MEER STILTE
'ftovinciaal 'flieuws
Auto-Muziek!
Jjjdschrifien
JhheepsUidingen
JtecfUszakeu
OPIUM EN MORPIéINE.
1 Dr. HUGO GLASER.
Turkije en Macedonië.
PAARDENFOKKERIJ
IN NOORD-HOLLAND,
,in£-
OTERLEEK,
MEDEMBLIK,
W ARMENHUTZr
Kon. Ned. Stoomb. Mii
JavaNew-York Lijn.
Kertesono, Java n. New York, 16 Nov. v.
Gibraltar.
Stoomv. Mij. Oceaan.
HollandAfrika Lijn
Klipfontem (thuisr.) 16 Nov. te Antw.
Meliskerk (thuisr.) 7 Nov. te Mombassa.
Randfontein 17 Nov. v. Beira te Lorenzo
Marqués.
HollandOost-Aziê-lijn.
Stoomv. Mij. Nederland.
Christiaan Huijgens (thuisr.) 17 Nov. v. Al
giers. (Verb.).
Kon. Hoil. Llovd.
BURGEMEESTER DE GROOT
VOOR DE RECHTBANK.
De lezing van Kuijn.
Uiteraard staan .ie rijksambtenaren vrijwel
machteloos tegenover dezen detailsmokkel
handel.
door
VL
In Turkije is veel veranderd. Vroeger
liam wegens het verbod van alcohol
(door Mohammed uitgevaardigd) het
opium daar een voorname plaats in.
Tegenwoordig verdwijnt de gevaarlijke
pijp meer en meer. De wereldoorlog en
de moderne opvattingen van Jong-Tur-
kije hebben aan menige eerbiedwaardig
oude traditie een eind gemaakt. De
sluiers en haremmuren zijn in de groote
steden verdwenen, het papavergif is
meegegaan, en ter remplaceering is het
wijnglas verschenen. De romantiek van
den opiumroes heeft plaats gemaakt
voor de nuchtere realiteit der dron
kenschap.
In weerwil van dat alles is de slaap-
bollenbouw voor Klein-Azië van betee-
kenis. En ook de opiumproductie heeft
aan de Turksche papavercultuur veel
verplichting. Laatstgenoemde levert per
jaar 300.000 tot 400.000 kilogram op, on
geveer tweederde driekwart van de
kwantiteit vóór de oorlog.
Al wordt er dan minder van het
tocvermiddel geschoven, en is het met
het rooken correspondeerende deel van
den handel achteuitgegaan, voor medi
sche doeleinden wordt in Klein-Azië
meer opium ewonnen dan waar ook.
Bovendien is het wettig en illegaal ver
bruik van morphine gestegende maan-
kcpboeren tusschen Constantinopel en
Smyrna weten dat, en de handelaren
is het eveneens bekend. Bijna alle groo
te staten van het Westen, zijn evenals
Japan en Amerika groote afnemers.
Misschien staat Frankrijk bovenaan.
Overigens zijn de statistieken betreffen
de deze dingen bijna steeds onjuist.
In Perzië zou de opiumproductie on
geveer hetzelfde opleveren als in Klein-
Azië. Zij is daar eveneens een belarn ijk
middel van bestaan voor landbouwers
en handelaren, en voor den staat een
de. meest winstgevende bronner van
inkomsten. Men neemt aan, dat te
Ispahan minstens een kwart der bevol
king direct of indirect van het opium
bestaat
Een groot deel van het Perzische
maanzaadvocht vindt zijn weg naar
China, waar men nog altijd het meeste
opium consumeert. Verder betrekt het
Hemelsche Rijk dit artikel van elders:
nl. van Wladiwostok. Deze stad begint
gedurende de laatste jaren in de geschie
denis van den opiumhandel e^n rol te
spelen. Bovendien wordt er veel van
het bedwelmende goed geschoven Men
heeft vastgesteld, dat zich te Wladiwo
stok meer dan tweeghonderd ge'egen-
heden bevinden, waar de verslaafde
z "h naar hartelust aan het gif te buiten
kan gaan. Ook Japan produceert zoo
als gezegd maankoppen en het voort
brengsel daarvan.
In Indië (d w.z. Engelsch-Indië) wordt
de opiumhandel scherp gecontro eerd.
Het is de bedoeling, dat de gevaarbren-
gende substantie slechts voor medische
doeleinden wordt uitgecvoerd. Alleen
voor het verbouwen der papavers is
reeds een concessie noodig. Te Calcutta
hebben geregeld opiumaucties plaats,
maar de productie loopt terug. De ver
houdingen zijn in de verschillende stre
ken van Indië ondertusschen niet de
zelfde.
Egypte krijgt allengs meer beteekenis
voor de opiumproductie. In sommige
provincies aldaar worden opiumpillen
gegeten.
Wt Europa betreft moet allereerst
het Balkanschiereiland genoemd wor
den. Mogelijk had de lezer verwacht,
dat het beruchte artikel in Europa niet
zou worden gefabriceerd. De Macedoni
sche productie mag men evenwel niet
onderschatten. Reeds lang geleden ont
dekte men de geschiktheid van de bo
dem voor papaveraanplantingen en de
mogelijkheid van een goeden afzet. De
grootste concurrentie ondervindt het
opium van de tabak.
In gebieden die eertijds deel van Ma
cedonië uitmaakten (enkele gedeelten
van Joego-Slavië) houdt men zich even
eens met opiumcultuur bezig. Daar er
aan dit voortbrengsel veel meer ver
diend wordt, dan aan koren, worden er
steeds nieuwe akkers ter beschikking
van papaverboeren gesteld, hetgeen
eigenlijk niet in overeenstemming is met
de projecten inzake een doelmatige ex
ploitatie van den bouwgrond
Gelukkig worden de papavers niet
uitsluitend gekweegkt om het sap uit
de onrijpe, maar ook om de olie uit de
rijpe zaden. Maandzaadolie is een hevige
concurrent van olijfolie geworden.
En laar men uit én plant van alles
kan halen en aldus de geheele familie
werk vindt door de teelt er van, is de
papaver bij de kleine boeren bijzonder
populair: men wint eerst het opium, ver
volgens de olie. en de rest kan dan nog
als brandstof dienst doen.
Ook Bulgarije heeft aandeel in de
opiumproductie, en Griekenland blijft
evenmin achter. Echter geniet in deze
landen de tabak de voorkeur en de pa
pavercultuur is dan ook minder gewor
den. Oorzaak hiervan zijn: een ander
klimaat en een andere bodem, doch te
vens: andere arbeidersverhoudingen en
een afwijkende organisatie van den af
zet. Al deze factoren beslissen over ar
tikelen en markt.
De belangrijkste van alle handels
centra voor opium is Londen. Hier wor
den zoowel de Aziatische als de Euro-
peesche soort aan den man gebracht
d.w.z. aan de vertegenwoordigers der
pharmaceutische industrie geleverd.
De provinciale regelingscommissie voor
de paardenfokkerij schrijft ons:
Goede paarden zijn duur, zeer duur. Een
loonende paardui.okkerij is dan ook die, die
ingesteld is op het voortbrengen van bet
beste. Daarom moet men de kwaliteit opvoe
ren.
Gelukkig verschijnsel, dat in het Noordelijk
gedeelte onzer provincie deze idee ook baan
breekt en men niet meer door wil fckken met
matige merries bij desnoods goede hengsten.
„De merrie geeft het veulen het type mee",
is een waarheid, die niet geloochend kan
worden. Zelden maakt een hengst het mate
riaal van slechte merries veel beter. Dan
moet zoo'n hengst al een z.g. „stempei"-
hengst zijn, een die zijn stempel drukt op de
geheele nakomelingschap.
Verstandig, zeer verstandig envoor-
deelig tenslotte, is het geweest van enkele
Noordhollandsche fokkers om enkele goede
jonge vrouwelijke dieren aan te koopen in
het Zuiden der provincie ter verdere voortte-
Men denke maar eens aan het onmiddellij
ke succes reeds door de aangekochte dieren
behaald vorig jaar op de premiekeuring te
Wieringerwaard.
Een voorbeeld, dat naar we hopen
door velen zal worden gevolgd. Met een spie
ring een kabeljauw vangen
Bij een arbeider alhier kwam meermalen
een hond van zijn buurman J. op het erf.
Daar wegjagen blijkbaar niet hielp, bond de
arbeider den hond een emmer aan den staart.
Volgens den een zou de hond toen in een
sloot geloopen zijn, volgens anderen echter
zou de arbeider daarbij een handje hebben
geholpen. In elk geval heeft de politie proces
verbaal opgemaakt.
Gedurende den laatsten tijd vermiste een
machinist van een stoomwals van de firma
Jaartsveld herhaaldelijk briketten, die op een
nabijgelegen opslagplaats lagen.
Dezer dagen zag de machinist B. een jon
gen uit de richting van de stoomwals komen
met een zak, welke hij op zijn fiets plaatste.
Toen B. den jongen had aangehouden bleek
de zak inderdaad briketten te bevatten.
De politie werd daarop gewaarschuwd, die
een onderzoek instelde en vervolgens proces
verbaal opmaakte.
Aan de veiling alhier werd verhandeld in
October 1933 October 1932
Roode kool 750 400K.G. 207.025 K.G.
Gele kool 122 300 23.350
Gew. witte kool 368 925 744.725
D. witte kool 35.275 8.725
Nep 16.550 10.700
Uien 36.565 95.225
Slaboonen 2.420 805
Peen 24.900 9.250
Bieten 48.575 11.825
Aardappelen 236.819 430.741
Bloemkool 990 st. 282 st.
De omzet bedroeg in Oet 1933 19.827.57
tegen 21.206.09 in October 1932.
T ZAND.
De herbouw van de onlangs afgebrande
boerderij bewoond door W. Meijers alhier en
eigendom van A. Tiel te Koegras, is opgedra
gen aan den aannemer C. de Leeuw Wz., alhier.
U vindt Uw claxon misschien erg
muzikaal, een symphonie gelijkt
Weet U, dat niet iedereen er zoo over
denkt? Dat anderen Uw autohoorn
vooral 's nachts liever niet hooren?
Wilt U er ook eens om denken, dat
onze maatschappij rust noodig heeft?
Geen lawaai, maar-
36
De Kroniek.
Opnieuw is een interessant nummer ver
schenen van „De Kroniek", w.o. Het Ned.
Bedrijfsleven. Belangrijke artikelen zijn ge
wijd aan de regeering en het bedrijfsleven.
De Bedrijfsradenwet, de Diamantindustrie,
de werkverruiming te Hellendoorn en het
verloop van de werkloosheid in de laatste ja
ren worden in populaire doch goed gedocu
menteerde artikelen onder de loupe genomen
itvoerig beschreven worden daarnaast dit
maal de Batschari-sigarettenfabrieken en de
N.V de Faam te Breda. Voorts een algemeen
artikel over Limburg en de Afscheiding van
België in 1830, waarin eenige historische bi-
zonderheden worden onthuld. Een Weensche
Theaterbrief vpn Margarete Heidl besluit
dti afwisselende nummer.
Met het Novembernummer van De Tooneel-
spiegel" zijn weer een paar lange winteravon
den prettig te vullen. Als steeds biedt het blad
een keur van artikelen; een belangrijk artikel
van Betsy Ranucci Beekman, over tooneel en
tooneelsubsidieering, en een interessante be
schouwing van mr. J. H. Polenaar, voorzitter
van den Amsterd. Kunstkring „Voor Allen",
over de Nederlandsche Opera. Gustav Czopp
begint een serie interviews met acteurs, die de
planken verlieten, en vertelt van Kommer
Kleijn's ervaringen bij en opvattingen over het
radio-hoorspel. Ook aan de Nederlandsche
Filmindustrie is een artikel gewijd. Margarete
Neidl zond weer een interessanten Weenschen
Theaterbrief. De gewone rubrieken mster-
damsche Tooneelecho's en Dilettantentooneel
ontbreken ook ditmaal niet, terwijl het num
mer verlucht is met vele actueele foto's.
Ajax 17 Nov. v. Barcelona te Tarragona.
Aurora 17 Nov. v. Centa te Genua.
Berenice 17 Nov. v Setubal n. Lissabon.
Costa Rica 17 Nov. v. Amst. n. W -Indië.
Ganymedes 16 Nov. v. Izmir n. Istanbul.
Hermes 17 Nov. v. Tanger n. Gibraltar.
Iris 16 Nov. v. Gothenburg n. Amst.
Ajax 16 Nov. v. Barcelona n. Tarragona.
Ariadne 16 Nov. v. Messina n. Lipari.
Bodegraven 17 Nov. v. Amsterdam te Ham-
gurg.
Ceres 17 Nov. v. Amsterdam te Hamburg.
Fauna 16 Nov. v. Algiers n. Amsterdam.
Hebe 17 Nov. v. Amsterdam n. Rotterdam.
Irene 17 Nov. v. Kopenhagen n. Aarhus.
Mars 16 Nov. v. Triëst n. Fiume.
Oranje Nassau (thuisr.) 16 Nov. v. Para
maribo n. Madeira.
Pluto 17 Nov. v. Amsterdam te Rotterdam.
Ulysses 16 Nov. v. Cavalla te Izmir.
Venezuela (uitr.) 16 Nov. te Barbados.
Antenor, Japan/Roti, 17 Nov. te Shanghai.
Memnon, Japan/Rott., 17 Nov. te Penang.
Polyphemus 17 Nov. v: Bremen te Amst.
Oldekerk (uitr.) 17 Nov. v. Shanghai.
Poelau Roebiah (uitr.) 17 Nov. te Genua.
Eupatoria 15 Nov. v. Cuxhaven via Bremen
en Amst. n. Porto Alegro.
Orania (thuisr.) 17 Nov. v. Montevideo.
Teneriffé (uitr.) 15 Nov. te Rio Grande.
Zeelandia (thuisr.) 17 Nov. v. Vigo.
DE WORGPLAAT-
RUYS DE BEERENBROUCK.
De Hooge Raad heeft gister behandeld
een cassatieberoep van C. P. B., wien ten
laste is gelegd, dat hij te Delft op 6 April
1933 in het openbaar een plaat heeft ge
toond, waarop de toenmalige minister-presi
dent, Jhr. Ruys de Beerenbrouck, afgebeeld
stond, een arbeider worgende. Onder de
plaat stond „De edelman, die h.et volk Wel-
tert".
De Haagsche politierechter veroordeelde
B. op grond van artikel 271 Strafrecht, tot
40 boete, welk vonnis door het gerechtshof
te 's-Gravenhage werd bevestigd.
Mevr. mr. de Ruyterde Zeeuw uit "Rot
terdam lichtte eenige cassatiemiddelen toe
en betoogde, dat in de bewijsmiddelen niets
te vinden is omtrent opzet om te beleedigen
en ook niet is aangegeven waarom deze plaat
beleedigend zou zijn.
Het O M. zal op 4 December concludee-
ren.
ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK
TE ALKMAAR.
Meervoudige strafkamer.
Zitting van Dinsdag 21 Nov.
Uitspraken 14 November.
Huibertus de J. en Pietertje P., Kol-
horn, oplichting, art. 26 A strafr., Ie 3
maanden gev., 2de vrijgesproken.
Nic. Simon K., plaatwerker, Egm md
aan Zee, hooger beroep vonnis, loopen
over verboden grond en vonnis opgeven
van een valschen naam, 10 boete of 10
dagen hechtenis en 30 boete of 30 dagen
hechtenis.
Joh. Z., Helder, gedetineerd te Sche-
veningen, voordeel trekken art. 426 (ter)
strafrecht, 3 dagen hechtenis en 1 jaar
opzending rijkswerkinrichting.
Nic. B., sigarenmaker, Alkmaar, hoo
ger beroep vonnis overtreding art. 453
strafrecht. Vonnis bevestigd.
Nic. Bals voren, vonnis bevestigd.
Pieter Gl., Egmond aan Zee, hooger
beroep vonnis jachtwetovertreding. Von
nis bekrachtigd.
Ferdinand H., 's-Gravenhage, valsch-
heid in geschrifte en verduistering, in
terlocutoir vonnis: onderzoek on 'olledig
verwezen naar rechter-commissaris.
Bastiaan K., Helder, gedetineerd, he
ling, 8 weken gev. met aftrek voorarrest
en in vrijheid gesteld.
Anth. Herm. M„ Alkmaar, gedetineerd,
diefstal van rijwielbelastingmerken, 1
jaar en 3 maanden gevangenisstraf.
Eén van de zaakjes die in Groot-
Scheriner aanleiding hebben gegeven
tot de ontstemming van de bevolking
tegen den burgemeester, werd heden
voor de Arrondissementsrechtbank, on
der groote belangstelling van de Scher-
meerderlingen, behandeld.
Reeds een half uur te voren hadden
tal van belangstellenden zich voor het
Gerechtsgebouw opgesteld, zoodat na
opening de tribune vol liep.
De rechtbank was als volgt samenge
steld: Mr. Ledeboer, president; Mr.
Krabbe en Mr. Ubbens, rechters; Mr.
v. d. Feen de Lille, officier van justitie.
Een 8-tal getuigen waren gedagvaard
en wel J. Kuijn, P. de Geus, G. Tenty,
T Slooten, G. v. Zijp, p. Brouwer, C.
Titnstra en Dr. J. Koppen.
Op verzoek van den verdediger werd
ook nog als getuige gehoord üe heer J.
Kieft, die ook in het vooronderzoek was
genoord doch niot gedagvaard.
Het was maar een eenvoudig zaakje
van beleediging.
De officier van justitie had aen burge
meester reeds eerder hiervoor een dag
vaarding gestuurd, doch Mr. do Groot,
do verdediger, was hiertegen in beroep
gekomen bij de rechtbank en had, als
eminent strafpleiter, toen de rechtbank
den officier in het gelijk stelde, de zaak
voor het Hof in Amsterdam gebracht.
Ook het Hof was echter van meening
dat de zaak in het openbaar behandeld
moest worden en zoo stond dan heden
middag burgemeester de Groot terecht.
Den 48-jarigen burgemeester was ten
laste gelegd, dat hij 13 Januari 1933 te
Zuid- en Noordschermer, tijdens een
bestuursvergadering van de Vereeni-
ging voor Wijkverpleging, in welke ver
gadering ook aanwezig was het niet-be-
stuurslid Cornelia Trenstra, opzettelijk
de eer of goeden naam heeft aangerand
van de in die vergadering aanwezig
zijnden penningmeester dier vereeniging
Jan Kuyn, door opzettelijk hem ten laste
te leggen, zulks met het kennelijk doel
om daaraan ruchtbaarheid te geven, dat
die zich wederrechterlijk te eigen bate
200 uit de kas dier vereeniging had toe
geëigend, althans ter zake, dat hij ten
tijde en ter plaatse als boven vermeld
opzettelijk Jan Kuijn bovengenoemd, in
diens tegenwoordigheid mondeling had
beleedigd, zulks door in boven vermel
de vergadering, waar ook meergenoemde
Jan Kuijn aanwezig was, opzettelijk
voor hem Kuijn beleedigend te verkondi
gen, dat hij, Kuijn, zich uit de kas van
bovenvermelde vereeniging, waarvan
gemelde Kuijn penningmeester was, we
derrechterlijk ten eigen behoeve twee
honderd gulden had toegeëigend, althans
woorden van een dergelijke strekking.
Op vragen van den president erkende
verdachte, dat op zijn last de verpleeg
ster ambtshalve in de bewuste bestuurs
vergadering aanwezig was. Hij had dit
gewenscht omdat hij 2 Januari verno
men had van zuster Tienstra, dat
Kuijn in October haar verteld had, dat
hij aan hem 200 uit de kas had geleend.
Spr. had daarop de vergadering be
legd, om klaarheid in de zaak te brengen.
In de vergadering legde Kuijn hem
ten laste dat hij geld uit de kas had ge
leend.
Toen Dr. Koppen gezegd had: „Dat
raakt de vereeniging niet, de heeren
moeten het maar uitzoeken", had de
burgemeester tijdelijk het voorzitter
schap neergelegd en daarna had hij ge
zegd: of ik lieg of hij, maar zeker heb
ik hem de gewraakte woorden toege
voegd en in ieder geval niet cm daar
aan ruchtbaarheid te geven.
Op een vraag van den president zeide
verdachte nog dat niemand er aan ge
dacht had, voor het gesprokene gehe'm-
houding op te leggen.
De notulen zijn door den heer Slooten
opgemaakt, zonder dat hij daarvoor van
v rdachte medewerking verkreeg.
De president: Kan hij als doof
man de notulen goed opmaken?
Verdachte: Op die vergadering
heeft hij blijkbaar alles gehoord. Ik heb
den indrnk en dit staat voor mi. vast
aat hij alles goed gehoord heeft. Ik heb
mij er angstvallig buiten gehouden en
heb vóór het lezen der notulen, die ik
niet kende, op het groote gewicht van
de notulen gewezen en verzocht om ze
door allen te laten teekenen. Dr. Koppen
zeide, dat niet noodig te achten, omdat
steeds de notulen door den voorzitter en
secretaris worden geteekend. Dr. Kop
pen had een kleine bemerking die buiten
de zaak stond.
Mr. d e G r o o t legde aan de rechtbank
de verschillende notulen voor, die nog
niet bij de stukken waren gevoeg l.
Hierna werd de heer Kuijn als ge
tuige gehoord.
De heer Kuijn, penningmeester van de
Vereeniging voor Wijkverpleging te
Zuid- en Noordschermer, vertelde ons
het volgende:
In de maand Juni 1932 kreeg ik bezoek
van den veldwachter, die mij verzocht,
bij den Burgemeester te komen. Ik vol
deed aan dat verzoek en de Burgemees
ter zeide tot mij: „Kun je mij niet hel
pen aan 200 300?"
Ik zeide, dat ik dit niet kon, waarop
de Burgemeester mij vroeg: „Hoe staat
het met je bankrekening?"
Ik antwoordde: „Daarop staat 100".
De Burgemeester zeide: „Geef mij dit
dan" en wist mij daartoe over te halen.
Toen ik hem dat geld gaf, vroeg hij:
„Wanneer ontvang je de subsidie van
Graft"? Ik antwoordde: „Dat kan u we
ten. dat is altijd de eerste 2 of 3 dagen
in Juli en de eerste drie dagen in
Januari."
De Burgemeester zei mij toen: „Geef
mij dan die 100 erbij, dan kan ik mij
redden."
Ik zei niets, maar nam mij voor, het
niet te doen.
De ontvanger van Graft hield er ech
ter een nieuw systeem van betalen op
na. Het mandaat moest geteekend wor
den door den Voorzitter en den Pen
ningmeester en aangezien de Burge
meester voorzitter is, liet ik het man
daat bij hem thuis achter, aangezien hij
niet aanwezig was, met het verzoek, dit
gauw te teekenen.
Den volgenden dag kwam de Burge
meester bij mij met het door hem getee-
kende mandaat en gai mij dit.
De Burgemeester bleef zitten, maar
aangezien mijn vrouw en mijn dochter
in de kamer waren, durfde hij niets te
zeggen. Toen die zich voor het eten had
den verwijderd, zeide de Burgemeester-
„Kuijn, geef mij die 100; het is maar
voor een paar dagen."
Ik was zoo gek, om het te doen.
Een groote maand later kwam de
wijkverpleegster bij mij, die mij vertel
de, dat de Burgemeester haar om ge d
gevraagd had en waarschuwend zeide
zij tegeu mij: „Kuijn, leen hem nooit
geld,"
Ik zei: „Zuster, is het nu ?.M rrti
en zij antwoordde: „Ja." er??"
Ik gevoelde mij toen bezwaard
moedde, dat de Burgemeester niet V€N
zooals hij zich voordeed, conclude^*
dat hij aan den grond zat er. zei T'
jmctAP Hot ik hoor non c"Tl Qq
De zuster antwoordde: „Je bent
Ik zeide: „Het is gebeurd en ik S
mijn hart uitgestort, maar ZPD. i?u
niemand." g h«t
Gedurende den herfst heb ik den R
gemeester steeds om het geld gevraag"
Telkens zeide hij: „Ik heb het niet" 9n
December beloofde hij mij, ervoor t
zullen zorgen, maar 31 Decetnbp
's avonds half vijf kreeg ik van den veld'
v/achter de boodschap: „De Burgemee
ter is niet geslaagd; nu weet u het wel*"
Ik begreep zeer goed, wat dat m0e«t
beteekenen en op mijn vraag: „Waar i
de Burgemeester?" antwoordde de veld
wachter: „Op het Raadhuis."
Het eerste woord, dat de Burgem€e.
ter zei, was: „Ik had je verwacht."
Het is er toen een beetje ruw toe
gaan. De Burgemeester heeft van alle.
n.et me geprobeerd en mij zelfs voore».
steld, de mandaten te schrijven voor
Januari, Februari, Maart 1933 en er
ieder 25 bij te leggen; dan waren u
200 er. Ik heb dat geweigerd, omdat
de schuld daarmee niet weg was.
Ten einde raad heb ik hem gezegd*
„Zorg, dat het geld er vanavond komt
er. ik heb hem toen nog meegedeeld, dat
ik 24 October twee bestuursleden van
Graft, Dr. Koppen en den heer Ten Tey
bij mij had gehad, die mij gevraagd had
den, of het waar was, dat de Burgemees
ter geld had gebruikt van de wijkver
pleging en dat ik hen, om hem te redden
en omdat ik niet durfde zeggen, dat ik
het gedaan had, gezegd had, dat het
niet waar was.
De Burgemeester heeft toen gezegd:
„Als ik naar mijn natuur te werk ging,"
dan ging ik met den auto naar West-
Graftdijk met Slooten om Dr. Koppen
op z'n kop te zitten."
Ik heb hem toen in zijn eigen belang
aangeraden den heer Slooten er buiten
te laten, maar hij zei: „Ik kan met Sloo-
ten en zijn vrouw doen, wat ik wil, want
die heb ik in mijn macht."
Omdat ik volhield en er op bleef staan,
dat ik het geld moest hebben, vroeg hij
mij, of ik om 9 uur nog terecht kon bij
de Boerenleenbank. Ik zei: „Ja" en hij
vroeg mij, om half 9 terug te komen. Dat
heb ik gedaan. In den tijd tusschen half
7 en half 9 is de Burgemeester er met den
auto op uit geweest, o.a. bij De Geus.
Toen ik om half 9 kwam, ontving ik de
200 en was de zaak af.
3 Januari 1933 belegde de Burgemees
ter als voorzitter van de Wijkverpleging
een spoedbestuursvergadering en daar
vertelde hij, dat hij vernomen had, dat
ik gezegd had, dat hij geld in gebruik
had van de Wijkverpleging, doch dat dit
niet waar was en dat ik dat geld ge
bruikt had. Hij zei tegen mij: „Je wilt
toch wel erkennen, dat je Zaterdag van
nr.ij 200 gehad hebt"
Ik zei: „Ja".
Toen zei hij: „Vergadering, hooren
jullie het; ik heb den lieer Kuijn 200
geleend." Hij maakte mij zelfs uit voor
schoft, waarop ik gezegd het. „Als ik
een schoft ben, dan bent u een slechte
schoft". Ik dacht, dat hij er werk van
zou maken, maar toen dat niet kwam,
heb ik het aangegeven. In de vergade
ring zei hij: „Wij zitten op het dooie
punt. Tegenover mijn neen staat zijn ja
Wij moesten het maar afbreken, maar
toch wil ik weten, wat de vergadering
er van denkt."
Dr. Koppen zei toen: „Het is voor mij
moeilijk, omdat Kuijn toen tegen ons
gezegd heeft, dat het niet waar u-
Maar Brouwer zei: „Als ik mijn hart
recht uitspreek, dan zeg ik, dat die man
onschuldig is." Jfl
De Burgemeester zei toen: „Dan b«h
ik het dus gedaan".
Brouwer zei daarop: „Dat zeg i» nHM»
iraar wij kunnen niet zoo goed Pr8t®.,
als de Burgemeester, maar als het
ons van binnen maar goed is".
Daarop stelde de Burgemeester \°or'
het voorzitterschap tijdelijk aan
ander over te dragen en hij verzocht
Koppen, dat over te nemen, die dit
si 1 rtt t.A rinAri
Kort daarop heeft de rekening en ver
antwoording plaats behad. De aü
heeren hebben mijn rekeningen
keken. uUr
De Burgemeester kwam een n1
later en terwijl de anderen bezig
de rekeningen na te zien, vroeg a
gemeester nog aan mij: „Kuijn
ook rooken?" jk jj8b
Het ging mij door mijn hart en t
toen gezegd: „Rooken van U, n j*
U den moed, dat mij te durven fTM®
De rekening werd zonder k®m^r7nt«f
goedgekeurd. De tijdelijke v wj)d8
bracht mij een woord van danK zejje:
de vergadering sluiten, doch 1d«-
„Daarmee ben ik niet tevre -tui8n en
ze vergadering zijn er geen o ^jjo
ik wil dus een bewijs hebben- d0
rekening is goedgekeurd. Hel z0j:
Burgemeester, die toen opstoi
„Daar ben ik het volkomen
Daar heeft h-'j recht op." j r
Dit bewijs werd toen geiw»-"- do0r
de andere bestuursleden, ben-
den Burgemeester. Ik heb to den
dat ik ook de handteekening de
Burgemeester wilde hebben. iH
Burgemeester: „Ik moet zeg-*
weinig notitie van de reken e
nomen". ai iuurt
Daarop antwoordde ik:
twee uur. kijk het dan mW".1 aeteP'
De Burgemeester heeft toe öy
dat dit zijn bedoeling nie
heeft daarop de verklaring
ken cl