IERT 50-35-20 DF AVONTUREN VAN WO-WANG EN SIMMY br p i e s i d r n t: U heeft die notuleu ge- ttrkciKj 1| 11 oi< mist? (ietuige Ik weet niet beter. De president: Acht u dien dooven man in siaai om zonder gehooi-apparaat juiste notu'en van een versaderiug te maken? O e t u i g e: Het ging er op dien avond nog al luid naar toe. blij kan het best gehoord hebben. Het reqw'sifoir. De officier van justitie, mr van tder Feen de Lille, zegt, dat, wat het teit be treft, het er alleen om gaat of de bewuste uiting gebezigd is aan het adres van den heer Kuijn, ja dan neen. Wij hooren van den burgemeester, dat hij positief die uitdrukking niet heeft gebruikt, maar alleen het alternatief heeft gesteld, dat ook voorkomt in de notulen, waarmee bewe zen zou moeten worden, dat het alternatief is gesteld. Daartegenover staan diverse getuigenver klaringen, die een geheel andere lezing der zaak geven. In de eerste plaats de kroonge tuige, die verklaart, dat door den voorzitter tot hem het verwijt is gericht, dat hij zelf het geld gebruikt zou hebben. Wanneer deze ge tuige alleen stond, dan kon men zeggen: „Hij is ook belanghebbende en zijn verklaring geeft ons geen waren maatstaf". Mahr het is wel merkwaardig, dat zijn getuigenis beves tigd wordt door Brouwer, Ten Tey, zr. Tien stra en dr. Koppen en spr. vraagt zich af, wanneer men zooveel getuigen heeft, die dat allemaal verklaren, of men daaraan eenige waarde kan hechten, ja dan neen; of dat dit is, zooals verdachte zegt, een beeld, dat zich in den loop van het jaar door het over en weer praten gevormd heeft. Spr. is zoo vrij, dit terzijde te stellen. Men kan die verklaringen ook niet overboord wer pen met te verwijzen naar de notulen. Die notulen zijn niet stenografisch. Als dat het geval was en het stond er niet in, dan was het aannemelijk, dat het niet gezgd is. De no tulen vormen echter een soort uittreksel van hetgeen daar gesproken is. Dr. Koppen merk te terecht op: „De notulen zijn wel juist, maar daar staan die uitroepen niet in". Wij hebben allemaal wel eens notulen ge maakt, maar zijn niet in staat, zooals mis schien eenige heeren hier in de zaal op het moment dit kunnen, om het gesprokene woor- delijk te stenografeeren. U, mijnheer de pre sident, hebt den secretaris, die de notulen maakte, op de proef gesteld. Zonder gehoor apparaat kon hij geen enkele vraag beant woorden en op die vergadering had hij het gehoorapparaat niet bij zich en met u heb ik mij de vraag gesteld, hoe een dergelijke se cretaris een juist resumé van de vergadering heeft kunnen geven. Er werd hard gesproken. Dat zou opgaan, wanneer iedere spreker keurig en in volgorde het woord had gevoerd en de secretaris dan dicht bij hem had gezeten. Maar wii hebben gehoord van zr. Tienstra, dat alles door el kander schreeuwde en dat het een geweldig spektakel was. En dan zeg ik: „Een derge- ijk secretaris is absoluut niet in staat, een uist beeld van het gesprokene te geven". Deze notulen bewijzen absoluut niets. Ik ge loof, door de getuigenverklaringen voldoende te hebben kunnen waarmaken, dat door den toenmaligen voorzitter 't verwijt tot Kuijn is gericht, dat hii de 200 heeft gebruikt en niet de voorzitter zelf. De vraag doet zich voor: Is er eenige grond om aan te nemen, dat een dergelijk verwijt gericht is? En dan komen wij tot de tweede groep van feiten: het al of niet lee nen van die 200. Kuijn is direct opgevlci werd kwaad. Het kwam bijna tot een vech* partij. Wanneer Kuijn zich dat verwijt kon en moest aantrekken, dan was er voor hem geen reden geweest, zóó op te stuiven en zou hij wel op een andere manier gereageerd hebben. Juist uit zijn reactie kan men conclu- deeren, dat hetgeen hem naar zijn hoofd ge slingerd was, niet juist was en zeer beleedi- gend. Uitvoerig ging de officier den gang van zaken na, waarbij hij stilstond bij het bezoek van den burgemeester aan den heer Kuijn in den hooitijd en de verklaring van de vrouw van Kuijn. De voorstelling van den burgemeester leek hem weinig aannemelijk, omdat de financiee- le toestand van den burgemeester in contan ten niet zoo rooskleurig was, dat hij in staat was, 200 ter leen te verstrekken. Met zijn afbetaling aan De Geus ging het niet zoo goed. Het wil er bij mij niet in, dat het juist is, dat hij toen meer geld bij zich had en De Geus voor den mal zou hebben gehouden. Dat zou een gemeene streek geweest zijn en beneden de eer van een hooggeplaatst ambte naar. Alles pleit er vóór, dat inderdaad des tijds door Kuijn 200 geleend was en dat Kuijn langzamerhand in moeilijkheden zou geraken, omdat hij de 200 geleend had. Hierop wijst ook het gesprek van zr. Tienstra met Kuijn. Zij gevoelde reeds dade lijk, dat Kuijn gevaarlijk spel had gespeeld, omdat hij geen contra-bewijs had gevraagd Zij gevoelde, dat het spaak zou loopen, om dat er van de terugbetaling niets kwam en zij heeft toen verstandig gedaan om uit een hooger motief de geheimhouding te verbre ken, door dr. Koppen ermee in kennis te stel len, die met Tentey naar Kuijn ging en daar vernam, dat het niet waar was. Dat Kuijn het ontkend heeft, is geen bewijs, dat het niet gebeurd is. Psychologisch is dat goed te verklaren. Kuijn leefde in de hoop en de verwachting, dat hij het terug zou krij gen. Bovendien schaamde hij er zich vooi. dat hij iets gedaan had, wat niet in den haak was en wilde hij ook den burgemeester spa ren Ik acht deze motieven zeer aannemelijk en geioof, voldoende te hebben aangetoond niet alleen de juistheid en de waarheid, maar ook de aannemelijkheid van het ten laste gelegde en hoe dat ontstaan is Komende tot de juridische constructie van het gepleegde feit. wijst spr. erop, dat hi primair smaad, subsidiair de gewone belee diging ten laste heeft gelegd. Aan smaad heeft nij gedacht, omdat het een bestuursver gadering gold, waarin een niet-bestuurslid aanwezig was in den persoon van zuster Tienstra. Toch wilde spr. van den ten laste gelegden smaad afstand doen in verband met het ele ment van ruchtbaarheid, omdat hij het aan nemelijk acht, dat het de bedoeling van den burgemeester niet is geweest, er ruchtbaar heid aan te geven en dat het gezegde wei met opzet is bedoeld, maar dat niet voorop heeft gezeten, het te verspreiden, wat tus- schen haakjes wel gebeurd is, want den vol genden dag wist geheel Groot-Scherm^iiet. De subsidiair ten laste gelegde' gewone be- leediging achtte spr. wettig en overtuigend bewezen, waarbij hij erop wees. dat het een beeediging van b'zonder ernstigen aard was. Hier betreft het een persoon, die maatschap pelijk boven den stand van buui vrouwen uit gaat, die gewoon zijn, elkander uit te schel den het betreft hier den drager van 't hoog ste gezag in de gemeente, tevens voorzitter van de vereeniging Wijkverpleging, die een inwoner, penningmeester dier vereenijrng, een dergelijk verwijt doet, waardoor Kuijn blootgesteld wordt aan een onderzoek naar een strafbaar feit. Spr. requireerde verdachte's veroordeel.ng tot 200 boete, subsidiair 60 dagen hechte nis. De verdediging. Nadat getuige Kuijn op een vraag van den president nog verklaard had, dat hij de 100, die hij van de Boerenleenbank haalde en hem in kleine briefjes werden uitbetaald, direct naar den burgemeester heeft gebracht, zeide de verdachte zijn verdediging aan mr. de Groot over te laten. Mr. D e G r o o t ving zijn pleidooi aan, met erop te wijzen, dat de groote toeloop van juitenstaanders op de publieke tribune be wijst, dat men te doen heeft met een zeer bijzonder soort strafzaak, die bij het publiek een buitengemeene interesse heeft. Pleiter heeft den indruk, dat het publiek aanwezig is om orecies te hooren. wat er allemaal den laatsten tijd in Groot-Schermer is voorge vallen. Het doet spr. buitengewoon genoegen, dat er van het geneele geschiedenisje. dat zich de aatste 14 dagen in dat dorp heeft afge speeld, ter zitting niets naar voren is geko men. Toch wil hij een enkel woord ze'Tnron, juist met het oog op het stemming maken in deze zaak bij het oubliek. Waar moet het naar toe, aldus pleiter, wanneer de journalistiek zich niet ontziet, dingen in de krant te zet ten, waarvoor een fatsoenlijk mensch zich schaamt, ze te lezen? Pleiter vond dit be neden kritiek, omdat het gevolg ervan is, dat l>epaalde personen in een daglicht komen te staan, waarin de schijn tegen hen is. De president heeft wel gezegd; „Wij be moeien ons er niet mee, wat in de krant staat", maar tenslotte doet het publiek dit wel. Komende tot de zaak zelf, zeide pleiter, die zijn pleidooi met de noodige stemverhef fing voerde, niet te weten, of het noodig is, een uitvoerig betoog te houden over het pri mair ten laste gelegde, waarvoor hij zich nad geprepareerd. Nu de president neen schudt, zal hij zich daarvan onthouden en zich al leen bepalen tot de eenvoudige beleediging. Bij deneene, die beleedigt, moet zijn de animus injuriandi (opzet om te beleedigen) Voor deze stelling haalde spr. aan uit het tijdschiift voor Strafrecht no. 30 van 1919. een artikel van mr. Levy en ook verwees hij naar een artikel van mr. Fruin in het Week blad voor het Recht No. 10019. De beleediging is pas beleediging, wan neer bij den dader opzet tot beleedigen aan wezig is geweest. Vast moet dus staan, dat bij dezen verdachte moet aanwezig geweest zijn de opzet om te beleedigen en pleiter ge loofde niet, dat ter zitting is gebleken, dat de voorzitter van de vereeniging in casu den opzet heeft gehad, de eer en goeden naam van Kuijn aan te randen. Veel meer is hei een verweer geweest tegen de aantijging, die door Kuijn tegen hem werd ingebracht. Wanneer tegen mij iets gezegd wordt, waardoor ik mij gegriefd acht. zeg ik ook wel eens dingen, die voor anderen beleedigend zijn, zonder dat de opzet „willen beleedigen" aanwezig is geweest. Pleiter is overtuigd, dat het in deze zaak ook zoo is. Juist het aschbakje en de stoel wijzen erop, dat het niet iets is geweest, wat men overleg noemt. Het is eenvoudig een uiting geven op een oogenblik, dat men ver weer noemt tegen een aantijging, die wordt opgeworpen tegen den persoon in kwestie en daar hebben wij ons toe te bepalen. Pleiter weigerde met den Officier mee te gaan, die tenslotte een civiele kwestie tot beslissing wil brengen. Dat is niet de taak \an den strafrechter. Het O. M. heeft over de civiele kwestie, een zuivere kwestie tus- schen Kuijn en den voorzitter, niet te beslis sen. De civiele kwestie moet anders worden uitgemaakt. Beide staan hier precies tegen over elkander en Jan Publiek wordt hier niet wijzer. Ook wanneer de rechtbank aanneemt, dat inderdaad deze burgemeester Jan Kuijn heeft beleedigd, komt daardoor geen eind aan de kwestie over de 200. Dan gaat het er alleen maar om of deze verdachte een uit drukking heeft gebezigd, waardoor Kuijn zich beleedigd zou kunnen achten. Komende tot de vergadering, geloofde pleiter, dat dr. Koppen daarvan een juiste voorstelling heeft gegeven. Wanneer men in ieder proces gelijk kreeg door op te vliegen, dan zou dit een prachtige bewijsvoering zijn en wilde pleiter wel een proces opzetten, waarin hij het in dat opzicht van den offi-. cier won, maar geenszins bij de rechtbank Pleiter haalde art. 266 van het Wetboek van Strafrecht aan en geloofde niet, dat de rechtbank tot een veroordeeling kan komen, omdat juist de omstandigheden, waaronder het feit gepleegd zou zijn, niet aannemelijk maken, dat hier is geweest de opzet om te be leedigen. Pleiter achtte het niet gewenscht, de meri tes, het civiel twistpunt, naar voren te bren gen, maar wilde toch opmerken, dat de bur gemeestèr zijn huiskamer wel kan behangen met alle mogelijke verdenkingen, die tegen hem zijn ingebracht, maar waarvan tot nu toe strafrechtelijk (pl. knipt met duim en vinger) niet zóóveel bestaat. Pleiter geloofde dan ook, dat de officier met zijn geldboete van 200 zich te veel heeft laten beïnvloeden door het bedrag, waarover steeds sprake is geweest. De ernst van het feit, als het gezegd is, wettigt onder de omstandigheden geenszins, dat men een boete geeft van 2/3 van het maximum. Uit de verklaringen ter terechtzitting is wel geble ken, dat het een janboel was. Pleiter geloofde, verder te kunnen vol staan, met vrijspraak te vragen. Wanneer de rechtbank, zoo eindigde hij tot de overtuiging mocht komen, dat beleedi ging bewezen is, dan hoopte hij, dat de recht bank recht zal spreken en verdachte veroor- deelen zal tot een zoodanige geldboete als een goede justitie noodzakelijk oordeelt. Na re- en dupliek bepaalde de president de uitspraak op 28 November. VOOR DEN ALKMAARSCHEN KANTONRECHTER. Strafzitting van Vrijdag j.l. GERECHTIGHEID BOVEN AL! De vrachtautochauffeur Jan BI. uit Alk maar noteerde heden een goeden dag! De waarnemende kantonrechter mr. de Groot was in persoon een kijkje wezen nemen in Heerhugowaard, op de plek des onheils: kruispunt Middel- en Basseweg, alwaar dan de autó van ipastoor de Meuldersbroeder, door indirecte schuld van den chauffeur B tegen een paal zou zijn gestormd. Na opna me van den toestand ter plaatse had de kan tonrechter den indruk gekregen, dat het ge beurde niet uitsluitend was te wijten aan de schuld van den vrachtautobestuurder en werd thans unaniem besloten vrijspraak te verleenen met een krachtige opwekking aan den belanghebbende, op bedoeld gevaarlijk junt de meest mogelijke voorzichtigheid te jetrachten. CRISISBESLOMMERINGEN. Heden werden voortbehandeld de crisis- spijsvetwtszaken tegen den slager Willem H. en den winkelier Joh. van 't H., die voor nader onderzoek in portefeuille waren ge houden. Gehoord werd de heer Sjoerd de ïoer, evenals de meeste zijner collega's een flink uit de kluiten geschoten zuivelcontro- leur, wonende te Heiloo, wiens verklaring niet in flagranten strijd was met 't de vorige week gevoerde verweer van den slager, wat echter niet uitsloot, dat de overtreding was geconstateerd. De audiëntie bezorgde echter den comparant geen bepaald prettigen mor gen, want gevorderd werd 20 boete of 20 dagen, plus verbeurdverklaring der 120 kilo vet, wat wel de grootste strop was. De kan tonrechter plengde echter nog water in den guren wijn des ambtenaars en veroordeelde vaas Willem tot 15 boete of 10 dagen, be nevens verbeurdverklaring van 70 Kg. vet, waarbij de kantonrechter rekening hield met iet feit, dat de veroordeelde gerechtigd was 50 kilogram in voorraad te mogen houden. Wat de tweede crisisvetwetlijder betrof, de ongezegelde pakjes margarine in zijn kelder gevonden, deden hem den das om, aange zien de wet geen rekening houdt met toeval lige omstandigheden, doch alleen met het materieele feit. De kantonrechter deelde ech ter minder rake klappen uit dan de ambte naar, die 10 boete of 10 dagen vorderde doch legde een boete op van 6 subs 6 da gen, benevens verbeurdverklaring der in be slag genomen spijsvetpakjes. EEN GROENTEBOER VAN NOVA ZEMBLA. De groetenhandelaar M. H. te Heiloo schijnt wel zijn kampeertent te hebben opge slagen in de Poolstreken waar verkeerswet ten overbodig zijn. Op September toch be ging hij de gecompliceerde stommiteit, op een rijwiel gezeten, zijn paard te geleiden en bo vendien reed hij nog op den rijksweg, die voor rij wiel verkeer was afgesloten Hem werd heden gratis geadviseerd zijn paard op de fiets te zetten, dan 4ëlf op het paard te gaan zitten en aldus geprepareerd het rij wielpad te berijden. Voorts volgde veroordee ling in totaal 10 gulden boete of 10 dagen. IN T LAND DER BLINDEN IS EENOOG KONING. Een te Helder in de Zuidstiaat wonende loodgieter, de heer J. de J., reeci in den avond van de vorige maand te Schoorl, zonder te bemerken, dat een zijner «oplichten wel te rusten had gezegd Hij had de snertzaak graag willet, schikken, doch te Heioer was hij net te laat :-n te Alkmaar vierde alles 8 October, dus kon hij daar op de griffie ook niet terecht. Enfin, er werd hier nog 'n beetje gescharreld en Sijmen kwam er af met f 7 boete. De 7 plaatsvervangende hechtenis- dagen zullen we maar uitschaxelen, want daar begint de loodgieter toch niet aan. STROOPERS EN WANDELSPORT- NIEUWS UIT DE DRIE EGMONDEN. De Egmonoen bleven natuurlijk niet achter wege hun vertegenwoordigers ten kanton- rechterlijke conferentie te zenden. In de eerste plaats verscheen de heer Hendr. Gr., die in den avond van 11 October de gemoedsrust van jonkheer Six leelijk had gestoord door niet een goed uitgerust gezelschap, bestaan de uit twee koniinenmepuers. of tewel jacht- bedienden, 'n „meute" van twee honden en twee prima carbidlantaarns op de wip staai ten vangst uit te gaan. Henk gaf nu te kennen, voorloopig maar eens te zullen stop pen, welke toezegging evenwel geen beletsel was voor een veroordeeling tot 25 boete of 15 dagen, benevens verbeurdverklaring der kostelijke verblindingswerktuigen. Zijn dorpsgenoot Arie Zw., zou op 15 September in de duinen van den veelgeplaag- cien jonkheer ondei Wimmenum hebben ge-, flaneerd. 'k Ben d'r niet weest, Eere, sprak de delinquent met groote stelligheid. Het Heltler klinkt ftetCicu, wanneer iedere zanger zijn stem volkomen beheerscht. Doet evenals de groote tooneel- kunstenaars: Wybert-tabletten, gedurende het oefenen tot be scherming der keel. Wybert vóór het op treden om de stem helderheid te geven. Verlaogda prijzen orakel, voorgesteld door den jachtopziener Bald de Winter zaï dienaangaande de vol gende week worden geraadpleegd. De Egmonder Aldert S., die de visscherij naar Alkmaar schijnt te hebben verplaatst, was ook betrapt op een verboden duinwan deling te Egmond-Bi men, achter welk on schuldig uitstapje de wantrouwige ambtenaar nog heel wat andere ongerechtigheden ver moedde. Maar de bewijzen waren zoek, dus rees het strafpij! niet hooger dan tot 4 boete of 4 dager. OVERDAAD SCHAADT SLECHTS. De chauffeur Simon S., had te veel hooi op zijn vrachtauto opgetast en werd deswege op het Zeglis te Alkmaar aangehouden. Hij haalde vandaag geen koopje: 9 boete of 0 dagen hechtenis! HET LICHT, DAT VERDWEEN. De jongste tuinder Nic. K. uit Limmen, 'n ernstige concurrent van de „Whispering bari ton", die zijn rijwiel verlicht met een primi tief zaklantaarntje, ondervond dat zuinig heid soms de wijsheid bedriegt. Zijn lampje gaf er in de Kerklaan den brui aan. Vier gul den boete of 4 dagen hechtenis. ALLES LIEP TEGEN. Een ingezetene van St. Maartensbrug, Maarten D., die op 11 November den ho- mopaat dr. van Veen, zitting houdende in de Koorstraat te Alkmaar, wilde consultee ren, nam als gevolg van verkeerde voorlich ting de vrijheid zijn auto voor de woning te parkeeren. Het verbodsfcordje, dat zoo onge veer in de stratospheer is aangebracht, had de vreemdeling niet opgemerkt. Er werd rekening gehouden met al deze tegenslagen bij het opleggen der straf en dit correctie middel bepaald tot 2 boete of 2 dagen hechtenis. Wij willen er autobestuurders, jn het be lang hunner financiën, tevens nog op wijzen, dat het parkeeren in de Langestraat tot een minimum is beperkt en is toegestaan tot ten hoogste 20 minuten of daaromtrent. Zegt het voort! EEN PECHDAG VOOR „STIP". De handelaar in gesteriliseerd vleesch Lode- wijk van Stipriaan, zi.h op 12 Sptember in gezelschap van zijn compagnon te Koedijk bevindende, teneinde zijn clientèle te bedie nen, kwam al spoedig tot de conclusie, dat het lichtvaardig is, den dag vóór den avond te prijzen. De onvoorzichtige chauffeur Sjoerd W. van een melkauto uit Lutjewinkel was toch zoo vriendelijk bij het achterwaarts manoeuvreeren de bakfiets van ..Stip", zooals als hij amicaal wordt genoemd, in moten te rijden. Stip vond althans ziin vehikel zwaai gewond in een haag terug. De schade aan 'T karretje werd punctuëel voldaan, doch het nadeel, dat de koopman ondervond in zijn handel, bracht hij, stom genoeg, niet in reke n:ng. De kantonrechter was er echter beter achter, die veroordeelde den Lutjewinkeler melkrijder tot j 15 boete of 10 da<ren hech tenis om hem te leeren, ziin oogen in 't ver volg beter den kost tc geven. VOOR DEN ALKMAARSCHEN POLITIERECHTER. Strafzitting van Maandag 20 November. ONHANDELBARE HORINEES. De heer Petrus v. d. K., ingezetene van Hoorn, verkeerde op 16 Augustus in een dronken en bijgevolg lastig stadium, wat hem aanleiding gaf zich tegen den agent te Pas, die 't goedi met hem voorhad, krachtig te verzetten. Hij moest voor deze excessen heden terecht staan en werd bij verstek, aan gezien meneer niet present was, veroordeeld tot 1 maand gevangenisstraf. FACISTENSENSATIE OP 26 MEI. De betonwerkc. IJsbr. Petr. W. had al reeds terecht gestaan terzake beleediging van den politieagent Staats, in den avond van 26 Mei, ter gelegenheid van een vergadering vain de fascisten in het gebouw „De Unie". Deze zaak werd alstoen aangehouden ontkentenis van den verdachte tot nade "a derzoek en alsnu voortgezet met het H °n* van een tweetal getuigen a décharge °£ren en Sluijs. Verklaard werd dat wel het „ploerten" is geroepen, doch niet uiT0?1 groep personen, die links van den we» m cheerde en waaronder ook de Vwh T' W. behoorde. Op een situatieteekeninp pres voor dit belangrijk proces vervaardig" werd een en ander nagegaan en verH,,„P on->— nonr^ sé de en met onder belofte. Agent Staats bleef eefter1 sé bij zijn verklaring, dat de ploertenrLIÜÜ verdachte was eweest. Volgens 7 7 getuigen a décharge had hun wandX. ...jt dt facisten niets te maken. De offkÏÏf vond de doolhof moeilijk, vroeg jn I vrijspraak. Vonnis conform. WEERZINWEKKENDE DIERFN MISHANDELING. De niet verschenen persoon Dirk B en Burg op Texel had goedgevonden Juli een kat die hem niet toetoehoorde in een rattenval te vangen en het weerïoëzè "dh? na het dagen te hebben laten versmacht' met val en al in een put verdrinken De hëm? Wortman, kleermaker aldaar en lid van dl dierenbescherming werd met het walgelht feit in kennis gesteld en wees den dierenbeul op zijn verplichtingen, doch hij ontving Fn zeer slecht onthaal, waarop de heer Wort man de politie met het gebeurde in kennk» stelde. In dien tijd had B. de gemartelde kat verdronken. Het is op Texel bekend, dat be- doelde B. zeer slecht voor dieren is'in 't al. gemeen en ook voor zijn schapen zorgt Om* trent deze aangelegenheid werd onlangs ië de Texelsche Courant een ingezonden stuk geplaatst, doch de justitie had toen nog he laas geen aanleiding tot ingrijpen. Volgens verklaring van den wreedaaid zou de kat 30 kuikens hebben verslonden. Hij beweerde bang voor het woeste dier te zijn geweestl De officier onderschreef het gunstig oordeel der politie niet omtrent dezen verdachte en requireerde 1 maand gevangenisstraf. Uit- spraak 50 boete of 50 dagen. LOSLIPPIGE TEXELSCHE DAME. De 67-jarige krasse en bijzonder goed van de tongriem gesneden mej. Neeltje van E momenteel nog echtgenoote van den heer Corn. Dr., zou op 18 Juli haar dorpsgenoot te Den Burg, den slager Klaas Doos niet zoo eventjes beleedigd hebben door hem met een stem, die aan duidelijkheid niets te wen- schen overliet, toe te schetteren: Je bent ea oplichter! De heer Doos scheen deze taxatie niet te smaken en gaf de bevoegde autoritei ten van zijn bevinding kennis. De oude dame heden terecht staande, gedroeg zich bijzon der opgewekt en lettende op haar vroolijke stemming en het feit, dat zij 26 jaar geleden wegens beleediging tot 3 boete was ver oordeeld, werd haar opgelegd de straf, door den officier gevorderd, namelijk 10 boete oI 10 dagen. ONGEOORLOOFDE BROEDERLIEFDE. De 26-jarige Alkmaarsche voeger Hendr. Th. de J., had in den nacht van 30 op 31 Juli met geweld zijn broeder Simon uit ck handen van de agenten Staats en v. Heusden trachten te veiiossen, toen ueze broeder wegens het zich bevinden in beschonken toestand doorde agenten was gearresteerd. De broeden»®.- nende voeger ontkende heden eenige directe actie gevoerd te hebben. Het was hem echter gelukt den arrestant te bevrijden, dus dat Hopte niet precies. Eiseh 30 boete of 15 dagen. Vonnis 1 maand gevangenisstraf -vooiwaarde.ijk met 3 proefjaren. DE ONBETROUWBARE ZA t IlRDAÜAVONDK EKSEN- HANDELAREN. Tot twee muunuen veroordeeld De 35-,ai,ge heeren Corn. K. en Jos. Joh. v. W., beiden marktkooplieden te Haariein, stonden terecht ter zake het verkoopen en af levering op ae Zaterdagavo. dmarnt te Alk maar van kersen, waarvan later bleek, dat het verkochte gewicht niet oeantwoordde aan de zwaarte van de aflevering. Zoo spoedig dit bedrog ruchtbaar werd, had de politie in gegrepen, werd de kersen verkoop gestaakt en de onbeuouwnare nandeiaais werden naar net bureau geëxpedieerd. De 18-jarige mej. Aafje Kromhout uit St. Pancias had ook ker sen gekocht en bemerkt dat aan het gekochte puitu l ons oiitoia*. Zij oetaatde J U.15. öij den heer v. d. Pol waren die kersen nagewo gen met het hierboven vermelde ongunstige resultaat. „fflM Eveneens hadden de getuigen HoBM» Blom en Buis dezelfde onaangename otva- ring opgedaan. Bij naweging kon het po" niet meer dan 4 ons halen. Rechercheur t Burg had het precaire handelszaakje ver voor elkaar gebracht. De schaal was op® lijk vervalscht met een stuk looi eu zal vernietigd worden. a. Beide heeren handelaren waren a» ter zake vermogensdelicten veroordeeld, geheel zuivei waren zii niet. De officier maakte er geen gekheidO*" en requireerde 3 maanden gevangenis® Uitspraak ieder 2 maanden gevangen'0^ 265. Zoodra de auto, welke de verdachte kerel had wegge bracht, terug was, gal Britman bet sein tot vertrek en nu begon een eentonige tocht door de woestijnen en dorre vlakten. Het ging heuvel op, heuvel af en de eenige aflel "ng bestond voor Wo-Wang in het gexicht van Simmy, want die keek telkenr scheel, zoo zat zijn neut hem ia dea weg. Als 266. In plaats van minder, werd het steeds erger. kerel maar geen ring met geheimzinnig vergit er m j,ad hand heeit gehad", zei de professor. Simmy kru e een prik gevoeld. Wat wist bun vriend toch alles, alleen eea wasschoeng met boenzin«t

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 6