DE AVONTUREN VAN WO-WANG EN SIMMY ASPIR1 JUmaieuws OPENLUCHT-MEETING VAN „KERK EN VREDE" IN DEN STEDELIJKEN MUZIEKTUIN. Sprekers Ds. G. Westmijse en Ds. I. Faber. TABLETTEI dat van den stratenmaker op 52 cent per uur te stellen, te handhaven. Conform besloten. Hierop kwam de opzichter binnen met een schilderij, voorstellende een strandgezicht „Schelpenvisschers" van den schilder G. J. Delfgouw. Devoorzitter huldigde den secretaris voor het groote werk, door hem verricht door het schrijven van het Gedenkboek, dat ver uitgaat boven andere gedenkboeken. Ongetwijfeld was de opdracht een blijk van waardeering voor de verdienste van den secretaris. Deze had te kennen gegeven, dat hij daarvoor in geen enkelen vorm gehono reerd wenschte te worden of iets wilde ont vangen. Toch heeft het dagelijksch bestuur ge meend, in de hoop, dat dit de instemming heeft van alle hoofdingelanden, hetgeen de secretaris deed in het belang van den polder, niet onopgemerkt te moeten laten. Het dage lijksch bestuur heeft daarom gedacht, den secretaris als blijk van waardeering dit schilderij te moeten aanbieden. Spr. hoopte, dat het den secretaris welkom was en dat deze het wel zal willen aan vaarden. (Applaus). De secretaris, mr. J. B e 1 o n j e, zeide, toen het schilderij werd binnengedragen, geen flauw idee te hebben gehad, dat dit voor hem bestemd was. Spr. had het Gedenkboek ge maakt, omdat hij meende, dat hij dat moest maken en tot op dit oogenblik heeft hij niet in het minst gedacht, dat hij daarvoor iets zou krijgen. Nu dit hem op deze wijze zoo spontaan wordt aangeboden, is hem dit dub bel aangenaam en kan hij niet anders zeg gen, dan dat hij daarvoor zeer erkentelijk :s. (Applaus). De voorzitter uitte nog den wensch. dat de secretaris het schilderij nog vele jaren in zijn huisgezin zal kunnen aanschouwen. De heer P. N. K o n i n g vroeg bij de rond vraag of het niet mogelijk was de polder- lasten in drie termijnen te laten betalen. De voorzitter merkte op, dat dit weinig doel zal hebben, omdat de biljetten pas deze maand zijn uitgereikt. Die niet kan betalen krijgt, voor zoover het billijk is, uit stel. De heer Govers bepleitte de wensche- lijkheid om de tot nog toé gevolgde soepel heid te blijven betrachten. De heer P. Dekker merkte nog op, dat invordering in termijnen tengevolge zal Ihebben, een andere vaststelling van het kohier. De voorzitter zag er geen voordeel in omdat de herfst voor de boeren den besten tijd voor betaling is. De heer Koning nam met deze toelich ting genoegen. De heer S. Kal ver boer sprak nog een woord van dank voor de tot hem gesproken woorden en verzekerde zijn best te zullen doen, de belangen van den polder te ehar tigen- De d ij k g r a a f sloot de vergadering, met de hoop uit te spreken, dat op 6, 7 en 8 September alle bestuursleden van den polder zich niet onbetuigd zullen laten en dat hij ze allen zal kunnen ontmoeten op het feest terrein te Stompetoren. Begunstigd door droog weer hadden zich gisteravond vele belangstellenden naar den muziektuin begeven, waar een groote open luchtmeeting, uitgaande van de vereeniging „Kerk en Vrede", afd. Alkmaar, werd ge houden. Na een welkomstwoord van ds. F. Kuiper vroeg deze de aandacht voor een rede van ds. G. Westmijse, voorganger Vrijz. Herv. gemeente te Rotterdam, die spreken zou over „Vredesduif en Oorlogssper wer". In de Oude Kerk te Rotterdam, zoo begon spr. zijn rede, op 2 Maart 1919, was reeds ditzelfde onderwerp voor het eerst het punt van bespreking. Wat waren we toen optimis tisch gestemd, nog versch liggen de oorlogs dagen in ons geheugen, we meenden, dat er een eind zou komen aan gekonkel en oorlogs- voorbereiding. We meenden, dat de volkeren „halt" zou den roepen. En nu: nieuwe dreiging! Menig een uwer dacht in de vacantie: „Wat is alles toch mooi en heerlijk, alleen jammer: de menschen deugen niet. Tóch, ook in dezen tijd is er de tegenstel ling en de herinnering aan Noach-mythe van het duifje met den olijftak. De wateren kun nen verdampen, maar de bergen zijn vast. Van 19141918 werden wederom de bergen overspoeld. En na die jarenwerden de bergen niet zichtbaar meer. De vredesgedachte is er, het algemeen pa cifisme bladdert af, och, hoevelen onder u zien al niet den oorlogssperwer. Daarom en daarom alleen moet de kerk nü spreken. Ze moet den weg wijzen tot den Vrede. Wanneer de Kerk zich niet uitspreekt tegen den oor log, dan is zij de kerk met een kleine k ge worden. Wij mogen niet zwijgen, dat mogen alleen zij, die zelf meestreden in de loopgraven. Zij hebben den gruwel nog niet verwerkt en wat zij ons te zeggen zouden hebben, ware te erg om aan te hooren. Doch thans is ons de nood opgelegd. Wij waren in 1914 nog niet klaar. De Paus heeft enkele pogingen gedaan, om dat ook Hij begreep, dat de kerk nu de gele genheid moet aangrijpen met beide handen Ja, zoo vervolgde spr. zijn betoog, wij predi kanten, we weten het wel, zoo Zondagmor gens van 10 uur tot half twaalf, dan is iedereen het met ons eens. Maar daarna in den vollen greep van het leven. Zijn we dan niet christenen met aanhalingsteekenen? Christenen in den vollen zin van het woord, christenen, als ware opvolgers van Christus „Kerk en Vrede" weet haar taak, voor haar vliegt het vredesduifje vrij en frank rond, als beschermer van de kerk. De vredesgedachte wordt te vaak nog behandeld, in strijd met de harde werkelijkheid. Maar water is on derhevig aan verdamping en komt na deze verdamping zuiverder te voorschijn. God zal thans net oorlogswater doen verdampen Daarom zien we de vredesduif uitvliegen, steeds onder goddelijke bescherming. Maai wij, wij hebben te doen met dien oorlogssper-1 wer. Ook in Nederland zien we zijn feilen blik, zijn gekromden snuit, vermomd als een netten heer, als een knappen diplomaat, zoo gaat hij daar in carnavalscostuum. Echter, los van alle franje en beeldspraak hebben wij thans te maken met den modernen oorlog. De voorbereiding tot dezen oorlog is, ja, daar is, maar één woord voor: beestachtig. Of eigenlijk mag men dat niet zeggen, beesten zijn niet zoo geraffineerd, zij weten niet wat gifgas is. Het gifgas spot met alle menschelijkheid. Is het niet vreeselijk, aldus spr., dat een blad als de N. R. Crt., op het eerste blad schrijft, dat de komende oorlog onafwendbaar is en dat de gemeenteraden sommen moeten uitgeven, om kelders te maken, waarin het arme volk kan vluchten, met gasmaskers op voor het menschonteerende gifgas. Koud en zakelijk staat dat daar en waar is dan het teere, ranke duifje? Spr. zal niet de oorlogs literatuur erbij halen, iedereen weet, hoe vreeselijk oorlogsverhalen zijn. Maar spr. zal den ouders zeggen: U maakt van uw kind kanonnenvleesch. God, geef mij de gave, hiertegen te strijden. We weten wel, de kerk is gebrekkig, maar ondanks haar ge brekkigheid, willen we er toch in werken. Wij willen niet zijn „naam-Christenen", maar Christenen van de daad. In de tweede plaats wijst de kerk u den weg van den vrede, ze moét dat doen, uit naam van Christus. De kerk kan geen slappe lingen gebruiken. Overal wordt tegen gestreden; tegen drankmisbruik, tegen slavernij, waarom dan niet tegen den oorlog. Toen de wereldoorlog afgeloopen was zei Lloyd George in Engeland: „Nu is verder het woord aan de kerk. Van haar hangt het af". Dót hebben we verstaan, wij menschen van „Kerk en Vrede". Christus wijst, krachtens het evangelie, den weg tot den vrede. En als we dat verstaan hebben, dan nooit en te nimmer militair, in welken vorm dan ook. Onttwapening is niet maar een ideaal, maar een noodzakelijke voorwaarde. Weet dan niemand, dat het kruis alleen de over winning kan brengen? Ziet dan niemand, dat met de duif en den sperwer samen in een kooi, de gruwel der verwoesting niet kan uitblijven? Vanavond komt u thuis en u luistert naar het persbureau Vaz Dias. U hoort: Midden op den Oceaan is een vreeselijke scheeps ramp gebeurd, 1000 menschen zijn daarbij om het leven gekomen. Ja dan is het even stil in uw huiskamer. Hoe vreeselijk is dót! Maar luistert u nu eens, dag in, dag uit, jaar in, jaar uit en dat 70 iaar lang naar dat zelfde bericht van die verongelukte men- schenlevens dan hebt ge het aantal slacht offers van 1914. Dat snijdt u in het hart en u schreeuwt: dat nooit meer! En bedenken we dan, dat de oorlog van 1914 nog maar kinderspel is bij den komende. Wat is het toch naïef, zoo vervolgde spr., om te zeggen: ja maar, als ik toch aange vallen word, dan moet ik me toch kunnen ver dedigen? Spr. noemde dit foutief. Wanneer ik straks naar den trein ga en ik word plotse ling in het donker besprongen, dan ben ik toch ook onvoorbereid. Men gaat immers niet op straat met deze gedachte. Tragisch is het, dat na eiken oorlog de volkeren vragen: „Wie heeft de schuld?" Maar de voorbereiding tot een nieuwen gaat voort. Wat is tegenwoordig een men schenleven nog waard? De kerk strijdt tegen elke zonde, dus ook tegen den oorlog. Spr. noemde het een groot succes, dat in de Tweede Kamer eens gezegd was: „Met de menschen van „Kerk en Vrede" valt niet te praten. Men weet het wel: kerk en oorlog gaan niet samen. Dikwijls ook zijn wij de kraaiende hanen uit de legende: Wij zien alles, we hooren alles maar blijven toch zwijgen. Dat is niét de weg van strijd, de weg van het kruis en het martelaarschap. Daarom tenslotte zeg ik tot U: Laat Gij den moed niet zinken. (Applaus). Hierna zong het zangkoor een lied en werd een oogenblik gepauseerd, waarna voor het tweede gedeelte van den avond de aandacht werd gevraagd voor de toespraak van ds, J. Faber, orth. pred. Nederl. Herv. gem. te Schoonoord (Drente), die als onderwerp ge kozen had „Militia Christi". Spr. begon met de opmerking, dat „militia Christi" wil zeggen in dienst van Christus Dit staat gelijk aan soldaat zijn van Christus. Lijkt dat soldaat zijn op het militair zijn in ons leger? Spr.'s bedoeling was op dezen avond te bespreken eenige punten van over eenkomst en een punt van verschil. Onder u zijn er, die zeggen: dat is een hopelooze taak. Dat is één groote tegenstelling. Maar er zijn heel veel punten van overeenstemming. In de eerste plaats word je soldaat geheel vrijwillig, want we hebben geen dienst plicht. In Nederland is gevochten voor de gewetensvrijheid, herdachten we niet kort ge leden den grooten Prins van Oranje. Een van de vruchten daarvan is de weg van dienstweigeren. Natuurlijk mag je weigeren. Je moet weigeren, wanneer je geweten je dit zegt. Ook bij het militair worden Geen mensch wordt gedwongen. En zoo is het ook met het soldaat worden van Jezus. L mocht 't doen. maar ook niet. Er zijn dienstweigeraars; ik ben het. Bijna 31 jaar heb ik geleefd om soldaat van Jezus te zijn. Je kunt ook dót weigeren. Je wordt op geroepen voor het soldaat zijn van Jezus. Dat is één punt van overeenkomst. Maar nu het punt van verschil. Niet allen worden ge roepen, vrouwen, gebrekkigen en theologen behoeven niet te dienen De staat kan alleen maar zonde-menschen gebruiken. Maar Christus niet. Hij roept ons allen op in Zijn dienst. Dienstweigeren valt niet mee. Ja, misschien is het de moeilijkste weg. Er zijn twee wegen: de moeilijkste weg is de weg van Christus. Mijne vrienden, ge kunt ook bij Jezus Christus dienst weigeren. Dat valt niet mee. Ik voor mij, ik kan de heele crisis, de werkloosheid niet anders zien dan als gevol gen van den wereldoorlog. Een diensiweige ring van de wereld Weer een punt van overeenkomst. Geheel en al in dienst. Dat is in het leger zoo, dat is bij Christus ook zoo. Want ge kunt geen twee heeren dienen. Is het daarom geen fatale vergissing om te spreken van overheidsdienst? Spr. kende de militaire reglementen piet, maar toch hoopte hij, dat er onder de aanwezigen hooge mili tairen zouden zijn. Wien moet een soldaat ge hoorzamen? Wiens bevel heeft hij op te vol gen, moet hij niet alleen gehoorzamen aan de hoogste Stem? Tusschen Christus en hem zijn verschillen de gezagsinstanties. Hij kan aan allen ge hoorzamen, mits ze in overeenstemming zijn. Op den berg Sinai, eeuwen geleden, daar heeft een volk Israël en daar hebben alle menschen de grondwet voor het leven ont vangen. Daarin staat: Gij zult niet dooden! Nie mand zal dat! God laat 't aan de menschen over, organische wetten te maken, mits ze in overeenstemming zijn met Zijn wetten. Gij zult niet dooden Dat recht hebt ge nimmer, want alleen degene, die het leven heeft, heeft het recht ervoor te strijden. Dat staat in den bijbel. Zoowel in het Oude- als in het Nieuwe Tes tament. Het recht een moordenaar te dooden heeft geen mensch op aarde. Het tweede voorbeeld haalde spr. uit het Nieuwe Testament. In de wetten van Israël staat: Zij, die over spel pleegt, moet gesteenigd worden. Dat staat in de wetten. Zoo'n vrouw brengen ze bij Jezus. Ze moet gesteenigd worden. Wat doet Jezus? Hij vergeet de grondwet nooit en antwoordt: Wie Uwer zonder zonde is, werpe den eersten steen God alleen mag dooden, dat heeft Mozes begrepen. Gezag uit God behoeft zich niet te verdedigen. Mozes wist het, hij was een sol daat van Christus. Het laatste, aldus spr., is de overeenkomst van het leger en Christus.In het leger zoekt de soldaat bescherming, zoo ook zal Christus zijn soldaten beschermen. Het eenige, wat hiertoe noodig is heet: geloof. Want geloof is gehoorzaamheid aan den oproep van Christus zelf. Ds. Kuiper sloot deze meeting met een en kel woord en wekte alle aanwezigen op, lid te worden van „Kerk en Vrede". Meneer" ook te dezer stede in elk opzicht zal worden overtroffen. Wij kunnen dus een bezoek aan de revue „De Bilt Seint in de Schouwburgloge „Dassi" Doelenveld op 26, 27, 28, 29 en 30 Augustus 8 uur warm aanbevelen. MEYER HAMEL'S REVUE 1933. De kermis 1931 bracht U de Succes revue „Hallo Hierheen" van Rido. De kermis 1932 bracht U de Schlager revue ,,'n Geel Bandje Meneer" van Meyer Hamel. Thans brengt 1933 als klap op de vuurpijl de Sensatie revue „De Bilt Seint door Rido en Meyer Hamel te samen vervaardigd. De groote reputatie van beide auteurs als revue-specialisten waarborgen een ongekend succes en terecht. „De Bilt Seint heeft stormenderhand Nederland verovert. Meer can 6 maanden werd deze revue te Amster dam en Rotterdam voor stampvolle zalen opgevoerd. En dat in deze tijden De hoofdrollen zijn in handen van Hen- riette Davids, de populaire revuester, die in deze revue tevens haar 30-jarig tooneeliubi- leum vierde, en hier ter stede vooral bekend is uit de Bouwmeester revue, terwijl het de directie gelukt is de eerste revue-komiek van ons land Sylvain Poons „de populaire man" van Amsterdam en Rotterdam aan het gezel schap te verbinden. Bij die „koppel", waaraan Jan Blok als derde toegevoegd Is, is het komische gedeelte in vertrouwde handen. Verder treden op Sophie Kohier en Ad. Willebrandt, die voor het vocale gedeelte zul len zorgen, Rika Davids, commère en Alex. Ludowsky met zijn 12 girls. Als bijzondere attractie zal in deze revue optreden Tatjana Tamarova, solo-danseres van de Kon. Vlamsche Opera. Een schat van costuums en décors vervaar digd op Nederlandsche ateliers naar model len van Pascaud, Caston Zanel, Delattré en Max Weldv te Parijs, gedragen door de bloem der Hollandsche meisjes, schitterende licht effecten (ontwerp Dennis Prosdy) en het orkest onder de beproefde leiding van de radio-kunstenaar John Brookhouse Mac Carty, zullen U in vervoering brengen. Tienduizenden in den lande genoten reeds van de revue „De Bilt seint door de drie radio-uitzendingen (een unicum). Thans bent U in de gelegenheid deze revue met eigen oogen te aanschouwen. Summa Summarum: een Nederlandsche revue, vervaardigd door Nederlandsche auteurs, gespeeld door Nederlandsche artls- ten en musici. Een Nederlandsche onder neming verdient den steun van alle Neder landers. Wij zijn er van overtuigd, dat, hetgeen proefondervindelijk in Amsterdam en Rotter dam reeds gebleken is, door de samenwer king van Rido en Meyer Hamel, het succes van „Hallo Hierheen" en ,,'n Geel Bandje POTASCH EN PERLEMOER IN 'T GULDEN VLIES. Zondag, Maandag, Dinsdag en Woensdag van de Alkmaarsche kermisweek worden in 't Gulden Vlies vier voorstellingen van den alom bekende lach-schlager „Potasch en Perlemoer" gegeven. Hoeveel malen dit „plesante" stuk wel opgevoerd is geworden? Ontelbare malen. En altijd trekt het volle zalen. De zaal van 't Gulden Vlies zal de eerste vier dagen weer daveren van den lach en het enthousiasme van het publiek zal enorm zijn. En vooral nu de hoofdrollen vervuld worden door niemand minder dan Cor Ruys en Louis de Bree. Er zijn waarlijk geen betere te vinden. De Telegraaf schreef over dit stuk: Het is overbodig, een beschrijving te geven van het stuk met zijn echte Jiddische humor, waartusschen een tikje ernst voor afwisseling zorgt. Potasch en Perlemoer is bekend ge noeg. Maar daar gaat het niet over. zooals Ruys zou zeggen. We hebben gelachen, ge schaterd van kwart over acht tot twaalf uur toe. Om Potasch die het „spits" had, om Perlemoer den gewieksten zakenman die toch alles ziet misloopen, om Rosie, waarvan Gusta Chrispijn een pracht rolletje wist te maken. Kleine Pisuisse gaf als ontwerpster Ruth Goldman charmant spel te zien en Jacq. Reule als de „verrader" Feldman haalde zich de haat van het publiek op den hals en dat is het mooiste compliment dat wij hem kunnen geven. Ook Pierre Myin als Pasinsky Wim Kan als Boris Andrieff. de man waar net on geluk en geluk vandaan komen en Beb Boole- man als Irma Potasch, zij allen hebben uit hun rollen gehaald wat er in zat en dat was niet weinig. Een hartelijk applaus en vele bloemen be loonden de spelers voor de uitstekende ver tolking. DE KERMISFILM IN HET A.B.T. In het A.B.T. zal in de kermisweek Adr. Solser weer optreden, ditmaal in de film: „Bet naar de Olympiade". Wij vinden daar over o.a. de volgende persstemmen. De Hoornsche Crt. schreef: Bij Wilson heeft gisteravond een kermisstemming ge- heerscht van je welste en daar is Adrienne Solser de schuld van. In de eerste plaats is het voor velen een openbaring nu eens een groote sprekende film bij te wonen, welke wat jg noemt 18 karaats Hollandsch is en daarbij is de handeling van dien aard, dat de lach niet van de lucht komt. Doch dat is niet alles: de clou van den avond is het optreden van Adrienne Solser zélf. Op en top Holland sche als zij is, weet zij het Hollandsche hart te treffen in ernst en luim en haar optreden alleen reeds motiveert een gang naar het Wilson Theater. Wie een avond van echte onvervalschte volkshumor wil genieten, die sla het Wilson-Theater niet over. De Middelb. Crt schrijft: Wie Bet is? Dat behoeven we waarlijk niet nader te verklaren Bet is zeker evengoed bekend als de Olym piade, dat bewees de volle zaal gisteravond bij haar eerste optreden. Een film met Bet in de hoofdrol is een jaarlijks terugkeerende kermis-attractie, die ook nu weer, als zoo vele malen reeds, den bezoeker zorgen en nooden doen vergeten, en velen een genoeglijk uurtje bezorgt. Mevr. Adrienne Solser, die de hoofdrol in genoemde film vertolkt, expliceert deze en verhoogt de amusante waarde ervan op de haar bekende wijze. In onvervalscht Jor- daansch dialect verklaart, vertaalt en zingt zij hierbij. Hein (Alex de Meester) beleeft in een verre van benijdenswaardige positie, weer vele avonturen met zijn wederhelft. Hij is de-man- die-de-klappen-krijgt, rijkelijk toegediend tij dens de tallooze vroolijke verwikkelingen en huiselijke twisten waarbij Bet immer zege vierend uit den strijd komt. Dansen, hossen en springen waar muziek is, gaan met de bekende geestdrift in deze typische Amsterdamsche volksbuurt, dat zijn eigen leven leeft, dat mevr. Adrienne Solser zoo juist weet te vertolken. Een ernstig mo ment, een ernstig liedje van droeve tragiek en echt-Hollandsche toestanden worden op den juisten toon voorgedragen. De Leeuwarder Crt.: De Leeuwarder Bioscoop had voor deze laatste kermisdagen geen gelukkiger keuze kunnen doen dan door Adrienne Solser te engageeren. 'Vorig jaar was haar optreden immers zeer succesvol. Ook thans had zij veel succes in de film „Bet naar de Olympiade", in 5 acten, scena- Uitsluitend verkrijgbaar In de oranje-bandbuisjes v«t| 20 tabl. 70 ets. en oranjezakjes van 2 t«bl._è 10 du rio van Andr. Boesnach, met in de hoofdrol* len Bet, en Alex de Meester als „Hein", haar beminde. Bij haar verschijning en na een kort woordje ter inleiding te hebben gesproken, had zij reeds een daverend applaus in ont vangst te nemen. Wij zien dan in dit spel van dwaze vreug de, hoe zij dagelijks haar klanten bedient in haar druk bezocht bakkerswinkeltje in de Jordaan. Haar Hein, als bakker, laat het pu, bliek dikwijls onbedaarlijk lachen. Vooral in het tweede bedrijf als Bet zich trainen moet, daar zij is uitgekozen als vertegenwoordig, ster der Jordaan, voor de Olympische Spe- len te Los Angeles, klinkt de lach vaak hel. der op. Het derde bedrijf toont duidelijk, dat Bet, door medelijden bewogen, haar zieke buurman verpleegt. Bij de 4e acte zien we haar trainen in het zwemmen, wat ook zeer koddige en lachwek kende momenten met zich meebrengt. Duide lijk toont ze zich als een echte type van vrouw uit de Jordaan. Dit komt trouwens ook bij het zingen van haar liedjes sterk tot uiting. In de 5e acte wordt haar door de ge. heele Jordaan hulde gebracht, omdat ze haar man weet te redden, die, bij haar trai ning, te water is geraakt. Men ziet het, den bezoekers van het theatei wordt weer het beste geboden dat zij maai kunnen verlangen. VLIEGENIER DES DOODS. Een luchthelden drama van dezen tijd. Richard Barthelmess' nieuwste film komt deze week in het bioscoop-theater Cinema Americain onder den naam „De Vliegenier des Doods". Deze super luchtfilm verheer lijkt de luchthelden in vredestijd en wordt naast zijn vorige vertolking in „Dawn Patrol'- als Barthelmess' beste creatie be schouwd. Het scenario behandelt de gevaren en het opwindende beroep van deze stoere naviga tors der lucht. Richard Barthelmess ver tolkt de rol van een uit den oorlog terugge keerden luchtheld, die passagiersvluchten onderhoudt. Het vliegtuig verongelukt in een zwaren storm, waardoor hij wordt ontslagen. Ontmoedigd en niet wetend wat te doen. meld hij zich voor een baantje bij een reizend circusgezelschap, dat vliegdemonstraties geeft en wordt daar verliefd op Sally Eilers, een parachutspringster. De spannende han delingen van het beroep alsmede hun roman tische liefdesverhoudingen vormen het ge geven van het drama „Central Airport" De hoofdpersonen spelen even roekeloos met de liefde als met het leven, en Barthel- mes, van oordeel zijnde, dat een vliegeniet niet behoort te trouwen omdat zijn leven in handen van het noodlot ligt, verliest zijn ge liefde. Gebroken en vervuld van een niets ont ziende roekeloosheid wanneer hij bemerkt dat het voorwero zijner liefde voor altijd voor hem verloren is, acceeoteert Barthelmess elk vliegeniers-baantje, dat genoeg gevaar op levert. Een dergelijk baantje vindt hij als vliegenier in Zuid-Amerika. Door zijn verre- gaanden moed en zijn roekeloosheid verwerft hij een wereldvermaardheid. Deze spannende First National-film bevat de meest belangrijke scènes, die ooit ia vredestijd op het gebied van aviatiek zijn vertoond, waaronder de spanning ten top wordt gevoerd, wanneer Barthelmess passagiers van een in de Caribische zee zin kend watervliegtuig redt. Wellman, een vroegere oorlo°rsvlieerenier, onder wiens leiding „Wings" en „Young Eagles" zijn gemaakt, overtrof zichzelf met zijn ongeloofelijke luchtprestaties in „Central Airport". Verder spelen in de film nog be langrijke sterren mede, o.a. Glenda Farrell, Harold Huber, James Murray, Claire McDowell, Grant Mitchell etc. Rian James en James Seymour schreven het film-scenario naar een novelle van Jack Moffitt. Beter dan kinine slikken i Is het muggen dood te tikken. l f 1,ze.ren, meneer, heb medelijden met mij", smeekte ie Ha"?p.,zl'n j"1'®®11. „ik heb toch niets misdaan". „Noem ransi.len'V' bu|derde Simmy „om twee arme jongens af te koude nnd°°a Sj'6 va"mi<ldag deed en ze nu vannacht in een dat Ik l MdsC>Jkcrkcrl°P te -O, ik beloof U, ten maar vcrdw'Vn j"' bevel zal geven om hen vrij te la ten, maar verdwjjnt U dan alsjeblieft weer gauw". 112. „Niet voordat je mij alle sleutels van het heele huis g®* geven hebt antwoordde Sim. „Dat kan ik niet doen stot- terde Li-woeng verschrikt. „Vlug een beetje, dreigde Simmfy een nf ander rfehe.imzinnié OOru» f tl V-V.U UCtlU»v.6-J li „ot we nemen |ou mee naar een of ander geheimzinnig oord. Uver al zijn leden bevend, overhandigde Li-woeng zijn sleutels. „Ziozoo, wijs mij nu de sleutel van jou slaapkamer en van de huisdeur en dan kruip je weer in je bed. Denk erom bet minste alarm dat je maakt wordt ie noodlottig. Je hebt me du»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 6