Alkmaarsche Cwrast
In bet paleis van den koning
Stad en Omgeving.
{Radionieuws
{Rechtszaken
EEN GEFINGEERDE INBRAAK.
feuilleton
Intierf t9 m öeröfffe Jttrgog.
DONDERDAG 28 SEPTEMBER
N». 339 1933
J Vrijdag 29 September.
Hilversum, 1875 M. (8.—12.— 4.-8
en 11.—12 VARA, de AVRO van 12—
4 en de VPRO van 8—11— uur). 8—
Gramofoonplaten. 10— VPRO-morgenwij-
ding. 10.15 Declamatie J. van Oogen. 10.30
Orgelspel Cor Steyn. 11 P. J. Kers: Onze
keuken. 12.Ensemble Rentmeester en gra
mofoonplaten. 2.15 Gramofoonpl. 2.30 Cau
serie over bloembollen door G. P. Bronk-
horst. 3.Gramofoonplaten. 4.Zender
wisseling. 4.15 Orgelspel Joh. Jong. 4.50
Voor de kinderen. 5.30 VARA-orkest o.l.v.
H. de Groot. 6.40 Prof. Dr. J. Tinbergen:
Vooruitzichten ten aanzieq van de economi
sche crisis. 7.SOS-berichten. 7.02 VARA-
orkest o.l.v. H. de Groot. 8.Causerie door
Dr. W. Banning. 8.30 Concert door het
Haydn-kwartet. 9.Causerie ds. E. D. Spel
berg. 9.30 Vervolg concert. 10.Vrijz.
Godsd. Persbureau en Vaz Dias. 10.15 Cau
serie C. Höweler. 10.45 Gramofoonplaten
11.— Orgelspel C. Steyn. 11.30—12— Gra-
mofoonmuziek.
Huizen, 296 M. (Algemeen programma te
verzorgen door de NCRV). 8.— Schriftle
zing en meditatie. 8.15—9.30 Gramofoonpl..
10.30 Morgendienst o.l.v. Ds. S. IJbema.
11.Zang door H. Borkent, tenor. Aan den
vleugel: C. Veelo. 12.15 Gramofoonpl. 12.30
'Ensemble v. d. Horst. 2.30 Chr. Lectuur.
3.Orgelconcert L. Blaauw. 4— Het Hol-
landsch Harpkwartet. 6.Gramofoonpl.
6-3Ö Causerie A. J. Herwig 7.15 Ned. Chr.
Persbureau. 7.30 Literair halfuur door Dr.
J Haantjes. 8.Concert door Jan Zwart,
orgel en de Kon. Mannenzangver. „Apollo"
o.l v. F- J. Roeske. 9—9.30 Declamatie door
mej. J. van Aken, ca. 10.— Vaz Dias. 1030
—11.30 Gramofoonmuziek.
Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding.
10.50 Tijdsein, berichten. 11.0511.20 Le
zing 12.20 Orgelconcert O. H. Peasgood
12 50 BBC-Dansorkest o.l.v. H. Hall. 1.35
Northern Studio-orkest o.l.v. Bridge. 2.20
Voor de scholen. 3.20 Muzikale causerie
3.55 Voordracht. 4 10 Gramofoonpl. 4.50 E.
Colombo's orkest. 5 35 Kinderuur. 6.20 Ber
6.50 Radio-koor o.l.v. S. Robinson. 7.10, 7.30
en 7.50 Lezingen. 8.20 BBC-Symphonie-
orkèst m. m. v koor en solisten o.l.v Sir
Henry Wood, o.a. Beethoven's Negende sym-
phonie). 10.— Ber., voordracht. 10.25 Dans
muziek (gramofoonpl.). 10.50—12.20 Harry
Rov en zijn Band.
Parijs „Radio-Paris?', 1724 M. 8.05, 12.50
en 7.40 Gramofoonpl 9.05 Radio-tooneel.
9 50 Gramofoonplaten.
Kalundborg, 1153 M. 12.202.20 Concert
uit Rest. „Wivex". 2.504.50 L. Preil's
orkest. 8.30 Trioconcert. 8 30 „Nathan de
Wijze^'. 10.50 Het Venetiaansche Trio m. m.
v zangsolist. 11.2012.20 Dansmuziek uit
Veilen cia"
Langenberg, ±73 M. 6.20, 7.23 en 11.50
Gramofoonplaten. 12.20 Concert m. m.
zang- en instrumentale solisten. 150 Sted.
orkest Münster o.l.v. Göhre. 5.20 Gramo
foonmuziek. 5.50 „Die fröhlichen Fünf".
8.25 „Der Waffenschmied", opera van Lort-
zing. Leiding: Seyfert. 11.0511.50 Popu
lair concert.
Rome, 441 M. 8.50 „La Somnambula",
opera van Bellini. Dirigent: Russo.
Brussel, 338 en 508 M. 338 M.: 12.20 Het
Primas Sylvia-orkest. 1.30 Dito. 5.20 Om
roeporkest o.l.v. Walpot. 6.20 Gramofoonpl
6.50 Kamermuziek. ó.20 Symphonieconcert
o.l.v. Meulemans. 9.20 „Reinaert de Vos"
met muziek van Douliez. 10.0510 20 Gra
mofoonplaten. 508 M.: 12.20 Gramofoonpl.
5.20 Symphonieconcert o.l.v. Meulemans.
6.35 Gramofoonplaten. 6.50 Piano-recital.
7.05 Gramofoonpl. 8.20 Omroeporkest o.l.v
Walpot 9.20—10.20 Symphonieconcert o.l.v-
Arthur Meulemans.
Zeesen, 1635 M. (Deutschlandsender)
8 20 Concert uit München o.l.v. Kloss. 8.50
,.Der ewige Bauer", hoorspel van J. M.
Bauer. 10.20 en 11.05 Berichten. 11.20—
12.50 Populair concert o.l.v. Kley.
GEMEENTELITKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Vrijdag 29 September.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Daventry 10 3524.
Liin 4: Brussel II 12.2024.
VERGADERING FEDERATIE
FABR1EKS-ARBEIDERS.
In de „Harmonie".
Oorspronkelijk was deze vergadering door
de federatie van fabrieksarbeiders uitgeschre
ven als een debat-vergadering, waar als
sprekers waren uitgenoodigd de heeren C.
Dekker, voorzitter der federatie en C. H. van
Velsen, hoofdbestuurder der Ned. Ver. v. fa
brieksarbeiders, inzake de bespreking omtrent
het conflict aan de melkfabriek te Hoorn.
Over het daar ontstane conflict was verle
den week hier ter stede vergaderd door de
Ned. vereeniging van fabrieksarbeiders en
op deze vergadering was een vertegenwoor
diger van de federatie geweigerd.
Nu was voor debat uitgenoodigd de heer
C H. van Velzen, die echter op de gister
avond gehouden vergadering in de Harmonie
niet aanwezig was.
Na een kort inleidend woord werd aan den
heer Dekker het woord gegeven, om zijn
standpunt uit naam van de federatie uiteen
te zetten.
In een tijd als waarin wij arbeiders, natio
naal zoowel als internationaal, thans leven,
aldus begon spr. zijn betoog, is het bedenke
lijk, wanneer we, met het gevaarlijke fascis
me vlak voor de deur, nog moeten gaan pre
diken om samenwerking. Dat wordt des te
bedenkelijker als we denken aan het jaar
1914, toen, evenals nu, de leuze was: „De na
tionale gedachte moet de onderlinge geschil
len opheffen". Destijds verwachtten we dan
ook, dat de arbeiders hierdoor zouden ont
komen aan de loonslavernij. Hoe dat toen af-
geloopen is, daar behoeven we thans niet
over te spreken.
Meer dan ooit, voelen we in dezen tijd de
gedachte: Samen één front tegen den nade
renden ondergang, tegen alles wat fascisme
is en wat zich fascisme noemt. Dagelijks roe
pen we de arbeiders toe: „Blijf toch niet
streng gescheiden, zie je dan niet, dat het
beetje vrijheid, dat we na jaren van strijd
veroverd hebben, met voeten overtreden
wordt?
Maar, kameraden, onze stem is als een roe
pende in de woestijn.
Pas is in den Helder de vlag van het mari
negebouw gehaald, pas zijn onze kleurige
vaandels in de optochten verboden en straks,
ja straks wie weet wat er boven ons
hoofd hangt? Maar ondanks dat alles, on
danks de moreele nederlaag, voelen we ons
sterk, omdat we te allen tijde kunnen zeggen:
„De federatie deed haar plicht". En als dat
vast staat, dan is het een misdaad, om het
beetje samenwerking, dat tenslotte noodig is,
om te behouden, wat we hebben, ja, om te
veroveren, wat we nog niet hebben, om dat
beetje samenwerking te saboteeren, alleen,
omdat de een of de ander „zou kunnen verlie
zen".
Het is onze bedoeling niet, om er op deze
vergadering zoo'n beetje omheen te praten
We zijn hier gekomen, om de kern van de
zaak te bespreken.
De kwestie is: Dat de arbeiders aan de
melkfabriek te Hoorn den tijd gekomen acht
ten, om over de grieven aan deze fabriek eens
grondig te spreken. En op een daartoe beleg
de vergadering was ook onze federatie aan
wezig. Maar nog vóór er tot een bespreking
werd overgegaan, kwam het bestuur van de
Ned. vereeniging van fabriekarbeiders naar
ons toe met de mededeeling: „of we maar
weer wilden vertrekken". We vroegen: „Wat
is er dan?" Enfin, kameraden, van het een
kwam het ander, er vielen een paar harde
woorden en toen hadden we 't heelemaal ge
daan. Wendt u, wanneer u dat niet gelooft,
tot de Ned. vereeniging om na te gaan of de
feiten niet geheel overeenstemmen met de
waarheid.
En vrienden, thans zou ik in het openbaar
m'n woorden terug willen nemen, indien zij
dan bereid waren met ons samen te werken
Die weigering echter, om niet met ons sa
men ten strijde te trekken, dateert al vanaf
het oogenblik, dat de federatie werd opge
richt. Telkens en telkens, bij een conflict
waar we ons mee bemoeiden zijn we ter dood
verklaard
Maar wij zeggen, evenals Dumas destijds
zei: Henri de la Gardère leeft nog; de fede
ratie leeft ook nog.
Laten we een oogenblik echter terug gaan
tot 1924.
Toen was er een loongeschil in de Zaan
streek, aan de groote meelfabriek, waar 300
arbeiders werkten. De arbeiders zeiden, toen
de fabriek goed rendeerde: „Wij willen onze
2, die we destijds kregen bij een loonsver
laging, terug hebben. Om steun kwamen ze
toen bij de federatie, met de mededeeling:
We staken in Wormerveer.
£en liefdesgeschiedenis uit het oude Madrid
door F. Marion Crawford.
"Naar het Engelsch door .W, H, C. B,(
88>
Van dat oogenblik af maakte zich de
wanhoop van den ongelukkigen man
meester. Ware de koning niet bij Don
Jan geweest, dan zou Mendoza onmid
dellijk teruggekeerd zijn om zijn vijand
te dooden en daarna, zoo noodig, zich
zelf. Ongetwijfeld was dat de kamer,
waar Dolores verborgen was geweest en
waaruit zij op de eene of andere wijze
w: ontsnapt. Toen herinnerde hij zich
zijn boodschap, maar was te versuft om
aaneengeschakeld te kunnen denken
aan 's konings bevel moest echter dade
lijk worden voldaan. Met groote moeite
ging hij rechtop staan, want hij voelde
Plotseling den last van zijn jaren zwaar
°P hem drukken. Hij eischte bloedige
satisfactie en hoe eer hij den sleutel had,
des te spoediger zou hij bij zijn vijand
terug zijn. Hij liep nog onvast, alsof hij
geen grond onder zijn voeten voelde;
maar na een kleine honderd meter her
kreeg hij een soort mechanische zelfbe-
heersching, zooals wel eens over men-
schen komt op oogenblikken van uiter
Op een daarvoor gehouden bespreking
met de directie werd bepaald, dat bin
nen acht dagen de 2 weer terug betaald
zou worden. Goed, zeiden wij, onder die
voorwaarde gaan we weer aan het werk.
Maar wat gebeurde er een paar dagen la
ter? De directie stuurde een brief, waarin
stond, dat de tijden zoo slecht jwaren en de
toestand in de meelfabriek zoo beroerd en
dat zij van toezegging inzake de 2 loons-
verhooging, afzag.
Noch de katholieke, noch de christelijke,
noch de Ned. vereeniging durfden de conse
quenties te aanvaarden, alleen de federatie
zei: „Staken, wij staan achter jullie!"
Na 14 dagen staken hadden we onze
eischen voor 100 pCt. doorgevoerd en dit
was feitelijk het begin van ons succes in de
arbeidersbeweging. Langzamerhand komen
we echter aan de zoozeer gewenschte samen
werking. Door deze houding van ons kwam
er leven in de brouwerij.
Er kwam een flinke verzetgeest en enthou
siast werd door ons besloten om de loonactie
over de geheele linie door te voeren. Onze
eischen gingen in zee en werden aan de
werkgevers verzonden.
Hierop volgde alweer een bespreking en
de werkgevers moeten toegeven, onze eischen
waren niet onbillijk. Maarde toestand
was zoo slecht, zoo slecht, dat 't heusch niet
ging. Dat geloofden we echter niet. In min
der dan geen tijd was ons besluit genomen,
's Middags om 2 uur werd tegen den chef
gezegd: Denk erom, om 4 uur stoppen we!
Zoo gezegd, zoo ..edaan. 's Av.nds zou er
een groote algemeene bespreking werden ge
houden
Vast stond, dat de federatie achter d- sta
king zou staan, want de federatie sta. c.ch-
ter iedere staking. Teen kwam er bericht in
nen van de chr. organisatie, dat ze er zich
niet mee bemoeiden; de r.k. bond liet heele
maal niets van zich hooren en de Ned. y-,
van fabrieksarbeiders wees een „wilde" sta
king niet van de hand, al zeiden ze, dat
het kindje wat te vroeg geboren was. Maar
desondanks zouden ze het ventje meehelpen
doen opgroeien tot een volwassen knaap
Welgemoed trokken w» ten striide. rH e-
tend, wat er nu weer zou gebeuren. Want
wij zijn niet als de S.D.A.P., die eerst het
verzet predikt en dan, als de nood aan den
man komt, den gangmaker een dolk in den
rug steekt.
Maar een paar dagen na deze bespreking
adviseerde de Ned. vereeniging haar arbei
ders, maar weer aan het werk te gaan, om
dat ze inzag, dat de fabriek er inderdaad
slecht voor stond. We stonden voor een over
macht, hielden moedig vol, maar na 9 weken
was de staking verloren en ging men weer
aan 't werk onder de oude voorwaarden.
Zoo noemde spr. nog enkele conflicten op
en vervolgde: „In alle ernst, vrienden, we
willen altijd zijn de revolutionnairen, we
snoeren onzen mond niet. nu is er nog vrij
heid, nu kan het nog. Wij, als opstandigen,
geloovèn niet in een samenwerking van werk
gevers en werknemers. We zijn ervan over
tuigd, dat, wanneer dat gebeurt, de oude, el
lendige toestand weerkeert. (Applaus.)
Hierna was gelegenheid tot debat, waar
van echter niemarid gebruik maakte en werd
de vergadering met een opwekking tot daad
werkelijk ontreden omsloten.
ste wanhoop, oogenblikken waarop men
zijn gedachten niet mag permitteeren
stil te staan, oogenblikken, waarop men
niet mag denken aan hetgeen voor den
boeg staat. Het waren meer beelden dan
gedachten, die in zijn brein opkwamen
want hij zag alle vervlogen jaren weer
terug, vanaf den dag dat zijn jonge
vrouw was gestorven en waarop hij zelf
den middelbaren leeftijd had bereikt
Eén voor één kwamen de jaren terug en
van °lk vormde het blonde meisje het
miduelpunt, het kind, dat allengs tot
vrouw zou opgroeien. Hij hoorde weer
het kinderstemmetje, voelde kleine
handjes zijn voorhoofd streelen, hij zag
de ernstige, grijze oogjes heel dicht bij
de zijne. En toen zag hij weer het kindje
voor zich, wiens klaterende, lieve lach
altijd door de kamer klonk, als hij er was
daarna de aanminnige liefelijkheid van
het volwassen meisje, wier trekken het
gelaat van de vrouw, die hem het dier
baarst op aarde was geweest, uit den
dood deden herrijzen, en toen weer hoor
de hij de stem, die hem reeds lang ver
geten klanken opnieuw deed hooren. Dit
alles zag en hoorde en doorvoelde hij
opnieuw, thans wetende dat elk beeld
zou vervloeien tot dit eene tafereel, dat
hij zooeven had gezien en zijn schande
beduidde: een schuldige vrouw, die bij
avond wegsloop van de deur van haar
minnaar. Dit was niet het eenige, want
hij kreeg ook de bijna absolute zeker
heid, dat zij hem jaren lang had bedro
gen, terwijl hij zoo hard gestreden had
ARRONDISSEMENTS RECHTBANK TE
ALKMAAR.
Zitting van Dinsdag 26 Sept. 1933.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
LANDELIJKE ZWIJNTJESJAGER.
De verdachte, Reinder E., geboren 15 April
1910 te Gieten, arbeider, thans gedetineerd,
verscheen op den hem aangewezen zetel ter
zake het feit. dat hij op 8 Augustus te Mid
woud een tegen 'n damhek staand rijwiel
tcebehoorende aan de arbeider H. Couwen
hoven uit de Wijzerd, Ihad weggepakt en
wederrechtelijk zich had toegeëigend.
Dat hij het rijwel had weggenomen, kon
'hij moeilijk loochenen, doch de toeëigening
ontkende hij en voerde als bewijs aan, dat
hij het rijwiel aan het politiebureau te Pur-
merend had terug bezorgd. Overigens was
de veruachte juist geen toonbeeld van braaf
heid en had hij zijn debuut al gemaakt als
landlooper en dief
De officier wierp 'n ander licht op hel be
zorgen van de fiets op het politiebureau. Ver
dachte had zich daar namelijk ten einde raad
zelf aangegeven als rijwieldief. De officier
aühtte dus het excuus van Reinder niet vol
doende om hem te disculpeeren en requi
reerde 1 jaar gevangenisstraf.
Mr. Thomas uit Hoorn, verdediger, ver
meende daarentegen dat de wederrechtelijke
toeëigening allerminst was bewezen, zooais
oleek uit de omstandigheid, dat verdachte
zich zelf op het politiebureau had aange
meld. Zijn bedoeling was. weei te worden
opgezonden naar Veenhu'zen als landlooper
en zeer zeker niet om als rijwieldief naar de
gevangenis te worden verwezen. Verdediger
haalde nog aan een analoog geval uit de
Jurisprudentie en concludeerde derhalve vrij
spraak, subsidiair ontslag van rechtsvervol-
ging.
Voorts verzocht pleiter voor verdachte on
middellijke invrijheidstelling. De officier
pliceerde en verzette zich tegen de invrij
heidstelling, die ten slotte werd afgewezen.
EEN HELDERSCHE BLAUWBAARD.
Een Heldersche ingezetene, genaamd Wil
helmus Jac. W. te Helder, aan wien een zeer
ernstig misdrijf werd ten laste gelegd, was
niet in persoon verschenen en ook zijn ge
achte verdediger ontbrak op het appèl. Hem
werd dan aangewreven dat hij op 28 Mei zijn
gelietde, Juliana Homburg, had getracht van
het leven te berooven door haar keel met zijn
vingers te omklemmen, teneinde haar te wor
gen. Het jonge meisje, dat zich alstoen be
vond ten huize van den heer J. Visser, werd
gelukkig tijdig ontzet door de echtgenoote
van den heer Visser, mej. Beke Oltmans.
Het meisje zag reeds blauw, was al erg
benauwd en op het punt haar bewust
zijn te verliezen. De lieve vrijer had haar te
voren al gedreigd met een mes en zeide thans,
toen hij het meisje verliet veelbeteekenend
Binnen een week ben je d'r geweest!
Bedoelde galant was bij de fam. Visser in
den kost geweest, terwijl het meisje aldaar
dienst deed als dagmeisje. Het kwam tot een
verloving, doch kennelijk was mej. Homburg
niet volmaakt gelukkig met haar aanbidder,
wat bij hem vermoedelijk kwaad bloed zette
Toen op den bewusten dag mej. Visser de
kamer binnentrad, lag het meisje achterover
op de tafel en hield verdachte haar keel om
klemd. Mej. Visser verklaarde nog dat het
jonge mensch overigens nogal royaal was en
haar vele cadeaux gaf.
De officie, achtte de poging tot doodslag
bewezen en vorderde 8 maand n gevangenis
straf.
DE' VERWISSELDE NAAIMACHINE
De 53-jarige, reeds tamelijk vergrijsde opti
cien en naaimachinehandelaar Nicolaas Sch.
te Wervershoof had in het najaar van 1932
ter reparatie ontvangen van juffrouw
Neeltje Degeling, de weduwe van H. Brand-
sen aldaar een naaimachine, welke machine de
heer S. zond naar den naaimachinefabrikant
Maschmeijer te Amsterdam. Het scheen even
wel mej. Brandsen wel wat te lang te duren
en om haar tevreden te stellen, gaf de heer
S. haar tijdelijk 'n machine van zijn echtge
noote in bruikleen. Aan den vrachtrijder Dol
had de heer S. voorts opdracht gegeven,
de machine na ontvangst maai dii eet
naar de weduwe Brandsen te brengen Het
scheen echter met die naaimachinegeschiede
nis niet heelemaal in den haak te zijn,
aangezien thrns de commissionair terecht
stond ter zake verduistering van wed. Brand-
sen's naaimachine, waarbij hij verdedigd
werd door mr. Wijnhaus uit Hoorn welke
raadsman een tweetal getuigen a décharge,
de vrachtrijder Dol en de echtgenoote van
verdachte als getuige a décharge voorbracht.
In verband met deze zaak legde de eige
nares der naaimachine, de 82-jarige weduwe
Brandsen, haar verklaringen af en typeerde
haar machine als lichtbruin van kleur. Een
machine met kast werd thans binnengesleept
door een griffieklerk, doch volgens getuige
was dit niet de machine, die door haar ter
reparatie was afgegeven. Zij erkende tijdelijk
een naaimachine ten gebruike te hebben ge
kregen. Later ontving zij nog weer een an
dere machine, die evenmin aan haar toebe
hoorde, zooals direct bij ontvangst door haar
werd waargenomen.
Haar machine was veel mooier, verklaarde
de oude vrouw, die nog zeer kras en rap van
tong was. Daar zaten rooie bloemetjes op aan
den voorkant. De geleende naaimachine had
verdachte zelf terug gehaald. Volgens ver
dachte was de aanwezige naaimachine de
zelfde als de vrachtrijder Nieuwboer had te
ruggebracht
Mr. Smal. alsnog in dit proces optredende
en zich namens zijn cliënte, mej. wed. Brand
sen, civiele partij stellende, diende een eisen
in tot schadevergoeding ten bedrage van
60. Verdachte kon zich daarmede niet ver
eenigen en beweerde dat mej. wed. Brandsen
nog geen f 10 schade had geleden, welk be
drag hij later nog reduceerde tot nihil. De
president noemde het bedrag van 60 voor
een oude machine belachelijk, waarop mr.
Smal het bedrag verminderde tot 50.
Een vroegere buurvrouw van de wed.
Brandsen beschreef de naaimachine als licht
om haar te behoeden voor hetgeen hem
slechts een schijnhuwelijk had toege
schenen. Hij voelde dat zij reeds voor
goed voor hem verloren was, dat zij zelf
haar ondergang bewerkstelligd had en
er geen hoop op eerherstel bestond.
Het was te veel voor hem, en hoewel
hij rechtop liep en recht voor zich uit
keek, wist hij niet waar hij liep, zoodat
hij tenslotte voor zijn eigen deur stond
inplaats aan 's konings bevel gevolg te
hebben gegeven. Eerst toen hij zijn hand
naar den klopper had opgeheven, kwam
hij tot het besef waar hij was, en toen
liet hij zijn arm hulpeloos en hopeloos
zakken. Daarop maakte hij als een sol
daat op een parade stram rechtsomkeert
en keerde met een regelmatigen pas op
zijn schreden terug. Voor niets ter we
reld zou hij zijn woning zijn binnenge
gaan, want hij was er van overtuigd, dat
zijn dochter daar vóór hem was aange
komen, en dat, als hij van aangezicht tot
aangezicht vóór haar stond, hij zeker
zijn hand tegen haar zou opheffen. HL
wilde haar op aarde niet meer terugzien,
uit vrees dat hij haar het leven zou be
nemen wegens hetgeen zij misdreven
had.
Toen kreeg hij zich weer in bedwang
en begaf zich naar den oppersleutelbe-
w aarder, wien hij namens den koning
om den bewusten sleutel vroeg, maar die
werd niet gevonden, wat hem in zijn
overtuiging versterkte dat Don Jan dien
zelf had. Maar voor den vorm bleef
aandringen er nog eens goed naar
hij
te
bruin met bloemetjes en ontkende dat de
aanwezige machine dezelfde was
Verdachte beweerde, dat dit wel de ma
chine was!
Mej. J GrootBrandsen. dochter van de
oude weduwe, wonende te Spierdijk, her
kende evenmin de aanwezige mach mé als
moeders eigendom Moeders machine was
veel zwaarder, 'n pracht van een machine, zei
ze met stemverheffing.
De vrachtrijder Nieuwboer had de origi-
neele naaimachine gehaald bij de wed.
Brandsen en gebracht bij verdachte. Later had
hij de thans aanwezige machine in opdracht
van den gemeente-veldwachter naar het
gerechtsgebouw te Alkmaar overgebracht.
De 51-iarige heer A Maschmeijer. koop
man te Amsterdam en wonende te Bergen,
had in zijn zaak op 3 of 4 Augustus ter repa
ratie ontvangen van verdachte een Anker
naaimachine Deze expert schatte de waarde
van een oude machine met een dergelijk
systeem op 15 en betoogde voorts, dat een
mogelijke verwisseling der machines den ver
dachte geen voordeel had kunnen brengen.
Hij achtte voorts verdachte credietwaardig.
Hierop werden gehoord de getuigen
décharge, de vrachtrijder T Dol en mej. S.,
echtgenoote van verdachte. De heer Dol ont
kende dat tijdens het vervoer een verwisse
ling der machines had plaats gevonden. Mej.
Sch. had de machine boven gezet en had haar
eigen machine aan de wed. Brandsen in
bruikleen gegeven.
De officier liet het naaimachine-drama nog
eens kortelings de revue passeeren. Oorspron
kelijk had hij de zaak geseponeerd en later
op aandringen van den zoon der weduwe
alsnog doorgezet. Thans echter was de of
ficier nóg niet wijzer geworden en waar
hier alle positieve aanwijzingen ontbraken,
vermeende de officier niet anders te kunnen
doen dan vrijspraak te requireeren in dit
raadselachtig proces.
Bovendien had de officier nog een brief
ontvangen van den burgemeester van Wer-
veishoof. die den verdachte beschouwde als
18 karaats so'iede
Mr. Wijnhaus dankte "oor de keurige be
handeling van de zaak en refereerde zich na
de feiten nog eens te hebben nagegaan aan
het requisitoir >n de hoop dat verdachte, een
zeer respectabel burger, volkomen zou wor
den gerehabiliteerd.
Direct vrijspraak doende werd verdachte
onmiddellijk vrijgesproken
MiDDAGZITTING.
De 51-jarige hee Corn. N geboren te Nij
megen en wonende te Heiloo. voorheen ad
ministrateur van het Gem Electriciteitsbedrijf
aldaar, stond terecht naar aanleiding van het
feit, dat hij omtrent 30 Januar 1933 een be
drag van 4439 14 of 4426.65 of 3542.50,
allhans een bedrag van 3000 aan bankpa
pier. dat hij in zijn bediemng onder zich had,
had verduisterd door het in een kolenhok on
der een brandstoffenkist te verbergen, waar
op hij bij de politie aangifte deed, dat «.en
bedrag van f 4439. 14 hem zou zijn ont
stolen.
Voorts dat hij een bedrag van f 250 aan
bankoapier dat hij eveneens als ambtenaar
onder zich had. verpakt in een enveloppe, op
de openbare weg 1 ad geworpen, met het
doel de aanwezigheid van dat geld te verhei
melijken.
Ten slotte dat hij bij den majoor der rijks-
veldwacht H Steen valschelijk aangifte had
gedaan van bovengemelden diefstal Deze
fantast, die thans op vrije voeten en aan
wezig was, was omstreeks 1 jaar in dienst
der gemeente Heiloo en genoot een jaarwedde
van f 1800.
Als getuige a charge werden gehoord jhr.
N. v. Foreest burgemeester, majoor H. Steen
en de heer S. N. A. Borst, arbeider, allen te
Heiloo. Verdachte werd jundisch bijgestaan
door mr. Prins te Alkmaar.
Verdachte beweerde niet in den knel te
hebben gezeten, maar dat zijn vrouw hem
had medegedeeld dat hij sinls 3 jaar werd be
drogen door zijn schoonzoon. Voorts ver
klaarde hij zijn vrouw te hebben willen dood
schieten en dat hij in zijn overspanning niet
precies meer wist wat hij had gedaan.
Vast stond echter dat htj een verzekering
had gesloten tegen inbraak en de president
hem sterk verdacht hiervan door middel van
een geënsceneerde inbraak gbruik te hebben
willen maken te zijnen voordeele.
Verdachte ontkende dit en beweerde dat
een neef van zijn schoonzoon had ontvangen
een valsche cheque, waarmede een auto zou
zijn betaald. Vervolgens deed hij een ver
haal van oplichting, dat voor ons vrijwel on
begrijpelijk was. Hij had het over een ver
kwistend jongmensch, dat per vliegmachine
zoeken, want dat de koning er op wacht
te. Knechts werden geroepen, onder
vraagd en gedreigd, maar zij, die er iets
van wisten, verklaarden eenstemmig,
dat de sleutel op de deur was gelaten,
terwijl zij, die niets wisten, hetzelfde
beweerden. Tenslotte was Mendoza
overtuigd genoeg moeite te hebben ge
daan en hij ging met een blik van wan
hoop heen.
Hij liep nu met een vluggen pas, want hij
wist dat hij nu naar zijn vijand ging. Hij
trachtte er niet aan te denken, wat hij zou
doen, als hij Don Jan op armslengte voor
zich zou hebben, doch door 's Konings te
genwoordigheid gevrijwaard voor plotse
ling geweld. In zijn binnenste voelde hij het
wilde besluit opkomen om hem in tegen
woordigheid van zijn meester de waarheid
te zeggen, met een degenstoot bloedwraak te
nemen en daarna zichzelf te dooden, maar al
was hij half krankzinnig van wanhoop, toch
liet hij deze gedachte geen besluit worden.
Maar in zijn soldatenhaat domineerde boven
recht en onrecht of elke andere ingeving van
zijn hart de eerbied en de loyaliteit voor zijn
souverein, wanneer het, tegen welken prijs
ook, zijn plicht jegens dezen gold.
HOOFDSTUK II.
Toen de koning Mendoza had weggezon-
den, ging hij in de kamer heen en weer loo-
pen, terwijl Don Jan naar hem keek en
wachtte tot hij iets zou zeggen. Klaarblij
kelijk was hij nog boos, want hoewel zijn
toorn soms plotseling werd gewekt, duurde
het heel lane voordat die ziin iwwtemmi
had bereikt, om daarna nog langzamer te
verdwijnen. Was zijn boosheid tenslotte ge
weken, dan liet zij in den regel toch nog een
blijvende haat achter, die alleen tot zwijgen
kon worden gebracht door finale vernieti
ging van hem, die dien haat had teweeg ge
bracht. Die blijvende haat was misschien
nog gevaarlijker dan de eerste uitbarsting
er van, maar in oogenblikken van woedende
hartstocht was Philips toch ongetwijfeld
een gevaarlijk wezen.
Blijkbaar was hij niet geneigd tot spreken
zoolang hij nog niet zeker was dat iemand
in de aangrenzende kamer luisterde, maar
als hij van tijd tot tijd naar Don Jan keek
werden zijn stille oogen bijna geel van
kleur, en bewoog ziin onderlip zich onrustig.
Misschien begreep hij dat Mendoza niet on
middellijk deu man kon vinden, die den sleu
tel in bewaring had, en snel werd zijn opko
mend boos humeur hem de baas Don Jan
ging instinctmatig rechtop staan, zooals
iemand doet, die verwacht te worden aange
vallen. Hij stond dicht bij de tafel en bleef
daar gedurende de discussie, die volgde bii
na onbeweeglijk staan, terwijl Philips heen
en weer liep, soms een oogenblik voor zijn
broeder bleef stilstaan, om dan weer zijn
wandeling te hervatten. Steeds was zijn stem
gi.dempt en onaageaam; nu en dan werd
zij schor en onduidelijk van woede; dan
schraapte hij zijn keel, alsof hij daarop ook
al boos was Aanvankelijk nam hij de uiter
lijke vormen, zij het ook slechts met woorden
in acht, maar lang voordat zijn toorn het
hoogtepunt had bereikt, liet hij ook die
varen.
uasju&latlk