Alkmaarsche Courant.
SPRUTOL
Rondom de nieuwe binnenzee.
DE ROODE VULPENHOUDER
Booderfl vf/T en dertigste Jaargang.
DONDERDAG 15 JUNI
en
In één dag vijf provinciën bezocht
ontdekt, dat Nederland rijk is aan
natuurschoon en aan afwisselende
landschappen.
- WET EEN H A.B O.-CAR.
Zomer
sproeten
verdwijnen spoedig
door een pot
1933
No. 139
JladUmieuws
Vrijdag 16 JunL
Hilversum, 296 M. (8.—12.—4.—8en I
j VARA, 12.—4.— AVRO en de
VPRO van 8.11.uur). 8.Gramofoon-
platen. 10— VPRO-morgenwijding. 10.15
Reclamatie Ad. Bouwmeester. 10.30 Concert
door B. Bleekrode, viool en Joh. Jong, piano J
en gramofoonplaten. 11Kookpraatje door
P. J. Kers Jr. 11.30 Orgelspel Cor Steyn.
•12.— Gramofoonplaten. 12.30 Kovacs Lajos
en zijn orkest, m. m. v. B. Scholte, zang. 2.10 I
P J. Schenk: „Hoe houden wij onze snijbloe-1
men lang goed"? 2.30 Gramofoonpl. 3.
Declamatie door M. MeunierNachtegaal.
3 30 Gramofoonplaten. 5.Kinderuurtje. I
5.30 Orgelspel J. Jong. 6.Amsterdamsch
Salonorkest o.l.v. Kiekens. 6.40 Causerie over
(Troelstra door Dr. H. B. Wiardi Beekman.
7.— Vervolg orkestconcert. 8.— Cursus door I
Prof. B. Eerdmans. 8.30 Concert door M.
Orobio de Castro, cello en G. Bruyn Koch, j
?iano. 9.Cursus door Ds. J. R. Immink.
.30 Vervolg concert. 10.Vrijz. Godsd.
Persbureau 10.05 Vaz Dias. 10.15 Causerie
door P. Hendrix. 10.45 Gramofoonplaten.
21.Gramofoonmuziek.
Huizen, 1875 M. (Algemeen programma te
verzorgen door de KRO). 8 —9.15 en 10.
Gramofoonplaten. 11.30 Voor zieken en
ouden van dagen. 12.15 Trioconcert en gra
mofoonplaten. 2.Orgelconcert. 3 20 Zang
voordracht. 3.45 Declamatie. 4.Zangvoor
dracht. 4.15 Gramofoonplaten. 4.20 Decla
matie. 4.35 Gramofoonplaten. 4.45 Lezing.
6.15 Orkestconcert. 6.Causerie 6.15 Con
cert. 7.15 Lezing. 7.35 Gramofoonplaten
7 45 Causerie. 8.Radiotooneel. Ca. 9.15
Vaz Dias. 9.40 Declamatie. 10.Orkest
concert. 11.12.Gramofoonmuziek
Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding
10.50 Tijdsein en berichten. 11.0511.20
Lezing. 12.20 Orgelconcert H. Mason. 12.50
Ooggetuige-verslag van de Senior T.T.-
wedstrijden. 2.20 Voor de scholen. 3.20 Gra
mofoonplaten. 3.50 Concert. A. Read, bari
ton en Ch. Woodhouse's Strijkkwartet. 4.35
Northern Studio-orkest o.l.v. J. Bridge, m
m v. Z. Bock, piano. 5.35 Kinderuur." 6.20
Berichten. 6.50 Bach-liederen door G. Par
ker, bariton. 7.10, 7.25 en 7.50 Lezingen.
8.20 Inwijding van het nieuwe orgel in de
Concert-Hall van Broadcasting House door
Sir W. G. Alcock, Thalben-Ball en G. D
Cunningham m. m. v. het BBC-orkest o.l.v.
iM. O'Donnell. 9.20 Berichten en lezing.
9.55 „The Watched Pot" van Munro en Ch
Maude. Regie: Creswell. 11.3012.20
Dansmuziek door de Savoy Hotel Orpheatis.
Parijs „Radio-Paris", 1724 M. 8.05, 12.50
en 7.20 Gramofoonplaten. 9.05 Radiotooneel.
10.Gramofoonplaten.
Kalundborg, 1153 M. 12.20—2.20 Con
cert door Strijkorkest o.l.v. Andersen. 3.20
Concert door het Omroeporkest o.l.v. Grön-
dahl, m. m. v. zangsoliste. 8.20 L. Preil's
instrumentaal ensemble. 8.50 Declamatie.
9.Vervolg concert. 9.30 Zangrecital. 10.30
Dansmuziek door L. Preil's dansorkest.
11.05—11.50 Vervolg dansmuziek
Langenberg, 493 M. 7.30 Gramofoonpl.
12.20 Populair concert. 1.20 Concert o.l.v.
Wolf. 2.50 Gramofoonplaten. 4.50 Concert,
piano, viool, mezzo-sopraan en cello. 8.25
Gramofoonplaten. 8.50 „Der Strom", spel
van Halbe Regie: Kandner. 11.05—11.50
Concert o.l.v. Wolf.
Rome, 441 M. 9.05 Gramofoonplaten.
10.05 Radiotooneel. 10.35 Variété-program
ma.
Brussel, 338 en 508 M. 338 M.: 12.20
Gramofoonplaten. 1.30 Omroepkleinorkest
o.l.v. Leemans. 5.20 Omroeporkest o.l.v.
André. 6.50 Omroepkleinorkest o.l.v. Lee
mans. 8.20 Omroeporkest o.l.v. André. 9.25
Dito. 10.30 Gramofoonmuziek. 508 M
12.20 Omroepkleinorkest o.l.v. Leemans
1.30 Gramofoonplaten. 5.20 en 6.35 Gra
mofoonplaten. 7.05 Pianorecital door O.
Delvigne. 8.20 Radio-Symphonieorkest o.l.v.
Kumps, m. m. v. zangsoliste. 9.05 Lezing en
vervolg concert. 10.30 Gramofoonmuziek
Zeesen, 1635 M. 8.25 Populair concert uit
Baden-Baden o.l.v. K. Asmusz. 9.25 „U-Boot
116" van Karl Lerbs. 10.30 Berichten en te
zing. 11.05 Weerbericht. 11.2012.20 Con
cert uit Frankfurt o.l.v. Rosbaud.
GEMEENTELIJKE RADIO.
DISTRIBUTIE.
Vrijdag 16 Junf.
Lijn 1: Hilversum,
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Lond. Reg. 10.35—10.50, Daven
try 10.50—11.20, MJdl. Reg. 12.20—13.20,
Lond. Reg. 13.20—14.05, Midi. Reg. 14.05
—15.20 Daventry 15.20—24.—
Lijn 4: Langenberg 10.35—19.20, Luxem
burg 19.2024.—
Jeuilietoti
Geautoriseerde vertaling
naar 't Engelsch van Molly Thynne,
door A. W. v. E.v. R.
17
Met dezelfde kalme waardigheid, die zij
gedurende het geheele verhoor haa getoond,
keerde miss Allen naar haar plaats terug
Fayre, die scherp op haar lette, was ver
baasd over haar volmaakte houding, maar
toen zij zich een oogenblik liet gaan, was het
gemakkelijk te zien, dat-alleen de grootste
zelfbeheersching haar in staat had gesteld
het verhoor te ondergaan. Zij was niet jong
meer en de dood van haar zuster had haar
blijkbaar diep geschokt, maar daar hij mrs
Draycott gekend had, betwijfelde Fayre, of
er werkelijk genegenheid tusschen de 'twee
vrouwen kon hebben bestaan. Mrs. Draycott
die onbeduidend was en toch sluw op haar
manier, en die een geboren mannenjageres
was geweest, maar alleen op die mannen die
zij de moeite waard had geacht, had niets
femeen met miss Alten, die verrassend open-
artig was geweest in de beschrijving van
haar betrekkingen tot haar zuster. Zij had
volmondig toegestemd, dat zij niet in haar
vertrouwen was geweest, en hij vermoedde,
jjat zij in werkelijkheid niet van haar ge
houden had en nu zoo edelmoedig was, be
rouw te gevoelen over haar houding.
Nu werd dr. Gregg opgeroepen. Hij legde
zijn verklaring helder en rondborstig af,
Of je idee hebt, om met de H. A. B.
O. een tochtje rondom de voormalige Zuider
zee te maken!
Je neemt het aanbod aan, om even later
eens bij jezelven na te rekenen, hoeveel kilo
metertjes dat tochtje telt! En om tot de con
clusie te komen, dat je verscheidene uren in
de bus moet zitten. En werkelijk, je ziet tegen
zoo'n ritje een klein beetje op!
Maar als dan de Zondag is aangebroken
en je op een ongekend vroeg uur tenmin
ste voor schrijver dezes! het slaperige
hoofd in het koude water dompelt, als je een
paar diepe teugen heerlijk frigsche adem
„gedronken" hebt, als je na eenige kleine be
slommeringen in huis de deur sluit en langs
de nog stilte straten de H. A. B. O.-garage
bereikt, dan begin je toch zin in het tochtje
te krijgen. Je bent eens bij uitzondering
vroeg uit de veeren, merkt, dat het zoo 's och
tends toch maar wat fijn is en belooft je zelf,
dat je in 't vervolg den wekker minstens een
uur of twee eerder laat afloopen (al ben je
dat precies 24 uur later al weer vergeten!)
Ziezoo, de bus staat klaar, de chauffeur is
wakker en frisch als een hoentje, de
leider, de heer ten Bruggencate, heeft al eens
in zijn paperassen gesnuffeld en de eerste rei
zigers komen. Naar die laatste categorie ben
je bijzonder nieuwsgierig, want je moet een
langen dag met en onder elkaar doorbren
gen, en als je nu „gezellige lui" treft, loopt
het zaakje verder best af.
Wij zijn niet ongelukkig in dit opzicht.
Wij hebben een paar bekenden gezien, die er
garant voor staan, dat de dag niet stil en on
opgemerkt zal voorbij gaan, en wij hebben
anderen gezien, die reeds op het punt staan,
om te ontdooien.
Dan gaan we vertrekken. De bus is nieuw,
de zitplaatsen heerlijk en ruim en alles is
piek-fijn geregeld. In een matig tempo wordt
in de richting Langendijk gereden, waar een
paar nieuwe metgezellen worden binnenge
loodst, en dan gaat het in een dilegence-
gang naar Schagen.
Maar als wij niet sneller kunnen, ko
men wij in den loop van de volgende week
weer thuis merkt de leider op. Hij ont
dekt, dat de nieuwe wagen nog niet is „inge
reden" en nog is afgesteld op 35 a 40 K.M.
Dus wordt in Schagen even getelefoneerd om
een andere car en ondertusschen karren wi;
door naar het voormalige eiland Wieringen,
dat nu een heel gewoon stuk „vastland" ge
worden is. Wij hebben Noord-Holland voor
eenige uren vaarwel gezegd en feitelijk kan
onze tocht nu beginnen.
In Wieringen stappen wij over in de snel-
lère car en al heel gauw hebben wij de eerste
rij der uitwaterende sluizen in 't oog. Zij
worden even vluchtig genomen en dan toe
ren wij over den afsluitdijk naar Zürich,
d. w. z. naar het Friesche dorpje van dien
naam. De dijk zelf is nog steeds als een jaar
geleden; misschien is er wat meer groen te
zien, maar de breedte en de lengte zijn onver
anderlijk gebleven. Wel valt het op, dat
Friesche en Groningsche wagens, w.o. zeer
vele autobussen, in cle richting Noord-Hol
land ons passeeren. Wellicht, dat Bergen en
Alkmaar een bezoek zouden krijgen. En dan
merk je opeens, dat door den Zuiderzeedijk
de Noordelijke provinciën heel wat dichter
bij Noord-Holland gekomen zijn! Wat niet
anders dan voordeelig kan zijn voor de di
verse V. V. V.'s en gemeenten!
In Friesland.
Wij zijn den afsluitdijk overgerold en
hebben de binnenzee, door velen IJsselmeer,
door anderen Flevo-meer genoemd, in zoeten
rust gezien. Hier en daar dobberde een
scheepje, hier en daar lagen stukken grond
bloot, wat met een Noora-Oostenwind meer
malen het geval is. Wij hebben in de verte
de Friesche Zuiderzeedorpjes en stadjes zien
doch met een verlegenheid, die bijna norsch-
heid genoemd kon worden. Fayre kreeg den
indruk, dat hij of schuw of uit zijn humeur
was, misschien wel allebei. Hij gaf als zijn
meening te kennen, dat de overledene bij
zijn onderzoek ongeveer vier uur dood kon
zijn geweest. Toen hem gevraagd werd, of
zij zij zich de wond zelf had kunnen toe
brengen, zeide hij, dat zooiets practisch on
mogelijk was, zelfs voor iemand, die linksch,
was, daar het schot op armslengte was afge
vuurd en dit zoo mogelijk was, dat men het
buiten beschouwing kon laten. In antwoord
op een vraag van den lijkschouwer bevestig
de hij, dat de dood onmiddellijk moest zijn
ingetreden en dat, in geval van zelfmoord,
het wapen ongetwijfeld onder de tafel of op
den grond naast den stoel zou zijn gevallen.
Hij gaf zijn antwoorden met tegenzin, alsof
hij het betreurde, in de zaak te zijn gemoeid.
Zijn getuigenis werd bevestigd door den ser
geant, die uit Carlisle was opgeroepen.
Er kwam eenige beweging in de ^al-
toen John Leslie vooruit stapte. Kean had
hem in de weinige oogenblikken, die hij be
schikbaar had gehad, goed ingelicht, en hij
legde zijn getuigenis met een heldere, duide-
lijke stem af, zich tot de naakte feiten bepa
lend. Hij beschreef zijn terugkomst op de
hoeve en het vinden van het lijk en gaf uit
drukkelijk te kennen, dat hij mrs Draycott
nooit had ontmoet en er geen idee van hac
gehad, wie zij was, voordat Gunnet haar her
kend had. Toen hem rekenschap werd ge
vraagd van zijn doen en laten, zeide hij, dat
hij van vijf tot iets voor acht uur had ge
wandeld.
„Dan rest er een zeker tijdsverloop, waar
van u geen verklaring hebt gegeven. Waar
Bij alle drogisten.
liggen, terwijl wij het idee kregen, dat ze
even boven het water zweefden en nu staan
wij dan op ouden Frieschen grond. Daar
zijn ze, de uitgestrekte weilanden! Daar zijn
ze, de smalte wegen! Daar zijn ze, de talloo-
ze dorpjes! En nu merken we reeds het ver
schil tusschen Noord-Holland en Friesland:
de bouw der boerderijen wijkt af. Wij ont
dekken nog wat: als er drie vier huizen niet
al te ver van elkaar af staan, heeft men een
dorp met een naam, dien je eerst twee keer
moet lezen, voordat je hem uitspreekt!
Koeien grazen bij vete tientallen in de
weiden. De bevolking merk je niet. 't Is Zon
dag en dan zijn de Friesche dorpen stil, heel
erg stil. Dan is zelfs Sneek, waar wij even
pauzeeren, stil. De groote gelagkamer van
het stationskoffiehuis is teeg, totaal teeg.
Slechts een Friesche jongedame met lichtelijk
blozende konen en licht-blond haar, staat bij
het buffet in gezelschap van een jongmensch,
dat zich weldra ontpopt als piccolo, kelïner,
ober en buffetchef. Wij nemen koffie, maken
kennis met de drabbelkoeken, die wij heele-
maal niet lekker vinden, en verdwijnen dan
maar gauw weer, om even later een oud,
schilderachtig poortje te bewonderen.
Dan gaat het op Heerenveen aan, via
Joure. Ha! daar merken wij, dat wij in een
echten Frieschen hoek zijn! Wij zien de witte
zeilen der bootjes op de Friesche meren. De
watersport viert hoogtij! En nu merken wij
ook, dat niet geheel Friesland des Zondags
in diepen rust is. In deze meer-rijke streek
is teven en vertier, is gezonde jolijt. Hier
leeft en geniet men.
Het Friesche Haagje, oftewel Heerenveen,
is mooi, is zeer mooi zelf. Wij zien de schit
terende omgeving met het prachtige Oranje
woud en wij komen tot de ontdekking, dat
Friesland bij lange na niet van natuurschoon
ontbloot is en dat de Friezen dit schoon we
ten te waardeeren. En meteen merken wij,
dat wij niet de eenige Noord-Hollanders zijn,
die Friesland veroveren. Andere G-wagens
rijden ons voorbij of passeeren wij.
Door den kop van Overijsel!
Dan gaan we naar Steenwijk, het eerste
Overijselsche stadje, waar wij halt houden.
Wij hebben honger en dorst gekregen en
onze leider weet een uitstekend restaurant.
Het eten smaakt ons dubbel lekker, nu het
opgediend wordt door frissche gezonde ka
merkatjes van om en bij de twintig lentes
Als wij onzen honger gestild hebben en
onze beenen weer eens flink bewogen hebben,
klimmen wij weer in de car, om precies 10
minuten later voor een hunebed stil te staan.
Sommigen probeeren de steentjes op te til
len, wat niet gelukt, anderen klauteren boven
op het „bed", wat wel gelukt. Er wordt ge
kiekt, er wordt eventjes (bij uitzondering!)
gezongen; er wordt wat vroeg-bloeiende dop
heide geplukt en dan stappen wij maar weer
in, om even voorbij Staphorst opnieuw te
stoppen!
Welk een verandering weer. De huizen
bouw wijkt hier wel in alle opzichten af van
die in onze eigen omgeving en de kleeder-
drachtMaar ieder heeft wel eens een
Staphorster boer of boerin op eau plaat j
gezien en weet dus zoo ongeveer, hoe die
menschen er uit zien. Toch, bij eigen aan
schouwing, merk je Veel meer op.
I Typische boerderijen toch. Ze zijn allemaal
precies eender, tot zelfs in de kleur. En in
wendig Want natuurlijk, wij hebben
zoo'n echte boerderij ook van binnen bewon
derd. De eenvoudige menschen hadden heele-
maal geen bezwaar, om een gezelschap om
zich been te hebben in de keuken, die tege
lijkertijd woonkamer, rooksalon, conver
satiezaal en slaapkamer is! De kachel brandt
lekker (en blijft branden, ook in de honds
dagen!), de vloer (liefst van steentjes) is netjes
geveegd, de muren van witte kalk zijn ver
sierd met aardige tegeltjes, de schouw is
groot en laat gelegenheid tot uitstallen van
mooie borden van aardewerk; kortom, er is
in zoo'n huis heel wat te kijken. Alleen, als je
ziet. waar de menschen slapen, hoe daar in
zoo'n bedstee nimmer, m^ar dan ook nimmer,
een zuchtje frissche lucht of een microscopisch
klein kiertje zonneschijn komt, dan ril je
even en verlang je naar buiten.
Het landschap wisselt sterk. Pas hebben
wij de sensatie van Staphorst beleefd, of wij
zien'de sluizen in de Drentsche Hoofdvaart;
welk een verschil in verval! En dan passeeren
wij de Overijselsche Vecht, die 's zomers zoo
gezellig smal en 's winters zoo angstig breed
kan zijn. Dan doemt in de verte de Peperbus
op en weldTa zitten wij midden in de hoofd
stad van Overijsel. waar al weer even gepau
zeerd wordt, om de dorstige keel terwille te
zijn.
De Velnwe veroverd.
Pas zijn wij uit Zwolle of wij passeeren de
nieuwe Katerbrug over den IJsel en zwenken
dan onmiddellijk naar links af in de richting
Hattum en Apeldoorn.
En opnieuw komen wij tof de ontdekking,
dat ons kleine landje een enorme afwisseling
in landschap, natuurschoon en bouwtrant
bezit. Terwijl links van ons de uiterwaarden
van de IJsel nog even zichtbaar zijn, zien wij
rechts het heuvelachtige gebied der Veluwe
met zijn donkere bosschen van naaldhout.
Maar dichterbij ontdekt men kasteeltjes, die
er oud uitzien en die het liefst midden in
uitgestrekte tuinen of plantsoenen staan.
Steeds ontdekken wij weer wat anders, tot
dat het Loo natuurlijk alter aandacht trekt.
Door de bocmen heen glinsteren de witte
muren van het zomerverblijf van onze lands
vrouwe en in de verte zien wij de stad Apel
doorn liggen. Wij rijden de stad voorbij en
zullen ze straks op de belvédère nader be
kijken Want als wij den fraaien weg dwars
over de Veluwe naar Amersfoort een eind-
weegs hebben afgelegd, staan wij plotseling
stil voor een zomer-uitspanning met dool
hof, lachspiegels en uitkijktoren. De laatste
is de grootste aantrekkingskracht. Want hoe
gezellig de terrassen ook zijn, hoe vroolijk de
muziek ook klinkt, hoe rustig „Grootmoe ligt
te slapen, terwijl Roodkapje en dc Wolf in
de nabijheid zijn", hoe verrassend ook de
doolhof is, de uitkijktoren is een klim meer
dan waard. Een oriënteertafel maakt het vin
den van de steden en dorpen gemakkelijk. En
zoo zien wij Deventer en Apeldoorn in het
Oosten liggen. In het Westen staan kaars
recht de radiomasten van Kootwijk en verder
zien we tal van grootere en kleinere dorpen.
En wij ontdekte terzelfder tijd, hoe dicht, hoe
intens dicht beboscht d-e Veluwe wel is. Kort
om, een schitterend panorama, dat een genot
op zich zelf is!
De tijd vliegt en weer hernemen wij onze
zitplaatsen. Het kamp van Milligen laten wij
rustig liggen, Amersfoort nemen wij „en
passant" even mee en dan zitten wij dus in
de vijfde provincie van ons land: Utrecht!
Amersfoort en omgeving roepen herinne
ringen uit onzen diensttijd wakker en vooral
als wij de bosschen nabij de Vlasakkers zien
en even later de omgeving van de renbaan
dan
Maar voort gaat het weer, nu langs den
nieuwen weg door het Gooi naar Amster
dam. Je merkt, dat deze streek dichter bevolkt
is, want overal passeer je groepen fietsers en
rijen auto's, 't Lijkt wel, of iedereen de stad
ontvlucht is.
Eindelijk komen wij in Amsterdam; einde
lijk (maar al weer „iets" later!) denderen wij
door Haarlem en tenslotte bereiken wij onze
oude kaasstad weer.
De H. A. B O. bracht ons door vijf pro
vinciën op een zeer vlotte manier. De H.A.B.O
gaf ons gelegenheid, om te ontdekken, hoe
sterk varieerend Nederland wel is. De
H. A. B. O. leerde ons, dat het heusch niet
noodig is, om in de vacantie naar het buiten
land te gaan.
De tocht, waar wij een beetje tegenop
zagen, slaagde schitterend. En wij hebben
geen seconde spijt gehad, dat wij het aanbod
aannamen. Een prettige autocar, een gerouti
neerde leider, een zekere chauffeur en een
gezelschap, dat zich volkomen bij elkaar aan
paste, dat niet bang was voor een auto, niet
bang was voor vermoeienissen, niet bang
was om te zingen, maar dat een onvergete
lijken tocht gemaakt heeft. W.
ging u heen, toen u de boerderij verliet?"
vroeg de lijkschouwer.
„Ik liep naar het Galstonboschje. Ik had
daar om half vijf een afspraak."
„Hield u zich aan die afspraak?"
„Ja, en ik ging daar om vijf uur weer van
daan en liep recht door de velden in de rich
ting van Besley. Toen ik bijna in het gezicht
van het dorp was, keerde ik om en maakte
een grooten omweg, en kw^m van den Whit-
burykant op de boerderij terug."
„Bent u geen enkele herberg binnenge
gaan of hebt u niemand gesproken geduren
de uw wandeling?"
„Neen. Ik was feitelijk al dien tijd in het
veld. Ik zag bijna geen levende ziel. Het be
gon al voor zessen donker te worden en het
was pikdonker, toen ik thuis kwam."
„Als ik het wel heb, hebt u dus niemand
gesproken, behalve de persoon, met wien u
die afspraak hadt?"
„Niemand."
„Wie was die persoon, mr. Leslie?"
„Lady Cynthia Bejl".
Leslie sprak met zichtbaren tegenzin en er
ontstond eenig rumoer, toen het publiek zich
schaapachtig omkeerde, om naar Cynthia te
kijken.
„En u ging om vijf uur weg?"
„Omstreeks dien tijd".
„Waarom keerde u niet naar de boerderij
terug, toen u dat kreupelboschje verliet?"
„Ik had den heelen dag gewerkt en had be
hoefte aan beweging."
„Het werk op een boerderij is vrij zwaar,
mr. Leslie, zelfs in dezen tijd van het jaar.
Volgens uw verklaring moet u een goede
twaalf mijl hebben afgelegd tusschen vijf en
acht uur. fciadt u geen andere reden voor het
maken van zoo'n grooten tocht?"
Leslie's oogen flikkerden en het scheen
een oogenblik, alsof Kean's raadgevingen in
den wind zouden worden geslagen; toen
beheerschte hij zich met moeite.
„Ik was uit mijn humeur, en wilde dat
weg wandelen."
„Wat was er gebeurd, waardoor u ver
stoord was?"
„Ik had verschil van meening gehad met
lady Cynthia. Wij zouden samen zijn gaan
wandelen, maar hierdoor gingen wij bijna
dadelijk weer van elkaar. Ik denk, dat de
wandeling mij nu eenmaal in het hoofd zat.
dus toen ging ik er in mijn eentje op uit en
probeerde mijn boos humeur er uit te loopen
„Naar ik meen, bent u verloofd met lady
Cynthia?"
„Ja".
„Was het verschil van meening, waarvan
u sprak, het gevolg van attenties, die u aan
een andere dame hadt bewezen? Mrs. Dray
cott bijvoorbeeld?"
Leslie staarde zijn ondervrager verbluft
aan, een donker rood overtoog langzaam
zijn gelaat.
„Groote God, neen!" riep hij uit.
„U zei, dat u uw boosheid probeerde weg
te wandelen. Was die boosheid tegen iemand
in het bijzonder gericht?"
„Ik was eerst boos op lady Cynthia, zoo
als men boos is op iemand, met wien men
verschil van meening heeft gehad. Maar
daarna was ik hoofdzakelijk boos op mijzelf
omdat ik zoo dom was geweest te twisten".
„Was er geen derde persoon betrokken bij
uw twist of in uw latere gedachten?"
„Natuurlijk niet. Wie zou er geweest kun
pen zijn2"_
Qememiecadm
WINKEL.
De raad dezer gemeente vergaderde op
Dinsdag 13 Juni 1933. Tegenwoordig alle
leden met uitzondering van den heer G
Kamp. De voorzitter opende de vergadering.
De notulen van de vergadering van 16
Mei 1933 werden goedgekeurd.
Mededeelingen.
Door den heer J. Slooten, onderwijzer aan
de Openbare Lagere school te Winkel, thans
in militairen dienst, is medegedeeld dat het
hem mogelijk geweest is, door ruiling met
'n anderen dienstplichtige, zijn eerste dienst
verband te bekorten tot 554 maand en heeft
verzocht zijn verlof, dat aanvankelijk was
verleend tot 31 December 1933, te doen ein
digen op 15 Juli 1933.
Aan dit verzoek is door B. en W. vol
daan.
Door den minister is in het tekort op de
exploitatie van 8 woningen, gebouwd met
rijksvoorschot (woningbouw) een bijdrage uit
's Rijks kas toegekend van 1149.76, voor
het jaar 1932.
Door de minister is in de jaarwedde van
het Agentschap der Arbeidsbemiddeling een
bijdrage uit 's Rijks kas verleend van 30
over het jaar 1932,
In verband met het door het Hoogheem
raadschap Noordhollands Noorderkwartier
voorgenomen werk aan den Westfrieschen-
dijk bij de Boerensluis te Lutjewinkel, waar.
aan door de gemeente een bijdrage zal wor
den verleend van 25 %teneinde dit werk te
kunnen gebruiken als werkverruiming voor
eigen werkloozen, is door Ged. Staten dezer
Provincie in de door de gemeente bij te dra
gen kosten een subsidie van 50 toege
zegd.
Ingekomen stukken
Een besluit van Ged. Staten van 10 Mei
1933 no. 142, waarbij is goedgekeurd het
besluit van den raad van 7 April 1933, tot
het beleggen van overtollig kasgeld bij de
N V. Nederlandsche Middenstandsbank.
Een besluit van Ged. Staten van 31 Mei
j.1. no. 91, houdende goedkeuring der be
grooting dezer gemeente voor den dienst
1933.
I B. en W. stelden voor deze stukken voor
kennisgeving aan te nemen. Aldus besloten.
Ingekomen is een verzoek van de gymna
stiekvereniging „Sparta" om bij de herden-'
king van haar 50-jarig bestaan, bij welke ge
legenheid op 15 en 16 Juli a.s. gymnastiek*
feesten worden georganiseerd, met de bestu
ren der deelnemende vereeniging ten raad-
huize te worden ontvangen en voorts om een
prijs beschikbaar te stellen.
B. en W. stelden voor op het verzoek
gupnstig te beschikken.
Aldus besloten.
Eenige ingekomen verslagen werden tet
inzage gelegd
Benoeming gemachtigde voor de verkie
zing van Hoofd-ingelanden van het Hoog
heemraadschap.
Voor de in den loop van dit jaar te houden
verkiezing van Hoofdingelanden en plaats
vervangende Hoofdingelanden voor het
Hoogheemraadschap Noordhollands Noor
derkwartier, zal een gemachtigde moeten
worden aangewezen, om namens de gemeen
te aan een eventueele stemming deel te nemen
B. en W. stelden voor daarvoor weder te
benoemen den burgemeester.
Aldus besloten.
Vernietiging Raadsbesluit van 1 Novem
ber 1932, inzake verleenen van bijdrage in
gevolge artikel 13 der Lager-Onaerwijswet
1920.
Bij besluit van Ged. Staten is het besluit
van den raad dezer gemeente, waarbij op
een verzoek van de heeren W. Klaver en P.
Floris te Winkel, om bijdrage in de vervoer
kosten van kinderen van genoemde verzoe
kers naar de R.K. school in 't Veld, ge
meente Nieuwe Niedorp, ingevolge artikel
13 der Lager-Onderwijswet 1920, afwijzend
werd beschikt, vernietigd en opgedragen als
nog in deze vervoerkosten bij te dragen,
respectievelijk voor adressant Klaver 60 en
voor adressant Floris 50 per teerling en
per schooljaar, te rekenen echter vanaf den
datum waarop het verzoek inkwam en der
halve voor het schooljaar 1932/1933 vanaf
17 October 1932—1 Mei 1933.
Tegen deze beslissing is beroep mogelijk.
B. en W. stelden voor geen beroep tegen
deze beslissing in te stellen en tot betaling
over te gaan.
De heer Brugman zeide met het voorstel
van B. en W. te zijn medegegaan, omdat van
„U weet zeker, dat u niet naar de boerderij
terug ging, nadat u lady Cynthia hadt ver
laten, om u aan een afspraak te houden,
die u met de overledene hadt?"
Fayre hoorde Kean scherp tusschen de tan
den sissen en daarna fluisteren: „Dan heb
ben zij toch iets achtergehouden."
Na de eerste verbazing werd Leslie rood
van toorn, toen hij de volte beteekenis van
die verdachtemaking besefte
„Natuurlijk niet", zei hij kortaf. „Ik heb u
toch gezegd, dat ik mrs. Draycott niet ken
de?"
„U weet dus zeker, dat u mrs. Draycott
dien avond niet ontmoette?"
„Ik had mrs. Draycott nog nooit in mijn
teven gezien, toen ik haar lijk op de boerderij
vond"
„Dank u, mr. Leslie. Sergeant Brace!"
Sergeant Brace verscheen. Hij stond
kaarsrecht en zag er zeer krijgshaftig uit in
zijn uniform.
„Naar ik meen, hebt u den dag na den
moord huiszoeking gedaan bij mr. Leslie?"
„Den 24en Maart ging ik in gezelschap
van agent Collins naar de hoeve en door
zocht grondig het geheele huis en erf. In een
lade in mr. Leslie's slaapkamer vond ik een
Webley dienstrevolver, waarvan één kamer
leeg was. De andere waren gevuld, en het
wapen was niet schoongemaakt, sinds het
den laatsten keer gebruikt was."
„Hebt u den kogel, waarmee mrs. Dray
cott gedood werd?"
Brace strekte de hand uit en liet een kogel
zien, die in zijn handpalm lag.
Wj)rdt wyolg&s