Pinksterfeest l=gn ssttz ---jsfsSi r 3,J Doorzitten pUROt VOOR DE KLEINTJES "kTeur-~en knipplaat Stukloopen^- Zonnebrand Raadselhoekie oude nieuwe schaalschaal leerkracht t/m 32 t/m 34 2 leerkrachten bij 33 72 bij 35 75 3 leerkrachten bij 73 116 bij 76 130 4 leerkrachten bij 117 „160 bij 131 185 5 leerkrachten bij 161 210 bij 186 zJd 6 leerkrachten bij 211 260 bij 23o 7 leerkrachten bij 261 314 bij leerlingen. lcf.r'ff"; De nieuwe schaal is voor dea ^■openbare en bijzondere scholen voor g„„.0„ lïe, staande openbare en bijzondere scholenvoor stand als bovenlallig »°rd™ aa"8e' merkt. Dank ztj meergenoemde overgangs- bepaling bedraagt momenteel het aantal bo ventallige leerkrachten aan de openbare scholen nog niet meer, dan waarop gerekend Was Indien echter de nieuwe schaal op 1 januari 1933 reeds ten volle was toegepast geworden, dan zou daarvan het gevolg zijn geweest een verhooging van dat getal van 5 tot 9 of wel bijna een verdubbeling, waarbij no<* in het oog is te houden, dat bovendien de"wedden van een evenredig grooter aantal boventallige leerkrachten aan bijzondere scholen ten laste van de gemeente zouden ziin gekomen. De financieele toestand van de gemeente laat echter in geen geval ver meerdering van uitgaven voor boventallige leerkrachten toe. Naast deze wijziging van de leerlingen- schaal moet er bovendien rekening mede worden gehouden, dat dit jaar voor een klei ner getal leerlingen dan voorheen toelating tot de eerste klassen zal worden verzocht, waarbij nog komt, dat evenals verleden jaar ook nu slechts kinderen kunnen worden toe gelaten, geboren in een tijdvak van 9 maan den wegens verhooging van den toelatings leeftijd van 5'A tot 6 jaar in twee étappes. \X ij laten hier volgen een overzicht van het aantal leerlingen, voor wie tot elk der ver schillende scholen na de a.s. zomervacantie toelating wordt gevraagd; daarachter plaat sen wij tevens de aantallen leerlingen, die vermoedelijk niet van de eerste naar de twee de klassen zullen overgaan: A. Opleidingsscholen: Gemeenteschool nr. (Laat) 19 4 Gemeenteschool nr. 8 (Brillensteeg 20 2 Samen 39 6 B. Niet-opleidingsscholen: Gemeenteschool nr. 2 (Oudegracht) 6 Gemeenteschool nr. 3 (Koningsweg) 14 5 Gem.school nr. 6 (Snaarmanslaan) 16 Vondelschool 39 5 Rochdaleschool 21 4 Lindenschool 25 5 Samen 121 19 Vorengenoemde omstandigheden maken eene reorganisatie van het openbaar gewoon lager onderwijs noodzakelijk. Omtrent deze reorganisatie hebben wij verschillende ad viezen gevraagd, welke wij voor u ter inza gen zullen leggen. Na kennisneming van die adviezen hebben wij gemeend u het treffen van de volgende maatregelen in overweging te moeten geven. A. Opheffing van de Gemeente- uchool nr. 2 aan deOudegracht. Voor wat de niet-opleidingsscholen betreft zal naar het zich iaat aanzien met één schooi minder dan tot nu toe kunnen worden vol staan. De school, die naar onze meening in de eerste plaats voor opheffing in aanmer king kömt, is de Gemeenteschool nr. 2 aan de Oudegracht. Deze is gelegen tusschen drie andere scholen, n.1. de Vondelschool, de Rochdaleschool en de Gemeenteschool nr. 3 aan den Koningsweg. Voor de kinderen, die Gemeenteschool nr. 2 zouden gaan bezoe ken, zal voldoende plaats op andere scholen beschikbaar zijn. De nieuw te vormen eerste klassen van de niet-opleidingsscholen zullen vermoedelijk in totaal 140 leerlingen tellen Voor volgende jaren moet dit getal met 1/3 worden vermeerderd, maakt 180 a 190 leer lingen, waarvoor vijf scholen beschikbaar blijven. Ook voor de thans de school bezoe kende leerlingen is op andere scholen plaats beschikbaar. De school heeft thans reeds geen eerste klasse. De leerlingen van de tweede en derde (nieuwe derde en vierde) klassen kunnen worden verdeeld over de zelfde klassen van andere scholen. De vierde (nieuwe vijfde) klasse zal in haar geheel kunnen overgaan naar de Gemeenteschool ar. 3 aan den Koningsweg, welke school thans geen klasse voor het betreffende leer jaar heeft. Het aan deze school aanwezige hiaat verdwijnt dan. De vijfde (nieuwe zesde) klasse zal, indien uwe vergadering het be sluit neemt, hierna onder B genoemd, als Parallel-klasse kunnen worden verbonden aan de Vondelschool, voor welke school over '934, behoudens vacature, de oude leeringen- schaal van kracht blijft, in verband weerme- 9e het Rijk de wedden van alle leerkrachten Vergoedt. B. Oprichting van een school Voor centraal 7e (en 8e) leerjaar. De kans op het hebben van boventallige leerkrachten is aan een school met 6 leer krachten aanmerkelijk minder dan aan een school met 7 leerkrachten. Voor de laatste toch zijn gemiddeld 50 leerlingen meer ver- e'Scht dan voor de eerste De gestelde norm zou vrijwel nimmer worden bereikt, ook al door het verloop van leerlingen in het 7e (en ®c) leerjaar. Aan elk der scholen met 7 leer- kiachten zou ten minste één boventallige leerkracht zijn. Normaal zal kunnen worden gerekend op drie klassen voor het 7e (en 8e) leerjaar. Door deze in één schooi met 3 leer krachten samen te voegen, zijn alle leer krachten reeds verplicht, indien het gemid- oa v ®anta' leerlingen per klasse ten minste zo bedraagt en de school ten minste 76 leer- 'lngen telt, welk aantal vrijwel altijd zal werden bereikt of overschreden. Als bezwaar rig*e1 *oodanige school wordt aangevoerd, dat de leerlingen dan het gewoon lager on derwijs niet tot het einde toe kunnen volgen aan de school, die zij ook voorheen bezoch- f Dit bezwaar zou eerst dan overwegend ?i I n, wanneer alle scholen een 7e (en 8e) hadden. Dit is intusschen niet zoo. srh ,vor'£e jaar werden leerlingen van drie oien overgeplaatst naar andere scholen tha m?e overplaatsing heeft uiteraard, al- norhS aa"vankel'jk. geen gunstigen invloed. uwiiL0p ontJerwiis aan die leerlingen, e °P dezelfde school blijven, noch op dat aan de anderen. Beide groepen moeten zich eerst aanpassen. Er is dus reeds centra lisatie in drie klassen in drie scholen Verge leken bij den bestaanden toestand zal cen tralisatie dezer klassen in één school, naar het ons voorkomt, geen meerdere nadeelige gevolgen hebben en zelfs nuttig werken Bii overplaatsing was meestal de woonpiaats van den leerling beslissend ten aanzien van de nieuwe school en speelden dus bestem ming of meer of minder ontwikkeling geen rol. Wanneer alle leerlingen op één school worden geplaatst, kan bij de indeeling in klassen met beide laatste omstandig™ Doos 30 en 60, Tube 80 ct Bij Apoth. en Drogisten. wel rekening worden gehouden. Het leer plan kan naar behoefte worden samenge steld. Al of niet toewijzing van 7e klassen aan bepaalde scholen behoeft niet meer plaats te hebben, zoodat uit dien hoofde geen verschil tusschen de scholen meer zai kunnen bestaan en mitsdien geen bevoor rechting van de eene school boven de andere in de oogen van ouders en onderwijzers. De school zal, althans voorshands, kunnen worden gehuisvest in het gebouw van de te genwoordige Gemeenteschool nr. 2 aan de Oudegracht. Vorming van drie klassen zai aan de hand van de voorloopig door de hoof den van de scholen opgegeven aantallen leer lingen geen boventallige leerkrachten tot ge volg hebben. c. Vorming van zeven eerste klassen. Verdere beperknig van boventallig perso neel zou kunnen worden verkregen: of door opvoering van de aantallen leer lingen in de verschillende klassen; of door vermindering van het aantal leer krachten aan elke school. Voor een 6-klassige school met 6 leerkrach ten is vereischt een gemiddeld aantal van ten minste 236 leerlingen. Het tegenwoordige maximum van 40 leerlingen per klasse biedt geen voldoenden waarborg voor het hebben van alleen vellichte leerkrachten, omdat het getal 40 niet steeds in elke klasse zou worden bereikt. Het gewone aantal zou 42 a 43 moeten bedragen, wil men eenige zeker heid hebben, dat het totaal aantal leerlin gen voldoende blijft. Algeheele opvoering van de aantallen leerlingen in de verschil lende klassen tot 42 a 43 komt ons onge- wenschte voor en is ten deele zelfs niet moge lijk. Voor wat de niet-opleidingsscholen be treft, zouden dan enkele klassen aan nader aan te wijzen scholen komen te ontbreken, hetgeen wij met het oog op een goede school- formatie zoo eenigszins mogelijk willen ver mijden, terwijl overigens de daarmede ge paard gaande overplaatsing van leerlingen moeilijkheden zou opleveren. Uiteindelijk zou toch nog een school moeten worden instand gehouden voor opname van de leerlingen-, voor wie op de andere scholen geen plaats is. De lokalen in de opleidingsscholen bie den in het algemeen plaats voor niet meer dan 36 leerlingen. Vermindering van het aantal leerkrachten aan elke school zou moeten geschieden hetzij door de leerlingen van twee nader aan te wijzen klassen onder de leiding van één leer kracht te plaatsen, dan wel door de leerlin gen van een aan te wijzen klasse te doen plaats nemen ten deele bij de leerlingen van de aansluitende lagere- en ten deele bij die van de aansluitende hoogere klasse, waar door voor drie klassen twee leerkrachten vol doende zijn. Zoowel in het eene als in het andere geval zou het resultaat dus moeten zijn, dat aan de school één leerkracht min der verbonden is dan het aantal leerjaren be draagt. Laatstbedoelde combinatie is thans niet mogelijk. Voor zooveel de eerstbedoelde tot gevolg zou hebben, dat de twee klassen in twee lokalen geplaatst moeten blijven, meenen wij zoodanigen maatregel te moeten ontraden. Wanneer de twee klassen in één lokaal kunnen geplaatst worden, achten wij tegen combinatie geen overwegend bezwaar aanwezig, en zulks is thans slechts in één geval mogelijk. Niettegenstaande hgt kleine aantal leerlin gen, dat in totaal in het volgende schooljaar de eerste klassen zal bezoeken, meenen wij, mede op de hiervoor aangevoerde gronden, toch, dat zeven eerste klassen moeten worden gevormd. Wij houden er hierbij rekening mede, dat in volgende jaren de aantallen leerlingen weer grooter zullen zijn en het thans doen ontbreken van een eerste klasse aan één of meer scholen gedurende zes jaren een nadeeligen invloed zal veroorzaken. Ver der dient het volgende in het oog te worden gehouden. Samenvoeging van de voor het opleidings- onderwijs bestemde leerlingen in één klasse zou alleen dan mogelijk zijn, wanneer 9 leer lingen niet werden toegelaten. Aangezien thans in het bijzonder met betrekking tot deze scholen zoo eenigszins mogelijk elke maatregel, die tot ontevredenheid aanleiding kan geven, moet worden vermeden, zouden wij hiertoe niet willen overgaan en dus aan elke school een eerste klasse willen vormen. Het aantal boventallige leerkrachten ver meerdert daardoor niet en blijft aan elke school één. Voor wat de niet-opleidingsscholen betreft is vorming althans van vier eerste klassen, elk onder een eigen leerkracht, noodzakelijk. Echter zal eveneens met vier leerkrachten kunnen worden volstaan, wanneer aan elk der vijf scholen een eerste klasse wordt ge vormd en aan Genie iteschool nr. 6 de leer lingen van de klassen 1 en 2 onder leiding van één leerkracht worden geplaatst, waartoe de mogelijkheid aanwezig is. Wij geven aan laatstgenoemden maatregel de voorkeur bo ven het ontbreken van een klasse aan een school. Dit laatste zal dan aan geen der scholen meer het geval zijn. Door het treffen van de hiervoor genoemde voorzieningen vermeerdert het tegenwoordig aantal boventallige leerkrachten van vijf niet. Wanneer men in aanmerking neemt, dat de tegenwoordige organisatie krachtens de Pinkst'ren is het: feest van vreugde Van veel bloemen, zon en licht! ZeTs de kikkers trekken zie je 't? Een heel lachend, blij gezicht. Zullen wij hen op gaan zetten? Pak wak wak strooit bloemen rond En de and'ren zingen vroolijk, Open gaat hun breede mond. Allen zitten z'op een letter: Eén been achter en één voor. Stevig zijn die letterstoeltjes. Niemand zal er vallen hoor! Ak-wak, Bak-wak en vriend Chak-wak Vinden het een eenig spel En de kleine Dril, de jongste, Klapt van blijdschap. Zie je 't wel? Jullie weet van vroeger keeren, Hoe je met zoo n plaatje doet. Vlug begonnen! Toon je kunsten! Ga aan 't werk, secuur en goed. En als straks het kikkerrijtje Vroolijk voor de ramen staat, Moit je voor één ding maar zorgen: Dat je... ze niet kwaken laat! Want zoo'n kikkerlied klinkt bulten Op een zomeravond goed. Maar in huis is 't te rumoerig, Zorg dus, dat niet één het doet! C. E. DE DILLE HOGERWAARD. (Nadruk verboden). nieuwe leerlingenschaal negen boventallige leerkrachten zou hebben gegeven, is naar het ons voorkomt, reeds een belangrijke bezuini ging verkregen. Wij meenen thans geen ver dere beperkingen te moeten aanbrengen. Dit wil intusschen nog geenszins zeggen, dat wij nu het eindpunt bereikt achten. Indien ons in de toekomst nieuwe voorzieningen noodzake lijk voorkomen, zullen wij niet aarzelen daartoe met voorstellen te komen. Wij merken hierbij nog op, dat. behoudens vacature, in 1934 aan de Rochdaleschool en aan de Lindenschool de wedden van alle leerkrachten ten laste van het Rijk komen. In hetzelfde geval verkeert tot 1 Augustus 1934 ook de Vondelschool; daarna zullen aan deze school alle leerkrachten verplicht zijn. Be houdens onvoorziene omstandigheden zullen op 1 Augustus a.s. de wedden van drie leer krachten ten laste van de gemeente komen, nl. aan elk der Gemeentescholen nrs. 1, 3 en 8 één. Maximum aantal leerlingen per klasse. Gelijk wij hiervoor reeds mededeelden is het tegenwoordige maximium van 40 leerlin gen per klasse niet voldoende om zekerheid te hebben, dat aan een 6-klassige school met 6 leerkrachten deze allen verplicht zullen zijn. Hoewel wii U geen algemeene verhoo ging van de aantallen leerlingen in de ver schillende klassen in overweging geven, mee nen wij toch, dat het maximum moet worden verhoogd, teneinde de vereischte norm te kun nen bereiken aan scholen, waaraan zulks mo gelijk is zooals b.v. reeds met de Vondel school het geval is. Voor een gemiddelde van 42 k 43 leerlingen per klasse achten wij een maximum van 45 noodig. Wijziging toelatingsdatum niet- opleidingsscholen. In verschillende met betrekking tot voren genoemde reorganisatie uitgebrachte advie zen wordt gewezen op de wenschelijkheid om den toelatingsdatura voor de niet-opleidings scholen te stellen op 1 Mei of op 1 April, ten einde te bereiken, dat de teldatum voor de berekening der Rijksvergoeding van 16 Juni niet meer ongunstig is, welk feit wordt ver oorzaakt, doordat vele leerlingen in den loop van het schooljaar (op 1 April) naar de Am bachtsschool overgaan. Men verliest daarbij uit het oog, dat deze wijziging weer tot een ander nadeelig gevolg zal leiden, dat vooral van belang zal zijn voor de school voor het centraal 7e (en 8e) leerjaar. Immers dan zullen eveneens ver scheidene leerlingen in den loop van het schooljaar (1 Augustus of 1 September) de lagere school verlaten wegens overgang naar U. L. school, Huishoud- en Industrie school, Gymnasium, Rijks Hoogere Burger school, Handelsschool e.d. Na het doorïoo- pen van de 6e klasse zouden de betreffende leerlingen nog eenige maanden de gewone lagere school moeten blijven bezoeken. Men verkrijgt dan drie ongunstige teldata, nl. 16 September, 16 December en 16 Maart. Eerst wanneer laatstbedoeld aantal leerlingen min der dan 1/3 zou bedragen van dat, hetwelk naar de Ambachtsschool overgaat, is in deze van eenig voordeel sprake Uit een over de laatste vier jaren ingesteld onderzoek is ge bleken, dat het gemiddelde aanmerkelijk grooter dan 1/3 is. Uit dien hoofde verdient dan ook bestendiging van den bestaanden toestand aanbeveling. Personeelsvoorzieningen. Omtrent de personeelsvoorzieningen, die uit de te treffen maatregelen voortvloeien, zullen wij voor zooveel aangaat het onder wijzend personeel van bijstand U nog nadere voorstellen doen. Met betrekking tot het hoofd van de nfeuw op te richten school voor het centraal 7e (en 8e) leerjaar is echter een spoediger voorzie ning noodzakelijk, in de eerste plaats, omdat het hoofd zijn advies moet indienen voor de benoeming van de andere leerkrachten aan de school, en verder met het oog op de vele maatregelen, die nog moeten worden getrof fen om de school na de zomervacantie te kunnen openen. Ingeval van opheffing van Gemeente school nr. 2 komt het personeel aan die school, voor zoover geen ander emplooi aan wezig is, in aanmerking voor ontslag met aanspraak op wachtgeld. Aangezien wij het hoofd, den heer K. Bos, alleszins geschikt achten om als hoofd van 3e nieuwe school werkzaam te zijn, geven wij U in overwe ging hem van de eene naar de andere school over te plaatsen. De Inspecteur van het lager onderwijs in de inspectie Alkmaar stemt met deze overplaatsing in. Voor de uitvoering van meergemelde voor zieningen behoeven wij een extra-crediet. De hoegrootheid daarvan kunnen wij nu nog niet vaststellen. Voor zoover mogelijk zullen uiteraard meubilair en leermiddelen van de tot dusver bestaan hebbende 7e (en 8e) klas sen ten behoeve van de nieuwe school ge bruikt worden. Onder overlegging van het advies van de Commissie van bijstand voor het Onderwijs stellen wij Uwe Vergadering vóór te nemen het volgende besluit: I. a. met ingang van 1 Augustus 1933 op te heffen de Gemeenteschool nr. 2 aan de Oudegracht alhier; b. Burgemeester en Wethouders te mach tigen van de onder a genoemde school de leerlingen van de 2e en 3e (nieuw te vormen 3e en 4e) klassen te verdee- len over dezelfde klassen van andere scholen, de 4e (nieuw te vormen 5e) klasse over te plaatsen naar de Ge meenteschool nr. 3 aan den Konings weg, en de 5e (nieuw te vormen 6e) klasse als parallel-klasse te verbinden aan de Vondelschool; II. met ingang van 1 Augustus 1933 op te richten een school voor het centraal 7e (en 8e) leerjaar, te huisvesten in het ge bouw van de tegenwoordige Gemeente school nr. 2 aan de Oudegracht alhier; III. behoudens het verkriigen van goedkeu ring e. d. op de onder I en II genoemde besluiten, met ingang van 1 Augustus 1933 den heer K. Bos als hoofd over te plaatsen van de Gemeenteschool nr. 2 naar de school voor het centraal 7e (en 8eleerjaar; IV. Burgemeester en Wethouders te mach tigen gedurende het schooljaar 1933/'34 een klasse voor het eerste leerjaar te vor men aan elk der Gemeentescholen nrs. 1, 3, 6 en 8, de Vondelschool, de Rochdale school en de Lindenschool, en de klas sen voor het eerste en het tweede leerjaar aan de Gemeenteschool nr. 6 te plaatsen ondere de leiding van één leerkracht; V. het maximum aantal leerlingen, dat per klasse van de openbare scholen voor ge woon lager onderwijs mag worden toe gelaten, te bepalen op 45; VI. aan Burgemeester en Wethouders voor de uitvoering van de onder I, II en IV genoemde besluiten een blanco-cre- diet te verkenen, nader te regelen bij suppletoire begrooting. door C. E. DE LILLE HOGERWAARD. 't Is Pinksteren, dus: zomerfeastl Komt allen nu naar bulten! Daar hoor je toch de vogeltjes Zoo wondermooi wel fluiten?! Je ziet kijk maar eens in het rond! Een waren schat van bloemen. De bijtjes garen honing al, Hoor 't vlijtig volkje zoemen! Nu 't Pinkst'ren is, doet elk zijn best, Wil heel graag vreugd verspreiden En liefde ook die menig hart Kan goed doen en verblijden. M>t Pinksteren zij onze leus: Laat 't Zonnetje flink schijnen' Alleen maar buiten? Neen: in h tls Moet elke wolk verdwenen! (Nadruk verboden). Oplossingen der raadsels uit het vorige nummer. Voor grooteren. 1. M Muurbloem. uur Gouda u c b r i f t Muurbloem Zeeland klomp hek s m 2 Spiering. Spin, gier, ring, gips. 3 Speld, spelt. 4 Heeft Tante Margo U dat boek ge leend, Moeder? (goud) Hoe vaak Oom Henk op Ernst ge bromd heeft, het helpt geen zier. (koper). Hij gaat in geen geval naar Breda. (tin). Loop toch niet langs den rand van het plat, Inal platina en tin). Voor kleineren. 1. Een appelboom met zijn appels (eerst rose bloesems). 2. Rood, vonk; roodvonk. 3. Tegel, kegel, zegel, vlegel. 4. Zool Zonnebloem, vork hand Koen hoed a b d ij leus poes teen tram OM Or TE LOSSEN. Voor grooteren. 1. Mijn eerste is hard, mijn tweede en derde vormen samen hoogten en mijn geheel is een plaats in Noord-Brabant. 2. Som ben ik een staaltje. En soms een gedrocht, Het eerste komt voor, als Er iets wordt verkocht. Vergeefs in Zuid-Holland Word 'k nimmer gezocht! 3. Verborgen plaatsen in Europa Wacht even! Jullie rent maar door! Ze kwamen tegen twaalven met zwarte handen thuis. (3) Heeft de musch alle stukjes brood opgepikt? Heeft Bob onnoodige dingen ge kocht? 4. Welk geldstuk is een omgekeerde metalen haak? Voor kleineren. 1. Een lichaamsdeel, een hemellichaam en een voegwoord vormen samen een feest Welk? 2. Met P ben ik een jongensnaam, met r groei ik aan den kant van wa ter, met b ben ik een gewas en met n ben ik een woordje, dat dient om een ontkenning uit te drukkeD 3. Ik noem je een groente; 'k Ben deel van een pl&ut. Je vindt mij in tuinen, In bosschen en 't land. 4. Verborgen getallen. Had Pim veel fouten in zijn thema? Zij kon wegens ziekte thuis in de vacantie niet uitgaan. Kwaad riep de man, dat het nu uit moest zijn. Ik lach To uit, als ze zoo flauw ia.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 7