De nationalistische beweging in Indië.
DE AVONTUREN VAN WO-WANG EN SIMMY
£cwd= en Jmim&ouw
JSituwdand.
Koloniën.
De regesring tegen de personen die zich keeren
tegen de belangen van staat en onderdanen.
Ir. Soekarno gearresteerd.
Karei V tot stadhouder over Holland en Zee
land, en in 1343 ook over Gelderland aan
gesteld. Dat Karei V Renés erfgenaam in
zijn gunst opnam, zal dus ook wel een ge
volg zijn geweest van het feit, dat Willem
prins van Orange geworden was en opvol
ger van Karei's gunsteling.
Toen René van Nassau zijn oom opvolgde
als prins van Orange, was deze beschikking
niet zoo maar goedgekeurd.
Gedurende twe eeeuwen is er sedert IdjU
geprocedeerd door eenige families, waaron
der de Conti, omdat zij meenden recht te heb-
ben op het prinsdom Orange. Om politieke
reden heeft Louis XIV later de rechten der
Conti's erkend, en in 1913 schijnt er nog een
markies de Mailly zich prince d'Orange te
hebben genoemd. Maar officieel zijn toch
Willem ae Zwijger en zijn nakomelingen d e
prinsen van Orange bij uitstek gebleven, en
zelfs nadat op 29 Mei 1731 Orange bi] het
Fransche koninkrijk werd ingelijfd, behielden
de afstammelingen van Johan Willem Friso
(de rechtstreesche nakomelingen immers van
Willem den Zwijger waren door het kinder
loos overlijden van Willem III in 1702 uitge
storven) het recht om den titel en de wapen
spreuk van Orange te blijven voeren; de
laatste is nu echter geworden tot: Je main-
tiendrai.
Willem de Zwijger is nooit in Orange ge
weest, en alleen zijn oudste zoon Philips Wil
lem en zijn jongste Frederik Hendrik hebben
Orange werkelijk gezien. Bij Frederik Hen
drik was het niet veel meer dan „zien", toen
hij in 1619 door Maurits korten tijd daar
heen werd gezonden, om zijn neef Emmanuel
van Portugal daar als gouverneur te instal-
leeren. Philips Willem was de eigenlijke op
volger van zijn vader in 1584, als Prins van
Orange. Maar, zooals men weet, was hij als
jongen van elf jaar, toen Willem I naar Wil-
lenburg moest vluchten, in het geheim naar
Spanje gebracht, waar men hem in het R.K.
geloof opvoedde en eigenlijk steeds als gijze
laar vasthield. Eerst in 1596 werd hij vrijge
laten, omdat men in Spanje hoopte, dat Mau
rits en zijn broeder elkaar zouden gaan be
strijden. Maurits was tot nu toe regent ge
weest over Orange, maar er was geen sprake
van oneen igheid tusschen de beide broeders.
Er verliepen nog jaren van moeilijkheden
voordat Philips Willem rustig in het bezit
van zijn prinsdom kwam. Toen heeft hij van
1606 tot aan zijn dood in 1618 een voor
Orange heerlijk rustig en verstandig be
stuur gevoerd.
Het is typisch, dat Willem de Zwijger, die
oorspronkelijk Luthersch werd opgevoed, na
dat hij prins van Orange geworden was, da
delijk tot het Roomsche geloof moest over
gaan. En toen zijn oudste zoon hem opvolg
de, was het juist voor den koning van Frank
rijk, zoowel als voor de inwoners van Oran
ge een groot bezwaar, dien in Spanje streng
Katholiek opgevoeden prins te erkennen.
Orange was langzamerhand geheel onder
den invloed der Hugenoten gekomen. Maar
Philips Willem toonde, dat hij een goed zoon
was van zijn ruimdenkenden, verdraagzamen
vader. Hij heeft niOrange nooit het eene ge
loof boven het andere gesteld en is misschien
wel als de beste bestuurder van Orange te
beschouwen. Onder hem heeft het prinsdom
tenminste vrede en voorspoed gekend; na
hem kwamen er weer tijden van onrust,
vooral ook onder de burgers der stad zelf,
meestal om godsdienstige redenen.
Het zou nu wel mogelijk zijn. nog in fi
nesses verder te vertellen over de geschiede
nis van Orange, maar ik vrees, dat mijn brief
dan te lang wordt. Een volgende brief zal u,
vóórdat ik de voorstellingen in het theater
beschrijf, een en ander meedeelen over de ge
schiedenis van het theater en den Are de
Triomphe, waardoor Zondagmiddag 30 Juli
een cavalcade, met Philips Willem aan het
hoofd, Orange zal binnentrekken.
Ir. Soekarno is gisternacht gearresteerd.
Zeer waarschijnlijk zal hij worden geïnter
neerd. Het vergaderrecht van de Partai In-
donesia en de Pendidikan Nasional Indo-
nesia is beperkt, aldus seint Aneta aan het
Hbld. uit Batavia.
Genoemd blad teekent hierbij aan:
Ir. Soekarno was de leider van de Perseri-
katan Nasional Indonesia, de P. N. I-,
tegen welke in hoofdzaak de razzia van
justitie en politie van einde 1929 was ge
richt.
Genoemde organisatie kon eerst met de
massa in contact komen na de ineenstorting
van het communisme en in April 1927 werd
onder leiding van Soekarno besloten tot in
stelling van een comité voor voorbereiding
voor de oprichting van een revolutionnair-
nationalistische volkspartij. Die laatste
kwam op 4 Juli 1927 te Bandoeng tot stand
als de P.N.I. De geschiedenis dezer partij,
gevaarlijk vooral door haar ondergrondsche
actie, besloten bijeenkomsten en geheime
cursussen, ligt nog versch in het geheugen
Weldra trok de agitatorische wijze, waarop
de leiders de propaganda voerden, de aan
dacht der regeering. In de ooeningsvergade-
ring van den Volksraad op 15 Mei 1928
wees de G.-G. op de gevoerde revolutionnair-
nationalistische propaganda, terwijl de P.N.
I. eveneens de non-coöperatiebeweging ver
sterkte. Maar de P.N.I.-leiders konden toch
nog eenigen tijd ongestoord voortgaan met
hun gevaarlijke actie, zelfs nog gedurende
het geheele jaar 1929.
De regeering overwoog inmiddels op welke
wijze aan den geleidelijk onhoudbaar ge
worden toestand een einde kon worden ge
maakt, tot in December 1929 bij het hoofd
parket zeer verontrustende berichten inkwa
men. Toen werd toegeslagen, door middel
van massale huiszoekingen en arrestaties,
waarbij veel bezwarend materiaal in beslag
werd genomen.
Soekarno werd met drie medeleiders gear
resteerd, op 18 Aug. 1930 begon het proces
tegen hem voor den Bandoengschen
'Landraad, eindigende met de veroordeeling
van Soekarno, ook in hooger beroep in April
1931, tot vier jaren gevangenisstraf. Twee
malen werd echter remissie van straf ver
leend en reeds op Koninginnedag 1931 werd
Soekarno uit de gevangenis ontslagen.
Door het optreden der regeering was de
atmosfeer in de volksbeweging opnieuw voor-
loopig gezuiverd, maar weldra deden zich
weer complicaties voor. Een stille strijd was
ontstaan tusschen verschillende vereenigin-
gen over de nalatenschap der (tijdig door
het bestuur ontbonden) P.N.I.strijd die
zich toespitste o.a. toen de heer Mohammad
Hatta ten slotte op Java aankwam.
Soekarno trad toe tot de Partai Indonesia,
Moh. Hatta tot de nieuwe P.N.I.de Pendi
dikan National Indonesia, wat de moeilijk
heden vergrootte. Van af dat oogenblik be
stond opnieuw aanleiding om aan de poli
tieke beweging aandacht te schenken, al deed
de malaise zich zeker ook in de politiek ge
voelen Er werd gewerkt achter de scher
men.
Zoo was de toestand begin 1932.
De hoop van een groot deel van het in-
heemsche publiek was toen op den heer Hatta
gevestigd, die in West-Java mr. Sartono, in
Oost-Java dr. Soetomo tegenover zich kreeg
Maar, evenals enkele jaren tevoren de (oude)
P. N. I. onder ir. Soekarno de andere par
tijen tot meer actie had gestimuleerd, zoo
dreef ook nu de krachtig gevoerde actie van
Soekarno's P. I. de andere partijen er toe
zich te doen gelden. Het algemeene doel, de
onafhankelijkheid van Indië, werd zelfs aoor
de eens zoo loyale vereeniging Boedi Oetomo
in haar doelstelling opgenomen, met wijzi
ging van de beginselverklaring. Voorbeeld,
dat in den Volksraad o.a. de heer Thamrin
voor zijn nationalisten volgde. Het radicaal-
nationalistische vuur sloeg over naar Suma-
tra, waar het radicalisme begin te ontkiemen
in de Persatoean Moeslim Indonesia ter
Sumatra's Westkust
Het belangrijke jaar 1932.
Wij gaan nu na wat Soekarno en zijn vol
gelingen in den loop van 1932 uitrichtten.
Het nationale eenheidsstreven, door ir.
Soekarno direct na zijn ontslag uit de ge
vangenis ingezet, ondervond dus groote be
lemmering door de splitsing in twee niet te
hereenigen partijen van de oorspronkelijke
radicaal nationalistische partij, de Partai
Nasional Indonesia. De animositeit, welke
zich in 1931 vertoonde tusschen de Partai
Indonesia, onder leiding van de Westersch
gestudeerde en georiënteerde oud-studenten,
en de Golongan Merdika, later omgezet in
de Pendidikan Nasional Indonesia, onder
leiding van minder wetenschappelijk opge
leide, doch daarentegen door eigen studie en
groote wilskracht ontwikkelde jongelieden
van eenvoudigen huize, zette zich ook in
1932 voort. De persoonskwestie kwam daar
in even krachtig als voorheen op den voor
grond. Het verschil in beginselen werd hier
bij op den achtergrond gedrongen door de
onvriendelijke verhouding tusschen de
partijleiders van beide kanten.
Het zoogenaamde eenheidsmanifest van
ir. Soekarno, algemeen verspreid nog vóór
de tijd van zijn aangekondigde rustperiode
om was, had een averechtsch gevolg. Het
werkte eerder als olie op het vuur der twee
spalt dan dat het de gemoederen tot rust
bracht. Hij gaf in het manifest aan het
groote verschil tusschen het streven naar de
democratiseering van het volk en dat naar
een volksheerschappij. Wel trok hij daarin
een nieuwe richtlijn, waarlangs de inheem-
sche beweging had te gaan, namelijk machts
vorming van, door en voor het volk.
Dit beroep tot machtsvorming vond over
al weerklank, ook in de zich immer afgeschei
den houdende partij Sarikat Islam Indone
sia, welke in de beweging voorging met het
voeren van massa-acties.
Wat ir. Soekarno na zijn invrijheidstelling
heeft uitgericht, is, dat de inheemsche be
weging in het algemeen, tot zelfs de jeugdbe
weging toe, in 1932 als het ware uit de ver-
dooving, waarin zij na de huiszoekingen en
arrestaties der P.N.I.-leiders was geraakt,
weer is opgewekt.
Ondanks zijn besluit om een zestal maan
den zich afgescheiden te houden van de
practische leiding, waartoe hij ook wegens
zijne physieke gesteldheid gedwongen was.
kon hij zich daaraan toch niet onttrekken, te
meer niet, daar hij in zijn redevoeringen, ge
durende zijne rondreis om zoogenaamd zijne
familie te bezoeken, beloofde na afloop van
dien termijn van zes maanden partij te zul
len kiezen.
Dit klonk in veler ooren als een contra
dictie met zijn ernstige streven om de P. I.
en de (nieuwe) P. N. I. te hereenigen. Een
andere belofte, welke hij in zijn rustperiode
zich liet ontvallen, was dat hij een ontwerp
zou samenstellen voor een grondige reorga
nisatie van de federatie van politieke par
tijen, de P. P. P. K. 1., waarvan het voorzit
terschap der Madjelis Pertimbangan van dr
Soetomo overging naar Moh. Hoesni Tham
rin, terwijl de zetel van dit partij-college van
Soerabaja naar Batavia werd overgeplaatst
1Vaar om Soekarno aan eezar
inboette. 6 s
Gedurende die zes maanden, dat men op
een beslissing van den eertijds zoo populai-
ren leider wachtte, heeft ir. Soekarno in
woord en geschrift meerdere malen gezegd
het volkomen eens te zijn met de actie en de
beginsel-verklaring van de P. I., zoodat
toen die tijd verstreken was en hij van alle
kanten als het ware tot handelen werd ge
dreven, hij in een manifest zijne beslissing
kenbaar maakte en zich voorgoed bij de par
tij van mr. Sartono, mr Soejoedi. mr. Ali
Sastrohamidjojo. enz., ziinde de Partai In
donesia, aansloot Dit heeft weinig be
vreemding gewekt, maar heeft hem in het
geheel geen goed gedaan.
Men kan erop aan, dat van het tijdstip,
dat hij zich liet inschrijven als lid van de
P. I., een handeling, waarvoor hij zichzelf
slechts verantwoording meende verschul
digd te zijn zijn glorie als de „van God
gegeven leider", begon te tanen, wel veroor
zaakte zifn verschijnen op vergaderingen
nog steeds groot enthousiasme onder het
vergader-publiek, maar in de kringen van de
werkelijk, met hart en ziel aan de beweging
zich opofferende voormannen, had hij zijn
plaats van voorheen verloren. Ook begon
het geloof aan dezen leider bij de massa te
wankelen, omdat hij faalde de zoo noodige
eenheid tot stand te brengen.
Er moest Soekarno alles aan zijn gelegen
om het vertrouwen der massa te herwinnen,
om zijn glorie als leider bij uitnemendheid te
heroveren. Daarvoor was allereerst noodig:
durf in de oogen zijner eenvoudige landge-
nooten, het zijn zgn. van djago. Dat is hem
nu vermoedelijk noodlottig geworden.
Een gunstige periode voor massa
actie.
Voor een massa-actie was gedurende het
jaar 1932, en ook in 1933, voldoende stof te
vinden. De regeerings-maatregelen, gevolg
van den noodtoestand, waarin het land ver
keert, waren nu eenmaal van zoodanige
urgentie, dat tegenstand van de daardoor
getroffenen geriskeerd moest worden. Ver
hooging van den zoutprijs, tabaksaccijns,
wilde scholen-ordonnantie, miltpunctie, enz
waren dankbare onderwerpen voor het hou
den van massa- of moment-acties, waarbij
nog gevoegd konden worden de maatregelen
van gezagsorganen en de nog niet ingetrok
ken bepalingen en wetten, welke de vrijheid
van het volk gelemmeren. Terwijl het natio
nalistisch radicalisme, met of zonder rugge
steun van het geloof, zich de laatste maan
den tot ongekende sterkte ontwikkelde De
non-coöperatie-idee paste zich daarbij aan.
De arrestatie van ir. Soekarno, die gister
morgen naar Bandoeng werd overgebracht,
verwekte overal groot opzien. Dit bleek o.a.
uit de enorme belangstelling, welke aan den
dag gelegd werd in den Volksraad, waar de
regeeringsgemachtigde voor de politie, mr.
Vonk, een verklaring aflegde. De hoofdin
houd van deze regeeringsverklaring luidt als
volgt:
„In overeenstemming met den raad van
Ned.-Indië is bij besluit van den gouverneur-
generaal van heden goedgevonden en ver
staan:
1. dat in geheel Ned.-Indië de vergader
rechten van de vereenigingen P. I. en P. N.
I. onderworpen worden aan de volgende be
perkingen: Art. 5 van het Koninklijk Besluit
afgekondigd in het Staatsblad voor Ned-
Indië 1919 Nr. 27 is van toepassing op alle
voor het publiek toegankelijke vergaderin
gen alsmede op vergaderingen, gehouden op
plaatsen, welke als regel voor het publiek
toegankelijk zijn-
2. deze vergaderingen worden niet toege
laten tenzij tenminste vijf dagen van tevoren
hiervan is kennis gegeven aan het hoofd van
plaatselijk bestuur, die bevoegd is het houden
dezer vergaderingen te verbieden
3. van toepassing zal zijn het bepaalde in
artikel 6 en 7 van bovengenoemd Koninklijk
Besluit."
Tevens deelt de regeering mede, dat de lei
der van de P. I., ir. Soekarno, is gear
resteerd in verband met het misdrijf, straf
baar gesteld bij artikel 153 bis van het Wet
boek vas Strafrecht, gepleegd in het ver
spreiden van een brochure, getiteld:
„Mentjapai Indonesia Merdika''. Door de
regeering wordt de interneering van den
heer Soekarno in overweging genomen.
De regeering zal paal en perk stel
len aan de onmiskenbare beïnvloe
ding van de massa ten kwade.
De regeering refereert aan wat zij in den
Volksraad mededeelde op 6 Augustus 1929,
welke verklaring werd geciteerd in de regee-
ringverklaring, welke op 10 Januari 1930 in
den Volksraad werd afgelegd. Voorts wordt
verwezen naar de rede door den G.-G. ge-
houdn op 16 Juni 1930, uit al welke citaten
blijkt, dat de regeering reeds toenmaals
voorzag, dat zij wellicht niet zou kunnen vol
harden bij het lankmoedig standpunt, waar
aan zij zoo lang mogelijk heeft vastgehou
den.
De regeering meent thans, dat dit stand
punt niet langer verantwoord is. Thans dient
paal en perk te worden gesteld aan de onmis
kenbare beïnvloeding van de massa ten
kwade.
Concludeerend hoopt de regeering dat de
inwerkingtreding van de gedeeltelijke beper
king van het vergaderrecht haar gunstige
uitwerking niet zal missen. Zij zal echter tot
verder gaande maatregel moeten overgaan,
wanneer mocht blijken, dat andere vereeni
gingen zich niet willen voegen raar den wil
van de regeering om de bevolking te bescher
men tegen invloeden die zich verder mochten
keeren tegen de Staatsbelangen en de be
langen der onderdanen, welke de regeering
aanmerkt als onaanvechtbaar.
Opnieuw in gedwongen afzondering.
Ir. Soekarno is bij aankomst te Bandoeng
overgebracht naar de gevangenis Soekamis-
kin.
Waarom Soekarno werd gearresteerd.
Ten aanzien van de arrestatie van ir. Soe
karno meldt Aneta nog aan het Hbld.:
Ir. Soekarno was gisternamiddag om zes
uur te Batavia aangekomen. Hij had logies
besproken bij den heer Thamrin en vergader
de vervolgens te Mr. Cornelis ten huize van
mr. Sartono. Ongeveer middernacht was de
vergadering afgeloopen, waarna de heer Soe
karno zich naar de woning van den heer
Thamrin begaf.
Tijdens het avondmaal te diens huize werd
de te voeren actie besproken, op de precaire
situatie gewezen. Zijn vrienden hebben Soe
karno tot de uiterste matiging geadviseerd
Na het eten verzocht een buiten wachtende
politie-amhtenaar ir. Soekarno even te mogen
spreken, aangezien hij het erf van den heer
Thamrin niet wilde betreden. De heer Soe
karno vroeg waarom deze hem wilde spreken,
waarop de ambtenaar verklaarde in het bezit
te zijn van een bevel tot arrestatie. Toen
hem gevraagd werd op grond waarvan die
arrestatie zou moeten geschieden antwoordde
hij dit niet te weten. Hij had slechts de hem
verstrekte instructies uit te voeren op niet op
zienbarende wijze. Ir. Soekarno werd vervo'-
gens weggevoerd, nadat hem nog was mede
gedeeld dat hij oer trein naar Bandoeng zou
worden vervoerd.
De door den heer Soekarno geschreven
brochure was reeds eenige maanden geleden
verschenen en bevatte o.a. een relaas over de
wijze, waarop de vrijmaking van Indonesia
zou dienen te worden verkregen. De oplaag
van ir. Soekarno's blad „Fikiran Rajat"
werd gisteren in beslag genomen. De bro
chure „Mentjapai Indonesia Merdika'' (het
streven naar een vrij Indonesia) had reeds
hier en daar opzien gebaard. Bovendien wa
ren tevoren tegen ir. Soekarno strafrechte
lijke onderzoekingen gaande, terwijl in de
„Fikiran Rajat" diverse haatzaai-artikelen
waren verschenen.
Hedenmorgen ontvangen telegrammen lui
den:
De bij den heer ir. Soekarno gehouden
huiszoeking leverde veel materiaal op: voor
alsnog is niet te zeggen wat daarbij van
waarde zal blijken. Ook de papieren in de
clubhuizen werden in beslag genomen
Voorts 3000 exemplaren van de bekende
brochure van den heer Soekarno.
De arrestatie van ir. Soekarno werd te
Semarang reeds voorafgegaan door de aan
houding van den secretaris der P. I-, zoo
mede vier andere leden, die artikel 153bis
overtraden. Evenals elders op Java zal de
moment-actie van de P. I. niet doorgaan.
DE LANGENDIJKER GROENTEN-
VEILINGEN.
Meermalen is in ons overzicht van de
Langendijker Groentenveilingen gewezen op
den ernst van den toestand, waarin de tuin
bouwers als gevolg van de buitengewoon
slechte prijzen der producten verkeeren en
meer dan eens is er op gewezen, hoe toch
eenmaal de grens van het uithoudingsver
mogen is bereikt. Na 4 jaar van ernstige cri
sis in den Langendijker tuinbouw is het uit
houdingsvermogen nu blijkbaar uitgeput,
want de heele tuinbouwstreek door komen
de tuinders langzamerhand in verzet en be
ginnen nu brood te eischen, waar men vroe
ger nog beleefdelijk vroeg.
Bij den tegenwoordigen gang van zaken
is het voor de tuinders niet mogelijk, nog
langer hun bedrijf in stand te houden. De
aardappels brachten in de afgeloopen week
weer zeer weinig op, en een groot gedeelte
was weer onverkoopbaar.
De allesbeheerschende oorzaak van dezen
toestand is de onmogelijkheid, om belajigrij-
ke hoeveelheden uit te voeren en dat daarin
voorloopig nog wel geen wijziging ten goede
zal komen, mag wel worden afgeleid uit de
klachten van andere landen over den daar
heerschenden toestand. De aanvoer aan beide
veilingen beliep 155 spoorwagons.
De grootste kwantums bloemkool kwamen
aan de Broekerveiling. Ging het tot nu toe
met de prijzen van dit product nog vrij re
delijk, deze week waren die ook al aan den
lagen kant. Voor de allermooiste kon aan
vankelijk nog geen 8 worden gemaakt en
successievelijk ging deze prijs eiken dag om
hoog, zoodat ten slotte zelfs geen 5 meer
kon worden bedongen. Kleinere, echter eerste
kwaliteit, brachten van 2.30 tot 4 op. In
totaal kwamen er 20.000 stuks aan de vei
lingen.
Roode kool was slechts gedeeltelijk te ver-
koopen. Het buitenland blijft zoo goed als
geheel van de markt; in het binnenland kan
ze niet geplaatst worden. De aanvoer be
droeg 27 spoorwagens van 10000 K G.
De minimumprijs van gele kool is ook
1 per 100 K.G. Ook hiervan bracht een
deel dezen prijs op of was zelfs onverkoop
baar.
Voor witte kool is de minimumpriia ft„
cent gesteld. Een deel van de aangevoerd
partijen kon zelfs dien prijs niet opbreiW
zoodat er zelfs noteeringen van 40 en 50 o#*
voorkwamen. aa®
De prijs van de wortelen was zeer afu,,v
selend Er zijn er verkocht voor 5 rw
bos en ook voor 1.
De goede prijs, die de vorige week voon
slaboonen werd betaald, behoort ook
al tot het verleden.
De grootere aanvoeren, ook aan andere
veilingen, zijn daar als vanzelf sprekend niefc
vreemd aan. De aanvoer bedroeg 11000 K CL
De prijs der tomaten bleef vrij stationnairj
Belangrijk was de aanvoer van uien, zooJ
wel zilver- als gele uien. Neemt men in aan
merking het vele werk, dat aan uien moet
worden besteed, eer ze veilingklaar zijn, dan
moeten de prijzen laag worden genoemd. D»
aanvoer bedroeg ongeveer 15 spoorwagens,
VEESTAPEL-INKRIMPING.
De ver. „Het Gronbezit" te 's-Gravenhage
heeft op grond van door haar ontvangen be
richten omtrent bedrijfsgewijs in het geheele
land in gang zijnde veetellingen, bedoelende
om tot inperking van de zuivelproductie te'
komen, zich met een brief tot den minister
van economische zaken gewend.
Zij schrijft daarin, dat de organischs
structuur van ieder afgerond landbouwbe
drijf nauwkeurig verband houdt met de bio-1
logische en economische gesteldheid, waarin'
het verkeert. De marktverhoudingen hebben
op die structuur grooten invloed, maar kun
nen, als gevolg van de weinige beweeglijk-
heid in deze gesteldheid, gewoonlijk niet zoo
snel gevolgd werden als uit een zuiver econo-
misch oogpunt wel gewenscht wordt. De ver
eeniging verzoekt den minister daarom, den
autoriteiten en ambtenaren, die belast zijn o!
zullen worden met de levering van de grond-
slagleggende gegevens, welke voor het treffen
van eenigen ma^jregel ter zake noodig zul
len zijn, met klem voor te schrijven om zeer
nauwkeurig te rade te gaan met de organi
sche gesteldheid, waarin ieder afzonderlijk
bedrijf verkeert en waarmede vooral rekening
behoort te worden gehouden. In het bijzon
der verzoekt zij om ten aanzien van een even-
tueelen vee-inkrimpingsmaatregel telkens op
nieuw nauwgezet te overwegen, in hoeverre
deze inkrimping beperkt zal kunnen en moe
ten blijven tot het punt, waarop het bedrijf
zelf de producten voor veevoedering, in den
vorm van gras en hooi (inclusief dat van bij-
gepachte gras- en hooilanden of inscharings-
landen ten behoeve van vetweiderij), kan le
veren en moet leveren om de innerlijke orga
nisatie op volle capaciteit te kunnen houden.
Dit wil dus zeggen: om de inkrimping niet
verder te doen gaan dan de staking van den
verbouw van groenvoeder en de aankoop van
buiten het bedrijf geteelde of gefabriceerde
producten en afvalstoffen zal medebrengen.
Ook een dwang, welke zich niet verder Zal
uitstrekken, zal vaak al schokkend genoeg
zijn. Hij zal, zoo merkt de vereeniging in
haar brief aan den minister ten slotte op,
binnen het landbouwbedrijf echter vermoede
lijk minder bezwaar opleveren, dan een sche
matische, bij voorbeeld procentuecle, inkrim
ping over de geheele linie zou geven.
SOCIAAL-ECONOMISCH URGENTIE-
PROGRAM.
Van de r. k. werkgevers-, boeren-
en werkliedenbonden.
De besturen der alg. r.-k. Werkgeversver-
eeniging, mede namens het r.-k. verbond van
werkgevers-vakvereenigingen, van den
Kath. Nederlandschen Boeren- en Tuinders-
bond, van den Nederlandschen r.-k. Midden
standsbond en van het r.-k. Werkliedenver
bond in Nederland hebben zich voor het na
volgend economisch urgentieprogram uitge
sproken:
I. Door onderlinge samenwerking en met
hulp der overheid, waar deze noodig is, dient
de economische politiek van ons land gericht
te zijn op het behoud en de uitbreiding van
werkgelegenheid voor de bevolking.
Rekening houdend met de voortdurende in
krimping van exportmogelijkheden, dient
vóór alles aandacht te worden gewijd aan de
binnenlandsche en Indische markten.
De extensiveering der land- en tuinbouw
bedrijven geeft aanleiding uit te zien naar
uitbreiding der industrieele productie.
Om hiertoe te komen zijn de volgende mid
delen onmisbaar:
a. Het tarief ,an invoerrechten worde in
gericht op de basis grondstoffen, halffabri
katen en afgewerkte artikelen. Teneinde tot
stabiele prijsverhoudingen te komen, dienen
overal waar dat technisch mogelijk is, speci
fieke rechten volgens gewicht en hoeveelheid
vastgesteld te worden tot een hoogte, die hei
de Nederlandsche industrie mogelijk maakt
haar natuurlijk afzetgebied te behouden.
Voor de exporteerende industrie worde te-i
73. „Ziek loog Wo-Wang weer, „en nu ben ik voor hem in
e plaats. Maar ik begrijp niet, dat U zoo n opschudding
maakt over die pap; dat komt beslist omdat U zooiets nog
ooi eerder gegeten hebt. Ik verzeker U dat het overheerlijk
is, maar zult er eerst aan moeten wennen „Wat een ver-
aanL^i" F.ut®hteit, s'ste de kapitein, „maar nu ik je goed
7nniai'c Z'e a u j|e u tze.!^c bedrieger van gisteravond bent.
maakt" on^ °°r^s heb ik mijn heele leven nog niet meege-
boeien 'aan hl) den matroos gelast had het tweetal de
te zoeke 11 ant*®ren het bevel het schip af
te zoeken naar den dikken kok«
74. Al heel gauw hadden ze den kok gevonden en n vertoon
de zich geen erge vroolijke scène in de keuken. De kok wild*
zijn twee belagers te lijf gaan, doch de kapitein hi-ld hem j®
bedwang en deed de twee booswichten in het bijzijn van d*
diverse getuigen een scherp verhoor ondergaan. Het voorloo-
pige vonnis luidde, dat ze zwaar geboeid in een apart bootj*
naar land zouden worden gebracht, waar men ze zou uitleve
ren aan een speciale rechters. Eerst voor koning te wille®
doorgaan en daarna voor kok, terwijl ze niet eens van passage-
bilietten voorzien waren, waren leiten, die zwaar gestra»
moesten worden»