3iidschciftm ytheepstiidittgeti Amstecdamsche ïBeucs HET STERKAMP OMMEh Aan den v'"g van Ommer: naar Den Ham niet '/er verwijderd van het kasteel Eerde, be gint, aan de linkerzijde van den weg, een grintpad. Er staan daar verschillende bord jes met Engelsche opschriften, die alle wijzen naar een witte poort. Dat is de groote ingang van het Sterkamp Ommen. De naam van dit kamp is over de geheele wereld bekend; de begrippen daaraan verbonden, zijn echter niet allen even duidelijk, j Een stukje geschiedenis. i Het kamp is ontstaan uit de organisatie „De Orde van de Ster in het Oosten", welke orde reeds in 1911 werd opgericht. Het was de theosofe mevr. A. Besant, die in den jor gen Hindoe Krishnamurti een nieuwen we reldleeraar zag, een nieuwen Wijze, die op de wereld was gekomen om haar van al e menschel ijk ieed te bevrijden. De nieuwe Orde door haar gesticht, zou het middel, het lichaam zijn. dat de leerlingen van den jongen man, toen nog een kind, aan de wereld door zou geven. Zijn eerste geschrift, „Aan des Meesters voeten'', hetgeen hij, naar het heet te, op zeer jeugdigen leeftijd, geïnspireerd door zijn Meester, geschreven had. maakte zeer veel opgang. Ir> eenvoudige taal werd daarin uiteengezet wat in de eerste plaats noodig was om op het pad der volmaking te komen, namelijk: beheerschink van het denkvermogen, beheerschink van de hande ling, verdraagzaamheid, blijmoedigheid, con centratie en vertrouwen. Steeds grooter werden de verwachtingen 'die men van hem ging koesteren. En toen ihij in 1926 voor het eerst in het openbaar optrad, had hij weldra een groote schare aanhangers, over heel de wereld verspreid. JZijn aanhangers (sters) werden zijn aan bidders; men bewierookte hem, verklaarde hem tot onfeilbare, tot heilige. Voor velen .werd Krishnamurti een nieuwe God en zijn leer een nieuwe godsdienst. Aan de liberaal- katholieke kerk werd nieuw leven ingebla zen, en hij werd verheven tot heer dier kerk. Maar in het Sterkamp van 1929, onder het gehoor van ruim 2500 aanhangers uit alle deelen der wereld, schudde hij de aanbidders van zich af. Hij wilde, kort gezegd, geen nieuwe leer, maar nieuw of vernieuwend le ven geven; hij wilde geen nieuwe kerk stich ten, de menschen niet in nieuwe geestelijke boeien slaan, terwijl ze nog niet eens de oude van zich hadden afgeworpen. Hij wilde de wereld juist geVen geestelijke vrijheid. Of géven niet eens. Hij wilde er alleen maar sterk den nadruk op leggen, dat de mensch niet geestelijk kan worden vrijgemaakt door een ander, doch dat hij uitsluitend zichzelf kan bevrijden. En hij leerde, dat zooals de plant slechts in het volle licht van den dag naar den aard gedijen kan, zoo de mensen slechts in absolute geestelijke vrijheid tot zelfverwerkelijking kan komen. Het was een moeilijke opgave voor zijn aanhangers; voor zijn adorateurs was het zelfs een bittere ontgoocheling. Want had den zij in Krishnamurti niet juist gezien en in hem geloofd als in iemand, die voor hun zonden aan het kruis zou kunnen sterven, nadat hij hen eerst een nieuw, en dan nog wel zoo'n heerlijk-mysterieus Oostersch dog ma geschonken had? Christus was voor hen niet genoeg, zij hadden behoefte aan het of fer van een nieuwen martelaar. Het scheen een oogenblik zoo heerlijk, dat hij zich dat martelaarschap zou laten opdringen. Zelfs was men reeds overgegaan tot het verkiezen van zijn discipelen. Doch ziet. Daar stond nu plotseling voor hen een jonge levens kunstenaar, met heelemaal geen martelaars neigingen; iemand die zeióe, dat wie van het leven verlangt, dat zelf dient te verwerven; en dat iemand die het opperste geluk wilde deelachtig worden, niet mocht verwachten dat hij hen dat schenken zou. Hij kon hen hoogstens den weg wijzen die hij zelf ging. Niet met een ander als middelaar, maar door zelf steeds dieper in zichzelf te graven tot aan de geestelijke pit, de goddelijke kern, ivvas de opperste zaligheid bereikbaar. Hij stond daar voor zijn volgelingen op eens, niet als een weeke halfgod van wien men allerlei onstoffelijke gunsten af kon smeeken, ook niet als een egoïst want hij wees immers den weg, ook aan anderen maar als een individualist pur sang. In een van zijn gedichten zegt hij ken schetsend Ik ben niet in den wierook die opstijgt van hooge altaren, noch in den praal van ceremoniën. Ik ben niet in het gesneden beeld, noch in het schoone lied eener melodieuse stem Ik ben niet gebonden door theorieën, noch bedorven door dogma's. Ik ben niet gebonden door religie, noch ben ik in vrome kwellingen der priesters. Ik ben niet verstrikt in philosophie, Ik ben noch hoog noch laag, Ik ben de aanbidder en de aangebedene, Ik ben vrij. Mijn lied is de zang der rivier, roepende naar den vrijen oceaan. Voortgaan, voortgaan. Ik ben het Leven Krishnamurti ging nog verder. Hij gevoel de dat de kampen dreigden te worden tot pelgrimsoorden voor geëxalteerden, voor lie den die met zich zelf en hun zieltje geen raad meer weten; die een muur zochten waarte gen zij hun slappe leven in een soort gevoel van opperste verrukking en in een glans van zaligheid want was „Krishnaji" niet hun Meester! konden aanleunen. En zij hadden er graag een deel van hun aardsche schatten voor over, als ze dit hemelsche maar moch ten verwerven. Doch Krishnamurti verhief zich van den puiperen zetel die men onder hem geschoven haa en hij zeide: ik wil vrij zijn; gij moet eveneens vrij zijn En in zijn behoefte aan zelfstandigheid gaf hij de hem geschonken stichting Eerde terug, ontbond hij de Orde van de Ster en bepaalde, dat er in eenige ja ren geen kamp meer zou zijn. Het was, we zeiden het reeds eerder, voor velen een diepe ontgoocheling. Maar toch werd zijn daad beschouwd als een gebeurte nis van de eerste orde, die zelfs bij niet-aan- hangers en tegenstanders eerbied wekte, waarmede hij de sympathie won van de bes ten ook van hen, waarop de duizenden leden van de Ster in hun zelfgenoegzaamheid reeds als minderwaardigen begonnen neer te zien. De Orde werd dus ontbondenvelen vielen af en vielen weer terug in hun vroegeren dommel of gaven zich weer over aan hun an dere hobby's. Het tegenwoordige kamp Maar het Sterkamp is gebleven, en in dit kamp concentreerde zich de kern van Krish- namurti's aanhangers; de menschen die hem ondanks alles trouw waren gebleven, die achter den persoon de ideëen zagen en die zochten naar nieuwe geestelijke waarden, die zoekende zijn naar een weg welke leidt tot de hoogste toppen, tot het doel van het leven, en waarvan zij nog altijd verwachten dat Krishnamurti die zal kunnen wijzen. Of dat zoo zal zijn We hebben enkele dagen in het Sterkamp doorgebracht en wat nu volgt is een zoo ge trouw mogelijke weergave van onze ervarin gen en indrukken daar opgedaan. We weten: er worden rond dat kamp allerlei verdichtsels geweven, goede en kwade, maar kwade toch het meest. En daarom juist hadden we er be hoefte aan, dat alles zelf te aanschouwen. Welnu, van wat we er aantroffen kunnen we niet anders dan met waardeering spreken. Het terrein. Een prachtig stuk boschgrond, 1.300.000 M2. groot, waar licht en schaduw, veld en bosch, heuvel en dal elkaar harmonisch af wisselen. Het kamp. Een complex van vaste gebouwen en ten ten, waar met uiterste zorg wordt gewaakt voor moraal en hygiëne en voor het stoffe lijk welzijn der gasten. De tentgroepen voor de beide seksen zijn streng gescheiden: er is een terrein voor het mannenkamp en voor het vrouwenkamp, gescheiden door bosch en draadversperring; er is ook een kampterrein voor de gehuwden met hun gezinnen. Er zijn dag en nacht kampbewakers, die zelfs een waakzaam oog houden op de kleeding en in decentie zouden tegengaan. Den geheelen nacht door branden de electrische lampen, zoodat er niets aan de aandacht van de be wakers kan ontsnappen. De hygiëne. Er zijn vaste gebouwen geplaatst, waar prachtige waschplaatsen zijn en douchegele genheden. Geheel afgesloten en ook weer ge heel gescheiden van de mannenafdeeling is die voor de vrouwen; zelfs de wegen erheen gaan een heel andere richting uit. We deelen dit zoo uitvoerig mede, omdat in de buiten wereld lasterpraat daaromtrent verspreid is. Er is overal goed leidingwater, er zijn vele tientallen closets en er is verder een staf van medewerkers, die uiterste zorg besteedt aan het zindelijk houden der terreinen. Het trof ons, dat op het heele uitgestrekte terrein, waar een kleine duizend menschen bijeenwo nen, geen snipper papier buiten op de wegen of in de bosschen werd aangetroffen. De accomodatie. In de tenten worden goede bedden ge plaatst met zindelijk linnengoed. Er is ver der op het kampterrein aanwezig een boek winkel, een postkantoor, een wisselbank, een ziekenhuis, recreatiezalen etz. Ook voor de pers is uitstekend gezorgd. Een flinke werk kamer is disponibel en aan alle redelijke wen- schen wordt gaarne tegemoet gekomen. We mogen in dit verband dankbaar gedenken mevr. Bakhuizenvan den Brink, die ons op waarlijk charmante wijze het werken gemak kelijk maakte en ons overigens in elk opzicht vrij liet, zonder ook maar de geringste po ging te doen onze indrukken te beïnvloeden. De verzorging. We kwamen terecht in de keuken, die we eerder zouden mogen noemen een voedselfa briek, met groote puffende ketels en onmo gelijk wijde buizen en alle soorten machines, waar alleen de koks raad mee weten. Het was er warm en proper. Er werd op het oogenblik, dat we er waren, gekookt voor de plm. 900 gasten. We hebben aan de lange tafels in een der drie groote tenten mee gege ten van de goed toebereide vegetarische maal tijden, en we stonden versteld van de ontzag lijke hoeveelheden die alsmaar door op ior- ries-op-rails uit het keukengebouw werden aangevoerd; We hebben nadien het gebouw bezocht waar ieder zijn eigen eetgerei moet schoonmaken. Het warme en koude water stroomde uit vele tientallen kraantjes. En het was bepaald vermakelijk te zien, hoe ve len die waarschijnlijk nog nooit een bord of mes hadden afgewasschen, hier stonden te schutteren om hun boeltje zindelijk te krij gen. Het bleek dat de Spanjaard daaromtrent heel andere opvattingen had dan bijv. de Noor! De geest in het kamp. Die was in één woord voortreffelijk. Men voelde zoo: er waren hier menschen bijeen, die van het leven willen maken wat ervan te maken is. Er was één en al vriendelijkheid, bij enkelen misschen al te gewild-zoet, maar bij het overgroote dee! toch spontaan en na tuurlijk, uit behoefte zich van zijn beste zijde uit te leven. Het was overigens een interna tionaal gezelschap, waarin de Hollanders wel domineerden, maar waartoe toch ook behoorden vele Engelschen, Duitschers. Franschen, en minder Noren, Denen, Itali anen en Spanjaarden. En het was vooral in de tenten waar gegeten werd, een gezellig abacadabra van alle mogelijke tongvallen, vermengd met het geklik der eetgereedschap- pen. Het was niet enkel ernst. Er werd dik- wijls harteliji' gelachen, er zal ook wel eens over japonnetjes en zoo gesproken zijn, er werden balspelen gedaan enzoomeer. Doch daarnaast deed men ook pogingen om moei lijke levensvragen met elkander op te lossen. We hebben besprekingen in de tenten bijge woond. waar men zeer diep op de groote vragen inging en waar men trachtte elkan der te verstaan. Men hunkert naar oplossing var. problemen, die met het denken alleen toch schijnt te kunnen worden gebracht. Krishnamurti. En zoo komen we dan tenslotte op de een trale figuur van het Sterkamp en op wat als de hoogtepunten in het kampleven wordt be schouwd: de samenkomst in de groote verga dertent aan de voeten van Krishnamurti. We zeggen welbewust: „aan de voeten". Want zooals de honderden daar in de groote tent op het gras zaten alleen de achtersten op lage ongemakkelijke banken zooals de lei der zelve daar zit, gehurkt gelijk een Oos tersch priester; zooals de menigte daar aan zijn lippen hangt en de woorden uit zijn mond ontvangt als mannah, dat is verbijste rend. Wat is het toch, dat van dien jongen Oosterling uitgaat? Is het zijn fijn besneden gelaat, dat de menschen naar hier trekt en hen groote en moeilijke reizen doet onderne men? Het kampleven alleen kan het toch niet zijn, want immers de gelegenheden daartoe zijn overvloedig en er zijn schooner plekken in de wereld en zelfs in ons land denkbaar. Is het zijn persoon? Zeker, hij heeft een aantrekkelijk gelaat, en als hij te spreken zit met een niet buitengewoon weiluidenden stem, als hij zit en met geopende lippen zoekt naar woorden om zijn moeilijke denkbeelden uit te drukken en te verduidelijken, dan plooit zich zijn mond tot een sympathieken glim lach en de lange wimpers boven zijn donkere groote oogen trillen van gespannen concen tratie; als hij zijn teere vingers strekt of krampachtig kromt en zijn fijn gevormde handen beschaafd gesticuleeren, dan is dat alles wel aantrekkelijk en gaat er wel iets van hem uit. Maar toch, naar wij het voel den, niet zoo, dat daarvoor alleen menschen uit Spanje of uit Noorwegen zouden komen Zijn het dan de woorden die hij spreekt? Maar die kunnen fel en zelfs hard zijn en kwalijk te begrijpen. Als hij tot zijn gehoor zegt, dat hij geen bijzon der respect heeft voor vacantiegangers indien zij ook niet het diepere leven zoe ken; als hij zegt dat eiken dag zijn nieuwe wetten heeft en dat men ver geten moet wat hij den dag tevoren zei, omdat men eiken dag opnieuw moet luis teren met een frisch en onbevangen denkvermogen; als hij trouw verwerpt en zelfdiscipline en liefde, omdat zij alle begrenzingen zijn en een beletsel vormen voor absolute openheid en on bevangenheid, omdat zij het innerlijk geketend houden aan uiterlijke dingen en omstandigheden; als hij voor het ver werven van absolute kennis, absolute vrijheid eischt en doordenking van de problemen en afhandeling van zaken tot in de alleruiterste consequenties, dan stapelt hij nog meer moeilijkheden op het pad van hen die naar een volwaar diger leven hunkeren. Hij slaat de men schen van hun ankers los, verwekt op nieuw geesteshonger. En wat hij hen voor dit alles teruggeeft, dat is een zwaar gebolsterde vrucht voorzien van stekels, waar binnenin de voedende kern besloten ligt. Hij stelt zijn gehoor voor een ontstellend moeilijke en voor velen stellig ontmoedigende taak. Er zijn nog zoovelen, en ze zullen ook wel naar Ommen gekomen zijn, die nog niet eens aan doodgewone trouw, aan doodgewone liefde en aan een klein beetje zelfdisci pline toe zijn. Hij verlangt reeds van zijn hoorders, dat zij dit alles verwerpen om naar dat wat achter die dingen ligt te puren. Hij heeft misschien den midden weg reeds overschreden. Doch hij schijnt zich niet meer te kunnen indenken, dat er nog velen zijn, die dit tusschensta- dium nog niet bereikt hebben. Hij spreekt alleen in duistere woorden over den weg die hijzelf is gegaan en gaat, om tot het hoogste staduim van opperst© eenwor ding met den egest te komen. Wat hij den menschen zegt is Ooster- sche wijsheid, is „oude wijn in nieuwe zakken", maar ze smaakt veel wranger. In „De stem van de stilte", dit mooie boekje vol stille wijsheid, worden de zelfde onderwerpen ook aangeroerd. Daarin wordt ook gesproken van de moeilijkheid om tot den Meester te ko men. Maar het is zooveel duidelijker te verstaan en klinkt zooveel zoeter in de ooren „Indien uw ziele glimlacht, in 't zon licht badend van uw leven, indien, door vleesch en stof omhuld, uw ziele zingt, indien uwe ziele weent, gevangen in be- goocheling's kasteel, indien uw ziel den zilveren draad ,die aan den Meester haar verbindt, al worst'lend wil verbreken, weet dan o leerling dat uw ziel nog van d'aarde is". In de Bhagawad-Gita lezen we in een gesprek tusschen Arjoena, een krijgs man, en Krishna, de heilige heer, even eens uitlatingen die getuigen van een veel zachtere gemoedsstemming. „Wie jegens alle schepselen zonder haat, vriendelijk en ook medelijdend is, zonder verlangen en ikheidszin, voor wien smart en leed hetzelfde zijn, wie vergevensgezind isdie is mij dier baar". Of wij in het optreden van Krishna murti dan niet veel goeds zien en of we het kamp in Ommen dan niet nuttig vinden? Zeer zeker Hij schudt de men schen wakker; hij is hun geweten en knaagt als het ware aan hun verschrom pelde tradities en ideetjes. Hij is onge twijfeld een figuur van beteekenis, al is wat hij zegt in Oostersche geschriften, zij het in anderen vorm, telkens terug te vinden. Maar hij grijpt te hoog en te ver en stellig zal zijn optreden in de kampen op den duur tot deceptie leiden. Mischien voelt hij dat zelf wel aan komen; misschien herinnert hij zich de woorden uit „Tao the King" van den Chi- neeschen wijsgeer Lao Tse, die ergens zegt: Die weten spreken niet; di© spreken weten niet De wijse sluit zijn uitgangen. Het is daarvandaan Krishnamurti nu zelfs spreken te bewegen was reeds vastgesteld is dat en daarop volgend jaar zal komen spreken. misschien dat niet altijd tot en dat er thans hij het volgend niet in Ommen Samenvatting- Mogen we nu alles wat we boven be spraken en wat we wel ervoeren doch niet bespraken, samenvatten, dan moe- u 6 totde «rkentenis komen, dat het 0mmen «en centraal punt is Ito ?ri?' waar bet raogelijk is, eens geestelijk „aan den tand gevoeld te wor den waar het aangenaam is te verblij ven. en waar men zeer veel sympathieke menschen ontmoet met hooge opvattin gen van hun taak in dit leven. Al kunnen we ons best een goede samenleving zonder „Ommen" denken, een feit is daarnevens toch ook, dat Om men voor velen een geestelijk zoowel als stoffelijk ontspanningsoord is van groote waarde. En we zijn verheugd, dat we in die sfeer van naar hooger en beter strevende menschen hebben mogen vertoeven. v. d. H. Magazine „Nova". „Nova'' is deze maand met een strand- nummer verschenen, waarin een bijzonder goede bijdrage is het in de Riviera spelende „Fifi" van Ed. de Nève. Verder begint er een nieuw serie-verhaal van Sax Rohmer „De Avonturen van Kapitein CyHagan". Voorts droeg Guus Betlem Jr. een „Strand-Avon- tuur'' bij en J. P. Baljé een „Pier-Avontuur". Twee gevoelige schetsjes zijn verder nog „Zuster Doré's Genezing" van Henny W. de Groot en „Saïna' door Truus Post. In het filmsupplement verscheidene in teressante bijdragen o.a. over Sally Eilers en Paul Kemp. Mooie foto's tusschen den tekst van Ann Harding, Jenny Jugo, Miriam Jordan en Sally Eilers. STOOMVAARTLIJNEN. Kon. Ned. Stoomb. Mij. Achilles 31 Juli v. Tarragona te Valencia. Almelo (thuisr.) 1 Aug. v. Paita n. Cris- tobal. Barneveld (thuisr.) 30 Juli op 480 mijl Noord van Terceira. Benekom (thuisr.) 1 Aug. v Liverp. n. Amsterdam Berenice 2 Aug. v. Hamb. te Amst. Boskoop (thuisr.) 30 Juli v. Callao Ceres 1 Aug. v. Izmir te Piraeus. Mars, Oran/Amst.; p. 1 Aug. Gibraltar. Oberon 30 Juli te San Juan. Saturnus 29 Juli v. P. au Prince n. Cap. Haitien. Agamemnon 2 Aug. v. Lissabon te Amst. Ariadne 2 Aug. v. Rott. n. Kopenhagen. Hercules 2 Aug. v. Amst. n. Hamb. Nereus 2 Aug. v. Amst. n. Rott. Rhea 1 Aug. v. Palermo n. Algier* Ulysses 2 Aug. v. Amst. n. Rott, Rotterdamsche Llovd Dempo (uitr.) 1 Aug. v. Suez Siantar (thuisr.) 1 Aug. te Triest Sibajak (toeristenvaart) 2 Aug. te Muaj Sitoebondo (uitr.) 2 Aug. v. p. Said Kon. Holl. Lloyd. Zeelandia (uitr.) 2 Aug. v Funchal, Kon. Paketv. Mij. Le Maire 1 Aug. v. Lourenzo Maroue. Beira. 0. Holland—Amerika Lijn Beemsterdijk 2 Aug. v. Rott. n. N-Vni* Nebraska, Vancouver n. Rott 3o t„u- San Francisco. U'1 te Volendam (toeristenvaart) 2 Aue- naco te IJmuiden. Mo" Java—China—Japan Lijn Tjisaroea 31 Juli v. Manila te Honekr,«» Java—New-York Lijn. City of Evansville, Bat. n. N.-Yrwv Aug. v. Port Said. Tabian 1 Aug. v. Belawan n. Port tenham. ÖWet* Troilus, Java/N.-York, 1 Aug. y, Sin gapore. Simaloer 31 Juli v. Boston. Silver—Java—Pacific Lijn. Bintang, Portland (Ore) n. Calcutta, f Aug. te Rangoon. 1 Silverash. Calcutta n. Portland (Ore) 1 Aug. v. Rangoon. h 1 Emzetco Lijn. Jonge Jacobus 2 Aug. v. Carthagena vla Londen n. Rotterdam. Stoomv. Mij. Oceaan. Memnon 2 Aug. v. Rott. n. Hamburg. Prometheus, Java/Amst., 31 Juli te Sift gapore. HollandAfrika Lijn. Nieuwkerk 2 Aug. v. Amst. te Antw. HollandBritsch-Indië Lijn. Gaasterkerk 2 Aug. v. Rott. n. Bombay. HollandAmerika Lijn. Beemsterdijk 2 Aug. v. New-York te Rott. Lochgoil 2 Aug. v. Vancouver 1. v. Lon den te Rotterdam. HollandOost-Azlë Lijn. Meerkerk (thuisr.) 31 Juli te Marseille. Waalkerk (uitr.) 1 Aug. v. Singapore. Stoomv. Mij. Nederland. Marnix van St. Aldegonde (thuisr.) 2 Aug. v. Genua. Poelau Roebiah 2 Aug. v. Amst. n. Bat van Donderdag 3 Augustus 1933, OPGAVE VAN NOORDHOLLANDSCH LANDBOUWCREDIET N. V. (Ontvangen per draadlooze telefoon). Koers van heden te: STAATSLEENINGEN. 5 Nederl. 1932 4K 1917 4 1931 BANK-INSTELLINGEN. Handel Mpij Cert. v. 1000. Koloniale Bank Ned lnd Handelsbank D. Reichsbank INDUSTR. OND. BINNENL Alg Kunstzijde Unie a v. Berkels Patent a Calvé Delft Cert. Küchenm Acc. Nederl. Ford Philips Gloeil. Gem. Bezit a Unilever a INDUSTR. OND. BUITENL Am Smelting a a Anaconda Ass Gas Electr. t Bethleb. Steel Cities Service General Aviation Steel comm. Studebaker 11. S. Leather a Zweedsche Lucifers CULTUUR MAATSCH. H. V. A. Java Cultuur Ned. lnd. Suiker Unie Vorstenlanden Dito actions MIJNBOUW. Alg. Explor. Mij. a Boeton Redjang Lebong PETROLEUM. Dordtscbe Petr. a Kon. Petr Perlak a t Continental Oil Shell Union RUBBERS. Amsterd Rubber a Deli Bat Rubber Hessa Rubber Serbadjadi latere. Rubber SCHEEPVAARTEN. HolL Amerika lijn Gem. Eig. Kon. Ned. Stoomboot Niev. Goudriaan Scheepvaart Unie a TABAKKEN. Deli Batavia a Oostkust Oude Deli a Senembah AMER. SPOORWEGEN. Atcbison Topeka Southern Railw. Cert. Union Pacific Wabash a Noteering per 50, 'Exdividend. fExclaim. PROLONGAT Vorige koers 101'/» 101»/, 98% 72 05 94 28i/4 19»/, 651/s 1% 139 172 93% 24% §121/8 1»/» 28% 2% ,f/l6 38"/, 4s/i O98/» 35% 2213/4 1-6 90 46 28.10 126V, 121/8 103 1473/4 169% 99 101/4 6!/» 101% 47% 40 34 2% 20 17 )4% 17'/, 6u% 141 25% 140'/, 150»/, 45V, 19% 80% 39/» pl.m. 1.30 64 72 65 28»/, 139 174 931-»/, 24'/, 12'/, 287,-'/, 2% 38%-1 221'/, 135 90 40 126 12% 171% 987,-J 61/s 1028/^.3 2% 14% 60% 140 20 140 1 '7% 45% 83% 3'/» pl.m. 1.45 1/1%-1 12Ï-'/» '8%6-i 5% 170|-11 6%« 1031/,- 3% pl.m. 2.00 pl.m, 2.16 19 12%-J 1% 221.2 6-Vw 102'/,-3 357, 2%-l 140 174*/,-5 2% nof/i ió-i/n 6-Vw 140 140 3i 140-2 3'/» ige koers pCt. Heden 1% oCt. WISSELKOERSEN AMSTERDAM. Londen NIET OFFICIEEL Be, njn Parijs Brussel (Belga) j Bazel Weenen p. Sch. 100 Kopenhagen Stockholm ti, Oslo a New-York IfaliS l Vorige koers 8 221/, 59.05 9.70 34,56 47.95 3/00 42 04 41 50 1-85% 13.07 Koers op heden 2 uur 8.20 59.02'/, 9.701/4 34.5/ 47 92 3675 42 60 41 40 1.79»/4 13,96

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 8