IS.3 Ag» HP ÉR HP Hl iH DE AVONTUREN VAN WO-WANG EN SIMMY JUizztem&ciek Jthaakadciek m mz i m m m mm 'm t 4 m 1 m wt m Wê Qxuncubtiek m JJidschciftm JUMcaties - Onze Derde Angustus-opgave. Welke plaats? ,v/ Brieven uit de Hoofdstad D« bedoelde plaats was Eindhoven, welke naam was te vormen uit de eerste letters der volgende 9 woorden. 1. variatie 2. hallucinatie 3. naderen 4. invaller 5. denemarken 6. natal 7- onderwijzer 8. elburg 9 edelkarper. Wij mochten van deze puzzle tal van goede oplossingen ontvangen. Onze Nieuwe Opgave. (No. 4 der Au- gustus-serie). Welk getal? Hel getal A. bestaat uit 9 cijfers. A X A 12345678987654321. Gevraagd wordt welk getal door A. wordt voorgesteld. Oplossingen (2 punten )liefst zoo vroegtijdig mogelijk, doch uiterlijk tot Vrijdag 1 September 12 uur aan den Pnzzle Redacteur van de Alkmaarsche Courant. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop: 4K Nederland 1928 1005/8—101 1/4; 5 Ned. Indië 1932 95 7/8—97—95 M 4Vz Amsterdam 1933 92—92 3/8; 4 Rotterdam 1931 84 1/4—85 3/4—85 H Koloniale Bank 6814—62; Ned. Handel Mij. 6260; Handelsver. „Amsterdam" 212214 20254 Javasche Cultuur 124108; Tjepper Cultuur 149139; Amsterdam Rubber 1001/810296V2 97 1/4; Oost Java rubber 95 1/4103; Ned. Scheepvaart Unie 5855 1/456; Deli Batavia Mij. 140Y2137; Deli Mij. 13754—136; Senembah Mij. 147140 1/4; Ned. Ind. Spoorweg Mij. 4438; Ned. Ford 14154—14554; Philips' 17654—17917314174; Unilever 92—90 3/4; Alg. Exploratie 12612454; Kon. Petroleum 173 3/4—17254. Oplossing tweezet 458. 1 Kf4 dreigt 2. Tg5 mat. 1- Le7 2. Lf7 mat. 1. Td4 2. e4 mat. 1- Te7 2. Td6 mat. Oplossing eindspel 682. 1. Tf6f Kc5 2. Tc7 Lc6 3. Tc6 bc6 4. Tc6 Kb4 5. a3f K. speelt 6. P. geeft mat. Oplossing eindspel 683. 1. Te6+ Kc7 2. Tc6 Kb7 3. Tb6f Ka8 4. Ta6* Kb8 5. Db6 Kc8 6. Ta8 mat. Probleem 459. T W Nanning. 8 7 6 5 4 3 2 1 m. '%i mmm i l. V, a r"® wf m mm m 4m. vm. Tweezet. Eindspel 684 (tijdschrift N. S. B.) JJ ;/-W: MM ifU X Wm B i mm a. a TJ f Zwart geeft mat in 4 zetten. Probleem 684 W E. Rudolf. Wit geeft in 7 zetten mat. Deze Engelsche partij werd gespeeld ln 1933 tusschen twee Joegoslavishe clubs. Wit: Dr. G. Braun. Zw P Marjanooie. 1. c4 e5 2. Pe3 Pf6 3. g3 Le7? (Hier be hoort gespeeld te worden 3. d5) 4. Lg2 c6? (Met de bedoeling om d5 te spe len Dr. Lasker speelde in zijn beroemde partij tegen Dr. Tartakower in 1924 te New York 400) 5 d4 ed4? (Weer onjuist hier was d6 op zijn plaat, waar na Dc7 volgt.) 6 Dd4 Pa6 (omdat c6 be- ze' is kan hier zonder tempoverlies Dd4 gespeeld worden) 7 e4 (Maakt de d- pion van zwart voor goed achterstan- dig. Zwart heeft de opening geheel ver keerd behandeld). 7Lc5 8. Ddl 9—0 9. Pe2! Pg4 10. 0—9 Pe5 (Verkeerd zou zijn 10Db6. wegens 11. Del. Pb4 12. Pa4!) 11. Pa4 Lb6 (Natuurlijk niet 11Pc4 12. Pc5 Pc5 13. Dd4 met offieierwinst). 12. Pb6 Db6 13. b3 Dc7 14. Le3 c5. Na 14Te8 zet zich de L. vait op d6). 15. Pc3 Nu gaat 't paard zich op d6 plaatsen 15b6 16. Pb5 Dd8 17 Pd6 De7. 18. Lb2 g6 (Er dreigde 19. f4 Pc6 20. Lg7!)' 19. f4 Pc6 20. e5 Pc7 21 Dg4 (om Pe6 met f5 te verjagen) Tb8 (Mis schien was f5 nog te probeeren. 22. Tadl Nu is f5 verhinderd wegens ef6 e. p.) Pe€ 23. PfoDe8. 24. Ph6f Kh8 (Na Kg7 volgt 25. Lc6 bc6 26. Dhh4 met de drei ging Df6 en f5!) 25. Lc6 dc6 26. Dh4. Tb7 27. f5 Pg7. 28. fg6 Pe6. Na hg6 volgt 29. Pf7f en Dh8 mat en na 28fg6 volgt 29. Tf8 Df8 30 Td8 Pe8 31. e6f enz.) 29. Df6. Pg7. 30. e6 Tg8 31. Pf7f Tf7 32. gf7 en Zwart geeft op. Een pracht partij. Aan de Dammers I In onze vorige rubriek gaven wij ter oplossing probleem 1291 \an Mr. Guil- lart. Stand. Zw. 9 sch. op: 7, 8, 9, 10, 12, 17, 20, 25, 26. W. 9 sch. op: 28, 29, 33, 44, 37, 38, 44, 45, 47. Oplossing. 1. 37—31 1. 26 37 2. 47—41 2. 37 46 3. 28—23 3. 46 19 of 14 4. 29—23 4. 19 of 14 29 5. 33 22! Een aardige prestatie. In den volgenden stand: w, i wk Zw. 9 sch. op: 1, 2, 10, 13, 18, 19, 22, 27 28. W. 8 sch. op: 16, 34, 38, 40, 42, 46, 47, 49. speelde wit 1611! waarop zwart heel onvoorzichtig 1—6 liet volgen. Wit ver raste hem toen totaal met: 47—41 6 17 38—33 28 30 40—34 30 39 49—43 39 37 415 Een enkele maal komen wel eens in een partij eindstanden voor met dam men en schijven aan beide zijden. De volgende schijnbaar gelijke eindstand was plotseling voor zwart verloren: H B §1 B i m WM. umn i Ui mm mm V. Zw. 3 sch. op: 17, 31, 41 en dammen op 5 en 25. W. 3 sch. op: 8, 29, 49 en dammen op 35 en 45. Wit speelde: 1. 49—43 1. 25:48 2. 45—34 2. 48 2 S. 29—24 3. 2 30 4 35 46 wint door opsluiting. Ter oplossing voor deze week: Probleem 1292 van P. Charles Fr) 1ü§ Iëü Am"" wk am 23Z25 28 'at' °P: 3' 1?' 1§' 22' sch. op: 16, 20, 27, 31, 32, 34, 35, 37, 39, 41, 42, 44. 47, 50. in onze volgende rubriek geven wij de oplossing. Het Septembernummer van „As/ra" opent met een nieuwe rubriek: „Uit verre landen". Als eerste verschijnt hiervan in dit nummer „Leeuwenfarm", een beschrijving hoe leeuwen worden gefokt in een Amerikaansche wildernis, en hoe hiermee opnamen voor de film worden gedaan. Het belooft een interes sante rubriek te worden, waarin streken van den meest uiteenloopenden aard zullen wor den verkend. „Chef de bureau", van Chr. van Abkoude, opent de verhalenreeks. Het werd goed geïllustreerd door Frank Rowley, Aan den wensch van de lezers om weer eens een episode uit 't „Logboek van den Koopvaardij kapitein", te vernemen, is voldaan. Hij ver telt ons weer een van zijn avonturen. Ook is er weer een „Kent U het type?" van Zürcher; ditmaal den ons welbekenden cynicus. Dan is er natuurlijk het spannende feuille ton „Kamer 700", en ook aan een van de verhalen van de rubriek „Gevaarlijke ontmoe tingen", is een plaatsje ingeruimd. Verder zijn er enkele vertalingen, waarvan „Gevol gen", wel de belangrijkste is. Pepin geeft ons in zijn filmrubriek interessante beschrijvin gen over Charley Chaplin en Charles Leugh- ton. Ook de Puzzlerubriek werd niet verge ten. De kunstdrukfoto's staan in het teeken van den rijkdom aan getemperd licht, zon- doorzengd ooft en rijpe volle korenaren, dien ons Septeber geeft. Het geheel ziet er welver- zorgden smaakvol uit. Automatische politiemelders. Het Amsterdamsche politiecorps. Het peil van ontwikkeling van den Amsterdamschen agent gestegen. De gevolgen der crisis. Bereden politie en ver keerspolitie. Hoe het in oude tijden was. Binnen enkele dagen zal Amsterdam een automatische nieuwigheid rijker zijn, en wel de politiemelder. Onder de straatjongens kent men reeds het semi-automatische systeem om een politieagent te roepen. Daar bij gaat men als volgt te werk: men posteert zich in de buurt van een politiebureau of een politieposthuis, neemt een steen en werpt dien door de ruiten van het bureau. Geheel vanzelf komt er dan een agent naar buiten, aan wien men zijn belangen kan toevertrou wen. Wij vreezen echter dat de uitwisseling van gedachten, die dan volgt, geen vreed zaam karakter zal dragen en wij raden dan ook niemand de toepassing van dit systeem aan. De nieuwe politiemelder 'werkt eenigszins anders. Op verschillende punten van de hoofdstad zijn sinds geruimen tijd roode palen opge steld, die dienst doen om de brandweer te waarschuwen. Men drukt een ruitje in en haalt een handvat naar zich toe, wacht tot dat de brandweer komt waarna den bestuur der kan worden medegedeeld waar de brand woedt. Deze uitvinding werkt voortreffelijk; zij is zeer eenvoudig en ook voor zenuwachti ge menschen gemakkelijk te bedienen. Aan dezelfde alarmpalen is nu aan de andere zijde een soortgelijk meldingsapparaat aan gebracht, doch de opgeroepene is niet de brandweer, doch de politie. Men drukt een ruitje in en daarna op een knop, waarna een deurtje openspringt waarachter zich een tele foonhoorn bevindt. Intusschen is op het hoofdbureau van politie een signaal overge gaan en de dienstdoende agent staat reeds te luisteren. In een telefoonhoorn vertelt ge, waarvoor de politie noodig is. Ook hier is op „zenuwen" gerekend: Wanneer de oproe per niet in staat blijktj.^ich van den tele foonhoorn te bedienen of te nerveus is om ge luid voort te brengen, dan toch wordt onmid dellijk de politieauto er op uit gestuurd en geredigeerd naar het meldingsapparaat van waar is opgeroepen. Voor dit doel worden op vijf verschillende punten van de hoofdstad politieauto's gesta- tionneerd. De zoogenaamde „overvalcom- mhndo's", die wij ons van de Berlijnsche on geregeldheden maar al te goed herinneren. Deze alarmpalen doen ook nog op andere wijze nuttigen dienst. Wanneer het hoofd bureau, of een gewoon politie-bureau, zich in verbinding moet stellen met een politie agent, die in een zekere wijk dienst doet, dan wordt op het hoofdbureau het nummer ge zocht van den politiemelder uit die wijk en door een knopsignaal een roode lamp in den politiemelder ontstoken. De agenten krijgen tot taak om zich geregeld aan de melders te overtuigen of deze signaallamp brandt. Is dit inderdaad het geval dan maakt de agent met een sleuteltje, waarmede de uitrusting wordt gecompleteerd, het luikje open en belt het hoofdbureau op om zich te melden. Wan neer het signaal, dat aan en uitgaat met tusschenpoozen van enkele seconden, niet door den agent wordt beantwoordt, dan stelt het hoofdbureau een aHder signaal in wer king: een loeisirene, die éveneens op den mel der is aangebracht. Deze kleine brulboei zoemt ook alweer met tusschenpoozen van enkele seconden. En als de agent dan nog niet komt overdag lijkt ons dit tot de on mogelijkheden te behooren, want de Amster damsche straatjeugd zal er een eer in stellen den agent te gaan zoeken om hem te vertel len, dat „de hoofdcommissaris brult en dat de agent onmiddellijk moet komen" maar hoe dan ook: wanneer de dienstdoende poli tieman niet verschijnt, dan is er iets met hem aan de hand. Fen collega van het hoofdbu reau zal hem dan in de wijk gaan zoeken. Dit apparaat kan dus eveneens prachtig als controle dienst doen, wanneer bijvoor beeld klachten zijn ingekomen over een be ambte, die geen hooge opvatting van zijn plicht heeft. Het politiecorps te Amsterdam is zeer goed. Vooral de laatste jaren is de geest en de mentaliteit van een beter soort geworden. De crisis heeft het vele jongelieden, die een handelsschool-, gymnasium- of hoogere bur gerschool opleiding hebben genoten, onmo gelijk gemaaktk in het particuliere bedrijf werk te vinden. Vele van hen hebben zich voor politieagent aangemeld, zoodat er een heel ander soort menschen in het corps is gekomen. De aanmelding is buitengewoon groot; de aanneming daarvan slechts een zeer klein percentage, en door dit groeiende aantal van gegadigden konden de toela- tingseischen verzwaard worden. Het corps telt thans 1 hoofdcommissaris, 16 commissarissen, 120 hoofdinspecteurs en inspecteurs en ruim 2000 brigadiers en agenten op eene bevolking van 750.000 zie len. Hieronder zijn de verkeersagenten en de bereden agenten begrepen. In 1815 bijvoor beeld bedroeg de sterkte van het Amsterdam sche corps in totaal 52 man bij eene bevol king van 180.000. Op 1 September 1925 stond als aantal genoteerd, bij een bevolking van 707.000 zielen, 2036 man, zoodat het corps sinds dat jaar met ruim honderd man is vermeerderd. Bij deze cijfers zijn de lieden van de recherche en van den administratie ven dienst niet gerekend. De bereden agenten, die wel in bovenge noemde cijfers zijn geteld, vormen een aparte afdeeling, die meer paarden dan manschap pen telt. Dat is namelijk noodig, omdat in tijd van staking of onlusten agenten uit het ewone corps tijdelijk worden overgeplaatst ij den bereden troep. Wij behoeven nauwe lijks te vermelden, dat die reservisten uitste kende ruiters zijn. Een andere, eveneens in bovengenoemde cijfers begrepen, groep is die van de verkeers politie. Deze groep waarop de Amster dammer nogal trotsch is, al heeft hij in het algemeen niet veel met de politie op en liever niet met haar van doen beschikt over 21 motoren met zijspan, die, indien noodig, tel kens drie manschappen kunnen vervoeren en voor verkeerssurveillance dienst doen. De verkeerspolitie heeft haar eigen benzinepomp, haar eigen werkplaatsen, waarin alle repara ties door politiemannen worden verricht en haar eigen „stock" van motoronderdeelen en banden, om eventueel zichzeF te kunnen be druipen, wanneer in tijden van onrust de particuliere reparateur of winkelier weigert te helpen, of wanneer hij saboteert. Om bij de verkeerspolitie te worden aange steld moet men minstens twee jaar met het gewone corps hebben medege'.oopen. Daarna kan men zich voor de verkeerspolitie aanmel den en wanneer een blanco strafregister wordt overgelegd en de candidaat niet te klein is, een behoorlijk voorkomen en getoond heeft met den man in de straat goed te kun nen omgaan, dan heeft hij een kans. De jonge agent krijgt allereerst des mor gens, gedurende zes maanden, theoretisch onderwijs; Nederlandsche taal, gymnastiek, zwemmen, boksen, rekenen worden hem bij gebracht. Des middags gaat hij met een ouderen revolverdrager de straat op en leert van hem den straatdienst kennen, en ook meestal de dienstmeisjes uit de wijk. Heeft hij dit halve leerjaar achter den rug, dan wordt hij een maand gedetacheerd op het bu reau verkeerswezen om daar de knepen van het verkeersvak onder de knie te krijgen. En daarna is hij als politie-agent volwassen, of zooals men dit vele jaren terug oneerbiedig zou hebben uitgedrukt: „wordt de agent op de burgerij losgelaten". Toen men zoo sprak over de Amsterdam sche politie hadden de burgers daar alle re den toe. De mentaliteit en de ontwikkeling was toen allerbedroevenst. Het vak van poli tieagent was in die jaren 1890—1891 een waarvoor een ferm burger den neus optrok. Er werd nogal eens hardhandig geknuppeld, welke knuppelpartijen in 1891 bij een taptoe op den Dam wel hun hoogtepunt bereikten Er werd zelfs een commissie van onderzoek benoemd, waaruit dus weer blijkt, dat het be- menten uit die belabberde taptoe-historie wa iets van de laatste jaren is. De conclusie van die commissie was voor den toenmaligen hoofdcommissaris niet erg vleiend. In de pers werd tegen de Amsterdamsche politie een heftige campagne gevoerd. Hatelijke spotprenten en caricaturen verschenen en de den nog meer afbreuk aan het prestige van de politieagenten en vooral aan dat van hun hoofdcommissaris. Deze anti-politiestemming werd ook gede monstreerd in een tooneelstuk, dat vele oude ren onder de lezers zich nog wel zullen her inneren en dat onder den titel „De Doofpot" in Amsterdam werd opgevoerd. Een specifiek tooneelstuk was het feitelijk niet, meer een SLUITINGSUUR KERMIS 1933 VOCR CAFE's ENZ. Als sluitingsuur voor de kermL, café's en andere inrichtingen is vaMn steld: van 26 AUGUSTUS tot en met 1 «EP TEMBER 1933 tot des nachts 1 UUR op 2 en 3 SEPTEMBER 1933 tot rt nachts 2 UUR. e® BEKENDMAKING. De Commissaris van Politie der n*. meente ALKMAAR maakt bekend, dat tijdens de kermis van 26 AUGUSTUS 1933 tot en met 3 SEPTEMBER ig33 slechts voor een beperkt aantal straat orgels (UITSLUITEND BOEKORGELS) of straatmuziekcorpsen (MINSTENS BESTAANDE UIT VIER SPELENDE MUZIKANTEN) vergunning zal worden verleend. Kunstemakers, acrobaten, dieren ver tooningen, straatzangers, boeienkonln- gen, degenslikkers, enz. enz., worden BLSLIST NIET OP DEN OPENBAREN WEG TOEGELATEN. Verder wordt de aandacht gevestigd op de bepaling in de Arbeidswet, betrek kelijk JEUGDIGE PERSONEN, die luidt: „Een jeugdig persoon mag geen ar beid verrichten, bestaande in gevaar lijke kunstverrichtingen en in het deel- nemen aan kunstverrichtingen, voor zoover dit gevaar oplevert." (De wet ver- staat onder jeugdige personen, zoowel jongens als meisjes BENEDEN ACHT TIEN JAAR,. POLITIEMAATREGELEN TIJDENS DE MOTORWEDSTRIJDEN op Zondag 27 Augustus 1933. De toegamg tot het sportpark is alleen via den nieuwen toegangsweg aan den kant van de Zuiderhoutlaan. De auto's en motorrijwielen kunnen aldaar tevens worden geparkeerd. Voorts is een stalling voor rijwielen aanwezig. Het tarief vcor stalling is: voor auto's 50 cent, voor motorrijwielen 25 cent en voor rijwielen 10 cent. Vanaf 12 uur des middags zijn de Nieuwpoortslaan, Nieuwpoortsteeg en de Reegulierslaan, aan de Kennemer- straatwegzijde voor alle verkeer afge sloten. De ingangen aan de Nieuwpoortslaan en de ingang aan de Zandersloui blijven gesloten bij het aangaan. Alleen de der de ingang van het sportpark aan de Nieuwpoortslaan is bestemd vuor mo- torrenners en vrachtauto's met renners materiaal. Op het midden-terrein wordt niemand, toegelaten, die niet is voorzien van een daar'oor geldige kaart, welke strikt peersoonlijk is. Voor stationneerende rijtuigen en auto's is gelegenheid op den parkeer- strook langs den rijw.°r van oen kenne- merstraatweg nabij de Vierstaten. Het is verboden in de Nieuwpoorts laan, op den Kennemerstraatweg en in de Zuiderhoutlaan motorrijtuigen en andere voertuigen onbeheerd te laten staan (parkeeren). Vruchten- en ijswagens worden bij de Vierstaten niet toegelaten. Het einde der motorraces wordt door belluiden bekend gemaakt. Na afloop kan het publiek door al'e uitgangen van hei sportpark aan de Nieuwpoortslaan en de Zandersloot ver trekken. De uitgang via den nieuwen toegangs weg is alleen bestemd voor degenen, die hun auto's of motorrijwielen op dien weg hebben geparkeerd of rijwielen hebben gestald. Alle rijverkeei vanaf dezen toegangs weg wordt bij afloop via Zuiderhout laan naar den Ken nemerstraatweg g®* leid. voorloopig van wat wij later als revue beti telden. De bekende acteur G. Pilget had daarin de rol van „Foezel", een sltomen agent. Eenige menschen zongen: „Diender, diender als men het u ge&k® waarop Foezel antwoordde: „Dan doe ik het lekker niet" Een politioneel-A.B.C., waarin allerlei m» menten uit ie belabberde taptoe-historie wa ren geteekend, werd gezongen. Onder m®1 kwamen daarin de regels voor: „C is de charge ongeveer om half negen D is de Dam die zij schoon wilde vegen. L. is 't lawaai van wie weerloos werd geknauwd 115. Vervolgens zochten zij hun weg naar de voordeur, welke Simmy opende met de sleutel die Li-Woeng heb gewezen had. Zij stonden nu op het bordes en in de ochtendschemering zagen ze al spoedig een auto aanrijden. Deze stopte en de chauf feur opende heel onderdanig het portier voor hen. „Waar zal \Y/ keeren heenbrengen?" „Wij zijn gasten van rechter Li- oeng en hebben behoefte aan een ochtendritje, dus riidt ons maar een beetje rond", zei Sim met een air. \v/ Jl] nes*e^cn behagelijk in de kussens. ,.Hè, zu Wo-Wang vergenoegd, wat een heerlijkheid om zoo op J mak te kunnen zitten. We laten ons fijn een uurtje rou ren en overleggen onderwijl kalm wat ons te doen staa een tijd waren zij blijkbaar buiten de stad gekömcn, uar# stonden geen huizen meer. Simmy liet stoppen. »iDnc heeren „O," zei Sim hooghartig, „dat is natuurlijk voor kening van den rechter, je kunt nu wel terugkeeren, wan wandelen verder"#

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 6