DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De brand in den Rijksdag. De Volkenbondsvergadering bijeen. w"d b"!'ndd" "«CS No. 229 Directeur: C. KRAK. Donderdag 28 September 1933 Hoofdredacteur: Tj. N. ADeMA. 135e Jaargang Dit nummer bestaat uit drie bladen. Sxtqeliiksch Owczicht Redevoeringen van Sir John Simon en Dotttuss. - Het ontwapenings- vraagstuk nog steeds aan de orde. DOLLFUSS MET APPLAUS BEGROET. Na heftige incidenten aan Dimitroff het zwijgen opgelegd. Mr. STOMPS WEER TERUG. Zou Torgler liegen? Heftige incidenten met Dimitrof. Mr. Stomps naar Nederland terug. „Voorloopig definitief". DE ZEVENDE ZITTINGSDAG. Getuigen uit concentratiekampen. Wat vandaag de aandacht trekt,,. ZIj, DIE ZICH MET 1 OCTOBER A S. VOOR MINSTENS 3 MAANDEN OP DIT BLAD ABONNEEREN ONT VANGEN DF TOT DIEN DATUM VER SCHIJNENDE NUMMERS FRANCO EN GRATIS. DE DIRECTIE. Een aarzelende Hitler-groet. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franc- door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 1—5 regels 1.25, elke regei meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/b. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Gisteren zijn dan werkelijk de besprekin gen van de Volkenbondsvergaderingen be gonnen. Er waren een paar sprekers inge schreven, die elk een redevoering hielden en die elk voor zich wel iets belangrijks te zeg gen hadden De man, die de algemeene beschouwingen opende, was Sir John Simon, de Engelsche minister van buitenlandsche zaken, die er op wees, dat de Volkenbondsvergadering ge legenheid biedt voor een overzicht van den a'gemeenen toestand en de vooruitzichten van den Volkenbond. Het afgeloopen jaai geeft aanwijzingen voor een begin van eco nomische saneering. Evenwel kan deze eco nomische saneering nimmer doorzetten zon der gelijktijdige verbetering van den politie- ken toestand. De vraag is thans, hoe de eco mmische saneering verder kan worden be vorderd. Niets is van grootei waarde dan een spoedig algemeen ontwaptningsverdrag. De geest van wederzijdsche concessies en samenwerking, welke in een overeenkomst inzake de regeling en de controle der bewa peningen tot uitdrukking komt stemt over een mét de dringendste behoefte der werefd. De ontwikkeling in de richting van de econo mische saneering der wereld zou daarmede zekerder worden. Simon behandelde vervolgens de bizondere positie der groote mogendheden bij de behan deling der groote internationale problemen 'en 'Vrdedigde deze tegen critiek en verwijten De groote mogendheden hebben gepro beerd de hinderpalen uit den weg tt ruimen om het reeds door de ontwapeningsconferen tie aangenomen ontwerpverdrag in een vorm te brengen welke in overeenstemming is met den toestand. Deze arbeid wordt thans met grooten ernst en innige overtuiging voort gezet. Hoe groot de moeilijkheden ook zijn, het beslissende doel blijft steeds slechts een verdrag tot stand te brengen. Het is denk baar dat door wijzigingen van het verdrag het plan van een ontwapening in etappen gemakkelijke: zal kunnen worden uitge voerd. Een eerste zekere etappe voor de ontwa pening zou reeds een ontzaglijke bijdrage Ixteekenen voor de schepping van ver trouwen. In dezen tijd zou een vérgaande ontwape ning kunnen worden overeengekomen. De omvang dezer ontwapening zou in het i verdrag zelf moeten worden vastgelegd. 'Zonder de vtiligheidskwestie weer op het tapijt te brengen, is het toch duidelijk, dat juist thans het vertrouwen moet worden her steld Dit vertrouwen ontstaat slechts uit de verzekeiing van den vrede. Een goede buur te zijn. is niet alleen een menschelijke, maar ook een internationale deugd. Simon wendde zich vervolgens tegen de dooi hem over dreven genoemde critieken op den Volken bond. Hij behandelde vervolgens in het kort dc werkzaamheid tot nu toe van den Volken bond op de verschillende gebieden. Ten slotte wendde ^irnon. zich nog eens tegen de methode de moeilükheden op ont- wapeningsgeb'ed dooi verdaging uit den weg te gaan. Dc ware beslissingen liggen op politiek gebied. Met alle krachten moet ge tracht wo-den, zoo snel mogeliik ..en ontwa peningsverdrag te sluiten in een vorm, welke zich het beste aanpast bij den huidigen toe stand. Dr. Dollfuss aan het woord. Behalve Sir John Simon heeft ook de Oos tenrijksche bondskanselier Dollfuss gister middag het woord gevoerd. Dollfuss, de groote kleine man, werd door een overvolle zaal met applaus begroet. Alleen de Duit- sche en Hongaarsche delegaties onthielden zich demonstratief van deze bijvalsbetuigin gen. De bondskanselier, die het Oostenrijksche standpunt uiteen zette, en verzekerde, dat zijn land vrij en onafhankelijk wil blijven, zeide ongeveer het volgende: Nimmer was het belangrijker dan thans zich te bezinnen, dat aan gene zijde van de staatsgrens menschen wonen, die in hetzelfde geloof aan de menschelijke lotsbestemming en de menschelijke plichten zijn verbonden. Niet in den strijd tegen elkander, slechts in de door God gewilde samenwerking kunnen de staten de groote taken van onzen tijd op lossen. De geestelijke en materieele reorgani saties moeten in de verschillende staten in overeenstemming met hun geschiedenis wor den voltrokken. Het is niet mogelijk en het zou tegen de natuur zijn hun een gelijkvor mige chablone te willen opdrukken. Oostenrijk heeft in zijn duizendjarige ge schiedenis de beteekenis van de vreedzame samenleving van vele naties beleefd en be grepen. Het heeft zrn traditie niet vergeten en na de vreeselijke doorleving van den oor log zich zelf teruggevonden. In een groot- sche bijeenkomst heeft het Oostenrijksche volk enkele dagen geleden uiting gegeven aan zijn geloof en zijn moreele verheffing. Oostenrijk staat op het punt leerende uit de fouten van den tijd van na den oorlog zich een politieke en economische grondwet te geven, welke in overeenstemming zijn met zijn behoeften. Daarbij worden wij in het bizonder geleid dooi de richtlijnen, welke Paus Pius XI heeft verkondigd ter oplos sing van de sociale problemen van onzen tijd, Oostenrijk heeft de groote taak aangevat zijn bedrijfsleven aan te passen bij de zoo geheel gewijzigde toestanden. Het was evenwel van het begin af duidelijk en het bleek steeds op nieuw, dat de economische ontwikkelings mogelijkheid van Oostenrijk niet kan worden verzekerd zonder de vergrooting van zijn af zetgebieden. Wat wij eischen en moeten berei ken is, dat alle staten van ons zoo veel koo- pen en dat deze nivellering niet door een ver mindering van onzen invoer, maar door een vergrooting van onzen u'tvoer geschiedt. De Oostenrüksche regeering heeft er naar ge streefd de aanbevelingen van Stresa in practük te brengen, niettemin was het resul taat bij verre niet voldoende, en dit geldt niet alleen voor Oostenrijk, maar ook voor de andere Donaustaten. Niettemin zullen de besluiten van Stresa waaromtrent vijftien Europeesche staten overeenstemming hebben bereikt een goed uitgangspunt vormen voor verdere acties Oostenrijk wendt zich tot den Volkenbond met het verzoek door zijn groot moreel over wicht deze pogingen in ieder opzicht te be vorderen Het betreft hier immers niet alleen de economische consolideering van Oosten rijk, maar den economischen wederopbouw avn het Donaubekken. De Volkenbond heeft ons onder de moeilijkste omstandigheden reeds zoo veel waardevolle moreele en prac- tische hulp verschaft, dat Oostenrijk behoort tot de staten, die bizonder overtuigd zijn van de noodzakelijkheid en de beteekenis van het forum van den Volkenbond te Genève. Gisteren werd nog afgehandeld het verdere verhoor van den rechter van instructie Vogt Op de vraag van den voorzitter, of v. d. Lubbe vriendelijk was, of dat hij aanleiding gaf tot scherp optreden, zei Vogt, dat hij uit ervaring weet, dat men een communist nim mer scherp moet aanpakken. V. d. Lubbe was vriendelijk en beleefd. Het was hem ech ter bekend geworden, dat van der Lubbe te gen de beambten handtastelijk was geweest en daarom had getuige hem een disciplinaire straf moeten opleggen. Hij had van der Lub be echter gezegd, dat de straf niet zou wor den uitgevoerd) indien deze zich goed ge droeg. De procureur-generaalIs u ooit opgeval len ,dat tegen v. d. Lubbe ooit iets gedaan is, i wat niet in orde was? Getuige: Mij is daarover niets ter oore ge komen. Hij heeft er zelf ook nooit over ge klaagd, behalve over de boeien. Ik heb hem gezegd, dat ik, hoezeer ik het betreurde, vol gens de wettelijke bepalingen niet anders kon handelen. Voorts deelt getuige nog over de houding van de beklaagden mede, dat Ta- neff een poging tot zelfmoord heeft gedaan en dat Dimitrof tegen hem, den rechter van instructie, is opgevlogen. Hij was met gebal de vuisten op hem toegesprongen en slechts door zeer krachtig optreden had hij Dimitrof van daden kunnen weerhouden. Op een vraag van den verdediger Sack zegt getuige, dat Torgler steeds beleefd is opgetre den. Ik moet echter zeer beslist verklaren, dat ik van meening ben. dat er geen sprake van kan zijn dat wat Torgler gezegd heeft met de waarheid overeenstemt. Dr. Sack: Hebt u een poging gedaan, on der het voorwendsel, dat Torgler een beken tenis had afgelegd, v. d. Lubbe tot een beken tenis te brengen, dat Torgler schuldig is aan den brand. Getuige Vogt: Ik geloof eigenlijk, dat een dergelijke vraag mij bespaard zou kunnen worden, ik ben een Duitsch rechter, ik ben rijksgerechtsraad en ik heet bovendien Vogt en ik meen Dr. Sack: Deze vraag vindt fuar aanlei ding in de bewering van een Duitschen ad vocaat, mijnheer de rijksgerechtsraad, die als verdediger van den heer Neumann in het Tschekaproces te Moabit met u heeft gespro ken. In het buitenland heeft hij nu deze be wering geuit. Ik acht het noodzakelijk deze zaak in Duitseh belang na te gaan. Getuige VogtOpdat geen ver! .erd beeld ontsta, verklaar ik, dat ik nimmer iets ge daan heb, wat niet zou passen bij de eer van een Duitschen rechter. De president laat nu v. d. Lubbe voorko men en vraagt hem, of hij iets tf zeggen heeft naar aanleiding van de verklaringen van den rechter van instructie Van der Lubbe houdt bijna een minuut lang het hoofd gebogen en zegt dan: Neen! Dimitrof: Heeft get. op 1 April een verkla ring laten verschijnen, waarin beweerd wordt, dat Dimitrof, Popoff en Taneff in sa menwerking met v. d. Lubbe den brand heb ben gesticht? Ik vraag: Ja of neen! De president: Dimitrof, indien uw toon niet anders wordt ik heb geduld genoeg gehad wordt u het stellen van vragen een voudig verboden. Get. Vogt: Het is juist, dat een dergelijke mededeeling aan de pers is verstrekt en dat daarin staat dat de gearresteerde Bulgaren bij de brandstichting of bij den aanslag op de kathedraal te Sofia betrokken waren. Ik heb later gezegd, dat deze mededeeling mij fout schijnt te zijn geweest; Dimitrof is daar aan echter zelf schuldig, want hij heeft mij niet verbeterd, toen ik met het noemen van den Bulgaarschen opstand in 1923 den bom aanslag in verbinding bracht, die eerst in 1925 is geschied. De president: Een van de veroordeelden bij den aanslag in de kathedraal zou Dimi trof zijn. Het is echter de vraag, of hij iden tiek is met dezen beklaagde. Dimitrof: Mijn vraag is verkeerd begre pen. Ik heb in het geheel niet over den aan slag gesproken, maar over het feit dat reeds voor het begin van het voorloopig onderzoek een categorische verklaring over mijn deelne ming aan den Rijksdagbrand verspreid is. Ik wil daarmede bewijzen, dat het onderzoek tendentieus was en de openbare meening heeft misleid. Bij deze woorden valt de president hem in de rede en roept hem luidt toe: Dat duld ik niet langer, houdt uw mond. Get. Vogt: Het is juist, dat destijds de ver klaring uitgegeven is over de verbinding tus- schen de drie Bulgaren en v. d. Lubbe. Ik had niet alleen het recht deze verklaring af te leggen, maar zij is door het verdere on derzoek bevestigd. Tot de drie Bulgaren zijn wij juist gekomen, omdat hun betrekkingen tot v. d. Lubbe vastgesteld waren. Anders waren zij niet gearresteerd. Waarom ben ik geboeid? De incidenten met Dimitrof duren voort. Met het wetb. van strafvordering in de hand, roept hij: Ik wensch op grond van de straf vordering vast te stellen, dat mijn ketening in boeien in strijd met de wet was. Getuige Vogt verklaart, dat hij Dimitrof heeft aangeraden een beslissing van het rijksgerecht te vragen. Tijdens het onderzoek is zulk een beslissing echter niet genomen. Dimitrof, ironisch: Zoo objectief is hij in zijn woorden. De president: U moet u van elke beleedi- ging van den rechter van instructie onthou den. Als Dimitrof met zijn opmerkingen door gaat. roept de president hem een beslist Halt toe. Dimitrof roept den rechter van instructie met luide stem tegen, dat zijn onderzoek on juist, tendentieus en brutaal is geweest. De president grijpt in; politiebeambten ne men Dimitrof bij den arm en trekken hem op zijn stoel. De Senaat verlaat de zaal. Dimi trof gaat voort met schelden. Na een pauze verschijnt de Senaat weer en de president verkondigt het besluit, dat Di mitrof het woord ontnomen wordt. Men deelt hem mede, dat hij dadelijk weggeleid zal worden, als hij nog een woord zegt. De behandeling wordt daarop tot heden verdaagd. De Berlijnsche correspondent van de N.R. Crt. seint: Men weet, dat mr. B. Stomps, die door en op kosten van de familie van Van der Lubbe hierheen gezonden werd, om zoo mogelijk Marinus te verdedigen, behoort tot diegenen, die den stelligen indruk hebben, dat Van der Lubbe goed bij zijn verstand is, met deze beperking natuurlijk, dat hij nooit over veel verstand heeft beschikt. Deze meening van mr. Stomps berust op de volgende overwe ging. Den dag nadat mr. Stomps beklaagde in gezelschap eerst van dr. Seuffert en van den tolk, daarna in gezelschap van den tolk alleen, in zijn cel had bezocht, vroeg de pre sident aan Van der Lubbe: „Heeft u giste ren met mr. Stomps gesproken?" Beklaagde heeft daarop geantwoord: „Neen!" Mr. Stomps nu neemt aan, dat deze uitlating met volkomen overleg is geschied. Marinus meen de daarmee: Mr. Stomps heeft wel tot mij gesproken, maar ik niet tot mr. Stomps. Da; was ook zoo, Marinus heeft mr. Stomps niet eens aangekeken. Als deze opvatting juist is, dan heeft Van der Lubbe ook heden weer een bewijs van verstand gegeven, toen hij op de bewering van den president, dat hij giste ren bij het bezoek van buitenlanders veel duidelijker had gesproken, ten antwoord gaf: „Dat kan ik niet zeggen", een uitlating, welke strookte met het later door den heer Luger afgelegde getuigenis. Mr. Stomps is heden „voorloopig defini tief" (om een uitdrukking uit de Duitsche po litiek te gebruiken) naar Nederland terugge keerd, omdat hij de overtuiging heeft gekre gen, dat hij, zooals de omstandigheden nu eenmaal zijn, ook indirect volstrekt niets ter opheldering van de zaak in het algemeen en in het bijzonder voor van der Lubbe kan doen. Hij heeft wel is waar het volkomen vertrouw^) van de familie, alsook van Si mon Harieveld, den man naar wiens woord van der Lubbe steeds placht te luisteren, als of het een evangelie ware, maar dat helpt niets. Hieruit blijkt, dat mr. Stomps het niet zoo ver heeft kunnen brengen, als dr, Detsjef uit Sofia, voor zoover die verlof heeft gekregen om aan mr. Teichert, den verdediger der Bul garen, raad te geven en hem middelen voor de verdediging aan de hand te doen. Mr. Stomps heeft echter wel verlof gekregen de verhandeling in de zaal te volgen en dat mogen eveneens de advocaten Grogoraf (Bul garije), Hays (New-York), Gallacher (Los Angeles) en Williard (Frankrijk). Nog minder geluk hebben gehad de advo caten Britt en Lawson uit Londen, Leibo- viteh en Levison (Vereenigde Staten), Sou dan, Graux en Braffort (België), Jaeglé uit Straatsburg, twee advocaten uit het Saar- land, twee uit Zwitserland en één uit Tsje- choslowakije. Deze allen hadden zich als ver dediger der Bulgaren aangeboden, nadat alle aangezochte Duitsche advocaten en pro fessoren hadden geweigerd de verdediging op zich te nemen. In dezelfde positie als de heer Detsjef was tot dusver de Tsjechische advocaat Loria uit Brünn. Deze placht in de zaal aanteekeningen te maken om zijn ge heugen te steunen. Heden heeft hem de po litie het maken van aanteekeningen verbo den. De heer Loria heeft daarop de zaal ver laten en zal uit Leipzig vertrekken, daar naar zijn meening niet mogelijk is een oordeel over de verhandelingen te vormen, indien men niet eenige aanteekeningen mag maken Dimitroff een lastige duivel. De Bulgaar Dimitroff mag een lastige duivel zijn: zijn vragen lichten van tijd tot tijd een tipje op van den sluier, welke nog over de acte van beschuldiging ligt. Zoo hebben wij vandaag gehoord, dat bij de stuk ken een prentbriefkaart is, voorstellende het Berliner Schloss, gevonden bij Dimitroff Dimitroff was heden vast besloten om bij de eerste de beste gelegenheid zijn bewering te plaatsen, dat de instructie eenzijdig is ge voerd en de protocollen, welke hij, gelijk ge kend, niet heeft onderteekend, niet juist zijn Met dat doel stelde hij voortdurend vragen welke betrekking hadden op het al dan niet gebruiken van een tolk bij het verhooren van van der Lubbe tijdens de instructie In dit verband hoorden wij van commissaris Heisig dat van der Lubbe voortdurend de woorden „fanal en „Signal" heeft gebruikt en van commissaris dr. Zirpius, dat hij acht sloeg op finesses in den stijl van het protocol en dat hij van plan was een vergadering in het Sportpaleis als discussiespreker een rede voering te houden. Anderzijds vertelde d" Zweedsche criminalist, die in de bladen ten onrechte voor een medicus gehouden dat van der Lubbe gevraagd heeft wat „selig" be duidde, waarop hem, voordat hij een ant woord kon geven, moest worden gezegd „selig kommt von Seele". Uit de verklaringen van Zirpius mag nog worden aangestiot, dat wij van hem voor de zooveelste maal hoorden, dat een zekere Za- chow in een gesprek met v. d. Lubbe voor het bureau van de bedeeling het eerst het plan moet hebben geopperd van de brandstich tingen, een feit, dat hij eerst heeft toegegeven en later weer heeft tegengesproken. Hoe he< komt, dat deze Zachow niet is aangeklaagd, zal in den verderen loop van het proces nog moeten blijken. Het beeld binnen en buiten het gebouw van De Volkenbondsvergadering bij een; redevoeringen van Simon en Dollfuss. (Dag. Overzicht). De ramp in Tampico, nieuwe over stroomingen. (Buitenland). Helsche machine ontploft nabij Belgrado. (Buitenland). Komendej?ebeurtenissen in China. (Buitenland). Het proces te Leipzig (Buitenland) Proclamatie van den Duitschen rijksbisschop. (Buitenland). Een sportfondsenbad te Apeldoorn en Maastricht. (Binnenland). Stoomtramdiensten voor perso nenvervoer opgeheven en autobus er voor in de plaats. (Binnenland). Ruim 12000 gevallen van mond- en klauwzeer. (Binnenland). Minister Oud hedenavond voor de radio over de rijksfinanciën en de vooruitzichten. (Binnenland). Te Amsterdam overleden dr. J. H. Bungenberg de Jong, oud-hofarts. (Binnenland). Vergadering r. k. middenstands bond te Breda (Binnenland). Doodelijk ongeluk op een overweg, gevolg van roekeloosheid (Binnen land). Moord in den Grooten IJpolder. (Binnenland.) Een gefingeerde inbraak te Heiloo. (Rechtszaken). Poging om een rijksveldwachtei te overrijden. (Rechtszaken). (Zie verder eveatneel laatste be richten), het rijksgerechtshof, is hedenmorgen leven diger dan de vorige dagen. Men schrijft dit toe, aan de te Leipzig de ronde doende ge ruchten, dat de getuigen, die heden gehoord zullen worden, voor een deel uit concentratie kampen komen Voor het eerst, sedert het be gin van het proces, staat voor den ingang van het rijksgerechtshof een dubbele wacht van S.A. lieden. Als tegen kwart voor 10 het hof binnen komt, wordt geconstateerd, dat de voor heden gedagvaarde getuigen nog niet zijn verschenen, zoodat de senaat de zit ting nie tkan beginnen en zich weer terug trekt. De president dr. Bunder verklaart, dat het motief voor het uitnoodigen van deze getuigen de bedoeling heeft, maatregelen te treffen tegen de indolentie van van der Lubbe Het gerechtshof had aanvankelijk andeie voornemens. Men had het geheele getuigen verhoor te Berlijn willen doen geschieden. De houding van van der Lubbe maakt het echter^ noodzakelijk, alles wat met van der Lubbe's optreden tijdens 't vooronderzoek in verband staat, hier te Leipzig vast te stellen. De pauze, wegens het niet verschijnen der getuigen is slechts van korten duur. Tien minuten later zijn de verwachte getuigen aanwezig en kan de zittin«* worden. Als de senaat achter de groene tafel ver schijnt, brengen zij zonder uitzondering den algemeenen Hitler-groet, zij het ook, dat dit eenigen hunner slechts aarzelend afgaat Of alle getuigen beëedigd zullen worden, staat nog met vast. Als eerste getuige wordt ge- xm uf °PPerwachtmeester der politie Karl Albrecht. Dezen getuige worden eenige korte vragen gesteld over de brandstichting bij het crisisbureau aan den Mittelweg te Neuköln. De chef van dit bureau, inspecteur Frank, vertelt een merkwaardige gebeurtenis. Twee dagen voor de brandstichting, op een Don derdag, kreeg hij van een hem tot dan toe onbekenden man persoonlijk de mededeeling aat het bureau door een communistische cen trale overvallen zou worden en wel uit een partijlokaal der communisten, dat aan een zekeren Schlaffke behoorde. Den volgenden dag werd hem ook telefonisch het vertrek van den troep medegedeeld. Uit zijn raam ken hij zien, hoe deze menschen in groepjes van twee, drie en vier man, het bureau naderden, ten politie-inspecteur en acht agenten waren K?nïr plaatseK "et vW »P> dat zich dien ochtend meer publiek in de gangen en wacht- okalen van het bureau bevond, dan gewoon- Schlaffke een inval was gedaan. De gangen en wachtkamers waren in korten tijd l«g De overbrenger had nog medegedeeld, dat n* gen communisten met wapens waren uit

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 1