DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Hitler's vredeswil nogmaals verzekerd. Vit het JUu T)aqeti$sch Ovecticht No. 277 Donderdag 23 November 1933 135e Jaargang In duidelijke bewoordingen heelt Hitter aan een Fransch redacteur van de »Matin« te kennen gegeven, dat hij toenadering tusschen Frankrijk en Duitschland zeer op prijs zou stellen. Wat vandaag de aandacht trekt Ik wil vrede! ALKMAARSCH COURANT. M Deze Conrant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, nagegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franc door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN; Van 15 regels 1.25, elke regei meer 0 25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk* kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N ADEMA. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Den Haag, 22 Nov. 1933 De algemeene beraadslagingen over de begrooting van justitie zijn gisteravond dooi de Tweede Kamer gehouden en ten einde ge bracht, zoodat Donderdagavond de artikelen zullen worden afgehandeld. Minister van Schaik heeft bij de beant woording van de vele sprekers er op gewe zen, dat bij de behandeling in de afdeelingen niet minder dan 120 vragen zijn gesteld. Vele dier vragen komen natuurlijk bij de open bare behandeling weer naar voren en daar onder zijn heel wat oude beestjes, vragen, welke trouw elk jaar worden gedaan. Hop vaak we b.v. mevrouw BakkerNort het woord hebben hooren voeren over de rechts positie van dè gehuwde vrouw, zouden wij niet kunnen zeggen! Wij meenen onzen lezers geen ondienst te bewijzen door te volstaan met de mededee ling van wat de minister op de op- en aan merkingen heeft geantwoord. Hij begon met de mededeeling, dat hij met den minister van koloniën overweegt de indiening van een wetsvoorstel betreffende de nationaliteit van de gehuwde vrouw. Aan den heer De Visser (comm.) verzeker de hij, dat hij er niet aan denkt aan iemand zijn Nederlanderschap te ontnemen. Maar wel kan men op grond van de bepalingen on zer Grondwet zijn nationaliteit verliezen, doch dat mag men hem niet verwijten. Ten opzichte van de klacht van den heer Brautigam (s.d a.p.), dat we nog steeds geen wettelijke regeling hebben van het arbeids contract van zeelieden, deelde de minister mede, dat de zaak wel in voorbereiding is, maar de werkgevers een dergelijke wettelijke regeling hebben ontraden wegens de hooge kosten voor het bedrijf. En de zeelieden zou den de eersten zijn nadeel te lijden, wanneer inderdaad die kosten het bedrijf bemoeilijk ten. Een regeling van het huwelijksgoederen- recht is onder de huidige omstandigheden niet van hem te verwachten. Spr. erkende het nut van een eenvoudige regeling van de in ning van kleine vorderingen, door mej. Katz (c.h.) ter sprake gebracht. Maar een derge lijke regeling zou den staat op eenige tonnen komen te staan en daar deinsde hij voor te rug. Wat betreft de castratie van misdadigers, waarvoor de heer van der Heide (s d.a.p.) de belangstelling des ministers had gevraagd, en waartegen de heeren Terpstra (a.r.) en Goseling (r.k.) hadden gewaarschuwd, ver klaarde de minister dat hij daar principieel tegen gekant was. Men mag dus van hem geen voorstel tot invoering ervan verwachten. Evenmin denkt hij er aan de doodstraf, waarvoor de heer Zandt (st. ger.) voor de zooveelste maal had gepleit, weder in te voe ren. De heer De Visser (comm.) had er op aan gedrongen politieke misdadigers anders te behandelen dan gewone. Minister van Schaik heeft er zeer juist op geantwoord, dat hij geen politieke misdadigers bij ons kent, alleen opruiers. Laten de fijngevoeligen lie ver zorgen niet met den strafrechter in aan raking te komen Wat betreft de bestrijding van excessieve uitingen, door enkele leden besproken, deelde de minister mede, dat hi de vrijheid van drukpers en openbare uiting van gedachten niet aan banden wil leggen, doch buitensporigheden op dit gebied, welke gevaarlijk zijn voor de veiligheid der goede orde. wil hij tegengaan en daartoe zal hij binnenkort een wetsontwerp indienen. Enkele sorekers, in het bijzonder de heer Zandt, had den het gehad over zedenverwildering. Even als de heer van der Heide meende hij. dat er in dit woord toch wel wat overdrijving school. Maar met strand- en natuurbaden had hij toch geen vrede; hij hoopte evenwel dat de gemeentebesturen daartegen voldoen de konden optreden. En overigens moeten de menschen zelf zorgen voor zedelijke vernieu wing Tegennvpr het nieuw-malthusianisme wenscnte hii di'igent te ziin evena's tegen de zeaen'ooze lectuur in kleine bibliotheken Vt anneer de rechter bes''st zal hebben, dat de nieuwe kansspelen niet onder de wet val jen, zal hij met wettelijke maatregelen moe ten komen De bescherming van werkwil'i gen. door den heer Westerman (nat -herstel) ter snrake gebracht, is niet gemakkeliik. om dat de schuldigen n;et a'tiid zijn te ontdek ken. De orde moet echter gehandhaafd wor den en samenscholingen worden verboden Teekenen we hierbii aan dat de heer De Vis ser fcommhet dankbeeld had geoooerd bij stakingen aan de stakers ge'egenh»id te ge ven mof de werhwill'aen fp t->ir-n i\„ einde hen van de rechtmatigheid van een sta king te overtuigen Aan den heer Duvs (s d.a.p.) beloofde de minister alles te zullen doen tot beperking van verkeersongevallen. Wat het rumoer op straat betreft, waarover mej. Katz (c.hhad geklaagd, spr. verklaarde het niet te hooren Maar er ziin andere, die er we! last van heb ben en als hij °ens tiid heeft zal hii het eens rustig bezien Ten slotte deelde hii mede. dat er eerlang een verandering van de begrafenis wet zal worden voorgesteld. ecMer niet in «en gees( van den heer Zandt, die zich ten gunste van een verbod van lijkverbranding ïad uitgesproken. De minister heeft hierna nog een appeltje geschild met den heer Lingbeek (herv. ger.), die geklaagd had over bevoorrechting van de katholieken bij benoemingen, maar wij mee nen hiermede voldoende de belangstelling onzer lezers bevredigd te hebben. De interpellatie van den heer Cramer (s.d. a.p.) over de jongste politieke gebeurtenissen in Oost-Indië, welke een belangrijk deel van de middagvergadering der Tweede Kamer heden in beslag heeft genomen, is achteraf gebleken vrijwel overbodig te zijn. De inter- pellant stelae na een korte toelichting de vol gende vragen aan den minister van koloniën, den heer ar. Colijn: 1. Is de minister niet van oordeel, dat het in het laatste jaar verscherpte politioneel op treden niet alleen niet gerechtvaardigd is, maar in het bijzonder er toe heeft bijgedra gen, dat de onrust in inheemsche kringen is toegenomen en de politieke tegenstellingen zich hebben toegespitst? 2. Is de minister niet van meening, dat door dit optreden en het veelvuldig verhinde ren van vergadering van toegelaten politieke vereenigingen, waarop ten slotte het onlangs ingestelde beperkte vergaderingsverbod is gevolgd, het recht van vereeniging en verga dering vrijwel illusoir wordt gemaakt, waar door het gevaar bestaat, dat de volksbewe ging andere en verkeerde banen zal inslaan? 3. Is de minister bereid er toe mede te wer ken, dat aan het provoceerend optreden van een deel van de Indische pers en van een deel der Nederlandsche gemeenschap, waardoor de politieke verhoudingen zijn toegespitst en in hooge mate onrust en verbittering onder de Indonesische bevolking worden gewekt, een einde te maken? 4. Is de minister bereid mede te deelen, op grond waarvan aan ambtenaren enz. verbo den is van bepaald niet verboden politieke vereenigingen lid te zijn of te blijven? 5. Kan de minister mededeelen, waaruit gebleken is, dat het optreden van Ir. Soekar- no o.a. kwade gevolgen heeft gehad voor de openbare rust en orde, dan wel uit welke handelingen gebleken is, dat op verstoring van de openbare orde is aangestuurd? 6. Is de minister bereid mede te deelen, welke concrete feiten de Indische regeering aanleiding hebben gegeven om begin Augus tus zoo krachtig tegenover de inheemsche volksbeweging en haar leiders, met name te genover ir. Soekarno op te treden? 7. Wil de minister mededeelen, welke maat regelen ten aanzien van Soekarno zullen wor den genomen? 8. Is de minister niet van oordeel, dat de zoogenaamde exorbitante rechten dienen te verdwijnen en dat in alle geval een gerechte lijk proces te verkiezen is boven toepassing van hooger genoemde rechten? 9. Is de minister niet van oordeel, dat maatregelen als thans door de Indische re geering tegenover de bevolking zijn genomen, niet alleen een belemmering vormen voor een normale politieke ontwikkeling, maar juist die volksbeweging in een verkeerde richting leiden? 10. Is de minister bereid om te bevorderen, dat de vrije meeningsuiting in Indië zoo min mogelijk belemmerd wordt en de bevolking eventueele grieven ongestoord tot uiting kan brengen Bij de toelichting van die tien vragen noemde hij de actie van de Vaderlandsche Club gezagsondermijnend, en klaagde over het provoceerend optreden van een deel der Indische pers. Zijns inziens heeft de regee ring door het verbod van deelneming aan po litieke actie aan overheidsambtenaren, ook al behoorden de vereenigingen niet tot de verboden corporaties, de verbittering slechts doen groeien. Hij keurde het optreden van de procureur-generaal af, en diens motief voor de arrestatie van Soekarno gezocht. Waarom heeft men in plaats van tot deze arrestatie over te gaan, niet eenvoudig de P I. en andere vereenigingen verboden? Misschien hadden Soekarno en zijn partijgenooten zich wat voorzichtiger kunnen uitdrukken, doch psy chologisch is zijn optreden wel te verklaren Maar waarom is hij in hechtenis genomen? En hoe komt men er toe de exorbitante rech ten op hem toe te passen en hem té internee ren? De minister van koloniën, de heer dr. Co- lijn, verklaarde na de beantwoording van de vragen van het kamerlid Vliegen, enkele maanden geleden, niet veel nieuws te kunnen vertellen De regeering heeft geen bezwaar tegen een gezonde volksbeweging, maar se dert midden 1932 heeft zich een geest van onrust onder de bevolking en de Europeesche vakbeweging kenbaar gemaakt, welke tot scherper optreden dwong en de vier, door den her Vliegen in zijn nota genoemde veree nigingen treden daarbij in het bijzondeT op den voorgrond De gouverneur-generaal heelt daarom verschillende maatregelen moeten ne men, o.a. het verbod van deelneming aan ver eenigingen, welke tegen gezag en orde actie gericht zijn. Ook werd de aan banden gelegd en de persvrijheid bepe Ingenieur Soekarno, die op vraagpunten gehoord, is gearresteerd wegens verspreiding van opruiende geschriften. De hier genoemde vereenigingen zijn tamelijk communistisch georiënteerd en er zijn zelfs twee partijen on der hen evenals hier te lande. De algemeene leus is evenwel: „Indië vrij, nu!" en de be weging is speciaal anti-Nederlandsch. De po litie, aie in de zaal verschijnt werd op ver gaderingen opzettelijk beleedigd en men be grijpt, dat op eenvoudige menschen de predi king van den klassestrijd, onder weigering van medewerking aan 't Nederlandsch gezag op de eenvoudige inheemschen grooten in druk moest maken. Soekarno is herhaaldelijk gewaarschuwd, maar toen hij niet wou luis teren, moest worden opgetreden en is hij ge arresteerd. Van de door den heer Cramer gestelde vra gen beantwoordde de minister dè eerste twee vragen ontkennend. Wat vraag 3 betreft: de regeering heeft een open oog hiervoor. Ook eenige Europeesche bladen worden door de persordonnantie getroffen. Vraag 4: De amb tenaren zijn gebonden tot loyale medewer king aan het gezag. Vraag 5 en 6 zijn reeds beantwoord in de nota aan den heer Vlie gen. Vraag 7de Indische regeering heeft een maatregel tegen den heer Soekarno in over weging. Vraag 8 en 9 worden ontkennend be antwoord. Vraag 10: Vrije meeningsuiting ook ten aanzien van grieven behoort niet ver der te worden beperkt dan geboden is door handhaving van orde en gezag. Gelijk wel was te verwachten, verklaarde de heer Cramer zich niet bevredigd en diende een motie in, waarin aan de regeering werd gevraagd het recht van vereeniging en verga dering zooveel mogelijk te eerbiedigen en de exorbitante rechten, in afwachting van hun opheffing niet meer toe te passen. Deze slappe en onlogische motie werd van alle kanten bestreden. Met het oog op de plaatsruimte zullen we maar volstaan met de mededeeling, dat nadat alle Indische specia liteiten zich er tegen hadden verklaard, ze met 50 tegen 20 stemmen is verworpen. Voor stemden de sociaal-democraten, de communis ten en de rev.-soc. Hierna heeft de Kamer zich verdiept in de begrooting van binnenlandsche zaken en te gelijk daarmede in het voorstel der heeren van den Heuvel en Bakker tot afschaffing van den zomertijd. Hoe jammer voor den heer Braat, de aartsvijand van den zomertijd, dat hij geen lid meer is van het parlement, hij zou plezier gehad hebben. Want inder daad schijnt het voorstel tot afschaffing wel kans van aanneming te hebben. Reeds de eerste spreker er over, de heer Zijlstra (a.r.) bleek een tegenstander van den zomertijd te zijn met het oog op de schoolgaande kinde ren en hij deelde mede, dat de anti-revolu- tionnaire fractie voor het afschaffingsvoorstel zou stemmen. Ook de heer van Voorst tot Voorst (r.k.) bleek tegenstander van den zomertijd te zijn, evenals de heer van Dis (st.ger.) De heer Van der Waerden (s.d .a.p.) kwam met een compromisvoorstel: laten we in den winter onze klokken zetten op den west-Euro- peeschen of Greenwichtijd, en des zomers op den Midden-Europeeschen tijd. De heeren Ebels (v.d.) en van Houten (chr. dem.) gingen daarmede accoord, doch de heer van den Heuvel (a.r.), die zijn voorstel verdedigde, wilde van dit tusschenvoorstel niets weten. Minister De Wilde, die rustig had zitten toe te luisteren, verklaarde op dit oogenblik geen partij te willen kiezen. Morgen wordt het debat er over voortgezet en zullen ook meer zaken van binnenlandsch beleid worden besproken. Hitler's vredeswil nogmaal» ver zekerd. (Dag. Overzicht). De erkenning van Rus and door Amerika. (Buitenland). Het rijksdagbrandproces te Leip- zig voortgezet; v. d Lubbe praat nu heel normaal en zeer duidelijk. (Buitenland Reuzenvliegtuig in Ruslanu neer gestort; 17 dooden (Luchtvaart). Jaarvergadering Prov Bond van pluimveehouders in Noordhoiland. (Stad en omgeving). Te Arnhem is een dienstbode over leden tengevolge van brandwon len, opgeloopen toen haar kleeren vlam vatten. (Binnenland). Zaterdagavond om half 9 de mi nisters Marchant. en Oud en het Kamerlid Joekes voor de micro foon. (Binnenland.) Zie verder eventueel Laatste Be richten. De Matin publiceert den inhoud van een interview, dat Rijkskanselier Hitier heeft toe gestaan aan den redacteur buitenland van ,,L' Information", de Brinen. Hitier heeft verklaard, aldus de Brinen, dat zijn houding steeds dezelfde is gebleven. Hij wenscht bespreking en beraadslaging, omdat hij daarin de garantie voor den vrede ziet. Hij wil, dat deze waarachtige vrede tus schen loyale tegenstanders zal worden ge sloten. Hij heeft zulks reeds herhaaldelijk verklaard, maar men heeft hem steeds op wantrouwende wijze geantwoord. Hitier leg de er den nadruk op geheel Duitschland ach ter zich te hebben. Ik heb voor mijn volk niet geheim gehouden, wat ik wil. Het volk heeft mijn politiek goedgekeurd. Het Saargebied in Duitschland Hitier gelooft aan de noodzakelijkheid van een Duitsch-Fransche overeenstemming. ,.Ik heb de overtuiging, dat wanneer de kwestie van het Saargebied, dat Duitschland is, een maal geregeld is, niets Duitschland en Frankrijk in tegenstelling met elkander kan brengen. Elzas Lotharingen is geen geschil punt doch hoe lang zal men nog moeten her halen dat wij noch willen absorbeeren, wat ons niet toebehoort, noch dat wij ons door iemand willen laten beminnen, die niet van ons houdt In Europa bestaat geen enkel ge schil dat een oorlog rechtvaardigt Alles is te regelen tusschen de volken, wanneer zij het gevoel van eer en verantwoordelijkheid bezitten Er is een van vaderlandschen geest bezield Polen en een niet minder aan zijn tradities gehecht Duitschland. Tusschen hen bestaan verschillen en wrijvingspunten, die het gevo'g zijn van een slech* verdrag, maar niets wat waard zou zijn het kostbaarste bloed te vergieten. Want het zijn steeds de besten die op de slagvelden vallen Daarom is tusschen Duitschland en Polen een ver drag van goede nabuurschap mogelijk. Het bolsjewisme zal triompfeeren. Men beleedigt mij, wanneer men verder verklaart, dat ik den oorlog wil. Zou ik iets waanzinnigs willen? Den oorlog? Hij zou geen regeling brengen, maar slechts den toe stand der wereld verslechteren. Hij zou het einde van onze rassen beteekenen, die elite zijn en in de volgende tijden zou men zien, hoe Azië zich op ons continent zou vastzet ten en het bolsjewisme zou triomfeeren Hoe zou ik een oorlog wenschen, terwijl toch nog de gevolgen van den laatsten oorlog op ons drukken en zich nog 30 of 40 jaren zullen doen gevoelen. Ik strijd niet voor het heden, maar ik denk aan de toekomst. Ik heb voor mij een lange binnenlandsch politieke werk zaamheid. Ik heb het volk weer het begrip van zijn eer gegeven, ik wil het ook weer zijn levensvreugde schenken. Wij bestrijden de ellende Reeds hebben wij de werkloosheid teruggedrongen, maar ik wil wat beters pre- steeren. Ik zal nog jaren noodig hebben om dat te bereiken. Gelooft U, dat ik mijn werk door een nieuwen oorlog zou willen teniet doen? De correspondent wees in dit verband op de uiterlijke vertooningen in Duitschland: de vreugde van de verheerlijking der kracht Maar. we moeten ons kunnen verdedigen. De Rijkskanselier antwoordde hierop, dat Duitschland in staat moet zijn zich te verde digen. Zijn program is als volgt te precisee ren: Geen Duitscher voor een nieuwen oorlog, maar voor de verdediging van zijn vader land het geheele volk. Wanneer de jeugd in Duitschland in rij en gelid marcheert, wan neer zij dezelfde kleeding draagt, dan is dat omdat zij de nieuwe ordening en haar garan tie belichaamt. Het gesprek ging vervolgens over de mid delen, welke het Duitsch-Fransche probleem in het reine zou kunnen brengen. Geen tweede rangsnatie. Mijn vaderland is niet een natie van den tweeden rang, maar een groote natie, welke men een onverdraaglijke behandeling heeft opgedrongen. Wanneer Frankrijk zijn veilig heid wil vinden in een verdrag ben ik bereid alles aan te hooren, alles te begrijpen, alles te ondernemen. Men weet tamelijk precies, waarin de door Duitschland geëischte gelijk heid bestaat. Moraal gaat het om precies gelijk recht, de practische ten uitvoerlegging kan etappegewijze geschieden en men kan onderhandelen over de bizonderheden. Maar men zegt mij: Zeker, gelijkheid, maar geen gelijkheid zonder tegenprestatie. Welke te genorestatie? Men moest eindelijk den inhoud van het Fransche woord veiligheid kennen. Voorts wees Hitier er met nadruk op, dat hij alleen over de politiek van Duitschland beslist en dat wanneer hij zijn woord geeft, hij gewend is het te houden. Wat is dus nog noodig?. aldus zeide hij Ik heb geen troon geëerfd. Ik heb evenwel een doctrine te handhaven. Ik ben een mensch, die handelt en die zijn verantwoordelijkheid heeft. Ik sta borg voor mijn volk. Ik sta met mijn persoon borg voor het volk, dat ik leid en dat mij de kracht geeft. Maar laten wij spreken over de Fransche veiligheid. Wanneer men mij zou zeggen, wat ik voor hen kan doen, zou ik het gaarne doen, wanneer het niet gaat om de oneer of een bedreiging voor mijn land. Een En- gelsch journalist heeft geschreven, dat men voor de kalmeering van Europa een over eenstemming tusschen Duitschland en Frankrijk moet tot stand brengen en Frank rijk de aanvullende zekerheid van een de fensief verbond met Engeland moet geven. Wanneer het om zoo'n verbond zou gaan, wil ik het gaarne onderteekenen. Want ik heb geenszins de bedoeling mijn buren aan te vallen. Polen ziet dat thans in. Maar omdat Polen Oostelijker ligt dan Frankrijk, kent het ons beter. Wat Frankrijk hierop antwoordt. Het onderhoud van Hitier met den poli- tieken redacteur van de „I n f o r m a t i o n", die den eersten afdruk van zijn bericht ter be schikking van de „M a t i n" heeft gesteld, heeft hier sterk de aandócht getrokken. Het feit, dat Hitier voor de eerste maal een Fransch persvertegenwoordiger heeft ont vangen, wordt speciaal naar voren gebracht. De radicaal-soc. „N o t r e T e m p s" juicht het toe, dat juist de Brinon uitverkoren is ge weest, om de uiteenzettingen van Hitier aan te hooren, daar hij een der specialisten der Fransche buiteniandsche politiek is Het blad merkt echter op, dat men minder vertrouwen kan hebben in de oprechtheid der staatslieden dan in de groote belangen der volkeren. De „Paris S o i r" hecht veel gewicht aan de ondubbelzinnigheid. waarmede Hitier zijn standpunt heeft uiteengezet, maar ook dit blad trekt de oprechtheid van Duitschland in twijfel. De ,,L i b e r t is van meening, dat de rijkskanselier in de eerste plaats tracht, in Frankrijk stemming te maken voor de door hem verlangde onderhandelingen. Anders had hij zijn standpunt onmiddellijk tegenover den Franschen ambassadeur te Berlijn kunnen uiteenzetten. „Paris M i d i"' vergelijkt verschillende punten uit het interview met de rede, die Caillaux, de voorzitter van de financie«*le Senaatscommissie, onlangs heeft gehouden. De gedachtengang der beide mannen komt overeen in de constateering, dat een nieuwe oorlog de ondergang der Europeesche be schaving zou beteekenen. Nu de rijkskanse lier de deuren van Genève definitief heeft ge sloten zijn er nog twee oplossingen mogelijk: öf Duitschland moet met beroep op art. 213 van het Verdrag van Versailles tot inacht neming van de verdragen worüen genoopt, öf de door Hitier gewenschte directe onder handelingen moeten worden begonnen. Ten aanzien van den eersten weg moet men zich afvragen, of Frankrijk in staat is, een dergelijke politiek alleen te verwerkelij ken, nu Engeland reeds daarvan heeft afge zien. T.a.v. de tweede oplossing moet men helaas constateeren, dat de voorbereidingen ondanks de aanwezigheid van een Fransch ambassadeur te Berlijn nog niet zeer zijn ge vorderd. Men moet echter onvoorwaardelijk weten, waarover men zou onderhandelen en derhalve den weg van tevoren aangeven. De Engelsche pers over het interview. Ook de Engelsche pers ruimt veel plaats in voor het door Hitier toegestane interview. Onder het opschrift „Hitler's vredesaanbod aan Frankrijk" vestigt de „Evening News" in het bijzonder de aandacht op de verkla ringen van Hitier over een Engelsch Fransch defensief verbond, het geliefde plan van Rothermere. De nadruk wordt ook ge legd op de verklaring van den Rijkskanselier, dat Duitschland r.iet naar Genève zal terug- keeren. KORTE BERICHTEN. De gemeenteraad van Den Helder heeft besloten tot het aangaan van een geldleening, groot 260.000 tegen een koers van uitgifte van 99 pCt. en een rente van 4M pCt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1933 | | pagina 1