DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. VROOM DREESMANN Uit het fxulemeM Qaodlyksch 0vettzidU De herdenkerij vandenPutschvan1923 EEN NIEUWE TOEGANG EEN KEURIGE TOEGANG EEN GEMAKKELIJKE TOEGANG &99 NAAR FEEST-PROGRAMMA BEZOEKT V. D. LUNCHROOM No. 266 Vrijdag 10 November 1933 135e Jaargang Te Munchen is de Puisch van 1923 herdacht door Hitier en zijn aan hangers. Redevoeringen van de leider en van Goebbels. DE DOODEN HERDACHT. V V V ONZE ALOM BEKENDE GEZELLIGE LUNCHROOM MORGEN, ZATERDAG, KUNT U OOK ONZE LUNCHROOM BEREIKEN DIRECT VANAF DEN BUITENKANT IN ONZE ETALAGEHAL (LAATZIJDE) BIJ DE AFD. LEVENS MIDDELEN VINDT U EEN KEURIG VERZORGDE MARMEREN TRAPOPGANG NAAR DE LUNCHROOM TER GELEGENHEID HIERVAN HEBBEN WIJ VANAF DES AVONDS 8 UUR EEN SPECIAAL GEARRANGEERD ONDER DE BEKENDE LEIDING VAN MELCHERT SCHUURMAN, WAARBIJ AAN DE BEZOEKERS VAN DEZEN FEESTAVOND EEN KLEINE VERRASSING ZAL TEN DEEL VALLEN. WIJ HOPEN DAT EEN EN ANDER BIJ ONZE GEACHTE CLIËNT ÈLE IN DEN SMAAK ZAL VALLEN. NERGENS LEUKER NERGENS GEZELLIGER ALKMAAR Wal vandaag de aandacht trekt Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar f 2. irancr door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regei meer 0 25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Den Haag, 9 November 19C3. De eerste termijn van de algemeene beraadslagingen in de Tweede Kamer over de Rijksbegrooting is achter den rug: morgen komt minister Colijn aan het woord ter beantwoording van sprekers. Hedenmiddag hebben nog 8 afgevaardigden van hunne opvattin gen en inzichten getuigenis afgelegd. Niet altijd was dit belangrük of ook zelfs maar interessant, doch geen der hoorders zal het ontkennen, dat de eerste spreker ook ditmaal de meest be- teekenende is geweest. Het was de oud- minister van financiën, Mr. de Geer, thans fractieleider der Christelijk- historischen in de Tweede Kamer. De heer De Geer is geen orator met breede gebaren, hij leest, gelijk de mees te kamerleden, zijn rede voor, maar wat hij daarin op ietwat gereserveerden toon zegt, is zoo eevnudig precies gezegd, dat de Kamer gaarne naar hem luistert. Er zijn onder zijn rede oogenblikken ge weest, dat men een speld had kunnen hooren vallen. De spreker is begonnen met een feilen uitval tegen de extremistische partijen e in het bijzonder tegen de fascisten. Hij kon zich best vereenigen met de maatregelen der Regeering tot bestrij ding van de uitingen van extremisme, maar hij meende, dat zij in haar optre den tegen het fascisme een schrede ver der had moeten gaan en ook den Ned. Fascistenbond van den heer Mussert on der hare verbodsbenalingen had moeten betrekken. Erg bezorgd maakte de heer De Geer zich blijkbaar niet over het fascisme hier te lande. Wij deugen er niet voor, zoomin als b.v. Engeland, de Scandina- vi che landen en Zwitserland. Iets anders is het défaitisme. In ver trad hiermede hae'de hij een zinsnede uit de Memorie van Antwoord aan. waarin de Regeering verklaart te hopen op een meerderheid in het Pir'ement om den huideng parlementairen vorm te kunnen handhaven. Dat is een on juiste visie van de dingen - ook bi' het wegvallen van een dergelijke meerder heid behoeft volstrekt niet de chaos aan te brekert. Aan den grondwettelijken vorm moet wonder, vastgehouden, maar wanneer men dat in het oog houdt, dan is er voor een defaitistische uitlating als deze geen aanleiding Het Parlement Tja" "oen Pil'l-cano. Iq H'+ler wn-li«n: Het parlement wordt nooit geknecht Mits het maar ja en amen zegt. Met het verbod aan de ambtenaren cm deel te nemen aan eenige actie tegen de Regeering ging de spreker accoord. al vond hij de circulaire minder geluk kig. Vooral moet de ambtenaar in zijn ressort zich van actie tegen de Roe ring onthouden. In ons huidige poli tieke stelsel zijn vier ontaardingen, wel ke met vergiftiging dreigen In de eerste plaats vergete men niet dat het kies recht geen recht doch een functie is. waarbij het algemeen belsn'g uitsluitend richtsnoer moet zijn. De tweede ont aarding is, dat de gekozene zich door den kiezer laat beïnvloeden. Dan is het een fout, dat het Parlement tracht de taak van het centraal gezsjr 0ver te nemen. En de vierde ontaarding, welke ons politiek leven bedreigt, is de ver zaking van den eed van den volksver tegenwoordiger. Met het financieel beleid der Regee ring kon de spr. zich in het algemeen vereenigen. De raad van den heer Al- barda om ons het financieele levens te vergemakkelijken door voor de helft der crisisuitgaven te leenen zou pernicieus zijn. Bovendien is deze in strijd met de uitingen van het dagblad „Het Volk". Intusschen betwijfelde hij de noodzake lijkheid van de opheffing van het ge heele Leeningsfonds, gelijk minister Oud thans heeft voorgesteld. Eenige be schouwingen alsnu wijdende aan het dekkingsplan, waarschuwde de heer De Geer tegen al te veel optimisme. In de 47 H millioen, welke op Onderwijs, De fensie en Spoorwegen zullen worden be spaard, zitten nog onzekere elementen en het evenwicht zal nog niet zijn be reikt, wanneer de voorstellen der Regee ring zijn aangenomen. Er kunnen te genvallers zijn. Tot de uitvoering van groote werken mag niet blindelings worden besloten. In de eerste plaats moet worden onderzocht welk percen tage arbeidsloon er in ligt opgesloten. Men moet daarbij niet enkel letten op de leeningscapaciteit, maar ook op de mo gelijkheid om rente en aflossing te kunnen betalen, dus onze budgetaire capaciteit. Ook mag z. i. niet overijld te werk worden g gaan bij de verdere drooglegging van de Zuiderzee, omdat we allicht na de demping van de zee geen middelen zullen hebben om de tekorten te dempen. Da spr. besloot zijn rede met de ver klaring, dat de Chr. Hist. leden het een voorrecht achten de Regeering te kun nen steunen bij de vervulling van haar bijna bovenmenschelijke taak, waarbij hij en zijn medeleden het ministerie Gods bijstand toewenschen. Een geheel ander geluid deed de vol gende spreker, de communist De Visser hooren. Deze kende aan het kabinet een reactionnair-kapitalistisch karakter toe en had het weer druk over het kapita lisme. dat reddeloos verloren zou zijn Hij sprak van schijn-democratie, waar bij de sociaal-democratie zich bij de Regeering voegt in de bestrijding van het fascisme Hij zette weer eens uit een. dat de besparingen op de arbeiders er. de werkeloozen worden verhaald en achtte het noodig nog weer eens te ver klaren, dat het Nederlandsche commu nisme vrij en onafhankelijk van Rus land is. Aan het slo{ zijner rede diende hi] een paar moties in, blijkbaar in de hoop, dat hij nu de noodige ondersteu- nii.g er van bij zijn partijgenooten en den revoutionnair-socialist Sneevliet zou verkrijgen De laatste toonde zich bereid ze te ondersteunen, doch van de drie partijgenooten ontbrak de heer Schalker en als niet voldoende onder steund, vervielen dus de moties, waar van de een de vrijheid der ambtenaren om te demonstreeren opeischte, de an- dee opkwam tegen den druk der Regie ring op de loonen Wist de heer Schal ker dan niet welke plannen de leider koesterde? De heer Fleskens (r.kbesprak in hoofdzaak de financieele politiek der Munchen heeft een paar drukke dagen ge kend. Daar toch hadden zich eergisteravond honderdduizenden verzameld, die allen getui ge wilden zijn van de herdenking van den Putsch van 1923, een herdenking, die haar hoogtepunt vond in redevoeringen van Hitier. De rijkskanselier heeft de herdenking reeds Woensdagavond ingeluid met een rede, waar in hij betoogde, dat de Putsch het mogelijk had gemaakt tien jaar lang te strijden; als wij toen niet gehandeld hadden, zou ik nooit een revolutionnaire beweging hebben kunnen stichten, leiden en in stand houden. De ge beurtenissen van 1923 toonen ons de wijsheid der Voorzienigheid en doen ons gelooven. dat de offers, idie wij hebben gebracht, niet vruchteloos zijn geweest. Over de beteekenis van de a.s. volksstem ming zeide Hitier o.m.: Onder conferenties verstaan wij bijeenkomsten van gelijkgerech- 1 r; f v. Regeering en protesteerde in hat bijzon der tegen de laatste verhooging van 20 of de opcenten op de suiker Hi' ver- k aarde meer dan eens dat zijn fractie bi- de behandeling van het desbetreffen de voorstel haar stem er aan zou ont houden. De heer Sneevliet (rev.-soc.) heeft hierna onder meer uiteengezet, dat het op een einde loopt met het kapitalisme, dat een crisis doormaakt en waarbij we een stormvloed van het fascisme zullen beleven Het is thans daarbij een strijd voor het zjjn of niet-zijn vam het pri vaat-bezit en we staan voor een strijd van zijn of niet-zijn van de arbeidende klasse. Een vermakelijk oogenblik hebben we beleefd toen de heer Sneevliet, die een zeer goed spreker is wat den vorm be treft, zoodat de Kamer wel naar hem luistert, in het gevoel van zijn eigen voortreffelijkheid de heer De isser trevoegde. dat mei, blijkbaar toch lie ver naar hem luistert dan naar de schablonenhafte zinnen van den heer De Visser Dat deze daarop met eenige onvriendelijke uitingen antwojr e, kan men zich voorstellen, maa werd ons nu wel duidelijk dat derlijke verhoudingen tusscJ1€rV extremistische fracties toch hier erg paradijs-achtig zijn. De heer Kersten (st.-ger.) heeft m den breede betoogd, dat de verwerping van Gods Woord de bron was van de tegen woordige ellende. Het was een volledige boetpredikatie welke men mocht aan- hooren, waarbij aan het kabinet de op neming van paganisten werd verweten en dit °van een soort van crypto-libera- lisme werd beschuldigd. De spr. be weerde ook, dat het Parlement zich zei ven naar beneden haalde en het een propagandaplaats voor extremistische theorieën was geworden. Verder kwam hij op tegen subsidieering van de kunst, moedigde de Regeering aan tot krachti ger ingrijpen enz. De heer Van den Tempel (s.d.ap.) zet te uiteen, dat de steun aan den landbouw verkeerd werkt, drong aan op meer hulp voor de scheepvaart en pleitte weer voor een Industriebank. De heer Roestam (comm.) heeft hierna gepoogd een scheldrede tegen de Re- g *ering te houden, doch maakte het zoo bar, dat de Voorzitter hem het woord ontnam. Nadat ten slotte de heer P. Arts de beginselen van zijn partij, de Kath. De mocratische Partij, had uiteen gezet, zou minister Colijn het woord verkrij gen doch deze zal morgen de gelegen heid vinden om de sprekers te beant woorden, en na hem vermoedelijk nog wel eenige andere leden van het Kabinet. tigde naties en onder besluiten verstaan wij besluiten van vrije en gelijkgerechtigde lan den. De Volkenbond ziet ons niet terug dan nadat de laatste achteruitzetting van ons volk is weggenomen. Het Duitsche volk wil geen oorloghet wil rust, het wil werken, het wil op zijn eigen manier zalig worden. Hitier huldigde ten slotte degenen, die hem trouw zijn gebleven. o Tegen middernacht zijn op het Konings plein de dooden van 9 November 1923, her dacht, waarbij minister-president Goering het woord heeft gevoerd, in het circus Krone heeft minister dr. Goebbels op een vrijheids- betooging gesproken. Hij zeide o.m.: Revoluties hebben haar eigen begrip van wet en haar eigen dynamiek. Wanneer zij een zeker stadium in haar ontwikkeling voor bij zijn, onttrekken zij zich aan de macht van de menschen en gehoorzamen nog slechts aan de wet volgens welke zij begonnen zijn. Er zijn revoluties van boven en van onderen; de eerste duren meestal niet lang, de tweede daarentegen duren eeuwen. De revolutie die wij gemaakt hebben, is een echte revolutie om dat zij uit het volk opgekomen is. Zoolang wij onze verbinding met het volk niet verlie zen, zal deze revolutie blijven bestaan en onoverwinnelijk blijven. Onze resolutie beoogt totaliteit, dat wil zeggen zij ziet haar doel in de verovering van de geheele macht. Het par.ementarisme had zich in Duitschland overleefd. Het had niet meer de buigzaamheid om de groote pro blemen van ons volk te onderkennen, veel minder een oplossing ervoor te kunnen vin den. Men maakt ons wel eens het verwijt, dat wij ons in den tijd van onze oppositie bediend hebben van parlementaire middelen, dezelf de midde.en die we thans onzen tegenstan ders weigeren. Ik antwoord daarop dat wan neer onze tegenstanders ons vroeger parle mentaire middelen toegestaan hebben, om hen met hun eigen hulp op zij te zetten, dan was dat hun zaak. Dan zeggen sommigen, dat wij onrechtmatigen druk uitoefenen op de bevolking, dat wij werken met middelen waartoe wij niet gerechtigd zijn wegens het door ons aangevoerde legaliteitsbeginsel. Wij wenden de middelen van de kracht aan; onze kracht en het vertrouwen van het volk zijn onze machtsmiddelen. Wanneer onze tegenstanders er op wijzen, dat nog niet aile problemen opgelost zijn, dat er bijvoorbeeld nog vier millioen werkloozen zijn, dan erkennen wij dat en zeggen: „Dat is de hoofdoorzaak dat wij niet wijken wil len". Wij toch zijn de meening toegedaan, dat wij de eenigen zijn die de problemen kunnen oplossen, omdat wij 14 jaar lang de eenigen waren, die de problemen onderkend hebben. Wij hebben het volk voor de verkiezingen gezegd: Vier jaren moet gij ons geven. Wij hebben in den eersten zomer meer bereikt dan wij verplicht waren te doen. Niet ander half maar twee millioen werkloozen hebben werk gekregen. Natuurlijk willen wij het geheele volk zijn deel geven van ons werk. Maar regeeren wil len wij alléén. Want wij hebben bewezen, dat wij dat kunnen. Dat wij onze zaak goed heb ben aangepakt kan men zien uit de wijze waarop het buitenland erop reageert. Wan neer het buitenland iets prijst is het voor Duitschland altijd slecht geweest. Wanneer het buitenland iets afkeurt is het voor Duitschland altijd gced geweest. De wereld ziet met verbazing dat er thans eindelijk een groep mannen is, stoutmoedig genoeg om de waarheid te spreken. Dat is niet gemakkelijk, maar wij hebben ook niet de taak het voor de wereld gemakkelijk te ma ken, integendeel, wij hebben de taak het het. Duitsche volk gemakkelijk te maken. De dag van gisteren. Gistermorgen heerschte er in de stad Mün- chen al vroeg een bontachtige drukte. Meer dan 60 extra-treinen hadden vele tienduizen den naar Münehen gebracht, terwijl de ge wone treinen alle voortreinen hadden loopen. Alle verkeersmiddelen, die de stad Münehen rijk is, waren in gebruik genomen, doch het bleek al spoedig, dat ze de massa's niet kon den verwerken. Natuurlijk waren de straten tjokvol. Voetje voor voetje kon men slechts voortgaan. Alles trok naar de binnenstad, waar alle winkels en bedrijven dezen dag gesloten bleven. Intusschen werd er in het Bruine Huis een receptie gehouden van de gouwleiders uit alle dee'.en van Duitschland Hitier wisselde daar bij eenige woorden met de meesten van hen en had een paar extra hartelijke woorden voor de leiders van het district Annaberg op het hoogste deel van het Reuzengebergte, uit welk arm district de afgevaardigden nog een geschenk hadden meegebracht. De herdenking van de putsch van 1923 in Duitschland. (Dag. Over zicht). Een omwentelingspoging ontdekt in Madrid. (Buitenland). De Nobelprijzen voer natuurkunde en literatuur. (Kunst- en Weten schap). De moord op den Afghaanschen koning (Buitenland). De hernieuwe opstand op Cuba. (Buitenland). De bond van mobilisatie-slachtof fers vraagt om wijziging van de wet van 3 Dec. 1931. (Binnenland). De K. v. K. voor Westfriesland dringt aan op soepele credietvoor- ziening voor den middenstand. (Provincie). De Ned. Vakcentrale verzet zich, tegen steunuitkeering in natura. (Binnenland). Tot acht maanden gevangenisstraf zijn veroordeeld de beide oersonen die den burgemeester van Assen delft mishandelden, toen zij om steun kwamen vragen. (Rechtsza ken). Moord te Heesch (Binnenlan 1). Begrafenis slachtoffers overweg drama bij Amersfoort. (Binnenland). De 17-jarige L te Uden heeft be kend zijn 14-jarigen vriend te heb ben gedood. (Binnenland). Zie verder eventueel Laatste Be richten. En terwijl de historische optocht van alle gouwleiders en afgevaardigden met hun vaandels begon langs den weg, die de „op standelingen van 1923" waren gegaan, wer den voor de Feidherrnhalle de dooden van 1923 herdacht. Van de Overwinningspont af marcheerden S.A.- en S.S.-mannen in colonnes de Ludwig- strasze in en stelden zich met wapperende omfloerste vanen aan beide zijden van de eenvoudige, maar monumentale Feidherrn halle op. Ook andere groepen verzamelden zich bij het monument en tal van kransen met zwarte strikken werden neergelegd De plechtigheden te Munchen. Te half een komen de strijders van 1923 op het plein. Met ontbloot hoofd gaat de rijks kanselier aan de spits, geflankeerd door mi nister Goering en overste Kniebel. Dan vol gen de vrijcorpsen, de Bond Oberland en an dere militaire afvaardigingen. De menigte groet zwijgend als de kop van den stoet de Feidherrnhalle nadert. Tromgeroffel weerklinkt nu, kanonnen worden afgevuurd; heel Münehen weet dat dit het teeken is om één minuut in volkomen stilte de dooden te herdenken, waar men zicb ook bevindt. De namen der eerste 16 gevallen nat.-soc. worden nu door luidsprekers bekend ge maakt en „heel Duitschland herdenkt, vol lens Wolff, de offers uit wier zaad de 30ste anuari 1933 opgegaan is". Voor de Feidherrnhalle neemt de leider nu de parade in oogenschouw van de voorbij trekkende strijders en andere afdeelingen. Ieder vaandel wordt door de op geen 10.000 te schatten menigte inet den Duitschen groet begroet. Het z.g. „bloedvaandel" van 9 No vember 1923 opent den stoet. Een afdeeling S A. draagt een geweldigen krans voor de gevallen S A -kameraden. De parade duurt iets langer dan een half uur Dan begeeft Hitier zich op het podium. Alle vaandels zwaaien. De menigte breekt in luid gejuich uit dat minuten lang aanhoudt. Dan verricht minister Wagner de inwij ding van het gedenkteeken voor de gevallenen met een korte toespraak. Daarop houdt minis ter-president Siebert een rede voor de micro foon. Aan het slot biedt spr. de eere-oorkon- de aan den leider aan, die ontroerd dankt. Goering dankt Hitier in hartstochtelijke woorden uit naam der oude garde, dat hij „de oude strijders" naar roem en vrijheid geleid heeft. Roehm legt dan een gelofte van trouw af uit naam zijner „bruine soldaten". Dan neemt Hitier het woord: De rede van Hitier, Mannen der Duitsche revolutie! Mijn oude garde! Toen wij in 1919 in het politieke strijdperk traden, deden wij het nog als soldaten. Wij hadden onzen plicht tegenover Duitschland gedaan, en eerst toen de leiding in het bin nenland faalde en de offers, waar 2 millioen mannen hun leven voor gelaten hadden, ver- geefsch dreigden te worden, zijn wij ook op getreden naar binnen. Wij hebben den oorlog verklaard, als politieke soldaten, aan dege nen, die voor de November-revolutie verant* woordelijk waren. Wij besloten die mannen vroeg of laat 'er verantwoording te roepen en reeds in 1923 geloofden wij dat het ons zou kunnen geluk ken hen op zij te zetten, die de schuld droe-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 1