DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De positie van den „nieuwen" Dollfuss. Hit het JUuiement Dxigeliiksch Oueczkht Buitenland. No. 216 Woensdag 13 September 1933 Al is Oostenrijk een klein en arm land, het heeft toch recht op eer en daarom beloven we gemeenschap- pelijke trouw. DE VERDERE ONTWIKKELING. Dictatuur Dollfuss De reactie. Climax in de ontwikkeling. Beschouwt men de verschillende, binnen- en buitenlandsche aspecten van het Oosten rijksche probleem in onderling verband, dan wordt de indruk versterkt, dat een climax in de ontwikkeling ervan nadert en dat dit na jaar Oostenrijk bewogen tijden zou kunnen brengen. De inleiding van een meer actieve politiek wijst op de bedoeling om "Öe zaken nu maar op een of andere wijze tot een be slissing te laten komen, hetzij dan dat er ter men gevonden zouden kunnen worden voor een compromis met Duitschland (waarvoor, naar het heet, de nieuwbenoemde gezant te Rome, dr. Rintelen zou willen aansturen via bemiddeling van Italië), hetzij dat een meer ingrijpend optreden der Nazi's de bom zou doen barsten. De toenemende economische ellende van het Oostenrijksche volk maakt het in ieder geval steeds noodzakelijker, dat er in een of andere richting een beslissing valt. Men zal tenslotte in de verschillende kampen, binnen en buiten de Oostenrijksche grenzen, kleur moeten bekennen. KABINETSZITTING TE BERLIJN. GOERING SPREEKT VOOR DE THEATERINTENDANTEN. 135e Jaargang Wat vandaag de aandacht trekt, AUTO-ONGEVAL VAN DR. SCHACHT. Rijksbankpresident ongedeerd. AFSCHEID NEDERLANDSCH GEZANT. PROF. ALSBERG OVERLEDEN. Aan een hartverlamming? REGEERING TEGEN DEPRECIATIE. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, irancr door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regei meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij vli. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Den Haag, 12 Sept. 1933. Het honderdste lid van de Tweede Kamer js eindelijk heden beëedigd. Het was de heer pr. A. L. L. Rutgers (a.r.), oud-gouverneur vaIi Suriname, die op de tegenwoordig ge bruikelijke laconieke wijze werd beëedigd en geïnstalleerd, zonder dat er zelfs een woord van, welkom aan werd toegevoegd, waarna hij door vele leden begroet een rustig plaatsje kreeg aan rechterzijde. Uniformverbod. Hierna heeft de Kamer zich den ganschen middag bezig gehouden ,tiu ue aanvulling van het Wetboek van Strafrecht met een be paling luidende „Hij die in het openbaar kleedingstukken 0f opzichtige onderscheidingsteekenen draagt of voert, welke uitdrukking zijn van een bepaald staatkundig streven, wordt ge straft met hechtenis van ten hoogste twaalf dagen of geldboete van ten hoogste honderd vijftig gulden". De belangstelling voor de behandeling tan dit uniformverbod was ongewoon groot. Voor den ingang van de publieke tribune stond een groote file van nieuwsgierigen en heel den middag is er geen plaatsje op die tribune onbezet gebleven, terwijl ook de ge reserveerde tribune tjokvol was. Nu, de be langstellenden hebben kunnen genieten van de parlementaire welsprekendheid: niet min der dan een dozijn sprekers hebben zich doen hooren bij de algemeene beraadslagingen. De heer Lingbeek (herv. geref.) opende de rij met een rede, waarin hij op zijn gewone humoristische wijze uiteenzette, dat de rege ling eigenlijk onvolledig was, omdat de katholieke zinnebeelden en de pauselijke vlag ook verboden moesten worden daar het ultra- montisme ook streeft naar de politieke macht in den staat. De heer Westerman (nat.-herstel) vond, dat de regeering groot gelijk heeft te trach ten paal en perk te stellen aan het terroris me van het grauw, dat een terreur uitoefent tegen alle weidenkenden en vaderlands- lievenden en de fascisten mishandelt. Maar het is nog slechts een eerste stap, met dit ontwerpje kan nog weinig uitgericht worden men kan geen mestvaalt met een tandensto ker schoonvegen. Ook de heer Boon (lib.) verklaarde zich voor het ontwerp, maar het moet verder gaan en zoowel de A.J.C. als „De Rood- Valken" behooren onder het nieuwe verbod te vallen. Echter dient men z.i. toch nog een stap verder te gaan en ook politieke vlaggen verbieden. Daar de heeren De Visser en Wijnkoop af wezig waren, nam de communist Rcestam namens zijn partij de bestrijding van het voorstel op zich, sprak van een bedriegelijkr manoeuvre van de regeering, waarvoor hij tot de orde werd geroepen, en beweerde dat aan de justitie en de politie een wapen teg:n de communisten werd in handen gegeven. Later heeft zijn partijgenoot Schalker dit noE wat aangedikt. Be heer Albarda (s.d.a.p.) had geen ern sLg bezwaar tegen het voorstel. Hij vond alleen dat het wat laat kwam. Een uniform verbod kan werkelijk zijn nut hebben, gelijk in Duitschland is gebleken, maar de spr. vreesde voor de onpartijdigheid der recht spraak, daar onze rechters doortrokken zijn van fascistische neigingen. De heer Schaepman (r.k.) was groot voor stander van het ontwerp. Hij wenschte ech ter, dat de leiders van politieke organisaties, d'e het verbod overtreden, ook al blijven zij achter de schermen, ook vervolgd zouden worden. De heer Zandt (st gerhad wel geen be zwaar tegen het voorstel, maar hij achtte het s'echts half werk bij de bestrijding van revc- Jutionnaire stroomingen Verder beweerde bij. dat ook de Graaïmeisjes onder de nieuwe wet zouden vallen. Ook de heer Van Dijk (a.r.) vond, dat het ontwerp nog niet ver genoeg ging om de or- de op den openbaren weg te handhaven; z i rooet niet enkel tegen zuiver politieke elemen ten worden opgetreden, maar ook tegen uitin gen in strijd met juiste economische begrip pen. Nadat ook de heer Joekes (v.der op had aangedrongen dat de leiders van groepen. e bet verbod overtreden, niet vrijuit zullen gaan, heeft prof Visscher (a.r.) een ernstig Woord van waarschuwing laten hooren te gen overschatting van het fascisme zoowe' s \an de sociaal-democratie. Wanneer men ze niet met dergelijke middelen bestrijdt, is r spoedig de aardigheid voor de uniform- a!2?enden a*- De regeering deed wel zoo g°ed zich af te vragen, hoe het komt, dat het ascisme hier te lande groeit. Na de opkomst an machtsvormingen niet voldoende en bij ij]0» te zijn tegengegaan, is de regeering mans eigenlijk te laat mei dit voorstel. Wan- zij aan het volk vertrouwen weet in te ^zemen, dan is dit ontwerp, dat op den n^-toch niet voldoende zal helpen, ook niet noodig. Intusschen zal hij niet tegen stem- men. Nadat de heer Sneevliet (rev. soc.) het ont door hem een klagelijk pogen om het rnssaal optreden tegen te gaan geheeten, had afgebroken, de te verwachten recht spraak als subjectief had gekenschetst, en beweerd, dat het de democratie der bourgeoi sie toch niet voldoende zou beschermen tegen communisme en fascisme, heeft de heei Snoeck Henkemans (c.h.) in een kort speech- je den minister de stemmen van zijn partij toegezegd. Minister Van Schaik heeft op eenigszins fragmentarische wijze de sprekers beant woord en het ontwerp verdedigd. Hij begon met er den nadruk op te leggen, dat het voor stel noch tegen de fascisten noch tegen de communisten is gericht. Het is hier geen po litieke gelegenheidswet, maar de eenige be doeling er van is de rust der burgerij te be vorderen door het weerstaan van politieke demonstraties op den openbaren weg. Het uniformdragen, het vertoonen van in het oog vallende onderscheidingsteekenen werkt uit tartend en prikkelt. Wie werkelijk in zijn be ginselen gelooft heeft geen behoefte aan zijn kleedermaker om er voor te getuigen. De wet heeft in dit opzicht een preventieve be doeling In de tweede plaats wil de regeering hiermede niet de politieke maar de militaire machtsontwikkeling van een groep tegen gaan. Zoo noodig is de regeering overigens bereid verder te gaan, geheime formaties be strijden en excessen o.a. van de pers bestrij den, doch zij neemt daaromtrent nog een af wachtende houding aan. Het wetsontwerp is niet elastisch, elk woord is weloverwogen en de rechterlijke macht zal geen moeilijkheid hebben het goed toe te passen. Ten slotte zette de minister uiteen, dat het aan de orga nisaties als de A.J.C. zelf zal liggen, of zij buiten de wet zullen blijven. Nadat ondanks een protest van den heer Schalker besloten was niet te repliceeren, werd overgegaan tot behandeling van de drie amendementen, welke op het eenig arti kel waren voorgesteld. De heer Boon (lib.) had voorgesteld ook vlaggen, uitgestoken uit de huizen onder de wet te brengen, de heer Westerman (nat - herstel) wilde een verbod van elk politiek insigne of embleem, de heer Albarda (s.d. a.p.) drong er op aan bij demonstratieve op tochten het meevoeren van vlaggen en em- bleemen toe te staan, doch de minister aan vaardde geen der amendementen. Na een vrij uitvoerige discussie, waarop we hier niet verder zullen ingaan doch waarvan we enkel mededeelen, dat de heer Albarda verklaarde, dat bij verwerping van zijn amendement zijn partij tegen het voorstel zou stemmen, trok ken de heeren Boon en Westerman hun amendementen in. De heer Albarda zag hier na zijn amendement verworpen met 56 tegen 26 stemmen, terwijl het ontwerp vervolgens werd goedgekeurd met 56 tegen 24 stemmen. Bij beide stemmingen zag de heer Albarda behalve zijn partijgenooten alleen de commu nisten en den heer Sneevliet aan zijn zijde De heer Lingbeek deed niet mede aan de laatste stemming, doch was heengegaan, na dat hij onder algemeene vroolijkheid ver klaard had niet te weten, hoe hij moest stem men en er dus de voorkeur aan gaf te ver dwijnen. Het was intusschen laat geworden, onge veer half zeven, doch daar de regeering het gewenscht achtte, dat het ontwerp betreffen de de instelling van een ministerie van So ciale Zaken nog heden werd afgehandeld, verdaagde de voorzitter de vergadering tot hedenavond.. De groote „kleine man" van Oostenrijk, bondskanselier Dolltuss, heeft zijn meening aan de wereld kenbaar gemaakt en zooals men daaruit in alle bladen heeft kunnen le zen, is zijn plan Oostenrijk innerlijk te ver sterken. Zijn rede kan echter van groote be- tetkenis worden voor de ontwikkeling van het Oostenijksche probleem. Ze vestigt den indruk, dat een actiever politiek wordt inge zet en dat er een streven voorzit om klaar heid te doen komen in den bestaanden inge- wikkelden politieken toestand. Het is geens zins ondenkbaar, dat de groei van de natio- naal-socialistische beweging, welke onder den druk der economische moeilijkheden voor de bevolking toeneemt, de Oostenrijksche machthebbers heeft doen besluiten niet lan ger te wachten met de aankondiging van hun plannen. Dat deze aankondiging plaats vond ter gelegenheid van den katholiekendag, is niet zonder belang en is een aanwijzing, dat het Vatikaan instemt met het standpunt der Oos- tenrijksche regeering. Het voortbestaan van een zelfstandig katholiek Oostenrijk moet van belang zijn voor de kerk, die ervaren heeft, hoezeer haar invloed in het nationaal- socialistische Duitschland beknot is. Dollfuss en het vaticaan. In verband met de ontwikkeling van het overigens nog vrij vage, politieke program van Dollfuss mag er wel aan worden herin nerd, dat prins Starhemberg, die doorgaat voor den eigenlijken leider achter de sen van de huidige Oostenrijksche politiek, de vorige week uit Rome is teruggekeer waar de aanvoerder der Heimwehren, e\ en- als indertijd Dollfuss te Riccione langdurig met Mussolini heeft geconfereerd. Bij zijn terugkeer te Weenen werd hij begroet door een groot aantal van zijn volgelingen, bij welke gelegenheid minister majoor rey ver klaarde, dat de leider kon rekenen op de absolute trouw van de Heimwehren, die op zijn bevelen wachten. In zijn antwoord belee Starhemberg zijn vaste geloof in het fascis me; hetgeen hij in Italië had waargenomen, had zijn meening versterkt dat slechts een fascistisch regime dergel ijke resultaten kon bereiken, en hij oordeelde, dat onder alle om standigheden getracht moest *ordm ook in Oostenrijk eenzelfde regime in te voeren. I een telegram aan Mussolini verzeke prins te hopen, dat spoedig in een wiafhan- kelijk Oostenrijk de grondgedachten vari he stelsel van Mussolini verwezenlijkt zouden worden fascistisch Oostenrijk? Weliswaar heeft Dollfuss niet. zoMls van sommige zijden werd verwacht, den fascisti- schen staat naar Italiaansch voorbeeld als zoodanig aangekondigd, maar de voorgeno men plannen gaan toch blijkbaar in die rich ting. Nadrukkelijk verklaa.de de bondskan selier bijv., dat van een terugkeer naar den ouden parlen.entairen staatsvorm geen spra ke meer kon zijn en dat daarvoor in de plaats een sociale christelijke staat moet komen en een staatsvorm op den grondslag der be roepsstanden, in welk denkbeeld men de idee van den Italiaanschen corporatieven staat terugvindt. Men zal natuurlijk de practische uitwer king van deze gedachte moeten afwachten om te zien in welken omvang men het Itali aansche voorbeeld zal willen volgen. Maar in elk geval behoort het federale parlement, dat enkele maanden geleden buiten werking werd gesteld en welks legislatieve arbeid werd vervangen door regeling bij noodveror deningen, tot de geschiedenis. De volksverte genwoordiging verdwijnt, het democratische partijenstelsel heeft ook in Oostenrijk afge daan. De strijd tegen het roode socialisme zal met kracht worden voortgezet, maar evenzeer tegen het bruine „socialisme". Met nadruk verklaarde Dollfuss, dat de Oosten rijkers zich hun „Deutschtum" bewust zijn, maar aan een „Gleichschaltung" kan niet worden gedacht. Samenwerking met de noor delijke broeders, goed, maar niet gepaard gaande met terzijdestelling der eigen zelf standigheid. „Al is Oostenrijk een klein en arm land, het heeft toch recht op eer; wij willen gemeenschappelijk trouw beloven aan Oostenrijk als ons vaderland", zoo verklaar de de bondskanselier. Welke gevolgen zal nu de programrede van Dollfuss voor de politieke ontwikkeling van Oostenrijk hebben? De positie van den bondskanselier is ongetwijfeld zwak en moei lijk. In het linksche kamp, waar men natuur lijk zeer wel inziet, dat alle kansen op een terugkeer van de vroegere positie verkeken zijn en dat men in dat opzicht is uitgescha keld, zal men waarschijnlijk van de twee euvelen, n.1. een fascistische dictatuur-Dol 1- fuss, zooals die thans feitelijk bestaat, of een nationaal-socialistische dictatuur, aan het eerste nog de voorkeur geven, met het voor beeld van het lot der broeders in Duitsch land voor oogen. Gesteld voor het alternatief van opslorping door Duitschland met alle gevolgen daarvan, zullen de arbeiders een regime-Dollfuss liever zien; in welk verbanc de woorden van den bondskanselier van be- teekenis zijn, dat „wij nooit den arbeiders hun leven en fundamenteele rechten zullen ontnemen, want dat een rechtvaardige en christelijke staat juist aan de wenschen der arbeiders moet voldoen, hetgeen wij dan ook willen". Waaruit blijkt, dat de regeering steun van arbeidersziide niet wil afsnijden door het innemen van een al te rigoureus standpunt. Van grooter belang is echter onder de hui dige omstandigheden de vraag hoe men in het rechtsche kamp zal reageeren en of het Dolfffuss zal gelukken een voldoend breede basis te scheppen om zich staande te hou den, teneinde het hoofd te kunnen blijven bieden aan de nationaal-socialistische actie, die, dat is den laatsten tijd wel gebleken, met onverminderde kracht voortduurt. De rede van den Oostenrijkschen bonds kanselier Dollfuss en de reis van den leider der Heimwehren, prins Starh^mberg, naar Rome, kunnen er toe bijdragen, dat het in de naaste toekomst die richting uitgaat. De van de mogendheden verkregen mach tiging tot tijdelijke versterking van het leger, en de concentratie van groote troepeneen heden aan de Beiersche grens wijzen erop, dat de Oostenrijksche regeering op een eventueele krachtproef voorbereid wil zijn. De nieuwe phase, waarin het Oostenrijk sche vraagstuk, hetwelk van zulk een groote beteekenis is voor de geheele Europeesche politiek, thans is gekomen, kon dan ook wel eens spoedig spannende momenten opleveren. De verdere ontwikkeling, waarbij de posi ties der verschillende partijen zich nu wellicht scherper zullen gaan afteekenen. moet der halve met belangstelling tegemoet worden gezien. Officieel wordt medegedeeld: Het rijkska binet hield zich in zijn eerste zitting na de zomervacantie allereerst bezig met de voor de zitting van Genève te maken voorberei dingen. Vervolgens werd uitvoerig van ge dachten gewisseld over landbouwpolitieke maatregelen, die in hoofdzaak er toe moeten dienen passende prijzen voor de nieuwe oogst vast te stellen. Het kabinet was het erover eens, dat de Ehiitsche landbouw een loonende vaste prijs voor graan moet ontvangen. Op deze wijze zal iedere speculatie in graan voorkomen en verhinderd worden, dat ,de landbouwer gelijk in vroegere jaren onder verkoopdruk geplaatst wordt. In het kader van den corporatieven opbouw, gelijk deze thans door den rijksminister voor voedings wezen wordt doorgevoerd, worden de orga nisatorische maatregelen genomen, die een prijsbescherming tot stand moeten brengen en die geordende toestanden moeten scheppen op het gebied van den graanhandel. Vervol gens nam het rijkskabinet een wet aan in zake economische propaganda, waarin be paald wordt, dat bij het rijksministerie voor propaganda en volksvoorlichting een pro pagandaraad voor de Duitsche economie wordt gevormd, welke raad het toezicht zal uitoefenen over alle particuliere propaganda, advertenties, tentoonstellingen, jaarbeurzen en reclame. De ministerpresident Goering heeft giste ren voor de te Berlijn vergaderde Pruisische theaterintendenten een rede gehouden, waar in hij o.a. zeide: „Tot de gewichtigste programmapunten van de nieuwe regeering behoort het stellen van het theater op een sterken grondslag. In principieele vragen van tooneelwezen be hoort een gelijkvormige opvatting te heer- schen. Het theater moet medewerken aan de opvoeding van het volk. Ook hier moet da nat. soc. geest de groote pijler zijn. Daarvoor is in de eerste plaats noodig, dat het bestuur der theaters wordt gereorganiseerd en wel volgens het „Fuehrer-principe". De positie van den stedelijken intendant zal worden vastgesteld, waarbij met de wenschen der steden zal worden rekening gehouden, zon der dat echter kan worden toegelaten, dat steeds een of andere referent zich bemoeit met de leiding van het theater. De inten- denten dragen de verantwoordelijkheid. De rede, dit Hitier te Neurenberg over Duitsche cultuur en Duitsche kunst heeft gehouden De positie van den „nieuwen" Doll fuss. (Dag. Overzicht). De heer Veth, een der slachtoffers van den aanslag in Muiden's raadszaal, is overleden. (Binnenland). De troonrede (uit te spreken op 19 Sept.) zal door de A.V.R.O., de K.R.O. en de Phoni worden uitgezonden. (Bin nenland). De Tweede Kamer heeft het ontwerp- uniformverbod aangenomen met 56 tegen 24 stemmen. (Uit het Parlement). De Tweede Kamer heeft het wetsont werp tot aanvulling van de Hooger On derwijswet (wering van buitenlandsche studenten) aangenomen. (Uit het Parle ment). Poolsch vliegtuig nabij Moskou neer gestort. (Luchtvaart). Afscheid Nederlandsche gezant te Brussel. (Buitenland). De anti-Marxistische onthullingen. (Guitenland). Te Hoorn een alle-dag-kerk geopend (Kerk en School). Het resultaat van het eerste jaar on der de crisis-pachtwet. (Land- en Tuin bouw). Relletje te Amsterdam als gevolg van het stucadoorsconflict; 23 voegers leg- fen uit vrees voor verdere moeilijkheden et werk neer. (Binnenland). Tegen den onervaren chauffeur, die op den weg Rotterdam-Roekan je met zijn auto in het kanaal reed, waardoor vijf inzittenden om het leven kwamen, is een maand voorwaardelijke hechtenis ge- eischt. (Rechtszaken). Plannen 8 October-viering. (Stad en Omgeving). (Zie verder eventueel laatste be richten). Een kaasdrager verdacht van diefstal. (Rechtszaken). is in zekeren zin het woordenboek van den intendant, zijn dienstaanwijzing. Daarom verzoek ik U ook, dat deze rede in de gangen van de theaters wordt aangeplakt". Goering verklaarde vei der, dat hij het fn zooverre eens is met den storm tegen het „sterrendom", als deze storm zich richt tegen het Joodsche begrip van den ster, die onder leiding van den manager staat. Maar de aanval tegen de eminente persoonlijkheids- waarde wijst hij af. „Bedenkt, aldus be sloot Goering zijn rede „het is thans de tijd van het heroisme. Een heroische daden willen wij ook van het Duitsche theater zien." In Dahlem is gistermiddag de auto van den president der Duitsche rijksbank, dr. Schacht, in botsing gekomen met een anderen auto. Dr. Schacht zelf bleef ongedeerd, maar zijn chauffeur werd ernstig aan den rug ge wond, terwijl twee inzittenden van den an deren auto lichte verwondingen opliepen. De Nederlasdsche gezant en minister tfc Brussel Jhr. van Nispen tot Sevenaer, heeft gisteren zijne rappelbrieven aan den Koning van België overhandigd. In verband hier mede heeft koning Albert ter eere van den scheidenden gezant op het kasteel te Laeken een diner gegeven, waar behalve tal van hofdignitarissen verschillende leden der regeering en andere hooggeplaatste funo tionnarissen aanwezig waren. Te Samaden in Zwitserland is gisteren de bekende Berlijnsche advicaat Prof. Alsberg overleden aan een hartverlamming. Het bericht, dat Alsberg zelfmoord heeft gepleegd, kon tot dusverre niet bevestigd worden. Voor vandaag is een buitengewone mi nisterraad te Boekarest bijeen geroepen, waarop de regeering haar standpunt zal be palen ten aanzien van de situatie, geschapen door de laatste verklaring van Michtlake. De regeering is vastbesloten, vast te houden aan haar politiek van stabilisatie van den Lei. Ook Titulescu staat op het standpunt, dat de valuta in ieder geval moet gespaard blijven voor experimenten, zooais Michalake die heeft verlangt. Daar ook de koning in deze kwestie aan de zijde der regeering staat, moet men aannemen, dat in de valutakwestie geen verandering komt. Op 16 September zal Titulescu naar Boekarest terugkeeren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 1