DE AVONTUREN VAN WO-WANG EN SIMMY
ASPIR1
JUmaieuws
OPENLUCHT-MEETING VAN
„KERK EN VREDE" IN DEN
STEDELIJKEN MUZIEKTUIN.
Sprekers Ds. G. Westmijse en
Ds. I. Faber.
TABLETTEI
dat van den stratenmaker op 52 cent per uur
te stellen, te handhaven.
Conform besloten.
Hierop kwam de opzichter binnen met een
schilderij, voorstellende een strandgezicht
„Schelpenvisschers" van den schilder G. J.
Delfgouw.
Devoorzitter huldigde den secretaris
voor het groote werk, door hem verricht
door het schrijven van het Gedenkboek, dat
ver uitgaat boven andere gedenkboeken.
Ongetwijfeld was de opdracht een blijk
van waardeering voor de verdienste van den
secretaris. Deze had te kennen gegeven, dat
hij daarvoor in geen enkelen vorm gehono
reerd wenschte te worden of iets wilde ont
vangen.
Toch heeft het dagelijksch bestuur ge
meend, in de hoop, dat dit de instemming
heeft van alle hoofdingelanden, hetgeen de
secretaris deed in het belang van den polder,
niet onopgemerkt te moeten laten. Het dage
lijksch bestuur heeft daarom gedacht, den
secretaris als blijk van waardeering dit
schilderij te moeten aanbieden.
Spr. hoopte, dat het den secretaris welkom
was en dat deze het wel zal willen aan
vaarden. (Applaus).
De secretaris, mr. J. B e 1 o n j e, zeide, toen
het schilderij werd binnengedragen, geen
flauw idee te hebben gehad, dat dit voor hem
bestemd was. Spr. had het Gedenkboek ge
maakt, omdat hij meende, dat hij dat moest
maken en tot op dit oogenblik heeft hij niet
in het minst gedacht, dat hij daarvoor iets
zou krijgen. Nu dit hem op deze wijze zoo
spontaan wordt aangeboden, is hem dit dub
bel aangenaam en kan hij niet anders zeg
gen, dan dat hij daarvoor zeer erkentelijk :s.
(Applaus).
De voorzitter uitte nog den wensch.
dat de secretaris het schilderij nog vele jaren
in zijn huisgezin zal kunnen aanschouwen.
De heer P. N. K o n i n g vroeg bij de rond
vraag of het niet mogelijk was de polder-
lasten in drie termijnen te laten betalen.
De voorzitter merkte op, dat dit
weinig doel zal hebben, omdat de biljetten
pas deze maand zijn uitgereikt. Die niet kan
betalen krijgt, voor zoover het billijk is, uit
stel.
De heer Govers bepleitte de wensche-
lijkheid om de tot nog toé gevolgde soepel
heid te blijven betrachten.
De heer P. Dekker merkte nog op, dat
invordering in termijnen tengevolge zal
Ihebben, een andere vaststelling van het
kohier.
De voorzitter zag er geen voordeel
in omdat de herfst voor de boeren den besten
tijd voor betaling is.
De heer Koning nam met deze toelich
ting genoegen.
De heer S. Kal ver boer sprak nog een
woord van dank voor de tot hem gesproken
woorden en verzekerde zijn best te zullen
doen, de belangen van den polder te ehar
tigen-
De d ij k g r a a f sloot de vergadering, met
de hoop uit te spreken, dat op 6, 7 en 8
September alle bestuursleden van den polder
zich niet onbetuigd zullen laten en dat hij
ze allen zal kunnen ontmoeten op het feest
terrein te Stompetoren.
Begunstigd door droog weer hadden zich
gisteravond vele belangstellenden naar den
muziektuin begeven, waar een groote open
luchtmeeting, uitgaande van de vereeniging
„Kerk en Vrede", afd. Alkmaar, werd ge
houden.
Na een welkomstwoord van ds. F. Kuiper
vroeg deze de aandacht voor een rede van
ds. G. Westmijse, voorganger Vrijz. Herv.
gemeente te Rotterdam, die spreken zou over
„Vredesduif en Oorlogssper
wer".
In de Oude Kerk te Rotterdam, zoo begon
spr. zijn rede, op 2 Maart 1919, was reeds
ditzelfde onderwerp voor het eerst het punt
van bespreking. Wat waren we toen optimis
tisch gestemd, nog versch liggen de oorlogs
dagen in ons geheugen, we meenden, dat er
een eind zou komen aan gekonkel en oorlogs-
voorbereiding.
We meenden, dat de volkeren „halt" zou
den roepen. En nu: nieuwe dreiging! Menig
een uwer dacht in de vacantie: „Wat is alles
toch mooi en heerlijk, alleen jammer: de
menschen deugen niet.
Tóch, ook in dezen tijd is er de tegenstel
ling en de herinnering aan Noach-mythe van
het duifje met den olijftak. De wateren kun
nen verdampen, maar de bergen zijn vast.
Van 19141918 werden wederom de bergen
overspoeld. En na die jarenwerden de
bergen niet zichtbaar meer.
De vredesgedachte is er, het algemeen pa
cifisme bladdert af, och, hoevelen onder u
zien al niet den oorlogssperwer. Daarom en
daarom alleen moet de kerk nü spreken. Ze
moet den weg wijzen tot den Vrede. Wanneer
de Kerk zich niet uitspreekt tegen den oor
log, dan is zij de kerk met een kleine k ge
worden.
Wij mogen niet zwijgen, dat mogen alleen
zij, die zelf meestreden in de loopgraven. Zij
hebben den gruwel nog niet verwerkt en wat
zij ons te zeggen zouden hebben, ware te erg
om aan te hooren. Doch thans is ons de nood
opgelegd. Wij waren in 1914 nog niet klaar.
De Paus heeft enkele pogingen gedaan, om
dat ook Hij begreep, dat de kerk nu de gele
genheid moet aangrijpen met beide handen
Ja, zoo vervolgde spr. zijn betoog, wij predi
kanten, we weten het wel, zoo Zondagmor
gens van 10 uur tot half twaalf, dan is
iedereen het met ons eens. Maar daarna
in den vollen greep van het leven. Zijn we
dan niet christenen met aanhalingsteekenen?
Christenen in den vollen zin van het woord,
christenen, als ware opvolgers van Christus
„Kerk en Vrede" weet haar taak, voor haar
vliegt het vredesduifje vrij en frank rond, als
beschermer van de kerk. De vredesgedachte
wordt te vaak nog behandeld, in strijd met
de harde werkelijkheid. Maar water is on
derhevig aan verdamping en komt na deze
verdamping zuiverder te voorschijn. God zal
thans net oorlogswater doen verdampen
Daarom zien we de vredesduif uitvliegen,
steeds onder goddelijke bescherming. Maai
wij, wij hebben te doen met dien oorlogssper-1
wer. Ook in Nederland zien we zijn feilen
blik, zijn gekromden snuit, vermomd als een
netten heer, als een knappen diplomaat, zoo
gaat hij daar in carnavalscostuum. Echter,
los van alle franje en beeldspraak hebben
wij thans te maken met den modernen oorlog.
De voorbereiding tot dezen oorlog is, ja,
daar is, maar één woord voor: beestachtig.
Of eigenlijk mag men dat niet zeggen,
beesten zijn niet zoo geraffineerd, zij weten
niet wat gifgas is.
Het gifgas spot met alle menschelijkheid.
Is het niet vreeselijk, aldus spr., dat een
blad als de N. R. Crt., op het eerste blad
schrijft, dat de komende oorlog onafwendbaar
is en dat de gemeenteraden sommen moeten
uitgeven, om kelders te maken, waarin het
arme volk kan vluchten, met gasmaskers op
voor het menschonteerende gifgas. Koud en
zakelijk staat dat daar en waar is dan het
teere, ranke duifje? Spr. zal niet de oorlogs
literatuur erbij halen, iedereen weet, hoe
vreeselijk oorlogsverhalen zijn.
Maar spr. zal den ouders zeggen: U maakt
van uw kind kanonnenvleesch. God, geef mij
de gave, hiertegen te strijden. We weten wel,
de kerk is gebrekkig, maar ondanks haar ge
brekkigheid, willen we er toch in werken. Wij
willen niet zijn „naam-Christenen", maar
Christenen van de daad.
In de tweede plaats wijst de kerk u den
weg van den vrede, ze moét dat doen, uit
naam van Christus. De kerk kan geen slappe
lingen gebruiken.
Overal wordt tegen gestreden; tegen
drankmisbruik, tegen slavernij, waarom dan
niet tegen den oorlog.
Toen de wereldoorlog afgeloopen was zei
Lloyd George in Engeland: „Nu is verder
het woord aan de kerk. Van haar hangt het
af".
Dót hebben we verstaan, wij menschen
van „Kerk en Vrede".
Christus wijst, krachtens het evangelie, den
weg tot den vrede. En als we dat verstaan
hebben, dan nooit en te nimmer militair, in
welken vorm dan ook.
Onttwapening is niet maar een ideaal,
maar een noodzakelijke voorwaarde. Weet
dan niemand, dat het kruis alleen de over
winning kan brengen? Ziet dan niemand, dat
met de duif en den sperwer samen in een
kooi, de gruwel der verwoesting niet kan
uitblijven?
Vanavond komt u thuis en u luistert naar
het persbureau Vaz Dias. U hoort: Midden
op den Oceaan is een vreeselijke scheeps
ramp gebeurd, 1000 menschen zijn daarbij
om het leven gekomen. Ja dan is het even
stil in uw huiskamer. Hoe vreeselijk is dót!
Maar luistert u nu eens, dag in, dag uit,
jaar in, jaar uit en dat 70 iaar lang naar dat
zelfde bericht van die verongelukte men-
schenlevens dan hebt ge het aantal slacht
offers van 1914. Dat snijdt u in het hart en u
schreeuwt: dat nooit meer!
En bedenken we dan, dat de oorlog van
1914 nog maar kinderspel is bij den komende.
Wat is het toch naïef, zoo vervolgde spr.,
om te zeggen: ja maar, als ik toch aange
vallen word, dan moet ik me toch kunnen ver
dedigen? Spr. noemde dit foutief. Wanneer
ik straks naar den trein ga en ik word plotse
ling in het donker besprongen, dan ben ik
toch ook onvoorbereid. Men gaat immers
niet op straat met deze gedachte. Tragisch is
het, dat na eiken oorlog de volkeren vragen:
„Wie heeft de schuld?"
Maar de voorbereiding tot een nieuwen
gaat voort. Wat is tegenwoordig een men
schenleven nog waard? De kerk strijdt
tegen elke zonde, dus ook tegen den oorlog.
Spr. noemde het een groot succes, dat in
de Tweede Kamer eens gezegd was: „Met de
menschen van „Kerk en Vrede" valt niet te
praten.
Men weet het wel: kerk en oorlog gaan
niet samen.
Dikwijls ook zijn wij de kraaiende hanen
uit de legende: Wij zien alles, we hooren alles
maar blijven toch zwijgen. Dat is niét de
weg van strijd, de weg van het kruis en het
martelaarschap.
Daarom tenslotte zeg ik tot U: Laat Gij
den moed niet zinken. (Applaus).
Hierna zong het zangkoor een lied en werd
een oogenblik gepauseerd, waarna voor het
tweede gedeelte van den avond de aandacht
werd gevraagd voor de toespraak van ds,
J. Faber, orth. pred. Nederl. Herv. gem. te
Schoonoord (Drente), die als onderwerp ge
kozen had
„Militia Christi".
Spr. begon met de opmerking, dat „militia
Christi" wil zeggen in dienst van Christus
Dit staat gelijk aan soldaat zijn van Christus.
Lijkt dat soldaat zijn op het militair zijn in
ons leger? Spr.'s bedoeling was op dezen
avond te bespreken eenige punten van over
eenkomst en een punt van verschil. Onder u
zijn er, die zeggen: dat is een hopelooze
taak.
Dat is één groote tegenstelling. Maar er
zijn heel veel punten van overeenstemming.
In de eerste plaats word je soldaat geheel
vrijwillig, want we hebben geen dienst
plicht. In Nederland is gevochten voor de
gewetensvrijheid, herdachten we niet kort ge
leden den grooten Prins van Oranje. Een
van de vruchten daarvan is de weg van
dienstweigeren. Natuurlijk mag je weigeren.
Je moet weigeren, wanneer je geweten je
dit zegt. Ook bij het militair worden
Geen mensch wordt gedwongen. En zoo is
het ook met het soldaat worden van Jezus.
L mocht 't doen. maar ook niet. Er zijn
dienstweigeraars; ik ben het. Bijna 31 jaar
heb ik geleefd om soldaat van Jezus te
zijn. Je kunt ook dót weigeren. Je wordt op
geroepen voor het soldaat zijn van Jezus. Dat
is één punt van overeenkomst. Maar nu het
punt van verschil. Niet allen worden ge
roepen, vrouwen, gebrekkigen en theologen
behoeven niet te dienen De staat kan alleen
maar zonde-menschen gebruiken. Maar
Christus niet. Hij roept ons allen op in Zijn
dienst. Dienstweigeren valt niet mee. Ja,
misschien is het de moeilijkste weg. Er zijn
twee wegen: de moeilijkste weg is de weg
van Christus.
Mijne vrienden, ge kunt ook bij Jezus
Christus dienst weigeren. Dat valt niet
mee. Ik voor mij, ik kan de heele crisis, de
werkloosheid niet anders zien dan als gevol
gen van den wereldoorlog. Een diensiweige
ring van de wereld
Weer een punt van overeenkomst. Geheel
en al in dienst. Dat is in het leger zoo, dat is
bij Christus ook zoo. Want ge kunt geen twee
heeren dienen.
Is het daarom geen fatale vergissing om
te spreken van overheidsdienst? Spr. kende de
militaire reglementen piet, maar toch hoopte
hij, dat er onder de aanwezigen hooge mili
tairen zouden zijn. Wien moet een soldaat ge
hoorzamen? Wiens bevel heeft hij op te vol
gen, moet hij niet alleen gehoorzamen aan
de hoogste Stem?
Tusschen Christus en hem zijn verschillen
de gezagsinstanties. Hij kan aan allen ge
hoorzamen, mits ze in overeenstemming zijn.
Op den berg Sinai, eeuwen geleden, daar
heeft een volk Israël en daar hebben alle
menschen de grondwet voor het leven ont
vangen.
Daarin staat: Gij zult niet dooden! Nie
mand zal dat! God laat 't aan de menschen
over, organische wetten te maken, mits ze in
overeenstemming zijn met Zijn wetten. Gij
zult niet dooden
Dat recht hebt ge nimmer, want alleen
degene, die het leven heeft, heeft het recht
ervoor te strijden. Dat staat in den bijbel.
Zoowel in het Oude- als in het Nieuwe Tes
tament. Het recht een moordenaar te dooden
heeft geen mensch op aarde.
Het tweede voorbeeld haalde spr. uit het
Nieuwe Testament.
In de wetten van Israël staat: Zij, die over
spel pleegt, moet gesteenigd worden. Dat
staat in de wetten. Zoo'n vrouw brengen ze
bij Jezus. Ze moet gesteenigd worden. Wat
doet Jezus? Hij vergeet de grondwet nooit en
antwoordt: Wie Uwer zonder zonde is, werpe
den eersten steen
God alleen mag dooden, dat heeft Mozes
begrepen. Gezag uit God behoeft zich niet te
verdedigen. Mozes wist het, hij was een sol
daat van Christus.
Het laatste, aldus spr., is de overeenkomst
van het leger en Christus.In het leger zoekt
de soldaat bescherming, zoo ook zal Christus
zijn soldaten beschermen.
Het eenige, wat hiertoe noodig is heet:
geloof.
Want geloof is gehoorzaamheid aan den
oproep van Christus zelf.
Ds. Kuiper sloot deze meeting met een en
kel woord en wekte alle aanwezigen op, lid
te worden van „Kerk en Vrede".
Meneer" ook te dezer stede in elk opzicht zal
worden overtroffen.
Wij kunnen dus een bezoek aan de revue
„De Bilt Seint in de Schouwburgloge
„Dassi" Doelenveld op 26, 27, 28, 29 en 30
Augustus 8 uur warm aanbevelen.
MEYER HAMEL'S REVUE 1933.
De kermis 1931 bracht U de Succes revue
„Hallo Hierheen" van Rido.
De kermis 1932 bracht U de Schlager
revue ,,'n Geel Bandje Meneer" van Meyer
Hamel.
Thans brengt 1933 als klap op de vuurpijl
de Sensatie revue „De Bilt Seint door
Rido en Meyer Hamel te samen vervaardigd.
De groote reputatie van beide auteurs als
revue-specialisten waarborgen een ongekend
succes en terecht. „De Bilt Seint heeft
stormenderhand Nederland verovert. Meer
can 6 maanden werd deze revue te Amster
dam en Rotterdam voor stampvolle zalen
opgevoerd. En dat in deze tijden
De hoofdrollen zijn in handen van Hen-
riette Davids, de populaire revuester, die in
deze revue tevens haar 30-jarig tooneeliubi-
leum vierde, en hier ter stede vooral bekend
is uit de Bouwmeester revue, terwijl het de
directie gelukt is de eerste revue-komiek van
ons land Sylvain Poons „de populaire man"
van Amsterdam en Rotterdam aan het gezel
schap te verbinden.
Bij die „koppel", waaraan Jan Blok als
derde toegevoegd Is, is het komische gedeelte
in vertrouwde handen.
Verder treden op Sophie Kohier en Ad.
Willebrandt, die voor het vocale gedeelte zul
len zorgen, Rika Davids, commère en Alex.
Ludowsky met zijn 12 girls.
Als bijzondere attractie zal in deze revue
optreden Tatjana Tamarova, solo-danseres
van de Kon. Vlamsche Opera.
Een schat van costuums en décors vervaar
digd op Nederlandsche ateliers naar model
len van Pascaud, Caston Zanel, Delattré en
Max Weldv te Parijs, gedragen door de
bloem der Hollandsche meisjes, schitterende
licht effecten (ontwerp Dennis Prosdy) en
het orkest onder de beproefde leiding van de
radio-kunstenaar John Brookhouse Mac
Carty, zullen U in vervoering brengen.
Tienduizenden in den lande genoten reeds
van de revue „De Bilt seint door de
drie radio-uitzendingen (een unicum). Thans
bent U in de gelegenheid deze revue met
eigen oogen te aanschouwen.
Summa Summarum: een Nederlandsche
revue, vervaardigd door Nederlandsche
auteurs, gespeeld door Nederlandsche artls-
ten en musici. Een Nederlandsche onder
neming verdient den steun van alle Neder
landers.
Wij zijn er van overtuigd, dat, hetgeen
proefondervindelijk in Amsterdam en Rotter
dam reeds gebleken is, door de samenwer
king van Rido en Meyer Hamel, het succes
van „Hallo Hierheen" en ,,'n Geel Bandje
POTASCH EN PERLEMOER IN
'T GULDEN VLIES.
Zondag, Maandag, Dinsdag en Woensdag
van de Alkmaarsche kermisweek worden in
't Gulden Vlies vier voorstellingen van den
alom bekende lach-schlager „Potasch en
Perlemoer" gegeven. Hoeveel malen dit
„plesante" stuk wel opgevoerd is geworden?
Ontelbare malen. En altijd trekt het volle
zalen.
De zaal van 't Gulden Vlies zal de eerste
vier dagen weer daveren van den lach en het
enthousiasme van het publiek zal enorm
zijn. En vooral nu de hoofdrollen vervuld
worden door niemand minder dan Cor Ruys
en Louis de Bree. Er zijn waarlijk geen betere
te vinden.
De Telegraaf schreef over dit stuk:
Het is overbodig, een beschrijving te geven
van het stuk met zijn echte Jiddische humor,
waartusschen een tikje ernst voor afwisseling
zorgt. Potasch en Perlemoer is bekend ge
noeg. Maar daar gaat het niet over. zooals
Ruys zou zeggen. We hebben gelachen, ge
schaterd van kwart over acht tot twaalf uur
toe. Om Potasch die het „spits" had, om
Perlemoer den gewieksten zakenman die toch
alles ziet misloopen, om Rosie, waarvan
Gusta Chrispijn een pracht rolletje wist te
maken.
Kleine Pisuisse gaf als ontwerpster Ruth
Goldman charmant spel te zien en Jacq.
Reule als de „verrader" Feldman haalde zich
de haat van het publiek op den hals en dat
is het mooiste compliment dat wij hem kunnen
geven. Ook Pierre Myin als Pasinsky Wim
Kan als Boris Andrieff. de man waar net on
geluk en geluk vandaan komen en Beb Boole-
man als Irma Potasch, zij allen hebben uit
hun rollen gehaald wat er in zat en dat was
niet weinig.
Een hartelijk applaus en vele bloemen be
loonden de spelers voor de uitstekende ver
tolking.
DE KERMISFILM IN HET A.B.T.
In het A.B.T. zal in de kermisweek Adr.
Solser weer optreden, ditmaal in de film:
„Bet naar de Olympiade". Wij vinden daar
over o.a. de volgende persstemmen.
De Hoornsche Crt. schreef: Bij Wilson
heeft gisteravond een kermisstemming ge-
heerscht van je welste en daar is Adrienne
Solser de schuld van. In de eerste plaats is
het voor velen een openbaring nu eens een
groote sprekende film bij te wonen, welke
wat jg noemt 18 karaats Hollandsch is en
daarbij is de handeling van dien aard, dat de
lach niet van de lucht komt. Doch dat is niet
alles: de clou van den avond is het optreden
van Adrienne Solser zélf. Op en top Holland
sche als zij is, weet zij het Hollandsche hart
te treffen in ernst en luim en haar optreden
alleen reeds motiveert een gang naar het
Wilson Theater. Wie een avond van echte
onvervalschte volkshumor wil genieten, die
sla het Wilson-Theater niet over.
De Middelb. Crt schrijft: Wie Bet is? Dat
behoeven we waarlijk niet nader te verklaren
Bet is zeker evengoed bekend als de Olym
piade, dat bewees de volle zaal gisteravond
bij haar eerste optreden. Een film met Bet
in de hoofdrol is een jaarlijks terugkeerende
kermis-attractie, die ook nu weer, als zoo
vele malen reeds, den bezoeker zorgen en
nooden doen vergeten, en velen een genoeglijk
uurtje bezorgt.
Mevr. Adrienne Solser, die de hoofdrol in
genoemde film vertolkt, expliceert deze en
verhoogt de amusante waarde ervan op de
haar bekende wijze. In onvervalscht Jor-
daansch dialect verklaart, vertaalt en zingt
zij hierbij.
Hein (Alex de Meester) beleeft in een verre
van benijdenswaardige positie, weer vele
avonturen met zijn wederhelft. Hij is de-man-
die-de-klappen-krijgt, rijkelijk toegediend tij
dens de tallooze vroolijke verwikkelingen en
huiselijke twisten waarbij Bet immer zege
vierend uit den strijd komt.
Dansen, hossen en springen waar muziek
is, gaan met de bekende geestdrift in deze
typische Amsterdamsche volksbuurt, dat zijn
eigen leven leeft, dat mevr. Adrienne Solser
zoo juist weet te vertolken. Een ernstig mo
ment, een ernstig liedje van droeve tragiek
en echt-Hollandsche toestanden worden op
den juisten toon voorgedragen.
De Leeuwarder Crt.: De Leeuwarder
Bioscoop had voor deze laatste kermisdagen
geen gelukkiger keuze kunnen doen dan door
Adrienne Solser te engageeren. 'Vorig jaar
was haar optreden immers zeer succesvol.
Ook thans had zij veel succes in de film
„Bet naar de Olympiade", in 5 acten, scena-
Uitsluitend verkrijgbaar In de oranje-bandbuisjes v«t|
20 tabl. 70 ets. en oranjezakjes van 2 t«bl._è 10 du
rio van Andr. Boesnach, met in de hoofdrol*
len Bet, en Alex de Meester als „Hein", haar
beminde. Bij haar verschijning en na een kort
woordje ter inleiding te hebben gesproken,
had zij reeds een daverend applaus in ont
vangst te nemen.
Wij zien dan in dit spel van dwaze vreug
de, hoe zij dagelijks haar klanten bedient in
haar druk bezocht bakkerswinkeltje in de
Jordaan. Haar Hein, als bakker, laat het pu,
bliek dikwijls onbedaarlijk lachen. Vooral in
het tweede bedrijf als Bet zich trainen moet,
daar zij is uitgekozen als vertegenwoordig,
ster der Jordaan, voor de Olympische Spe-
len te Los Angeles, klinkt de lach vaak hel.
der op. Het derde bedrijf toont duidelijk, dat
Bet, door medelijden bewogen, haar zieke
buurman verpleegt.
Bij de 4e acte zien we haar trainen in het
zwemmen, wat ook zeer koddige en lachwek
kende momenten met zich meebrengt. Duide
lijk toont ze zich als een echte type van
vrouw uit de Jordaan. Dit komt trouwens
ook bij het zingen van haar liedjes sterk tot
uiting. In de 5e acte wordt haar door de ge.
heele Jordaan hulde gebracht, omdat ze
haar man weet te redden, die, bij haar trai
ning, te water is geraakt.
Men ziet het, den bezoekers van het theatei
wordt weer het beste geboden dat zij maai
kunnen verlangen.
VLIEGENIER DES DOODS.
Een luchthelden drama van dezen
tijd.
Richard Barthelmess' nieuwste film komt
deze week in het bioscoop-theater Cinema
Americain onder den naam „De Vliegenier
des Doods". Deze super luchtfilm verheer
lijkt de luchthelden in vredestijd en wordt
naast zijn vorige vertolking in „Dawn
Patrol'- als Barthelmess' beste creatie be
schouwd.
Het scenario behandelt de gevaren en het
opwindende beroep van deze stoere naviga
tors der lucht. Richard Barthelmess ver
tolkt de rol van een uit den oorlog terugge
keerden luchtheld, die passagiersvluchten
onderhoudt. Het vliegtuig verongelukt in een
zwaren storm, waardoor hij wordt ontslagen.
Ontmoedigd en niet wetend wat te doen.
meld hij zich voor een baantje bij een reizend
circusgezelschap, dat vliegdemonstraties
geeft en wordt daar verliefd op Sally Eilers,
een parachutspringster. De spannende han
delingen van het beroep alsmede hun roman
tische liefdesverhoudingen vormen het ge
geven van het drama „Central Airport"
De hoofdpersonen spelen even roekeloos
met de liefde als met het leven, en Barthel-
mes, van oordeel zijnde, dat een vliegeniet
niet behoort te trouwen omdat zijn leven in
handen van het noodlot ligt, verliest zijn ge
liefde.
Gebroken en vervuld van een niets ont
ziende roekeloosheid wanneer hij bemerkt dat
het voorwero zijner liefde voor altijd voor
hem verloren is, acceeoteert Barthelmess elk
vliegeniers-baantje, dat genoeg gevaar op
levert. Een dergelijk baantje vindt hij als
vliegenier in Zuid-Amerika. Door zijn verre-
gaanden moed en zijn roekeloosheid verwerft
hij een wereldvermaardheid.
Deze spannende First National-film bevat
de meest belangrijke scènes, die ooit ia
vredestijd op het gebied van aviatiek zijn
vertoond, waaronder de spanning ten top
wordt gevoerd, wanneer Barthelmess
passagiers van een in de Caribische zee zin
kend watervliegtuig redt.
Wellman, een vroegere oorlo°rsvlieerenier,
onder wiens leiding „Wings" en „Young
Eagles" zijn gemaakt, overtrof zichzelf met
zijn ongeloofelijke luchtprestaties in „Central
Airport". Verder spelen in de film nog be
langrijke sterren mede, o.a. Glenda Farrell,
Harold Huber, James Murray, Claire
McDowell, Grant Mitchell etc.
Rian James en James Seymour schreven
het film-scenario naar een novelle van Jack
Moffitt.
Beter dan kinine slikken
i
Is het muggen dood te tikken.
l f 1,ze.ren, meneer, heb medelijden met mij", smeekte
ie Ha"?p.,zl'n j"1'®®11. „ik heb toch niets misdaan". „Noem
ransi.len'V' bu|derde Simmy „om twee arme jongens af te
koude nnd°°a Sj'6 va"mi<ldag deed en ze nu vannacht in een
dat Ik l MdsC>Jkcrkcrl°P te -O, ik beloof U,
ten maar vcrdw'Vn j"' bevel zal geven om hen vrij te la
ten, maar verdwjjnt U dan alsjeblieft weer gauw".
112. „Niet voordat je mij alle sleutels van het heele huis g®*
geven hebt antwoordde Sim. „Dat kan ik niet doen stot-
terde Li-woeng verschrikt. „Vlug een beetje, dreigde Simmfy
een nf ander rfehe.imzinnié OOru»
f tl V-V.U UCtlU»v.6-J li
„ot we nemen |ou mee naar een of ander geheimzinnig oord.
Uver al zijn leden bevend, overhandigde Li-woeng zijn sleutels.
„Ziozoo, wijs mij nu de sleutel van jou slaapkamer en van de
huisdeur en dan kruip je weer in je bed. Denk erom bet
minste alarm dat je maakt wordt ie noodlottig. Je hebt me du»