Het brandproces te Berlijn. DF AVONTUREN VAN WO-WANG EN SIMMY. Rechtszaken Onze gewone briefschrijver te Berlijn geeft hierbij een beschouwing over de opvatting van het Duitsche volk zelf inzake hetv.d. Lubbe-proces OBJECTIEVE EERLIJKHEID. de Europeesche schepelingen was ge voerd: de demonstratie, welke door de Europeanen op 21 Jan. te Sibolga was gehouden, de vergadering va: 28 Jan die daarop gevolgd was te Sabang, het gepleegde overleg op 30 Jan. en ten slotte het weigeren tot het laden van kolen te, Sabang op 2 Febr. Uit het vervolg van het requistoir bleek, dat na het bekend worden van de dienstweigerin gvan 400 inlandscbe schepelingen te Soerabaja het voorne men is ontstaan om het schip te over- megsteren en naar Soerabaja terug te varen en de vrijlating van deze dienst weigeraars te vragen. Deze poging tot bevrijding van de ge arresteerde kameraden geeft het ernsti ge karakter van deze onderneming aan Ook het doorzetten van het plan is uit deze doelstelling te verklaren De daad is uitgevoerd door het laden van kanonnen in verband met de aan wezigheid van den stoomer Aldebaian op de reede van Oleh-leh; verder door het richten van het kanon en het buiten boord baksen van kanonnen op de later in zicht komende Aldebaran, die met de Zeven Provinciën meevoer. Voorts door de weigering om het bevel over te geven, het niet voldoen aan de rommatie van het vliegtuig en het uitseinen van het radiografisch bericht: „ons niet hinde ren". Het doorzetten van de daad is verder bewezen dooi het tijdens de vaart hou den van de vergadering, waarin de kor poraal Bosschart om het vertrouwen der muitende schepelingen te herwinnen zeide. dat, als de inlanders zoo gaarne Soerabaja in elkaar wilden schieten, hij het eerste schot zou lossen Uitgaande van den grondregel van de leer van mededaderschap, dat binnen de grenzen van gezamenlijken opzet mededaders aansprakelijk zijn voor eikaars handelingen en de gevolgen daarvan, kan aan alle beklaagden pri mair het geheele gebeuren ten laste worden gelegd. Het pleidooi. De raadsman voor zeventien beklaag den uit deze eerste groep van negen tien, de officier van administratie 2e kl. H C. van 't Hof, hield vervolgons een pleidooi van anderhalf uur. Verdediger concludeerde tot vrijspraak voor twee inlandsch matrozen le kl., in beide ge vallen op grond van formeele juridische bezwaren. Voorts vroeg hij vrijspraak voor een inlandsch matroos le kl., een inlandsch koropraal-monteur en twee inlandsche stokers le kl., in al deze ge vallen op grond van onstrafbaarheid in den zin van art. 119 van het Wetb van militair strafrecht. Verdediger vroeg vrijspraak van een inlandsch matroos schrijver van de hem ten laste gelegde deelneming aan het opvoeren van mi trailleur-patronen, aangezien zulks niet wettig en overtuigend bewezen is, ter wijl de overige hem ten laste gelegde handelingen niet strafbaar zijn. Vrijspraak voor een inlandsch kwar tiermeester en twee inlandsche matro zen le kl., werd gevraagd op grond van onstrafbaarheid van art. 119 van het V'etb. van militair strafrecht, c q. of on strafbaarheid als hebbende in over macht gehandeld. Verdediger vroeg vrijspraak voor een Inlandsch matroos 3e kl. van de hem ten laste gelegde poging tot doodslag of zware mishandeling. Verdediger ver- zoht den zeekrijgsraad om onder alle omstandigheden bij het toemeten van de straf rekening ve houden met zijn pleidooi. Vandaag komt de tweede raadsman, de officier van administratie 2e kl. B C Mahieu, aan het woord voor zijn pleidooi ten behoeve van de twee andere beklaagden in deze groep. Vervolgens zullen de re- en dupliek plaats hebben. Uitspraak vermoedelijk over acht dagen. STAMHOOFD MELDT ZICH AAN. De Resident van Menado seint, blijkens een Aneta-bericht aan het Hbld., dat het sinds twee jaar wederspanning en op zwaar bergterrein voortvluchtig stamhoofd Pai- montjo, behoorende tot de volksgroep der Towanas, in Midden-Celefces, in de onder afdeling Kolomodal, zich met zijn volgelin gen bij het B.B. heeft aangemeld. (Van onzen eigen correspondent). er Berlijn, 31 October. Het proces-v. d. Lubbe noopt ook mij hier even op terug te komen en de voorloo pige resultaten te beschouwen in algemeen verband Het is mij bekend, dat in Nederland ook heden nog in zeer breede kringen wordt vastgehouden aan de hypothese, dat dit pro ces ten slotte niets anders is dan een groote politiek-justitieele comedit, door de Duitsche nationaal-socialisten ineengezet om hun eigen schuld aan de brandstichting te verdoezelen, onschuldige communisten als zondebokken te veroordeelen en uit de resultaten van dit pro ces evenzeer politieke munt te slaan als inder tijd uit de brandstichtingen in den Rijksdag, het Slot, het RaadhuL en het ondersteunings bureau in Berlijn—Neukölln. Nog heden kan men in alle Nederlandsche boekhandels en kiosken het z.g „Bruinboek" en zijn vervolgen koopen, in Nederlandsche vertaling. In de Hollandsche radio wordt regelmatig ik hoor deze zendingen in mijn Berlijnsche werkkamer mede aan voor de lezing der tegenstanders van de tegenwoor dige Duitsche regeering propaganda ge maakt. En alle berichten en beschouwingen, die van een mogelijke of reeds gedeeltelijk be wezen schuld van de communisten spreken, verdwijnen in honderdduizenden Hollandsche prullemanden. Het oogenblik schijnt mij gekomen om de vraag te stellen, of zulk een houding wel past voor burgers van een z.g. „neutraal land" (om nog eens tot de terminologie van den wereldoorlog terug te keeren) en in over eenstemming te brengen is met de veelge roemde reputatie van objectieve eerlijkheid, waarop de Nederlander ook heden nog prat gaat? Deze vraag heb ik op dezelfde plaats reeds eenige weker geleden gesteld, toen het proces-v d. Lubbe zich nog in het beginsta dium bevond en nog geen enkele getuige a charge of a décharge was opgetreden Ze moge thans in veel duidelijker vorm nadruk kelijk herhaald worden. Waarbij wij als be kend veronderstellen mogen, dat schrijver dezes geen onbeperkt bewonderaar noch van het Italiaansche fascisme, noch van het Duitsche nationaal-socialisme is, en zeker allerminst geneigd om als een soort propa gandist voor d*ze bewegingen en program ma s onder het Nederlandsche publiek te worden aangezien. Maar ik meen, dat wij Nederlanders recht vaardig en onpartijdig moeten blijven, en niet a priori van schuld oi onschuld over tuigd mogen zijn, voordat onomstootelijkr t bewijzen voor een of ander ter beschikking ^ar' Liebknecht-Huis in Berlijn, de partij zal ontkennen, dat een communistische brandstichting vlak voor een parlementsver kiezing een enorme propaganda voor de an tipoden dezer communisten kan beteekenen. Maar bedenken we toch even, hoe de situatie in Duitschland op 27 Februari 1933 was! Stonden de nationaal-socialisten er voor, ge lijk op 29 Januari 1933? Moesten ze de po- litieke macht nog veroveren? Snakten ze naar een marxistische onvoorzichtigheid-op- grooter-schaal om den grijzen rijkspresident, die nog altijd aarzelde om den „Nazi's" de macht in handen te geven, door zulke wan daden tot wankelen en toegeven te bren gen? Geen sprake van! Reeds op 30 Januari was Adolf Hitier rijkskanselier geworden. Dat beteekende practisch het einde van het marxisme in Duitschland. Ware het door voerbaar geweest, dan zouden de beide roode arbeidersgroepen reeds den dag daarop tot algemeene werkstaking zijn overgegaan, ge lijk zij dat jaren geleden met zooveel succes gedaan hadden, toen dr. Kapp en generaal v. Lottwitz hun contra-revolutie waagden. In JanuariFebruari 1933 zou zulk een sta king nauwelijks succes gehad hebben. Dat wisten de sociaal-democraten, die er dan ook niet toe besluiten wilden. Toen Hitier op 30 Januari alle macht in zijn hand ver- eenigde, stonden 1K millioen S.A.-mannen, 100.000 man Rijksweer en 150.000 man po litie (deze laatste door den vroegeren kanse lier von Papen reedc geheel vrij gemaakt van socialistische invloeden) tot zijn beschik king. Een andere georganiseerde en gewa pende macht was er in Duitschland niet meer! Rijksbanier en Roode Frontstrijders Bond waren vrijwel machteloos en slechts zeer onvoldoende bewapend. Slechts lijdelijk verzet en ondergrondsche woelingen kwa men nog in aanmerking. Wij weten sinds drie dagen uit verklaringen van communisti sche leiders in het proces-v. d. Lubbe, dat nog op 27 Februari, den dag van den brand dus, sociaal-democraten en communisten het niet over een gemeenschappelijk optreden te gen de regeering-Hitier eens konden worden en in het bijzonder de socialisten van mee ning waren, dat zulk een actie op een volko men mislukking moest uitloopen. Neen, de regeering-Hitler had geen brand stichting „noodig". Zij had practisch reeds alle niet-marxisten achter zich, beschikte over alle machtsmiddelen van den Staat en bovendien over een geweldig partij-leger. Daarbij kwam, dat zij, om elke marxistische samenzwering den kop in te drukken, midden Februari overal in Duitschland, maar vooral in de communistische centrale, het toenmalige brandstichting, door „regeeringsinstanties voorbereid, toch ook een bijna bovenmensche- liik-gevaarlijk experiment moest beteekenen. In de eerste plaats al dadelijk, omdat zooiets een wel zeer tweesnijdend zwaard moest worden. En ook geworden is! Zoo kort voor verkiezingen zooiets te „organiseeren" moet immers achterdocht opwekken van alle tegen standers in binnen- en buitenland. Dat lag zóó voor de hand, dat de „Nazi's" wel .van alle gezond verstand beroofd moesten zijn, als ze het toch gewaagd hebben. En boven dien, welk een waagstuk, als men als brand stichter een buitenlander met zoo opvallend uiterlijk nam als deze Hollander, die zich weken tevoren uitsluitend in communistische kringen bewogen heeft en steeds radicaal- eommunistische leerstellingen heeft aange hangen! Welk een waagstuk, dan brand materiaal naar binnen te brengen langs wegen, die door oude, vertrouwde beambten, ten deele zelf sociaal-democraten uit de periode-Löbe, dag en nacht gecontroleerd worden. Nu ligt, nemen we aan, de helft van dit proces achter ons. Het is geen „farce", geen „comedie", maar een bitter ernstig proces. Het onderzoek wordt zoo nauwkeurig, zoo akelig-precies gevoerd, dat wij toeschouwers er kribbig van worden en hard naar het einde verlangen. Op elke vraag, op elk ver zoek van verdedigers en beklaagden gaan de rechters in, met een geduld, dat tot r.u toe uitsluitend aan engelen werd toegeschreven. En wat leverde een en ander tot nu toe op? Geen spoor van bewijs, dat de regeering met deze brandstichting iets te maken ge- ïad heeft, en aan den anderen kant tal van getuigenissen onder eede, die de waarschijn lijkheid grooter maken, dat ten minste eenige communisten, wellicht in een stemming van wanhoop over de ontbinding van hun partij en de zichtbare onmogelijkheid om een alge meene werkstaking door te voeren, de on voorzichtigheid hebben begaan, met dezen Hollandschen nihilist samen te werken ten einde een verwarring te stichten, die wellicht de weifelende sociaal-democraten toch nog zou overgehaald hebben, met werkstaking en burgeroorlog mede te doen. Het is in dit verband wel zeer opvallend, dat volgens getuigenis van den communist S'eubauer en den linksradicalen journalist Oehme op Maandag 27 Februari nog afge sproken was, dat op Dinsdag 28 Februari nieuwe besprekingen over zulk een verzoe ning tusschen communisten en socialisten zouden plaats hebben. De beklaagde Torgler zag daarin een verschijnsel te zijnen gunste, uitgaande van de veronderstelling, dat com munisten, die Dinsdags willen pogen, een hoogst belangrijke samenwerking te bereiken, niet Maandagavond de regeering door een brandstichting zullen alarmeeren. Maar wij kennen de geheime plannen te weinig en we ten daarom niet, of niet juist die brand stichting bedoeld was als laatste stimulans om de sociaal-democraten te dwingen tot een fusie, waarvan zij zoo weinig weten wilden. Onder een eveneens weifelend kabinet Brüning ware zulk een plan waarschijnlijk gelukt en een eerste heftige botsing op 26 Februari wellicht niet voorkomen. Het kabinet-Hitier en in het bijzonder de Pruisische regeering-Göring met de S A achter zich pakte toe; met het gevolg, dat Dinsdagochtend vele communisfisehe en socialistische leiders achter slot en grendel zaten en nóg zitten. Maar andere leiders der roode partijen konden ontvluchten. En onder hen de voorzitters, de gevaarlijksten. Zou dat mogelijk geweest zijn, indien de regeering den brand in scène gezet had en alle leiders had kunnen bewaken? Men zal goed doen, in een neutraal land deze en soortgelijke overwegingen naast een „Bruinboek" en andere publicaties te leggen En men zal tot de conclusie komen, dat aeze opwindende gebeurtenissen van twee kanten beschouwd moeten worden. Wil men eerlijk en onpartijdig zijn. staan. En dat we dubbel voorzichtig met ons oordeel behooren te zijn als het gaat om mo gelijke 6chuld van menschen, partijen of be wegingen, tegen wie we om de een of andere reden ingenomen heeten. Ik heb alle verslagen van het proces-v. d. Lubbe op den voet gevolgd, heb tal van zit tingen bijgewoond, met vrijwel alle betrok ken menschen ook buiten de proces-zaal ge sproken en op deze wijze mijn, menschel ijker- wijs gesproken, onpartijdig voorloopig oor deel gevormd. En het komt me nuttig en noodig voor, daarover eens kort te berichten. Nemen we in de eerste plaats de ook in Nederland algemeen verbreide hvpothese, dat de Duitsche nationaal-socialisten den brand in den Rijksdag „noodig hadden met het oog op de verkiezingen van begin Maart" en dat deze brandstichting voor hen „een geschenk des hemels beteekende" Geen Hitler-aanhanger in en buiten Duitschland bureaux bezatte en een voor de marxisten zoo compromittecrend materiaal tot voorberei ding van opstand en burgeroorlog ontdekte dat de publicatie daarvan meer dan vol doende was voor de verkiezingspropaganda, welke zij nog zou kunnen meenen noodig te hebben voor den 3en Maart. Maar ging het bij die verkiezing eigenlijk nog om de in-tusschen ontbonden communistische partij? Ging het nog om de reeds tot absolute machteloosheid gedoemde en van haar aanvoerders beroofde sociaal- democratie? Neen, 't ging tegen de „burger lijken". tegen Centrum, democraten, Duitsche Volkspartij, Beiersche Volkspartij en kleinere en kleinste groepen der „bourgeoisie". Het ging om een zoo groot mogelijke nationaal socialistische fractie ter verschuiving van de meerderheid naar de Hitier-beweging. Daar toe was g.en brandstichting „noodig". Maar men bedenke ook, dat zulk een KANTONGERECHT TE ALKMAAR. Strafzitting van Vrijdag 27 Oct. 1933. Mondelinge uitspraken. Overtreding van de Motor- en Rijwiel- wet: P. J. G. te Heemstede, S. M. S. te Bergen, J. v. D- te Alkmaar, ieder 2 boete of 2 dagen hechtenis; C. K. te Duivendrecht 3 boete of 3 dagen hech tenis; B. Ij. te Assennelft, H. M. v. d. P. te IJmuiden, J. N. v. B. te Alkmaar, C K. te Limmen, Th. W. F. H. te Hilversum, P. S. te Heerhugowaard, D. R. te Alk maar, H. D. P. te Amsterdam, ieder 4 boete of 4 dagen hechtenis; G. S. te Alkmaar, H. T. te Oudkarspel, ieder c boete of 5 dagen hechtenis, G. H. P v d G. te Alkmaar, R. W. te St. Pancras, ieder 6 boete of 6 dagen hechtenis; S P. N. te Haar'em, 10 boete of 10 da gen hechtenis; P. v. d. M. te den Helder, M. W. te Bergen, B. J. A. te Koedijk, ieder 15 boete of 15 dagen hechtenis, A. L. te Zijpe, J. v. d. K. te Hillegom, J M. te Bergen, A B te Oudorp, J. H te Medemblik, J. P O. te Beverwijk, ieder 20 boete of 20 dagen hehtenis, H J. M. te Bergen, J. C. P. te Leeuwar den, ieder 40 boete of 40 dagen hechte nis, P. A. V. te Heiloo 8 en 10 boete of 8 en 10 dagen hechtenis; P L. te Ab- bekerk 80 boete of 40 dagen hechtenis, D. Q. B. te Zeist 40 boete of 40 dagen hechtenis met toewijzing van de civiele vordering ad 25 aan J. Z. Overtredingen van de politieverorde ningen. J. L. H. te Amsterdam, A F. W. de B. te Amsterdam, ieder 0.50 boete of 1 dag hechtenis; P. de M. te Warmen- huizen 1 boete of 1 dag hechtenis; A. v. E. te Alkmaar, T. v. S te Heiloo, J. v. T. te Amsterdam, J. H te Amsterdam, W. A. te Bergen, ieder 2 boete of 2 da gen hechtenis; N. W. te Alkmaar, 3 boete of 3 dagen hechtenis; J. G. W. te Haarlem, J. v. d. L. te Haarlemmermeer J v. d. L. te Assendelft, A. P. v. O te IJmuiden, C. B. te Rotterdam, ieder 4 boete of 4 dagen hechtenis; Th. W. M te Alkmaar, 5 boete of 5 dagen hecht. Overtredingen van de Visscherijwet: J. J. T. te Amsterdam, teruggave aan de ouders zonder toepassing van straf; A. K. te Wormerveer, J. D. E te Krom menie, R. K. te Wormerveer, P. K. 'e Krommenie, allen ontslagen van rechts vervolging, J. H. M. te Amsterdam, G. N. te Amsterdam, H. H. te IJmuiden, C. D. te Koedijk, ieder 4 boete of 4 dagen hechtenis. Overtredingen van de IJkwet: A. B. te de Rijp, teruggave aan de ouders zon der toepassing van straf; M. M. te Alk maar, C J. de G. en A. J. Sa te Alkmaar, P. J. en C. A. R. te Alkmaar, W. W. te Alkmaar, A. de G. te Midwoud, J. L te Alkmaar, ieder 2 boete of 2 dagen hechtenis; J. P. te Alkmaar 7 X 050 boete of 7 X 1 dag hechtenis, P. R te Alkmaar 3 X 1 boete of 3 X 1 dag hechtenis; A. J. N. te Alkmaar, 6 X 0.50 boete of 6 X 1 dag hechtenis; S. H. te Alkmaar 4 X 1 boete of 4 X 1 dag hechtenis. Overtreding van het Rnstdagbeslnit; J. B. te Wommels 4 boete of 4 dagen hechtenis, M. L. te Uitgeest, Overtredingen van de Crisisznivel- wet: M. L. te Uitgeest, J. Z. te Uitgee t ieder 10 boete of 10 dagen hechtenis. Overtreding van de Spoorwegwet: B. v. L. te Amsterdam, 4 boete of 4 dagen hechtenis. Overtredingen van de Arbeidswet: P. C. B te Alkmaar 2 boete o. 2 dagen hechtenis; P. K. te Alkmaar 3 boete of 3 dagen hechtenis. Overtreding van art. 427 van het Wet boek van Strafrecht: F. van L. le Scher- merhorn, 6 boete of 6 dagen hechtenis. Overtreding van art. 424 van het Wet boek van Strafrecht (baldadigheid): J. J. S„ A. A. v. D. W. A M. T. tt Alk- maai resp. 10 boete of 1 week tucht school en teruggave aan de ouders zon der toepassing van straf; W. B. te Ber gen 8 boete of 1 week tuchtschool, F. de H. te Bergen, teruggave aan de ouders zonder toepassing van straf; H. v. d. B. te Bergen, 8 boete of 1 week tuchtschool, J. K. H. te Bergen, terug gave aan de ouders zonder toepassing van straf; E. G. te Alkmaar 5 boete of dagen hechtenis; J. K. te Heiloo 3 boete of 1 week tuchtschool. Overtredingen van de Jachtwet: A K Cz. te Egmond aan Zee, 10 dagen hech tenis, E. G. te Egmond aan Zee, 14 dagen hechtenis. Overtredingen van art. 461 van het Wetboek van Strafrecht (loopen over vfboden grond: P. C. en J. V. te Eg mond aan Zee, ieder 3 boete of 3 dagen hehtenis, F. S. te Castricum, vrijspraak. Overtreding van art. 453 van het Wet boek van Strafrecht (dronkenschap): J. T. te Beverwijk 4 boete of 4 dagen hechtenis. OVERTREDING VAN DE CRISIS-ZUIVELWET? De staten van de Crisis-Zuivel-Centrale bepalen, dat erkende belanghebbenden in den zin van het Crisis-Zuivel-besluit zijn diegenen, die door den voorzitter der Crisis- Zuivel-Centrale zijn erkend. De landbouwer P. J. P. te Ossenisse had zich te verant woorden voor den kantonrechter te Hulst ter zake van het als erkend belanghebbende niet voldoen aan het voorschrift van het Crisis- Zuivelbesluit n.1. dat hij geen aanteekening over den gang van zaken in zijn bedrijf heeft gehouden. De kantonrechter te Hulst sprak den verdachte vrij, doch in hooger beroep heeft de rechtbank overwogen, dat door het zijn van landbouwer en het zich willen aan sluiten bij den Bond van Zuivelproducenten voldoende blijkt dat verdachte belanghebben de is. Tegen dit vonnis is verdachte iu cassa- tie gekomen bij den Hoogen Raad; voor welk college mr. Adriaanse uit Middelburg toogde, dat deze kwestie in Zeeland VeM moeilijkheden baart en in hoogste instant dient te worden uitgemaakt, of deze landbou wer, die niet is erkend door den voorzitte der Crisis-Zuivel-Centrale toch beschouwd moet worden als belanghebbende in den 7in der wet. zin Op 13 November zal de raai conclusie nemen. procureur-gene- OPRUIING. Voorzitter O. S. P. veroordeeld. De voorzitter van de O.S.P., P. J. Schmidt te Amsterdam, is door den politierechter te Dordrecht veroordeeld tot 2 maanden gevan. genisstaf, wegens opruiing tijdens een op 3 Maart j.1. te Sliedrecht gehouden vergade ring. Het Haagsche gerechtshof heeft dit vonnis gister bevestigd. GEBRUIK GEMAAKT VAN VALSCHE GESCHRIFTEN. Het gerechtshof te Den Haag wees gistef arrest in de zaak tegen den 38-jarigen Wil helm M. alias George Johnstone, die door de Rotterdamsche Rechtbank is veroordeeld tot 2 jaar gevangenisstraf ter zake van oplich ting en gebruikmaking van een valsch ge- schrift. Het Hof heeft heden dit vonnis bevestigd ZIJN VROUW GEDOOD. De Hooge Raad heeft behandeld het cas satieberoep van D. C. W„ bontbewerker te Rotterdam, die wegens doodslag op zijn vrouw, op 25 Juli 1932 gepleegd in de wo- ning aan de Groote Visscherijstraat 3 al- daar, door het Haagsche Gerechtshof is ver oordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf. Mr. S. v. Ooien te ês Gravenhage, lichtte twee cassatiemiddtlen toe, waarna de con clusie van het O. M. op 13 November be paald werd. MISHANDELING. De Hooge Raad heeft gisteren verworpen het cassatieberoep van J. w., door het Hof te 's Hertogenbosch veroordeeld tot 2 jaar ge vangenisstraf wegens het plegen van mis handeling met doodelijken afloop in een café te Uden. DE GEWIJZIGDE TARWEBESCHIKKING 1931. De Hooge Raad heeft heden arrest ge wezen in de zaak van F. L. v. R„ die voor het kantongerecht te Hulst heeft terecht ge staan ter zake van het niet invullen van het formulier, dat behoort bij de gewijzigde tar- webeschikking 1931. De kantonrechter ont sloeg verdachte van rechtsvervolging omdat hij meende, dat de minister zijn bevoegdheid te buiten ging met het geven van deze be schikking zoodat die verbindende kracht zou missen. De rechtbank te Middelburg gaf in hooger beroep alleen ontslag van rechtsvervolging voor wat betreft het niet invullen van de 6e kolom, aangezien uit tet hoofd daarboven niet zou blijken, dat deze kolom van dag tot dag moet worden bijgehouden. De officier van justitie te Middelburg tee- kende van dit vonnis cassatie aan, aanvoe rende, dat boven deze kolom staat: „ver werkt en verkocht per kalenderweek" hetgeen volgens 's officier moet worcen opgevat, dat het invullen daarvan op gezette tijden be hoort te geschieden. De procureur-generaal bij del Hoogen Raad was het hiermede eens, maar oordeelde het ten laste gelegde niet strafbaar. De Hooge Raad heeft nu het vonnis ver nietigd en het bewezen verklaarde als zijnde in strijd met art. 4 van het Tarwebesluit 1931, strafbaar gesteld, den requirant ver- oordeelende tot 2 boete, subs. 1 dag hech tenis. VRIJSPRAAK. Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft gisteren den chauffeur H. F. K. uit Tegelen, die door de rechtbank te 's-Hertogenoosch was veroordeeld tot drie maanden hechtenis, terzake dat hij te St. Oedenrode met zijn auto W. v. Son heeft overreden, die aan de gevolgen is overleden, vrijgesproken. KORTE BERICHTEN. De Ned. Heidemaatschappij heeft een plan ontworpen tot het in werkverschaffing verbeteren van de z.g. Roode Beek, gelegen in de gemeenten Doetinchem, Zelhem en Hummelo en Keppel. De kosten van een en ander zijn geraamd op circa 150.000. Een voorstel van B. en W. van AmsteP dam aan den gemeenteraad in zake het in ge meentedienst zijn van gehuwde vrouwen is in concept gereed en zal, nadat het in het ge organiseerd overleg is behandeld, nog dit jaar worden ingediend. 229. Simmy en Wo-Wang dreigden nu toch flauw te vallen van honger. Dat schenen de mannen te be grijpen en ze brachten elk een aarden schotel met een bruin-zwart papje er in. De professor proefde eens en zei: „Gans goed! Fijne slaggensoep". Hij had al weer zijn hond voorbij gepraat, want Simmy werd er akelig van toen hij dat hoorde. "j Maar honger is een scherp zwaard en toen zij r,w Jü \ï?SS«? met smaak zagen lepelen, knepen Sim- 11 O-W ang hun oogen stijf dicht en brachten n lePeI naar hun mond. Zoolang zij de inhoud - -1 ?n schotel maar niet zagen, smaakte het werke- jk niet kwaad en vooral Simmy begon hoe langer hoe vlugger te eten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 6