DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De brand in den Rijksdag.
De Volkenbondsvergadering bijeen.
w"d b"!'ndd" "«CS
No. 229
Directeur: C. KRAK.
Donderdag 28 September 1933
Hoofdredacteur: Tj. N. ADeMA.
135e Jaargang
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Sxtqeliiksch Owczicht
Redevoeringen van Sir John Simon
en Dotttuss. - Het ontwapenings-
vraagstuk nog steeds aan de orde.
DOLLFUSS MET APPLAUS BEGROET.
Na heftige incidenten aan Dimitroff het
zwijgen opgelegd.
Mr. STOMPS WEER TERUG.
Zou Torgler liegen?
Heftige incidenten met Dimitrof.
Mr. Stomps naar Nederland terug.
„Voorloopig definitief".
DE ZEVENDE ZITTINGSDAG.
Getuigen uit concentratiekampen.
Wat vandaag de
aandacht trekt,,.
ZIj, DIE ZICH MET 1 OCTOBER
A S. VOOR MINSTENS 3 MAANDEN
OP DIT BLAD ABONNEEREN ONT
VANGEN DF TOT DIEN DATUM VER
SCHIJNENDE NUMMERS FRANCO
EN GRATIS.
DE DIRECTIE.
Een aarzelende Hitler-groet.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franc- door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 1—5 regels 1.25, elke regei meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/b. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Gisteren zijn dan werkelijk de besprekin
gen van de Volkenbondsvergaderingen be
gonnen. Er waren een paar sprekers inge
schreven, die elk een redevoering hielden en
die elk voor zich wel iets belangrijks te zeg
gen hadden
De man, die de algemeene beschouwingen
opende, was Sir John Simon, de Engelsche
minister van buitenlandsche zaken, die er
op wees, dat de Volkenbondsvergadering ge
legenheid biedt voor een overzicht van den
a'gemeenen toestand en de vooruitzichten
van den Volkenbond. Het afgeloopen jaai
geeft aanwijzingen voor een begin van eco
nomische saneering. Evenwel kan deze eco
nomische saneering nimmer doorzetten zon
der gelijktijdige verbetering van den politie-
ken toestand. De vraag is thans, hoe de eco
mmische saneering verder kan worden be
vorderd. Niets is van grootei waarde dan
een spoedig algemeen ontwaptningsverdrag.
De geest van wederzijdsche concessies en
samenwerking, welke in een overeenkomst
inzake de regeling en de controle der bewa
peningen tot uitdrukking komt stemt over
een mét de dringendste behoefte der werefd.
De ontwikkeling in de richting van de econo
mische saneering der wereld zou daarmede
zekerder worden.
Simon behandelde vervolgens de bizondere
positie der groote mogendheden bij de behan
deling der groote internationale problemen
'en 'Vrdedigde deze tegen critiek en verwijten
De groote mogendheden hebben gepro
beerd de hinderpalen uit den weg tt ruimen
om het reeds door de ontwapeningsconferen
tie aangenomen ontwerpverdrag in een vorm
te brengen welke in overeenstemming is met
den toestand. Deze arbeid wordt thans met
grooten ernst en innige overtuiging voort
gezet. Hoe groot de moeilijkheden ook zijn,
het beslissende doel blijft steeds slechts een
verdrag tot stand te brengen. Het is denk
baar dat door wijzigingen van het verdrag
het plan van een ontwapening in etappen
gemakkelijke: zal kunnen worden uitge
voerd.
Een eerste zekere etappe voor de ontwa
pening zou reeds een ontzaglijke bijdrage
Ixteekenen voor de schepping van ver
trouwen.
In dezen tijd zou een vérgaande ontwape
ning kunnen worden overeengekomen.
De omvang dezer ontwapening zou in het
i verdrag zelf moeten worden vastgelegd.
'Zonder de vtiligheidskwestie weer op het
tapijt te brengen, is het toch duidelijk, dat
juist thans het vertrouwen moet worden her
steld Dit vertrouwen ontstaat slechts uit de
verzekeiing van den vrede. Een goede buur
te zijn. is niet alleen een menschelijke, maar
ook een internationale deugd. Simon wendde
zich vervolgens tegen de dooi hem over
dreven genoemde critieken op den Volken
bond. Hij behandelde vervolgens in het kort
dc werkzaamheid tot nu toe van den Volken
bond op de verschillende gebieden.
Ten slotte wendde ^irnon. zich nog eens
tegen de methode de moeilükheden op ont-
wapeningsgeb'ed dooi verdaging uit den
weg te gaan. Dc ware beslissingen liggen op
politiek gebied. Met alle krachten moet ge
tracht wo-den, zoo snel mogeliik ..en ontwa
peningsverdrag te sluiten in een vorm, welke
zich het beste aanpast bij den huidigen toe
stand.
Dr. Dollfuss aan het woord.
Behalve Sir John Simon heeft ook de Oos
tenrijksche bondskanselier Dollfuss gister
middag het woord gevoerd. Dollfuss, de
groote kleine man, werd door een overvolle
zaal met applaus begroet. Alleen de Duit-
sche en Hongaarsche delegaties onthielden
zich demonstratief van deze bijvalsbetuigin
gen.
De bondskanselier, die het Oostenrijksche
standpunt uiteen zette, en verzekerde, dat
zijn land vrij en onafhankelijk wil blijven,
zeide ongeveer het volgende:
Nimmer was het belangrijker dan thans
zich te bezinnen, dat aan gene zijde van de
staatsgrens menschen wonen, die in hetzelfde
geloof aan de menschelijke lotsbestemming
en de menschelijke plichten zijn verbonden.
Niet in den strijd tegen elkander, slechts in
de door God gewilde samenwerking kunnen
de staten de groote taken van onzen tijd op
lossen. De geestelijke en materieele reorgani
saties moeten in de verschillende staten in
overeenstemming met hun geschiedenis wor
den voltrokken. Het is niet mogelijk en het
zou tegen de natuur zijn hun een gelijkvor
mige chablone te willen opdrukken.
Oostenrijk heeft in zijn duizendjarige ge
schiedenis de beteekenis van de vreedzame
samenleving van vele naties beleefd en be
grepen. Het heeft zrn traditie niet vergeten
en na de vreeselijke doorleving van den oor
log zich zelf teruggevonden. In een groot-
sche bijeenkomst heeft het Oostenrijksche
volk enkele dagen geleden uiting gegeven
aan zijn geloof en zijn moreele verheffing.
Oostenrijk staat op het punt leerende uit de
fouten van den tijd van na den oorlog zich
een politieke en economische grondwet te
geven, welke in overeenstemming zijn met
zijn behoeften. Daarbij worden wij in het
bizonder geleid dooi de richtlijnen, welke
Paus Pius XI heeft verkondigd ter oplos
sing van de sociale problemen van onzen tijd,
Oostenrijk heeft de groote taak aangevat zijn
bedrijfsleven aan te passen bij de zoo geheel
gewijzigde toestanden. Het was evenwel van
het begin af duidelijk en het bleek steeds op
nieuw, dat de economische ontwikkelings
mogelijkheid van Oostenrijk niet kan worden
verzekerd zonder de vergrooting van zijn af
zetgebieden. Wat wij eischen en moeten berei
ken is, dat alle staten van ons zoo veel koo-
pen en dat deze nivellering niet door een ver
mindering van onzen invoer, maar door een
vergrooting van onzen u'tvoer geschiedt. De
Oostenrüksche regeering heeft er naar ge
streefd de aanbevelingen van Stresa in
practük te brengen, niettemin was het resul
taat bij verre niet voldoende, en dit geldt niet
alleen voor Oostenrijk, maar ook voor de
andere Donaustaten.
Niettemin zullen de besluiten van Stresa
waaromtrent vijftien Europeesche staten
overeenstemming hebben bereikt een goed
uitgangspunt vormen voor verdere acties
Oostenrijk wendt zich tot den Volkenbond
met het verzoek door zijn groot moreel over
wicht deze pogingen in ieder opzicht te be
vorderen Het betreft hier immers niet alleen
de economische consolideering van Oosten
rijk, maar den economischen wederopbouw
avn het Donaubekken. De Volkenbond heeft
ons onder de moeilijkste omstandigheden
reeds zoo veel waardevolle moreele en prac-
tische hulp verschaft, dat Oostenrijk behoort
tot de staten, die bizonder overtuigd zijn van
de noodzakelijkheid en de beteekenis van het
forum van den Volkenbond te Genève.
Gisteren werd nog afgehandeld het verdere
verhoor van den rechter van instructie Vogt
Op de vraag van den voorzitter, of v. d.
Lubbe vriendelijk was, of dat hij aanleiding
gaf tot scherp optreden, zei Vogt, dat hij uit
ervaring weet, dat men een communist nim
mer scherp moet aanpakken. V. d. Lubbe
was vriendelijk en beleefd. Het was hem ech
ter bekend geworden, dat van der Lubbe te
gen de beambten handtastelijk was geweest
en daarom had getuige hem een disciplinaire
straf moeten opleggen. Hij had van der Lub
be echter gezegd, dat de straf niet zou wor
den uitgevoerd) indien deze zich goed ge
droeg.
De procureur-generaalIs u ooit opgeval
len ,dat tegen v. d. Lubbe ooit iets gedaan is,
i wat niet in orde was?
Getuige: Mij is daarover niets ter oore ge
komen. Hij heeft er zelf ook nooit over ge
klaagd, behalve over de boeien. Ik heb hem
gezegd, dat ik, hoezeer ik het betreurde, vol
gens de wettelijke bepalingen niet anders
kon handelen. Voorts deelt getuige nog over
de houding van de beklaagden mede, dat Ta-
neff een poging tot zelfmoord heeft gedaan
en dat Dimitrof tegen hem, den rechter van
instructie, is opgevlogen. Hij was met gebal
de vuisten op hem toegesprongen en slechts
door zeer krachtig optreden had hij Dimitrof
van daden kunnen weerhouden.
Op een vraag van den verdediger Sack zegt
getuige, dat Torgler steeds beleefd is opgetre
den. Ik moet echter zeer beslist verklaren, dat
ik van meening ben. dat er geen sprake van
kan zijn dat wat Torgler gezegd heeft met
de waarheid overeenstemt.
Dr. Sack: Hebt u een poging gedaan, on
der het voorwendsel, dat Torgler een beken
tenis had afgelegd, v. d. Lubbe tot een beken
tenis te brengen, dat Torgler schuldig is aan
den brand.
Getuige Vogt: Ik geloof eigenlijk, dat een
dergelijke vraag mij bespaard zou kunnen
worden, ik ben een Duitsch rechter, ik ben
rijksgerechtsraad en ik heet bovendien Vogt
en ik meen
Dr. Sack: Deze vraag vindt fuar aanlei
ding in de bewering van een Duitschen ad
vocaat, mijnheer de rijksgerechtsraad, die als
verdediger van den heer Neumann in het
Tschekaproces te Moabit met u heeft gespro
ken. In het buitenland heeft hij nu deze be
wering geuit. Ik acht het noodzakelijk deze
zaak in Duitseh belang na te gaan.
Getuige VogtOpdat geen ver! .erd beeld
ontsta, verklaar ik, dat ik nimmer iets ge
daan heb, wat niet zou passen bij de eer van
een Duitschen rechter.
De president laat nu v. d. Lubbe voorko
men en vraagt hem, of hij iets tf zeggen heeft
naar aanleiding van de verklaringen van den
rechter van instructie Van der Lubbe houdt
bijna een minuut lang het hoofd gebogen en
zegt dan: Neen!
Dimitrof: Heeft get. op 1 April een verkla
ring laten verschijnen, waarin beweerd
wordt, dat Dimitrof, Popoff en Taneff in sa
menwerking met v. d. Lubbe den brand heb
ben gesticht? Ik vraag: Ja of neen!
De president: Dimitrof, indien uw toon
niet anders wordt ik heb geduld genoeg
gehad wordt u het stellen van vragen een
voudig verboden.
Get. Vogt: Het is juist, dat een dergelijke
mededeeling aan de pers is verstrekt en dat
daarin staat dat de gearresteerde Bulgaren
bij de brandstichting of bij den aanslag op
de kathedraal te Sofia betrokken waren. Ik
heb later gezegd, dat deze mededeeling mij
fout schijnt te zijn geweest; Dimitrof is daar
aan echter zelf schuldig, want hij heeft mij
niet verbeterd, toen ik met het noemen van
den Bulgaarschen opstand in 1923 den bom
aanslag in verbinding bracht, die eerst in
1925 is geschied.
De president: Een van de veroordeelden
bij den aanslag in de kathedraal zou Dimi
trof zijn. Het is echter de vraag, of hij iden
tiek is met dezen beklaagde.
Dimitrof: Mijn vraag is verkeerd begre
pen. Ik heb in het geheel niet over den aan
slag gesproken, maar over het feit dat reeds
voor het begin van het voorloopig onderzoek
een categorische verklaring over mijn deelne
ming aan den Rijksdagbrand verspreid is. Ik
wil daarmede bewijzen, dat het onderzoek
tendentieus was en de openbare meening
heeft misleid.
Bij deze woorden valt de president hem in
de rede en roept hem luidt toe: Dat duld ik
niet langer, houdt uw mond.
Get. Vogt: Het is juist, dat destijds de ver
klaring uitgegeven is over de verbinding tus-
schen de drie Bulgaren en v. d. Lubbe. Ik
had niet alleen het recht deze verklaring af
te leggen, maar zij is door het verdere on
derzoek bevestigd. Tot de drie Bulgaren zijn
wij juist gekomen, omdat hun betrekkingen
tot v. d. Lubbe vastgesteld waren. Anders
waren zij niet gearresteerd.
Waarom ben ik geboeid?
De incidenten met Dimitrof duren voort.
Met het wetb. van strafvordering in de hand,
roept hij: Ik wensch op grond van de straf
vordering vast te stellen, dat mijn ketening in
boeien in strijd met de wet was. Getuige Vogt
verklaart, dat hij Dimitrof heeft aangeraden
een beslissing van het rijksgerecht te vragen.
Tijdens het onderzoek is zulk een beslissing
echter niet genomen.
Dimitrof, ironisch: Zoo objectief is hij in
zijn woorden.
De president: U moet u van elke beleedi-
ging van den rechter van instructie onthou
den. Als Dimitrof met zijn opmerkingen door
gaat. roept de president hem een beslist Halt
toe. Dimitrof roept den rechter van instructie
met luide stem tegen, dat zijn onderzoek on
juist, tendentieus en brutaal is geweest.
De president grijpt in; politiebeambten ne
men Dimitrof bij den arm en trekken hem op
zijn stoel. De Senaat verlaat de zaal. Dimi
trof gaat voort met schelden.
Na een pauze verschijnt de Senaat weer en
de president verkondigt het besluit, dat Di
mitrof het woord ontnomen wordt. Men deelt
hem mede, dat hij dadelijk weggeleid zal
worden, als hij nog een woord zegt.
De behandeling wordt daarop tot heden
verdaagd.
De Berlijnsche correspondent van de N.R.
Crt. seint:
Men weet, dat mr. B. Stomps, die door en
op kosten van de familie van Van der Lubbe
hierheen gezonden werd, om zoo mogelijk
Marinus te verdedigen, behoort tot diegenen,
die den stelligen indruk hebben, dat Van der
Lubbe goed bij zijn verstand is, met deze
beperking natuurlijk, dat hij nooit over veel
verstand heeft beschikt. Deze meening van
mr. Stomps berust op de volgende overwe
ging. Den dag nadat mr. Stomps beklaagde
in gezelschap eerst van dr. Seuffert en van
den tolk, daarna in gezelschap van den tolk
alleen, in zijn cel had bezocht, vroeg de pre
sident aan Van der Lubbe: „Heeft u giste
ren met mr. Stomps gesproken?" Beklaagde
heeft daarop geantwoord: „Neen!" Mr.
Stomps nu neemt aan, dat deze uitlating met
volkomen overleg is geschied. Marinus meen
de daarmee: Mr. Stomps heeft wel tot mij
gesproken, maar ik niet tot mr. Stomps. Da;
was ook zoo, Marinus heeft mr. Stomps niet
eens aangekeken. Als deze opvatting juist is,
dan heeft Van der Lubbe ook heden weer
een bewijs van verstand gegeven, toen hij op
de bewering van den president, dat hij giste
ren bij het bezoek van buitenlanders veel
duidelijker had gesproken, ten antwoord
gaf: „Dat kan ik niet zeggen", een uitlating,
welke strookte met het later door den heer
Luger afgelegde getuigenis.
Mr. Stomps is heden „voorloopig defini
tief" (om een uitdrukking uit de Duitsche po
litiek te gebruiken) naar Nederland terugge
keerd, omdat hij de overtuiging heeft gekre
gen, dat hij, zooals de omstandigheden nu
eenmaal zijn, ook indirect volstrekt niets ter
opheldering van de zaak in het algemeen en
in het bijzonder voor van der Lubbe kan
doen. Hij heeft wel is waar het volkomen
vertrouw^) van de familie, alsook van Si
mon Harieveld, den man naar wiens woord
van der Lubbe steeds placht te luisteren, als
of het een evangelie ware, maar dat helpt
niets.
Hieruit blijkt, dat mr. Stomps het niet zoo
ver heeft kunnen brengen, als dr, Detsjef uit
Sofia, voor zoover die verlof heeft gekregen
om aan mr. Teichert, den verdediger der Bul
garen, raad te geven en hem middelen voor
de verdediging aan de hand te doen. Mr.
Stomps heeft echter wel verlof gekregen de
verhandeling in de zaal te volgen en dat
mogen eveneens de advocaten Grogoraf (Bul
garije), Hays (New-York), Gallacher (Los
Angeles) en Williard (Frankrijk).
Nog minder geluk hebben gehad de advo
caten Britt en Lawson uit Londen, Leibo-
viteh en Levison (Vereenigde Staten), Sou
dan, Graux en Braffort (België), Jaeglé uit
Straatsburg, twee advocaten uit het Saar-
land, twee uit Zwitserland en één uit Tsje-
choslowakije. Deze allen hadden zich als ver
dediger der Bulgaren aangeboden, nadat
alle aangezochte Duitsche advocaten en pro
fessoren hadden geweigerd de verdediging
op zich te nemen. In dezelfde positie als de
heer Detsjef was tot dusver de Tsjechische
advocaat Loria uit Brünn. Deze placht in de
zaal aanteekeningen te maken om zijn ge
heugen te steunen. Heden heeft hem de po
litie het maken van aanteekeningen verbo
den. De heer Loria heeft daarop de zaal ver
laten en zal uit Leipzig vertrekken, daar
naar zijn meening niet mogelijk is een oordeel
over de verhandelingen te vormen, indien
men niet eenige aanteekeningen mag maken
Dimitroff een lastige duivel.
De Bulgaar Dimitroff mag een lastige
duivel zijn: zijn vragen lichten van tijd tot
tijd een tipje op van den sluier, welke nog
over de acte van beschuldiging ligt. Zoo
hebben wij vandaag gehoord, dat bij de stuk
ken een prentbriefkaart is, voorstellende het
Berliner Schloss, gevonden bij Dimitroff
Dimitroff was heden vast besloten om bij de
eerste de beste gelegenheid zijn bewering te
plaatsen, dat de instructie eenzijdig is ge
voerd en de protocollen, welke hij, gelijk ge
kend, niet heeft onderteekend, niet juist zijn
Met dat doel stelde hij voortdurend vragen
welke betrekking hadden op het al dan niet
gebruiken van een tolk bij het verhooren van
van der Lubbe tijdens de instructie In dit
verband hoorden wij van commissaris Heisig
dat van der Lubbe voortdurend de woorden
„fanal en „Signal" heeft gebruikt en van
commissaris dr. Zirpius, dat hij acht sloeg
op finesses in den stijl van het protocol en dat
hij van plan was een vergadering in het
Sportpaleis als discussiespreker een rede
voering te houden. Anderzijds vertelde d"
Zweedsche criminalist, die in de bladen ten
onrechte voor een medicus gehouden dat van
der Lubbe gevraagd heeft wat „selig" be
duidde, waarop hem, voordat hij een ant
woord kon geven, moest worden gezegd
„selig kommt von Seele".
Uit de verklaringen van Zirpius mag nog
worden aangestiot, dat wij van hem voor de
zooveelste maal hoorden, dat een zekere Za-
chow in een gesprek met v. d. Lubbe voor het
bureau van de bedeeling het eerst het plan
moet hebben geopperd van de brandstich
tingen, een feit, dat hij eerst heeft toegegeven
en later weer heeft tegengesproken. Hoe he<
komt, dat deze Zachow niet is aangeklaagd,
zal in den verderen loop van het proces nog
moeten blijken.
Het beeld binnen en buiten het gebouw van
De Volkenbondsvergadering bij
een; redevoeringen van Simon en
Dollfuss. (Dag. Overzicht).
De ramp in Tampico, nieuwe over
stroomingen. (Buitenland).
Helsche machine ontploft nabij
Belgrado. (Buitenland).
Komendej?ebeurtenissen in China.
(Buitenland).
Het proces te Leipzig (Buitenland)
Proclamatie van den Duitschen
rijksbisschop. (Buitenland).
Een sportfondsenbad te Apeldoorn
en Maastricht. (Binnenland).
Stoomtramdiensten voor perso
nenvervoer opgeheven en autobus er
voor in de plaats. (Binnenland).
Ruim 12000 gevallen van mond- en
klauwzeer. (Binnenland).
Minister Oud hedenavond voor de
radio over de rijksfinanciën en de
vooruitzichten. (Binnenland).
Te Amsterdam overleden dr. J. H.
Bungenberg de Jong, oud-hofarts.
(Binnenland).
Vergadering r. k. middenstands
bond te Breda (Binnenland).
Doodelijk ongeluk op een overweg,
gevolg van roekeloosheid (Binnen
land).
Moord in den Grooten IJpolder.
(Binnenland.)
Een gefingeerde inbraak te Heiloo.
(Rechtszaken).
Poging om een rijksveldwachtei te
overrijden. (Rechtszaken).
(Zie verder eveatneel laatste be
richten),
het rijksgerechtshof, is hedenmorgen leven
diger dan de vorige dagen. Men schrijft dit
toe, aan de te Leipzig de ronde doende ge
ruchten, dat de getuigen, die heden gehoord
zullen worden, voor een deel uit concentratie
kampen komen Voor het eerst, sedert het be
gin van het proces, staat voor den ingang
van het rijksgerechtshof een dubbele wacht
van S.A. lieden. Als tegen kwart voor 10 het
hof binnen komt, wordt geconstateerd, dat
de voor heden gedagvaarde getuigen nog
niet zijn verschenen, zoodat de senaat de zit
ting nie tkan beginnen en zich weer terug
trekt. De president dr. Bunder verklaart, dat
het motief voor het uitnoodigen van deze
getuigen de bedoeling heeft, maatregelen te
treffen tegen de indolentie van van der Lubbe
Het gerechtshof had aanvankelijk andeie
voornemens. Men had het geheele getuigen
verhoor te Berlijn willen doen geschieden.
De houding van van der Lubbe maakt het
echter^ noodzakelijk, alles wat met van der
Lubbe's optreden tijdens 't vooronderzoek in
verband staat, hier te Leipzig vast te stellen.
De pauze, wegens het niet verschijnen der
getuigen is slechts van korten duur. Tien
minuten later zijn de verwachte getuigen
aanwezig en kan de zittin«* worden.
Als de senaat achter de groene tafel ver
schijnt, brengen zij zonder uitzondering den
algemeenen Hitler-groet, zij het ook, dat dit
eenigen hunner slechts aarzelend afgaat Of
alle getuigen beëedigd zullen worden, staat
nog met vast. Als eerste getuige wordt ge-
xm uf °PPerwachtmeester der politie Karl
Albrecht. Dezen getuige worden eenige korte
vragen gesteld over de brandstichting bij het
crisisbureau aan den Mittelweg te Neuköln.
De chef van dit bureau, inspecteur Frank,
vertelt een merkwaardige gebeurtenis. Twee
dagen voor de brandstichting, op een Don
derdag, kreeg hij van een hem tot dan toe
onbekenden man persoonlijk de mededeeling
aat het bureau door een communistische cen
trale overvallen zou worden en wel uit een
partijlokaal der communisten, dat aan een
zekeren Schlaffke behoorde. Den volgenden
dag werd hem ook telefonisch het vertrek van
den troep medegedeeld. Uit zijn raam ken hij
zien, hoe deze menschen in groepjes van
twee, drie en vier man, het bureau naderden,
ten politie-inspecteur en acht agenten waren
K?nïr plaatseK "et vW »P> dat zich dien
ochtend meer publiek in de gangen en wacht-
okalen van het bureau bevond, dan gewoon-
Schlaffke een inval was gedaan. De gangen
en wachtkamers waren in korten tijd l«g De
overbrenger had nog medegedeeld, dat n*
gen communisten met wapens waren uit