DE AVONTUREN VAN WO-WANG EN SIMMY Woor kleine tuinen. niai-r hij wist zeker, dat er op een ve gadering van Oud Alkmaar niet zooveel menschen samenkomen, als op een ver gadering van het historisch genootschap Oud-Westfriesland. Spr. hoopte, dat Alkmaar en omge ving nog eens een even waardige ver- eeniging daar naast zouden kunnen stelen. Het zal moeilijk vallen dit te bereiken omdat Alkmaar in zijn midden niet heeft man als uwen voorzitter, die op dit gebied en op zooveel ander gebieden zijn sporen heeft verdiend Wat is Westfries land zonder dr van Baaien Blanken? De kernachtige figuur van Westfries land. (Applaus). WTanneer ik uwe vereeniging aldus spr. om het groote doel. dat ze voor staat, hartelijk welkom heet namens he gemeentebestuur van Alkmaar, dan de.' ik dit bizonder uwen voorzitter, de :e vendige ziel van Westfriesland. (Applaus). Dr. van Baaien Blanken verzeker le buitengewoon vereerd te zijn als ver eeniging door den burgemeester in de zaal van het huis van de stad te worden ontvangen. Die zaal is er eene waarheen wij plechtig ter pelgrimage kunnen op gaan. Alkmaar toch is de bakermat en het bolwerk van Holland's vrijheid, die ons te allen tijde tot zegen is geweest en waarop wij trots mogen zijn. Het is een goede gedachte geweest, dat wij af geweken zijn van de gewoonte, om en kel binnen Westfriesland te vergaderen Wij hebben als het ware aangevoeld, dat wij daarmee Alkmaar onrecht deden en omgekeerd, dat wij daarbij ook een recht prijs gaven, waarop wij aanspraken zouden kunnen laten gelden. Want Ken nemerland moge Alkmaar als een schoone parel aan haar kroon hebben toegeëigend, Westfriesland heeft oudere rechten. In oude kronieken las spr., dat Alkmaar een der oudste steden in haar omgeving is en dat zij dit te danken heeft aan het feit, ze een der eerste Westfriesche plekken was, waar het zelfbestuur van den graaf is gekomen. Alkmaar is dus het oudste zusje van Hoorn en de andere steden van West friesland. Het platteland van Westfries- iand heeft nooit beter getoond, dit te weten, dan toen het in 1573 alle lande rijen onder water deed zetten, om het gelipfd Alkmaar van de Spaansche ge weldenarijen te ontzetten. De liefde voor Alkmaar bleef te allen tijde bestaan en kwam laatstelijk nog aardig tot uiting, toe ngeheel Westfriesland protest aan- teekende, om de kaas per monster te verkoopen. (Applaus). Daardoor zoo vervolgde spr. gaf Westfriesland op ondubbelzinnige wijze te kennen, dat het ook in de toekomst de Alkmaarsche kaasmarkt wil blijven handhaven. Ook in dezen kwaden tijd is het goed, pal te staan voor goede histo rische dingen. Door deze ontvangst ten stadhuize, mijnheer de burgemeester, hebt gij vernieuwing gebracht in den band, die Alkmaar jnet Westfricsland bindt. Moge dit zoo blijven. Wij wen- schen het beste voor Uw stad, haar be volking en geheel haar omgeving. Wen- schen en gebeden, al komen ze uit het hart, versterven en vervlakken als rim pels op het water. Nimmer betreurde spr. die meer dan nu, omdat hij dit hartelijke levendige moment zou willen vasthou den. Wat de herinnering alleen niet kan, dat kan vastgelegd worden 'en daarom presenteerde spr. als geschenk de eerste bundels door het genootschap uitge geven, voor het archief der stad Alk maar. Het zijn er zeven, het heilige getal, en spr. hoopte, dat zij een talisman mo gen zijn en zegen en voorspoed mogen profeteeren voor de gemeente. (Applaus). De burgemeester sprak hierna een woord van dank, er zijn verwondering over uitsprekende, dat gasten cadeaux aanbieden. Dit is niet de gewoonte, doch van den persoon van den voorzitter ver wonderde dit ook weer niet, omdat hij behoort tot de menschen, die weten dat de zaligheid niet ligt in het nemen maar in het geven. Voorts verzekerde spr nog, dat Alkmaar zich niet voelt als een Kennemer-stad. Alkmaar verkeert in de bizondere positie, dat het ligt op de scheiding van Kennemerland en West friesland en reeds in oude kronieken vindt men strijd over de vraag, of Alk maar is een Kennemer- of een West friesche stad. Hierover een keuze te doen, staat niet aan ons, maar wel staat het gevoel, dat het verband zoowel aan den eenen als wel aan den anderen kant bestaat. Het verband met Westfriesland komt uit in de spreuk op de schouw in de raadszaal, die juist weer is hersteld. Juist dat vers bevestigt, dat Alkmaar wel degelijk tot Westfriesland behoort Spr. overhandigde hierop het geschenk aan den heer Dresch voor het archief, waarna de genoodigden onder zijn lei ding het stadhuis bezichtigden. In de schoolbioscoop verzamelde men zich daarna voor een lezing met licht beelden over de vondsen in de Wieringer- meer. Dr. Braat wees er hier op, dat uit de oude overleveringen heel moeilijk op te maken is, hoe de Zuiderzee ontstaan en gevormd is, bijna nooit werden positief de verzonken plaatsen aangeduid of ge noemd. Hoogstwaarschijnlijk echter is de Zuiderzee ontstaan uit een groot aan tal kleoine meertjes, welke zicli hoe lan ger hoe verder uitbreidden en vaak groote stukken land tegelijk wegsloegen. Aan de hand van tal van kaartjes ver duidelijkte spr. dit, terwijl hij tevens interessante foto's voonde van de ver richte opgravingen, waardoor tal van oude dorpen werden blootgelegd Ook oudv dijken werden ge vonder, zoodat langzamerhand een vrij juist beeld is verkregen van de Wieringermeer in vroeger jaren, terw ijl aan de hand van de gevonden potscherven en grafzerken interessante bioioeische bijzonde heden konden worde «va>tg'^steli1 Dr. v. Balen Blanken dank.... .«ü.u Jen heer Braat voor zijn leerzame lezing, waarna het ge zelschap nog een bezoek bracht aan de Groote Kerk en zich vervolgens ver- eenigde aan een diner in gebouw „De Unie", waarmee deze goedgeslaagde Westfriezendag werd besloten. Jnqzzonden Stukken at builen verantwoordelijkheid van Redactie. De opname in ae rubriek, bewijst geenszins dot de redactie er mede instemt j. Zeer geachte Hoofdredacteur, Mag ik naar aanleiding van uw onder schrift van heden nog even het volgende op merken. Bij het door u ter berde gebracht verkeers bord gaat 't om een algemeen belang, en zou i k daar dus nog niet van „mis"-bruik van macht durven spreken (slechts van „ge"- bruik Verder maakt gij u onnoodig ongerust voor onze huurders. Mocht de gemeente het aan durven hen af te sluiten, dan zal de minister de gemeente wel even op de vingers tikken. De woningmaatschappij dupeert haar huur ders niet, hoogstens dupeert zij de gemeente, omdat de gemeente de W.M.A. te kort doet, maar dat is een andere kwestie, waar ik het hier (nog) niet over hebben wil (die rapen zijn blijkbaar nog steeds niet gaar). Die toezegging van de gemeente waar u 't over hebt, n.1. dat de gemeente alle repara ties gratis verrichten zal, is ook maar zoo zoo. loch hebben wij er ons maar bij neer gelegd om die zaak niet op de spits te drij ven, en wachten af wat de praktijk leeren zal (Veiligheidshalve onderteekenen wij de aan vraagformulieren onzer huurders met de toe zegging „exclusief het risico van den aanleg" omdat(wij zetten er zelfs nog iets bij, maar dat doet hier allemaal niet ter zake, het is ons werkelijk niet te doen om de men schen tegen de gemeente op te zetten, daar hebben wij niet 't minste belang bij. Als ik de belangen van mijn aandeelhouders behar tig zonder die van mijn huurders te schaden dan ben ik al tevreden over mijzelf). Dat zijn allemaal maar bijzaken, de kern van de zaak zit dieper, die komt bij deze aangelegenheid niet aan de oppervlakte. Die gebroken marmertegel heeft met radio- aanleg als zoodanig niets te maken, die is zooals ik schreef bij den aanleg van een elec- trischen kabel gesneuveld. Die gebroken achtergelaten tegel diende slechts om te demonstreeren wat volgens het Gemeente Radio Distributiebedrijf, het „ri sico van den aanleg" in heeft. Ten slotte had u bij die „tien gulden" liefst volledig moeten citeeren, n.1. dat wij die „als waarborgsom (en voor ééns dus) gevraagd hebben (en geen 10 recognitie per perceel per iaar a fonds perdu voor onze arme huur ders). U had er dan meteen nog bij kunnen zet ten, dat wij van die waarborgsom 5 pCt. rente aangeboden hebben, terwijl de gemeen te o.a. de rente van de waarborgsommen der electrische installateurs ijskoud in haar zak steekt (4 pCt. van plm. 30 x 50 is plm. 60 per jaar). En ten allerlaatste zij de gemeente dan hierbij nog maar even gewaarschuwd die pa len niet in onzen grond, aan de overkant van de straat, te zetten, want dan krijgen wij daar ook nog maar weer ruzie over, en heusch wij zoeken de ruzie niet, hoezeer de schijn door allerlei valsche voorstellingen ook tegen ons is. Bij voorbaat dankend voor opname. Hoogachtend, Uw dw. A. POT Jzn., Dir. W. M. A. (Wij kunnen het ons nu wel indenken, dat een correspondentie tusschen de gemeente en den heer Pot een uitvoerig dossier kan vor men. Inzender kent ons standpunt en wij zijn niet van plan het om den anderen dag nog eens te herhalen. In kort antwoord ten slotte nog even het volgende. Als de heer Pot van oordeel is, dat een huiseigenaar in het algemeen belang verplicht is een verkeers bord aan zijn gevel te laten bevestigen, dan is er geen enkele reden waarom hij diezelfde moreele verplichting ontkennen zou als men aan zijn huis een kabel wil vastmaken waar door een gemeentelijke verordening waar bij toch ook duizenden ingezetenen belang hebben tot uitvoering gebracht kan wor den. Wij maken ons niet ongerust over de huurders van den heer Pot, maar deze maken zich wel ongerust over hem, getuige het in gezonden stuk, dat wij nog kort geleden van een groep bewoners van de Kabelstraat heb ben ontvangen. Waartoe de minister een ge meente kan verplichten als het haar door de houding van een huiseigenaar onmogelijk is een radio-aansluiting tot stand te brengen is ons niet recht duidelijk. Het laat ons koud met welke woorden inzender de aanvraagfor mulieren van zijn huurders onderteekent. Dat daarbij nog allerlei reserves gemaakt wor den, bewijst te meer, dat van een royale en normale medewerking geen sprake is. Zoo lang de in dit stuk genoemde „rapen nog niet gaar zijn" en „kernen nog niet aan de opper vlakte komen", hebben wij ons gelukkig daar mede niet bezig te houden. Als de gebroken tegel met radio-aanleg niets te maken heeft, moet inzender er ook niet mee demonstree ren „wat volgens het Gemeentelijk Radio- Distributiebedrijf het risico van den aanleg in heeft". Het gaat hier uitsluitend over den aanleg van een radio-leiding en wij hadden den heelen tegel of beter de aan elkaar passende stukken dus kunnen missen. Hoe wij allerlei bijzonderheden over de door den heer Pot van zijn huurders gevraagde waar borgsom hadden moeten vertellen stel, dat wij dit noodzakelijk geacht hadden is ons evenmin duidelijk. In de raadsvergadering zijn zij niet meegedeeld en wij hebben een en ander eerst uit ingezonden stuk nr. 1 van den heer Pot kunnen lezen Trouwens, die heele waarborgsom die men nergens an ders schijnt te verlangen is ons even on sympathiek als aan de huurders der Wo ningmaatschappij'. die in de Kabelstraat toch menschen zijn voor wie een extra-uit gave van 10 een belangrijk financieel offer beteekent. Wat de gemeente zelf met haar waarborgsommen doet kan o.i. op het oogen- blik buiten beschouwing blijven. Wij zullen niet ontkennen, dat de gemeente wel eens een bok heeft geschoten. Dat zij ech ter zoo dom zou zijn om thans palen in grond van de Woningmaatschappij en niet in gemeentegrond te zetten, kunnen wij moei lijk aannemen. We gelooven dat inzenders waarschuwing te dien opzichte even overbo dig is als de opmerking onzerzijds, dat de kwestie nu zóó aan alle kanten bekeken is, dat verdere bijzonderheden onze lezers nau welijks meer zullen interesseeren. Red. Alkm. Crt.) Geachte Redactie. Mag ik naar aanleiding van het in uw blad van 31 Juli j.1. voorkomende artikel over de gevaren op onbewaakte overwegen eenige plaatsruimte vragen? Bij voorbaat mijn dank. Zekere heer mr. Huijer is begaan met het lot der ongelukkigen, die op den onbewaak- ten overweg, bij woning 57 van den spoor weg Amersfoort—Apeldoorn het leven lieten en doet een beroep op het publiek om instem ming te betoonen voor een actie, welke door hem, middels den A. N. W. B., op touw zal worden gezet om alles te doen wat mogelijk is teneinde dit gevaar ten spoedigste te doen ophouden. En hoezeer ieder mensch met mr Huijer, de ongelukken, welke af en toe plaats hebben op onbewaakte overwegen, be treuren zal, zoo zouden wij toch niet gaarne adviseeren om de Ned. Spoorwegen op zwaardere lasten te jagen om de spoorweg- veiligheid nog meer te verhoogen. De op last van den toenmaligen Minister van Water staat ingestelde commissie onder voorzitter schap van ir. H. W. v. d. Vegt concludeerde in 1929 dat in verreweg de meeste gevallen de ongevallen op onbewaakte overwegen moeten worden toegeschreven aan onoplet tendheid of ondoordachtzaamheid. Op grond van een zeer omvangrijk onderzoek en een uitgebreid feitenmateriaal kwam zij tot de conclusies, dat onafgesloten overwegen in be paalde gevallen „toelaatbaar en nuttig zijn" In het verslag der werkzaamheden van de Nationale conferentie voor de veiligheid van het verkeer op den weg, in de stad en op het land (commissie A3, weg- en voertuigcom missie) uitgegeven in Sept. 1929, lees ik op blz. 14: „dat een groot deel der ongevallen uitsluitend hun oorzaak vonden in onoplet tendheid" nadat te voren op blz. 27 deze commissie (waarin geen enkele spoorweg ambtenaar zitting had, zoodat zij wel als ge heel onpartijdig kan gelden) verklaard had: „De statistiek wees uit, dat de ongevallen op de onafgesloten overwegen in nagenoeg alle gevallen het gevolg waren van onoplettend heid van het publiek". In de conclusie volg: dan nog: „dat de gevarenkans voor het pu bliek bij net overgaan van een spoorweg uiterst gering is en zeker niet grooter dan de uit anderen hoofde voor het wegverkeer bestaande gevarenkansen". De heer Huijer vergeet blijkbaar, dat de ongelukken veroor zaakt worden door de roekeloosheid van het publiek. Deze grenst aan het ongelooftlijke. Nog dezer dagen gebeurde het dat een mo torrijder met duopassagier de boomen van een afgesloten overweg nabij Krommen!0 opende, de baan overstak, aan de andere zijde het spelletje herhaalde en doorreed. Over den naderen electrischen trein bekom merden zij zich niet. Dit alles gebeurde in een ondeelbaar oogenblik en de wachter kon niet ingrijpen om proces-verbaal op te maken of het oversteken te beletten. En wat de auto bestuurders aangaat! Die rijden maar raak, door slaap en vermoeidheid overmand of uit „sportiviteit". Met den dag wordt het van dalisme op den weg erger. Zijn de overwe gen onbewaakt dan krijgen ze het zoo nu en dan met den trein te kwaad en ligt de schuld natuurlijk bij de N. S. Het edele bedrijf om de boomen van onbewaakte overwegen te for- ceeren neemt, volgens „Spoor- en Tramwe gen" sterk toe. Het aantal stuk gereden boo men steeg als volgt: 1922 1!; 1923 11; 1924 14; 1925 22; 1926 25; 1927 41; 1928 298; 1929 291; 1930 318; 1931 450. En de schuld blijft natuur lijk onverminderd bij N. S. Dit staatje is veelzeggend. Vergelijkt men het betrekkelijk aantal ongevallen op de onbewaakte over wegen hierbij met het enorm groot aantal ongelukken op de wegen, waarvan alle krui singen door den auto in onbewaakte overwe gen zijn herschapen, dan treft de veiligheid op de sporen tegen de onveiligheid op den weg. Weet mr. H. dat de spoorwegafsluiting oorspronkelijk niet ingesteld werd om de weggebruikers te beveiligen, maar om de spoorweg gebruikers veilig te stellen voor het wegverkeer? Dit is heelemaal niet meer noodig. Zonderling genoeg belastte men de spoorwegen met de kosten der beveiliging. Mr. H. leze hieromtrent maar eens de par lementaire debatten bij de behandeling der oudste spoorwegwet. Inzender beweert dat de directie der N. S. zelve het gevaar inziet, omdat er, indien H. M. de Koningin met haar salonrijtuig in den trein meereist, bij eiken bewaakten en onbewaakten overweg een politieman of een beëedigd beambte van den spoorweg stond. Maar mr. H. is het U dan niet bekend dat deze speciale beveiliging door politiemannen op last van den Procu reur-Gen. fgd. directeur van politie, niets uitstaande heeft met de al of niet afsluiting van de baan? Indien U goed uitgekeken had was het U opgevallen dat op overpaden en langs de vrije baan eveneens politie aanwe zig is en zelfs politie in den trein meereist? Ten slotte kan ik mr. H. de verzekering ge ven dat omtrent de naleving van art. 3 van het K. B. van 9 Augustus 1922 niet met het geven van ontheffing de hand wordt gelicht of lichtvaardig daartoe wordt geadviseerd. De ontheffing wordt slechts verleend na een zeer nauwkeurig onderzoek vanwege het rijkstoezicht op de spoorwegen. Van 1925 tot en met 1928 werden volgens „Spoor en Tramwegen" op de onbewaakte overwegen 71 personen gedood en 71 ge wond, in hetzelfde tijdvak bedroeg alleen in de 4 grootste gemeenten het aantal dooden op den weg 429 en het aantal gewonden 3751. In 1930 bedroeg het aantal dooden en gewonden op de overwegen resp. 11 en 25, in 48 gemeenten met een zielenaantal boven de 20.000 niet minder dan 262 dooden, 1748 zwaar- en 5370 lichtgewonden. De cijfers op de onbewaakte overwegen blijven vrijwel sta- tionnair, die op den weg stijgen onrustba rend. Heeft een enkele maal een ongeval op een spoorwegovergang plaats, dan maakt dit geval als uitzonderingsgeval groo- ten indruk op het publiek, dat zelfde publiek, dat door de moordpartij op den weg zooda nig is afgestompt, dat 't de massa-slachting niet meer realiseert. De Nw. Apeldoornsche courant van 31 Juli jl. schrijft: „We mogen er evenaan herinneren, dat dit het zesde doodeüjk verkeersongeval op den weg in onze gemeente is binnen nog geen maand tijds" Zou de heer H. zich misschien niet tegen dat steeds meer invretende kwaad der toenemen de onveiligheid op den weg willen richten? Wanneer velen de handen ineenslaan, dan is wellicht verbetering te brengen en wordt tegelijk verkregen, dat het aantal ongeluk ken afneemt, dat het bedrijfsautopersoneel minder afgebeuld wordt en meer personen bij de controle op de naleving der wettelijk vast gestelde voorschriften nuttig werk kunnen verrichten. Hoogachtend, Uw abonné, J. J. COMBEE. Alkmaar, 1 Augustus 1933. !Biiumt£attd OPLICHTER GEARRESTEERD. De Hilversumsche recherche arresteerde in een hotel te Bussum een man, die tot voor korten tijd in Hilversum woonde, waar hij o.m. vier meubelzaken voor belangrijke be dragen opgelicht heeft. De gearresteerde blijkt tevens nog vijf maanden gevangenis straf voor een ander feit te moeten onder gaan. DE SCHATGRAVERIJ OP DE LUTINE. De toren was tegen den storm bestand. De sleepboot „Neptunus", die hedenmor gen is uitgevaren om een onderzoek in te stellen naar den toestand van den toren en de dekken boven het wrak der „Lutine", is te Terschelling teruggekeerd met het bericht, dat het toestel nog precies staat als vier da gen geleden, toen het is verplaatst. Het staat nog loodrecht en is ook niets gezakt. Tot groote verbazing van oude zeelieden hier heeft de toren den Noord-Westerstorm van de laatste dagen glansrijk doorstaan. Twee dagen lang hebben zware brekers het toestel gebeukt. De hooge grondzeeën, die af en toe over den top liepen, hebben het toestel echter niet het minst kunnen verwrikken. EEN POLITIEKE AANSLAG. Eenige politieke tegenstanders hebben Dinsdag gepoogd een aanslag te plegen op het gemeenteraadslid G. van Burink te Rot terdam. Reeds den avond na de vergadering, waar in de heer Van Burink in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen gesproken heeft over „De bezem in de roode bonzenkliek" heeft men door de ruiten van zijn woning, die gelegen is boven het door hem geleide adviesbureau voor den middenstand in de Eerste Weenastraat 20, twee steenen ge gooid. In verband daarmede zijn toen twee personen aangehouden, die echter bij gebrek aan bewijs weer moesten worden heengezon den. Dinsdagavond was de heer van Burink met nog een zijner huisgenooten thuis. Om streeks kwart voor 12 zijn een dertigtal op geschoten jongens in de Weenastraat geko- Wanneer we op tijd verschillende soort™ van groenten hebben gezaaid en geplant hebben we nu volop te oogsten. Regelmati plukken we nu doperwten. Laat ze vooral niP- te hard worden, ze zijn dan minder lekker De schil moet bij het plukken nog {Ha^ groen en sappig zijn. Zorg ook dat de muf schen u niet voor zijn. Afgedragen erwten worden direct opgeruimd, het stroo kan al» veevoeder dienen. Indien we tusschen de erw ten reeds spruitkool hebben uitgeplant makeii we de grond hiertusschen flink los. Staat er niets tusschen dan snitten we den grond om waarna het terrein kan worden beplant mei andijvie. Bij aanhoudend drpog weer kan het noodig zijn om den grond vooraf flink nat te maken. Daar de erwten, evenals andere vlin. derbloemige gewassen, den grond rijker aan stikstof maken zal dit de andijvie ten goede komen. Ook kunnen we op het vrijkomende erwtenland nog boerenkool, late groene of zoogenaamde kappertjeskool, koolrapen of prei uitplanten. Van de vroegst gelegde sla- boontje beginnen we ook de eerste boontjes te plukken. Handel bij het plukken vooral voor zichtig; de stengels van de boonen breken spoedig af en vooral de bloesem is buiten gewoon teer. Bij de stokboonen zorgen we dat de ranken niet in elkander groeien maac in de voor hen bestemde stokken klimmen, We oogsten ook zomerpeen en dit doen wé voor den voet op. Indien we zoo hier en daar een dikke peen uittrekken bieden we gelegen heid aan de wortelvlieg „Psila rosae" om i« den bodem te komen en haar eitjes te depo- neeren aan de wortelhals van aangrenzende peentjes. We krijgen dan de bekende, maar niet gewenschte pierige worteltjes. Om Iaat in den herfst nog jonge peentjes te kunnen oogsten moeten we nu nog een bedje zaaien. Ook zaaien we weer postelein, terwijl we wat nu geoogst moet worden tijdig snijden, in elk geval voordat de stengels te dik zijn en er bloemknoppen gevormd worden. De vollegrondstomaten zijn nu al flinke plan ten. De hoofdstengel wordt naarmate deze groeit hooger aangebonden aan den stevi- gen stok van 114 M. lengte, welke we er bij! plaatsen. Alle zijscheuten worden steeds tij dig weggebroken opdat alle groeikracht de hoofdstengel ten goede zal komen. De sluit- koolsoorten voor winterprovinsie moeten nu elkander ongeveer raken. Waar de groei nog te wenschen overlaat, geven we nog eens een overbemesting van 2 tot 3 K.G. Chilisal- peter per are. Inplaats daarvan kan men ook zwavelzure ammoniak gebruiken. men, die eerst hebben aangebeld onder het geroep van: „Kom er eens uit als je durft". Toen dit geen resultaat bleek te hebben, is er een ijzeren staaf van ongeveer anderhalve meter lengte en tien kilo zwaarte door de bovenruit van een der kantoorramen gewor pen, blijkbaar met de bedoeling om dengene, van wien vermoed werd dat hij zich verdekt achter dit raam had opgesteld, daardoor te treffen. Eerst toen politie-assistentie was gekomen is de rust weergekeerd. TWEEMAAL SCHIPBREUK GELEDEN IN DRIE WEKEN. Schipper J. Sperling heeft gisternaóA ft Ouddorp binnengebracht een Engelsch ple zierjacht, de „Aletheall". De opvarenden zijn twee studenten, afkomstig uit Lowestoft in Engeland. Zij waren oorspronkelijk van plan om naar een kustplaats in Engeland te varen, doch zijn door den storm naar Neder land afgezakt. De zeilen waren gescheurd en de motor was defect. De studenten hebben een paar dagen rond gedobberd in de buurt van Ouddorp. Door dat 't jacht in aanraking kwam met de zand bak „Ooster", is het lek gestooten. Drie we ken geleden hebben beide studenten met het zelfde jacht ook schipbreuk geleden in d< buurt van Brouwershaven. Na herstel van de averij zullen de jongelui de terugreis aan vaarden. IS STRAPERLO EIGENLIJK WEL EEN BEHENDIGHEIDSSPEL? Een ministerieel schrijven aan burgemeesters. dt Het ministerie van binnenlandsche zaken heeft aan de burgemeesters een schrijven ge richt met betrekking tot het z.g. straperlo sppl, dat in onze badplaatsen in toenemende mate wordt beoefend. Het heet, dat dit spel niet zou vallen on der de verbodsbepalingen van de wet en dus, mits met vergunning van den burgemeester, zou mogen worden beoefend en geëxploi teerd. Vooropstellende, dat nog geenszins vast staat dat het karakter van behendigheids spel eens en vooral zou moeten worden aan vaard een onderzoek ter zake is nog gaan de wijst de minister er op, dat de regee- 75. Eenmaal aan land gekomen, werden ze naar een soort huis van bewaring gebracht. Ze werden weer in een hok op gesloten en moesten wachten tot ze s middags voor de recht bank werden geleid. Maar o schrik, toen ze s middags in het beklaagdenbankje belandden, dachten ze van ellende door den grond te zakken. Hun rechter was niemand anders dan be\vuste oude Chinees, waarmee ze op hun reis al tweemaal in botsing waren gekomen. „Ziezoo schobbejakken, zei de oude aanminnig, „eindelijk heb ik jullie dan toch te pak ken; ik heb jullie destijds wel voorspeld, dat je nog e®ns mijn handen zou vallen. De kapitein heeft mij in een brie bericht, wat jullie op je kerfstok hebt en in aanmerking éet*°' men, wat jullie nog van mij te goed hebt, vind ik het onnoodig om ook maar één woord aan een proces te verspillen. vonnis was reeds van te voren geveld: Voortaan zullen julh» als slaven in mijn huis dienst doen".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 6