Alkmaarsche Courant.
Stad en Omqevinq,
Radionieuws
SeuiileioH
Honden! fl/l en dertigste Jaargang.
VRIJDAG 12 MEI
Het mysterie van het
diamanten kruis.
ï'»Svï?d,S We Jfe
fü' SM
Amerikaansche notities
(Wordt vervolgd).
1933
No. 112
Zaterdag 13 Mei.
Hilversum, 296 M. (Uitsluitend VARA).
gGramofoonplaten. 10.VPRO-mor-
cenwijding. 10.15 Voor Arb. in de Continu
bedrijven: A. Bouwmeester, declamatie;
VARA-tooneel, o.l.v. \V. van Cappellen en
eramofoonplaten. 2.15 Gramofoonplaten.
2.50 Causerie door W. H. Vliegen. 3.10 VA-
;pa-Balalaika-orkest o.l.v. Powarjef. 3.20
j£ang door L. Fuld. Aan den vleugel: J.
•Vogel- 3.30 Vervolg orkestconcert. 3.40 Ver-
Wolg zangrecital. 3.50 Beoefening Huismu
ziek o l.v. P. Tiggers. 4.30 Causerie door K.
cie Boer. 4.50 De Notenkrakers o l.v. D.
Wins en gramofoonplaten. 5.40 Literair
halfuur A. M. de Jong. 6— De Wielewaal
o 1 v P. Tiggers. 6.30 Amsterdamsch Salon
orkest ól.v. Kiekens. 7.— Causerie door W.
van Dok 7 30 Vervolg orkestconcert. 7.58
SOS-berichten. 8.— Bonte Avond uit „Ons
Gebouw" te Hilversum, m. m. v. het VARA-
orkest o.l.v. Hugo de Groot, De Fliereflui
ters olv J van der Horst en solisten. 9.15
VARA-Varia en Vaz Dias. 9.30 Gramofoon
platen. 9.45 Vervolg Bonte Avond. 11.—
12 Gramofoonplaten.
Huizen, 1875 M. (KRO-uitzending) 8.-
6 15 en 10Gramofoonplaten. 11.30
fcodsd. halfuur. 12.15-1.45 Sextetconcert
W gramofoonplaten. 2.- Voor de jeugd
Q 30 Kinderuur. 4.Gramofoonplaten. 4.10
(Lezing. 4.30 Orkestconcert lezingen. 735
Causerie. 7.35 Gramofoonplaten. 7.45 Sport-
praatje. 8.— Schlagermuziek. Ca 8 30—
6 35 Vaz Dias. 9.30 Koorconcert. 10.15
Bchlagermuziek. Ca. 10.3010.35 Vaz Dias.
41 12.— Gramofoonmuziek.
Daventry, 1554 M. 9.35 Morgenwijding.
0 50 Tijdsein, berichten. 10.05—10.20 Le
zing. 11.20 Orgelspel S. Gustard. 12.05
Commodore Grand-orkest o.l.v. Muscant,
II 05 Gramofoonplaten. 2.05 Harry Roy en
zijn Band 2.50 Het Bernard Crook kwintet
3.50 Volksliederen door D. Brynley, tenor
•4.05 Orgelspel H. Ramsay. 4.35 Kinderuur.
,6 20 Berichten. 5.50 Sportpraatje. 6.05
Welsh Intermezzo. 6.25 Lezing. 6.50 Variété
programma. 7.50 Suzanne Botterell en Car-
rell Bibbons met zijn band. 8.20 Berichten,
lezing 9.05 Monckton en Talbot-program
tna. Solisten, koor en BBC-Theater-orkest
o.l.v. A. Wood. 10.— Voordracht. 10.05—
11.20 Dansmuziek door Ambrose en zijn
Band.
Parijs ,fcadio-Paris"1724 M. 7.05 Gra
mofoonplaten. 11.20 Concert door het Om
roeporkest. 5.50 en 6.40 Dito. 7.20 Cabaret
programma. 8.05 Radio-tooneel.
K'alundborg, 1153 M. 11.201.20 Con
cert uit Rest. „Wivex". 1.50—2.20 Gramo
foonplaten. 2.50—4.50 L. Preil en zijn
orkest. 7.20 Ganne-Waldteufel-concert o.l.v.
E. Reesen. 8.45 Fluit-duetten. 9.05 Vroolijke
liedjes en gedichten. 9.40 Populaire Opera
muziek o.l.v. Emil Reesen. 10.2011.35
Dansmuziek uit Rest. „Ritz".
Langenberg473 M. 6.35, 7.23 en 10.40
Gramofoonplaten. 11.20 Werag-orkest o.l.v.
Breuer. 12.20 Concert o.l.v. Wolf. 4.20 Con
cert o.l.v. Wolf. 5.25 Gramofoonplaten. 6.20
iRijkszending uit Mühlacker: Literair pro
gramma. 7.25 „Deutscher Wald", literair
muzikaal spel van Lenzen. 9.50 Gramofoon
platen. 10.05—11.20 Concert uit München
o.l.v. Erich Klosz.
Rome, 441 M. 8.05 „Germania", opera
van Franchetti.
Brussel, 338 en 508 M. 338 M.: 11.20
Concert o.l.v. A. Felleman. 12.30 Omroep-
kleinorkest o.l.v. Leemans. 4.20 Gramofoon
platen. 5.50 Sonatenconcert. 6.20 Gramo
foonplaten. 7.20 Symphonie-concert o.l.v.
Defauw m. m. v. solisten. 9.30 Dansmuziek
10.50 Gramofoonplaten. 508 M.: 11.20 Om
roepkleinorkest o.l.v. Leemans. 12.30 Concert
o.l.v. A. Fellman. 4.20 Dansmuziek. 5.35
Gramofoonplaten. 5.50 Omroepkleinorkest
o.l v. Leemans. 7.20 Gramofoonplaten. 8.20
Concert uit Luik door orkest o.l.v. E. Jerome.
9.10 en 9.30 Gramofoonplaten. 9.50 Max
Alexys en zijn orkest.
Zeesen, 1635 M. 7.20 Dansmuziek. 8.35
Radio-cabaret „Die Brennessel". 9.20 en
10.05 Berichten. Hierna zie Langenberg.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Zaterdag.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Daventry 9.3523.20,
Lijn 4: Langenberg 9.2519.20, Kalund
wg 19.20—23.35.
DE NOODZAKELIJKHEID VAN EEN
CHR. MIDDENSTANDSVEREENIGING.
,,«St 1 BW?S?Sdl°de',e'bg,<,,g
van der Wey uit Haarlemmermeer De on-
De heer V e r v e 1 d opende de vergade-
Vr5vr en ïds aaarna voor ïnh i*
LMdCT™aTdsbLh°spr®eShtjj,,;i^ d«
n'f het Engeisch van Chester K S.
door A. W v. E.v. R.
Steele
bedoeld mocht worden opgerich?an'Satle 318
woord. Wat is de middenstand? vroeg spr
en hij antwoordde dat dit is de stand tus-
schen den loonarbeider en het groot bednif
48
„Ik weet niet, wat ik er van denken
moet! Ik moet Darcy morgen spreken
en als ik ontdek, dat hij mij bedrogen
heeft nu, dan bemoei ik mij niet meer
met zijn zaak, dat is alles!"
Als Darcy verrassing voorwendde,
toen de kolonel hem den volgenden
morgen in de gevangenis vertelde, wat
er met Sallie Page was gebeurd, was hij
een voortreffelijk tooneelspeler, dacht de
detective.
„Kolonel Ashley", riep Darcy uit, „ik
heb nooit geweten, dat mijn electrische
draaibank-draden in verbinding ston
den met een of anderen stroom, waar
door iemand gedood zou kunnen wor
den. Het is waar, dat ik de draden in
het geheim heb aangelegd, want ik wil
de niet, dat mijn nicht er iets van te we
ten zou komen. Zij had niet veel op met
mijn proeven met die draaibank, en
daarom hield ik het voor me. Maar
EbewegaingPatr°0n
gef^k Sta®fn uit denmtdenthd^™'
geiijx rekeningen uit den gildentijd leeren
maar de organisatie ervan is hier te 3
pas in 1902 aangevangen. Een midden
standscongres te Namen gaf er den stoot
3311.
In 1903 werd in Nederland opgericht de
Vereen, van handeldrijvenden en industri-
eelen middenstand, nadat daarvóór reeds
plaatselijke vereenigingen bestonden. „De
Hanze de r. k. organisatie, kwam in 1902
tot stand, de chr. middenstandsvereeniging
werd pas in 1918 opgericht na splitsing
van de in 1898 gestichte vereeniging „Boaz'\
waar slechts weinig kracht van uit ging. De
uit die splitsing ontstane drie christelijke or-
ganisaties werken broederlijk samen elk op
eigen terrein.
Sprekende over de positie van den midden
stand, merkte spr. op, dat het zelf-producee-
ren voor een groot deel is gestaakt en plaats
maakte voor een distributie van de fabrika
ten van het groot-bedrijf. Verder werd door
het gebruik maken van motoren enz., ook in
het eigen bedrijf, de middenstand staande ge
houden tegen de voorspelling van velen in
die meenden, dat de middenstand overbodig
is geworden. Zelfbewust hebben de midden
standers hun bestaansrecht bewezen en dui
delijk gemaakt, dat hij noodig is als schakel
in het distributiebedrijf.
Het gaat niet om de macht, dat is marxis
tisch en dat willen wij niet, maar wij willen
zuiver maatschappelijk werken.
Spr. zette uiteen het produceerend karakter
van den middenstand (van het koren brood
maken, enz.), het gereed maken van de ma
terialen voor de productie.
De overheidsbedrijven, hier en daar opge
richt onder overwegend socialistischen In
vloed, bleken onmachtig om te voorzien in de
consumptie-behoeften der bevolking, omdat
zij te stram werkten als gevolg van de voor'
schriften, die eenvormigheid bevorderen en
de belangen van het publiek niet dienen, wijl
de prikkel van het eigen belang ontbreekt.
De gang van die overheidsbedrijven bewijst,
dat het publiek belang zich niet laat inker-
keren.
Dien kant moet het dus niet op. Maar als
dan de vrije bedrijven zullen blijven en goed
zullen werken, dienen de middenstanders
goede kenners van de waren te zijn en in
staat om de behoeften van het publiek te be
vredigen bij niet onmatige winsten.
De middenstand komt dikwijls in den knel
door eigen fouten. Spr. noemde hiervan: a.
het kortzichtig blijven staren op eigen be
drijf en het als vijand beschouwen van den
concurrent; b. oneerlijke concurrentie met
veel klachten over slechte uitkomsten van het
bedrijf; c. het nalaten van organisatie met
als gevolg achterblijven bij collega's, die in
hun vereeniging licht opstaken inzake de
vragen van den dag. I
Deze fouten worden geleidelijk ingezien, 'n
nieuwe geest heeft zich van den middenstand
meester gemakt, men wil elkaar steunen en
sterken en eigen bedrijf meer economisch be
hartigen. Tal van instellingen op dit terrein
werden reeds gevestigd: bankinstellingen,
die het geld van den middenstand voor den
middenstand beheeren; bureaux van advies;
coöperatieve inkoopcombinaties om den
strijd tegen het grootbedrijf beter te kunnen
voeren, enz. Voorts worden er congressen ge
houden, vakbladen uitgegeven, cursussen
voor vakopleiding georganiseerdactie
wordt gevoerd voor wettelijke maatregelen
tegen allerlei misstanden (cadeaustelsel, on
eerlijke concurrentie, vliegende winkels,
enz.)
De staat heeft groot belang bij een goed
georganiseerden middenstand, omdat deze
vredelievend is en vóór orde, tegen overheer
sching van één klasse en een waarborg
nooit heb ik die draden aangelegd met
de bedoeling, haar een schok te bezor
gen, en U kunt zich wel voorstellen, dat
ik er nooit aan zou denken, Sallie Page
op die manier te treffen, of die jonge da
me, die laatst neerviel!"
„Wel, Darcy, het kan zijn, dat je de
waarheid spreekt!" Uit de stem van den
kolonel viel niet op te maken wat hij er
zelf van dacht. Maar ik moet je er op
wijzen, dat dit een gewichtig punt is bij
je verhoor, en dat nu, het ziet er
slecht voor je uit!"
„Dat begrijp ik, kolonel! Maar ik heb
even weinig schuld aan den dood van
mijn nicht als Carroll of U! Ik heb ook
niet het minste vermoeden, wie haar ge
dood kan hebben. Mijn God, wat voor
reden zou ik toch gehad hebben! En hij
wendde zich om en begon heen en weer
te loopen.
„Ik zal doen, wat ik kan!" zei de kolo
nel. „Maar ik moet zeggen, dat het er
slecht uitziet! Heb je nooit geweten, dat
door het drukken op den knop op je
werktafel, iemand, die bij de uitstalkast
stond, een schok kan krijgen?
„Geen haar op mijn hoofd! De draden
moeten verlegd zijn, sinds ik ze gebruik
te!"
„Dat zullen we onderzoeken. En het
stilstaan van de klokken? Had jou lei
ding dat kunnen veroorzaken?"
biedt voor de vrijheid, zooals mr. Zimmer-
mann het eens uitdrukte.
De middenstandsraad, waarin de Kon.
Bond, de Hanze en de Chr. Bond elk vijf
leden hebben, die een zeer groot deel van het
volk vertegenwoordigen, werkt geregeld met
den minister samen. Deze erkenning van het
georganiseerde leven legt den middenstand
de verplichting op tot organisatie. De chr.
middenstandsvereeniging voelt dat wel zeer
sterk, maar wil haar beginsel ook hierbij
handhaven, omdat zij overtuigd is dat de
kenmerken van den middenstand moeten ko
men uit dat beginsel. Zij ziet in ons volk een
gemeenschap, die dringt tot gemeenschappe
lijk behartigen van de algemeene belangen.
Hier ligt een roeping voor alle chr. mid
denstanders. De gevaren en nooden van on
zen tijd dringen tot aaneensluiting, om sa
men te bereiken wat alléén niet mogelijk is
Sluit U aan! zei spr„ onttrekt u niet aan de
verplichting om van uw belijdenis in het
ope/iaire leven te getuigen en uw plaats op
aarde waardig te vervullen.
Gedachtenwisseling.
De voorzitter bracht den inleider
een woord van dank en gaf daarna gelegen
heid tot gedachtenwisseling.
De heer de Wit meende, dat de regee
ring wel besprekingen houdt met vertegen
woordigers van den middenstand, maar
slechts weinig voor deze klasse doet, wel vele
lasten op haar schouders legt. Daarom zou
spr. graag een sterke organisatie zien.
De heer B o o t s m a vroeg in hoeverre
er samenwerking bestaat tusschen de plaat
selijke middenstandsvereenigingen.
De heer van der Wey was verheugd
geen principieelen tegenstand te hebben ont
moet. Tegenover den heer de Wit betoogde
spr., dat een sterk georganiseerde midden
stand noodig is om de bedrijven tot bloei te
brengen. Dat de staat in den tegenwoordi-
gen tijd op velerlei gebied ingrijpt, is noodig
omdat anders vele bedrijven stellig te gron
de zouden gaan, het land niet meer bewerkt
zou worden, enz. De daarvoor genomen
materieele maatregelen dienen om den zwak
ke te beschermen. Zij geven echter niet het
normale leven weer, omdat we leven in een
abnormalen tijd.
In normale omstandigheden behoort de
middenstand georganiseerd te zijn. En ook
nu, om gezamenlijk de regeering duidelijk te
kunnen maken wat thans noodig is.
De heer de Wit betoogde, dat slechts
een deel van den steun in den zak der steun-
behoevenden terecht komt (van de boter 40
cent, de rest 35 cent) is voor de ambtena
ren, die hun best doen den middenstand te
gronde te richten.
De heer van der Wey vroeg om
deze gegevens zwart op wit te zetten, opdat
de minister met misbruiken op de hoogte kan
worden gebracht. Spr. waarschuwde tegen
onbewezen praatjes en stelde vast, dat het
geen van de crisis-zuivelheffingen eventueel
overblijft strekt tot steun van andere be
drijven.
De heer de Wit hield vol, dat voor den
boer wel veel wordt gedaan, maar voor den
middenstand niets, hoewel ook daaronder
veel behoefte bestaat. Er zijn boeren, die
hun „steun" per eigen auto gaan halen. Op
de fouten in de steunregelingen moet den mi
nister gewezen worden en daarvoor dient een
sterke middenstandsorganisatie.
De heer van der Wey erkende het
noodzakelijke hiervan en stelde vast, dat
reeds veel is gedaan tot opheffing van
fouten.
Ten aanzien van de samenwerking zei
spr., dat die gezocht en gevonden wordt op
velerlei terrein: boekhoudcursussen, tentoon
stellingen, enz. en doordat de chr. midden
standsvereeniging dit als organisatie onder
neemt, wordt met haar beginsel meer en
meer rekening gehouden. Hoe meer en hoe
beter de chr. middenstanders den plicht van
organisatie inzien, hoe beter het chr. begin
sel tot zijn recht kan komen.
De heer B o o t s m a vroeg of ook moeite
wordt gedaan het publiek duidelijk te ma
ken dat de christelijke zakenman in reclame
en concurrentie eerlijker is dan anderen.
Zijn christelijke overtuiging brengt hem
vaak schade.
De heer van der Wey verwees
naar het orgaan der chr. middenstandsver
eeniging, waarin de vragen die leven onder
de chr. middenstanders, worden behandeld,
wat ook geschiedt op de congressen. Wan
neer feiten van oneerlijke concurrentie wor
den ter kennis gebracht van het hoofdbe
stuur, worden deze den minister voorgelegd.
De plaatselijke vereenigingen kunnen hier
goed werk doen. Plaatselijke kwesties kun
nen alleen organisatorisch worden opgelost,
christenplicht is steeds en overal de goede,
de positieve lijnen in het openbare leven te
olgen.
Verschillende besprekingen werden nog
gevoerd, waarbij allen het er over eens ble
ken, dat er voor de organisaties van den
middenstand, ook voor de christelijke vereeni
ging, nog veel werk te doen valt op maat
schappelijk en sociaal terrein.
De voorzitter constateerde ten slot
te, dat zeker alle aanwezigen overtuigd zijn
van de noodzakelijkheid van oprichting van
een afdeeling van de chr. middenstandsver
eeniging (contributie-afdracht aan het
hoofdbestuur 3.50 per jaar per lid, waar
bij dan nog komen de plaatselijk te maken
onkosten.)
Tot oprichting van een afdeeling
besloten.
Nadat de heer vander Wey nog een
krachtig woord had gesproken voor aanslui
ting, gaven negen van de elf aanwezigen
zich als lid op.
Medegedeeld werd, dat er hier ter stede
reeds eenige verspreide leden zijn.
Tot voorloopige bestuursleden werden be
noemd de heeren Verveld, H. Haijtema en
Walter.
De heer van der Wey sloot hierna de ver
gadering met dankzegging.
1XLXL
is voor visch;tauerfunste WAT er is.
5bt
„Neen. Wel zou een sterke electri
sche stroom onder zekere omstandig
heden klokken aan den gang of tot stil
stand kunnen brengen, maar dan zou
den ze niet allemaal op verschillende
uren hebben stil gestaan!"
„Misschien niet. Nu, ik zal zien, wat
ik doen kan. Carroll en Thong zullen
dit wel uitbuiten! Wij moeten er tegen
in gaan!"
„Och, vind er toch iets op, kolonel! Ik
was zoo vol hoop, en nu
De jonge man kon van ontroering bij
na niet praten.
„Amy miss Mason hoe vat z ij dit
op?" stotterde hij.
„Ik geloof, dat zij er nog niets van
weet! Het stond niet in de ochtendbla
den, maar vanavond zullen de kranten
het wel opgenomen hebben."
„Ik wou, dat U haar opzocht en het
haar uitlegde. Ik ik zou het niet kun
nen verdragen als zij het vertrouwen in
mij verloor!"
„Ik zal het doen, en dan zal ik het
haar van den besten kant laten bekij
ken!"
„En uzelf, kolonel? U gelooft toch niet,
dat ik schuldig ben na deze nieuwe
ontdekking?"
„Als dat zoo was, zou ik je zaak niet
langer willen behandelen, mr. Darcy!
was het antwoord. „Maar dat neemt
(Van onzen correspondent.)
„Zin in een spelletje bridge?'' Ik keek van
mijn krant op en bedankte voor de uitnoodi-
ging met te verklaren, dat ik niet spelen kan
en verdiepte mij verder in het ochtendblad
van den volgenden dag, ofschoon het nog
geen middernacht was. We stonden stil, een
eind buiten New-York, waar de electrische
locomotief plaats maakt voor een stoom dito
en om het late uur zat ik in een rookwagen,
iets waar ik overdag geen moed voor heb,
omdat die dan stampvol is en de rook er in
partjes gesneden kan worden. Het was stil
in de lange wagen met aan elke kant twin
tig banken voor twee zitplaatsen, gescheiden
door een gang in het midden. Aangezien
Amerikaansche treinen zonder uitzondering
bestaan uit wat wij D-wagens noemen met
een harmonicaverbinding tusschen elkaar,
zoodat men van voren naar achteren en weer
terug kan wandelen, is het reizen hier een
huiselijke geschiedenis. Mijn ondervrager had
meer succes met mijn achterbuur, die er wel
voor voelde en de vierde man vond zijn
plaats met drie lui, waarvan er twee locomo
tiefmachinisten waren en de ander een over
wegwachter van een plaatsje, waar ik twee
maal per dag langs kom. Ik herkende de ma
chinisten niet alleen aan het feit, dat zij juist
ingestapt waren op de plaats, waar we van
locomotief verwisselden en waar een heel em
placement is, maar ook door hun eigenaar
dige gestreepte petten met ver vooruitstaan
de klep, zooals die altijd door hen gedragen
wordt. De vierde man was misschien een
collega of een zakenman, een dokter of een
bankier. Waarmee ik maar zeggen wil, dat
democratisch Amerika nog altijd geen legen
de is, maar zuivere werkelijkheid. We kennen
in Amerika geen treinklassen, tenminste niet
in den zin van het eerste met rood-, tweede
met geel fluweelen zittingen en derde met
houten banken. Over korte afstanden, bi.
voorbeeld een uur of twee, drie kan een miï-
lionair met den besten wil van de wereld niet
ontkomen naast een Italiaanschen groenten-
boer te zitten. Zoodat hij natuurlijk liever
met zijn eigen auto en chauffeur gaat!.Maar
in den trein, waarmee ik eiken dag heen en
weer naar de stad ga, een reisje van vijf
kwartier over een afstand AmsterdamRot
terdam, zie ik zulke gevallen overal om mij
heen en zit ik zelf naast menschen, die zeker
een goedkopere gelegenheid zouden kiezen
wanneer ze dat konden. Er is echter niets
aan te doen en ik moet eerlijk bekennen, dat
het allemaal wonderwel gaat. Ik ben allesbe
halve een vurige vereerder van Amerika en
evenmin iemand, die neerkijkt op zijn eigen
land, maar ik ben na een twaalfjarig verblijf
tot de conclusie gekomen, dat een klassever
deeling in Europa even onmisbaar is als deze
ondoenbaar en onnoodig zou zijn in de Ver
Staten. En toch is er wel degelijk iets van
dien aard door wagens van grootere luxe te
laten meeloopen, de zoogenaamde parlor cars
en Pullman cars, waarin genoeg toeslag be
taald moet worden om lieden met een be
scheiden beurs er uit te houden. Wat het sla
pen in den trein betreft, wat in dit land van
dagen reizen veel voorkomt, men kan dit
doen zoo goed en zoo kwaad als het gaat in
de gewone bankenwagens van overdag
Maar er rijden voornamelijk Pullman-wa
gens in die treinen mee, waarin men bedden
kan krijgen; acht dollar voor een benedenbed
en zes voor een, waar men met een laddertje
bij moet klimmen, wat voor corpulenten ol
ouden van dagen een onmogelijkheid is. Ver
der bezit elke wagen twee privé kamertjes,
die nog meer luxe en dus nog duurder zijn
Goed beschouwd hebben we dus hier al drie
klassen in het slapen en in het bij daglicht
reizen over een verren afstand zijn er twee.
De parlor-cars zijn eigenlijk salons op wie
len, tafels staan in het midden, clubfauteuils,
die overal heen geschoven kunnen worden,
zijn de zetelsdikwijls zijn het wagens, waar
men een kleinigheid kan bestellen om te eten
of te drinken, echter niet te verwarren met de
groote restauratiewagens of „diners". Gaat
de trein door een landstreek, die de moeite
van het bezien waard is, dan wordt zoo'n
wagen dikwijls achteraan geplaatst en heeft
dan een groot open balcon met stoelen er
op. Deze zoogenaamde „observation car" is
niet heelemaal een onverdeeld genoegen, om
dat men 's zomers op dat achterbalcon heel
wa stof te slikken krijgt, terwijl andere men
schen er niet goed tegen kunnen zoo de we
reld voor zich te zien wegglijden met een
vaartje van 80 K M. per uur Wat werkelijk
iets bijzonders is, dat, naar ik meen buiten
Amerika niet bestaat, is dat men een heele
parlor-car kan afhuren en zich zoo geheel
van ziin medereizigers afgescheiden houden.
Ik bedoel daarmee geen salonwagen van
millionairs, die er ook bij honderden te vin
den zijn, maar wagens die men veel in fo
rensentreinen vindt. Bijv. in de buurt van
New-York wonen massa's die eiken dag heen
en weer naar hun kantoor reizen en steevast
denzelfden trein nemen. Een clubje van een
man of twaalf, dat graag kaart en rookt, dat
op zijn gemak gesteld is en het bekostigen
kan, stapt dan naar de directie van de maat
schappij toe en huurt een „club car", die el-
ken morgen en eiken middag achter aan hun
trein te vinden is, die een negerbediende mee-
\oert en waar iemand alleen in mag rijden,
wanneer hij een deballotage heeft door
staan en kapitaalkrachtig genoeg is. Het is
onmogelijk om bij vergissing zoo'n wagen
binnen te stappenbij elk statoin stelt de ne
ger zich op post bij een open deur en dan
hangt er nog een bordje met privé boven de
vestibule. In de twee treinen, die ik meestal
eiken dag neem, rijdt zulk een wagen mee en
maar dit hangt natuurlijk heelemaal af
van de clubleden bij de feestdagen wordt
er ook in den wagen gefuifd. Zoo hoorde ik
van den conducteur, dat bier op den eersten
dag de ronde had gedaan met de sigaren tij1-
dens het bridge-spel. Maar zooals bij ons het
groote publiek geen eerste reist, zoo gaat het
allergrootste deel hier niet in club cars en
larlor cars, wel in Pullman slaapwagens-
k beschik niet over de juiste cijfers, maar ik
vermoed, dat er evenveel of misschien meet
menschen reizen in een slaapwagen dan niet.
Reizen is niet goedkoop en iemand, die het
doen moet, zal, indien mogelijk, die paar ex
tra dollars voor een bed overhebben. Er is
een groote categorie van de bevolking, dis
nooit een slaapwagen gebruiken kan en dat
zijn de negers, die wel de bedienden en de
kellners in de restauratiewagen zijn, maar
onder geen omstandigheden toegelaten wor
den als publiek. Men moet dit niet de spoor-i
wegmaatschappijen verwijten, maar de blan
ke bevolking zelf, die tot een boycot zou over
gaan of erger dingen doen. Zoo komt het,
dat een Al Capone of een ongure kerel, die
over geld beschikt, wel een bed boven u mag
betrekken, maar een dokter, een jurist, een
professor, een zanger als Roland Hayes een
lange reis in etappes moet afleggen en 's
nachts in een bepaald hotel gaan, ook al
weer omdat zijn huid donker is. De veront
waardiging tegen Hitier om zijn Jodenver
volging past Amerika allerminst, maar de
demonstraties op dat gebied, eenige weken
geleden, waren dan ook zuiver Joodsch-New-
Yorksch de bevolking van deze stad is
voor 29 pCt. Joodsch. De gewone alledaag-
sche treinrit in de normale „day coach", de
D-wagen, die het eenige soort is, dat in Ame
rika rijdt van Mexico tot Canada, heelemaal
van staal, prachtig veerend, met twee toi
letten en een fontein met ijswater, winter en
zomer, is een typische ondervinding. Dikwijls
zou ik op het rijtje af willen gaan en vragen
wie bent u, mevrouw, waar woont u en wat
doet u, meneer? Onder de reizigers, die gere
geld met mij den trein van vijven 's middags
nemen, behoort een echtpaar, dat in Chappa-
qua uitstapt en dat er niet alleen rijk aange
kleed uitziet, maar afgehaald wordt door een
superbe auto met een chauffeur in livrei
zonder twijfel, menschen, die op een mooie
villa wonen, want personeel hebben is een
uiterst dure aardigheid in Amerika. Maar
een bank daarvoor of daarachter stapt in
Pleasantville een spoorwegarbeider in, die
op weg naar huis en zijn overall aan heeft,
een besmoezeld vrijkaartje aan den conduc
teur laat zien, maar overigens in het minst
geen aanstoot geeft door manieren of wat
dan ook. Deze combinatie van wat wij eerste
en derde klas noemen is iets, waar ik me na
een meer dan tienjarig verblijf nog altijd
over verbaas, want ik heb het langer tijd in
het vaderland meegemaakt wat precies de
„eerste klas houten banken" beteekent. Iets
geheel anders, dat ik ook alleen in dit land
niet weg, dat er nog het een en ander
valt op te helderen. Ik leg nu den be
staanden twijfel in je voordeel uit."
„Dan zal Amy dat misschien ook
doen!"
Het duurde niet lang, of de kolonel
vernam Amy's meening. Kort na het
verschijnen der avondbladen werd de
detective, die na zijn bezoek aan de ge
vangenis naar zijn hotel was terugge
keerd, door miss Mason opgebeld.
„Ik was toevallig in de stad, om te
winkelen", zeide zij, en haar opwinding
klonk duidelijk in haar stem door, „toen
ik dat vreeselijke bericht las over die
electrische draden van mr. Darcy en
over die arme Sallie Page. Bestaat er
gevaar voor haar leven, kolonel?"
„Ik geloof van niet!"
„Gelukkig! Mag ik even bij u komen?
Ik heb u iets gewichtigs te zeggen."
„Ja, of zal ik liever bij U komen, miss
Mason?"
„Neen, ik kom liever in het Hotel, als
U mij in de conversatiezaal wilt ontvan
gen. Daar kunnen we om dezen tijd on
gestoord spreken."
Een poosje later waren de kolonel en
Amy in gesprek. Het bleeke gelaat van
het meisje verried duidelijk haar ver
driet.
„Zeg mij eerlijk", smeekte zij, „ziet
het er hierdoor niet nog slechter uit voor
mr. Darcy?'*
„Ja, miss Mason, dat is zoo, ik zal het
maar ronduit zeggen. De Officier van
Justitie moet aantoonen, dat de draden,
waarin vanuit Darcy's tafel stroom kon
geleid worden, zóódanig waren aange
legd, dat zijn nicht, of iemand anders,
die de hand op de uitstalkast legde, er
door getroffen moest worden. En zij
zullen ongetwijfeld aanvoeren, dat hij
dat plan bedacht had met de bedoeling,
haar bewusteloos te maken, en dat hij er
gebruik van maakte óf in een vlaag van
drift, met het doel, haar te dooden voor
zijn vermeende grieven, óf, omdat hij
een berooving op het oog had. Ik stel
het expres voo erg voor, dat U zich op
het ergste kunt voorbereiden."
„Dat stel ik zeer op prijs, en ik dank u
wel. Het ziet er dus slecht voor hem
uit?"
„Ja".
„En hoe houdt hij zich er onder?"
„Heel goed. Hij maakt zich het meest
ongerust over U. Ik besef volkomen,
dat dit uw vriendschap zeer op de proef
stelt, miss Mason! En zoowel uw en uws
vaders trouw als
„O, over vader hoeft U zich niet be
zorgd te maken! Die zweert bij Jimmie
en zegt, dat hij weet, dat Jimmie on
schuldig is!"
„En uzelf? Hoe doorstaat u het beroep
op uw trouw.?"