandelsprincipe kun
nen afdwingen.
Dit principe zal het meest bevorderlijk kun
nen zijn aan den wereldvrede, meer dan
allerlei mooie redevoeringen in Genève. De
ontstemming in ons land na DuitschlanJs
handelsbelemmeringen tegen ons bewijzen
zulks. Als er vrije handel is. zullen de voiken
elkaar meer ontmoeten en leeren waai-
deeren.
Spr. ging hierna over naar middenstands-
belangen en constateerde verheugd, dat de
liberalen een initiatief-ontwerp hebben inge
diend tot het doen verdwijnen van onrecht en
onbillijkheden uit óe winkelsluitingswet. De
regeering, die in geen jaren iets had gedaan
voor oen middenstand, kwam plotseling met
die wet, die onnoemelijk veel schade be
rokkende aan den kleinen handelaar.
Het financieel probleem aanroerende, zei
spr., dat de rijksbegrooting niet sluitend is,
reden waarom gestreefd moet worden naar
groote bezuiniging, omdat pas in de aller
laatste plaats nieuwe belastingen mogen wor
den opgelegd. Reeds vier jaren lang had spr.
aangedrongen op vereenvoudiging van de
administratie der sociale wetten, waardoor
ettelijke millioenen zouder, zi'n te vinden. Met
de fondsvorming kar bii 5le verzekering wor
den opgehouden, omdat die fondsen niet
noodig zijn (thans worden ze geleend aan
gemeenten enz.)
Over het blijven voortbestaan der recht
banken te Alkmaar, Roermond en Almelo
verheugde spr. zich, omdat het weghalen er
van uit kleine steden beteekent een aanslag
op het intellectueele leven en de welvaart dier
steden. Het geld, dat uit dergelijke bezuini
ging is te halen, kan op andere wijze worden
verkregen.
En als men nu zegt, dat de liberalen door
hun tegenstemmen tegen het ontwerp zou
den hebben getoond niet te willen bezuini
gen. protesteerde spr. hiertegen en hij klaag
de deze „men" aan, omdat de liberalen reeds
jaren op bezuiniging hadden aangedrongen
en den weg daartoe hadden gewezen. Men
had er evenwel niet van willen weten en
stemde alle liberale voorstellen af in allerlei
colleges.
De liberalen wilden reeds eerder en veel
sterker bezuinigen dan de regeering, die
door spr. werd beschuldigd van het voeren
van een „politiek van de invallende gedach
te", waarbij men nooit wist wat komen zou.
Spr. toonde aan, dat de regeering niet met
het kortingswetje had behoeven te komen,
als zij de vacantietoeslagen enz. voor het ge-
meentepersoneel had afgewezen.
De liberalen hebben constructieve politiek
willen voeren en de regeering vaak meer ge
steund dan zij verdiende. Dat zij haar ten
slotte het vertrouwen opzegden, wijst er wel
op, dat er veel was gebeurd: bij de reorga
nisatie der regeering had zij gelegenheid
zich op ruimer standpunt te stellen, maar zij
deed dit niet en wilde rechts blijven. Spr.
had er groot bezwaar tegen, dat de liberalen
zonder meer bij de oppositie worden gescho
ven. Zoolang de liberalen menschen blijven,
willen zij hun eigen weg mogen volgen op
sommige punten. Waarom zou men van hen,
die niet tot de regeeringspartijen behooren,
zooveel meer mogen verlangen dan van1
deze? De regeering heeft niet met de porte
feuilles gerammeld toen haar vrienden haar
tegenwerkten. En waarom heeft zij. die altijd
schoot met kinderpistooltjes op olifanten, nu
een dikke Bertha in stelling gebracht bij de
behandeling van het rechtbanken-ontwerp?
Zij wist dat de Kamer daarin niet zou mee
gaan en toch bracht zij het ontwerp in be
handeling den dag na behandeling van de
misdadige muiterij on de Zeven Provinciën.
Spr. was blii, dat de libera'en toen de re
geering duidelijk maakten, dat het Neder-
landsche volk niet meer gediend is van een
zijn sigaar, om meer te zeggen.
„Wilt U hen soms spreken?" vroeg Thong
vriendelijk.
„Als zij hier zijn, ja".
„Ik geloof, dat zij juist zijn gekomen", zei
Thong, terwijl hij zijn voeten met een bons
van de tafel, waarop hij ze had gelegd, op
den grond zette. „Gaat U dat zaakje uit
zoeken, kolonel?"
„O neen, ik stel er alleen belang in, om
dat Singa Phut ook genoemd werd bij den
moord op mrs. Darcy."
„Maar daar was hij even weinig bij be
trokken als die kat daar, kolonel!" En
Carroll wees op de kat van het hoofd
bureau, die bij een radiator lag te slapen,
want het was koud geworden en de ver
warming was aan.
„Misschien niet", stemde kolonel Ashley
toe. „Maar er zijn eenige toevallig gelijke
omstandigheden, en als het jullie hetzelfde
is, zou ik wel eens willen zien, wat ik daar
van kan te weten komen".
„Doe wat u wilt, kolonel!" antwoordde
Thong onnoodig edelmoedig. „Wij hebben
onzen man te pakken en meer hebben wij
niet noodig. Met die andere zaak hebben
wij niets te maken. 0, Donovan!" riep hij,
toen hij een speurhond in menschen-
gedaante door een der buitenkamers zag
loopen. „Hier is iemand voor je!" Kame
raadschappelijk maakten de kolonel en Do
novan kennis met elkaar. Zij hadden
elkaar reeds eerder gezien, doch nog niet
gesproken.
„Het doet mij genoegen, U te leeren ken
nen, kolonel Ashley!" zei Donovan. -Jk
slappe regeering, die het parlementaire stel
sel om hals wilde brengen door op genoemd
moment met bedoeld ontwerp te komen en
daarbij de Kamer het mes op de keel zette.
Als een grief tegen de liberalen als anti
bezuinigers had men aangevoerd, dat spr
had voorgesteld 3500 beschikbaar te blij
ven stellen voor de malaria-bestriiding in
Noordholland. Spr. wilde wel zeggen, dat
hij er een eer in stelde om deze reden een
anti-bezuiniger te werden genoemd.
Spr. waarschuwde ertegen zich uit wan
hoop over den druk der tijden in de armen
van de reactie te werpen. Men moet toch
trachten te behouden wat na veel strijd in
tientallen van jaren is opgebouwd. Een be
schaafd volk als het onze mag niet verlan
gen naar een dictatuur noch van rechts noch
van links. Wij moeten bewaren wat specifiek
Hollandsch is. Er zal toch na korter of lan
ger tijd een beteren tijd moeten aanbreken.
Duitschland leert wat het fascisme brengt.
Spr. meende, dat de soc.-dem. hebben mee
gewerkt aan de ontwikkeling der fascisti
sche gedachte en ook aan die der communis
tische dictatuur in ons land, doordat zij
streefden naar instelling van nieuwe re
eenten-colleges met terzijdestelling van open
bare controle (bedriifsraden). Spr. had er
"- en gewaarschuwd, dat de politieke strijd
■- d overgebracht naar de bedrijven, maar
i sliep nog: de toestand was toen im-
-ri nog goed.
Voorts hebben de socialisten mets gedaan
cm stelling te nemen tegen den revolution-
nairen geest op de vloot. Zij wilden een de
mocratisch bewind, maar beseften niet dat
daarvoor juist een krachtige regeering noo
dig is. Overal voerden zij gezagsondermij
nende propaganda.
Maar ook de rechtsche partijen zijn schul
dig. Zij lieten de zendtijdverdeeling toe,
waarbij de A.v.r.o. werd verknipt en de
V.a.r.a. ge'egenheid kreeg om hare politieke
propaganda door den aether te voeren, steeds
uitdraaiende op gezagsondermijning. De
eerste daad van de regeering na de historie
met de Zeven Provinciën had moeten zijn de
verdrijving van politiek uit den aether.
De vo'kseenheid wordt ernstig bedreigd
door de houding van rechts en de huidige
slanoe regeering.
Wilt ge een herhaling van de vertoonin
gen van dezen tijd? Neen? Versterkt dan de
kracht der liberalen in de Tweede Kamer,
opdat er een regeering kan komen met ster
ken liberalen inslag.
Een sterke regeering moet er komen, en
een sterke man is zeker wel dr. Colijn, maar
men moet bedenken, dat men door dezen te
stemmen een ander kiest. Spr. waarschuwde
tegen stemmenversnippering, omdat men
daarmee ook de vrijz.-d:m. zou versterken,
die de liberalen beschuldigen van te streven
naar fascistische methoden, hoewel zij zelve
voorstellen steunden, die niet vrij waren van
fascistischen invloed, zooals spr. nader aan-
êaf-
Waarom zou men zoo karakterloos zijn
om naar partijen over te loopen, die minder
eerbied hebben voor principes dan de libera
len? Deze hebben Nederland groot gemaakt
en nu de liberale partij strijdt voor saneering
van betere toestanden, eischte spr. trouw aan
die beginselen, die het volk van Nederland
door de moeilijkheden zullen heenbrengen.
Gedachtenwisseling.
De heer S. A. D u i n k e r vroeg hoe de heer
Vos dacht over het naar voren brengen van
een politieke figuur, die eigen partijgenoo-
ten tracht te sussen en marchandeert om met
ieder goede vrienden te blijven. Spr. preci
seerde nader, dat hij bedoelde de candida-
tuur van den heer mr. Wendelaar.
De heer C 1 a y vroeg of dr. Vos voor
stander is van de omzetbelasting en of er
geen andere manier is dan deze belasting
om aan geld te komen.
Zou het geen tijd worden om de salarissen
der Kamerleden te verminderen, zulks om
een goed voorbeeld te geven in het streven
naar verlaging van het levensheil? Dergelij
ke maatregel zou misschien ook een rem kun
nen zijn voor het oprichten van steeds meer
nieuwe „partijen".
Mevr. P r i n s—V lessing vroeg pre
ciseering van de idee vereenvoudiging van de
sociale wetgeving.
De heer Vos antwoordde den heer Duin-
ker, dat deze onbillijk was in zijn oordeel
over den heer Wende'aar. Men moet bij een
partij-politicus een anderen maatstaf aan
leggen dan bij een burgemeester. Spr. wees
hierbij op den burgemeester van Amsterdam,
die wel eens den indruk geeft van slapheid.
Snr. ge'oofde hee'emaal niet aan diens
heb heel wat over U gelezen! U hebt de
Darcy-zaak in handen, heb ik gehoord?
„In zeker opzicht ja. Ik werk in het be
lang van den jongen man. Maar ik hoor,
dat er weer een moord is gepleegd?"
„Ja, maar die is zoo klaar, dat er voor u
niets aan is. Het eenige, wat Pinkus en ik
te doen hebben, is, de hand te leggen op de
Dago, die het gedaan heeft en de vlucht
heeft genomen. Het zal ook niet lang
duren, of we hebben hem. Hij is iemand,
die zich niet gemakkelijk kan verbergen,
tenzij hij zich verstopt en zelfmoord pleegt,
en dat mag hij gerust doen."
„Hoe gebeurde het? En is het waar, wat
de kranten vertelden, dat hetzelfde hor
loge, dat in mrs. Darcy's hand gevonden
werd, ook in de hand van den dooden man
lag?"
„Ja, dat deel van het verhaal is waar,
maar dat is dan ook alles. Het is alleen een
toevallige gelijkenis. Singa Phut kreeg zijn
horloge terug, nadat het gerecht had geoor
deeld het niet noodig te hebben als bewijs
stuk. Singa had in het geheel niets met de
Darcy-zaak te maken en hij scheen er vrg
happig op, dat horloge terug te krijgen. Dus
werd het hem teruggegeven.'
„Maar vermoordde hij zijn compagnon
werkelijk?
„Dat staat zoo vast als een paal boven
water! Hij sloeg hem het hoofd in met een
zwaren kandelaar één van een paar. Ik
heb hem hier, kijk maar!" Een kabinet
openend, waar hij zijn bewijsstukken voor-
loopig had opgeborgen, haalde Donovan er
eo" zware, bronzen kandelaars uit, in
ARMEN ONBRUIKBAAR BIJ
VOCHTIG WEER.
Rheumatiek maakte werken tot een
kwelling.
Tot hij het juiste middel vond.
Hier volgt een merkwaardig voorbeeld
van de wijze waarop vochtig weer de
gewrichten kan aantasten van iemand,
die vatbaar is voor rheumatiek.
„Ik heb heel erg aan rheumatiek ge
leden", schrijft ons iemand, „en heb zoo
erge pijnen in mijn gewrichten gehad,
dat het haast niet te dragen was. Het
was altijd het ergst op regenachtige
dagen. Dan kon ik eenvoudig mijn ar
men niet gebruiken en het werken w as
mij werkelijk een marteling. Ik probeer
de twee verschillende middelen tegen
rheumatiek, maar ik was na de kuur
nog altijd even slecht Toen zei men mij
dat ik Kruschen Salts m^est probe*Ten
en nadat ik een flacon gebruikt had,
voelde ik verbetering. Dus ging ik er
natuurlijk mee door en nu ben >k aan
merkelijk beter en ik heb me in geen
jaren zoo best gevoeld. Gewoonlijk voel
de ik me zoo lusteloos en lui, maar dat
ik weer kan werken is nu een plezier
voor me geworden inplaats van een
schrik". s. B.
Het organisme van den lijder bevat
eer. teveel aan urinezuur, wat de oor
zaak kan zijn van rheumatiek. Dit
kwaadaardig urinezuur kon ontstaan,
doordat de inwendige organer onvol
doende werken. Kruschen Salts nu
spoort de afvoe/organen dusdanig aan,
dat elk spoor van afvalstoffen regel
matig en volkomen verwijderd worit
Kruschen maakt en houdt U inwendig
schoon en zuiver. En Uw geheole wezen
lichaam en geest ondergaat dezo
verfrisschende werking.
Kruschen Salts is uitsluitend ver
krijgbaar bij alle apothekers en drogis
ten k 0 90 en 1.60 per flacon. Stralen
de gezondheid voor één cent per dag.
slapheid en dacht eerder aan de moeilijkhe
den om te schipperen met allerlei stroomin
gen.
Spr. had van mr. Wendelaar de overtui
ging, dat hij een sterk-doorleefde liberale fi
guur is, wie hij gaarne een goede kans zou
geven. Hij zou dan zeker een heel anderen
indruk geven dan thans als burgemeester
mogelijk is. De heer Wendelaar zou zeker
een sieraad zijn van elke liberale Kamer
fractie. Hij zou ren heele regeneratie onder
gaan door te komen in een liberaal milieu.
De heer D u i n k e r keurde af de politiek,
door mr. Wendelaar de laatste jaren naar
voren gebracht, een politiek die een schippe
ren was met alle partijen en geen krachtige
figuur verried.
Dr. Vos had mr. Wendelaar leeren ken
nen als een krachtig liberaal, die echter als
burgemeester veel van ziin overtuiging moet
opofferen, misschien wel iets te veel opoffert.
Tot den heer Ciay zei spr., dat hij tegen
elke belasting cp het bedrijf is.
De belooning aan de Kamerleden is geen
salaris, maar toelage. De liberalen staan
daarvan vrijwillig 8 pCt. af, evenveel als
door de wet den ambtenaren is opgelegd; de
soc.-dem., de communisten en de heer Braat
doen dit niet (de menschen die er het hardst
over schreeuwen). Als het noodig is, zijn de
liberalen bereid nog meer te laten vallen.
Vergeet niet, dat de Kamerleden, als zij hun
taak goed opvatten, groote onkosten hebben,
b.v. al door het verblijf in Den Haag tijdens
de zittingen der Kanier. Als men de toelage
tot 2COO zou verminderen, zou het voor een
eerlijk toegewijd Kamerlid onmogelijk wor
den al zijn krachten voldoende te geven (dat
kost spr. per jaar pl.m. 1800).
De heer Clay merkte op. dat steeds ge
zegd wordt, dat het kamerlidmaatschap den
heelen mensch cischt, en toch ziet men veel
absentisme.
De heer Vos merkte op, dat hij behoort
tot hen, die het minst afwezig zijn in de
Kamer.
Tot mevr. Prins zei sprdat hij een motie
had ingediend om te bewerken, dat het zegel-
tiesplakken wordt afgeschaft. De kosten der
wet moeten op het belastingbiljet komen. De
administra'ie der ongevallenverzekering kaa
veel eenvoudiger zd spr. De fondsen der on
gevallenverzekering kunnen beter besteed
worden, b.v. voor staatspensioen.
De heer Schuitemaker protesteerde
tegen de vraag van den heer Duinker. omdat
mr. Wendelaar in zijn politieke redevoeringen
heeft aangetoond een uitstekend Kamerlid te
zullen zijn.
Sluiting.
De heer Bosscher geloofde dat de
den vorm van cobra's met opgezette kap
pen.
„Met deze hier werd het gedaan", zei de
detective van de politie, op een der kande
laars wijzend, waar iets donkers en onbe
hagelijks aan het eind zat.
„Mijn God!" riep de kolonel uit, „juist de
kandelaar, die ik wilde koopen!"
„Wat? U koopen?" riep Donovan uit.
„Luister eens, kolonel, weet U er meei
van?" en het beroepsinstinct van den de
tective kreeg de overhand boven zijn
vriendelijkheid.
„Niet het minste, evenmin als U!" was
het koele antwoord. „Ik zag die kande
laars onlangs toevallig voor het raam van
Singa Phut's winkel staan, en ik besloot, ze
te koopen, als ik kon. Ik ben bang, dat
het nu niet meer gaan zal. Maar hoe ge
beurde het?"
„Och, daar valt niet veel van te vertel
len!" Uit Donovans stem klonk zijn teleur
stelling. „Phut ik weet niet, of dat zijn
voor- of zijn achternaam is, had een com
pagnon, Shere Ali- Niemand weet veel van
dien Ali af, want hij kwam hier pas kort
geleden. In elk geval schenen Phut en hij
het samen niet te kunnen vinden. De buren
hoorden hen dikwijls ruzie maken, en gis
teren ging het er weer frischjes toe. Toen
werd het weer stil en niemand hoorde meer
iets. Toen het donker was, kwam iemand
een lamp koopen. Er was geen licht in den
winkel, en hij struikelde over iets, dat op
den grond lag en dat was Ali's lijk met
ingeslagen hoofd, en deze zware kandelaar
stond naast hem. (Wordt vervolgd).