DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De positie van den „nieuwen" Dollfuss.
Hit het JUuiement
Dxigeliiksch Oueczkht
Buitenland.
No. 216
Woensdag 13 September 1933
Al is Oostenrijk een klein en arm
land, het heeft toch recht op eer en
daarom beloven we gemeenschap-
pelijke trouw.
DE VERDERE ONTWIKKELING.
Dictatuur Dollfuss
De reactie.
Climax in de ontwikkeling.
Beschouwt men de verschillende, binnen-
en buitenlandsche aspecten van het Oosten
rijksche probleem in onderling verband, dan
wordt de indruk versterkt, dat een climax in
de ontwikkeling ervan nadert en dat dit na
jaar Oostenrijk bewogen tijden zou kunnen
brengen. De inleiding van een meer actieve
politiek wijst op de bedoeling om "Öe zaken
nu maar op een of andere wijze tot een be
slissing te laten komen, hetzij dan dat er ter
men gevonden zouden kunnen worden voor
een compromis met Duitschland (waarvoor,
naar het heet, de nieuwbenoemde gezant te
Rome, dr. Rintelen zou willen aansturen via
bemiddeling van Italië), hetzij dat een meer
ingrijpend optreden der Nazi's de bom zou
doen barsten. De toenemende economische
ellende van het Oostenrijksche volk maakt
het in ieder geval steeds noodzakelijker, dat
er in een of andere richting een beslissing
valt. Men zal tenslotte in de verschillende
kampen, binnen en buiten de Oostenrijksche
grenzen, kleur moeten bekennen.
KABINETSZITTING TE BERLIJN.
GOERING SPREEKT VOOR DE
THEATERINTENDANTEN.
135e Jaargang
Wat vandaag de
aandacht trekt,
AUTO-ONGEVAL VAN DR. SCHACHT.
Rijksbankpresident ongedeerd.
AFSCHEID NEDERLANDSCH
GEZANT.
PROF. ALSBERG OVERLEDEN.
Aan een hartverlamming?
REGEERING TEGEN DEPRECIATIE.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
irancr door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regei meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij vli. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Den Haag, 12 Sept. 1933.
Het honderdste lid van de Tweede Kamer
js eindelijk heden beëedigd. Het was de heer
pr. A. L. L. Rutgers (a.r.), oud-gouverneur
vaIi Suriname, die op de tegenwoordig ge
bruikelijke laconieke wijze werd beëedigd en
geïnstalleerd, zonder dat er zelfs een woord
van, welkom aan werd toegevoegd, waarna
hij door vele leden begroet een rustig plaatsje
kreeg aan rechterzijde.
Uniformverbod.
Hierna heeft de Kamer zich den ganschen
middag bezig gehouden ,tiu ue aanvulling
van het Wetboek van Strafrecht met een be
paling luidende
„Hij die in het openbaar kleedingstukken
0f opzichtige onderscheidingsteekenen
draagt of voert, welke uitdrukking zijn van
een bepaald staatkundig streven, wordt ge
straft met hechtenis van ten hoogste
twaalf dagen of geldboete van ten hoogste
honderd vijftig gulden".
De belangstelling voor de behandeling
tan dit uniformverbod was ongewoon groot.
Voor den ingang van de publieke tribune
stond een groote file van nieuwsgierigen en
heel den middag is er geen plaatsje op die
tribune onbezet gebleven, terwijl ook de ge
reserveerde tribune tjokvol was. Nu, de be
langstellenden hebben kunnen genieten van
de parlementaire welsprekendheid: niet min
der dan een dozijn sprekers hebben zich doen
hooren bij de algemeene beraadslagingen.
De heer Lingbeek (herv. geref.) opende de
rij met een rede, waarin hij op zijn gewone
humoristische wijze uiteenzette, dat de rege
ling eigenlijk onvolledig was, omdat de
katholieke zinnebeelden en de pauselijke vlag
ook verboden moesten worden daar het ultra-
montisme ook streeft naar de politieke macht
in den staat.
De heer Westerman (nat.-herstel) vond,
dat de regeering groot gelijk heeft te trach
ten paal en perk te stellen aan het terroris
me van het grauw, dat een terreur uitoefent
tegen alle weidenkenden en vaderlands-
lievenden en de fascisten mishandelt. Maar
het is nog slechts een eerste stap, met dit
ontwerpje kan nog weinig uitgericht worden
men kan geen mestvaalt met een tandensto
ker schoonvegen.
Ook de heer Boon (lib.) verklaarde zich
voor het ontwerp, maar het moet verder
gaan en zoowel de A.J.C. als „De Rood-
Valken" behooren onder het nieuwe verbod
te vallen. Echter dient men z.i. toch nog een
stap verder te gaan en ook politieke vlaggen
verbieden.
Daar de heeren De Visser en Wijnkoop af
wezig waren, nam de communist Rcestam
namens zijn partij de bestrijding van het
voorstel op zich, sprak van een bedriegelijkr
manoeuvre van de regeering, waarvoor hij
tot de orde werd geroepen, en beweerde dat
aan de justitie en de politie een wapen teg:n
de communisten werd in handen gegeven.
Later heeft zijn partijgenoot Schalker dit
noE wat aangedikt.
Be heer Albarda (s.d.a.p.) had geen ern
sLg bezwaar tegen het voorstel. Hij vond
alleen dat het wat laat kwam. Een uniform
verbod kan werkelijk zijn nut hebben, gelijk
in Duitschland is gebleken, maar de spr.
vreesde voor de onpartijdigheid der recht
spraak, daar onze rechters doortrokken zijn
van fascistische neigingen.
De heer Schaepman (r.k.) was groot voor
stander van het ontwerp. Hij wenschte ech
ter, dat de leiders van politieke organisaties,
d'e het verbod overtreden, ook al blijven zij
achter de schermen, ook vervolgd zouden
worden.
De heer Zandt (st gerhad wel geen be
zwaar tegen het voorstel, maar hij achtte het
s'echts half werk bij de bestrijding van revc-
Jutionnaire stroomingen Verder beweerde
bij. dat ook de Graaïmeisjes onder de nieuwe
wet zouden vallen.
Ook de heer Van Dijk (a.r.) vond, dat het
ontwerp nog niet ver genoeg ging om de or-
de op den openbaren weg te handhaven; z i
rooet niet enkel tegen zuiver politieke elemen
ten worden opgetreden, maar ook tegen uitin
gen in strijd met juiste economische begrip
pen.
Nadat ook de heer Joekes (v.der op had
aangedrongen dat de leiders van groepen.
e bet verbod overtreden, niet vrijuit zullen
gaan, heeft prof Visscher (a.r.) een ernstig
Woord van waarschuwing laten hooren te
gen overschatting van het fascisme zoowe'
s \an de sociaal-democratie. Wanneer men
ze niet met dergelijke middelen bestrijdt, is
r spoedig de aardigheid voor de uniform-
a!2?enden a*- De regeering deed wel zoo
g°ed zich af te vragen, hoe het komt, dat het
ascisme hier te lande groeit. Na de opkomst
an machtsvormingen niet voldoende en bij
ij]0» te zijn tegengegaan, is de regeering
mans eigenlijk te laat mei dit voorstel. Wan-
zij aan het volk vertrouwen weet in te
^zemen, dan is dit ontwerp, dat op den
n^-toch niet voldoende zal helpen, ook niet
noodig. Intusschen zal hij niet tegen stem-
men.
Nadat de heer Sneevliet (rev. soc.) het ont
door hem een klagelijk pogen om het
rnssaal optreden tegen te gaan geheeten,
had afgebroken, de te verwachten recht
spraak als subjectief had gekenschetst, en
beweerd, dat het de democratie der bourgeoi
sie toch niet voldoende zou beschermen tegen
communisme en fascisme, heeft de heei
Snoeck Henkemans (c.h.) in een kort speech-
je den minister de stemmen van zijn partij
toegezegd.
Minister Van Schaik heeft op eenigszins
fragmentarische wijze de sprekers beant
woord en het ontwerp verdedigd. Hij begon
met er den nadruk op te leggen, dat het voor
stel noch tegen de fascisten noch tegen de
communisten is gericht. Het is hier geen po
litieke gelegenheidswet, maar de eenige be
doeling er van is de rust der burgerij te be
vorderen door het weerstaan van politieke
demonstraties op den openbaren weg. Het
uniformdragen, het vertoonen van in het oog
vallende onderscheidingsteekenen werkt uit
tartend en prikkelt. Wie werkelijk in zijn be
ginselen gelooft heeft geen behoefte aan zijn
kleedermaker om er voor te getuigen. De
wet heeft in dit opzicht een preventieve be
doeling In de tweede plaats wil de regeering
hiermede niet de politieke maar de militaire
machtsontwikkeling van een groep tegen
gaan. Zoo noodig is de regeering overigens
bereid verder te gaan, geheime formaties be
strijden en excessen o.a. van de pers bestrij
den, doch zij neemt daaromtrent nog een af
wachtende houding aan. Het wetsontwerp is
niet elastisch, elk woord is weloverwogen en
de rechterlijke macht zal geen moeilijkheid
hebben het goed toe te passen. Ten slotte
zette de minister uiteen, dat het aan de orga
nisaties als de A.J.C. zelf zal liggen, of zij
buiten de wet zullen blijven.
Nadat ondanks een protest van den heer
Schalker besloten was niet te repliceeren,
werd overgegaan tot behandeling van de
drie amendementen, welke op het eenig arti
kel waren voorgesteld.
De heer Boon (lib.) had voorgesteld ook
vlaggen, uitgestoken uit de huizen onder de
wet te brengen, de heer Westerman (nat -
herstel) wilde een verbod van elk politiek
insigne of embleem, de heer Albarda (s.d.
a.p.) drong er op aan bij demonstratieve op
tochten het meevoeren van vlaggen en em-
bleemen toe te staan, doch de minister aan
vaardde geen der amendementen. Na een vrij
uitvoerige discussie, waarop we hier niet
verder zullen ingaan doch waarvan we enkel
mededeelen, dat de heer Albarda verklaarde,
dat bij verwerping van zijn amendement zijn
partij tegen het voorstel zou stemmen, trok
ken de heeren Boon en Westerman hun
amendementen in. De heer Albarda zag hier
na zijn amendement verworpen met 56 tegen
26 stemmen, terwijl het ontwerp vervolgens
werd goedgekeurd met 56 tegen 24 stemmen.
Bij beide stemmingen zag de heer Albarda
behalve zijn partijgenooten alleen de commu
nisten en den heer Sneevliet aan zijn zijde
De heer Lingbeek deed niet mede aan de
laatste stemming, doch was heengegaan, na
dat hij onder algemeene vroolijkheid ver
klaard had niet te weten, hoe hij moest stem
men en er dus de voorkeur aan gaf te ver
dwijnen.
Het was intusschen laat geworden, onge
veer half zeven, doch daar de regeering het
gewenscht achtte, dat het ontwerp betreffen
de de instelling van een ministerie van So
ciale Zaken nog heden werd afgehandeld,
verdaagde de voorzitter de vergadering tot
hedenavond..
De groote „kleine man" van Oostenrijk,
bondskanselier Dolltuss, heeft zijn meening
aan de wereld kenbaar gemaakt en zooals
men daaruit in alle bladen heeft kunnen le
zen, is zijn plan Oostenrijk innerlijk te ver
sterken. Zijn rede kan echter van groote be-
tetkenis worden voor de ontwikkeling van
het Oostenijksche probleem. Ze vestigt den
indruk, dat een actiever politiek wordt inge
zet en dat er een streven voorzit om klaar
heid te doen komen in den bestaanden inge-
wikkelden politieken toestand. Het is geens
zins ondenkbaar, dat de groei van de natio-
naal-socialistische beweging, welke onder
den druk der economische moeilijkheden voor
de bevolking toeneemt, de Oostenrijksche
machthebbers heeft doen besluiten niet lan
ger te wachten met de aankondiging van hun
plannen.
Dat deze aankondiging plaats vond ter
gelegenheid van den katholiekendag, is niet
zonder belang en is een aanwijzing, dat het
Vatikaan instemt met het standpunt der Oos-
tenrijksche regeering. Het voortbestaan van
een zelfstandig katholiek Oostenrijk moet
van belang zijn voor de kerk, die ervaren
heeft, hoezeer haar invloed in het nationaal-
socialistische Duitschland beknot is.
Dollfuss en het vaticaan.
In verband met de ontwikkeling van het
overigens nog vrij vage, politieke program
van Dollfuss mag er wel aan worden herin
nerd, dat prins Starhemberg, die doorgaat
voor den eigenlijken leider achter de
sen van de huidige Oostenrijksche politiek,
de vorige week uit Rome is teruggekeer
waar de aanvoerder der Heimwehren, e\ en-
als indertijd Dollfuss te Riccione langdurig
met Mussolini heeft geconfereerd. Bij zijn
terugkeer te Weenen werd hij begroet door
een groot aantal van zijn volgelingen, bij
welke gelegenheid minister majoor rey ver
klaarde, dat de leider kon rekenen op de
absolute trouw van de Heimwehren, die op
zijn bevelen wachten. In zijn antwoord belee
Starhemberg zijn vaste geloof in het fascis
me; hetgeen hij in Italië had waargenomen,
had zijn meening versterkt dat slechts een
fascistisch regime dergel ijke resultaten kon
bereiken, en hij oordeelde, dat onder alle om
standigheden getracht moest *ordm ook in
Oostenrijk eenzelfde regime in te voeren. I
een telegram aan Mussolini verzeke
prins te hopen, dat spoedig in een wiafhan-
kelijk Oostenrijk de grondgedachten vari he
stelsel van Mussolini verwezenlijkt zouden
worden fascistisch Oostenrijk?
Weliswaar heeft Dollfuss niet. zoMls van
sommige zijden werd verwacht, den fascisti-
schen staat naar Italiaansch voorbeeld als
zoodanig aangekondigd, maar de voorgeno
men plannen gaan toch blijkbaar in die rich
ting. Nadrukkelijk verklaa.de de bondskan
selier bijv., dat van een terugkeer naar den
ouden parlen.entairen staatsvorm geen spra
ke meer kon zijn en dat daarvoor in de plaats
een sociale christelijke staat moet komen en
een staatsvorm op den grondslag der be
roepsstanden, in welk denkbeeld men de idee
van den Italiaanschen corporatieven staat
terugvindt.
Men zal natuurlijk de practische uitwer
king van deze gedachte moeten afwachten
om te zien in welken omvang men het Itali
aansche voorbeeld zal willen volgen. Maar
in elk geval behoort het federale parlement,
dat enkele maanden geleden buiten werking
werd gesteld en welks legislatieve arbeid
werd vervangen door regeling bij noodveror
deningen, tot de geschiedenis. De volksverte
genwoordiging verdwijnt, het democratische
partijenstelsel heeft ook in Oostenrijk afge
daan. De strijd tegen het roode socialisme
zal met kracht worden voortgezet, maar
evenzeer tegen het bruine „socialisme". Met
nadruk verklaarde Dollfuss, dat de Oosten
rijkers zich hun „Deutschtum" bewust zijn,
maar aan een „Gleichschaltung" kan niet
worden gedacht. Samenwerking met de noor
delijke broeders, goed, maar niet gepaard
gaande met terzijdestelling der eigen zelf
standigheid. „Al is Oostenrijk een klein en
arm land, het heeft toch recht op eer; wij
willen gemeenschappelijk trouw beloven aan
Oostenrijk als ons vaderland", zoo verklaar
de de bondskanselier.
Welke gevolgen zal nu de programrede
van Dollfuss voor de politieke ontwikkeling
van Oostenrijk hebben? De positie van den
bondskanselier is ongetwijfeld zwak en moei
lijk. In het linksche kamp, waar men natuur
lijk zeer wel inziet, dat alle kansen op een
terugkeer van de vroegere positie verkeken
zijn en dat men in dat opzicht is uitgescha
keld, zal men waarschijnlijk van de twee
euvelen, n.1. een fascistische dictatuur-Dol 1-
fuss, zooals die thans feitelijk bestaat, of een
nationaal-socialistische dictatuur, aan het
eerste nog de voorkeur geven, met het voor
beeld van het lot der broeders in Duitsch
land voor oogen. Gesteld voor het alternatief
van opslorping door Duitschland met alle
gevolgen daarvan, zullen de arbeiders een
regime-Dollfuss liever zien; in welk verbanc
de woorden van den bondskanselier van be-
teekenis zijn, dat „wij nooit den arbeiders
hun leven en fundamenteele rechten zullen
ontnemen, want dat een rechtvaardige en
christelijke staat juist aan de wenschen der
arbeiders moet voldoen, hetgeen wij dan ook
willen". Waaruit blijkt, dat de regeering
steun van arbeidersziide niet wil afsnijden
door het innemen van een al te rigoureus
standpunt.
Van grooter belang is echter onder de hui
dige omstandigheden de vraag hoe men in
het rechtsche kamp zal reageeren en of het
Dolfffuss zal gelukken een voldoend breede
basis te scheppen om zich staande te hou
den, teneinde het hoofd te kunnen blijven
bieden aan de nationaal-socialistische actie,
die, dat is den laatsten tijd wel gebleken, met
onverminderde kracht voortduurt.
De rede van den Oostenrijkschen bonds
kanselier Dollfuss en de reis van den leider
der Heimwehren, prins Starh^mberg, naar
Rome, kunnen er toe bijdragen, dat het in
de naaste toekomst die richting uitgaat.
De van de mogendheden verkregen mach
tiging tot tijdelijke versterking van het leger,
en de concentratie van groote troepeneen
heden aan de Beiersche grens wijzen erop,
dat de Oostenrijksche regeering op een
eventueele krachtproef voorbereid wil zijn.
De nieuwe phase, waarin het Oostenrijk
sche vraagstuk, hetwelk van zulk een groote
beteekenis is voor de geheele Europeesche
politiek, thans is gekomen, kon dan ook wel
eens spoedig spannende momenten opleveren.
De verdere ontwikkeling, waarbij de posi
ties der verschillende partijen zich nu wellicht
scherper zullen gaan afteekenen. moet der
halve met belangstelling tegemoet worden
gezien.
Officieel wordt medegedeeld: Het rijkska
binet hield zich in zijn eerste zitting na de
zomervacantie allereerst bezig met de voor
de zitting van Genève te maken voorberei
dingen. Vervolgens werd uitvoerig van ge
dachten gewisseld over landbouwpolitieke
maatregelen, die in hoofdzaak er toe moeten
dienen passende prijzen voor de nieuwe oogst
vast te stellen. Het kabinet was het erover
eens, dat de Ehiitsche landbouw een loonende
vaste prijs voor graan moet ontvangen. Op
deze wijze zal iedere speculatie in graan
voorkomen en verhinderd worden, dat ,de
landbouwer gelijk in vroegere jaren onder
verkoopdruk geplaatst wordt. In het kader
van den corporatieven opbouw, gelijk deze
thans door den rijksminister voor voedings
wezen wordt doorgevoerd, worden de orga
nisatorische maatregelen genomen, die een
prijsbescherming tot stand moeten brengen
en die geordende toestanden moeten scheppen
op het gebied van den graanhandel. Vervol
gens nam het rijkskabinet een wet aan in
zake economische propaganda, waarin be
paald wordt, dat bij het rijksministerie voor
propaganda en volksvoorlichting een pro
pagandaraad voor de Duitsche economie
wordt gevormd, welke raad het toezicht zal
uitoefenen over alle particuliere propaganda,
advertenties, tentoonstellingen, jaarbeurzen
en reclame.
De ministerpresident Goering heeft giste
ren voor de te Berlijn vergaderde Pruisische
theaterintendenten een rede gehouden, waar
in hij o.a. zeide:
„Tot de gewichtigste programmapunten
van de nieuwe regeering behoort het stellen
van het theater op een sterken grondslag. In
principieele vragen van tooneelwezen be
hoort een gelijkvormige opvatting te heer-
schen. Het theater moet medewerken aan de
opvoeding van het volk. Ook hier moet da
nat. soc. geest de groote pijler zijn. Daarvoor
is in de eerste plaats noodig, dat het bestuur
der theaters wordt gereorganiseerd en wel
volgens het „Fuehrer-principe". De positie
van den stedelijken intendant zal worden
vastgesteld, waarbij met de wenschen der
steden zal worden rekening gehouden, zon
der dat echter kan worden toegelaten, dat
steeds een of andere referent zich bemoeit
met de leiding van het theater. De inten-
denten dragen de verantwoordelijkheid. De
rede, dit Hitier te Neurenberg over Duitsche
cultuur en Duitsche kunst heeft gehouden
De positie van den „nieuwen" Doll
fuss. (Dag. Overzicht).
De heer Veth, een der slachtoffers van
den aanslag in Muiden's raadszaal, is
overleden. (Binnenland).
De troonrede (uit te spreken op 19
Sept.) zal door de A.V.R.O., de K.R.O.
en de Phoni worden uitgezonden. (Bin
nenland).
De Tweede Kamer heeft het ontwerp-
uniformverbod aangenomen met 56
tegen 24 stemmen. (Uit het Parlement).
De Tweede Kamer heeft het wetsont
werp tot aanvulling van de Hooger On
derwijswet (wering van buitenlandsche
studenten) aangenomen. (Uit het Parle
ment).
Poolsch vliegtuig nabij Moskou neer
gestort. (Luchtvaart).
Afscheid Nederlandsche gezant te
Brussel. (Buitenland).
De anti-Marxistische onthullingen.
(Guitenland).
Te Hoorn een alle-dag-kerk geopend
(Kerk en School).
Het resultaat van het eerste jaar on
der de crisis-pachtwet. (Land- en Tuin
bouw).
Relletje te Amsterdam als gevolg van
het stucadoorsconflict; 23 voegers leg-
fen uit vrees voor verdere moeilijkheden
et werk neer. (Binnenland).
Tegen den onervaren chauffeur, die
op den weg Rotterdam-Roekan je met zijn
auto in het kanaal reed, waardoor vijf
inzittenden om het leven kwamen, is een
maand voorwaardelijke hechtenis ge-
eischt. (Rechtszaken).
Plannen 8 October-viering. (Stad en
Omgeving).
(Zie verder eventueel laatste be
richten).
Een kaasdrager verdacht van diefstal.
(Rechtszaken).
is in zekeren zin het woordenboek van den
intendant, zijn dienstaanwijzing. Daarom
verzoek ik U ook, dat deze rede in de gangen
van de theaters wordt aangeplakt".
Goering verklaarde vei der, dat hij het fn
zooverre eens is met den storm tegen het
„sterrendom", als deze storm zich richt tegen
het Joodsche begrip van den ster, die onder
leiding van den manager staat. Maar de
aanval tegen de eminente persoonlijkheids-
waarde wijst hij af. „Bedenkt, aldus be
sloot Goering zijn rede „het is thans de
tijd van het heroisme. Een heroische daden
willen wij ook van het Duitsche theater
zien."
In Dahlem is gistermiddag de auto van
den president der Duitsche rijksbank, dr.
Schacht, in botsing gekomen met een anderen
auto. Dr. Schacht zelf bleef ongedeerd, maar
zijn chauffeur werd ernstig aan den rug ge
wond, terwijl twee inzittenden van den an
deren auto lichte verwondingen opliepen.
De Nederlasdsche gezant en minister tfc
Brussel Jhr. van Nispen tot Sevenaer, heeft
gisteren zijne rappelbrieven aan den Koning
van België overhandigd. In verband hier
mede heeft koning Albert ter eere van den
scheidenden gezant op het kasteel te Laeken
een diner gegeven, waar behalve tal van
hofdignitarissen verschillende leden der
regeering en andere hooggeplaatste funo
tionnarissen aanwezig waren.
Te Samaden in Zwitserland is gisteren de
bekende Berlijnsche advicaat Prof. Alsberg
overleden aan een hartverlamming.
Het bericht, dat Alsberg zelfmoord heeft
gepleegd, kon tot dusverre niet bevestigd
worden.
Voor vandaag is een buitengewone mi
nisterraad te Boekarest bijeen geroepen,
waarop de regeering haar standpunt zal be
palen ten aanzien van de situatie, geschapen
door de laatste verklaring van Michtlake.
De regeering is vastbesloten, vast te houden
aan haar politiek van stabilisatie van den Lei.
Ook Titulescu staat op het standpunt, dat de
valuta in ieder geval moet gespaard blijven
voor experimenten, zooais Michalake die
heeft verlangt. Daar ook de koning in deze
kwestie aan de zijde der regeering staat,
moet men aannemen, dat in de valutakwestie
geen verandering komt. Op 16 September zal
Titulescu naar Boekarest terugkeeren.