Alkmaarsche Cwrast In bet paleis van den koning Stad en Omgeving. {Radionieuws {Rechtszaken EEN GEFINGEERDE INBRAAK. feuilleton Intierf t9 m öeröfffe Jttrgog. DONDERDAG 28 SEPTEMBER N». 339 1933 J Vrijdag 29 September. Hilversum, 1875 M. (8.—12.— 4.-8 en 11.—12 VARA, de AVRO van 12— 4 en de VPRO van 8—11— uur). 8— Gramofoonplaten. 10— VPRO-morgenwij- ding. 10.15 Declamatie J. van Oogen. 10.30 Orgelspel Cor Steyn. 11 P. J. Kers: Onze keuken. 12.Ensemble Rentmeester en gra mofoonplaten. 2.15 Gramofoonpl. 2.30 Cau serie over bloembollen door G. P. Bronk- horst. 3.Gramofoonplaten. 4.Zender wisseling. 4.15 Orgelspel Joh. Jong. 4.50 Voor de kinderen. 5.30 VARA-orkest o.l.v. H. de Groot. 6.40 Prof. Dr. J. Tinbergen: Vooruitzichten ten aanzieq van de economi sche crisis. 7.SOS-berichten. 7.02 VARA- orkest o.l.v. H. de Groot. 8.Causerie door Dr. W. Banning. 8.30 Concert door het Haydn-kwartet. 9.Causerie ds. E. D. Spel berg. 9.30 Vervolg concert. 10.Vrijz. Godsd. Persbureau en Vaz Dias. 10.15 Cau serie C. Höweler. 10.45 Gramofoonplaten 11.— Orgelspel C. Steyn. 11.30—12— Gra- mofoonmuziek. Huizen, 296 M. (Algemeen programma te verzorgen door de NCRV). 8.— Schriftle zing en meditatie. 8.15—9.30 Gramofoonpl.. 10.30 Morgendienst o.l.v. Ds. S. IJbema. 11.Zang door H. Borkent, tenor. Aan den vleugel: C. Veelo. 12.15 Gramofoonpl. 12.30 'Ensemble v. d. Horst. 2.30 Chr. Lectuur. 3.Orgelconcert L. Blaauw. 4— Het Hol- landsch Harpkwartet. 6.Gramofoonpl. 6-3Ö Causerie A. J. Herwig 7.15 Ned. Chr. Persbureau. 7.30 Literair halfuur door Dr. J Haantjes. 8.Concert door Jan Zwart, orgel en de Kon. Mannenzangver. „Apollo" o.l v. F- J. Roeske. 9—9.30 Declamatie door mej. J. van Aken, ca. 10.— Vaz Dias. 1030 —11.30 Gramofoonmuziek. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 10.50 Tijdsein, berichten. 11.0511.20 Le zing 12.20 Orgelconcert O. H. Peasgood 12 50 BBC-Dansorkest o.l.v. H. Hall. 1.35 Northern Studio-orkest o.l.v. Bridge. 2.20 Voor de scholen. 3.20 Muzikale causerie 3.55 Voordracht. 4 10 Gramofoonpl. 4.50 E. Colombo's orkest. 5 35 Kinderuur. 6.20 Ber 6.50 Radio-koor o.l.v. S. Robinson. 7.10, 7.30 en 7.50 Lezingen. 8.20 BBC-Symphonie- orkèst m. m. v koor en solisten o.l.v Sir Henry Wood, o.a. Beethoven's Negende sym- phonie). 10.— Ber., voordracht. 10.25 Dans muziek (gramofoonpl.). 10.50—12.20 Harry Rov en zijn Band. Parijs „Radio-Paris?', 1724 M. 8.05, 12.50 en 7.40 Gramofoonpl 9.05 Radio-tooneel. 9 50 Gramofoonplaten. Kalundborg, 1153 M. 12.202.20 Concert uit Rest. „Wivex". 2.504.50 L. Preil's orkest. 8.30 Trioconcert. 8 30 „Nathan de Wijze^'. 10.50 Het Venetiaansche Trio m. m. v zangsolist. 11.2012.20 Dansmuziek uit Veilen cia" Langenberg, ±73 M. 6.20, 7.23 en 11.50 Gramofoonplaten. 12.20 Concert m. m. zang- en instrumentale solisten. 150 Sted. orkest Münster o.l.v. Göhre. 5.20 Gramo foonmuziek. 5.50 „Die fröhlichen Fünf". 8.25 „Der Waffenschmied", opera van Lort- zing. Leiding: Seyfert. 11.0511.50 Popu lair concert. Rome, 441 M. 8.50 „La Somnambula", opera van Bellini. Dirigent: Russo. Brussel, 338 en 508 M. 338 M.: 12.20 Het Primas Sylvia-orkest. 1.30 Dito. 5.20 Om roeporkest o.l.v. Walpot. 6.20 Gramofoonpl 6.50 Kamermuziek. ó.20 Symphonieconcert o.l.v. Meulemans. 9.20 „Reinaert de Vos" met muziek van Douliez. 10.0510 20 Gra mofoonplaten. 508 M.: 12.20 Gramofoonpl. 5.20 Symphonieconcert o.l.v. Meulemans. 6.35 Gramofoonplaten. 6.50 Piano-recital. 7.05 Gramofoonpl. 8.20 Omroeporkest o.l.v Walpot 9.20—10.20 Symphonieconcert o.l.v- Arthur Meulemans. Zeesen, 1635 M. (Deutschlandsender) 8 20 Concert uit München o.l.v. Kloss. 8.50 ,.Der ewige Bauer", hoorspel van J. M. Bauer. 10.20 en 11.05 Berichten. 11.20— 12.50 Populair concert o.l.v. Kley. GEMEENTELITKE RADIO DISTRIBUTIE. Vrijdag 29 September. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Daventry 10 3524. Liin 4: Brussel II 12.2024. VERGADERING FEDERATIE FABR1EKS-ARBEIDERS. In de „Harmonie". Oorspronkelijk was deze vergadering door de federatie van fabrieksarbeiders uitgeschre ven als een debat-vergadering, waar als sprekers waren uitgenoodigd de heeren C. Dekker, voorzitter der federatie en C. H. van Velsen, hoofdbestuurder der Ned. Ver. v. fa brieksarbeiders, inzake de bespreking omtrent het conflict aan de melkfabriek te Hoorn. Over het daar ontstane conflict was verle den week hier ter stede vergaderd door de Ned. vereeniging van fabrieksarbeiders en op deze vergadering was een vertegenwoor diger van de federatie geweigerd. Nu was voor debat uitgenoodigd de heer C H. van Velzen, die echter op de gister avond gehouden vergadering in de Harmonie niet aanwezig was. Na een kort inleidend woord werd aan den heer Dekker het woord gegeven, om zijn standpunt uit naam van de federatie uiteen te zetten. In een tijd als waarin wij arbeiders, natio naal zoowel als internationaal, thans leven, aldus begon spr. zijn betoog, is het bedenke lijk, wanneer we, met het gevaarlijke fascis me vlak voor de deur, nog moeten gaan pre diken om samenwerking. Dat wordt des te bedenkelijker als we denken aan het jaar 1914, toen, evenals nu, de leuze was: „De na tionale gedachte moet de onderlinge geschil len opheffen". Destijds verwachtten we dan ook, dat de arbeiders hierdoor zouden ont komen aan de loonslavernij. Hoe dat toen af- geloopen is, daar behoeven we thans niet over te spreken. Meer dan ooit, voelen we in dezen tijd de gedachte: Samen één front tegen den nade renden ondergang, tegen alles wat fascisme is en wat zich fascisme noemt. Dagelijks roe pen we de arbeiders toe: „Blijf toch niet streng gescheiden, zie je dan niet, dat het beetje vrijheid, dat we na jaren van strijd veroverd hebben, met voeten overtreden wordt? Maar, kameraden, onze stem is als een roe pende in de woestijn. Pas is in den Helder de vlag van het mari negebouw gehaald, pas zijn onze kleurige vaandels in de optochten verboden en straks, ja straks wie weet wat er boven ons hoofd hangt? Maar ondanks dat alles, on danks de moreele nederlaag, voelen we ons sterk, omdat we te allen tijde kunnen zeggen: „De federatie deed haar plicht". En als dat vast staat, dan is het een misdaad, om het beetje samenwerking, dat tenslotte noodig is, om te behouden, wat we hebben, ja, om te veroveren, wat we nog niet hebben, om dat beetje samenwerking te saboteeren, alleen, omdat de een of de ander „zou kunnen verlie zen". Het is onze bedoeling niet, om er op deze vergadering zoo'n beetje omheen te praten We zijn hier gekomen, om de kern van de zaak te bespreken. De kwestie is: Dat de arbeiders aan de melkfabriek te Hoorn den tijd gekomen acht ten, om over de grieven aan deze fabriek eens grondig te spreken. En op een daartoe beleg de vergadering was ook onze federatie aan wezig. Maar nog vóór er tot een bespreking werd overgegaan, kwam het bestuur van de Ned. vereeniging van fabriekarbeiders naar ons toe met de mededeeling: „of we maar weer wilden vertrekken". We vroegen: „Wat is er dan?" Enfin, kameraden, van het een kwam het ander, er vielen een paar harde woorden en toen hadden we 't heelemaal ge daan. Wendt u, wanneer u dat niet gelooft, tot de Ned. vereeniging om na te gaan of de feiten niet geheel overeenstemmen met de waarheid. En vrienden, thans zou ik in het openbaar m'n woorden terug willen nemen, indien zij dan bereid waren met ons samen te werken Die weigering echter, om niet met ons sa men ten strijde te trekken, dateert al vanaf het oogenblik, dat de federatie werd opge richt. Telkens en telkens, bij een conflict waar we ons mee bemoeiden zijn we ter dood verklaard Maar wij zeggen, evenals Dumas destijds zei: Henri de la Gardère leeft nog; de fede ratie leeft ook nog. Laten we een oogenblik echter terug gaan tot 1924. Toen was er een loongeschil in de Zaan streek, aan de groote meelfabriek, waar 300 arbeiders werkten. De arbeiders zeiden, toen de fabriek goed rendeerde: „Wij willen onze 2, die we destijds kregen bij een loonsver laging, terug hebben. Om steun kwamen ze toen bij de federatie, met de mededeeling: We staken in Wormerveer. £en liefdesgeschiedenis uit het oude Madrid door F. Marion Crawford. "Naar het Engelsch door .W, H, C. B,( 88> Van dat oogenblik af maakte zich de wanhoop van den ongelukkigen man meester. Ware de koning niet bij Don Jan geweest, dan zou Mendoza onmid dellijk teruggekeerd zijn om zijn vijand te dooden en daarna, zoo noodig, zich zelf. Ongetwijfeld was dat de kamer, waar Dolores verborgen was geweest en waaruit zij op de eene of andere wijze w: ontsnapt. Toen herinnerde hij zich zijn boodschap, maar was te versuft om aaneengeschakeld te kunnen denken aan 's konings bevel moest echter dade lijk worden voldaan. Met groote moeite ging hij rechtop staan, want hij voelde Plotseling den last van zijn jaren zwaar °P hem drukken. Hij eischte bloedige satisfactie en hoe eer hij den sleutel had, des te spoediger zou hij bij zijn vijand terug zijn. Hij liep nog onvast, alsof hij geen grond onder zijn voeten voelde; maar na een kleine honderd meter her kreeg hij een soort mechanische zelfbe- heersching, zooals wel eens over men- schen komt op oogenblikken van uiter Op een daarvoor gehouden bespreking met de directie werd bepaald, dat bin nen acht dagen de 2 weer terug betaald zou worden. Goed, zeiden wij, onder die voorwaarde gaan we weer aan het werk. Maar wat gebeurde er een paar dagen la ter? De directie stuurde een brief, waarin stond, dat de tijden zoo slecht jwaren en de toestand in de meelfabriek zoo beroerd en dat zij van toezegging inzake de 2 loons- verhooging, afzag. Noch de katholieke, noch de christelijke, noch de Ned. vereeniging durfden de conse quenties te aanvaarden, alleen de federatie zei: „Staken, wij staan achter jullie!" Na 14 dagen staken hadden we onze eischen voor 100 pCt. doorgevoerd en dit was feitelijk het begin van ons succes in de arbeidersbeweging. Langzamerhand komen we echter aan de zoozeer gewenschte samen werking. Door deze houding van ons kwam er leven in de brouwerij. Er kwam een flinke verzetgeest en enthou siast werd door ons besloten om de loonactie over de geheele linie door te voeren. Onze eischen gingen in zee en werden aan de werkgevers verzonden. Hierop volgde alweer een bespreking en de werkgevers moeten toegeven, onze eischen waren niet onbillijk. Maarde toestand was zoo slecht, zoo slecht, dat 't heusch niet ging. Dat geloofden we echter niet. In min der dan geen tijd was ons besluit genomen, 's Middags om 2 uur werd tegen den chef gezegd: Denk erom, om 4 uur stoppen we! Zoo gezegd, zoo ..edaan. 's Av.nds zou er een groote algemeene bespreking werden ge houden Vast stond, dat de federatie achter d- sta king zou staan, want de federatie sta. c.ch- ter iedere staking. Teen kwam er bericht in nen van de chr. organisatie, dat ze er zich niet mee bemoeiden; de r.k. bond liet heele maal niets van zich hooren en de Ned. y-, van fabrieksarbeiders wees een „wilde" sta king niet van de hand, al zeiden ze, dat het kindje wat te vroeg geboren was. Maar desondanks zouden ze het ventje meehelpen doen opgroeien tot een volwassen knaap Welgemoed trokken w» ten striide. rH e- tend, wat er nu weer zou gebeuren. Want wij zijn niet als de S.D.A.P., die eerst het verzet predikt en dan, als de nood aan den man komt, den gangmaker een dolk in den rug steekt. Maar een paar dagen na deze bespreking adviseerde de Ned. vereeniging haar arbei ders, maar weer aan het werk te gaan, om dat ze inzag, dat de fabriek er inderdaad slecht voor stond. We stonden voor een over macht, hielden moedig vol, maar na 9 weken was de staking verloren en ging men weer aan 't werk onder de oude voorwaarden. Zoo noemde spr. nog enkele conflicten op en vervolgde: „In alle ernst, vrienden, we willen altijd zijn de revolutionnairen, we snoeren onzen mond niet. nu is er nog vrij heid, nu kan het nog. Wij, als opstandigen, geloovèn niet in een samenwerking van werk gevers en werknemers. We zijn ervan over tuigd, dat, wanneer dat gebeurt, de oude, el lendige toestand weerkeert. (Applaus.) Hierna was gelegenheid tot debat, waar van echter niemarid gebruik maakte en werd de vergadering met een opwekking tot daad werkelijk ontreden omsloten. ste wanhoop, oogenblikken waarop men zijn gedachten niet mag permitteeren stil te staan, oogenblikken, waarop men niet mag denken aan hetgeen voor den boeg staat. Het waren meer beelden dan gedachten, die in zijn brein opkwamen want hij zag alle vervlogen jaren weer terug, vanaf den dag dat zijn jonge vrouw was gestorven en waarop hij zelf den middelbaren leeftijd had bereikt Eén voor één kwamen de jaren terug en van °lk vormde het blonde meisje het miduelpunt, het kind, dat allengs tot vrouw zou opgroeien. Hij hoorde weer het kinderstemmetje, voelde kleine handjes zijn voorhoofd streelen, hij zag de ernstige, grijze oogjes heel dicht bij de zijne. En toen zag hij weer het kindje voor zich, wiens klaterende, lieve lach altijd door de kamer klonk, als hij er was daarna de aanminnige liefelijkheid van het volwassen meisje, wier trekken het gelaat van de vrouw, die hem het dier baarst op aarde was geweest, uit den dood deden herrijzen, en toen weer hoor de hij de stem, die hem reeds lang ver geten klanken opnieuw deed hooren. Dit alles zag en hoorde en doorvoelde hij opnieuw, thans wetende dat elk beeld zou vervloeien tot dit eene tafereel, dat hij zooeven had gezien en zijn schande beduidde: een schuldige vrouw, die bij avond wegsloop van de deur van haar minnaar. Dit was niet het eenige, want hij kreeg ook de bijna absolute zeker heid, dat zij hem jaren lang had bedro gen, terwijl hij zoo hard gestreden had ARRONDISSEMENTS RECHTBANK TE ALKMAAR. Zitting van Dinsdag 26 Sept. 1933. MEERVOUDIGE STRAFKAMER. LANDELIJKE ZWIJNTJESJAGER. De verdachte, Reinder E., geboren 15 April 1910 te Gieten, arbeider, thans gedetineerd, verscheen op den hem aangewezen zetel ter zake het feit. dat hij op 8 Augustus te Mid woud een tegen 'n damhek staand rijwiel tcebehoorende aan de arbeider H. Couwen hoven uit de Wijzerd, Ihad weggepakt en wederrechtelijk zich had toegeëigend. Dat hij het rijwel had weggenomen, kon 'hij moeilijk loochenen, doch de toeëigening ontkende hij en voerde als bewijs aan, dat hij het rijwiel aan het politiebureau te Pur- merend had terug bezorgd. Overigens was de veruachte juist geen toonbeeld van braaf heid en had hij zijn debuut al gemaakt als landlooper en dief De officier wierp 'n ander licht op hel be zorgen van de fiets op het politiebureau. Ver dachte had zich daar namelijk ten einde raad zelf aangegeven als rijwieldief. De officier aühtte dus het excuus van Reinder niet vol doende om hem te disculpeeren en requi reerde 1 jaar gevangenisstraf. Mr. Thomas uit Hoorn, verdediger, ver meende daarentegen dat de wederrechtelijke toeëigening allerminst was bewezen, zooais oleek uit de omstandigheid, dat verdachte zich zelf op het politiebureau had aange meld. Zijn bedoeling was. weei te worden opgezonden naar Veenhu'zen als landlooper en zeer zeker niet om als rijwieldief naar de gevangenis te worden verwezen. Verdediger haalde nog aan een analoog geval uit de Jurisprudentie en concludeerde derhalve vrij spraak, subsidiair ontslag van rechtsvervol- ging. Voorts verzocht pleiter voor verdachte on middellijke invrijheidstelling. De officier pliceerde en verzette zich tegen de invrij heidstelling, die ten slotte werd afgewezen. EEN HELDERSCHE BLAUWBAARD. Een Heldersche ingezetene, genaamd Wil helmus Jac. W. te Helder, aan wien een zeer ernstig misdrijf werd ten laste gelegd, was niet in persoon verschenen en ook zijn ge achte verdediger ontbrak op het appèl. Hem werd dan aangewreven dat hij op 28 Mei zijn gelietde, Juliana Homburg, had getracht van het leven te berooven door haar keel met zijn vingers te omklemmen, teneinde haar te wor gen. Het jonge meisje, dat zich alstoen be vond ten huize van den heer J. Visser, werd gelukkig tijdig ontzet door de echtgenoote van den heer Visser, mej. Beke Oltmans. Het meisje zag reeds blauw, was al erg benauwd en op het punt haar bewust zijn te verliezen. De lieve vrijer had haar te voren al gedreigd met een mes en zeide thans, toen hij het meisje verliet veelbeteekenend Binnen een week ben je d'r geweest! Bedoelde galant was bij de fam. Visser in den kost geweest, terwijl het meisje aldaar dienst deed als dagmeisje. Het kwam tot een verloving, doch kennelijk was mej. Homburg niet volmaakt gelukkig met haar aanbidder, wat bij hem vermoedelijk kwaad bloed zette Toen op den bewusten dag mej. Visser de kamer binnentrad, lag het meisje achterover op de tafel en hield verdachte haar keel om klemd. Mej. Visser verklaarde nog dat het jonge mensch overigens nogal royaal was en haar vele cadeaux gaf. De officie, achtte de poging tot doodslag bewezen en vorderde 8 maand n gevangenis straf. DE' VERWISSELDE NAAIMACHINE De 53-jarige, reeds tamelijk vergrijsde opti cien en naaimachinehandelaar Nicolaas Sch. te Wervershoof had in het najaar van 1932 ter reparatie ontvangen van juffrouw Neeltje Degeling, de weduwe van H. Brand- sen aldaar een naaimachine, welke machine de heer S. zond naar den naaimachinefabrikant Maschmeijer te Amsterdam. Het scheen even wel mej. Brandsen wel wat te lang te duren en om haar tevreden te stellen, gaf de heer S. haar tijdelijk 'n machine van zijn echtge noote in bruikleen. Aan den vrachtrijder Dol had de heer S. voorts opdracht gegeven, de machine na ontvangst maai dii eet naar de weduwe Brandsen te brengen Het scheen echter met die naaimachinegeschiede nis niet heelemaal in den haak te zijn, aangezien thrns de commissionair terecht stond ter zake verduistering van wed. Brand- sen's naaimachine, waarbij hij verdedigd werd door mr. Wijnhaus uit Hoorn welke raadsman een tweetal getuigen a décharge, de vrachtrijder Dol en de echtgenoote van verdachte als getuige a décharge voorbracht. In verband met deze zaak legde de eige nares der naaimachine, de 82-jarige weduwe Brandsen, haar verklaringen af en typeerde haar machine als lichtbruin van kleur. Een machine met kast werd thans binnengesleept door een griffieklerk, doch volgens getuige was dit niet de machine, die door haar ter reparatie was afgegeven. Zij erkende tijdelijk een naaimachine ten gebruike te hebben ge kregen. Later ontving zij nog weer een an dere machine, die evenmin aan haar toebe hoorde, zooals direct bij ontvangst door haar werd waargenomen. Haar machine was veel mooier, verklaarde de oude vrouw, die nog zeer kras en rap van tong was. Daar zaten rooie bloemetjes op aan den voorkant. De geleende naaimachine had verdachte zelf terug gehaald. Volgens ver dachte was de aanwezige naaimachine de zelfde als de vrachtrijder Nieuwboer had te ruggebracht Mr. Smal. alsnog in dit proces optredende en zich namens zijn cliënte, mej. wed. Brand sen, civiele partij stellende, diende een eisen in tot schadevergoeding ten bedrage van 60. Verdachte kon zich daarmede niet ver eenigen en beweerde dat mej. wed. Brandsen nog geen f 10 schade had geleden, welk be drag hij later nog reduceerde tot nihil. De president noemde het bedrag van 60 voor een oude machine belachelijk, waarop mr. Smal het bedrag verminderde tot 50. Een vroegere buurvrouw van de wed. Brandsen beschreef de naaimachine als licht om haar te behoeden voor hetgeen hem slechts een schijnhuwelijk had toege schenen. Hij voelde dat zij reeds voor goed voor hem verloren was, dat zij zelf haar ondergang bewerkstelligd had en er geen hoop op eerherstel bestond. Het was te veel voor hem, en hoewel hij rechtop liep en recht voor zich uit keek, wist hij niet waar hij liep, zoodat hij tenslotte voor zijn eigen deur stond inplaats aan 's konings bevel gevolg te hebben gegeven. Eerst toen hij zijn hand naar den klopper had opgeheven, kwam hij tot het besef waar hij was, en toen liet hij zijn arm hulpeloos en hopeloos zakken. Daarop maakte hij als een sol daat op een parade stram rechtsomkeert en keerde met een regelmatigen pas op zijn schreden terug. Voor niets ter we reld zou hij zijn woning zijn binnenge gaan, want hij was er van overtuigd, dat zijn dochter daar vóór hem was aange komen, en dat, als hij van aangezicht tot aangezicht vóór haar stond, hij zeker zijn hand tegen haar zou opheffen. HL wilde haar op aarde niet meer terugzien, uit vrees dat hij haar het leven zou be nemen wegens hetgeen zij misdreven had. Toen kreeg hij zich weer in bedwang en begaf zich naar den oppersleutelbe- w aarder, wien hij namens den koning om den bewusten sleutel vroeg, maar die werd niet gevonden, wat hem in zijn overtuiging versterkte dat Don Jan dien zelf had. Maar voor den vorm bleef aandringen er nog eens goed naar hij te bruin met bloemetjes en ontkende dat de aanwezige machine dezelfde was Verdachte beweerde, dat dit wel de ma chine was! Mej. J GrootBrandsen. dochter van de oude weduwe, wonende te Spierdijk, her kende evenmin de aanwezige mach mé als moeders eigendom Moeders machine was veel zwaarder, 'n pracht van een machine, zei ze met stemverheffing. De vrachtrijder Nieuwboer had de origi- neele naaimachine gehaald bij de wed. Brandsen en gebracht bij verdachte. Later had hij de thans aanwezige machine in opdracht van den gemeente-veldwachter naar het gerechtsgebouw te Alkmaar overgebracht. De 51-iarige heer A Maschmeijer. koop man te Amsterdam en wonende te Bergen, had in zijn zaak op 3 of 4 Augustus ter repa ratie ontvangen van verdachte een Anker naaimachine Deze expert schatte de waarde van een oude machine met een dergelijk systeem op 15 en betoogde voorts, dat een mogelijke verwisseling der machines den ver dachte geen voordeel had kunnen brengen. Hij achtte voorts verdachte credietwaardig. Hierop werden gehoord de getuigen décharge, de vrachtrijder T Dol en mej. S., echtgenoote van verdachte. De heer Dol ont kende dat tijdens het vervoer een verwisse ling der machines had plaats gevonden. Mej. Sch. had de machine boven gezet en had haar eigen machine aan de wed. Brandsen in bruikleen gegeven. De officier liet het naaimachine-drama nog eens kortelings de revue passeeren. Oorspron kelijk had hij de zaak geseponeerd en later op aandringen van den zoon der weduwe alsnog doorgezet. Thans echter was de of ficier nóg niet wijzer geworden en waar hier alle positieve aanwijzingen ontbraken, vermeende de officier niet anders te kunnen doen dan vrijspraak te requireeren in dit raadselachtig proces. Bovendien had de officier nog een brief ontvangen van den burgemeester van Wer- veishoof. die den verdachte beschouwde als 18 karaats so'iede Mr. Wijnhaus dankte "oor de keurige be handeling van de zaak en refereerde zich na de feiten nog eens te hebben nagegaan aan het requisitoir >n de hoop dat verdachte, een zeer respectabel burger, volkomen zou wor den gerehabiliteerd. Direct vrijspraak doende werd verdachte onmiddellijk vrijgesproken MiDDAGZITTING. De 51-jarige hee Corn. N geboren te Nij megen en wonende te Heiloo. voorheen ad ministrateur van het Gem Electriciteitsbedrijf aldaar, stond terecht naar aanleiding van het feit, dat hij omtrent 30 Januar 1933 een be drag van 4439 14 of 4426.65 of 3542.50, allhans een bedrag van 3000 aan bankpa pier. dat hij in zijn bediemng onder zich had, had verduisterd door het in een kolenhok on der een brandstoffenkist te verbergen, waar op hij bij de politie aangifte deed, dat «.en bedrag van f 4439. 14 hem zou zijn ont stolen. Voorts dat hij een bedrag van f 250 aan bankoapier dat hij eveneens als ambtenaar onder zich had. verpakt in een enveloppe, op de openbare weg 1 ad geworpen, met het doel de aanwezigheid van dat geld te verhei melijken. Ten slotte dat hij bij den majoor der rijks- veldwacht H Steen valschelijk aangifte had gedaan van bovengemelden diefstal Deze fantast, die thans op vrije voeten en aan wezig was, was omstreeks 1 jaar in dienst der gemeente Heiloo en genoot een jaarwedde van f 1800. Als getuige a charge werden gehoord jhr. N. v. Foreest burgemeester, majoor H. Steen en de heer S. N. A. Borst, arbeider, allen te Heiloo. Verdachte werd jundisch bijgestaan door mr. Prins te Alkmaar. Verdachte beweerde niet in den knel te hebben gezeten, maar dat zijn vrouw hem had medegedeeld dat hij sinls 3 jaar werd be drogen door zijn schoonzoon. Voorts ver klaarde hij zijn vrouw te hebben willen dood schieten en dat hij in zijn overspanning niet precies meer wist wat hij had gedaan. Vast stond echter dat htj een verzekering had gesloten tegen inbraak en de president hem sterk verdacht hiervan door middel van een geënsceneerde inbraak gbruik te hebben willen maken te zijnen voordeele. Verdachte ontkende dit en beweerde dat een neef van zijn schoonzoon had ontvangen een valsche cheque, waarmede een auto zou zijn betaald. Vervolgens deed hij een ver haal van oplichting, dat voor ons vrijwel on begrijpelijk was. Hij had het over een ver kwistend jongmensch, dat per vliegmachine zoeken, want dat de koning er op wacht te. Knechts werden geroepen, onder vraagd en gedreigd, maar zij, die er iets van wisten, verklaarden eenstemmig, dat de sleutel op de deur was gelaten, terwijl zij, die niets wisten, hetzelfde beweerden. Tenslotte was Mendoza overtuigd genoeg moeite te hebben ge daan en hij ging met een blik van wan hoop heen. Hij liep nu met een vluggen pas, want hij wist dat hij nu naar zijn vijand ging. Hij trachtte er niet aan te denken, wat hij zou doen, als hij Don Jan op armslengte voor zich zou hebben, doch door 's Konings te genwoordigheid gevrijwaard voor plotse ling geweld. In zijn binnenste voelde hij het wilde besluit opkomen om hem in tegen woordigheid van zijn meester de waarheid te zeggen, met een degenstoot bloedwraak te nemen en daarna zichzelf te dooden, maar al was hij half krankzinnig van wanhoop, toch liet hij deze gedachte geen besluit worden. Maar in zijn soldatenhaat domineerde boven recht en onrecht of elke andere ingeving van zijn hart de eerbied en de loyaliteit voor zijn souverein, wanneer het, tegen welken prijs ook, zijn plicht jegens dezen gold. HOOFDSTUK II. Toen de koning Mendoza had weggezon- den, ging hij in de kamer heen en weer loo- pen, terwijl Don Jan naar hem keek en wachtte tot hij iets zou zeggen. Klaarblij kelijk was hij nog boos, want hoewel zijn toorn soms plotseling werd gewekt, duurde het heel lane voordat die ziin iwwtemmi had bereikt, om daarna nog langzamer te verdwijnen. Was zijn boosheid tenslotte ge weken, dan liet zij in den regel toch nog een blijvende haat achter, die alleen tot zwijgen kon worden gebracht door finale vernieti ging van hem, die dien haat had teweeg ge bracht. Die blijvende haat was misschien nog gevaarlijker dan de eerste uitbarsting er van, maar in oogenblikken van woedende hartstocht was Philips toch ongetwijfeld een gevaarlijk wezen. Blijkbaar was hij niet geneigd tot spreken zoolang hij nog niet zeker was dat iemand in de aangrenzende kamer luisterde, maar als hij van tijd tot tijd naar Don Jan keek werden zijn stille oogen bijna geel van kleur, en bewoog ziin onderlip zich onrustig. Misschien begreep hij dat Mendoza niet on middellijk deu man kon vinden, die den sleu tel in bewaring had, en snel werd zijn opko mend boos humeur hem de baas Don Jan ging instinctmatig rechtop staan, zooals iemand doet, die verwacht te worden aange vallen. Hij stond dicht bij de tafel en bleef daar gedurende de discussie, die volgde bii na onbeweeglijk staan, terwijl Philips heen en weer liep, soms een oogenblik voor zijn broeder bleef stilstaan, om dan weer zijn wandeling te hervatten. Steeds was zijn stem gi.dempt en onaageaam; nu en dan werd zij schor en onduidelijk van woede; dan schraapte hij zijn keel, alsof hij daarop ook al boos was Aanvankelijk nam hij de uiter lijke vormen, zij het ook slechts met woorden in acht, maar lang voordat zijn toorn het hoogtepunt had bereikt, liet hij ook die varen. uasju&latlk

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 5