DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Paul Boncour over het vredeswerk van wijlen Briand.. No. 212 Hit het JUtd QxufeliikscA Ovectzkht Frankrijk is echter sterk genoeg om weerstand te bieden aan geweid. Locarno en Viermogendhedenpact. Vrijdag 8 September 1933 ïBuilenhwd 135e Jaargang Waf vandaag de aandacht trekt,,, ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. Ü3t PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN; Van 15 regels 1.25, elke regei meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk* kerij vb. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Den Haag, 7 September 1933. Met de behandeling van de ontwerp-Om- xetbelasting is men heden in de Tweede Ka mer behoorlijk opgeschoten. Toen de Voor zitter omstreeks vijf uur de vergadering tot morgen verdaagde, kon hij tevens de al- gemeene beraadslagingen over het voorstel voor geëindigd verklaren. Dat was te dan ken aan de afspraak, dat er geen, trouwens meestal overbodige, repulieken zouden wor den gehouden, zoodat na de verdediging van minister Oud met de behandeling van de ar tikelen een aanvang had kunnen worden ge maakt. Terecht heeft men zulks heden niet. ge daan, daar de leden, vermoedelijk reeds he denavond, nog een nota van wijziging zullen ontvangen en het niet raadzaam zou zijn zonder deze te kennen met de behandeling van de artikelen en de daarop ingediende amendementen, een twaalftal, meenen we, een begin te maken. Alvorens de Minister aan het woord kwam, hebben we weder een achttal sprekers moeten aanhooren. Wat zij zeiden was niet altijd even belangrijk en ook niet altijd nieuw Over het algemeen was echter de stemming gun stig. Laten wij ons tot een bloemlezing be palen. Ernstige bezwaren had de eerste spreker van heden, de heer Van IJ s s e lm u i d en (r.-k.), o.a. omdat de accijns wetgeving on aangetast blijft, in het bijzonder evenwel omdat de middenstand in de uitvoering der wet wordt gemoeid evenals de consument, en hij waarschuwde den minister al vast, dat hij alle huisvrouwen tegen zich zal krijgen. Ook de heer Van der Heuvel (a.-r.) gevoelde niet veel voor het voorstel. Verhooging van de directe belastingen is wel uitgesloten, maar z.i. had de minister moeten trachten uit de accijnsen meer te halen, met name uit den tabaksaccijns. Zijn partijgenoot Schouten heeft weder een zijnéP" rustige, van gezond, verstand getuigende redevoerin gen gehouden, waarnaar de Kamer gaarne luistert. Hij erkende de onafwijsbaarheid van de belasting, al dweepte hij er niet mede. Zij zal zeker zwaar drukken, doch het zou den Minister onmogelijk zijn aan al de soms niet onbillijke wenschen van vrijstelling gevolg te geven zonder de oobrengst in gevaar te bren gen. Intusschen dienen de grondstoffen ge bruikt voor vrijgestelde artikelen ook vrijge laten te worden en bovendien zou z i vrijstel ling moeten worden verleend voor boter en vruchten. Ook de heer Van Houten (chr. dem.) verklaarde, zij het noodgedwon gen voor het ontwerp, doch hij hoopte, dat de Minister nadruk zou leggen op het tijde lijke karakter van deze belasting. Ook de heer Sneevliet (rev soc.) er kende, dat de nood deze belasting heeft ge bracht, maar ter wille van het sluitend ma ken van de Rijksbegrooting zou hij er niet tegen zijn, mits de weeldebelasting niet wordt geschrapt. Toch blijft het stukwerk, dat en kele klassen zal neerdrukken. Spr bepleitte voorts de instelling van een crisisfonds, ter wijl hij tevens een heffing ineens bleef aan bevelen. Toen kregen wij twee sprekers uit het christelijk-historische kamp te hooren. Eerst oen heer Snoeck Henkemans, die liever had gezien, dat het oorspronkelijk ont- werp-De Geer ware gehandhaafd, maar in ieder geval de weeldeverteringsbelasting in het ontwerp wilde houden. Naar zijn mee- "'"g ware het verstandig geweest niet een heffing van vier doch van drie percent in cr wet op te nemen. Zijn partijgenoot, de oud- minister De G e e r, vader van het oor- spronkelijke ontwerp, heeft de voordeelen hiervan boven het thans aan de orde zijnde in het licht gesteld, omdat het o.a. minder net karakter had van een bedrijfsbelasting Niettemin verklaarde hij zich noodgedwon gen voorstander van het thans aanhangige voorstel. Maar hij ontried een verlaging van het heffingspercentage, gelijk zijn partij genoot wenschte. Wel hoopte hij op uitbrei ding van de vrijstellingen. Tusschen die beide sprekers we zouden het zoowaar bijna vergeten! hebben we den heer W ij n k o o p (comm.) mogen hooren, die er wat anti-socialistische politiek tus- scher. gooide, natuurlijk tegen het ontwerp was en pleitte op zwaarder belasting van het vermogen. Minister Oud heeft in een knappe, ruim anderhalf uur durende rede het wets ontwerp toegelicht en zooveel noodig verde digd. Hij begon met op het spoedeischende karakter der nieuwe belasting te wijzen. Ook zonder dat er een principieel debat over het financieel beleid van het kabinet kan worden gevoerd dat komt later wel! is het noodig, dat de Kamer dit voorstel behandelt ten einde een sluitend budget mogelijk te ma ken. Daartoe moeten wij tevens op een lager peil komen, maar zoo gemakkelijk, als de heer Westerman het zich voorstelt gaat dat toch niet. En het denkbeeld van den heer Sneevliet om met de zaak nog een beetje te wachten gaat ook al niet. Hierna verdedigde de Minister de voorge dragen verbruiksbelasting, welke onvermijde lijk is, nu in de laatste jaren de directe belas tingen dermate zijn verzwaard, dat er werke lijk niets meer bij kan. Er zijn wel andere belastingen te bedenken, maar zij leveren niet voldoende op. En straks wachten de Kamer nog andere voorstellen! Er zijn bezwaren, maar er moet geld zijn. De ministererkende economische bezwaren tegen het voorstel, maar er is getracht er een zuivere verbruiksbelasting van te maken, te betalen door de consumenten. Ten einde te voorkomen, dat het een bedrijfsbelasting wordt is de minister bereid de hulpstoffen, zooals steenkolen en electrische energie vrij te stellen, maar geen machinerieën of stee- nen. Op verschillende punten verklaarde de minister zich genegen aan de wenschen der Kamer tegemoet te komen. Zoo is hij bereid bij restitutie naast de gewone rechten ook de compenseerende invoerrechten terug te ge ven. Ook zal hij met een overgangsbepaling komen noodig voor de afloopende contracten van grossiers, die anders de omzetbelasting niet op de detaillisten zouden kunnen verha len. Verder wil hii de afronding van de beta ling der verschuldigde belasting billijker re gelen. Dan denkt hij over vrijstelling voor klompen, veevoeder en zout, maar niet voor boeken of vleesch. Naast dagbladen wil hij ook andere periodieken vrijstellen, boeken evenwel niet, ook geen schoolboeken. Aan de accijnsen wil hij thans niet tornen, ook niet aan de tabaksbelasting met haar banderol len. Intusschen beloofde hij hieromtrent een nader onderzoek. Tegen het denkbeeld om de weeldeverteringsbelasting uit de wet te lich ten, verzette minister Oud zich met kracht. Aanneming van een amendement indien geest zou terugneming van het voorstel ten gevolge hebben. Met een goed geformuleerde peroratie, waarin de nadruk werd gelegd op de geluk kige samenwerking tusschen Regeering en Parlement besloot de Minister zijn met groo te aandacht aangehoorde rede, waarna de Voorzitter de vergadering tot morgen ver daagde. Het is weieens interessant de publieke fteening te vernemen inzake de groote poli- u Ke^>eur,€n'sscn- Wanneer de wereldpers z'ch gedurende enkele dagen bezig houdt met de een of andere politieke zaak, laten we 2eKgen, de onderlinge verstandhouding tus schen twee groote mogendheden, dan reageert het lezend publiek daar dikwijls zoo ^•qenaardig op, dat in minder dan geen tijd «e wildste geruchten de rónde doen. We her- sneren ons nog heel goed, de wrijving, die er '932 was tusschen Italië en Frankrijk be stond en een tijd lang wilde men niet anders "opren, wanneer er van een naderenden oor °g werd gesproken, van een botsing in 193-1 «usschen bovengenoemde landen. Nu schrij ven we 1934 en vrijwel niemand denkt er moer aan, dat Frankrijk en Italië de heftigs'? Jenden zijn, terwijl in werkelijkheid de ver houding nog lang niet reoksleurig is Zoo ;s het besprek van een komenden oorlog tus sclien Japan eri Amerika in dezen tijd zeer gewild en vaak ook ligt achter deze publieke meening een kern van waarheid. Het Iijkt wel of de menschen een vrede willen forcee^ ren. door telkens en telkens weer over dien naderenden oorlog te praten. Dat zelfs van een man als Paul Boncour verwacht kar, wor, dat hij een vredesstrijder is, wil er slechts met moeite in, omdat hij nu eenmaa, niet laten kan, om tegenover hef buitenlana steeds Frankrijk's weerstand hoog te houden^ Nog een dezer dagen bleek dit duidelijk ui. een rede van hem, uitgesproken bij een om hulling van een gedenksteen ter nagedachte nis van Br and. Deze redevoering werd ge houden in het kleine havenplaatsje Frebeui den (waar Briand tijdens zijn leven vaai vertoefde) Paul Boncour wees op het xen merkend contrast tusschen een tetoogim? waarbij aan den oever van den Oceaan, v van de grens, de bevolking om vrede vraag en de agitatie onmiddellijk in de nabijhen der Fransche grens. Indien ons geduld een gevolg onzer zwak- heid was, aldus Boncour, zou de zaak ernstig zijn, doch Frankrijk weet dat het voldoende sterk is om weerstand te bieden aan daden van geweld, en het zwijgzame bezoek, dat de Fransche minister-president aan de defensie werken heeft gebracht, vormde een gepast antwoord op een houding, waarvan men op zijn minst kan zeggen dat zij de vredesat- mosfeer, zoo noodig voor het herstel van Europa, ingrijpend heeft verstoord. Frank rijk vergezelde in gedachte eensgezind het hoofd zijner regeering op diens inspectie tocht. Vervolgens wees Paul-Boncour op het vruchtbare oeuvre van Briand, waarvan het Viermogendhedenpact de voortzetting is, daar dit in zijn definitieven vorm zich bij het accoord van Locarno aansluit. Evenals Locarno valt het Viermogendhedenpact bin nen het kader van den Volkenbond. Wij vat ten het pact op, zoo zeide hij, als een middel tot een entente tusschen vier aan elkaar grenzende mogendheden, permanente leden van den Volkenbondsraad, die in deze dub bele hoedanigheid ten eerste aanzienlijke ge meenschappelijke belangen tusschen elkaar hebben te regelen, en ten tweede door haar overeenstemming de middelen moeten voor bereiden om in den Volkenbondsraad tot overeenstemming te komen. Deze voorberei dingen zijn noodig; het zou een miskenning zijn van alle te Genève opgedane ervaring en van de voorzichtige praktijken van Briand om zich te verbeelden dat de ernstigste kwesties straffeloos in het openbaar debat kunnen worden geworpen zonder grondige voorbereiding. Briand wenschte steeds eer. krachtige verdediging van een intact Frank rijk. In Genève heeft Briand voortdurend het beginsel verdedigd, dat er verband bestaat tusschen ontwapening en veiligheid, welke eisch niet neerkwam op het met vage woor den vinden van een voorwendsel om niet te ontwapenen, maar op het vragen van posi tieve, internationale waarborgen, waarvan de voornaamste is een permanente daadwerke lijke controle ter plaatse, waardoor aan allen een loyale uitvoering, der overeenkomsten wordt verzekerd. Boncour betreurde het, dat de bepaling der unanimiteit de debatten te. Genève be- heerscht. De hoofdzaak is dat per slot van rekening Genève beslist en dat vandaar de controle der openbare meening uitgaat. Het Viermogendhedenpact sluit zich ook op een ander punt bij het streven van Briand aait, n.L in een vitaal punt. Niemand was duide lijker in zijn verzekering, dat de onafhanke lijkheid van Oostenrijk noodig is, niemand keerde zich krachtiger tegen elke schending ervan; niemand sprak ernstiger woorden dan hij. Hij was het, die de onderhandelin gen leidde, waaruit de overeenkomst van Den Haag voortsproot, waar Frankrijk, zij aan zij met Italië en Tsjecho-Slowakije de juridi sche bevestiging van deze voor de Europee- sche politiek onmisbare positie bepleitte. Boncour betoogde dat de staten van Cen- traal-Europa op het oogenblik op nationali teit zijn gefundeerd, hetgeen juist in tegen stelling is met de opvattingen der nationaal- socialisten, en herinnerde aan de noodzake lijkheid voor de centrale Europeesche staten om in vrije economische accoorden (die geen politieken wedijver en territoriale eischen mogen inhouden) hun evenwicht en afzet gebieden te vinden. Hij toonde aan hoe de regeering er naar heeft gestreefd de hinder palen terzijde te stellen die het initiatief van Tardieu heeft ontmoet. Tardieu heeft juist ge zien to:n hij een Donau-organisatie wilde scheppen. Men kan echter de werkelijke or ganisatie van Centraal-Europa niet ter hand nemen, indien men dit buiten Italië om zou doen. Met de discretie, welke zijn functie ver- eischt. kon Boncour slechts verklaren dat de jongste besprekingen het Fransche standpunt bezig zijn te rechtvaardigen. Ten slotte schetste de minister de groote trekken van Briands loopbaan en besloot met te zeggen dat hij gelooft dat in de sfeer te Genève het beste kan worden gewerkt aan de organisatie van den vrede. DE BRAND IN HET RIJKSDAGGEBOUW. Antwoord van den procureur- generaal aan Branting. Van bevoegde Duitsche zijde wordt ons medegedeeld: In de Rijksdagbrandkwestie heeft Bran- ting op het laatste schrijven van den proc.- generaal een antwoord gegeven, waaruit blijkt, dat hij niet bereid is, het Rijksgerechts hof door bemiddeling der vervolgende auto riteiten of der beschikbare verdedigers eenig bewijsmateriaal te doen toekomen. Overigens heeft de advocaat Branting slechts de in het buitenland verspreide geruchten over den Rijksdagbrand zender vermelding van be wijsmiddelen herhaald. De proc.-generaal heeft daarop het volgende schrijven aan dr. Branting gezonden: „Zeer geachte heer! Ik bevestig de ont vangst van Uw letteren van 28 Aug. Uit den inhoud daarvan constateer ik, dat U niet be reid bent, het bewijsmateriaal inzake den Rijksdagbrand, dat zich in Uw bezit zou be vinden, hetzij door mijn bemiddeling, hetzij Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. door die der verdedigers, ter kennis te bren gen van het Rijksgerechtshof, opdat dit er bij het uitspreken vac het vonnis rekening mede zou kunnen houden. Ik moet derhalve tot mijn leedwezen mijn bemoeiingen, die ten doel hadden, van U bewijsmateriaal te ver krijgen, ook voorzoover dat misschien tot ont lasting der beklaagden kon dienen, als mis luk* beschouwen en kan mij onder deze om standigheden niet meer vleien met de ge dachte, dat voortzetting der briefwisseling nog eenig resultaa' zou kunnen opleveren. Aanvaardt enz.'' Duitsch commentaar. Van Duitsche zijde wordt op dii antwoord van den proc.-generaal het volgende com mentaar geleverd: Het Duitsche volk heeft zich al steeds ver wonderd over de lankmoedigheid der vervol ger'de autoriteiten tegenover de verdacht makingen en het onbetamelük optreden van het z.g. Van der Lubbe-comité. Men zal het derhalve toejuichen, dat aan deze gedachten- wisseling kortweg een einde wordt gemaakt. Van der Lubbe en consorten hebben immers niet het Nederlandsche of het Fransche of een ander parlementsgebouw in brand gesto ken, noch het Kremlin te Moskou, noch het huis van dr. Branting of een zijner geestver wanten, maar het Duitsche Rijksdaggebouw. Met deze brandstichting zou de communisti sche opstand worden ingeleid, waarvoor vol gens honderden rechtsgeldig geworden Duit sche vonnissen genoeg wapenen, munitie en springstoffen waren bijeengebracht en voor welks leiding in alle deelen van Duitschland instanties van den Rooden Generalen staf be stonden. Was het tot dezen opstand geko men, dan was het gevolg voor Dutschland en zijn buren niet moeilijk te raden geweest Duizenden Duitsche volksgenooten zouden een bloedigen dood hebben gevonden. Voor tientallen jaren zou het Duitsche volk en met dat volk Europa, in namelooze ellende zijn ge stort met als uiteindelijk resultaat de volledige ontbinding van alle nafconar.1 saamhoorig- heidsgevoel en der geheele Europeesche be schaving. Dat kunnen zich ook zekere krin gen in het buitenland voor gezegd houden, voorzoover zij nog begrip hebben voor de beteekenis der Europeesche cultuur. REPRESSAILLE TEGEN ZWEEDSCHE BOYCOT VAN DUITSCHE VROUWEN. Het besluit vr.n de Zvveedsche cen- traalorganisatie van aleemeene vakver- eenigingen om Duitsche goederen te boycotten heeft geleid tot represaille maatregelen door importeurs van Zvveedsch ijzererts, cellulose en hout. De in dezen bevoegde organisatiej zijn n li voornemers hare leden instructie te geven voorloopig elders in te koopen. LEVENSMIDDELEN VERGIFTIGING. In een arbeidsdienstkamp. In een kamp van den arbeidsdienst der nat.-soc. gouwvereeniging Wuert- temberg zijn gisteren 55 van de 260 man nen na het middageten ziek geworden. Zij toonden teekenen van vergiftiging. Een deel der zieken werd gebracht naar het ziekenhuis Feuerbach, een ander deel naar het Katharinen-hospitaal te Stuttgart. Uit het politie-onderzoek is gebleken, dat hier van levensmiddelen vergiftiging sprake is. Bij geen der zie ken bestaat levensgevaar. DECREET VAN GOERING. Over de vivisectie. De Pruisische minister-president heeft in een rondschrijven aan de regeeringspresiden- ten en de politiepresidenten het volgende verordend Het begrip vivisectie wordt als volgt gede finieerd: Als vivisectie is te beschouwen het snijden in levende niet-verdoofde dieren als mede de operatie van levende dieren, voor- zoover bij dergelijk ingrijpen aan het men- schelijk lichaam in den regel een algemeene of plaatselijke anaesthesie wordt toegepast en voorzoover de anaesthesie in elk geval toe gepast kan worden. Met vivisectie wordt ge lijkgesteld onbloedige experimenten bij die ren, die gepaard gaan met mishandeling. Daar de ernstige wetenschappelijke studie in het belang van de gezondheid van men schen en dieren niet van wetenschappelijke experimenten bij dieren kan afzien, zijn der gelijke proeven toegelaten, onder de volgende voorwaarden De experimenten mogen slechts geschieden in instituten, die onder wetenschappelijke lei ding staan en slechts onder verantwoorde lijkheid van den leider van het instituut. Zij zijn slechts geoorloofd, wanneer een zeker resultaat is te verwachten. Zij moeten pijn loos geschieden, tenzij dat volkomen onmoge lijk is of door de verdooving grootere schade aan de gezondheid van het dier wordt toege bracht. Experimenten bij dieren van hoogere orde moeten worden vermeden, tenzij door proef nemingen aan lagere diejen het doel niet kan worden bereikt. Zoo weinig mogelijk dieren Nederlandsch consul door Bedoo- inen overvallen. (Buitenland). De brand in het rijksdaggebouw. (Buitenland). Von Schirach over de Hitlerjeugd. (Buitenland). Decreet van Goering over de vivi sectie. (Buitenland). De Amerikasche vloot gereed voor vertrek naar Cub. a. (Buitenland). De minister van waterstaat zal 25 Sept. den afsluitdijk officieel openen. (Stad en omgeving). Tekort aan boter en margarine in Zeeuwsch-Vlaanderen. (Binnenland) 7000 rentezegels gestolen bij den Raad van Arbeid te Amsterdam. (Binnenland). In het Rai-gebouw te Amsterdam een zeer drukbezochte bijeenkomst tegen het fascisme. (Binnenland). De familie van M. van der Lubbe heeft nu weer aan mr. Pauwels verzocht de verdediging in de zaak van den rijksdagbrand toch op zich te nemen. (Binnenland). De koningin informeert naar den toestand der gewonden bij den aan slag in de raadszaal te Muiden. (Binnenland). Op het congres van „De Hanze" is geklaagd over concurentie door kloosters. (Binnenland). De gemeenteraad over het sport- fondsenbad. (Gemeenteraad). (Zie verder eventueel laatste be richten). moeten worden gebruikt voor de wetenschap pelijke proeven. Wetenschappelijke instituten, zoover hei niet betreft staatsgemeentelijke of door den staat geconcessioneerde instituten, gehoeven de toestemming van den bevoegden minister Op deze instituten wordt van staatswege toe zicht uitgeoefend. Proeven aan dieren voor het onderwijs zijn slechts toegestaan wanneer andere leermetho den, zooals film, foto enz., niet voldoende zijn. Ook hier is toestemming der autoriteiten noodig. Het rondschrijven van den minister voor Volkswelvaart van 3 April 1930 blijft van kracht, voorzoover daarvan in dit decreet niet wordt afgeweken. K. P. D.-INSTITUUT OPGESPOORD. De politieke politie te Remscheid heeft een geheim propaganda-instituut van de K P.D. opgespoord. Voorts heeft, naar de leider de zer oppositie in een persconferentie mededeel de, men 35 personen waaronder 10 vrouwen gearresteerd. REDE VAN BALDUR VON SCHIRACH. Over de Hitlerjeugd. Een der Berlijnsche avondbladen van gis teren heeft een onderhoud gepubliceerd met den rijksjeugdleider, Baldur von Schirach. Hij vertelde o.a.: De Hitlerjeugd is de organisatie van de mannelijke jeugd van 10 tot 18 jaar en der vrouwelijke jeugd van 10 tot 21 jaar. De Hitlerjeugd is onderverdeeld in de volgende organisaties: Het „Deutsche Jungvolk", waarin de jon gens van 10 tot 14 jaar zijn samengebracht; de „Hitlerjugend", waarin de 14—18-jarige jongens zijn georganiseerd; de „Bund deut- scher Madel als organisatie van de jeugdi gen van het vrouwelijke ges'acht in den leef tijd van 10 tot 21 jaar en de Nationaal-soci- aüstische Jeugd-bedrijfscellen-organisatie als organisatievorm van de geheele arbeidende nationaal-socialistische jeugd. De iKksjeugd leider wijst de vorming van een organisatie voor jeugdigen van zes jaar af ten sterkste van de hand. Kinderen tot den leeftijd van tien jaar behooren voikomen aan het gezin Voor den opbouw en uitbreiding van de Hitlerjeugdorganisaties wordt geen gebruik gemaakt van eenig staatssubsidie. Alleen voor de sport beschikt men over geringe door den staat uit te keeren bedragen. Het geheele organisatiewerk, ook dat van alle onderafdeelingen. als bijv. de opleiding tot vlieger (ook zweefvliegen), de motor- dienst en het marinewezen, alsook de vijfen twintig leidersscholen, worden uit eigen mid delen bekostigd. Op den rijkspartijdag heeft de rijksieugd- leider de werkzaamheid op het gebied der zielszorg der groote. confessioneele organi saties erkend. Alle bestaande jeugdorganisa ties staan onder leiding van den rijksieugd- leider. Deze heeft enkele organisaties, zooals bijv de ..Kolonialjugend" binnen de Hitler jeugd met een speciale taak belast,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 1