De gebeurtenissen ïn Z.- en .N-Schermer.
Rechtszaken.
De wethouder, mevr. v. S.-S., voor de
Alkmaarsche rechtbank als verdacht
van valschheid in geschrifte.
EEN MANDATEN-PUZZLE.
en ander werd door voorsteller geacht te
rijn in het belang der vereeniging.
Het bestuur kreeg vrij mandaat in deze een
regeling te treffen. Tevens werd door den
secretaris een voorstel doorgegeven van den
heer Keetman om van de algemeene vergade
ring machtiging te krijgen 50 uit te trekken
om een proef te nemen met driepootafzettin
gen om wedstrijdbanen. Waar na toelichting
bleek, dat zulk een afzetting een belangrijke
verbetering zal wezen, werd goedgevonden
hiermede een proef te nemen en genoemd be
drag hiervoor uit te trekken.
De heer W. Keetman Wz gaf in overwe
ging de afzetting voor het publiek een paar
meter meer achteruit te zetten, het publiek
komt te dicht op de wedstrijdbanen. Tevens
gaf hij nog verschillende aanwijzingen wat
afscheiding en grenslijnen betreft.
Een en ander zal door het bestuur zooveel
mogelijk ter harte worden genomen.
Rondvraag. De heer Coops memoreerde de
moeilijkheden welke zich vorig jaar hebben
voorgedaan met het doorgeven van de opge
nomen tijden bij de wedstrijden aan den se
cretaris. Het publiek verdrong zich dan
steeds in die mate om de betreffende tent, dat
een en ander inderdaad veel moeilijkheden
oplevert.
Het bestuur zal voortaan strenger de hand
houden, om hen die niet binnen de ronde
baan behooren zooveel mogelijk te verwijde
ren en de tent van den secretaris geheel af te
zonderen, zoodat daar niemand anders bin
nen gelaten kan worden dan de tijdopnemers
Koppelwedstrijden. De heer W. Keetman
Wz. zeide, dat hetgeen hij over eventueel te
houden koppelwedstrijden te Schagen heeft
gelezen, dit een prachtig idee te vinden. En
zou met een eventueelen strengen winter bij
niet te veel wedstrijden 'n dergelijken koppe:-
wedstrijd ook hier willen inlassen. Hiervoor
werd na bespreking en toelichting veel ge
voeld en nu zal alzoo aan het programma
een koppelwedstrijd worden toegevoegd.
Het amateurisme in gevaar.
Dan wordt door den heer Keetman bespro
ken, dat er groot gevaar bestaat voor het
blijven bestaan van het amateurisme. Spre
ker deelde mede, dat de mogelijkheid, dat
wederom rijders naar het buitenland wor
den gezonden, voor velen zoo goed als
buitengesloten is. Bericht is n.1. ingekomen
bij de rijders die het vorig jaar door d-n
K.N.S.B. naar het buitenland zijn uitgezon
den, dat zij zelf minstens 200 moeten bij
dragen om den komenden winter tot de mo
gelijkheid tot uitzending te komen. Enkele rij
ders, o.a. de heeren Schenk en Saai hebben
bericht gezonden wel een gedeelte te kunnen
en willen bijdragen, maar geen 200, waar
op bericht van den heer van Laer is gekomen,
dat zonder bijdrage van 200 uitzending
zonder meer is buitengesloten. Spr. zeide van
meening te zijn, dat het idee van Laer het
amateurisme in groot gevaar brengt, en was
van oordeel, dat met dezen voortgang door
den K.N.S.B. geen amateur meer overb'ijft.
Hoewel de heer Keetman zeide met het ama
teurschap te sympathiseeren, het ook hem
door vele sterk overdreven handelingen on
mogelijk gemaakt zal worden amateur te blij
ven, vooral met het oog op de toch al niet ge
ringe financieele opofferingen voor den ama
teur zelf.
Terwijl door den K.N.S.B. 200 bijdrage
wordt verlangd, zendt de N.V.B.H S. rijders
en dan nog onder prima leiding uit voor een
bijdrage van 125. De heer Keetman meende
hieruit te moeten afleiden, dat de KN.S B.
geen rijders meer wenscht uit te zenden.
De vergadering sprak haar leedwezen uit,
dat het op deze manier inderdaad door den
K.N.S.B. onmogelijk wordt gemaakt, dat de
meeste onzer rijders verder onze nationaliteit
in het buitenland kunnen verdedigen, terwijl
zij toch tot heden deze steeds hebben hoogge
houden.
Meerdere stemmen gingen uit de vergade
ring op, het ten zeerste te zullen betreuren,
wanneer hierdoor rijders als Keetman
Schenk en Saai het amateurschap zouden los
laten.
Het idee-van Laer werd door de vergade
ring betreurd, maar men meende, dat zulks
nu direct nog geen aanleiding behoefde te zijn
voor de betrokken rijders het amateurschap
vaarwel te zeggen en meende, dat er door de
verschillende vereenigingen toch wel 'n mouw
aangepast kan worden om de mogelijkheid te
scheppen, dat zij toch gevoeglijk aan de na
tionale amateurswedstrijden kunnen deelne
men. Al zal dan ook de uitzending naar het
buitenland er bij moeten inschieten.
De heer K. zeide, dat een en ander voor de
rijders altijd met veel kosten gepaard gaat en
dat van hen soms groote financieele offers
worden gevraagd, wat een groote drijfveer
zal kunnen zijn om tot het beroepsrijden over
te gaan.
Een schrijven te dezer zake aan den he<n
van Laer werd geacht wel geen resultaat te
zullen opleveren. Na uitgebreide en lange
discussies inzake het amateurschap of be
roepsrijden zou het bestuur een en ander
ernstig onder de oogen zien om, zoo moge
lijk, tot een goede regeling tot behoud van
onze bekende rijders voor het amateurisme te
komen.
Daarna sluiting.
A t h 1 e t i e k.
DE TRAINING IN DE K. N. A. U.
D training van de dames voor de Wereld-
spelen voor Vrouwen in 1934 en voor de da
mes en heeren voor d Olympische Spelen in
1936 is reeds aangevangen. De leiding be
rust bij de trairungscommissie (een sub.
commissie van de T C.) De eigenlijke trai
ning geschiedt door de heeren d Putte en
Korver, welke zich belangeloos beschikbaar
hebben gesteld.
De beide trainers bezoeken regelmatig ver
schillende centra, waar de athleten uit den
omtrek bijeenkomen om onder hunne leiding
te oefenen
In Groningen nurcheeren de zaken uitsta
kend. De heer Korver oefent met de heeren,
de heer v. d Putte met de dames, waarbij de
heeren Stühling en Hindriks hun enthou
siaste medewerking verkenen; de athleten
zijn ook vol vuur, zoodat hier van een volle
dig succes van de trainingscommissie ge
sproken kan worden.
De heer Korvei traint Zaterdags in Rot
ferdam en gaat dan linea recta door naar
Groningen voor de training op den daarop
volgenden dag.* 1
De heer v. d. Putte is reeds in Leiden ge
weest en heeft bij het tweede bezoek aan
Vlug Lenig te 's-Gravenhage afgesproken,
dat de Leidsche dames Zondags op het Stok
rozenplein komen oefenen. Daar komen dan
ook de leden van de Zwaluwen, de Groot,
Maters en Smittenaar. De medewerking van
Vlug Lenig, onder hr. Löwenberg is bij
zonder aangenaam. In Arnhem is de voor
bereiding in vergevorderd stadium, de deel
nemers popelen om aan den gang te gaan
De secretaris van den O.A.B., de heer Leuve-
rink, verleent ook alle mogelijke medewerking.
Zondag j.1. is de training in Utrecht begon
nen, deze week die met de Amsterdamsche
dames, te weten voorloopig Dumée en de
Koek. Hopelijk volgt de A. D. A- dan ook
Zoo loopt de geheele zaak onder de voortref
felijke leiding van v. d. Putte en Korver
voorspoedig en voorspellen we reeds thans
een flink succes voor de trainingscommissie
Gymnastiek.
DE GYMNASTIEKVEREENIGING
„BATO".
Zaterdagavond gaf de gymnastiekvereeni-
ging „Bato" onder leiding van mej. G.
Roemer en den heer D. Oly. in de zaal van den
heer J. Post haar eerste winteruitvoering.
De leden gaven verschillende nummers ten
beste. Het was een prettige avond, die
eindigde met een gezellig bal.
Voetbal.
HET PROGRAMMA VOOR
ZONDAO A.S.
De „Sportkroniek" vermeldt o m. het vol
gende programma voor Zondag e.k.:
Afdeeling I.
Ie klasse.
A D O.Hermes-D.V.S.
HF CHaarlem
V.S.V.—'t Gooi
FeijenoordZ.F.C.
Sparta—Ajax
2e klasse A
Z V.V.Kinheim
ZeeburgiaHR .C.
O.V.V.O A F C.
D.W.S.—W.F.C.
West-FrisiaA 1 c m a r i a V i c t r i x.
2e klasse B
Velox—T.O.G.
V.V.A.—De Spartaan
Blauw-Wit—D.O.S.
ED.O.-B.F.C.
HerculesBloemendaal.
3e klasse A
MeervogelsHollandia
Assendelft—D.W.V.
O.S.V.—De Meteoor
Helder—K.V.V.
De Kennemers—Purmersteijn
4e klasse A
Alkmaar—Andijk
Alkmaarsche BoysSucces
Vrone^ Schagen
D.T.S.—Texel
Reserve 2e klasse A
W.F.C 2—West-Frisia 2
AlcmariaVictrix 2—D.W.S. 2
A.F.C. 2—V.S.V. 2
H.R.C 2K F.C. 2
De Spartaan 2—Blauw-wit 3
Reserve 3e klasse A
W.F.C. 3—De Kennemers 2
Z.F.C. 3—Helder 2
AlcmariaVictrix 3-O.S.V. 2
Ajax 4—Z.V.V. 2
Hollandia 2—De Volewijckers 2
Juniores (B)
Hollandia—W.M.S.
AlcmariaVictri x—T.O.O.
Watergraafsmeer—De Spartaan.
D.W.V.—Z.F.C. (B)
Afdeeling II.
Ie klasse
K.F.C-Xerxes
D.H.C.—Excelsior
Hilversum—Stormvogels
H.B.S.—D.F.C
Afdeeling III.
Ie klasse
Vitesse—Wageningen
Enschedesche BoysEnschedé.
HengeloKo Ahead
HeraclesP.EC.
Afdeeling IV.
Ie klasse
N.O.A.D.—L.O.N.G.A.
N A.C.—Eindhoven
B.V.V.M.V.V.
Bleijerheide—P.S.V.
Afdeeling V.
Ie klasse
LeeuwardenBe Quick
FrisiaVeendam
Alcides—G.V.A.V.
Achilles—Friesland
Sneek—Velocitas
INTERNATIONALE SCHEIDS
RECHTERS.
Vier Nederlandsche rechtsprekers.
„Worlds Fooitball", het officieele orgaan
van de F. I. F. A. publiceert een nieuwe lijst
met de namen van internationaal erkende
scheidsrechters, die dus landenwedstrijden
mogen leiden.
Voor Nederland bevat deze lijst de namen
van de heeren Mutters, Boekman, Van
Moorsel en De Wolf.
Kolven.
INTERESSANTE KOLFWEDSTRIJDEN
Naar wij vernemen, bestaan er plannen,
om onderlinge wedstrijden te houden tus-
schen de kolfclubs Recht Door te Alkmaar,
Op Maat, Zuidscharwoude Over de Helft te
Nieuwe Niedorp, Vriendenkring, Noord-
scharwoude en Mik Wis te Koog aan de
Zaan. Het initiatief gaat uit van de vereen.
Recht Door te Alkmaar, die zich tot de ver
schillende vereenigingen heeft gewend.
Diende de vorige week een der zaken
tegen den burgemeester van Zuid- en
Noordschermer, den heer C. de Groot,
welke zaak Grootschermer zoo hevig in
beroering heeft gebracht, voor de Ar-
rondissements-Rechtbank, waarvoor de
rechtbank de uitspraak 8 dagen heeft
aangehouden, heden werd, eveneens on-
dei groote belangstelling van Scher-
meer's bevolking de 2de zaak, die tegen
de wethouder mevr. N. SlootenSmit,
beschuldigd van valschheid in geschrif
te, behandeld.
Als verdediger van verdachte trad
haar partijgenoot Mr. J. Duys uit Sche-
veningen op. Aan mevrouw N. Slooten
Smit was, zooals gezegd, valschheid in
geschrifte ten laste gelegd. Ook door
haar verdediger was bij 't Hof, evenals
in de vorige zaak door den verdediger
van den burgemeester, verzet tegen de
dagvaarding aangeteekend, doch bij be
schikking van het Gerechtshof te Am
sterdam van 15 October j.1. was gelast,
dat openbare behandeling van deze
strafzaak moest plaats hebben.
Haar was ten taste gelegd, dat zij te
Noord- en Zuidschermer op verschillen
de tijdstippen in of omstreeks het tijds
verloop van Nov. en Dec. 1932 en Jan.
1933 tezamen en in vereeniging met den
burgemeester dier gemeente C de Groot,
althans alleen, een aantal bevelschriften
tot betaling als bedoeld bij art. 261 der
gemeentewet ,te weten: No 2347 d d 11
1932, 2351 d.d. 19 Nov. 1932, 2359 dd. 26
Nov. 1932, No. 2351 d d. 19 Nov. 1932,
No. 2359 d d. 26 Nov. 1932, No. 2371
d d. 10 Dec. 1932, No. 2376 d d.
16 Dec 1932. 235 d d. 24 Dec. 1932, 2402
d.d. 29 Dec. 1932, en 434 d.d. 7 Jan. 1933,
aan alle welke hevelschriften voor den
daarin genoemde bode N Waterdrinker
een recht ontstond om bij den ontvan
gt! dier gemeente betaling van door hem
voorgeschoten bedragen te vorderen en
'e ontvangen, voor werkzaamheden voor
zoover in gemeentelijke werkverschaf
fing verricht door personen, gedurende
het aantal uren in het tijdvak als tel
kens vermeld op de aan die bevel
schriften gehechte staten;
uit al welke bevelschriften althans
voor genoemde gemeente telkens een
verband of verplichting ontstonl tot be-
ta'ing aan genoemden bode N. Mater
drinker van de in die bevelschriften ge
noemde bedragen, a'thans alle welke
bevelschriften na betaling en voor voi-
daanteekening bestemd waren om tot
bewijs te dienen, dat de daarin verme 1e
bedragen waren uitbetaa'd bevelschrif
om die valsch opgemaakte bevelschrif-
om die valsch opgemaakte bevel.chrif-
ten als echt en onvervalscht te doen ge
bruiken, te gebruiken, of door anderen
te doen gebruiken, uit welk gebruik gel
delijk nadeel, in ieder geval nadeel kon
ontstaan zulks doo. opzettelijk vermeld
bevelschrift no. 434 d.d. 7 Jan. 1933 voor
een bedrag van 120 als wethouder
met den burgemeester mede te onder
teekenen .niettegenstaande zij wist, dat
de tien personen, die volgens de daar
aan gehechte staat, elk in het tij Ivak
van 26 tot en met 31 Dec. 1932 gedurende
4 uur in werkverschaffing zouden heb
ben gewerkt en daarvoor elk voor 12
op dien staat stonden aangegeven, inder
daad in dat tijdvak in het geheel niet in
de gemeentelijke werkverschaffing had
den gearbeid en geen van allen de voor
hun naam vermelde 120 hadden ont
vangen, niettegenstaande zij verder
wist, dat het op dit vermeldde bevel
schrift vermelde bedrag van 120
valsch en in strijd met de waarheid was,
vertegenwoordigende toch deze 120
naar zij wist het op voormelde staat en
voormelde bedrag van 120 welk be
drag, zooals haar eveneens bekend was,
valsch en in strijd met de waarheid was
er wijders door opzettelijk alle andere
bovenvermelde bevelschriften eveneens
als wethouder met den burgemeester
te ouderteekenen voor de bedragen, tel
kens correspondeerende met de op de
daarbij behoorende staat vermelde to
taalsom, op alle welke staten telkens
voorkwamen de namen van F Kuiper en
C Broertjes voor de bij hun namen aan
gegeven tijdvakken uren en bedragen,
zulks terwijl zij wist, dat deze beide per
sonen nimmer in die tijdvakken in de
gemeentelijke werkverschaffing hadden
gearbeid, maar wel bij den aannemer
Hofman, de totaal-bedragen van al die
staten derhalve valsch en in strijd met
do waarheid en alzoo de bedragen vjor-
komende op ai die bevelschriften.
Zooals wij reeds eerder hebben ge
meld, waren deze manipilaties verricht
om uit de gemeentekas de gelden te
verkrijgen, benoodigd om den toeslag
uit te betalen aan den aannemer Hof
man op de loonen van bij hem te werk
gestelde werkloozen, ondanks het feit,
dat van de regeering bericht was inge
komen, dat aan aannemers voor het te
werkstellen van werkloozen in aange
nomen werk geen toeslag mocht worden
gegeven.
Als getuigen in deze zaak werden ge
hoord de heeren N. Watr- drinker, F.
Kluit, G Broertjes, A. Hofman, J. Kieft,
J. Pilkes, J. Waterdrinker en F. Posch,
terwijl als getuige décharge was ge
dagvaard burgemeester G de Groot.
De rechtbank was als volet samen
gesteld:
President mr. Ledeboer, rechters mr.
Krabbe en mr. Ubbens, officier van
Justitie mr. v d. Feen de Lille.
Ook ditmaal was de belangstelling op
de publieke tribune zeer groot.
Het kleine in het zwart gekleede platte
landsvrouwtje beantwoordde de verschillende
vragen, doch bij de vraag of bepaald was
dat de mandaten docr wethouder Posch ge-
teekend moesten worden, zeide zij niet te
weten of ze daarop reeds een antwoord geven
kon.
De president zeide, dat de verdediging
straks aan de orde komt en dat nu de feiten
moeten worden vastgesteld.
Hierop antwoordde verdachte, dat Posch
als oudste wethouder de stukken zou teeke
nen, doch dat zij er nooit over nagedacht
heeft, of dit ook gold voor de mandaten.
Zij gaf voorts een verhaal van het gebeur
de. De aannemer Hofman was bij haar op
het gemeentehuis gekomen met de mededee-
üng. dat hij het werk goedkooper met machi
nes kon uitvoeren, doch dat het met het oog
op de werkloozen beter was om het met werk
loozen uit te voeren. Hij was daartoe gene
gen mits de gemeente een toeslag gaf De ge
meente beschikte over een post van 3900
voor werkverschaffing. De raad had destijds
besloten, behoudens goedkeuring van de re
geering om steun te verleenen.
De regeering verbood het doch zij
(verdachte) achtte het in het belang
van de gemeente, de werkloozen wel aan dat
productieve werk te werk te sfel'en Zuid- en
Noord-Schermer had nimmer een toeslag van
de regeering ontvangen en haar opvatting
was, waar de gemeente het bekostigde en de
raad toestemming had verleend, dat zij dit in
het belang van de werkloozen en de ge
meente, zonder toestemming van den minister
kon doen. Dit te meer omdat reeds eerder
met toestemming van den raad toe-
slag op loonen van bij de boeren te werk
gestelde werkloozen was gegeven. De regee
ring verbood dit. In hef geval waar het hier
om gaat, betrof het een provinciale weg en
zij veronderstelde dat dit iets anders was.
De president: U heeft de mandaten
dus mede onderteekend, nadat u wist, dat de
regeering het ver lood.
Na eenige uitwijkende antwoorden, waar
door de president ietwat geïriteerd werd.
zei zij op die manier nooit mandaten te
hebben gete»kenc.
De president hield vast, maar ver
dachte zei alleen voor de werkloozenuit
keering mandaten te hebben geteekend.
De president: Heeft u dus de man
daten in de stukken niet geteekend, nadat u
wist, dat de regeering het niet goed vond.
Verdachte Zeker heb rk die man
daten geteekend, doch dit hield verband met
de werkverschaffing. Het hield h. t. geen
verband met de regeering.
Volgens haar opvatting hebben de men-
schen daar in werkverschaffing gearbeid.
Op een vraag van den president of het
geld in de mandaten genoemd ook aan de
daarin genoemde menschen werd uitbetaald,
zeide zij, dat dit buiten haar om ging. Nooit
heeft zij geweten, dat de arbeiders de 12,
die de arbeiders van de gemeente ontvingen,
aan den aannemer ter hand moesten stellen
Dit is haar uit het onderzoek bekend ge
worden en zij stelt zich op het standpunt dat
de aannemer dit van de arbeiders niet mocht
eischen.
Voorts ontkende zij. dat er met den aan
nemer Hofman een afspraak is gemaakt. Zij
heef wel geld aan Hofman afgedragen, doch
dit deed zij uit naam van de arbeiders., die
het geld van de gemeente hadden ontvanger-
Zij verdienden in die weken 29 en dit gaf
op alle manieren voordetien voor de ge
meente De arbeiders konden meer bij den
middenstand besteden en de gemeente was
voordeeliger van de werkloozenzorg af.
De president vond liet vreemd, dat een
wethoudster naar een café in Alkmaar ging
om den aannemer geld te betalen. Zij had
beter gedaan dit ten harer huize te betalen.
De verdachte zeide, dat het buiten de ge
meente om ging en dat zij dit op grond van
haar goede bedoelingen had gedaan.
Burgemeester de Groot zeide dat in
B. en W. wethouder Posch als oudste wet
houder was aangewezen. Het was usance,
dat hij de stukken teekende, doch een af
spraak daarover bestond niet. Wel had hij
na de verkiezingen gehoord, dat er tusschen
de fractie van verdachte en die van wethou
der Posch overeengekomen was, dat op
grond van samenwerking Posch als oudste
wethouder zou fungeeren.
Getuige vond het niet vreemd, dat ver
dachte de mandaten had geteekend, aange
zien zij met goedvinden van den raad be
last was met de werkloozenzorg.
Maar de regeering had als algemeen
principe kenbaar gemaakt, dat het niet ge
oorloofd was toeslagen te geven op loonen
van bij particulieren te werk gestelde werk
loozen. Wij hebben daar toen een einde aan
gemaakt, omdat spr. zich hield aan de re
geeringsmissives, ook al achtte hij ze zelf
wettelijk niet juist.
De president bracht uit de stukken
naar voren een telegram aan de regeering,
waarin te kennen werd gegeven, dat de re
geering er op rekende, dat geen toeslag
werd gegeven.
Getuige zeide, dat dit telegram was
ingekomen na een onderhoud met den in
specteur, den heer Meijer de Vries, die te
kennen had gegeven bij de regeering de ge
wilde regeling te zullen bepleiten.
Getuige had wel mandaten medeonder-
teekend doch alleen er op gelet of ze formeel
in orde waren. Hij had zich er geen reken
schap van gegeven of de menschen daar in
werkverschaffing werkten.
De president achtte dit haast onmo
gelijk, omdat getuige zijn eigen mannen
daar heeft zien werken.
Getuige; De heer Hofman had gezegd,
dat hij in ieder geval een aantal menschen
te werk zou stellen. Hij wist dus niet of ze
daar werkten als werkloozen of als arbei
ders.
De president: Maar wie controleert
dan de posten over de werkverschaffing.
Getuige: Ik heb de stukken geteekend,
als de bode er mede kwam.
Depresident:Is dan in uw gemeen
te de bode de man waar alles om draait?
Getuige: Hij kan 't beter beoordeelen
dan ik, want hij is bij den weg.
De president: Dat is niet in orde.
Ge tui g e: Het gaat in een kleine ge»
meente zoo.
De p r e s i d e n t: In een kleine gemeen-
te is de controle juist gemakkelijk.
Getuigt: Het gaat zoo.
De o f f i c i e r vroeg of er in Nov -Dec.
1932 ander werk door de werkloozen werd
uitgevoerd.
Getuige: Er werd gezorgd voor
werk, doch werk was er eigenlijk niet. Hij
wist niet hoeveel er toen te werk zijn gesteld,
De o f f i c i e r. Hoeveel zijn er als regel,
Getuige: 10 a 13, wel eens meer.
De o f f i c i e r: Dan bleven er toch, om
dat er 10 bij Hofman waren, bijna geen
werkloozen over en teekende u de mandaten
maar klakkeloos.
G e t u i g e: De zekerheid, dat het goed
was, vond ik, omdat ze mij werden voorge-
legd door 'n ambtenaar, dien ik vertrouwde.
De raad had een blanco crediet gegeven
om de regeling met Hofman te financieren
in den vorm van een blanco crediet, al is
het woord niet genoemd.
Mr. Krabbe: Dan is het ook niet ver
leend.
Getuige: Veel moest geput worden uit
de 3900.
Depresident: Bij den rechter-commis-
saris heeft u verklaard, dat u wist, dat de
menschen in de staat vermeld, niet bij de
werkverschaffing hadden gewerkt.
Getuige: Dat heb ik bepaald niet zoo
verklaard, want dat zou ik niet hebben kun
nen verklaren.
De president leest de verklaring voor.
Getuige hield vol dit niet te hebben
kunnen verklaren.
Verdachte zei nog. dat werkloozen
nacht en dag g<pompt hebben, om een gezin
uit het water te houden. Daarom waren er
die 84 uur in één week in de werkverschaf
fing hadden gewerkt. De gemeente lijkt wel
klein, maar er zijn afstanden van 2Y* uur.
Wij konden niet alles precies weten.
De president: Daar zijtl menschen
uitbetaald, die niet gewerkt hebben.
Verdachte: Wij stelden werkloozen
te werk bij kleine boertjes, om die voor on
dergang te behoeden en wethouder Posch
heeft dit ook goedgevonden. Ook het
cadeautje aan Hofman was tegenover wet
houder Posch hm kend op 2.50 per hoofd
en per week en wethouoe. Posch had ge
zegd: ga zoo maar door". Het ging ami-
kaa!. Velen hebben medegewerkt en toen het
af was. zijn er zoo veien geweest, die cr werk
van maakten.
De president: Het cadeautje aan Hof
man werd dus betaald uit de f 3900 voor de
werkverschaffing.
Verdachte: Neen, u' het geld, dat de
arbeiders mij gaven, dat zij voor de werk
verschaffing ontvingen.
Op een vraag van den verdediger mr.
Duys, zei getuige buigemeester de Groot,
dat op hH moment, dat het mandaat ge
teekend werd het daarop vermelde geld reeds
in het bezit van de betrokkenen was, omdat
de bode een voorschot had. Het mandaat
had tot strekking de volgende loonbetaling te
financieren er. op dat moment was niet
zeker, dat de volgende loonbetaling een
valsche zou zijn.
Verdachte zei nog, dat de bode er wel
eens geld voorloopig uit eigen zak bijlegde.
De president merkte op dat dit voor
de andere mandaten juist was, doch dat het
niet gold voor het mandaat van 120, dat
de bode aan verdachte gaf.
Verdachte: Voor de arbeiders. Wij
gingen amikaal met elkander om.
Op een waag van den verdediger zeide
getuige, dat de bode de bedragen op het
staatje heeft ingevuld.
Hierop verscheen wethouder Posch als
getuige.
Getuige deelde mede, dat in het college de
afspraak was gemaakt, dat hij de stukken,
ook de mandaten zou teek enen. Toen ver
dachte het deed, had hij daarover in tegen
woordigheid van haar man een onderhoud.
Het ging een poos goed, tot hij weer ontdekte,
dat het verkeerd ging. Zelfs bleek hem, dat
de ambtenaar ter secretarie hem er op op
merkzaam maakte dat hij het stuk van de
120 niet had mogen onderteekenen. Hij wil
de de zaak in orde maken ter secretarie, om
dat hij den indruk kreeg, dat er geknoeid
werd.
De politie wilde de officier in de zaak ken
nen. Getuige wilde hem daarvan terughou
den, doch toen de bode de veronderstelling
uitte, dat ze samen ook gelden achterover
diukten, heeft getuige dit goed gevonden.
Verdachte ontkende, dat er een af
spraak was, dat wethouder Posch de stukken
en ook de mandaten zou teekenen. Na een
vergadering heeft wethouder Posch in een
gesprek met haar bij het raadhuis erkend, dat
net van groot belang was voor de gemeente.
Steeds had zij met den wethouder amikaal
samengewerkt.
Getuige ontkende dit. Uit de notulen
van een B. en W. vergadering, die hij niet
had bijgewoond, hoorde hij, dat besloten
was tot het maken van die modderbakken op
een knoeimanier en hij heeft daartegen toen
gewaarschuwd.
Burgemeester de Groot zeide, dat de
heer Posch alleen bezwaar gemaakt had
tegen het laten maken van drie modderbak
ken, inplaats van twee.
Getuige Posch zeide, dat hij geprobeerd
heeft de zaak ongedaan te maken.
Burgemeester de Groot zeide nog, dat
er met den aannemei een conferentie heeft
plaats gehad in 'e openlucht, waarvoor ook
wethouder Posch was uitgenoodigd en die
deze ook had bijgewoond.
Wethouder P o r c h ontkende iets van af
spraken met den heer Hofman te hebben ge
weten.
Verdachte betoogde uitvoerig en met
klem er met wethouder Posch over te hebben
gesproken, dat er een cadeautje aan Hofman
zou worden gegeven en de wethouder heeft
dit goedgevonden. Zij heeft wethouder Posch
ingelicht hoe het zou gaan.
De president wees verdachte er op,
dat ze niet staat in den raad om een begroo
ting te verdedigen, doch zich tegen de recht
bank heeft te richten.
De verdediger overlegde aan de recht*
bank een afschrift van de notulen van een B,
en W. vergadering, waarin getuige Posctt
gezegd heeft: „al heb ik het dan geweten