Het brandproces te Berlijn.
DF AVONTUREN VAN WO-WANG EN SIMMY.
Rechtszaken
Onze gewone briefschrijver te Berlijn geeft
hierbij een beschouwing over de opvatting van
het Duitsche volk zelf inzake hetv.d. Lubbe-proces
OBJECTIEVE EERLIJKHEID.
de Europeesche schepelingen was ge
voerd: de demonstratie, welke door de
Europeanen op 21 Jan. te Sibolga was
gehouden, de vergadering va: 28 Jan
die daarop gevolgd was te Sabang, het
gepleegde overleg op 30 Jan. en ten
slotte het weigeren tot het laden van
kolen te, Sabang op 2 Febr.
Uit het vervolg van het requistoir
bleek, dat na het bekend worden van
de dienstweigerin gvan 400 inlandscbe
schepelingen te Soerabaja het voorne
men is ontstaan om het schip te over-
megsteren en naar Soerabaja terug te
varen en de vrijlating van deze dienst
weigeraars te vragen.
Deze poging tot bevrijding van de ge
arresteerde kameraden geeft het ernsti
ge karakter van deze onderneming aan
Ook het doorzetten van het plan is
uit deze doelstelling te verklaren
De daad is uitgevoerd door het laden
van kanonnen in verband met de aan
wezigheid van den stoomer Aldebaian
op de reede van Oleh-leh; verder door
het richten van het kanon en het buiten
boord baksen van kanonnen op de later
in zicht komende Aldebaran, die met de
Zeven Provinciën meevoer. Voorts door
de weigering om het bevel over te geven,
het niet voldoen aan de rommatie van
het vliegtuig en het uitseinen van het
radiografisch bericht: „ons niet hinde
ren".
Het doorzetten van de daad is verder
bewezen dooi het tijdens de vaart hou
den van de vergadering, waarin de kor
poraal Bosschart om het vertrouwen
der muitende schepelingen te herwinnen
zeide. dat, als de inlanders zoo gaarne
Soerabaja in elkaar wilden schieten, hij
het eerste schot zou lossen
Uitgaande van den grondregel van de
leer van mededaderschap, dat binnen
de grenzen van gezamenlijken opzet
mededaders aansprakelijk zijn voor
eikaars handelingen en de gevolgen
daarvan, kan aan alle beklaagden pri
mair het geheele gebeuren ten laste
worden gelegd.
Het pleidooi.
De raadsman voor zeventien beklaag
den uit deze eerste groep van negen
tien, de officier van administratie 2e kl.
H C. van 't Hof, hield vervolgons een
pleidooi van anderhalf uur. Verdediger
concludeerde tot vrijspraak voor twee
inlandsch matrozen le kl., in beide ge
vallen op grond van formeele juridische
bezwaren. Voorts vroeg hij vrijspraak
voor een inlandsch matroos le kl., een
inlandsch koropraal-monteur en twee
inlandsche stokers le kl., in al deze ge
vallen op grond van onstrafbaarheid in
den zin van art. 119 van het Wetb van
militair strafrecht. Verdediger vroeg
vrijspraak van een inlandsch matroos
schrijver van de hem ten laste gelegde
deelneming aan het opvoeren van mi
trailleur-patronen, aangezien zulks niet
wettig en overtuigend bewezen is, ter
wijl de overige hem ten laste gelegde
handelingen niet strafbaar zijn.
Vrijspraak voor een inlandsch kwar
tiermeester en twee inlandsche matro
zen le kl., werd gevraagd op grond van
onstrafbaarheid van art. 119 van het
V'etb. van militair strafrecht, c q. of on
strafbaarheid als hebbende in over
macht gehandeld.
Verdediger vroeg vrijspraak voor een
Inlandsch matroos 3e kl. van de hem
ten laste gelegde poging tot doodslag of
zware mishandeling. Verdediger ver-
zoht den zeekrijgsraad om onder alle
omstandigheden bij het toemeten van
de straf rekening ve houden met zijn
pleidooi.
Vandaag komt de tweede raadsman,
de officier van administratie 2e kl.
B C Mahieu, aan het woord voor zijn
pleidooi ten behoeve van de twee andere
beklaagden in deze groep.
Vervolgens zullen de re- en dupliek
plaats hebben.
Uitspraak vermoedelijk over acht
dagen.
STAMHOOFD MELDT ZICH AAN.
De Resident van Menado seint, blijkens
een Aneta-bericht aan het Hbld., dat het
sinds twee jaar wederspanning en op zwaar
bergterrein voortvluchtig stamhoofd Pai-
montjo, behoorende tot de volksgroep der
Towanas, in Midden-Celefces, in de onder
afdeling Kolomodal, zich met zijn volgelin
gen bij het B.B. heeft aangemeld.
(Van onzen eigen correspondent).
er
Berlijn, 31 October.
Het proces-v. d. Lubbe noopt ook mij
hier even op terug te komen en de voorloo
pige resultaten te beschouwen in algemeen
verband Het is mij bekend, dat in Nederland
ook heden nog in zeer breede kringen wordt
vastgehouden aan de hypothese, dat dit pro
ces ten slotte niets anders is dan een groote
politiek-justitieele comedit, door de Duitsche
nationaal-socialisten ineengezet om hun eigen
schuld aan de brandstichting te verdoezelen,
onschuldige communisten als zondebokken te
veroordeelen en uit de resultaten van dit pro
ces evenzeer politieke munt te slaan als inder
tijd uit de brandstichtingen in den Rijksdag,
het Slot, het RaadhuL en het ondersteunings
bureau in Berlijn—Neukölln.
Nog heden kan men in alle Nederlandsche
boekhandels en kiosken het z.g „Bruinboek"
en zijn vervolgen koopen, in Nederlandsche
vertaling. In de Hollandsche radio wordt
regelmatig ik hoor deze zendingen in mijn
Berlijnsche werkkamer mede aan voor de
lezing der tegenstanders van de tegenwoor
dige Duitsche regeering propaganda ge
maakt. En alle berichten en beschouwingen,
die van een mogelijke of reeds gedeeltelijk be
wezen schuld van de communisten spreken,
verdwijnen in honderdduizenden Hollandsche
prullemanden.
Het oogenblik schijnt mij gekomen om de
vraag te stellen, of zulk een houding wel
past voor burgers van een z.g. „neutraal
land" (om nog eens tot de terminologie van
den wereldoorlog terug te keeren) en in over
eenstemming te brengen is met de veelge
roemde reputatie van objectieve eerlijkheid,
waarop de Nederlander ook heden nog prat
gaat? Deze vraag heb ik op dezelfde plaats
reeds eenige weker geleden gesteld, toen het
proces-v d. Lubbe zich nog in het beginsta
dium bevond en nog geen enkele getuige a
charge of a décharge was opgetreden Ze
moge thans in veel duidelijker vorm nadruk
kelijk herhaald worden. Waarbij wij als be
kend veronderstellen mogen, dat schrijver
dezes geen onbeperkt bewonderaar noch van
het Italiaansche fascisme, noch van het
Duitsche nationaal-socialisme is, en zeker
allerminst geneigd om als een soort propa
gandist voor d*ze bewegingen en program
ma s onder het Nederlandsche publiek te
worden aangezien.
Maar ik meen, dat wij Nederlanders recht
vaardig en onpartijdig moeten blijven, en
niet a priori van schuld oi onschuld over
tuigd mogen zijn, voordat onomstootelijkr t
bewijzen voor een of ander ter beschikking ^ar' Liebknecht-Huis in Berlijn, de partij
zal ontkennen, dat een communistische
brandstichting vlak voor een parlementsver
kiezing een enorme propaganda voor de an
tipoden dezer communisten kan beteekenen.
Maar bedenken we toch even, hoe de situatie
in Duitschland op 27 Februari 1933 was!
Stonden de nationaal-socialisten er voor, ge
lijk op 29 Januari 1933? Moesten ze de po-
litieke macht nog veroveren? Snakten ze
naar een marxistische onvoorzichtigheid-op-
grooter-schaal om den grijzen rijkspresident,
die nog altijd aarzelde om den „Nazi's" de
macht in handen te geven, door zulke wan
daden tot wankelen en toegeven te bren
gen?
Geen sprake van! Reeds op 30 Januari
was Adolf Hitier rijkskanselier geworden.
Dat beteekende practisch het einde van het
marxisme in Duitschland. Ware het door
voerbaar geweest, dan zouden de beide roode
arbeidersgroepen reeds den dag daarop tot
algemeene werkstaking zijn overgegaan, ge
lijk zij dat jaren geleden met zooveel succes
gedaan hadden, toen dr. Kapp en generaal
v. Lottwitz hun contra-revolutie waagden. In
JanuariFebruari 1933 zou zulk een sta
king nauwelijks succes gehad hebben. Dat
wisten de sociaal-democraten, die er dan
ook niet toe besluiten wilden. Toen Hitier
op 30 Januari alle macht in zijn hand ver-
eenigde, stonden 1K millioen S.A.-mannen,
100.000 man Rijksweer en 150.000 man po
litie (deze laatste door den vroegeren kanse
lier von Papen reedc geheel vrij gemaakt
van socialistische invloeden) tot zijn beschik
king. Een andere georganiseerde en gewa
pende macht was er in Duitschland niet
meer! Rijksbanier en Roode Frontstrijders
Bond waren vrijwel machteloos en slechts
zeer onvoldoende bewapend. Slechts lijdelijk
verzet en ondergrondsche woelingen kwa
men nog in aanmerking. Wij weten sinds
drie dagen uit verklaringen van communisti
sche leiders in het proces-v. d. Lubbe, dat
nog op 27 Februari, den dag van den brand
dus, sociaal-democraten en communisten het
niet over een gemeenschappelijk optreden te
gen de regeering-Hitier eens konden worden
en in het bijzonder de socialisten van mee
ning waren, dat zulk een actie op een volko
men mislukking moest uitloopen.
Neen, de regeering-Hitler had geen brand
stichting „noodig". Zij had practisch reeds
alle niet-marxisten achter zich, beschikte
over alle machtsmiddelen van den Staat en
bovendien over een geweldig partij-leger.
Daarbij kwam, dat zij, om elke marxistische
samenzwering den kop in te drukken, midden
Februari overal in Duitschland, maar vooral
in de communistische centrale, het toenmalige
brandstichting, door „regeeringsinstanties
voorbereid, toch ook een bijna bovenmensche-
liik-gevaarlijk experiment moest beteekenen.
In de eerste plaats al dadelijk, omdat zooiets
een wel zeer tweesnijdend zwaard moest
worden. En ook geworden is! Zoo kort voor
verkiezingen zooiets te „organiseeren" moet
immers achterdocht opwekken van alle tegen
standers in binnen- en buitenland. Dat lag
zóó voor de hand, dat de „Nazi's" wel .van
alle gezond verstand beroofd moesten zijn,
als ze het toch gewaagd hebben. En boven
dien, welk een waagstuk, als men als brand
stichter een buitenlander met zoo opvallend
uiterlijk nam als deze Hollander, die zich
weken tevoren uitsluitend in communistische
kringen bewogen heeft en steeds radicaal-
eommunistische leerstellingen heeft aange
hangen! Welk een waagstuk, dan brand
materiaal naar binnen te brengen langs
wegen, die door oude, vertrouwde beambten,
ten deele zelf sociaal-democraten uit de
periode-Löbe, dag en nacht gecontroleerd
worden.
Nu ligt, nemen we aan, de helft van dit
proces achter ons.
Het is geen „farce", geen „comedie", maar
een bitter ernstig proces.
Het onderzoek wordt zoo nauwkeurig, zoo
akelig-precies gevoerd, dat wij toeschouwers
er kribbig van worden en hard naar het
einde verlangen. Op elke vraag, op elk ver
zoek van verdedigers en beklaagden gaan de
rechters in, met een geduld, dat tot r.u toe
uitsluitend aan engelen werd toegeschreven.
En wat leverde een en ander tot nu toe
op? Geen spoor van bewijs, dat de regeering
met deze brandstichting iets te maken ge-
ïad heeft, en aan den anderen kant tal van
getuigenissen onder eede, die de waarschijn
lijkheid grooter maken, dat ten minste eenige
communisten, wellicht in een stemming van
wanhoop over de ontbinding van hun partij
en de zichtbare onmogelijkheid om een alge
meene werkstaking door te voeren, de on
voorzichtigheid hebben begaan, met dezen
Hollandschen nihilist samen te werken ten
einde een verwarring te stichten, die wellicht
de weifelende sociaal-democraten toch nog
zou overgehaald hebben, met werkstaking en
burgeroorlog mede te doen.
Het is in dit verband wel zeer opvallend,
dat volgens getuigenis van den communist
S'eubauer en den linksradicalen journalist
Oehme op Maandag 27 Februari nog afge
sproken was, dat op Dinsdag 28 Februari
nieuwe besprekingen over zulk een verzoe
ning tusschen communisten en socialisten
zouden plaats hebben. De beklaagde Torgler
zag daarin een verschijnsel te zijnen gunste,
uitgaande van de veronderstelling, dat com
munisten, die Dinsdags willen pogen, een
hoogst belangrijke samenwerking te bereiken,
niet Maandagavond de regeering door een
brandstichting zullen alarmeeren. Maar wij
kennen de geheime plannen te weinig en we
ten daarom niet, of niet juist die brand
stichting bedoeld was als laatste stimulans
om de sociaal-democraten te dwingen tot een
fusie, waarvan zij zoo weinig weten wilden.
Onder een eveneens weifelend kabinet
Brüning ware zulk een plan waarschijnlijk
gelukt en een eerste heftige botsing op 26
Februari wellicht niet voorkomen.
Het kabinet-Hitier en in het bijzonder de
Pruisische regeering-Göring met de S A
achter zich pakte toe; met het gevolg, dat
Dinsdagochtend vele communisfisehe en
socialistische leiders achter slot en grendel
zaten en nóg zitten. Maar andere leiders
der roode partijen konden ontvluchten. En
onder hen de voorzitters, de gevaarlijksten.
Zou dat mogelijk geweest zijn, indien de
regeering den brand in scène gezet had en
alle leiders had kunnen bewaken?
Men zal goed doen, in een neutraal land
deze en soortgelijke overwegingen naast een
„Bruinboek" en andere publicaties te leggen
En men zal tot de conclusie komen, dat aeze
opwindende gebeurtenissen van twee kanten
beschouwd moeten worden.
Wil men eerlijk en onpartijdig zijn.
staan. En dat we dubbel voorzichtig met ons
oordeel behooren te zijn als het gaat om mo
gelijke 6chuld van menschen, partijen of be
wegingen, tegen wie we om de een of andere
reden ingenomen heeten.
Ik heb alle verslagen van het proces-v. d.
Lubbe op den voet gevolgd, heb tal van zit
tingen bijgewoond, met vrijwel alle betrok
ken menschen ook buiten de proces-zaal ge
sproken en op deze wijze mijn, menschel ijker-
wijs gesproken, onpartijdig voorloopig oor
deel gevormd. En het komt me nuttig en
noodig voor, daarover eens kort te berichten.
Nemen we in de eerste plaats de ook in
Nederland algemeen verbreide hvpothese,
dat de Duitsche nationaal-socialisten den
brand in den Rijksdag „noodig hadden met
het oog op de verkiezingen van begin
Maart" en dat deze brandstichting voor hen
„een geschenk des hemels beteekende" Geen
Hitler-aanhanger in en buiten Duitschland
bureaux bezatte en een voor de marxisten zoo
compromittecrend materiaal tot voorberei
ding van opstand en burgeroorlog ontdekte
dat de publicatie daarvan meer dan vol
doende was voor de verkiezingspropaganda,
welke zij nog zou kunnen meenen noodig te
hebben voor den 3en Maart.
Maar ging het bij die verkiezing eigenlijk
nog om de in-tusschen ontbonden
communistische partij? Ging het nog om de
reeds tot absolute machteloosheid gedoemde
en van haar aanvoerders beroofde sociaal-
democratie? Neen, 't ging tegen de „burger
lijken". tegen Centrum, democraten, Duitsche
Volkspartij, Beiersche Volkspartij en kleinere
en kleinste groepen der „bourgeoisie". Het
ging om een zoo groot mogelijke nationaal
socialistische fractie ter verschuiving van de
meerderheid naar de Hitier-beweging. Daar
toe was g.en brandstichting „noodig".
Maar men bedenke ook, dat zulk een
KANTONGERECHT TE ALKMAAR.
Strafzitting van Vrijdag 27 Oct. 1933.
Mondelinge uitspraken.
Overtreding van de Motor- en Rijwiel-
wet: P. J. G. te Heemstede, S. M. S. te
Bergen, J. v. D- te Alkmaar, ieder 2
boete of 2 dagen hechtenis; C. K. te
Duivendrecht 3 boete of 3 dagen hech
tenis; B. Ij. te Assennelft, H. M. v. d. P.
te IJmuiden, J. N. v. B. te Alkmaar, C K.
te Limmen, Th. W. F. H. te Hilversum,
P. S. te Heerhugowaard, D. R. te Alk
maar, H. D. P. te Amsterdam, ieder
4 boete of 4 dagen hechtenis; G. S. te
Alkmaar, H. T. te Oudkarspel, ieder c
boete of 5 dagen hechtenis, G. H. P v d
G. te Alkmaar, R. W. te St. Pancras,
ieder 6 boete of 6 dagen hechtenis;
S P. N. te Haar'em, 10 boete of 10 da
gen hechtenis; P. v. d. M. te den Helder,
M. W. te Bergen, B. J. A. te Koedijk,
ieder 15 boete of 15 dagen hechtenis,
A. L. te Zijpe, J. v. d. K. te Hillegom,
J M. te Bergen, A B te Oudorp, J. H
te Medemblik, J. P O. te Beverwijk,
ieder 20 boete of 20 dagen hehtenis,
H J. M. te Bergen, J. C. P. te Leeuwar
den, ieder 40 boete of 40 dagen hechte
nis, P. A. V. te Heiloo 8 en 10 boete
of 8 en 10 dagen hechtenis; P L. te Ab-
bekerk 80 boete of 40 dagen hechtenis,
D. Q. B. te Zeist 40 boete of 40 dagen
hechtenis met toewijzing van de civiele
vordering ad 25 aan J. Z.
Overtredingen van de politieverorde
ningen. J. L. H. te Amsterdam, A F. W.
de B. te Amsterdam, ieder 0.50 boete
of 1 dag hechtenis; P. de M. te Warmen-
huizen 1 boete of 1 dag hechtenis; A.
v. E. te Alkmaar, T. v. S te Heiloo, J. v.
T. te Amsterdam, J. H te Amsterdam,
W. A. te Bergen, ieder 2 boete of 2 da
gen hechtenis; N. W. te Alkmaar, 3
boete of 3 dagen hechtenis; J. G. W. te
Haarlem, J. v. d. L. te Haarlemmermeer
J v. d. L. te Assendelft, A. P. v. O te
IJmuiden, C. B. te Rotterdam, ieder 4
boete of 4 dagen hechtenis; Th. W. M
te Alkmaar, 5 boete of 5 dagen hecht.
Overtredingen van de Visscherijwet:
J. J. T. te Amsterdam, teruggave aan de
ouders zonder toepassing van straf;
A. K. te Wormerveer, J. D. E te Krom
menie, R. K. te Wormerveer, P. K. 'e
Krommenie, allen ontslagen van rechts
vervolging, J. H. M. te Amsterdam, G. N.
te Amsterdam, H. H. te IJmuiden, C. D.
te Koedijk, ieder 4 boete of 4 dagen
hechtenis.
Overtredingen van de IJkwet: A. B. te
de Rijp, teruggave aan de ouders zon
der toepassing van straf; M. M. te Alk
maar, C J. de G. en A. J. Sa te Alkmaar,
P. J. en C. A. R. te Alkmaar, W. W. te
Alkmaar, A. de G. te Midwoud, J. L te
Alkmaar, ieder 2 boete of 2 dagen
hechtenis; J. P. te Alkmaar 7 X 050
boete of 7 X 1 dag hechtenis, P. R te
Alkmaar 3 X 1 boete of 3 X 1 dag
hechtenis; A. J. N. te Alkmaar, 6 X
0.50 boete of 6 X 1 dag hechtenis; S.
H. te Alkmaar 4 X 1 boete of 4 X 1
dag hechtenis.
Overtreding van het Rnstdagbeslnit;
J. B. te Wommels 4 boete of 4 dagen
hechtenis, M. L. te Uitgeest,
Overtredingen van de Crisisznivel-
wet: M. L. te Uitgeest, J. Z. te Uitgee t
ieder 10 boete of 10 dagen hechtenis.
Overtreding van de Spoorwegwet: B.
v. L. te Amsterdam, 4 boete of 4 dagen
hechtenis.
Overtredingen van de Arbeidswet:
P. C. B te Alkmaar 2 boete o. 2 dagen
hechtenis; P. K. te Alkmaar 3 boete
of 3 dagen hechtenis.
Overtreding van art. 427 van het Wet
boek van Strafrecht: F. van L. le Scher-
merhorn, 6 boete of 6 dagen hechtenis.
Overtreding van art. 424 van het Wet
boek van Strafrecht (baldadigheid):
J. J. S„ A. A. v. D. W. A M. T. tt Alk-
maai resp. 10 boete of 1 week tucht
school en teruggave aan de ouders zon
der toepassing van straf; W. B. te Ber
gen 8 boete of 1 week tuchtschool,
F. de H. te Bergen, teruggave aan de
ouders zonder toepassing van straf;
H. v. d. B. te Bergen, 8 boete of 1 week
tuchtschool, J. K. H. te Bergen, terug
gave aan de ouders zonder toepassing
van straf; E. G. te Alkmaar 5 boete
of dagen hechtenis; J. K. te Heiloo
3 boete of 1 week tuchtschool.
Overtredingen van de Jachtwet: A K
Cz. te Egmond aan Zee, 10 dagen hech
tenis, E. G. te Egmond aan Zee, 14 dagen
hechtenis.
Overtredingen van art. 461 van het
Wetboek van Strafrecht (loopen over
vfboden grond: P. C. en J. V. te Eg
mond aan Zee, ieder 3 boete of 3 dagen
hehtenis, F. S. te Castricum, vrijspraak.
Overtreding van art. 453 van het Wet
boek van Strafrecht (dronkenschap):
J. T. te Beverwijk 4 boete of 4 dagen
hechtenis.
OVERTREDING VAN DE
CRISIS-ZUIVELWET?
De staten van de Crisis-Zuivel-Centrale
bepalen, dat erkende belanghebbenden in
den zin van het Crisis-Zuivel-besluit zijn
diegenen, die door den voorzitter der Crisis-
Zuivel-Centrale zijn erkend. De landbouwer
P. J. P. te Ossenisse had zich te verant
woorden voor den kantonrechter te Hulst ter
zake van het als erkend belanghebbende niet
voldoen aan het voorschrift van het Crisis-
Zuivelbesluit n.1. dat hij geen aanteekening
over den gang van zaken in zijn bedrijf heeft
gehouden. De kantonrechter te Hulst sprak
den verdachte vrij, doch in hooger beroep
heeft de rechtbank overwogen, dat door het
zijn van landbouwer en het zich willen aan
sluiten bij den Bond van Zuivelproducenten
voldoende blijkt dat verdachte belanghebben
de is. Tegen dit vonnis is verdachte iu cassa-
tie gekomen bij den Hoogen Raad; voor welk
college mr. Adriaanse uit Middelburg
toogde, dat deze kwestie in Zeeland VeM
moeilijkheden baart en in hoogste instant
dient te worden uitgemaakt, of deze landbou
wer, die niet is erkend door den voorzitte
der Crisis-Zuivel-Centrale toch beschouwd
moet worden als belanghebbende in den 7in
der wet. zin
Op 13 November zal de
raai conclusie nemen.
procureur-gene-
OPRUIING.
Voorzitter O. S. P. veroordeeld.
De voorzitter van de O.S.P., P. J. Schmidt
te Amsterdam, is door den politierechter te
Dordrecht veroordeeld tot 2 maanden gevan.
genisstaf, wegens opruiing tijdens een op 3
Maart j.1. te Sliedrecht gehouden vergade
ring.
Het Haagsche gerechtshof heeft dit vonnis
gister bevestigd.
GEBRUIK GEMAAKT VAN
VALSCHE GESCHRIFTEN.
Het gerechtshof te Den Haag wees gistef
arrest in de zaak tegen den 38-jarigen Wil
helm M. alias George Johnstone, die door de
Rotterdamsche Rechtbank is veroordeeld tot
2 jaar gevangenisstraf ter zake van oplich
ting en gebruikmaking van een valsch ge-
schrift.
Het Hof heeft heden dit vonnis bevestigd
ZIJN VROUW GEDOOD.
De Hooge Raad heeft behandeld het cas
satieberoep van D. C. W„ bontbewerker te
Rotterdam, die wegens doodslag op zijn
vrouw, op 25 Juli 1932 gepleegd in de wo-
ning aan de Groote Visscherijstraat 3 al-
daar, door het Haagsche Gerechtshof is ver
oordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf.
Mr. S. v. Ooien te ês Gravenhage, lichtte
twee cassatiemiddtlen toe, waarna de con
clusie van het O. M. op 13 November be
paald werd.
MISHANDELING.
De Hooge Raad heeft gisteren verworpen
het cassatieberoep van J. w., door het Hof te
's Hertogenbosch veroordeeld tot 2 jaar ge
vangenisstraf wegens het plegen van mis
handeling met doodelijken afloop in een café
te Uden.
DE GEWIJZIGDE
TARWEBESCHIKKING 1931.
De Hooge Raad heeft heden arrest ge
wezen in de zaak van F. L. v. R„ die voor
het kantongerecht te Hulst heeft terecht ge
staan ter zake van het niet invullen van het
formulier, dat behoort bij de gewijzigde tar-
webeschikking 1931. De kantonrechter ont
sloeg verdachte van rechtsvervolging omdat
hij meende, dat de minister zijn bevoegdheid
te buiten ging met het geven van deze be
schikking zoodat die verbindende kracht zou
missen.
De rechtbank te Middelburg gaf in hooger
beroep alleen ontslag van rechtsvervolging
voor wat betreft het niet invullen van de 6e
kolom, aangezien uit tet hoofd daarboven
niet zou blijken, dat deze kolom van dag tot
dag moet worden bijgehouden.
De officier van justitie te Middelburg tee-
kende van dit vonnis cassatie aan, aanvoe
rende, dat boven deze kolom staat: „ver
werkt en verkocht per kalenderweek" hetgeen
volgens 's officier moet worcen opgevat, dat
het invullen daarvan op gezette tijden be
hoort te geschieden.
De procureur-generaal bij del Hoogen
Raad was het hiermede eens, maar oordeelde
het ten laste gelegde niet strafbaar.
De Hooge Raad heeft nu het vonnis ver
nietigd en het bewezen verklaarde als zijnde
in strijd met art. 4 van het Tarwebesluit
1931, strafbaar gesteld, den requirant ver-
oordeelende tot 2 boete, subs. 1 dag hech
tenis.
VRIJSPRAAK.
Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft
gisteren den chauffeur H. F. K. uit Tegelen,
die door de rechtbank te 's-Hertogenoosch
was veroordeeld tot drie maanden hechtenis,
terzake dat hij te St. Oedenrode met zijn
auto W. v. Son heeft overreden, die aan de
gevolgen is overleden, vrijgesproken.
KORTE BERICHTEN.
De Ned. Heidemaatschappij heeft
een
plan ontworpen tot het in werkverschaffing
verbeteren van de z.g. Roode Beek, gelegen
in de gemeenten Doetinchem, Zelhem en
Hummelo en Keppel. De kosten van een en
ander zijn geraamd op circa 150.000.
Een voorstel van B. en W. van AmsteP
dam aan den gemeenteraad in zake het in ge
meentedienst zijn van gehuwde vrouwen is
in concept gereed en zal, nadat het in het ge
organiseerd overleg is behandeld, nog dit
jaar worden ingediend.
229. Simmy en Wo-Wang dreigden nu toch flauw te
vallen van honger. Dat schenen de mannen te be
grijpen en ze brachten elk een aarden schotel met een
bruin-zwart papje er in. De professor proefde eens
en zei: „Gans goed! Fijne slaggensoep". Hij had al
weer zijn hond voorbij gepraat, want Simmy werd er
akelig van toen hij dat hoorde.
"j Maar honger is een scherp zwaard en toen zij
r,w Jü \ï?SS«? met smaak zagen lepelen, knepen Sim-
11 O-W ang hun oogen stijf dicht en brachten
n lePeI naar hun mond. Zoolang zij de inhoud
- -1 ?n schotel maar niet zagen, smaakte het werke-
jk niet kwaad en vooral Simmy begon hoe langer
hoe vlugger te eten.