DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
2kqetiiksch OMcaicht
Het v. d. Lubbe-proces te Berlijn
De Duitsche verkiezingsstrijd begonnen
Hit het JUulement
No. 252
Woensdag 25 October 1933
135e Jaargang
„Ih zeil zal nooit iets onderteekenen, waar
van ik niet beslist weet, dat ih het zal hunnen
nakomen"» Aldus Htiler,
Hi'lerJs radiorede
in het Sportpalast.
Wat vandaag de
aandacht trekt
De secretaresse der communistische Rijks
dagfractie verklaart, dat Torgler, Konen
en zij uiterlijk om 8.35 den Rijksdag
verlaten hebben.
Het nog steeds wezenlooze
stumpertje I
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
iranc«- door het gebeele Rijk 2 50.
Losse nnmmers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regei meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Den Haag, 24 Oct. 1933.
Behoudens onvoorziene omstandigheden is
heden de Tweede Kamer uiteengegaan tot 7
November om zich dan voor een reeks van
dagen te verdiepen in de Rijksbegrooting.
Heden heeft zij afgedaan, wat er gereed voor
de hand lag en zij heeft er zich met grooter
voortvarendheid door gewerkt dan zelfs in
gewijden konden vermoeden.:
Nadat eenige kleine wetsontwerpen en con
clusies waren aangenomen diende de heer
Albarda (s.d.a.p.) het verzoek in de Re
geering te mogen interpelleeren naar aanlei
ding van het verbod aan ambtenaren om deel
te nemen aan eenige openbare actie tegen het
beleid der Regeering Over deze aanvrage
zal in de volgende vergadering, dus op 7
November, worden beslist.
Het eerste onderwerp van beteekenis, dat
ter tafel kwam, was de wijziging van de Cri-
sis-invoerwet. Het wetsontwerp is goedge
keurd, evenwel niet zonder strijd, waarbij mi
nister Verschuur een vermoedelijk niet door
hem verwachte nederlaag leed. Wat men niet
had kunnen afleiden uit het vers'ag van de
Kamercommissie, die met den Minister de
openbare behandeling schriftelijk had voor
bereid, was de oppositie in het bijzonder ge
richt tegen de regeling, dat de Regeering
van eèn contingenteeringsbesluit enkel ken
nis behoefde te geven aan de Staten Gene
raal, terwijl tot nog toe de regel heeft gegol
den, dat achteraf aan de Staten Generaal de
goedkeuring moest worden gevraagd in den
vorm van een bij de Tweede Kamer in te
dienen wetsontwerp.
De Voorzitter van de commissie van over
leg, de heer Schouten (a.r.) 'kwam
krachtig tegen het artikel 3 op. Hij deelde
mede, dat de cvergroote meerderheid van d
commissie ernstig bezwaar had tegen de uit
schakeling van de Kamer uit het ministrieei
beleid bij de contingenteeringen. vooral nu
hef onderwerp niet enkel proportiuneele doch
ook bijzondere contingenteeringen mogelijk
maakt
Ook de heer Van der Wae den
(s d a.p.) verzette zich tegen de nieuwe rege
ling, waarbij de Staten-Generaal niet in de
zaken zullen worden gekend Wanneer men
bevreesd inocht zijn. dat door de handhaving
van het bestaande stelsel te veel tijd zou ver
leren gaan, dan zou men een vaste commis
sie van voorbereiding voor dergelijke ont
werpen kunnen instellen.
Ook de heer Bierema (lib.) betoogde,
dat de medezeggingschap van het Parlement
moest gehandhaafd blijven, en van hetzelfde
gevoelen bleek de heer W ij n k o o p (com
munist) te zijn, evenals de heer L o v i nk
(c. h.).
Daartegenover schaarde de heer Korten
horst zich aan de zijde van den Minister,
evenals de heer Vervoorn (plattel.)
Minister Verschuur heeft te
gen over de oppositie uiteengezet, dat nu aan
de Regeering meer vrijheid zal worden ge
geven op het punt van contingenteering, het
onmogelijk zal zijn de Kamer ten volle in de
zaken te kennen Het contingenteeren zal een
soort van ruilhandel kunnen worden, waarbij
het onmogelijk za' zijn alles open en bloot
voor de Kamer te leggen. Men komt daar
door in een andere sfeer en dat kan niet al
tijd in het openbaar worden besproken. Blijft
de toestand, gelijk hij was, dan zal een wets
ontwerp tot goedkeuring van een contingen
teering aanleiding geven tot een soort van
schijnprocedure. De Minister verklaarde zicli
bereid tegenover een commissie uit de Kamer
alle kaarten op tafel te leggen, maar tegen
over de plenaire Kamer gaat dat nu eenmaal
niei.
Bij de hierop volgende replieken hebben
enkele sprekers hun opvatting gehandhaafd,
minister Verschuur ook, maar hij
meende toch goed te doen, te verzekeren, dat
wanneer de meerderheid van de Kamer het
niet met hem eens mocht zijn en het nieuwe
art. 3 mocht verwerpen, hij zijn voorstel niet
zou terugnemen, doch enkel het werk wat
bemoeielijkt zou worden en de behandeling
van een contingenteeringsmaatregel in den
vorm van een wetsvoorstel niet veel meer dan
een schijn vertooning zou zijn. Maar de meer
derheid der Kamer bleek het ongewenscht te
achten, dat het Parlement in een dergelijke
zaak werd uitgeschakeld en verwierp met 50
tegen 29 stemmen het voorgedragen art 3.
Het wetsvoorstel is daarop zonder stemming
goedgekeurd.
Het nieuwe handelsverdrag met Duitsch-
land, op 27 April 1933 te Berlijn gesloten,
vervolgens aan de orde, is hierna in een
handomdraaien door de Kamer zonder stem
ming aanvaard. De heer Vliegen (s.d.a.
P verklaarde, hoewel niet veel vertrouwen
in Duitschland hebbend, zich niet tegen het
tractaat te zullen verklaren. Hij achtte het
daarvoor niet belangrijk genoeg. De heer
Kortenhorst (r.k.) heeft even gerept
van zijn lievelingsdenkbeeld van actieve han
delspolitiek, de heeren L o v i n k (c.h.) en
Drop (s.d.a.p.) deden een paar vragen, de
laatste omtrent onzen haringimport, m i-
nister Vershuur antwoordde korte-
'ijk, waarbij hij den heer Drop mededeelde,
dat in zake den haringimport nog wordt on
derhandeld en zonder stemming ging daar
op het voorstel er door.
De Kamer was daarmede zoo spoedig door
haar werk heen, dat de Voorzitter voor
stelde nu ook maar het wetsontwerp betref
fende de opheffing van een paar rechtbanken
en eenige kantongerechten af te handelen.
Hij had wel aan mevrouw Bakker-Nort be
loofd, die zaak pas morgen aan de orde te
stellen, maar met haar goedvinden kwam hij
op die belofte terug en dit werd goedgevon
den.
De rij der spreker werd geopend door den
heer Boon (lib.), die verklaarde nu niet
zulke ernstige bezwaren tegen het voorstel
te hebben, omdat nu slechts twee rechtban
ken (Tiel en Winschoten) zullen sneuvelen.
Intusschen drong hij er bij den minister op
aan westelijk Staats-Vlaanderen niet zonder
een behoorlijk kantongerecht te laten.
Mevrouw B a k k e rN o r t (v. d.) klaagde
in een uitvoerige rede er over, dat belang
hebbenden hun bezwaren niet hadden kunnen
doen hooren, omdat daarvoor de tijd te kort
was. Zij deed een goed woord voor Win
schoten, terwijl zij tevens de opheffing van
kantongerechten betreurde. Maar met het
oog op de tijdsomstandigheden zou zij over
de bezwaren heenstappen.
Mej. mr. K a t z (c. h.) zette breedvoerig
uiteen al het goed. dat zij in het voorstel had
gevonden. Zij bleef echter de opheffing van
de rechtbank te Winschoten betreuren. Ook
drong zij aan op uitbreiding van de compe
tentie des kantonrechters.
De heer S m e e n k (a. r.) beweerde, dat
het voorstel zijn partij nog niet ver genoeg
ging. De minister beloofde in zijn nota, dat
hij voorloopig van verdere maatregelen zal
afzien. Maar zal dat „voorloopig" niet van
langen duur zijn?
De heer E b e 1 s (v. d.) brak een lans voor
Winschoten, de heer Vervoorn (plattel)
en Van Dis (st. ger. p.) bepleitten op de
bekende gronden de belangen van het platte
land, de heer Z ij 1 s t r a (a. r.) betoogde, dat
de minister beter bad gedaan met de oude
wet weer aan de orde te stellen.
Minister Van S c h a i k heeft daartegen
over uiteengezet, dat hij met de motie-Boon,
welke de Kamer had aanvaard, moest reke
ning houden. Op de bezwaren van het platte
land ging hij nu niet in, maar inzake Win
schoten gaf hij enkele cijfers ten betooge, dat
de rechtbank aldaar werkelijk wel kan wor
den opgeheven. Terwijl de minister een vol
ledig reorganisatieplan in het vooruitzicht
stelde, wees hij er op. dat door aanneming
van dit ontwerp in ieder geval reeds onmid
dellijk 200.000 wordt bespaard.
Nadat de heer T e u 1 i n g s (r. k.) een
amendement ingediend had om het kanton
gerecht te Waalwijk te handhaven, doch dit
na bestrijding door den Minister weer
had ingetrokken, is het wetsvoorstel goedge
keurd met enkel de heeren Van Dis (st.
ger. p.) en Vervoorn (plattel.) als tegen
stemmers.
De Kamer is daarop uiteengegaan.
wag van de gruwelpropaganda tegen
Duitschland. Geen wereldrevolutie, zoo
sprak hij, is zoo onbloedig verloopen als de
nationale Duitsche revolutie. Hier zijn geen
huizen verwoest, geen guillotines opgericht
Slechts 50 personen hebben in de revolutie
den dood gevonden.
Hitier besloot zijn rede met een „smeek
bede'' tot het Duitsche volk, dat hij, zooals
de kanselier het uitdrukte, nog nooit had ge
smeekt, de politiek der nationale regeering te
steunen bij de a.s. verkiezingen en op de can-
didaten der N.S.D.A.P. te stemmen.
„Ik zelf", zoo besloot hij zijn rede, „zal
nooit iets onderteekenen, waarvan ik niet be
slist weet, dat ik het zal kunnen nakomen.
Het Duitsche volk wil niets anders dan zijn
eer".
Ter inleiomg van den Duitschen verkie
zingsstrijd voor den rijksdag op 2 November
a.s. heeft de rijkskanselier Adolf Hitier gis
teravond in het Sportpalast te Berlijn een
lange redevoering gehouden, die door alle
Duitsche zenders werd uitgezonden.
Hoewel de rede pas om 8 uur zou worden
uitgesproken, begon de groote zaal om half
vier reeds vol te loopen en nog voordat het
vier uur had geslagen, werden de deuren ge
sloten, omdat de zaal stampvol was
Al'een de gereserveerde plaatsen waren nog
vrij.
Ook in de omgeving van het Sportpalast
was het druk en duizenden krioelden hier
door elkaar. Het verkeer moest zelfs worden
verlegd.
Verder waren nog een 60 zalen in de stad*'
gereserveerd, waar gelegenheid geboden
werd, om naar Hitiers rede te luisteren. En
ook al die zalen waren spoedig „uitverkocht",
zoodat met elkaar ongeveer een kwart mil-
üoen Duitschers in de zalen van Berlijn kon
den luisteren naar Hitier.
De straten waren allen feestelijk versierd,
evenals de zalen, waar men tal van transpa
ranten had opgehangen met opschriften als:
„Hitiers strijd is de strijd om den werkelijken
vrede der wereld", „Met Hitier voor een vre
de van eer", „Rechtsgelijkheid", „Het Duit-
sche volk wil den vrede, maar een vrede van
eer en rechtsgelijkheid".
Tegen 7 uur verscheen de kroonprins, in
Stalhelmuniform gekleed, in het Sportpalast.
Hij werd met handgeklap ontvangen. Verder
zag men o.a. vicekanselier von Papen, dr. Ro-
senberg, generaal Litzmann en vele leden
van het diplomatencorps
Even over acht verscheen Hitier, vergezeld
door zijn plaatsvervanger Hess en minister
Göbbels. De leider werd geestdriftig en lang
durig toegejuicht, zoodat dr. Göbbels pas na
10 minuten het openingswoord kon spreken
Nog nimmer, zeide hij, kon de leider op zoo
veel instemming en trouw rekenen als thans.
Dat kwam, doordat voor het eerst na 14
jaar een „deutsches Nein" was gesproken.
Het Duitsche volk, aldus Göbbels, is bereid
met hem den strijd om de Duitsche eer, de
Duitsche rechtsgelijkheid en daarmee voor
een waren en duurzamen vrede in de heele
wereld te aanvaarden. Daarop gaf hij hef
woord aan Hitier.
Hitier spreekt zijn rede uit.
De rijkskanselier begon met een terugblik
op de periode na den oorlog, nadat Duitsch
land in vertrouwen op de 14 punten van
Wilson de wapens had neergelegd.
Natuurlijk, zoo sprak hij, heeft de overwin
naar het recht om over den vrede te beslis
sen, maar het overwonnen land verliest daar
mede niet het recht op zijn eer en mag daar
door niet tot een tweederangsnatie gemaakt
worden.
Onze tegenstanders hebben niet beseft wat
het zou beteekenen, wanneer de overwonnen
natie het slachtoffer van bolsjewisme en
Marxisme en daarmede aan den chaos over
geleverd zou worden. Wat het bolsjewisme is,
dat zien wij aan den honger en de ellende
der millioenen in Rusland, waar de platte
landbevolking in verhouding tot de stad veel
te groot is.
Spreker vergeleek vervolgens de vredes
voorwaarden van 1919 met die van 1870,
zeggende, dat aan de schuld van den oorlog
van 1870 geen twijfel kon bestaan. Frankrijk
heeft destijds zijn oorlogsschatting in drie
jaren kunnen afbetalen. Thans wil men een
volk van 65 millioen aan den wil der anderen
onderwerpen en voor eeuwig in knechtschap
houden. Hitier besprak daarna de in de afge-
loopen veertien jaar gevoerde politiek en
bracht daarbij tevens ae kwestie van den
Poolschen Corridor ter sprake, welke, zoo
zeide hij, door de overwinnaars slechts is
ingesteld'om Polen en Duitschland tot eeuwi
ge vijanden te maken, terwijl men toch ge
makkelijk een andere oplossing had kunnen
vinden, die Polen en Duitschland niet zoover
van elkaar had gebracht.
Hetzelfde stelsel zeide de kanselier te zien
in de financieele politiek der tegenpartijen.
De politici in de afgeloopen veertien jaar
hebben voortdurend nieuwe verplichtingen
onderteekend, waarvan zij wisten, dat zij ze
niet zouden kunnen naleven en waarvan ook
de tegenstanders wisten, dat Duitschland ze
niet zou kunnen vervullen. Dit diende uit
sluitend om na Duitschlands politieke schuld
tot een financieele te hebben gemaakt, het
land te knechten onder den rente-last. Deze
politiek is ook toegepast in de ontwapenings
kwestie.
Hitier betoogde, dat Duitschland zijn ver
plichtingen ingevolge het vredesverdrag in
zake de ontwapening volledig was nageko
men, terwijl de andere landen tot dusver hier
toe niet waren overgegaan.
De geheele wereld is vol wapenen en de
hoeveelheid wapens wordt steeds grooter,
doch niet uit vrees voor het ontwapende
Duitschland, maar uit wantrouwen der lan
den jegens elkander.
Na de bewapening der andere mogendhe
den nog eens te hebben belicht, legde Hitier
den nadruk op den vredeswil van het Duit
sche volk en de nationaal-socialistische Duit
sche regeering.
In dezen geest motiveerde Hitier ook
Duitschlands uittreden uit den Volkenbond,
waarbij hij deed uitkomen, dat de andere
mogendheden de verplichtingen van het ver
drag van Versailles inzake de ontwapening
niet zijn nagekomen.
Vervolgens ging hij over tot de economi
sche crisis, die weliswaar de geheele we
reld teistert, doch elders niet in die mate
heerscht als dit in Duitschland sedert jaren
het geval is.
Scherpe woorden sprak de rijkskanselier
tegen de Duitsche emigranten. Hij zeide niet
te kunnen begrijpen, hoe de groote massa in
het buitenland haar vertrouwen kon schen
ken, aan lieden, die de wereldopinie vergif
tigen, Duitschland sedert de nationale revo
lutie smaden en de wereld ophitsen tot een
boycot tegen Duitschland, welke ten slotte
ook den anderen landen schade moet berok
kenen, omdat Duitschland onder den invloed
van den boycot minder uit deze landen kan
invoeren.
In verband daarmede maakte spreker ge
KORTE BERICHTEN.
De onthulling van het Lorentz-monu-
ment in den voorgevel van de Leeskamer
Bosscha aan de Langebrug te Leiden zal
plaats vinden 2 Noverber a.s. te half drie in
den namiddag.
In den nacht van Zondag op Maandag
is te Didam ingebroken bij den heer J.
Koning. Een bedrag van 380 wordt ver
mist.
De Duitsche verkiezingsstrijd be
gonnen met een radiorede van
Adolf Hitier. (Dag. Overzicht.)
De ontzettende spoorwegramp na
bij Parijs. (Buitenland.)
De kabinetscrisis in Frankrijlt.
(Buitenland.)
De ambtenaren en de overheid.
(Binnenland.)
Oproep Ned. Vakcentrale inzake
eensgezind optreden der Ned. Vak
beweging. (Binnenland.)
Wetsontwerp belasting instellin
gen van de doode hand. (Binnen
land.)
De Tweede Kamer heeft gister
aangenomen het wetsontwerp tot
wijziging van de crisis-invoerwet.
(Parlement.)
Zie verder eventueel Laatste Be
richten.
Bij de voortzetting der zitting van het pro
ces inzake den rijksdagbrand werd gistermid
dag de vroegere secretaresse van de com
munistische rijksdagfractie, mevr. Rehme,
gehoord. Zij verklaart, dat zij op 27 Febr.
tegen half 12 in den rijksdag is gekomen,
waar Torgler reeds was. Verder waren aan
wezig de communistische afgevaardigden
Florin, Ulrich, Vogt, Hein en Reese. Dr
Neubauer had zij niet gezien, maar hij zal
zeker wel in het gebouw geweest zijn. Könen
was eerst om pl.m. half 7 in den Rijksdag ge
komen.
Ten aanzien van vreemde bezoekers kon
getuige zich dien dag alleen een man herin
neren, die afgevaardigde Ulrich wilde spre
ken. Dat was tusschen 3 en 4 uur.
Later was dan nog een zekere Bruno uit
het Liebknecht Haus verschenen, die met
Torgler, Könen en anderen gesproken heeft
en omstreeks half 7 weer is weggegaan. Ge
tuige verklaart dat Torgler destijds in het
voorvertrek bij zaal II heeft gezeten en met
bezoekers heeft gesproken, wanneer de jour
nalist Birkenhauer heeft getelefoneerd, weet
zij niet. Torgler, Könen en zij hebben den
rijksdag naar zij zich meent te herinneren,
even voor half negen verlaten, in elk geval
niet later dan 8.35.
Dimitroff in het gebouw gezien?
Van een soort vlucht uit den rijksdag kan
geen sprake geweest zijn, omdat zij zelf
wegens een verband om haar voet slechts
langzaam kon loopen.
Dr. Cönders: Kent u Dimitroff?
Getuige: Neen.
Dr. Cönders: Hebt u hem nooit gezien?
Getuige: Neen, alleen bij het verhoor.
Dr. Cönders: Ook Popoff en de anderen
niet?
Getuige: Neen.
Dr. Cönders: Ik vraag u thans u kunt
een antwoord weigeren Bent u op een of
andere wijze bij den brand betrokken ge
weest, of wist u er van?
Getuige: Neen. t
Over het geen gehoor krijgen op een op
roep uit de garderobe weet getuige geen ant
woord te geven. Het O. M. stelt voor hier
over een telefoondeskundige te hooren.
Over den persoon „Bruno", die eigenlijk
Bruno Petersen heet, deelt getuige mee, dat
hem het technische deel der vergaderingen
was toevertrouwd.
Dr. Parisius: Het is toch merkwaardig,
dat de man u alleen onder zijn voornaam
bekend is.
GetuigeBij ons was het gewoonte, dat wij
elkaar alleen bij den voornaam aanspraken.
Dr. Parisius: Weet u waar Birkenhauer is?
Getuige: Neen.
PresidentHeeft Bruno ook met de emi
gratie-organisatie te maken?
GetuigeDat weet ik niet.
President: Popoff heeft n.1. aanzienlijke
betalingen aan een Bruno gedaan. Het is in
elk geval mogelijk, dat deze Bruno daarmee
verband houdt. Weet u of dit verband be
staat
Getuige: Neen; ik geloof het ook niet.
Een opvallende houding
Getuige Hornemann, werkzaam bij de kan
selarij verklaart dat hem de houding van af
gevaardigde Könen dien dag was opgevallen
Könen had toen hij tusschen kwart over zes
en kwart voor zeven door ingang V binnen
kwam niet naar de portiersloge gekeken,
maar naar buiten en was snel met opgezetten
kraag zonder groeten voorbijgeloopen.
Könen ging gewoonlijk door ingang II den
rijksdag binnen. Getuige deelt verder mee,
dat eenige heeren hem opmerkzaam gemaakt
hadden, dat het in het rijksdaggebouw naar
benzine rook. Hij had toen geantwoord, dat
die lucht afkomstig was van een kleine auto,
die voorstond.
President: Heeft die auto meer naar ben
zine geroken?
Getuige: Ja, voor mij was dat niets
nieuws. Eenige heeren maakten de opmer
king, dat de rijksdag in de lucht kon vliegen.
Dr. Teichert: Heeft getuige een der Bul-
§aarsche beklaagden op den dag van den
rand of vroeger in den rijksdag gezien?
Getuige wijst op DimitroffSlechts deze
valt mij op, het komt mij voor, dat deze ge
zegd heeft, dat de rijksdag in 20 minuten in
de lucht zou kunnen vliegen.
Dimitroff: Wanneer heeft getuige mij in
den rijksdag gezien?
Getuige: Op den dag van den brand na 3
uur.
DimitroffHebt u mijn portret in de krant
gezien
Getuige: Ja, ik had het gevoel, dat kon hij
geweest zijn.
To be or not to be!
Dimitroff: Hebt u dat den rechter van in
structie meegedeeld?
Getuige: Neen.
Dimitroff: Waarom niet?
Getuige: Omdat ik niet geheel zeker was,
nu kan ik alles beter zien, en een portret be
driegt dikwijls.
President: Kunt u zich ook vergissen.
Getuige: Zeker kan ik het niet zeggen.
Dimitroff: Tot welke partij behoort ge
tuige?
Getuige: Rechts.
Dimitroff: Welke partij?
President: Dat is voldoende.
Dimitroff: Wie heeft u beïnvloed dit te
verklaren
Getuige: Niemand.
President: Dat laat ik niet toe. Dat is een
beleediging. Ik ontneem u het woord.
Dimitroff: Ik feliciteer u.
O. M.: Komt getuige ook de spraak van
beklaagde bekend voor?
Getuige: Ja.
Van der Lubbe wordt dan voor de rechter-
tafel geroepen en een tolk leest hem het rap
port van den deskundige dr. Schatz voor. De
president vraagtVan der Lubbe, hebt u
hierover iets te zeggen?
Van der Lubbe: Neen.
Daarna wordt de zitting tot heden ver
daagd.
DE NIEUWE ZITTING.
Waar zaten Dimitroff en Popoff?
Vandaag worden weer verschillende ge
tuigen gehoord, die mededeelingen kunnen
doen over het verblijf van Torgler en de Bul
garen op den dag van den brand.
Torgler's advocaat, dr. Sack, is weer aan
wezig. De journalist Walther Ohme blijkt
wederom niet te zijn verschenen en ook het
nationaal-socialistische rijksdaglid Frey uit
München is niet aanwezig.
Torgler in gezelschap met
v. d. Lubbe.
Als eerste getuige wordt gehoord het nat-,
soc. rijksdaglid Richard Karwahne uit Han-