DE AVONTUREN VAN WO-WANG EN SIMMY
Woor kleine tuinen.
niai-r hij wist zeker, dat er op een ve
gadering van Oud Alkmaar niet zooveel
menschen samenkomen, als op een ver
gadering van het historisch genootschap
Oud-Westfriesland.
Spr. hoopte, dat Alkmaar en omge
ving nog eens een even waardige ver-
eeniging daar naast zouden kunnen
stelen.
Het zal moeilijk vallen dit te bereiken
omdat Alkmaar in zijn midden niet heeft
man als uwen voorzitter, die op dit
gebied en op zooveel ander gebieden zijn
sporen heeft verdiend Wat is Westfries
land zonder dr van Baaien Blanken?
De kernachtige figuur van Westfries
land. (Applaus).
WTanneer ik uwe vereeniging aldus
spr. om het groote doel. dat ze voor
staat, hartelijk welkom heet namens he
gemeentebestuur van Alkmaar, dan de.'
ik dit bizonder uwen voorzitter, de :e
vendige ziel van Westfriesland.
(Applaus).
Dr. van Baaien Blanken verzeker le
buitengewoon vereerd te zijn als ver
eeniging door den burgemeester in de
zaal van het huis van de stad te worden
ontvangen. Die zaal is er eene waarheen
wij plechtig ter pelgrimage kunnen op
gaan. Alkmaar toch is de bakermat en
het bolwerk van Holland's vrijheid, die
ons te allen tijde tot zegen is geweest
en waarop wij trots mogen zijn. Het is
een goede gedachte geweest, dat wij af
geweken zijn van de gewoonte, om en
kel binnen Westfriesland te vergaderen
Wij hebben als het ware aangevoeld, dat
wij daarmee Alkmaar onrecht deden en
omgekeerd, dat wij daarbij ook een
recht prijs gaven, waarop wij aanspraken
zouden kunnen laten gelden. Want Ken
nemerland moge Alkmaar als een
schoone parel aan haar kroon hebben
toegeëigend, Westfriesland heeft oudere
rechten. In oude kronieken las spr., dat
Alkmaar een der oudste steden in haar
omgeving is en dat zij dit te danken
heeft aan het feit, ze een der eerste
Westfriesche plekken was, waar het
zelfbestuur van den graaf is gekomen.
Alkmaar is dus het oudste zusje van
Hoorn en de andere steden van West
friesland. Het platteland van Westfries-
iand heeft nooit beter getoond, dit te
weten, dan toen het in 1573 alle lande
rijen onder water deed zetten, om het
gelipfd Alkmaar van de Spaansche ge
weldenarijen te ontzetten. De liefde voor
Alkmaar bleef te allen tijde bestaan en
kwam laatstelijk nog aardig tot uiting,
toe ngeheel Westfriesland protest aan-
teekende, om de kaas per monster te
verkoopen. (Applaus).
Daardoor zoo vervolgde spr. gaf
Westfriesland op ondubbelzinnige wijze
te kennen, dat het ook in de toekomst
de Alkmaarsche kaasmarkt wil blijven
handhaven. Ook in dezen kwaden tijd is
het goed, pal te staan voor goede histo
rische dingen. Door deze ontvangst ten
stadhuize, mijnheer de burgemeester,
hebt gij vernieuwing gebracht in den
band, die Alkmaar jnet Westfricsland
bindt. Moge dit zoo blijven. Wij wen-
schen het beste voor Uw stad, haar be
volking en geheel haar omgeving. Wen-
schen en gebeden, al komen ze uit het
hart, versterven en vervlakken als rim
pels op het water. Nimmer betreurde spr.
die meer dan nu, omdat hij dit hartelijke
levendige moment zou willen vasthou
den. Wat de herinnering alleen niet kan,
dat kan vastgelegd worden 'en daarom
presenteerde spr. als geschenk de eerste
bundels door het genootschap uitge
geven, voor het archief der stad Alk
maar. Het zijn er zeven, het heilige getal,
en spr. hoopte, dat zij een talisman mo
gen zijn en zegen en voorspoed mogen
profeteeren voor de gemeente. (Applaus).
De burgemeester sprak hierna een
woord van dank, er zijn verwondering
over uitsprekende, dat gasten cadeaux
aanbieden. Dit is niet de gewoonte, doch
van den persoon van den voorzitter ver
wonderde dit ook weer niet, omdat hij
behoort tot de menschen, die weten dat
de zaligheid niet ligt in het nemen maar
in het geven. Voorts verzekerde spr
nog, dat Alkmaar zich niet voelt als een
Kennemer-stad. Alkmaar verkeert in de
bizondere positie, dat het ligt op de
scheiding van Kennemerland en West
friesland en reeds in oude kronieken
vindt men strijd over de vraag, of Alk
maar is een Kennemer- of een West
friesche stad. Hierover een keuze te
doen, staat niet aan ons, maar wel staat
het gevoel, dat het verband zoowel aan
den eenen als wel aan den anderen kant
bestaat. Het verband met Westfriesland
komt uit in de spreuk op de schouw in
de raadszaal, die juist weer is hersteld.
Juist dat vers bevestigt, dat Alkmaar
wel degelijk tot Westfriesland behoort
Spr. overhandigde hierop het geschenk
aan den heer Dresch voor het archief,
waarna de genoodigden onder zijn lei
ding het stadhuis bezichtigden.
In de schoolbioscoop verzamelde men
zich daarna voor een lezing met licht
beelden over de vondsen in de Wieringer-
meer.
Dr. Braat wees er hier op, dat uit de
oude overleveringen heel moeilijk op te
maken is, hoe de Zuiderzee ontstaan en
gevormd is, bijna nooit werden positief
de verzonken plaatsen aangeduid of ge
noemd. Hoogstwaarschijnlijk echter is
de Zuiderzee ontstaan uit een groot aan
tal kleoine meertjes, welke zicli hoe lan
ger hoe verder uitbreidden en vaak
groote stukken land tegelijk wegsloegen.
Aan de hand van tal van kaartjes ver
duidelijkte spr. dit, terwijl hij tevens
interessante foto's voonde van de ver
richte opgravingen, waardoor tal van
oude dorpen werden blootgelegd Ook
oudv dijken werden ge vonder, zoodat
langzamerhand een vrij juist beeld is
verkregen van de Wieringermeer in
vroeger jaren, terw ijl aan de hand van
de gevonden potscherven en grafzerken
interessante bioioeische bijzonde heden
konden worde «va>tg'^steli1 Dr. v. Balen
Blanken dank.... .«ü.u Jen heer Braat
voor zijn leerzame lezing, waarna het ge
zelschap nog een bezoek bracht aan de
Groote Kerk en zich vervolgens ver-
eenigde aan een diner in gebouw „De
Unie", waarmee deze goedgeslaagde
Westfriezendag werd besloten.
Jnqzzonden Stukken
at
builen verantwoordelijkheid van
Redactie. De opname in ae rubriek, bewijst
geenszins dot de redactie er mede instemt j.
Zeer geachte Hoofdredacteur,
Mag ik naar aanleiding van uw onder
schrift van heden nog even het volgende op
merken.
Bij het door u ter berde gebracht verkeers
bord gaat 't om een algemeen belang, en zou
i k daar dus nog niet van „mis"-bruik van
macht durven spreken (slechts van „ge"-
bruik
Verder maakt gij u onnoodig ongerust voor
onze huurders. Mocht de gemeente het aan
durven hen af te sluiten, dan zal de minister
de gemeente wel even op de vingers tikken.
De woningmaatschappij dupeert haar huur
ders niet, hoogstens dupeert zij de gemeente,
omdat de gemeente de W.M.A. te kort doet,
maar dat is een andere kwestie, waar ik het
hier (nog) niet over hebben wil (die rapen
zijn blijkbaar nog steeds niet gaar).
Die toezegging van de gemeente waar u 't
over hebt, n.1. dat de gemeente alle repara
ties gratis verrichten zal, is ook maar zoo
zoo. loch hebben wij er ons maar bij neer
gelegd om die zaak niet op de spits te drij
ven, en wachten af wat de praktijk leeren zal
(Veiligheidshalve onderteekenen wij de aan
vraagformulieren onzer huurders met de toe
zegging „exclusief het risico van den aanleg"
omdat(wij zetten er zelfs nog iets bij,
maar dat doet hier allemaal niet ter zake,
het is ons werkelijk niet te doen om de men
schen tegen de gemeente op te zetten, daar
hebben wij niet 't minste belang bij. Als ik
de belangen van mijn aandeelhouders behar
tig zonder die van mijn huurders te schaden
dan ben ik al tevreden over mijzelf).
Dat zijn allemaal maar bijzaken, de kern
van de zaak zit dieper, die komt bij deze
aangelegenheid niet aan de oppervlakte.
Die gebroken marmertegel heeft met radio-
aanleg als zoodanig niets te maken, die is
zooals ik schreef bij den aanleg van een elec-
trischen kabel gesneuveld.
Die gebroken achtergelaten tegel diende
slechts om te demonstreeren wat volgens het
Gemeente Radio Distributiebedrijf, het „ri
sico van den aanleg" in heeft.
Ten slotte had u bij die „tien gulden" liefst
volledig moeten citeeren, n.1. dat wij die „als
waarborgsom (en voor ééns dus) gevraagd
hebben (en geen 10 recognitie per perceel
per iaar a fonds perdu voor onze arme huur
ders).
U had er dan meteen nog bij kunnen zet
ten, dat wij van die waarborgsom 5 pCt.
rente aangeboden hebben, terwijl de gemeen
te o.a. de rente van de waarborgsommen der
electrische installateurs ijskoud in haar zak
steekt (4 pCt. van plm. 30 x 50 is plm.
60 per jaar).
En ten allerlaatste zij de gemeente dan
hierbij nog maar even gewaarschuwd die pa
len niet in onzen grond, aan de overkant van
de straat, te zetten, want dan krijgen wij
daar ook nog maar weer ruzie over, en
heusch wij zoeken de ruzie niet, hoezeer de
schijn door allerlei valsche voorstellingen
ook tegen ons is.
Bij voorbaat dankend voor opname.
Hoogachtend,
Uw dw. A. POT Jzn.,
Dir. W. M. A.
(Wij kunnen het ons nu wel indenken, dat
een correspondentie tusschen de gemeente en
den heer Pot een uitvoerig dossier kan vor
men. Inzender kent ons standpunt en wij
zijn niet van plan het om den anderen dag
nog eens te herhalen. In kort antwoord ten
slotte nog even het volgende. Als de heer Pot
van oordeel is, dat een huiseigenaar in het
algemeen belang verplicht is een verkeers
bord aan zijn gevel te laten bevestigen, dan
is er geen enkele reden waarom hij diezelfde
moreele verplichting ontkennen zou als men
aan zijn huis een kabel wil vastmaken waar
door een gemeentelijke verordening waar
bij toch ook duizenden ingezetenen belang
hebben tot uitvoering gebracht kan wor
den. Wij maken ons niet ongerust over de
huurders van den heer Pot, maar deze maken
zich wel ongerust over hem, getuige het in
gezonden stuk, dat wij nog kort geleden van
een groep bewoners van de Kabelstraat heb
ben ontvangen. Waartoe de minister een ge
meente kan verplichten als het haar door de
houding van een huiseigenaar onmogelijk is
een radio-aansluiting tot stand te brengen is
ons niet recht duidelijk. Het laat ons koud
met welke woorden inzender de aanvraagfor
mulieren van zijn huurders onderteekent. Dat
daarbij nog allerlei reserves gemaakt wor
den, bewijst te meer, dat van een royale en
normale medewerking geen sprake is. Zoo
lang de in dit stuk genoemde „rapen nog niet
gaar zijn" en „kernen nog niet aan de opper
vlakte komen", hebben wij ons gelukkig daar
mede niet bezig te houden. Als de gebroken
tegel met radio-aanleg niets te maken heeft,
moet inzender er ook niet mee demonstree
ren „wat volgens het Gemeentelijk Radio-
Distributiebedrijf het risico van den aanleg
in heeft". Het gaat hier uitsluitend over den
aanleg van een radio-leiding en wij hadden
den heelen tegel of beter de aan elkaar
passende stukken dus kunnen missen. Hoe
wij allerlei bijzonderheden over de door den
heer Pot van zijn huurders gevraagde waar
borgsom hadden moeten vertellen stel, dat
wij dit noodzakelijk geacht hadden is ons
evenmin duidelijk. In de raadsvergadering
zijn zij niet meegedeeld en wij hebben een en
ander eerst uit ingezonden stuk nr. 1 van
den heer Pot kunnen lezen Trouwens, die
heele waarborgsom die men nergens an
ders schijnt te verlangen is ons even on
sympathiek als aan de huurders der Wo
ningmaatschappij'. die in de Kabelstraat
toch menschen zijn voor wie een extra-uit
gave van 10 een belangrijk financieel offer
beteekent. Wat de gemeente zelf met haar
waarborgsommen doet kan o.i. op het oogen-
blik buiten beschouwing blijven.
Wij zullen niet ontkennen, dat de gemeente
wel eens een bok heeft geschoten. Dat zij ech
ter zoo dom zou zijn om thans palen in
grond van de Woningmaatschappij en niet
in gemeentegrond te zetten, kunnen wij moei
lijk aannemen. We gelooven dat inzenders
waarschuwing te dien opzichte even overbo
dig is als de opmerking onzerzijds, dat de
kwestie nu zóó aan alle kanten bekeken is,
dat verdere bijzonderheden onze lezers nau
welijks meer zullen interesseeren.
Red. Alkm. Crt.)
Geachte Redactie.
Mag ik naar aanleiding van het in uw
blad van 31 Juli j.1. voorkomende artikel
over de gevaren op onbewaakte overwegen
eenige plaatsruimte vragen? Bij voorbaat
mijn dank.
Zekere heer mr. Huijer is begaan met het
lot der ongelukkigen, die op den onbewaak-
ten overweg, bij woning 57 van den spoor
weg Amersfoort—Apeldoorn het leven lieten
en doet een beroep op het publiek om instem
ming te betoonen voor een actie, welke door
hem, middels den A. N. W. B., op touw zal
worden gezet om alles te doen wat mogelijk
is teneinde dit gevaar ten spoedigste te doen
ophouden. En hoezeer ieder mensch met mr
Huijer, de ongelukken, welke af en toe
plaats hebben op onbewaakte overwegen, be
treuren zal, zoo zouden wij toch niet gaarne
adviseeren om de Ned. Spoorwegen op
zwaardere lasten te jagen om de spoorweg-
veiligheid nog meer te verhoogen. De op last
van den toenmaligen Minister van Water
staat ingestelde commissie onder voorzitter
schap van ir. H. W. v. d. Vegt concludeerde
in 1929 dat in verreweg de meeste gevallen
de ongevallen op onbewaakte overwegen
moeten worden toegeschreven aan onoplet
tendheid of ondoordachtzaamheid. Op grond
van een zeer omvangrijk onderzoek en een
uitgebreid feitenmateriaal kwam zij tot de
conclusies, dat onafgesloten overwegen in be
paalde gevallen „toelaatbaar en nuttig zijn"
In het verslag der werkzaamheden van de
Nationale conferentie voor de veiligheid van
het verkeer op den weg, in de stad en op het
land (commissie A3, weg- en voertuigcom
missie) uitgegeven in Sept. 1929, lees ik op
blz. 14: „dat een groot deel der ongevallen
uitsluitend hun oorzaak vonden in onoplet
tendheid" nadat te voren op blz. 27 deze
commissie (waarin geen enkele spoorweg
ambtenaar zitting had, zoodat zij wel als ge
heel onpartijdig kan gelden) verklaard had:
„De statistiek wees uit, dat de ongevallen op
de onafgesloten overwegen in nagenoeg alle
gevallen het gevolg waren van onoplettend
heid van het publiek". In de conclusie volg:
dan nog: „dat de gevarenkans voor het pu
bliek bij net overgaan van een spoorweg
uiterst gering is en zeker niet grooter dan
de uit anderen hoofde voor het wegverkeer
bestaande gevarenkansen". De heer Huijer
vergeet blijkbaar, dat de ongelukken veroor
zaakt worden door de roekeloosheid van het
publiek. Deze grenst aan het ongelooftlijke.
Nog dezer dagen gebeurde het dat een mo
torrijder met duopassagier de boomen van
een afgesloten overweg nabij Krommen!0
opende, de baan overstak, aan de andere
zijde het spelletje herhaalde en doorreed.
Over den naderen electrischen trein bekom
merden zij zich niet. Dit alles gebeurde in
een ondeelbaar oogenblik en de wachter kon
niet ingrijpen om proces-verbaal op te maken
of het oversteken te beletten. En wat de auto
bestuurders aangaat! Die rijden maar raak,
door slaap en vermoeidheid overmand of uit
„sportiviteit". Met den dag wordt het van
dalisme op den weg erger. Zijn de overwe
gen onbewaakt dan krijgen ze het zoo nu en
dan met den trein te kwaad en ligt de schuld
natuurlijk bij de N. S. Het edele bedrijf om
de boomen van onbewaakte overwegen te for-
ceeren neemt, volgens „Spoor- en Tramwe
gen" sterk toe. Het aantal stuk gereden boo
men steeg als volgt:
1922 1!; 1923 11; 1924 14; 1925 22; 1926
25; 1927 41; 1928 298; 1929 291; 1930
318; 1931 450. En de schuld blijft natuur
lijk onverminderd bij N. S. Dit staatje is
veelzeggend. Vergelijkt men het betrekkelijk
aantal ongevallen op de onbewaakte over
wegen hierbij met het enorm groot aantal
ongelukken op de wegen, waarvan alle krui
singen door den auto in onbewaakte overwe
gen zijn herschapen, dan treft de veiligheid
op de sporen tegen de onveiligheid op den
weg.
Weet mr. H. dat de spoorwegafsluiting
oorspronkelijk niet ingesteld werd om de
weggebruikers te beveiligen, maar om de
spoorweg gebruikers veilig te stellen voor
het wegverkeer? Dit is heelemaal niet meer
noodig. Zonderling genoeg belastte men de
spoorwegen met de kosten der beveiliging.
Mr. H. leze hieromtrent maar eens de par
lementaire debatten bij de behandeling der
oudste spoorwegwet. Inzender beweert dat
de directie der N. S. zelve het gevaar inziet,
omdat er, indien H. M. de Koningin met
haar salonrijtuig in den trein meereist, bij
eiken bewaakten en onbewaakten overweg een
politieman of een beëedigd beambte van den
spoorweg stond. Maar mr. H. is het U dan
niet bekend dat deze speciale beveiliging
door politiemannen op last van den Procu
reur-Gen. fgd. directeur van politie, niets
uitstaande heeft met de al of niet afsluiting
van de baan? Indien U goed uitgekeken had
was het U opgevallen dat op overpaden en
langs de vrije baan eveneens politie aanwe
zig is en zelfs politie in den trein meereist?
Ten slotte kan ik mr. H. de verzekering ge
ven dat omtrent de naleving van art. 3 van
het K. B. van 9 Augustus 1922 niet met het
geven van ontheffing de hand wordt gelicht
of lichtvaardig daartoe wordt geadviseerd.
De ontheffing wordt slechts verleend na een
zeer nauwkeurig onderzoek vanwege het
rijkstoezicht op de spoorwegen.
Van 1925 tot en met 1928 werden volgens
„Spoor en Tramwegen" op de onbewaakte
overwegen 71 personen gedood en 71 ge
wond, in hetzelfde tijdvak bedroeg alleen in
de 4 grootste gemeenten het aantal dooden
op den weg 429 en het aantal gewonden
3751. In 1930 bedroeg het aantal dooden en
gewonden op de overwegen resp. 11 en 25,
in 48 gemeenten met een zielenaantal boven
de 20.000 niet minder dan 262 dooden, 1748
zwaar- en 5370 lichtgewonden. De cijfers op
de onbewaakte overwegen blijven vrijwel sta-
tionnair, die op den weg stijgen onrustba
rend. Heeft een enkele maal een ongeval op
een spoorwegovergang plaats, dan maakt
dit geval als uitzonderingsgeval groo-
ten indruk op het publiek, dat zelfde publiek,
dat door de moordpartij op den weg zooda
nig is afgestompt, dat 't de massa-slachting
niet meer realiseert. De Nw. Apeldoornsche
courant van 31 Juli jl. schrijft: „We mogen
er evenaan herinneren, dat dit het zesde
doodeüjk verkeersongeval op den weg in onze
gemeente is binnen nog geen maand tijds"
Zou de heer H. zich misschien niet tegen dat
steeds meer invretende kwaad der toenemen
de onveiligheid op den weg willen richten?
Wanneer velen de handen ineenslaan, dan
is wellicht verbetering te brengen en wordt
tegelijk verkregen, dat het aantal ongeluk
ken afneemt, dat het bedrijfsautopersoneel
minder afgebeuld wordt en meer personen bij
de controle op de naleving der wettelijk vast
gestelde voorschriften nuttig werk kunnen
verrichten.
Hoogachtend,
Uw abonné,
J. J. COMBEE.
Alkmaar, 1 Augustus 1933.
!Biiumt£attd
OPLICHTER GEARRESTEERD.
De Hilversumsche recherche arresteerde
in een hotel te Bussum een man, die tot voor
korten tijd in Hilversum woonde, waar hij
o.m. vier meubelzaken voor belangrijke be
dragen opgelicht heeft. De gearresteerde
blijkt tevens nog vijf maanden gevangenis
straf voor een ander feit te moeten onder
gaan.
DE SCHATGRAVERIJ OP DE
LUTINE.
De toren was tegen den storm
bestand.
De sleepboot „Neptunus", die hedenmor
gen is uitgevaren om een onderzoek in te
stellen naar den toestand van den toren en
de dekken boven het wrak der „Lutine", is te
Terschelling teruggekeerd met het bericht,
dat het toestel nog precies staat als vier da
gen geleden, toen het is verplaatst. Het staat
nog loodrecht en is ook niets gezakt.
Tot groote verbazing van oude zeelieden
hier heeft de toren den Noord-Westerstorm
van de laatste dagen glansrijk doorstaan.
Twee dagen lang hebben zware brekers het
toestel gebeukt. De hooge grondzeeën, die af
en toe over den top liepen, hebben het toestel
echter niet het minst kunnen verwrikken.
EEN POLITIEKE AANSLAG.
Eenige politieke tegenstanders hebben
Dinsdag gepoogd een aanslag te plegen op
het gemeenteraadslid G. van Burink te Rot
terdam.
Reeds den avond na de vergadering, waar
in de heer Van Burink in het Gebouw voor
Kunsten en Wetenschappen gesproken heeft
over „De bezem in de roode bonzenkliek"
heeft men door de ruiten van zijn woning,
die gelegen is boven het door hem geleide
adviesbureau voor den middenstand in de
Eerste Weenastraat 20, twee steenen ge
gooid. In verband daarmede zijn toen twee
personen aangehouden, die echter bij gebrek
aan bewijs weer moesten worden heengezon
den.
Dinsdagavond was de heer van Burink
met nog een zijner huisgenooten thuis. Om
streeks kwart voor 12 zijn een dertigtal op
geschoten jongens in de Weenastraat geko-
Wanneer we op tijd verschillende soort™
van groenten hebben gezaaid en geplant
hebben we nu volop te oogsten. Regelmati
plukken we nu doperwten. Laat ze vooral niP-
te hard worden, ze zijn dan minder lekker
De schil moet bij het plukken nog {Ha^
groen en sappig zijn. Zorg ook dat de muf
schen u niet voor zijn. Afgedragen erwten
worden direct opgeruimd, het stroo kan al»
veevoeder dienen. Indien we tusschen de erw
ten reeds spruitkool hebben uitgeplant makeii
we de grond hiertusschen flink los. Staat er
niets tusschen dan snitten we den grond om
waarna het terrein kan worden beplant mei
andijvie. Bij aanhoudend drpog weer kan het
noodig zijn om den grond vooraf flink nat te
maken. Daar de erwten, evenals andere vlin.
derbloemige gewassen, den grond rijker aan
stikstof maken zal dit de andijvie ten goede
komen. Ook kunnen we op het vrijkomende
erwtenland nog boerenkool, late groene of
zoogenaamde kappertjeskool, koolrapen of
prei uitplanten. Van de vroegst gelegde sla-
boontje beginnen we ook de eerste boontjes te
plukken. Handel bij het plukken vooral voor
zichtig; de stengels van de boonen breken
spoedig af en vooral de bloesem is buiten
gewoon teer. Bij de stokboonen zorgen we
dat de ranken niet in elkander groeien maac
in de voor hen bestemde stokken klimmen,
We oogsten ook zomerpeen en dit doen wé
voor den voet op. Indien we zoo hier en daar
een dikke peen uittrekken bieden we gelegen
heid aan de wortelvlieg „Psila rosae" om i«
den bodem te komen en haar eitjes te depo-
neeren aan de wortelhals van aangrenzende
peentjes. We krijgen dan de bekende, maar
niet gewenschte pierige worteltjes. Om Iaat
in den herfst nog jonge peentjes te kunnen
oogsten moeten we nu nog een bedje zaaien.
Ook zaaien we weer postelein, terwijl we
wat nu geoogst moet worden tijdig snijden,
in elk geval voordat de stengels te dik zijn
en er bloemknoppen gevormd worden. De
vollegrondstomaten zijn nu al flinke plan
ten. De hoofdstengel wordt naarmate deze
groeit hooger aangebonden aan den stevi-
gen stok van 114 M. lengte, welke we er bij!
plaatsen. Alle zijscheuten worden steeds tij
dig weggebroken opdat alle groeikracht de
hoofdstengel ten goede zal komen. De sluit-
koolsoorten voor winterprovinsie moeten nu
elkander ongeveer raken. Waar de groei
nog te wenschen overlaat, geven we nog eens
een overbemesting van 2 tot 3 K.G. Chilisal-
peter per are. Inplaats daarvan kan men ook
zwavelzure ammoniak gebruiken.
men, die eerst hebben aangebeld onder het
geroep van: „Kom er eens uit als je durft".
Toen dit geen resultaat bleek te hebben, is er
een ijzeren staaf van ongeveer anderhalve
meter lengte en tien kilo zwaarte door de
bovenruit van een der kantoorramen gewor
pen, blijkbaar met de bedoeling om dengene,
van wien vermoed werd dat hij zich verdekt
achter dit raam had opgesteld, daardoor te
treffen.
Eerst toen politie-assistentie was gekomen
is de rust weergekeerd.
TWEEMAAL SCHIPBREUK GELEDEN
IN DRIE WEKEN.
Schipper J. Sperling heeft gisternaóA ft
Ouddorp binnengebracht een Engelsch ple
zierjacht, de „Aletheall". De opvarenden
zijn twee studenten, afkomstig uit Lowestoft
in Engeland. Zij waren oorspronkelijk van
plan om naar een kustplaats in Engeland te
varen, doch zijn door den storm naar Neder
land afgezakt. De zeilen waren gescheurd en
de motor was defect.
De studenten hebben een paar dagen rond
gedobberd in de buurt van Ouddorp. Door
dat 't jacht in aanraking kwam met de zand
bak „Ooster", is het lek gestooten. Drie we
ken geleden hebben beide studenten met het
zelfde jacht ook schipbreuk geleden in d<
buurt van Brouwershaven. Na herstel van
de averij zullen de jongelui de terugreis aan
vaarden.
IS STRAPERLO EIGENLIJK WEL
EEN BEHENDIGHEIDSSPEL?
Een ministerieel schrijven aan
burgemeesters.
dt
Het ministerie van binnenlandsche zaken
heeft aan de burgemeesters een schrijven ge
richt met betrekking tot het z.g. straperlo
sppl, dat in onze badplaatsen in toenemende
mate wordt beoefend.
Het heet, dat dit spel niet zou vallen on
der de verbodsbepalingen van de wet en dus,
mits met vergunning van den burgemeester,
zou mogen worden beoefend en geëxploi
teerd.
Vooropstellende, dat nog geenszins vast
staat dat het karakter van behendigheids
spel eens en vooral zou moeten worden aan
vaard een onderzoek ter zake is nog gaan
de wijst de minister er op, dat de regee-
75. Eenmaal aan land gekomen, werden ze naar een soort
huis van bewaring gebracht. Ze werden weer in een hok op
gesloten en moesten wachten tot ze s middags voor de recht
bank werden geleid. Maar o schrik, toen ze s middags in het
beklaagdenbankje belandden, dachten ze van ellende door den
grond te zakken. Hun rechter was niemand anders dan
be\vuste oude Chinees, waarmee ze op hun reis al
tweemaal in botsing waren gekomen. „Ziezoo schobbejakken,
zei de oude aanminnig, „eindelijk heb ik jullie dan toch te pak
ken; ik heb jullie destijds wel voorspeld, dat je nog e®ns
mijn handen zou vallen. De kapitein heeft mij in een brie
bericht, wat jullie op je kerfstok hebt en in aanmerking éet*°'
men, wat jullie nog van mij te goed hebt, vind ik het onnoodig
om ook maar één woord aan een proces te verspillen.
vonnis was reeds van te voren geveld: Voortaan zullen julh»
als slaven in mijn huis dienst doen".