VOOR DE KLEINTJES Hoofatfüp*, Kiespijn Mtii+Uiacdl's poeder Dat moet je eens zienl DE WIND KLEUR- EN KNIPPLAAT WEGGELOOPEN Uoor kleine tuinen. antwoord op het fouten- zoekplaatje uit HET VORIOE nummer. Raadsel hoekje xxxxxxx scltfB leven als kluizenaars van meel en soms wtt i»m als eenig voedsel en thee, als drank, altijd in den hoop den volgenden dag een goede vondst te maken. Een enkeling heeft sorflk geluk maar meestal vinden ze juist ge» njte <>m ,n schamel levensonderhoud te kunnen voorzien. Natuurlijk uerden ook wij aangestoken door de goudkoorts, maar we konden er ons niet ernstig op toeleggen bij gebrek aan gereedschap. Men heeft nameliik een houweel nöódig om d4 stukken rots te kunnen afhouwen. Dan uoet de steen fijn gestampt worden. Men doet een weinig gruis in een bakje water en schudt het rond en men laat het water afloopen. Wan» neer men dit pioces verscheidene malen her» haalt. i« het steengruis verwijderd Het goud, dat zwaai der is blijf* achter. Wanneer een gcudho'Hende laag aangetroffen is, wordt h<>t gesteente vervoerd naar een onderne ming, die voor zoovel per ton het goud op groot* re schaal van het gesteente scheidt. Soms wor Jen hier ook goudnuggets gevon den, dat zijn klompjes zuiver göud. Wij waren niet zoo geiukkie Wel vonden we eefl hoeveelheid mica. Wij bereikten r.u Kal- goorlie het centrum van de goudvelden. Hier zijn mijn ondetnemingen op groote schaal gewoonlijk ondernomen met Engelsch of Amerikaansch kapitaal De strook land fbs- schen Kalgoorlie en het naburige Boukter wordt .the golden mile'' genoemd. Som mige mijnen in deze strook zijn ruim 1000 M diep. Het go idhoudende gesteente wordt hier door middel van dynamiet losgemaakt, dan wordt het naar de oppervlakte gevoerd, waar het fijn gestampt wordt aaarna worden goud en steengruis gescheiden. Het achter geblevene gruis wordt opgehoopt. Wij zagen verscheidene van deze gruis bergen op het ter rein van de mijnondernemingen. Nu heeft men betere processen uitgevonden om het goud af te scheiden en daarom worden deze oude hoopen opnieuw behandeld. Toen het goud hier voor het eerst gevonden werd, stroomden de mensehert van overal naar Kalgoorlie en er was groot gebrek aan water, dat toen voor ongeveer 10 cent per L. verkocht werd. Thans wordt Kalgoorlie van water voorzien vanuit de Darling Ran ges, een heuvelreeks in de nabijheid van Perth en het water wordt door een pijp leiding Van 1 M. dóorsnede, die bovenop den grond ligt, over een afstand van 650 K.M. naar hier opgepompt. Van Kalgoorlie volgden wij deze waterpijpen en daar er hier en daar kranen aangebracht ziin, had den wij ons niet meer over onze watervoor ziening bezorgd te maken. He* was een ge not weer zuiver water te kunnen krijgen. 40 K M. verder lag Coolgardie. Dit was eens een bloeiend goudmijn-centrum, maar toen de gouden nijl in Kalgoorlie ontdekt werd, beteekende dit het eind van Coolgar die. In de mijnen wordt niet langer ge werkt en Coolgardie ziet er verlaten en tróosteloos uit. Wij zagen verscheidene groote gebouwen, als bankgebouwen en hotelin verval zonder vensters of daken en met de meeste woonhuizen was het evenzoo gesteld. Van hier was het 175 K.M. naar Southern Cross en deze afstand was weer geheel zonder nederzettingen en beboscht. Dicht bij Southern Cross gekomen zagen we voor het eerst weer enkele tarweboerderijen. Daar de 'regen in dij meer in het binnenland gelegen gebied veel later komt, was ook de oogst hier later en zoo gelukte het mijn man hier nog een week werk te krijgen om den oogst af te maken. Het was nu 12 Januari 1933. Na deze week nam hij een contract aart om voor den boer naast dien waar hij eerst gewerkt had, ongeveer 20 hectaren land af te branden, waar in den vorigen wilder alle boomen omgehakt waren die nu droog waren. Bij dit afbranden gaat men als volgt te werk. Het droge kleine hout. de takken, wor den opgestapeld rondom en onder de omge hakte stammen. Met het eigenlijke afbranden moet natuurlijk gewacht worden tot het oogsten in de omgeving afgeloopen is. Dan wacht men tot er een Noordoosten wind is, dit is een wind vanuit het binnenland en het is gewoonlijk een sterke en heete wind. Ook is er bij dezen wind niet veel kans dat de windrichting veranderen zal. Men steekt nu een vuur aan in een kant van het af te bran den stuk land. aan de zijde vanwaar de wind komt mét het gevolg dat het vuur door het geheele stuk gaat. Wanneer dit gedaan wordt ziet men de rook voor mijlen in het rond. Het vuur trekt echter niet ver in het levende geboomte en dooft vanzelf neer. Dan branden slechts de stammen nog en de in den grond achtergebleven boomstronken. Men moet nu voortdurend deze stammen brandende houden en wanneer één uitdooft, er brandend hout van een anderen stam onder leggen. Het duurt verscheidene weken, voor dat het land geheel vrij van hout is. daar vooral de boomstronken veel tijd nemen. Planttijd. Vanaf half Octöber tót einde Novem ber is het de meest geschikte tijd voor het verplanten van bladverliezende houtgewassen. Ze zullen dan voor den winter nog nieuwe haarwortels vormen en daarmede bij het ontluiken der knop* pen in het vroege voorjaar het benoo- digde vocht en voedsel Uit den bodem kunnen opnemen. Bij het ontgraven Van te verplanten houtgewassen moet voor zichtig worden te werk gegaan opdat de wortels, ook de fijnere, zoo min mogelijk worden beschadigd. Indieh het bhad er nog gedeeltelijk aan is moet dit tegelijkertijd worden afgestroopt of ge plukt zonder hierbij de knoppen te be schadigen. Verzuimen we dit dan is de verdamping van de bladeren vaak oor» zaak van het krimpen en insterven der jonge twijgen. Houtgewassen die jaren achtereen vast staan, laten zich niet ge makkelijk verplanten. We doen er dan liefst 2 jaar over. Nu steken we de wor tels op een bepaalde lengte af waartoe we bij groote exemplaren een smalle geul om de plant graven. We kunnen deze geul dan met goede tuinaarde en mest vullen. Hierin zullen zich nu jonge wortels vormen waarmede we een vol gend jaar kunnen verplanten. Bij het beplanten van tuinen houden we vooral rekening met de beschikbare ruimte Meestal wordt *e dicht geplant zoodat het eene het andere verdringt en daar door niets tot volle schoonheid komt Heesters als: Sering, Weigelia, groot- bloemige jasmijn of Philadelphus gran- diflörUs, sneeuwbal of Viburnum Opu- lus sterile, blaasboom of Colutea Bud- dleya en dergelijke, mogen we gerust een afstand van 2 M geven. Is het dat ze de eerste tijd wat veel tüsschenruim- te hebben, plant er dan hoog groeiende vaste planten, Dahlia's of eenjarige zo merbloemen tusschen. Nu zijn boven staande forsch groeiende soorten hiet bepaald aangewezen voor beplanting van kleine stadstuintjes. Daarvoor ge bruiken we liever tal van Berberis en Cotoneaster soorten, Cytisus, Jap. Acers, Malus of sierappels, Prunus serbulata of Jap kers, e.a. De meeste zijn geen wilde groeiers, fcoodat ze elkander niet spoedig hinderen. Maak voor het plan ten geen diepe plantgaten zonder meer, Beter is het wanneer het geheele terrein eerst wordt omgespit en daarna beplant. Plant niet dieper dan de plant gestaan heeft, en reken daarbij op het nazakken Zorg vooral dat de tusschenruimte tus schen de wortels behoorlijk met losse grond wordt aangevuld. De te gebruiken mest mag niet direct met de wortels in aanraking komen. De plant moet stevig komen te staan, daarom wordt de losse grond licht aangetrapt. A G. geweest. Het was hem onmogelijk om iets in zijn vak te bereiken. Toen ik in Syéhey was leerde Ik een En gelsch meisje kennen, die In Londen een graad aan de universiteit behaald had en zij kon niets betera te doen vinden dan vloeren schrobben in een café. Ook voor een ervaren werkman is het hier baast onmogelijk werk te krijgen, daar men de buitenlanders uit de vakverenigingen weert en de vskvereeniglng is in dit land almachtig. Mijn man, die een Engelschman is. weet daar van mee te praten. Wil men hd worden van een vak» vereenigiüg, dan wordt er gezegd: „U kunt geen lid worden, voordat U een betrekking iieeft" en wanneer men zich voor een betrek king aanmeldt, hoort men, dat niemand aan genomen wordt, die geen lid van de vak vereniging is Ik kan het dan ook niemand aanraden naar Australië te komen, wanneer men hier geen vrienden of verwanten heeft, die in goede omstandigheden verkeeren en behulpzaam kunnen zijn met het vinden van werk Zelfs voor iemand met kapitaal is het mijns inziens gewaagd, dit hier ln een of andere onder neming te steken, wanneer men niet vol komen met de toestanden op de hoogte la. daar alle bedrijven hier natuurlijk op een andere wijze dart m Holland gevoerd wor den. Men kan van den geboren Australiër niet veel hulp en niet veel goeden raad ver» wachten. bedaart spoedig met een Per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Bij Uw drogist den van hier uit van water voorzien en de tusschen ingelegen plaatsen natuurlijk ook. Wij bereikten Perth vroeg in den morgen en vonden een tijdelijk onderdak. Wij hadden onze kleeren en bezittingen in handkoffers van Melbourne per boot naar Perth opge zonden voordat wij onzen tocht aanvingen en ze geadresseerd naai een goederenbe waarplaats. Toen wij ze ir bezit wilden nemen, ver namen wij tot onze ontsteltenis, dat de goe derenbewaarplaats geheel afgebrand was. Daar wij in dien tijd in 't binnenland waren hadden wij natuurlijk geen kranten gelezen, vandaar dat we hoewel het maanden te voren geschied was, er niets van gehoord hadden. Dit was een groote tegenslag, aan gezien wij de goederen alleen voor het ver voer per boot verzekerd hadden, en deze verzekering liep natuurlijk af, toen het goed op den werf kwam. Men kan begrijpen hoe onze kleeren er na den langen tocht uitzagen, vooral daar we natuurlijk ons oudste goed mee genomen hadden. Nu moesten we alles nieuw aan schaffen, zoodat onze onderneming ons niet veel voordeel opleverde. Wij zuilen ons dan ook wel niet weer in zulke avonturen storten. Een fietstocht is in Holland iets heel gewoons, maar met deze H geweldige afstanden en een zoo schaarsche voordat ze gehtel wegbranden Men ziet dat bevolking is hét een geheel ander geval. De men hier in deze streken niet zuinig met het tocht uien wij maakten wordt hier misschien hout behoeft te zijn. Maar dit gebied is zoo- door een half dozijn menschen per jaar on ver van de stad verwijderd en deze bos- dernomen en velen keeren terug, wanneer ze schen strekken zich over honderden mijlen in het rond uit. zoodat het niet loont het hout te Vervoeren en afbranden de eenige manier is om het kwijt te raken. Mijn man maakte ongeveer 80, behalve onze .kost in 5 weken, maar dat kon veel minder geweest zijn. wan neer het weer ongunstig geweest was en het zoodoende langer geduurd had. Men kan begrijpen, dat h<*t een warm werk was, daar het tegen het midden van den zomer ge schiedt. De temperatuur in die dagen was ge woonlijk ongeveer 48 a 49 gr. C. in de schaduw. Er is hier echter een droge lucht, zoodat men het niet zoo gewaar wordt als wanneer mer diezelfde temperatuur in Hol land zou hebben. Toen het branden afgeloopen was was er geen kans in deze streek eenig ander werk te krijgen en daaiom vervolgden wij onzen tocht naar'Perth dat nu nog 380 K M. ver wijderd was. Wij kwamen door eenigszins bewoonde streken, dat wil zeggen, hier en daar stond een boerderij met verscheidene stukken boschland er tusschenin en wij pas zien welke eenzame streken men moet door trekken. Men heeft mij verteld, dat ik de eerste vrouw ben. die den tocht volbracht heeft, maar ik zou het niemand aanraden o-'s voorbeeld te volgen. Wij bereikten er m ieder geval niet veel mee. we kwamen van den regen in den drup. Aangezien het hier in Perth al even moei'ijk is om werk te vin den als het in Melbourne was. Vooral voor buitenlanders is het moeilijk, maar dat zal in dezen tijd wel overal het geval zijn. Wan neer men werk heeft, geeft men eigen landge- nooten de voorkeur, maar buitenlanders zijn daarvan de dupe vooral wanneer men niet zoo gemakkelijk weer naar zijn eigen land terug kar gaar Een eigenaardig verschijn sel is. dat de Engelschen het hier zwaarder te verantwoorden hebben •'an andere vreem delingen. Daar Australië bxh door de En gelschen gekoloniseerd is. kan ik niet be grijpen, waaruit deze antipathie voortkomt; maar het ia een feit en ik kan et verscheidene voorbeelden van geven, foen wij gedurende onzen tocht in de buurt van Aracat in Vic- seerden verscheidene kleine plaatsen zooals toria voor onze lunch halt gehouden hadden Merredin en anderen De weg was hier een ontmoetten wij een Engelschman. die tn goede macadamweg en zoo kwamen wij vlug zijn bezettingen in een deken gerold het lana vooruit Wij kwamen dror Northam en be- doortrok. Hij bleek een dodor in.de Pnar" reikten de Darling Ranges een heuvelretks made te zijn Hij toonde ons zijn diploma 30 K M. van Perth verwijderd. Deze heuvels vertelde dat hef eenige werk. dat hij zijn zeer waterrijk daar er in het kustgebied 3% jaar da* hij hier was, ooit gen nogal regen valt en Perth en Kalgoorlie wor-1 een jaar werkzaam als boerenarDeso De zeven fouten waent I. Bord rust nergens op. Assen en Hoogeveen «ijn verwis» seld. Fledder moet met een V. Overijssel heeft één s te veel. Duitschland moet Groningen zijn. Ezel fnöét koe zijn. Atlas heeft den rug aan den ver keerden kant, (Nadruk verboden). II. III. IV. V. VI. VII. Ik woon in Huls ter Heide, buiten, En o, het is er toch zoo fijn! En Wèèt je, wat ik ook zoo leuk vind? Voorbij ons huis komt daags de trein. Die trein kan dan zoo lékker puffen. Ik groet altijd den machinist. Ik wuif altijd zoo met mijn zakdoek, Dan weet ik, dat hij me nooit mist We wachten altijd eiken morgen En staan dan babb'lend op een rij En huup! daar hoor je 'tin de verte En rrrtdaar Snelt hij weer voorbij! Je hoort precies, hoe het wel dendert Soms ben ik echt een beetje bang, Als hij zoo stoom uitlaat zoo dicht bij Of zoo laat piepen elke stang. oiur Die trein is voor ons huis een feestje, Maar 't allerprettigst is voor mij, Als ze mijn móeder naar ons huis rijdt, O, kind'ren, dan ben 'k toch zoo blij! TRUUS VERDONER—SALOMONS. (Historisch). (Nadruk verboden). door C. E. DE LILLE HOGERWAARD. De Wind blaast in den schoorsteen, Hij buldert met geweld. En op dat booze heerschap Zijn wij heusch niet gesteld. Maar plots'ling scheuren wolken. Wie gluurt er door? De Zon. -* Zij moet nu toch heusch lachen, Dat Wind zoo boos zijn kon! De Wind schijnt zich te schamen En krijgt wat minder praats. Want nu de Zon schijnt, is er Voor boosheid heusch geen plaats. Hoe dus de Wind mag razen, Hij wordt het eind'lijk moe En gaat om uit te rusten Dan maar naar bedje toe. (Nadruk verboden) 2. 3. 4. 1. Oplossingen der raadsels uit het vorige nummer. Voor grooteren. De grootste helft van de pruimen is nog niet rijp. (elft). Heeft Oom Bob leiboomen voor den tuin gekocht? (blei) Wij zagen Jaap al in geen half uur meer. (paling). Mijn zuster stond mij in de moeilijk ste aren van mijn leven bij (steur). Kopenhagen- Koen, pen, koe, hak kaap, noga. K Kerseboom mes Karei V a a s s e n Kerseboom g 1 ij b a a n ploeg vos m Kon (ing), Dor (a) kondor. Voor kleineren. L 1 it P I D A P A S tl -4 Eerst da plaatjes en de driehoekjes overtrekken. (Aan het voorbeeld hoef Je niets te doen). Daarna alles op dun karton plakken. Vervolgens de plaatjes kleuren. Nu de plaatjes en de driehoekjes uit knippen. Den jongen en den hoilti tegen het hek plakken, zooals het voorbeeld aangeeft Dan de driehoekjes op de stippellijnen omvouwen. De reepjes de rdriehoekjea met lijm of glutön bestrijken en té tegen de plaatjes plakken. (Nadruk verboden). Op vlugge, rappe voetjes Loopt kleine Daatje weg Ze is bij 't witte hekje al, Het hekje bij de heg! Maar Moeder mist haar kleuter, Loopt één-twee-drie! haar na, Pakt 't kleine, vlugge meisje En zegt: Foei, stoute Da! Je mag toch niet den tuin uit En op den grooten weg! Daar rijden fietsen, auto's! 'tls daar gevaarlijk, zeg! Blijf jij dus maar bij Moeder, Speel rustig in het zand. En als Je eens wilt uitgaan, Dan steeds aan Moeder's hand. Beloof je dat je Moesje? 2ul jij het nooit meqr doen? Nee Moeder, antwoordt Daatje En zij geeft Moes een zoen. Ik loop heusch nooit meer weg, hoor! Vóórdat ik het Je zeg En blijf bij jou, Moes, speleft Aan dezen kant der heg! Want als ik wegloop, Moeder, Ben jij zoo heel alleen En liever, zoeter Moesje Dan jij bent, is er geenl Klein Daatje speelt nu rustig Met vormpjes in het zand, Wuift telkens eens naar Moeder, Een zakdoek in haar handl Wat ls het toch gezellig, Dat zij Moes steeds weer ziet! En denkt ze: Weg weer loopen, Dat doe ik stellig niet! CARLA HOOG. (Nadruk verboden). 2 Afsluitboomen, hefboomen en tol- boomen. 3. Wesp, gesp. 4. peper Perzik, leeuw aarde ruile vlieg pekel OM OP TE LOSSEN. Voor grooteren. 1. Mijn geheel wordt met 9 letters ge schreven en noemt een vogel. 5, 8, 2, 7 is een zeeplant Een 5, 3, 2, 9 is een tijdsverloop. Een 1, 6, 2, 4, 5 is een roofdier. Een 5, 8, 6, 9 is een deel van een molen. Een varken heeft een 9, 7, 4, 1 in zijn staart 2. Kruisraadsel. Op ce beide kruisjeslijnen komt de naam van een bloem. X X X X X X Ie rij een medeklinker. 2e een toiletartikel. 3e een metaal. 4e 't gevraagde woord. 5t een waterplas. 6e een lichaamsdeel van een dier 7e een medeklinker. 3. Voeg een insect en een werelddeel samen en je krijgt een groente. 4. Verborgen plaateen in Europa- Hij wordt tegen twee uur op het kantoor verwacht Dit is afgesproken: ik haal «traks de brieven op. Laat die steenen toch liggen! Ik heb het je wel getezd: Cor kot onmogelijk al thuis eijh. Voor kleineren. 1. Wat draait heel vlug in het ronk En beweegt zich op den grond? 't Wordt geslagen, heeft nooit pijn. Zeg, nu eene, wat dat kan zijn! 2. Wie kan een getal maken van d 3. Met h ben ik een lichaamsdeel, net m kan ik iets bevatten, met t maak ik deel uit van Je gebit, met g ben ik een grondsoort en met w vindt men mij in elk vertrek. 4. Op de zigzag-kruisjeal ijn koat, van boven .aar beneden geiteen, 4e naam van een dier X Ie rij een weekdléh een vaartuig. een dans. een meisjeenaam. een schaap, dat oor spronkelijk ergens an ders thuis hoort een rivier, die gedeel telijk door tns land stroomt een deel van Jé mmtlX een rivier in Duitsch land. een stroompje. timmermansgereed schap. (Nadruk verboden). X 2e X 3e 4 X 4e X 5e X X X 6e X 4 4.X 7e 8e 9e 10e

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 7