Alkmaarsche Courant.
RECHTS
LINKS!
Congres Vrijzinnig Hervormden.
Honderd mfi en derfigsft Jaargang.
ZATERDAG 23 SEPTEMBER
De feestelijkheden op
8 October.
JIM'ilMHM
gaat vóór...
Let ook op
lllilJIiillllilllllilllllllliHii^^—
Kerk en School
Belangrijke inleidingen op het Provinciaal
Congres van de Vereeniging van Vrijzinnig
Hervormden in Noordholland.
Een druk bezochte bijeenkomst.
No- 225 1933
Alkmaar moet bij het eerste
bezoek van Prinses Juliana in
een feestkleed worden ge
stoken.
Het belooft op 8 October weer een
bijzondere dag te worden, want het be
stuur van de 8-Octobervereeniging stelt
weer alles in het werk om Alkmaar dien
dag het middelpunt van feestelijkheden
te doen zijn.
Wij schreven 8 October, want dat be
hoort nu eenmaal bij een vereeniging
die zich 8-Octobervereeniging genoemd
heeft, maar in werkelijkheid zal de
feestviering eerst op 9 October plaats
vinden, aangezien de 8e op een Zondag
valt, die daarvoor natuurlijk minder
geschikt is.
Het is niet onze bedoeling het den ver-
koopers van programma's moeilijk te
maken door hier uitvoerig mededeeling
te doen wat er zoo allemaal op dien dag
zal gebeuren. Wij geven slechts een kort
overzicht van de diverse gebeurtenissen
en alle verdere bijzonderheden daarover
zal men uitsluitend in de feestprogram
ma's kunnen vinden.
De reveille.
's Morgens om 8 uur wordt er we
zouden haast zeggen der traditie ge
trouw een reveille gehouden, waar
voor zich dit jaar een zeer groot aantal
deelnemers hebben opgegeven. Men
spreekt zelfs van een duizendtal, wat
mede veroorzaakt wordt doordat zich
hiervoor ook voor het eerst vele leerlin
gen van middelbare scholen hebben aan
gemeld. Leider, althans kunstzinnig
leider, van deze groep is de heer Corn
Jonker, en als bijzonderheid kan nog
gemeld worden, dat er dit jaar voor de
woning van den burgemeester voor het
eerst tweestemmige liederen ten gehoore
gebracht zullen worden.
Koraal- en torenmuziek.
Van kwart voor negen tot kwart over
negen zal Soli Deo Gloria, opgesteld op
het bordes van het Stadhuis, de om
wonenden en toegestroomde belangstel
lenden weer op koraal muziek vergasten
en van negen tot tien uur zal onze
carillonist bewijzen, dat het torenklavier
op een dag als deze met gerustheid aan
zijn bekwame handen kan toevertrouwd
worden.
Kinderoptocht.
Van tien tot elf heeft er een kinderop
tocht plaats. De deelname daaraan is,
tusschen twee haakjes nog niet zoo erg
groot en de heer Teerink zal nog met
genoegen wat meer gegadigden inschrij
ven. De kinderen, die een versnapering
krijgen, loopen met versierde fietsen,
vlaggen enz. alleen of in groepen.
Bij het beeld.
Om kwart over elf komt het belang
rijkste punt van het feestprogramma
aan de orde en begeven het bestuur der
8 Octobervereeniging mitsgaders de
feestcommissie zich in gezamenlijken
optocht naar het Victaoriebeeld, waar
om ongeveer kwart voor twaalf H K. H
Prinses Juliana zal arriveeren De prin
ses komt per auto uit den Haag en zal
dus vanuit Heiloo binnen onze gemeente
komen. Waarschijnlijk zal H K. H ver
gezeld zijn van haar kamerheer Baron
Baud en een hofdame
Nadat de prinses onder een opgericht
baldakijn zal hebben plaats genomen,
zal een groot koor van zangeressen en
zangers, onder leiding van den heer
Corn. Jonker, een toepasselijk lied ten
gehoore brengen waarna de voorzitter
der 8 October-vereeniging, mr. C J. de
Lange, een herdenkingsrede zal uitspre
ken. Zooals de laatste jaren reeds ge
woonte was, zal deze rede door het aan
brengen van 1 oudspeakers voor alle
aanwezigen goed verstaanbaar kunnen
zijn. De gebruikelijke krans zal weer bij
het beeld gedeponeerd worden hoewel
men het voornemen schijnt te hebben
deze niet meer na een gevaarlijke klim
partij aan de arm van de vredesengel te
hangen maar aan den voet van het beeld
neer te leggen
Leden van de 8 October-vereeniging
hebben bij vertoon van hun lidmaat
schapskaart bij dit alles vrijen toegang
op een gereserveerd gedeelte van het
terrein.
Ia de Groote kerk.
Om kwart over twee wordt in de Groo
te kerk een concert gegeven, dat door
H. K. H. zal worden bijgewoond en waar
voor vastgesteld is, dat belangstel lenden
uiterlijk om 2 uur aanwezig moeten zijn
aangezien dan de deuren worden
ten. Een zangkoor zal zich onder leiding
van den heer Oushoorn, laten hooren en
als solisten zullen mevrouw Cora de
Langevan Rijn (zang) en de heer P A
van Langen (orgel) optreden De groote
kerk leent zich bijzonder voor het 8&ven
van concerten en geeft trouwens oo/. het
gesprokene wij denken b v nog altijd
aan de wijze waarop de heer Grondsma
hier onlangs net Wilhelmus „gezegd
heeft buitengewoon goed weer
Een historische optocht.
Na deze musicale prestaties decla
matie blijkt ditmaal uitgesloten be
geeft Hare Koninklijke Hoogheid zich
naar het Stadhuis en zal daar vanaf het
bordes den historischen optocht bekij
ken, welke, onder leiding van de heer
Kater, van half vier tot vijf uur door het
grootste deel van onze stad zal trekken
Deze historische allegorische optocht
helooft dit jaar iets heel bijzonders te
zullen worden en heeft natuurlijk be
trekking op het ontzet der stad Alkmaar,
dat intusschen al weer 360 jaar geleden
is, zoodat het Alkmaarsche Volkslied,
waarin van meer dan zes maal vijftig
jaren wordt gesproken weer eenigs-
zins verouderd is.
Wat er 's avonds gebeurt.
Van vijf tot zes uur zal het carillon
zich weer laten hooren en daarna wordt
van acht tot tien uur op het Hofplein,
onder leiding van den heer Ja„. Jansen!
door het corps Alcmaria Victrix een
concert gegeven
Dank zij de goede zorgen van het ge
meentebestuur diverse bedrijvenen
niet het minst van de dit jaar zeer tal
rijke buurtcommissies zal de stad weer
feestelijk versierd en verlicht worden
terwijl verschillende koffiehuison der-
nemers voor attracties in hun zaken zui
len zorgen.
Mis-chien komt er nog een zooge
naamde hosvlonder op het Hofplein,
rraar overigens heeft de 8 Octoberver
eeniging dit jaar het feestvieren uit
fluitend aan het initiatief der bewoners
overgelaten Er zullen dus geen Oud
Hollandsche kermis of cabaretvoorstel-
lingen zijn, maar de burgerij zelf zal dit
jaar in diverse buurten ongetwijfeld
toonen, dat zij de bloemetjes ook zonder
officieele hulp terdege buiten kan zet
ten.
Er zullen dien dag natuurlijk ook
door kooplieden van buiten speldjes
I en strikjes in de stads- of nationale
kleuren gepresenteerd worden. Wie
evenwel een speldje koopt van meisjes,
die roode en witte banden als herken-
ningsteeken zullen dragen steunt daar
mede de kas van de 8 Octobervereeni
ging en doet dus een zeer prijzenswaar
dig werk.
De vlaggen uit.
Het behoeft ten slotte geen betoog dat
het bestuur er op rekent, dat op dezen
bijzonderen feestdag, die samenvalt met
het allereerste bezoek van H. K. H.
Prinses Juliana aan Alkmaar, ieder
koningsgezind burger onzer gemeente,
zijn oranjegezindheid zal demonstree-
ren door het uitsteken van de nationale
driekleur.
Alkmaar zal op 9 October een stad van
bloemen en lichtjes van kleurige slin
gers en wapperende vlaggen moeten
zijn.
komen ook in de werkzaamheid der kerke
raden.
Ds. Enklaar beval hiervoor aan het
houden van gemeente-avonden, en wees op
den te verwachten goeden invloed van den
durf tot activiteit van misschien aanvanke
lijk een klein groepje. -
De lieer H a r w i g (Velsen) betoogde, dat
de kerk haar greep op de menschen heeft ver
loren. In spr.'s eigen gemeente was in zijn
jeugd nooit een gemeen te-avond, noch iets
anders, dat <k jongeren pakte, en toen kwa
men er andere organisaties die er beslag op
legden.
Ds. Dor gel o (Naarden) meende, dat we
ondanks alles een grooten tijd beleven. Er is
wel eens gezegd, dat de Westersche cultuur
ondergaat en moet ondergaan, omdat zij
voos zou zijn. Spr. geloofde, dat het chris
tendom van Christus niet voldoende is be
grepen. wij moeten terug naar de diepste
bron.
Ds. E n k 1 a a r onderstreepte, dat het den
modernen mensch ontbreekt aan geloof, hij
heeft wel een beeld Gods, maar dat is mat en
bleek, en dat moet anders.
De heer P E n s i n g h (Alkmaar) vroeg,
hoe de geest van Christus zou kunnen terug
komen, als een modern mensch zegt, dat
Christus nooit heeft bestaan en de bijbel een
legende is.
Ds E n k 1 a a r zei. dat de bijbel geen
natuurbeschouwing geeft, maar een boek der
eeuwen is. Tot hem, die spreekt, zooals de
heer E. aangaf, moet gezegd worden, dat
men in de kerk moet komen om te weten
hoe de bijbel wordt gelezen.
De heer E. van der Laan meende, dat
het niet de vraag is of Christus al dan niet
heeft geleefd, maar dat het slechts op den
geest aan komt.
Ds. Baar was van meening, dat de kerk,
die de eenige waarde van het geloof uit
draagt, midden in het leven zal moeten
staan.
Na een korte pauze leidde ds. P. C a n n e-
g i e t er uit Krommenie het onderwerp in
„De toekomst der kerk".
Spr. vergeleek den toestand bij een huis,
dat door brand grootendeels is verwoest.
Kan het gebouw opnieuw worden opgetrok
ken?
Met „kerk" bedoelde spr. speciaal de
volkskerk, de herv. kerk, en dan wilde hij
vragen: wat kunnen de vrijz. hervormden
doen tot opbouw daarvan? Geenszins wilde
spr. in de cijfers der volkstelling een achter
uitgang zien: het officieel uittreden van zoo-
velen was een registreeren van een
sinds lang bestaanden toestand. Als
doode ballast, die het varen der kerk
belemmerde, zijn zij nu uitgetreden. Het
behooren tot de kerk was bij velen niet an
ders dan traditie, en dan kan het een bewijs
van moed zijn, als men daarmee breekt.
Is het nog de moeite waard aan de in
verval geraakte kerk te bouwen? Zeer zeker!
Versterking van draagkracht voor geestelij
ke nooden brengt met zich sterkte in het dra
gen van stoffelijke nooden. Juist in deze tij
den is de kerk dus noodiger dan ooit.
Aan de hand van cijfers en groepeeringen
toonde spr. aan, dat overal de jongeren zich
meer van de kerk afkeerden dan de ouderen,
en hij concludeerde, dat het vrijzinnig deel
der kerk zich moet bezinnen op het bepaald
stelling nemen inzake godsdienstige begrip
pen. Men moet streven naar een vrijzinnige
belijdenis, die voor de jeugd houvast geeft.
De jeugd wil een streng afgebakende prac-
tijk, een bepaalde formatie, zooals men die
ziet bij fascisten, padvinders, A. J. C., enz
Wij moeten blijk geven den tijdgeest te ver
staan, en moeten daarbij onze beginselen
hooghouden (de r.-k. deden aldus bij de in
stelling van de Graal). Spr. zou de jeugd
anders willen trekken dan door catechisaties,
op een wijze zooals gevolgd voor den V. C
J. B. Men zou helpers kunnen kweeken,
waaruit krachtige steunpilaren voor de kerk
zouden groeien. Spr. gaf dit nader aan.
Wat de toekomst der kerk zal zijn, als alles
.blijft gaan zooals nu, is niet moeilijk te voor
spellen: zij zal ondergaan. Wil men haar
behouden, dan moet er zeer veel veranderen.
Samengaan van gelijk gestemden uit ver
schillende kerkelijke groepen is noodig. Men
mag dit afwijzen op grond van traditie,
maar dan zou spr. zeggen: men kan toch
beter zijn traditie prijs geven, dan aan over
maat van traditie te sterven. De vrijz. gods-
dienstigen moeten zich vereenigen, al zal
men dat niet gemakkelijk erkennen, tenminste
niet vóór de noodklok luidt. Spr. wees erop,
dat reeds eerder stemmen in de richting van
federatie opgingen.
De herv. kerk ligt haar eigen leven in den
weg, doordat in haar organisatie menschen
samenleven van verschillende opvatting, zon
der dat men voldoende rekening houdt met
de rechter der minderheden. Dit samenblijven
is een gevolg van materieele banden, die de
kerk omsluiten. De kerk is door de samenstel
ling van haar instituut zóódanig, dat de ge
wone lidmaten er niets van weten. Spr ging
deze organisatie na en zei dan. dat zij moet
veranderd worden, opdat de lidmaten vol
doende inzicht en verantwoordelijkheid krij
gen.
Er moet gezocht worden naar wegen om
dit mogelijk te maken. De tijden zijn rijp om
tot daden te komen, van allen kant komen
S.O.S.-seinen.
Voorloopig zou reeds verbetering kunnen
worden verkregen, als men de sfeer der kerk
gebouwen hooger op kon voeren. Dit bereikt
men niet, als men met slechts weinigen komt
in groote kerken. Met vaak slechts geringe
kosten kan veel worden verbeterd ook in ca
techisatielokalen enz.
In vele gemeenten ontstaat soms een plot
selinge opleving, als een nieuwe predikant de
m nschen kan boeien. Spr. zou willen, dat zij
werden gelokt tot kerk en kerkelijk gemeen
schapsleven, dan zal het kerkgaan vanzelf ko
men. Als middelen gaf spr. aan het houden
van gemeente-avonden, het vormen van ver
enigingen e.d.; het samenkomen in los ver
band, waarbij allerlei besprekingen over ker
kelijke belangen konden worden besproken.
De schuld van slecht kerkelijk leven ligt
vaak bij de predikanten. Zij moeten altijd
werkzaam zijn, als Jezus, die ook overal
was: op begrafenis en bruiloft en op huisbe
zoek. En de gemeente moet helpen het werk
van den predikant te doen slagen, de kerke
lijke gemeente-arbeid moet vele helpers heb
ben.
De kerk is te veel een Zondags-artikel
Waarom is zij op werkdagen gesloten? Spr.
juichte het idee der Alle-dag-kerk toe, er
gaat een groote invloed ten goede van uit.
Gedachtcnwisseling.
De heer Geuzebroek (Heerhugo-
waard) geloofde, dat er te weinig contact
wordt gezocht met de zoogenaamde „doode
leden" en voorts vroeg spr. wanneer de op
offeringsgezindheid bij de kerk is verdwenen,
zocals ds. Enklaar had gezegd. Men dient de
reden te zoeken voor het geringere kerkbe-
zoek.
Ds. Aris (Amsterdam) verheugde er zich
over, dat ds. Cannegieter niet had gesproken
over politiek.
Juist is, dat de kerk alleen is te red
den door kerkelijke zaken. Onjuist achtte spr.
het, dat vrijzinnigen en orthodoxen niet meer
in eenzelfde kerk zouden kunnen samen
wonen. Allen hebben dezelfde moeilijkheden
en problemen als wij. Orthodoxen, vrijzinni
gen en chr. geref. werken eendrachtig samen
in de Amsterdamsche Alle-dagkerk. vroeger
hebben de vrijzinnigen in Amsterdam zich
losgemaakt uit het groote verband, met ver
derfelijke gevolgen voor hen zelf. Boven een
consistoriekamer voor de godsdienstoefening,
zooals ds. Cannegieter voor een kleine groep
had aanbevolen, prefereerde spr. uit eigen
ervaring een kerkgebouw. Met de overige op
merkingen en aanbevelingen van ds. C. gin?
spr accoord.
Ds Ca n negi e t er had vele onaange
name ervaringen gehad met orthodoxen en
zou geen kans zien om met hen samen te
werken in opbouw der kerk. Grievend teleur
stellend vond spr. de vaak kleine opkomst in
de kerk en hij geloofde dat men een dergelijke
kleine groep beter in kleinere ruimte kan
hebben.
Ds. B 1 o e m h o f f (Heiloo) had eenige
jaren in een kroegzaal moeten preeken, en
om de daarmee opgedane ervaring prefereer
de hij de kerk.
Voor spr. stond het vast, dat het met de
kerk beter zou zijn, als de predikanten meer
tijd en lust hadden voor huisbezoek. De ster
ke achteruitgang der kerk is gekomen sinds
wij worstelen met den Raad van Beheer (tien
jaar geleden opgericht). Echter, er is een
kentering merkbaar. De erkenning breekt
weer door, dat de boodschap, die de dominees
hebben te brengen, nog wel de moeite waard
is Op de catechisaties is naar spr.'s meeni'ng
veel te bereiken, vooral als men wat beter met
de jeugd bekend wordt.
Kleine groepen achtte spr. niet zoo erg, er
kan veel meer intimiteit in zitten. Spr. wees
er nog op, dat er in Amsterdam een streven
bestaat naar parochie-vorming, en hij meen
de, dat men dan niet te groote groepen wil
hebben.
Ds. Roelofsen (Watergang) vroeg
welken kant men volgens ds. Cannegieter
moet uitgaan: zich bepalen tot de 100-pcts.
vrijzinnigen of daarnaast ook rekening nou-
den met de groote middengroep, die nog is
af te houden van verkeerde dingen?
Spr. vond het gevaarlijk, te zeggen, dat
het uittreden van zoovelen geen verlies was.
Men had z.i. meer moeite moeten doen hen te
behouden.
Spr. was het er mee eens, dat de jeugd een
strenger afgebakend terrein wil, maar hij had
gaarne iets concreets zien aangegeven.
Spr. geloofde, dat het goed zou zijn, als er
bijeenkomsten werden belegd, waar onder
werpen zouden worden besproken, die zoowel
vrijzinnig godsdienstigen als anderen belang
zouden inboezemen.
De heer H a r w i g (Velsen) was het met
ds Cannegieter eens voor zoover deze had
gesproken over de jongeren. Maar ook de an
deren moet men hebben. Spr. zou wenschen,
dat de dominees zich meer interesseerden
voor cursusavonden e.d., om de wat spr.
noemde „middenmaat" te trekken, waarbij
dan ook godsdienstige onderwerpen konden
worden besproken. Dit achtte spr. even noo
dig als huisbezoek, welk werk desnoods vol
gens spr kan worden gedaan door ouderlin
gen. Als de kerk vat wil hebben op de
maatschappij, moet zij zich in die maat
schappij begeven.
Dr. Van Beek vond de organisatie der
herv. kerk nog zoo slecht riet. Spr. zou wil
len voortgaan a's *ot dusver, het zal heusch
wel in orde komen. Voor uiteengaan van
vrijzinnigen en orthodoxen voelde spr. heele-
maal niets. De onkerkelijkheid schreef spr.
voor een groot deel toe aan het drukke
leven, dat op veel tijd beslag legt. Spr. wekte
op om optimistisch te blijven. Het heil zit
niet altijd in het groote getal.
Ds. Cannegieter wilde voortgaan
met de kleine groep 100 pets. vrijzinnigen, die
op den duur zeker zal groeien. Spr. wilde
godsdienst en politiek gescheiden houden.
Dat geweikt moet worden op velerlei ter
rein, was ook spr. s overtuiging.
Wat hij gezegd had over de organisatie
der kerk, meende spr. staande te moeten
houden.
Sluiting.
Ds. B a a r, het congres sluitend, was over
tuigd, dat er gebreken aan de kerk kleven,
zooals aan elke organisatie. In elke organi
satie kan een bloeiend leven heerschen, als
zij gedragen wordt door Christus' geest,
door het geloof. Wij moeten erkennen, dat
de gebreken vooral bij ons zelf bestaan. Bij
alles moeten wij het protestantsch vrijzinnig
beginsel hooghouden.
Aan het eind der bijeenkomst werd staande
gezongen Gezang 237 4.
bij kruispunten, en*, en*.
Maar wie van recht*
nadert, moet toch óók
op het overige verkeer
letten t zijn voorrang*-
recht Is geen vrijbrief
voor roekeloosheid. Kijk
ook uit naar wagens,
die aan Uw linkerband
naderen
Dit congres werd gisteravond gehouden
in de dancing van de Harmonie. De zaal was
geheel bezet.
Na het gemeenschappelijk zingen van Ge
zang 180:1 sprak ds. Baar (Alkmaar),
de voorzitter, een
Openingswoord.
Hij vond het een voorrecht de aanwezigen
op dit tweede congres welkom te mogen hee-
ten. De proefneming van verleden jaar was
aanleiding geweest om ook thans weer een
congres te houden, waarbij er rekening mee
werd gehouden dat de deelnemers nog den
zelfden dag weer hun woning konden berei
ken.
Uit de groote opkomst concludeerde spr.,
dat de andere indeeling van het congres in
stemming had gevonden. De te behandelen
onderwerpen vond spr. ernstig en van groot
belang voor de kerk, gezien de cijfers van de
laatste volkstellingen en vooral van de aller
laatste. De onkerkelijkheid neemt in alle kerk
genootschappen toe, maar vooral de her
vormde kerk verliest aanhangers. Met eenige
cijfers gaf spr. een en ander aan. De onker
kelijkheid is een massa-verschijnsel geworden
en men vraagt zich bezorgd af waar het heen
moet, als de stroom niet op een of andere
wijze wordt gestuit. Nu is onkerkelijk nog
niet hetzelfde als onkerksch en ongeloovig,
maar men moet het onkerkelijke toch be
schouwen als gevaarlijk voor onkerkschheid
en ongeloof. Het contact met geloof en kerk
wordt toch verloren en er ontstaat een voe
dingsbodem voor ongeloof. Zoolang de we
reld nog niet is gekomen tot waarachtige
aanbidding, zal de kerk alle reden van be
staan houden.
Dit congres nu was belegd om de oorza
ken van de toenemende onkerkelijkheid te
zoeken en te bespreken. Men moet zich daar
bij hoeden voor plaatselijke omstandigheden
De sociale ontevredenheid, rationaliseering
van het bedrijfsleven en vele andere oorzaken
meer werden door dr. Kruyt in zijn boek „De
Onkerkelijkheid in Nederland" aangegeven.
Spr. citeerde een uitspraak van ds. Heines te
Landsmeer, die met veel humor schreef over
het geloof in Noordholland.
Met den wensch, dat het congres het in
zicht in het vraagstuk der onkerkelijkheid
zou verhelderen, verklaarde spr. de bijeen
komst voor geopend.
Onkerkelijkheid in Noordholland.
Ds. H. A. E n k 1 a a r, uit Den Helder,
sprak over dit onderwerp tnaar aanleiding
van vorengenoemd boek van dr. J. P. Kruyt.)
Spr. ving aan met te zeggen, dat zijn in
leiding niet anders dan in mineur kon zijn
gesteld, want de onkerkelijkheid neemt voort
durend toe. Spr. vergeleek haar bij 'n ziekte,
die lang heeft geduurd, totdat de toestand
zoodanig wordt dat de familie bijeenkomt en
den toestand bespreekt.
Zoo komen wij thans als verwanten en be
langstellende vrienden bijeen, om de ziekte
der kerk in Noordholland te bespreken, waar
van wij wisten dat zij ernstig is.
De heer Kruyt toont in zijn boek de wor
dingsgeschiedenis der onkerkelijkheid, wat de
oorzaken zijn en wat in de laatste jaren
daartegen is gedaan.
Dit een en ander te weten is echter niet
voldoende, want er moet meer worden ge
daan. Wij willen verder en de hoogere oor
zaken opsporen, omdat wij ons met het maat
schappelijk verklaarde niet tevreden kunnen
stellen. Onze kerk toch 's iets anders dan het
uitwendige, iets anders dan een stuk geschie
denis, door de menschen gevormd. Er is een
hooger verband met Goa en Zijn werken.
Wij laten ons vaak leiden door den tijd
stroom van populaire wetenschap en
daarin ligt misschien de diepste oorzaak der
onkerkelijkheid.
De kerk, die den mensch opleidt tot het on
zichtbare, is niet iets van mensrhelijke histo
rie, het geloof is iets van het gegrepen-zijn
van böven-af. Alt wij dus over onkerkelijk
heid spreken, hebben wij direct te maken met
het ge'oof.
Bij de beoordeeling van den huldigen toe
stand moeten wij niet vergeten, dat er een
hooger standpunt is, met als criterium het
evangelie. Dit kan wekken tot bezieling en
het besef bijbrengen, dat er wel wat tegen de
onkerkelijkheid is te doen.
Noodig is een goede kennis van hetgeen
maatschappelijk is geworden en daarom
wenschte spr. wel, dat het boek van dr.
Kruyt door predikanten werd behandeld op
gemeente-avonden
Spr. gaf de conclusies van het boek, dat
erkent, dat ons volk in voorbije jaren bekend
stond om zijn geloofszin en kerkelijkheid.
Daarna is de onkerkelijkheid gekomen en ge
leidelijk toegenomen, steeds meer. Met cijfers
gaf spr. dit aan.
Intusschen zei dr. Kruyt, dat er toch ook
vroeger wel onverschilligheid was, ook bij
predikanten. Er waren ook in de 19e eeuw
vele contrasten, opbloei van geloofszin, maar
ook verval. Het groote verschijnsel van onzen
tijd is de massale toename van onkerkelijk
heid, in genoemd boek provinciegewijs aange
geven. Spr. haalde hieruit aan wat er van
Noordholland is gezegd. De Zaanstreek
staat bovenaan in onkerkelijkheid, het groot
ste deel van de jeugd groeit op zonder kerk
en religie. Er is al een heel geslacht opge
groeid in dien geest. Het religieus socialisme
heeft er slechts weinig aanhangers, het mys
tieke van den godsdienst trekt niet meer aan.
Spr. las voor wat ds. Heinis schreef over
het kerkelijk leven van de Noordhollanders.
Vooral in de classis Alkmaar achtte deze het
al heel gering, slechts een vijf pCt. van de
hervormden gaat nog ter kerk en de doop
wordt steeds minder verlangd. Uit de onker
kelijkheid vloeit bij velen onkerkschheid
voort, onder invloed van de Dageraad. In
Westfriesland is er nog wel eens een opleving
onder de vrees voor voortgaande katholisee-
ring of grootere toename van den invloed
van de rechtzinnigen.
Spr. ging verder na wat dr. Kruyt schrijft
over de oorzaken der onkerkelijkheid. Bij
groote groepen is zij een gevolg van maat
schappelijke oorzaken, die voortvloeien uit de
socialistische beweging, maar daarnaast zijn
er ook vele andere redenen voor toeneming
van de onkerkelijkheid, als daar b.v. zijn de
voortgaande rationaliseering van het bedrijf,
de mindere risico's als gevolg van meerdere
verzekeringen, het opvoeren van bodemop
brengsten, enz. enz. Niet het modernisme be
hoort daartoe; ook ds. Heinis, die zelf recht
zinnig is, was het,hiermee eens. Het verwoes
tende onkerkelijke was er reeds lang vóór het
modernisme.
In de stede» is altijd de onkerkelijkheid
grooter geweest dan op het platteland. Op
heffing van isolatie was wel een der groote
oorzaken, alsmede het in aanraking komen
met allerlei ideeën en personen. (Sideugde-
lijke organisatie der kerk is mede als een oor
zaak aan te merken.
Opgemerkt werd, dat het overgaan van
vele functies der kerk naar de gemeenschap
een oorzaak is voor een zuiverder kerkelijk
heid. De afval van allen, die al lang geen
vast verband meer hadden met de kerk, heeft
deze gezuiverd.
Wie deel heeft aan het hoogere door be
middeling van de kerk, is dankbaar voor de
gave der kerk en hij behoort tot hen, die
zich beschouwen als haar schatbewaarders,
hij treedt naar buiten met zijn kerk in den
tijd en in de maatschappij, worstelende met
de problemen der werkelijkheid Wie nog iets
verstaat van de moeilijkheden der kerk, kan
hare tijdelijke inzinking verdragen Hij weet,
dat opleving zal komen en hij beseft dat niet
van eigen doen en kracht, maar van God
alleen heil kan worden verwacht.
Gedachtenwisseling.
Ds. Met van Zaandam kende het boek
van dr. Kruyt niet. Het was hem opgevallen,
dat dr. Enk laar niet als factor voor onkerke
lijkheid den oorlog had genoemd. Spr. be
toogde dat vele menschen zich van de kerk
afwendden, omdat de kerk den oorlog niet
had bestreden uit de kracht van het evan-
gelie.
Ds. E n k 1 a a r antwoordde, dat dr. Kruyt
wel spreekt van den oorlog en het militai
risme.
Mevr. De Vries, uit de socialistische
Zaanstreek en zelf socialiste. beschouwde de
afzijdigheid van de ke-k tegenover de nooden
van dezen tijd als een der voornaamste oor
zaken van de onkerkelijkheid.
Ds. E n k 1 a a r had alleen maar terloops
op de sociale ontevredenheid gewezen, maar
dr Kruyt ging er wel terdege nader op in
en gaf aan waar de kerk was te kort ge
schoten. Spr. vond dat dit eigenlijk een apart
onderwerp is voor behandeling op een an
deren avond, in de gemeenten.
De heer W. C. Bouman (Zuidschar-
woude) betoogde dat het wel laat is dat de
onkerkelijkheid onderwerp van bespreking
wordt. Spr. was het er mee eens, dat de
sociale toestanden ten zeerste hebben mee
gewerkt aan de onkerkelijkheid De kerk zelf
moet intensiever optreden in haar werk. ook
naar buiten, er dient meer samenwerking te