DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Hitler's vredeswil nogmaals verzekerd.
Vit het JUu
T)aqeti$sch Ovecticht
No. 277
Donderdag 23 November 1933
135e Jaargang
In duidelijke bewoordingen heelt Hitter aan een
Fransch redacteur van de »Matin« te kennen
gegeven, dat hij toenadering tusschen Frankrijk
en Duitschland zeer op prijs zou stellen.
Wat vandaag de
aandacht trekt
Ik wil vrede!
ALKMAARSCH
COURANT.
M
Deze Conrant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, nagegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franc door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN;
Van 15 regels 1.25, elke regei meer 0 25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk*
kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N ADEMA.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Den Haag, 22 Nov. 1933
De algemeene beraadslagingen over de
begrooting van justitie zijn gisteravond dooi
de Tweede Kamer gehouden en ten einde ge
bracht, zoodat Donderdagavond de artikelen
zullen worden afgehandeld.
Minister van Schaik heeft bij de beant
woording van de vele sprekers er op gewe
zen, dat bij de behandeling in de afdeelingen
niet minder dan 120 vragen zijn gesteld. Vele
dier vragen komen natuurlijk bij de open
bare behandeling weer naar voren en daar
onder zijn heel wat oude beestjes, vragen,
welke trouw elk jaar worden gedaan. Hop
vaak we b.v. mevrouw BakkerNort het
woord hebben hooren voeren over de rechts
positie van dè gehuwde vrouw, zouden wij
niet kunnen zeggen!
Wij meenen onzen lezers geen ondienst te
bewijzen door te volstaan met de mededee
ling van wat de minister op de op- en aan
merkingen heeft geantwoord. Hij begon met
de mededeeling, dat hij met den minister van
koloniën overweegt de indiening van een
wetsvoorstel betreffende de nationaliteit van
de gehuwde vrouw.
Aan den heer De Visser (comm.) verzeker
de hij, dat hij er niet aan denkt aan iemand
zijn Nederlanderschap te ontnemen. Maar
wel kan men op grond van de bepalingen on
zer Grondwet zijn nationaliteit verliezen,
doch dat mag men hem niet verwijten.
Ten opzichte van de klacht van den heer
Brautigam (s.d a.p.), dat we nog steeds geen
wettelijke regeling hebben van het arbeids
contract van zeelieden, deelde de minister
mede, dat de zaak wel in voorbereiding is,
maar de werkgevers een dergelijke wettelijke
regeling hebben ontraden wegens de hooge
kosten voor het bedrijf. En de zeelieden zou
den de eersten zijn nadeel te lijden, wanneer
inderdaad die kosten het bedrijf bemoeilijk
ten. Een regeling van het huwelijksgoederen-
recht is onder de huidige omstandigheden
niet van hem te verwachten. Spr. erkende het
nut van een eenvoudige regeling van de in
ning van kleine vorderingen, door mej. Katz
(c.h.) ter sprake gebracht. Maar een derge
lijke regeling zou den staat op eenige tonnen
komen te staan en daar deinsde hij voor te
rug.
Wat betreft de castratie van misdadigers,
waarvoor de heer van der Heide (s d.a.p.) de
belangstelling des ministers had gevraagd,
en waartegen de heeren Terpstra (a.r.) en
Goseling (r.k.) hadden gewaarschuwd, ver
klaarde de minister dat hij daar principieel
tegen gekant was. Men mag dus van hem
geen voorstel tot invoering ervan verwachten.
Evenmin denkt hij er aan de doodstraf,
waarvoor de heer Zandt (st. ger.) voor de
zooveelste maal had gepleit, weder in te voe
ren.
De heer De Visser (comm.) had er op aan
gedrongen politieke misdadigers anders te
behandelen dan gewone. Minister van
Schaik heeft er zeer juist op geantwoord, dat
hij geen politieke misdadigers bij ons kent,
alleen opruiers. Laten de fijngevoeligen lie
ver zorgen niet met den strafrechter in aan
raking te komen Wat betreft de bestrijding
van excessieve uitingen, door enkele leden
besproken, deelde de minister mede, dat hi
de vrijheid van drukpers en openbare uiting
van gedachten niet aan banden wil leggen,
doch buitensporigheden op dit gebied, welke
gevaarlijk zijn voor de veiligheid der goede
orde. wil hij tegengaan en daartoe zal hij
binnenkort een wetsontwerp indienen. Enkele
sorekers, in het bijzonder de heer Zandt, had
den het gehad over zedenverwildering. Even
als de heer van der Heide meende hij. dat er
in dit woord toch wel wat overdrijving
school. Maar met strand- en natuurbaden
had hij toch geen vrede; hij hoopte evenwel
dat de gemeentebesturen daartegen voldoen
de konden optreden. En overigens moeten de
menschen zelf zorgen voor zedelijke vernieu
wing Tegennvpr het nieuw-malthusianisme
wenscnte hii di'igent te ziin evena's tegen de
zeaen'ooze lectuur in kleine bibliotheken
Vt anneer de rechter bes''st zal hebben, dat
de nieuwe kansspelen niet onder de wet val
jen, zal hij met wettelijke maatregelen moe
ten komen De bescherming van werkwil'i
gen. door den heer Westerman (nat -herstel)
ter snrake gebracht, is niet gemakkeliik. om
dat de schuldigen n;et a'tiid zijn te ontdek
ken. De orde moet echter gehandhaafd wor
den en samenscholingen worden verboden
Teekenen we hierbii aan dat de heer De Vis
ser fcommhet dankbeeld had geoooerd bij
stakingen aan de stakers ge'egenh»id te ge
ven mof de werhwill'aen fp t->ir-n i\„
einde hen van de rechtmatigheid van een sta
king te overtuigen
Aan den heer Duvs (s d.a.p.) beloofde de
minister alles te zullen doen tot beperking
van verkeersongevallen. Wat het rumoer op
straat betreft, waarover mej. Katz (c.hhad
geklaagd, spr. verklaarde het niet te hooren
Maar er ziin andere, die er we! last van heb
ben en als hij °ens tiid heeft zal hii het eens
rustig bezien Ten slotte deelde hii mede. dat
er eerlang een verandering van de begrafenis
wet zal worden voorgesteld. ecMer niet in
«en gees( van den heer Zandt, die zich ten
gunste van een verbod van lijkverbranding
ïad uitgesproken.
De minister heeft hierna nog een appeltje
geschild met den heer Lingbeek (herv. ger.),
die geklaagd had over bevoorrechting van de
katholieken bij benoemingen, maar wij mee
nen hiermede voldoende de belangstelling
onzer lezers bevredigd te hebben.
De interpellatie van den heer Cramer (s.d.
a.p.) over de jongste politieke gebeurtenissen
in Oost-Indië, welke een belangrijk deel van
de middagvergadering der Tweede Kamer
heden in beslag heeft genomen, is achteraf
gebleken vrijwel overbodig te zijn. De inter-
pellant stelae na een korte toelichting de vol
gende vragen aan den minister van koloniën,
den heer ar. Colijn:
1. Is de minister niet van oordeel, dat het
in het laatste jaar verscherpte politioneel op
treden niet alleen niet gerechtvaardigd is,
maar in het bijzonder er toe heeft bijgedra
gen, dat de onrust in inheemsche kringen is
toegenomen en de politieke tegenstellingen
zich hebben toegespitst?
2. Is de minister niet van meening, dat
door dit optreden en het veelvuldig verhinde
ren van vergadering van toegelaten politieke
vereenigingen, waarop ten slotte het onlangs
ingestelde beperkte vergaderingsverbod is
gevolgd, het recht van vereeniging en verga
dering vrijwel illusoir wordt gemaakt, waar
door het gevaar bestaat, dat de volksbewe
ging andere en verkeerde banen zal inslaan?
3. Is de minister bereid er toe mede te wer
ken, dat aan het provoceerend optreden van
een deel van de Indische pers en van een deel
der Nederlandsche gemeenschap, waardoor
de politieke verhoudingen zijn toegespitst en
in hooge mate onrust en verbittering onder
de Indonesische bevolking worden gewekt,
een einde te maken?
4. Is de minister bereid mede te deelen, op
grond waarvan aan ambtenaren enz. verbo
den is van bepaald niet verboden politieke
vereenigingen lid te zijn of te blijven?
5. Kan de minister mededeelen, waaruit
gebleken is, dat het optreden van Ir. Soekar-
no o.a. kwade gevolgen heeft gehad voor de
openbare rust en orde, dan wel uit welke
handelingen gebleken is, dat op verstoring
van de openbare orde is aangestuurd?
6. Is de minister bereid mede te deelen,
welke concrete feiten de Indische regeering
aanleiding hebben gegeven om begin Augus
tus zoo krachtig tegenover de inheemsche
volksbeweging en haar leiders, met name te
genover ir. Soekarno op te treden?
7. Wil de minister mededeelen, welke maat
regelen ten aanzien van Soekarno zullen wor
den genomen?
8. Is de minister niet van oordeel, dat de
zoogenaamde exorbitante rechten dienen te
verdwijnen en dat in alle geval een gerechte
lijk proces te verkiezen is boven toepassing
van hooger genoemde rechten?
9. Is de minister niet van oordeel, dat
maatregelen als thans door de Indische re
geering tegenover de bevolking zijn genomen,
niet alleen een belemmering vormen voor een
normale politieke ontwikkeling, maar juist
die volksbeweging in een verkeerde richting
leiden?
10. Is de minister bereid om te bevorderen,
dat de vrije meeningsuiting in Indië zoo min
mogelijk belemmerd wordt en de bevolking
eventueele grieven ongestoord tot uiting kan
brengen
Bij de toelichting van die tien vragen
noemde hij de actie van de Vaderlandsche
Club gezagsondermijnend, en klaagde over
het provoceerend optreden van een deel der
Indische pers. Zijns inziens heeft de regee
ring door het verbod van deelneming aan po
litieke actie aan overheidsambtenaren, ook
al behoorden de vereenigingen niet tot de
verboden corporaties, de verbittering slechts
doen groeien. Hij keurde het optreden van de
procureur-generaal af, en diens motief voor
de arrestatie van Soekarno gezocht. Waarom
heeft men in plaats van tot deze arrestatie
over te gaan, niet eenvoudig de P I. en andere
vereenigingen verboden? Misschien hadden
Soekarno en zijn partijgenooten zich wat
voorzichtiger kunnen uitdrukken, doch psy
chologisch is zijn optreden wel te verklaren
Maar waarom is hij in hechtenis genomen?
En hoe komt men er toe de exorbitante rech
ten op hem toe te passen en hem té internee
ren?
De minister van koloniën, de heer dr. Co-
lijn, verklaarde na de beantwoording van de
vragen van het kamerlid Vliegen, enkele
maanden geleden, niet veel nieuws te kunnen
vertellen De regeering heeft geen bezwaar
tegen een gezonde volksbeweging, maar se
dert midden 1932 heeft zich een geest van
onrust onder de bevolking en de Europeesche
vakbeweging kenbaar gemaakt, welke tot
scherper optreden dwong en de vier, door
den her Vliegen in zijn nota genoemde veree
nigingen treden daarbij in het bijzondeT op
den voorgrond De gouverneur-generaal heelt
daarom verschillende maatregelen moeten ne
men, o.a. het verbod van deelneming aan ver
eenigingen, welke tegen gezag en orde actie
gericht zijn. Ook werd de
aan banden gelegd en de persvrijheid bepe
Ingenieur Soekarno, die op vraagpunten
gehoord, is gearresteerd wegens verspreiding
van opruiende geschriften. De hier genoemde
vereenigingen zijn tamelijk communistisch
georiënteerd en er zijn zelfs twee partijen on
der hen evenals hier te lande. De algemeene
leus is evenwel: „Indië vrij, nu!" en de be
weging is speciaal anti-Nederlandsch. De po
litie, aie in de zaal verschijnt werd op ver
gaderingen opzettelijk beleedigd en men be
grijpt, dat op eenvoudige menschen de predi
king van den klassestrijd, onder weigering
van medewerking aan 't Nederlandsch gezag
op de eenvoudige inheemschen grooten in
druk moest maken. Soekarno is herhaaldelijk
gewaarschuwd, maar toen hij niet wou luis
teren, moest worden opgetreden en is hij ge
arresteerd.
Van de door den heer Cramer gestelde vra
gen beantwoordde de minister dè eerste twee
vragen ontkennend. Wat vraag 3 betreft: de
regeering heeft een open oog hiervoor. Ook
eenige Europeesche bladen worden door de
persordonnantie getroffen. Vraag 4: De amb
tenaren zijn gebonden tot loyale medewer
king aan het gezag. Vraag 5 en 6 zijn reeds
beantwoord in de nota aan den heer Vlie
gen. Vraag 7de Indische regeering heeft een
maatregel tegen den heer Soekarno in over
weging. Vraag 8 en 9 worden ontkennend be
antwoord. Vraag 10: Vrije meeningsuiting
ook ten aanzien van grieven behoort niet ver
der te worden beperkt dan geboden is door
handhaving van orde en gezag.
Gelijk wel was te verwachten, verklaarde
de heer Cramer zich niet bevredigd en diende
een motie in, waarin aan de regeering werd
gevraagd het recht van vereeniging en verga
dering zooveel mogelijk te eerbiedigen en de
exorbitante rechten, in afwachting van hun
opheffing niet meer toe te passen.
Deze slappe en onlogische motie werd van
alle kanten bestreden. Met het oog op de
plaatsruimte zullen we maar volstaan met de
mededeeling, dat nadat alle Indische specia
liteiten zich er tegen hadden verklaard, ze
met 50 tegen 20 stemmen is verworpen. Voor
stemden de sociaal-democraten, de communis
ten en de rev.-soc.
Hierna heeft de Kamer zich verdiept in de
begrooting van binnenlandsche zaken en te
gelijk daarmede in het voorstel der heeren
van den Heuvel en Bakker tot afschaffing
van den zomertijd. Hoe jammer voor den
heer Braat, de aartsvijand van den zomertijd,
dat hij geen lid meer is van het parlement,
hij zou plezier gehad hebben. Want inder
daad schijnt het voorstel tot afschaffing wel
kans van aanneming te hebben. Reeds de
eerste spreker er over, de heer Zijlstra (a.r.)
bleek een tegenstander van den zomertijd te
zijn met het oog op de schoolgaande kinde
ren en hij deelde mede, dat de anti-revolu-
tionnaire fractie voor het afschaffingsvoorstel
zou stemmen.
Ook de heer van Voorst tot Voorst (r.k.)
bleek tegenstander van den zomertijd te zijn,
evenals de heer van Dis (st.ger.)
De heer Van der Waerden (s.d .a.p.) kwam
met een compromisvoorstel: laten we in den
winter onze klokken zetten op den west-Euro-
peeschen of Greenwichtijd, en des zomers op
den Midden-Europeeschen tijd.
De heeren Ebels (v.d.) en van Houten (chr.
dem.) gingen daarmede accoord, doch de
heer van den Heuvel (a.r.), die zijn voorstel
verdedigde, wilde van dit tusschenvoorstel
niets weten.
Minister De Wilde, die rustig had zitten
toe te luisteren, verklaarde op dit oogenblik
geen partij te willen kiezen. Morgen wordt
het debat er over voortgezet en zullen ook
meer zaken van binnenlandsch beleid worden
besproken.
Hitler's vredeswil nogmaal» ver
zekerd. (Dag. Overzicht).
De erkenning van Rus and door
Amerika. (Buitenland).
Het rijksdagbrandproces te Leip-
zig voortgezet; v. d Lubbe praat nu
heel normaal en zeer duidelijk.
(Buitenland
Reuzenvliegtuig in Ruslanu neer
gestort; 17 dooden (Luchtvaart).
Jaarvergadering Prov Bond van
pluimveehouders in Noordhoiland.
(Stad en omgeving).
Te Arnhem is een dienstbode over
leden tengevolge van brandwon len,
opgeloopen toen haar kleeren vlam
vatten. (Binnenland).
Zaterdagavond om half 9 de mi
nisters Marchant. en Oud en het
Kamerlid Joekes voor de micro
foon. (Binnenland.)
Zie verder eventueel Laatste Be
richten.
De Matin publiceert den inhoud van een
interview, dat Rijkskanselier Hitier heeft toe
gestaan aan den redacteur buitenland van
,,L' Information", de Brinen.
Hitier heeft verklaard, aldus de Brinen,
dat zijn houding steeds dezelfde is gebleven.
Hij wenscht bespreking en beraadslaging,
omdat hij daarin de garantie voor den vrede
ziet. Hij wil, dat deze waarachtige vrede tus
schen loyale tegenstanders zal worden ge
sloten. Hij heeft zulks reeds herhaaldelijk
verklaard, maar men heeft hem steeds op
wantrouwende wijze geantwoord. Hitier leg
de er den nadruk op geheel Duitschland ach
ter zich te hebben. Ik heb voor mijn volk niet
geheim gehouden, wat ik wil. Het volk heeft
mijn politiek goedgekeurd.
Het Saargebied in Duitschland
Hitier gelooft aan de noodzakelijkheid van
een Duitsch-Fransche overeenstemming. ,.Ik
heb de overtuiging, dat wanneer de kwestie
van het Saargebied, dat Duitschland is, een
maal geregeld is, niets Duitschland en
Frankrijk in tegenstelling met elkander kan
brengen. Elzas Lotharingen is geen geschil
punt doch hoe lang zal men nog moeten her
halen dat wij noch willen absorbeeren, wat
ons niet toebehoort, noch dat wij ons door
iemand willen laten beminnen, die niet van
ons houdt In Europa bestaat geen enkel ge
schil dat een oorlog rechtvaardigt Alles is
te regelen tusschen de volken, wanneer zij
het gevoel van eer en verantwoordelijkheid
bezitten Er is een van vaderlandschen geest
bezield Polen en een niet minder aan zijn
tradities gehecht Duitschland. Tusschen hen
bestaan verschillen en wrijvingspunten, die
het gevo'g zijn van een slech* verdrag, maar
niets wat waard zou zijn het kostbaarste
bloed te vergieten. Want het zijn steeds de
besten die op de slagvelden vallen Daarom
is tusschen Duitschland en Polen een ver
drag van goede nabuurschap mogelijk.
Het bolsjewisme zal triompfeeren.
Men beleedigt mij, wanneer men verder
verklaart, dat ik den oorlog wil. Zou ik iets
waanzinnigs willen? Den oorlog? Hij zou
geen regeling brengen, maar slechts den toe
stand der wereld verslechteren. Hij zou het
einde van onze rassen beteekenen, die elite
zijn en in de volgende tijden zou men zien,
hoe Azië zich op ons continent zou vastzet
ten en het bolsjewisme zou triomfeeren Hoe
zou ik een oorlog wenschen, terwijl toch nog
de gevolgen van den laatsten oorlog op ons
drukken en zich nog 30 of 40 jaren zullen
doen gevoelen. Ik strijd niet voor het heden,
maar ik denk aan de toekomst. Ik heb voor
mij een lange binnenlandsch politieke werk
zaamheid. Ik heb het volk weer het begrip
van zijn eer gegeven, ik wil het ook weer zijn
levensvreugde schenken. Wij bestrijden de
ellende Reeds hebben wij de werkloosheid
teruggedrongen, maar ik wil wat beters pre-
steeren. Ik zal nog jaren noodig hebben om
dat te bereiken. Gelooft U, dat ik mijn werk
door een nieuwen oorlog zou willen teniet
doen?
De correspondent wees in dit verband op
de uiterlijke vertooningen in Duitschland: de
vreugde van de verheerlijking der kracht
Maar. we moeten ons kunnen
verdedigen.
De Rijkskanselier antwoordde hierop, dat
Duitschland in staat moet zijn zich te verde
digen. Zijn program is als volgt te precisee
ren:
Geen Duitscher voor een nieuwen oorlog,
maar voor de verdediging van zijn vader
land het geheele volk. Wanneer de jeugd in
Duitschland in rij en gelid marcheert, wan
neer zij dezelfde kleeding draagt, dan is dat
omdat zij de nieuwe ordening en haar garan
tie belichaamt.
Het gesprek ging vervolgens over de mid
delen, welke het Duitsch-Fransche probleem
in het reine zou kunnen brengen.
Geen tweede rangsnatie.
Mijn vaderland is niet een natie van den
tweeden rang, maar een groote natie, welke
men een onverdraaglijke behandeling heeft
opgedrongen. Wanneer Frankrijk zijn veilig
heid wil vinden in een verdrag ben ik bereid
alles aan te hooren, alles te begrijpen, alles
te ondernemen. Men weet tamelijk precies,
waarin de door Duitschland geëischte gelijk
heid bestaat. Moraal gaat het om precies
gelijk recht, de practische ten uitvoerlegging
kan etappegewijze geschieden en men kan
onderhandelen over de bizonderheden. Maar
men zegt mij: Zeker, gelijkheid, maar geen
gelijkheid zonder tegenprestatie. Welke te
genorestatie?
Men moest eindelijk den inhoud van het
Fransche woord veiligheid kennen.
Voorts wees Hitier er met nadruk op, dat
hij alleen over de politiek van Duitschland
beslist en dat wanneer hij zijn woord geeft,
hij gewend is het te houden.
Wat is dus nog noodig?. aldus zeide hij
Ik heb geen troon geëerfd. Ik heb evenwel een
doctrine te handhaven. Ik ben een mensch,
die handelt en die zijn verantwoordelijkheid
heeft.
Ik sta borg voor mijn volk.
Ik sta met mijn persoon borg voor het
volk, dat ik leid en dat mij de kracht geeft.
Maar laten wij spreken over de Fransche
veiligheid. Wanneer men mij zou zeggen,
wat ik voor hen kan doen, zou ik het gaarne
doen, wanneer het niet gaat om de oneer of
een bedreiging voor mijn land. Een En-
gelsch journalist heeft geschreven, dat men
voor de kalmeering van Europa een over
eenstemming tusschen Duitschland en
Frankrijk moet tot stand brengen en Frank
rijk de aanvullende zekerheid van een de
fensief verbond met Engeland moet geven.
Wanneer het om zoo'n verbond zou gaan, wil
ik het gaarne onderteekenen. Want ik heb
geenszins de bedoeling mijn buren aan te
vallen. Polen ziet dat thans in. Maar omdat
Polen Oostelijker ligt dan Frankrijk, kent
het ons beter.
Wat Frankrijk hierop antwoordt.
Het onderhoud van Hitier met den poli-
tieken redacteur van de „I n f o r m a t i o n",
die den eersten afdruk van zijn bericht ter be
schikking van de „M a t i n" heeft gesteld,
heeft hier sterk de aandócht getrokken. Het
feit, dat Hitier voor de eerste maal een
Fransch persvertegenwoordiger heeft ont
vangen, wordt speciaal naar voren gebracht.
De radicaal-soc. „N o t r e T e m p s" juicht
het toe, dat juist de Brinon uitverkoren is ge
weest, om de uiteenzettingen van Hitier aan
te hooren, daar hij een der specialisten der
Fransche buiteniandsche politiek is Het blad
merkt echter op, dat men minder vertrouwen
kan hebben in de oprechtheid der staatslieden
dan in de groote belangen der volkeren.
De „Paris S o i r" hecht veel gewicht
aan de ondubbelzinnigheid. waarmede
Hitier zijn standpunt heeft uiteengezet, maar
ook dit blad trekt de oprechtheid van
Duitschland in twijfel.
De ,,L i b e r t is van meening, dat de
rijkskanselier in de eerste plaats tracht, in
Frankrijk stemming te maken voor de door
hem verlangde onderhandelingen. Anders
had hij zijn standpunt onmiddellijk tegenover
den Franschen ambassadeur te Berlijn kunnen
uiteenzetten.
„Paris M i d i"' vergelijkt verschillende
punten uit het interview met de rede, die
Caillaux, de voorzitter van de financie«*le
Senaatscommissie, onlangs heeft gehouden.
De gedachtengang der beide mannen komt
overeen in de constateering, dat een nieuwe
oorlog de ondergang der Europeesche be
schaving zou beteekenen. Nu de rijkskanse
lier de deuren van Genève definitief heeft ge
sloten zijn er nog twee oplossingen mogelijk:
öf Duitschland moet met beroep op art. 213
van het Verdrag van Versailles tot inacht
neming van de verdragen worüen genoopt,
öf de door Hitier gewenschte directe onder
handelingen moeten worden begonnen.
Ten aanzien van den eersten weg moet
men zich afvragen, of Frankrijk in staat is,
een dergelijke politiek alleen te verwerkelij
ken, nu Engeland reeds daarvan heeft afge
zien. T.a.v. de tweede oplossing moet men
helaas constateeren, dat de voorbereidingen
ondanks de aanwezigheid van een Fransch
ambassadeur te Berlijn nog niet zeer zijn ge
vorderd. Men moet echter onvoorwaardelijk
weten, waarover men zou onderhandelen en
derhalve den weg van tevoren aangeven.
De Engelsche pers over het
interview.
Ook de Engelsche pers ruimt veel plaats in
voor het door Hitier toegestane interview.
Onder het opschrift „Hitler's vredesaanbod
aan Frankrijk" vestigt de „Evening News"
in het bijzonder de aandacht op de verkla
ringen van Hitier over een Engelsch
Fransch defensief verbond, het geliefde plan
van Rothermere. De nadruk wordt ook ge
legd op de verklaring van den Rijkskanselier,
dat Duitschland r.iet naar Genève zal terug-
keeren.
KORTE BERICHTEN.
De gemeenteraad van Den Helder heeft
besloten tot het aangaan van een geldleening,
groot 260.000 tegen een koers van uitgifte
van 99 pCt. en een rente van 4M pCt.