Van Rommelzaken Hobbeltie
DE ACHTSTE MONUMENTENDAG
Rechtszaken
IX
:X
Officieele ontvangst ten Stadhuize.
Inleidingen over het behoud van
gebouwen en natuurschoon.
Bescherming van hel landschap.
kan
De achtste monumentendag werd Zater
dagmiddag ten stadhuize te Alkmaar gehou
den. Om half twaalf had in de raadszaal de
officieele ontvangst plaats en werden de deel
nemers toegesproken door den burgemeester,
mr. Wendelaar, die namens het gemeentebe
stuur een woord van weikom sprak. 5>pi.
noemde het een goed gewoonte om eik jaar
'in een ander gedeelte van het land te verga
deren. Daardoor wordt bevorderd, dat men
'in breeden kring kennis maakt met hetgeen
de vereeniging beoogt. In Alkmaar, zoo zeide
spr.„ is de laatste jaren het besef levendig
(geworden, dat men oude monumenten, heer-
'lijke gedenkteekenen van de ons voorafgega
ne beschavingsperiode, dient te bewaren. riet
is een plicht van het tegenwoordige ge
slacht, die gedenkteekenen in stand te hou
den en bij een wandeling door Alkmaar kunt
ju zien, dat Alkmaar er naar streeft, om het-
een nog over is gebleven, te bewaren.
Daarnaast probeert Alkmaar nieuw
ischoon te scheppen. Dat is niet alleen merk
baar t.a.v. gebouwen, maar evenzeer t.a.v. de
inatuur, welker bescherming ook door deze
vereeniging wordt bevorderd. Spr. wees op t
bolwerk, de plantsoenen en den Hout, die
toonen, dat de directie van Plantsoenen,
krachtig gesteund door den raad van Alk
maar, er naar streeft de natuur zooveel mo
gelijk tot haar recht te laten komen.
Voorts komt dit ook tot uiting door den
aankoop van het Heilooër bosch in samen
werking met de gemeente Heiloo en het prov.
bestuur, waardoor dit bosch voor de toe
komst gespaard bleef. Een heugelijke mede-
'dedeeling noemde spr. den aankoop van het
jGeversduin, waartoe in de laatste zitting
jvan Prov. Staten werd besloten nadat in de
herftszitting onder Egmond de duinen van
den heer v. Vliet door de provincie waren
aangekocht en waardoor vanaf Egmond tot
Beverwijk het gansche duingebied in het
bezit van de overheid is gekomen en voor
openbaar belang bewaard bleef.
Te Bergen heeft men bovendien vóór twee
jaar in samenwerking met de provincie een
heel mooi bosch- en duingebied aangekocht.
Spr. deelde dit mede, om het besef bij te
brengen, dat men hier vindt veel sympathie
en waardeering voor de idealen, die de ver
eeniging zich tot doel heeft gesteld.
Ook herinnerde spr. aan den aankoop
door „Hendrick de Keijzèr" van een paar
(inooie oude perceelen, die in samenwerking
met de gemeente werden gerestaureerd, ter-
.wijl hij tevens aanstipte het werk van de
vereeniging Oud-Alkmaar, die alles doet om
de aandacht van het gemeentebestuur te ves
tigen op gedeelten van de stad, die nog eeni-
ge belangstelling behoeven.
Ook op de restauratie van de Groote Kerk
waarvan de financieele afwikkeling nog loo-
pende is, vestigde spr. de aandacht, evenals
op het feit, dat particulieren evenzeer er
naar streven, om bij verbouwingen rekening
te houden met oude schoonheden. In dit ver
band noemde spr. den bouw van de zaak
van de firma van Ree aan den ouden Kool
tuin onder toezicht van den directeur van
Bouw- en Woningtoezicht, den heer Vos.
Tenslotte memoreerde hij, dat bij den raad
aanhangig is een monumentenverordening,
waarover de raad nog overleg t.a.v. onder
geschikte punten pleegt, maar waarvan de
totstandkoming niet betwijfeld behoeft te
worden.
Met leedwezen moest spr. mededeelen, dat
er in deze gemeente veel schoons uit vroeger
tijden verloren is gegaan. Spr. noemde de
burchten van de graven van Holland, waar
van niets is overgebleven: de mooie stads
poorten uit den tijd van Alkmaar's beleg, die
eveneens verdwenen zijn, en die een buiten
gewone bekoring aan de stad hebben gege
ven. Ter verontschuldiging voerde spr. aan,
dat dit alles is weggebroken door vorige ge
slachten.
Dit vandalisme, zoo zeide spr., heeft zich
niet alleen beperkt tot Alkmaar, maar zich
ook uitgestrekt tot de gemeenten in den om
trek, waardoor er niets is overgebleven van
het kasteel te Egmond en de St. Adelbertus-
abdij aldaar
Om den congressisten te laten zien, hoe
mooi de stad is geweest, heeft de gemeente
archivaris, de heer Dresch, in de vergader
zaal van B. en W. een kleine tentoonstelling
georganiseerd, waarop men de poorten en
oude gevels in beeld zal kunnen aanschou
wen
Als tegenstelling, met het oude heeft de
heer Wichert Bruin, voorzitter van de prov.
adviescommissie, in de Polderzaal een ten
toonstelling in elkaar gezet van het nieuwe
schoon, dat zich in Alkmaar bezig is te ont
wikkelen.
Spr. eindigde met den wensch, dat hij het
congres een vruchtbare vergadering en een
plezierigen dag in Alkmaar toewenschte en
dat men in Alkmaar profijt mocht trekken
van het vele schoon, dat men in de stad nog
heeft overgehouden.
Een woord van prol. Bijvanck.
De voorzitter van de vereeniging, proi
dr. A. W. Bijvanck, sprak namens de com
missie van voorbereiding tot den Monumen
tendag een woord van dank voor de ont
vangst. Ook dankte hij mr. Wendelaar voor
zijn bereidwiligheid, om als voorzitter van
het congres te willen optreden.
Spr. was overtuigd, dat het inrichten van
de beide genoemde tentoonstellingen aan
den Monumentendag zeer ten goede zou ko
men. Het is zoo zeide hij niet alleen
onze bedoeling interesse te wekken voor mo
numenten uit het verleden, evenmin voor
oude bosschen en plassen, maar wij hopen
ook, dat ons streven ten goede zal komen aan
het nieuwe schoon, dat ontstaan zal.
Wij trachten zooveel mogelijk het kwaad
dat geschieden moest door het aanleggen
van wegen en het droogmaken van plassen,
te vergoeden door daar voor in de plaats te
krijgen iets, wat op den duur bij de omge
ving aanpast, opdat daardoor nieuw schoon
zal ontstaan.
Spr. bracht dank ook aan de heeren, die aan
de inrichting van de beide tentoonstellingen
hebben gewerkt, voor hun arbeid.
Na het ronddienen van ververschingen be
zichtigden de deelnemers hierna het mooie
stadhuis.
Om twee uur ving in de raadzaal de alge-
meene vergadering aan.
Het congres.
De burgemeester van Alkmaar, mr. Wen
delaar, hield na een openingswoord een
historische rede, waarin hij herinnerde aan
de oude Graven van Holland, den strijd tus-
schen de Friezen en de Kennemers, en mede
deelde, dat de graftombe van Floris V, wiens
lijk door zijn zoon later naar Rijnsburg werd
gebracht, nog in de groote kerk van Alkmaar
te vinden is. De liefhebbers van Hollands
historie wekte hij op, om de plek bij Heems
kerk, waar thans een zeer eenvoudig gedenk-
teeken eraan herinnert, hoe daar de graven
van Holland gehuldigd werden, in een be
hoorlijker staat te brengen. Voorts deelde hij
mede, dat Alkmaar als eenige stad in Neder
land na het beleg in 1573 het recht kreeg,
om boven het wapen de Burcht een overwin-
naarskrans te plaatsen en van Willem van
Oranje (in Hollands Noorden Willem Vader
genoemd) de waagrechten terugkreeg voor
het afslaan van de Spanjaarden.
Als mooiste en oudste gebouwen in de
stad noemde spr. de Groote kerk gebouwd in
1500, de Waag van 1700 en het stadhuis
van 1600, waarvan de bouwmeesters onbe
kend zijn, doch die het bewijs leverden, dat
toen het volk als geheel groot was.
Bebouwing en behoud van
natuurschoon.
Over dit onderwerp werd allereerst het
woord gevoerd door den heer W. H. de
Beaufort te Maarn, die zijn inlei
ding hield vanuit het oogpunt van den bui
tenman. Voorop stelde hij, dat bebouwing er
altijd geweest is en er blijven zal zoolang er
menschen zullen zijn; het „behoud van na
tuurschoon" is iets van lateren datum en
drong zich op, zoodra de bebouwing zooda
nige afmetingen aan ging nemen, dat er ge
brek aan buitenlucht dreigde te komen.
De bebouwing wil de plattelander liefst op
een afstand houden
komt hem overbodig voor,
schouwt hij als een noodzakelijk kwaad, dat
vele offers vergt van zijn dierbaar platte
land. Men vatte dit niet op als steil-conser-
vatisme. De buitenman erkeni, dat onze he-
dendaagsche samenleving de vrije natuur
niet kan missen; er is een „drang naar bui
ten". Daar is het natuurschoon te vinden, dat
de buitenman voor ons bewaarde; wel aller
eerst uit eigen belang, maar dan toch be
waarde. Zonder hem zou het landschap heel
wat armer zijn. Zijn kwetsbaarheid, als er
offers van hem gevraagd worden, is daarom
verklaarbaar. Wie aan zijn grond komt, komt
aan zijn leven.
De Natuurschoonwet-1928 koos den juis-
ten weg; zij prikkelt tot initiatief en mede
werking
Ook tav. bebouwings- en verkeersvraag-
stukken kan de buitenman tot een waardevol
medewerker worden aangespoord. Zijn critiek
wil ook opbouwen. Spr. eindigde met de
vraag, of het velerzijds gewenschte „Gewes
telijke Plan" niet zou kunnen worden opge
bouwd in den geest der waterschappen, door
belanghebbenden zelf; een onderzoek van
deze vraag met vele anderen op dit gebied,
zou bebouwing en behoud van Natuurschoon
ten goede komen.
Inleiding Ir. de Bruvn.
De heer H. W. O. de B r u y n, directeur
van den A.N.W.B. te den Haag, achtte het
kwaad van de lintbebouwing een gevolg van
het feit, dat de stedelingen aan de buiten
wegen kunnen bouwen op gronden, die nog
geen bouwterreinwaarde hebben. Het verkeer
eischt snelheid, maar boven den snelheids-
eisch staat de veiligheid. Met geen mogelijk
heid kan aan die eischen worden voldaan,
als het verkeer door lintbebouwing aan
voortdurende verrassingen is bloot gesteld.
Het verloren gaan van het vrije uitzicht
vanaf den weg is voor het toeristisch verkeer
niet minder dan een groote ramp. De huizen
vormen coulissen, die beletten iets te zien van
de natuur daarachter. Een eerste eisch bij
aanleg van nieuwe wegen zal moeten zijn,
dat in de contracten van grondaankoop geen
recht van uitpad voor neventerreinen wordt
verleend.
plannen met betrekking tot de aanwijzing
van de bestemming bestaat, dient zoo spoe
dig mogelijk te worden ondervangen.
Onder de oorzaken, dat de bouw voor het
overgroote deel in handen van onbevoegden
is, kunnen worden genoemd: a de ontwikke
ling van het gemeentelijk bouwtoezicht,
welks bemoeiingen, als controleerend be
doeld, dikwijls meer raadgevend zijn gewor
den met het gevolg, dat voor kleinen bouw
vakbekwamheid vrijwel geen vereischte isb.
het gebrekkige van het instituut der schoon
heidscommissie; c. het vakonderwijs, in het
bijzonder het ambachtsonderwijs, dat zijn
doel voorbijstreeft door zich niet tot het zui
ver ambachtelijke te bepalen.
De heer J. J. T a 1 s m a te Woerden be
sprak de wettelijke maatregelen ter bescher
ming van het landschap tegen ongeregelde
en het landschapsschoon bedreigende be
bouwing.
De ongeregelde bebouwing achtte spr. om
redenen van stedebouw, landschapsschoon,
verkeer, bestuur en administratie verwerp^-
lijk; zij dreigt, economisch eschouwd,
catastrophale gevolgen na zich te sleepen
Regeling en beperking van bebouwing,
een openbaar en algemeen belang van de
eerste orde, moet als nationaal vraagstuk
worden aangevat aan de hand van gegevens
omtrent den loop der bevolking.
Het recht van den eigenaar worde geëer-
biedigt voorzoover hij dit uitoefent, met
inachtneming van het openbaar of alge
meen belang.
Verschillende motieven pleiten voor een
nationale regeling; daartoe dient rtten voort
te bouwen op het bestaande, met name de
Woningwet, waarbij globaal gehouden streek
plannen leiding moeten geven. Hoofdzaak
is, dat worden aangewezen de terreinen, die
beslist onbebouwd moeten blijven.
Bij de steeds ernstiger dreigende vernie
ling in vele gemeenten moeten intusschen
zonder verwijl maatregelen worden geno
men, waardoor de gemeente de uitbreiding
der bebouwing kan beheerschen (ontwerpen
cq. herzien van uitbreidingsplannen, toe
passing van art. 36, 4de lid Woningwet).
Onverwijlde instelling van een nationale
streekplan-instantie en (waar ze nog niet
zijn) provinciale uitbreidingsplan-instanties
is noodig.
Gedachtenwisseling.
De heer V a n N e s uit Apeldoorn was
van oordeel, dat de beweging van het ver
keer en het bouwen niet mag worden stop
gezet, doch als een evolutie aanvaard moet
worden en geleid. Ieder, die zich met uit
breidingsplannen bezig heeft gehouden,
weet, dat de beslissing daarover ligt in han
den, waar ze niet thuis behoort. Meestal
lier initiatief steunt in het *-ehoud van het
natuurschoon Wanneer men van het partt
culier bezit iets blijvends wil maken, dan ziet
hij maar één middel, het particulier bezit af
schaffen. Spr. gelooft echter, dat men het
natuurschoon kan beschermen, wanneer men
de Natuurschoonwet '28 uitbreidt en daarin
't natuurobject breeder omschrijft.
Nadat ook de andere inleiders van repliek
hadden gediend, sloot de voorzitter de ver
gadering.
v
VOOR DEN ALKMAARSCHEN
KANTONRECHTER.
Strafzitting van Vrijdag 26 Mei-
ZILVEREN AMBTSJUBILEUM
VAN DEN KANTONRECHTER.
Hoewel de jubilaris zelf daaraan geen
ruchtbaarheid had gegeven, hadden de
vrienden en vereerders van mr. Bastert niet
vergeten, dat hij heden herdacht het heugelij
ke feit van zijn 25-jarig ambtsfeest als kan
tonrechter te Alkmaar, 'n functie, die deze
krasse zeventiger, hier en later ook nog te
Schagen nog met ongebroken vitaliteit en
ambitie waarneemt. Men had den jubilaris
dan ook een aangename verrassing bereid
bij zijn komst in het justitiepaleis. Zijn werk
en audiëntiekamer was feestelijk versierd met
kleurige bloemstukken en frisch groen en in
de rechtszaal, vóór de zitting voor kinder
zaken aanving, werd mr. Bastert hartelijk
ecomplimenteerd door den president van de
echtbank, den Politierechter en de rechters
in de meerv. strafkamer, de beide officieren
als vertegenwoordigers van het parket, de
ambtenaar bij het kantongerecht en den grif
fiers van de beide rechtbanken en de plaats
vervangende kantonrechters. Het behoeft
niet te worden gereleveerd, dat deze spon
tane hulde door den jubileerenden magistraat
ten zeerste werd gewaardeerd.
DE PADVINDERS IN DE BERGER
DUINEN GEHANDICAPT.
Nu de Bergerduinen van uit particulier be
zit zijn overgegaan aan de gemeente Bergen,
ondervinden de padvinders die daar steeds
ongestoord hun oefeningen hielden, moeilijk
heden, indien zij zich buiten de wegen en
voetpaden ophouden. Een 5-tal van de leiders
werden alzoo geverbaliseerd ter zake overtre
ding van artikel 461 en het was heden mr.
Bosscher, die voor deze jonge lieden een lans
brak, ten einde den kantonrechter te bewegen,
casu quo een zeer geringe straf toe te pas
sen. De ambtenaar was ook zeer welwillenc
gestemd, overtuigd als hij was dat deze
jeugdvereeniging allerminst gezind is tot
natuurschending terwijl ook de kantonrech
ter, hoewel er met nadruk op wijzende, dat
natuurbescherming I UE"> ""f lucl U1U°, I bedoelde maatregelen zijn genomen ter be-
het geheel be- z'ln wethouders en raadsleden niet bevoegd scherming van duinbeplanting en natuur-
,g J "U. en znn het zelf grondeigenaren of laten zij au
koop was een merel, liep daardoor
tegen de lantaarn.
leelijk
Als gegadigde voor den merel verscheen
ook een vermomde rijksveldwachter en ru
gevolgen laten zich denken. De heer R
stond heden terecht, beriep zich op ziin onh.'
bodtrid met de we, e„ meelde spSo™^
op, dat hij niet een lijster maar een merel
koop had aangeboden. De kantonrechter L.
echter beter bekend met de lijsterfamilie
of m-
koop had aangeboden. De kantonrechter
echter beter bekend met de
waaronder niet alleen de merel ui zwart
lijster, maar ook de zang- of grauwe lijsw
de kramsvogel, koperwiek en zelfs de naiW
gaal, roodborstje, bastaardnachtegaal
nog meerdere zangvogels behooren en mmÜÜ
de heer B. nederig erkennen, dat zijnT?
thologische studjën nogwel eenige
ling behoefden. De zaak had ten^iotte"^'
„happy end" aangezien de heer B
veroordeeld tot 5 boete of K
B.
DE VERRADERLIJKE5DRAN'K
mm AM A II
Een verlofhouder te Alkmaar, de heer a
H. was in het bezit gevonden van
voorraad alcoholhoudende dranken'" Mn*
troffen in de huiskamer welk vertrek 0®e"
binding stond met de verloflocalïtèit
in ver-
De
ng
heer N. trachtte voor die aanwezigheid
plausibele verklaring te vinden en werd lü1
sloten hieromtrent op 2 Juni den verhir
sant, hoofdagent Marbus te hooren
DE VRIJE WORSTMAKERIJ WORrvr
OOK LEELIJK BELEMMERD
De 62-jarige heer G. Th. G sla„
Alkmaar had metworst gefabriceerd wa«
dr. Mol een kwantum salpeter in aani™r
veel hooger dan het bij de wet geoord.
lend heer aan-
15 dagen w
dorpspo
ien. Voo
Z'J
door
litiek
oor het vast-
Bebouwing uit stedebouwkundig
en architectonisch oogpunt.
Ir. J. de Bie LeuvelingTjeenk,
architect te Amsterdam, bezag het onder
werp uit stedebouwkundig en architectonisch
oogpunt. Verdere vernietiging van natuur-
en landschapsschoon, aldus spr., dient te
worden voorkomen, omdat daarmee hooge
waarden voor de gemeenschap verloren zou
den gaan. Door vele openbare instanties
wordt dit nog niet voldoende beseft. Nood
zakelijk is, dat de regeering het vraagstuk
in zijn vollen omgang zoo spoedig mogelijk
onder de oogen ziet.
Een der voornaamste oorzaken van deze
vernietiging is de bebouwing, die voor het
overgroote deel zoowel stedebouwkundig als
architectonisch niet aan redelijke eischen
beantwoordt. Verbetering zal alleen dan in
voldoende mate worden bereikt, indien:
a. slechts daar mag worden gebouwd,
waar het. uit een oogpunt van algemeen,
maatschappelijk belang toelaatbaar is; b. de
bouw in handen van bevoegden komt.
In afwachting van nadere maatregelen
van de regeering is het dringend noodig,
dat: 1. alle gemeentebesturen zoo spoedig
mogelijk een plan in hoofdzaak, zooals de
gewijzigde woningwet aanduidt, door een
deskundige doen opstellen en dit vaststellen;
2. streekplannen zooveel mogelijk worden
bevorderd; 3. alle Provinciale besturen over
gaan tot bet instellen van een vaste commis
sie van advies inzake uitbreidingsplannen.
De onzekerheid, die bii het aomaken van
zich om redenen van
grondeigenaren beïnvloeden,
stellen van uitbreidingsplannen moet er een
instantie komen, die boven de gemeenten
staat, welke instantie zuiver kan oordeelen,
of het plan goed is of niet. Uitgeschakeld
moet daarbij worden het eigenbelang en de
kleine gemeentepolitiek. Thans verplicht
de wet gemeenten van 10.000 inwoners een
uitbreidingsplan te maken, doch spr. was
van oordeel, dat vaak kleine gemeente op
kruispunten van wegen meer behoefte heb
ben aan een uitbreidingsplan. In het Oosten
van het land, waar men zoo op den grond
kan bouwen, zet men thans aan fiets- en
voetpaden huisjes, zonder dat de gemeente
middelen heeft om dit te beletten.
Prof. v. d. Pluym was van oordeel, dat
de heer De Beaufort den buitenman zeer ge
ïdealiseerd had en hij waarschuwde er voor,
om in den vorm van waterschappen de be
slissing bij belanghebbenden te leggen, die
voor aesthetica weinig voelen. Wijzende op
de schilderijen, die in de vergaderzaal hin
gen van den polder Sehermeer, zeide spr.,
dat het juist de belanghebbenden zijn, die de
schoone molens afbreken.
Burgemeester Pont uit Hillegom was
eveneens van oordeel, dat in kleine gemeen
ten de raadsleden en wethouders totaal on
bevoegd zijn, om een uitbreidingsplan te be-
oordeelen; ook Gedeputeerde Staten leveren
het bewijs, dat zij zich bij het redelijk verzet
van burgemeesters tefeel op futiliteiten be
roepen en spr. was dan ook voor uitbreiding
van de bevoegdheid van burgemeesters, op
dat die in het algemeen belang kunnen in
grijpen.
De heer VanBilderbeek, Dordrecht,
oordeelde het noodzakelijk, dat ook iets ge
daan moet worden tegen de ontsiering van
de rivieroevers.
Mr. v a n T i'e n h o v e n (Natuurmo
numenten) deelde mede, dat overwogen
wordt in Zuidholland om de meren en plas
sen te beschermen door te bepalen, dat aan
de oevers van de plassen binnen 200 M
geen andere gebouwen mogen verrijzen, dar,
die noodig zijn voor den arbeid aan de
oevers verricht. Spr. oordeelde dit een stap
in de goede richting en drong erop aan om
te trachten, dat de ontwerp-natuurbescher-
mingswet weer uit de portefeuille te voor
schijn komt.
Baron van Fridagh, Schoorl, drong
aan op de uitgifte van een populair ge
schriftje ter voorlichting van plattelands
raadsleden.
Mr. Langeveld, Alkmaar, maakte
bezwaar tegen de uitbreiding van bevoegd
heden aan burgemeesters en wees erop, dat
er ook wel eens gegronde klachten komen
over burgemeesters, die geen begrip hebben
van nauurschoon.
Spr. zeide voorts niet tegen een monumen-
tenverordening te zijn, mits de betreffende
eigenaren schadeloos worden gesteld, het
geen hij overeenkomstig onze staatsinstel
ling oordeelde.
Mr. Westerman zeide, dat de ver
eeniging geen natuurbescherming zonder
schadeloosstelling wil, maar alleen wil voor
komen, dat schade wordt vergoed, waar
geen schade wordt geleden.
In zijn beantwoording betoogde de heer
de Bea u f o r t, in antwoord aan prof. v. d.
Pluym, dat hij slechts wenscht, dat de
streekbewoners geïntersseerd worden voor
een streekplan en slechts daarvoor had hij
de regeling van de waterschappen op het
oog. Het nut van de natuurschoonwet 1928
was zijns inziens reeds in de praktijk geble
ken. Spr. juichte het toe, dat de staat in den
vorm van da NatuiuschooniKfit het Q&rtjcu-
schoon van dit reservaat en de wandelaars
overigens absoluut niet worden belemmerd,
indien zij zich houden aan de voorschriften,
geneigd bleek met de omstandigheden reke
ning te willen houden. De vijf joi
A. J. v. d. K., H. B
N. en J.
B. H. v. d. B. niet verschenen, doch verte
genwoordigd door den hoofdleider mr. Bos
scher als gemachtigd, werden veroordeeld
ieder tot 1 boete of dag hechtenis. Getracht
zal worden het gemeentebestuur te bewegen,
speciaal voor de padvindersoefeningen, eeni
ge meerdere vrijheid toe te staan.
HET OUDORPER RIJWIELPAD
BRENGT TALRIJKE BOETE
KLANTJES AAN.
De 50-jarige koopman T. G. V., die zich
van een auto bediend, had op 2 Juli bet rij
wielpad langs de Breedelaan niet geëerbie
digd. Hij beweerde door noodzaak gedwon
gen te zijn, omdat hij moest uithalen voor
een tegenligger. Aanhouden teneinde den
verbalisant te raadplegen.
Evenzoo was het met den kruidenier J. D.
D. uit Alkmaar, die met zijn 3-wielige, hulp-
motorige bakfiets, ter voorkoming van hefti
ge schokken, die zijn diverse handelswaar
tot stampot dreigde te degradeeren, bet rij
wielpad had bereden. Bovendien was zijn
voertuig niet voorzien van twee onberispelij
ke remmen, die ook aan een hulpmotorbak-
fiets behooren te zijn aangebracht. Uitslag
2 x 4 boete of 2 x 4 dagen. Daar zullen
weer heel wat krenten voor moeten worden
afgewogen.
DE COURANT OP DE RECHTSTAFEL.
De tijden zijn voorbij dat de koopman op
de hoofdnoten van C groote terts melodieus
in Alkmaars straten liet weerklinken, sijsjes,
vinken en goudvisch! De zangvogels worden
thans krachtig beschermd en het is streng
verboden de vangst en den verkoop maar
ook de te koop aanbieding. De bedrijfsleider
Wouter B., wiens zulks onbekend was en
in de kolommen van het N. H. Datblad, uit
gegeven Woensdag 22 Maart j.1., heden als
stuk van overtuiging aanwezig bad gean
nonceerd dat bij hem benevens 4 graspar
kieten, een miniatuur schoothondje, ook te
maximum. De bejaarde beenhouwer
h€t nu te kwaad met het minisferS!
vleeschwarenbesluit en werd tot zijn pronlt
ontstemming veroordeeld tot 15 boet-nf
16 dagen. Toch mocht hij nog dolblij ziin dat
de ambtenaar de laatste lakens niet uitdeelt
want deze heftige tegenstander van al tè
kwistig gesalpeterde metworst, had 25
boete of 25 dagen gevraagd.
MEER OP DEN MOND VAN ZIIN
GIDS, DAN OP HET STUUR GELET
Een vischhandelaar uit Zaandam, Gerrit
K., in Alkmaar onbekend, werd zijn bok-
kumafnemer in de cabine tot gids verstrekt
De gids was echter zoo druk aan 't sprook.
jes vertellen, dat de chauffeur bij de vlucht-
heuvel Paternosterstraat van de kook ea
links van den weg raakte en het rijwiel van
een naast zijn karretje
reed. Vonnis 15 boete
3.60 voor fietsreparatie.
ZOO OUD EN NOG ZOO.
ONVOORZICHTIG!
Een 71-jarige melkverkooper te De Rijp,
de heer Klaas M. had zijn melkklantjes ont
haald op een op melk gelijkende vloeistof
maar verdund met 11 procent water, zooals
dokter Moll had gedecreteerd. De oude heer,
die niet voor de eerste maal met dit „water
en melkje" voor den dokter kwam, kreej
een leelijke uitbrander, alvorens hij tot 61
gulden boete of 60 dagen werd veroordeeld.
De eerste 600 kan, die hij omzet, is nu voor
het spaarvarken van financiën.
M WEINIG GEWAARDEERDE
COLLEGIALITEIT.
Op een bouwwerk te Noordscharwoudej
kreeg de bedrijfsleider een ongeval en moest;
hij worden uitgeschakeld. Daar spoed werd
geëischt, was dit voor den aannemer Com,
K. uit OudkaTspel een geweldige strop, doch
de werklieden toonden zich kameraadsaiap-
pelijk en waren bereid eenige uren over te
werken. Zoo kwam het dat zij op Dinsdag 22
April reeds 's morgens om half 6 aan de
klus waren, terwijl het wettelijk was verbo
den, voor 7 uur te beginnen. Proces-verbaal
werd opgemaakt en stond nu de aannemer te
recht. Werd echter met consideratie behan
deld en tot 6 X 1 boete of 6X1 dag
hechtenis veroordeeld.
HAD ZIJN HALVE TONG VERLOREN.
Een carrosseriebouwer uit Bergen, de neer
T W. reed op 17 Mei te Alkmaar met een
defecte richtingaanwijzer, wat bet alzim
oog van vader Hermandad niet ontging a
blijk van goeden wille kon hij echter P
gekocht nieuw apparaat vertoonen. 3 o
of 3 dagen hechtenis.
VERSCHIL VAN APPRECIATIE!
Alles rood, behalve z'n achierltimpje.
Een landbouwer om de Noord yan
de 41-jarige Cor Gl. uit Calantsoog, r
den avond van 18 Mei, van Lisse kom
op den Kennemerstraatweg met onve
letter en nummerbord en gedoofd rooa
terlampje. Hij werd veroordeeld tot J
of 3 dagen hechtenis, welk vonnis P
een uitwerking had als een roode lap P
stier. Ik vind het bar veel riep bij on
Bar weinig, vermeende de banton
Nee, bar veel en ik ga in hooger p
bulderde de veroordeelde rood van
waarop hij grommend en toeterend
uitscharrelde.
WIE EEN VINGER TE PAKKEN^
de deur
HEEFT, MOET NIET TRACHTEN D
rFl F HAND TE VEROVEREN-
GEHEELE HAND TE
De 18-jarige ijscohandelaar Antm
263. Want inplaats van heerlijk te sla
pen, zooals Jan verwacht had, hing hij
hulpeloos met zijn pooten door de ma-
264. Maar toen hij op den i8'
lachte hij niet meer, want bij 1 jeD
die maar o zoo'n klein eindje^
wluw (jje®'
zen van de hangmat en spartelde zielig, grond hingen, lagen tweeslanp 0tn.
net een vischje in een net. Arme Hob- lerlei pogingen in het werk s 0gjj
beitje. Toen Jan bekomen was van den Hobbeltje te bereiken, wat hun
schrik moest hij eigenlijk toch erg niet gelukte,
lachen.