ALKMAARSCHE COURANT
De oorzaken van de wereldcrisis
Gesprongen
handen
7 PUROL
JUmmeuws
Ho. 291
ZATERDAG 9 DECEMBER 1933
Provinciaal nieuws
Véz?zxzcht .eet.
In de voorzaal van de Rustende Jager
te Bergen behandelde gisteravond in een
door de Ver van Voordrachtavonden be
legde vergadering, na 'n welkomstwoord
door den voorzitter, den heer D. L. Bey-
neveld, Prof. Kohnstamm het onderwerp
„De oorzaken van de wereldcrisis".
Prof. Kohnstamm stelde voorop, dat
tal van geestelijke vraagstukken met le
wereldcrisis samenhangen Het onder
werp kan dan ook niet uitsluitend alleen
aan de vak-economen worden overge
laten Spr. oordeelde, dat zelfs aan de
geistelijke perspectieven de leiding be
hoort te worden gegeven.
De 19de eeuw is uitgegaan van de
fictie van den economischen mensch,
da* naar niets anders moest worden
gekeken dan naar welvaart Het werk
loosheidsprobleem van dezen tijd doet
eien, dat niet alleen materieele goederen
absoluut noodzakelijk zijn voor het
mensch en leven, maar dat ook de geje-
genheid tot arbeid een brandvraag is
geworden.
Uitvoerig ging spr. na. hoe de tegen
woordige toestand zich ontwikkeld
heeft, waarbij hij aanstipte, dat naast
de kijk van de economen een andere
kijk zich heeft ingeschakeld. Hij stond
stil bij de in Utrecht gehouden verga le
ring van de Vereeniging voor Statist ek,
waarbij onder de achttien sprekers en
debaters slechts een prae-adviseur en
een debater aan de vraag van arbeid en
a-beidsmogelijkheid aandacht had ge
schonken Het probleem is: of wij zullen
moeten doorgaan met het steeds meer
nastreven van materieele goederen of
dat d+ maatschappij '.ich in een andere
richting beweegt.
De economen van de 19de eeuw en
vm het eerste kwart van onze eeuw zijn
van de gedachte uitgegaan van cl* on
uitputtelijkheid der materieele behoefte
en de onuitputtelijkheid van de hoeveel
heid arbeid, waarvoor de menschheid
6taat Zij stelden zich op het standpunt,
dat er na elke crisis weer een periode
moest komen met opleving en inge
spannen arbeid
Het is een eeuw geleden, dat op groote
6chaal wel machinale arbeid werd be
gonnen Ook toen de roep, dat de machi
ne den mensch uit den arbeid stootte
Daar tegenover stond toen de geweldig
opkomende behoefte aan den machina-
len uitbouw van de wereld in zijn ge
heel Het zijn slechts een paar landen,
die de industrieele ontwikkeling hebben
geleid en wel in de eerste plaats Enge
land. maar ook ons land heeft daaraan
spoedig deelgehad (Twente) en buiten
de grenzen afzetgebied gevonden voor
die producten. Reeds dadelijk rees de
vraag of de machine niet meer arbeid
wegnam dan ze bracht, doch men stond
toen voor een geheele outillage Telkens
ontdekkingen, die een menschengene-
ratie voor een nieuw, groot probleem
6telden Wij hebben in de 19de eeuw de
menschheid niet één keer van machine
installaties voorzien Eerst de stoom
machine, daarna het electrisch bedrijf
er daarna de motor en de tractie On
danks de vernieuwing van de machine
en haar volmaking als hulpmiddel bij
den arbeid, zou het geweldige arbeids
probleem eerder zijn ontstaan, wanneer
niet tevens een groote hoeveelheid uit
nemend ontgin'are landen ter be.chik
king van den Europeeschen mensch
was geweest.
Telkens, wanneer de snel groeiende
bevolking zich te nauw gevoelde wer
den weer groote terreinen in Amerika in
ontginning genomen
Ook was er een stroom van uitvin lin-
gen. De groeiende natuurbeheersching
tracht allerlei mogelijkheden van mas
sale behoefte-bevrediging en daarom
kon het peil van het levensniveau voor
Europa meer en meer bevredigd worden
De economen veronderstellen, dat het
zoo wel kon blijven loopen. De rente en
het vraagstuk van de staatsschuld werd
als volkomen safe beschouwd en men
nam aan. dat dit zoo wel eeuwen kon
doorgaan.
Eén van de hoofdzorgen was, of de
menschheid in staat zou zijn voldoende
snel de productiemiddelen uit te brei
den om de snelgroeiende bevolking op
een behoorlijk levenspeil te houden
Sparen was daarom in de 19de eeuw een
grooter deugd dan wij in de eeuwen
daarvoor ooit gezien hebben. In de ver
schuiving van de economische verhou
dingen is dan ook duidelijk te zien wat
men als gevolg daarvan in een bepaal
den tijd voor deugd houdt. De burgerij
van de 19de eeuw beschouwde verkwis
ting als een van de ergste gebreken in
den mensch. Wanneer men daarover de
meening gevraagd zou hebben van een
■vorst of een ridder uit de Middeleeuwen,
dan zouden zij gezegd hebben, dat het
sparen een vrij benepen deugd is, die
den grand seigneur niet past en dat het
bij zijn deugden paste om te leven en te
laten leven En de geestelijkheid in die
tijden liet den eisch van uitdeeling aan
de armen en ter voorkoming van armoe
de boven den eisch van spaarzaamheid
De 19de eeuw begon daarover anders
te denken. Men zag een gevaar in de ge
weldige toename van de bevolking en
twijfelde aan de mogelijkheid om aan de
toenemende massa een behoorlijk be
staan te verschaffen Malthus stelde de
vraag over de meetkundige reeks van
het aangroeiende menschental en 'e
mogelijkheid om de hoeveelheid goede
ren daar gelijken tred mee te doen hou
den. In verband daarmee stelde men
lich de vraag: „Hoe kunnen wij maken,
dat de consumptie niet te groot wordt?"
Men wilde daarom alle hens aan het
dek. Ieder, die maar eenigszins kon wer
ken. moest werken. Vandaar, dat er vóór
60 jaar van een werktijdregeli.., voor
volwassenen, ja zelfs voor kinderen geen
sprake was.
Spr. herinnerde aan den open brief in
de zeventiger jaren van den schrijver
der Betuwsche novellen Cremer, aan het
Nederlandsche volk, naar aanleiding
van een enquête over kinderarbeid,
waarin hij de vraag stelde of het nog
langer geduld mocht worden, dat kinde
ren van 8 en 10 jaar, 13 en 15 uur per
dag in de fabrieken mochten werken.
Toen antwoordde de Minister nog, dat
hij pcs dan wettelijke voorzieningen zou
treffen, wanneer de publieke opinie zich
daarvoor meer interesseerde dr.r. dat
toen het geval was.
Vijf jaar mter kwam heel voorzichtig
een begin der wet op den kinderarbeid
tot stand, omdat in de verhouding van
toen de kinderarbeid onmisbaar was
In het begin van de 20ste eeuw, ge
raakten de ontginbare terreinen in Ame
rika langzamerhand op, terwijl aan den
anderen kant het teinpo van uitvindin
gen groeide en men in de versnelde be
weging geraakte om verdubbeling van
opbrengst te krijgen. In de eerste de
cennia van onze eeuw begonnen er dan
ook menschen te komen, die betoogden,
dat het zoo niet door kon gaan, omdat
wij de wereld afgeroomd hadden als
leveranciers van machines, met als ge
volg, dat de landen van overzee zelf in
dustrieën gingen bouwen, zoodat wij er
over moesten gaan denken,, wat in ie
plaats moest komen van onze indus
trieën, die geen emplooi meer vonden
Spr. herinnerde in dit verband aan een
in 1908 verschenen boek van den Duit-
scher Hillebrand, waarin ons wordt
voorgehouden, dat de grocte welvaart
van Europa niet als iets blijvends kon
worden genoemd, omdat ze was opge
bouwd op een vooruit-zijn op andere
volkeren, die dit vooruit-zijn zouden
inhalen.
De oorlog kwam met zijn groote ver
nietiging en de mogelijkheid, dat wij om
arbeid verlegen zouden zitten, scheen
verschoven, maar aan den anderen kant
bracht de oorlog de rationaliseering en
vooral de vier oorlogsjaren hebben doen
zien, hoeveel men kon bereiken door
verder te gaan met de techniseering, die
men ook na den oorlog op de spits heeft
gedreven.
Door een groot deel van de wereld
gaat de meening, dat wij deze crisis te
danken hebben aan de groote verarmin
gen aan de vernietiging van de produc
tie-middelen.
Wanneer wij de statistieken nagaan
dan blijkt daarvan niets en blijkt zelfs
het productie-apparaat grooter te zijn
geworden. In dit verband citeerde spr
een in 1929 verschenen werk van Prof
Bernard Harms uit Kiel, waarin deze
leert dat wij niet zoo sterk de arbeids
uren naar beneden kunnen drukken, of
de meerdere productiemogelijkheid met
machnes haalt dit in Overal zien wij
dan ook door de machine de opb' engst
per man en per vrouw fel toenemen
Door de snelgroeiende natuurbeheer
sching zien wij vooral voor het industri
eele leven de veronderstelling van
Malthus buiten werking gesteld Ook
zien wij, dat Hillebrand niet voorzien
had, dat men in de grondstoffenproduc-
tie even snelle vorderingen zou maken
Wij staan dan ook op het oogenblik voor
de situatie, dat er geen ding is, waarvan
wij tekort hebben Aan grondstoffen ont
breekt het ons niet Men tracht zelfs van
overvloedige bronnen van productie af
te komen. De vrees, dat de kolenmijnen
ontoegankelijk zouden worden, is onge
grond. Door de groeiende natuurweten
schappen hebben wij zien komen een
overvloed van energie-middelen. De ar-
be'„s-methode wordt vervolmaakt Aan
geschoolde arbeidskrachten is er ook
geen tekort. De jongere staat zelfs voor
de vraag of hij, als hij klaar is gekomen
met zijn opleiding, wel ooit werk zal
vinden.
Spr. was van oordeel, dat wij slechts
in de algemeen leiding-gevende organi
satie van de krachten te kort zijn geko
men Wat doen wij met onzen materiee
len overvloed, die bezig is ons te beroo-
ven van wat even noodig is, n.1. de ar-
beidsmogelijkheid. Een groot deel van
de menschheid leeft nog ver beneden een
normaal consumptie-niveau (China en
een groot deel van Rusland). Daarom
zegt men: „Als wij de ruilhandel maar
behoorlijk aan den gang zetten, zijn wi,
door de crisis heen Maar om te ruilen
moeten er twee zijn, dit wat van elkan
der noodig hebben Wij zouden wel vol
doende arbeidsgelegenheid hebben in
Europa, wanneer wij bereid waren voor
niets, hetgeen wij geproduceerd hebben
te verschepen naar landen, waar men
daaraan een tekort heeft; ook het
schuldenprobleem van de landen zou
reeds opgelost zijn als men de schuld-
landen gelegenheid had gegeven, hun
schulden in natura te betalen.
Het merkwaardige probleem, waar
voor wij thans staan, is echter, dat d<
volkeren voor niets zoo bang zijn dan
dat het andere land z'n goederen
goedkoop zou sturen, waardoor eigen
volk arbeid wordt onthouden De clas-
sieke economie om voor de minste h°.e"
veelheid werk de grootste hoeveelheid
producten te krijgen, ligt ondersteboven
De vraag is nu: ,.Hoe blijft de mensch
heid aan den arbeid en wat wordt er
Doos 30 e" 6Qct Bij Apoth. en Orogisten.
van de menschheid, waarvan he' over-
groote deel niet meer in de productie
van de goederen geregelde bezigheid
vindt?" In tegenstelling met de vroeger
heerschende klasse, kan niemand be
weren, dat de tegenwoordige industrieel
een geweldige verbruiker is. De vroegere
heerschers waren dit wel en hadden
daardoor ook geen werkloosheid. Een
van de grootste staaltjes van de scherp
zinnigheid van Carl Marx is, dat hij deze
overproductie heeft zien aankomen en
de catastrophe van dit productie-stelsel
heeft voorspeld.
De vroegere heerschers lieten eenvou
dig groote werken uitvoeren om het be
zit van die werken. In de rationeele
psychologie is het een schande, dingen
te maken, die je niet kunt verko^pen
De vraag, waarvoor wij staan, is dan
ook deze: „Kunnen wij zorgen, dat er
een afzet is, evonredig aan onze toene
mende natuurbeheersching?" Ook staan
wij niet meer voor een maatschappij,
v. aarin om de 15 of 20 jaar het aantal
menschen verdubbelt. De sterftecijfers
zijn naar beneden gegaan, maar lit is
ook het geval met de geboortecijfers. Wij
staan voor een rationaliseering van het
geheele leven en hebben rekening te
houden met het feit, dat voor ons in
Nederland de top van de bevolkings
curve ligt op 9^ millioen zielen, welk ge-
ta. over 30 jaar bereikt wordt. Het is
mogelijk, dat we nog een 500 jaar met
een 8-urendag kunnen doorgaan, maar
het is ook mogelijk en zelfs zeer waar
schijnlijk, dat over een 30 jaar twee k
diie uur arbeid, zooals Keyns voorspelt,
voldoende zullen zijn om aan ie er het
noodige te verschaffen om als lid van
een comfortabele klasse te lev-m.
Hoe zal de wereld er uit zien, als er
slechts 2 a 3 uur per dag gewerkt
wordt? Wat voert de menschheid dan
uit? Het is mogelijk, dat dan de geeste
lijke arbeid, die onbegrensd is, in de
plaats van den materieelen arbeid zal
treden Maar kunnen wij psychologisch
^cggen, dat de overgroote meerderheid
der menschheid daarmede een bevredi
gende dagvulling zal hebben. Laar kan
nog niemand met zekerheid over oor-
deelen. Persoonlijk gelooft spr aan de
ontwikkelbaarheid en de éénheid der
menschheid en de mogelijkheid om met
geestelijken arbeid de groote massa een
levensinhoud te geven.
Maar wij staan dan toch voor een
psychologisch probleem van de aller
grootste beteekertis. Wij zien om ons
heen de demoralisatie van degenen, die
vele jaren buiten den arbeid zijn ge
raakt. Tienduizenden jongeren, die reeds
vijf jaar van school zijn, zijn nog nooit
behoorlijk aan het werk geweest Het bij
uitstek benauwende is, dat juist zij, die
niet meer in het arbeidsproces geregeld
ingeschakeld zijn, het gevoel krijgen dat
zij in deze wereld niets meer hebben te
zoeken.
Spr weet heel goed, dat het voor de
eerste 100 jaar niet zóó is, dat de Ame-
rikaansch-Europeesche menschheid aan
de arbeiders geen 8-urigen arbeidsdag
kan verschaffen. Hij wijst op groote
p annen voor betere huisvesting en we
genbouw, doch is van oordeel, dat het
principiëele probleem daarmee niet
wordt opgelost, aangezien inplaats van
de voor 60 jaar nog schaarse geoor
deelde natuurbron is gekomen eer. over
maat van materieele goederen, v aardoor
inderdaad in een korten arbeidsdag van
2 3 uur in alle behoeften kan worden
voorzien.
Door een oorlog, mits op groote schaal,
kunnen wij ook wel door de voorraden
heenraken. Ook kunnen wij blijven pro-
duceeren en met allerlei werklooze en
ondervoede menschen blijven zitten..
Wij kunnen doorgaan met een produc
tie, die ten doel heeft, onzen naasten
concurrent eruit te concurreeren. Maar
ook dit brengt geen oplossing.
Algemeene voorschriften en andere
werkvoorwaarden zullen moeten wor
den gesteld. In Amerika zoekt men die
langs democratischen grondslag, in
Italië en Duitschland langs facistiscben
grondslag Spr. is overtuigd, dat wij
niet kunnen blijven buiten dieper ingrij
pende methode van produtie. Wij kun
nen de productie niet meer overlaten aan
onverantwoordelijke personen. Musso-
lini heeft terecht gezegd, dat in de te
genwoordige maatschappij de productie
niet meer kan gaan buiten de gemeen
schap Vóór alles is echter noodig een
wederkeerend vertrouwen en een bereid
heid tot samenwerken binnen elk volk
en hoewel niet in dezelfae mate, tus-
schen de volkeren.
Spr. ziet maar één weg, waarlangs
wij werkelijk uit de crisis kunnen komen
en dat is, dat wij ons stellen onder de
tuscht van het Bijbelwoord: „Zoekt eerst
het Koninkrijk Gods en de gerechtigheid
en alle dingen zullen U worden toege
worpen." Het verbijsterende van dezen
tijd is. dat dit woord blijkt te zijn de
simpeie waarheid Wij weten geen raad,
omdat wij niet eerst hebben gezocht de
gerechtigheid van het Koninkrijk Gods.
Inplaats van groote werken uit te voe
ren, beoorlogen wij elkander met het
wapen van de contingenteeriug. Daar
door bewijzen wij, dat wij de geestelijke
kracht, de geloofskracht missen. De
crisis dreigt permment te worden en de
menschheid zal pas uit de crisis komen
wanneer zij sterker dan op dit oogen
blik doordrongen wordt van de waar
heid, dat allereerst het Koninkrijk Gods
en de gerechtigheid gezocht moet wor
den.
Hierna beantwoordde spr. nog ver
schillende vragen.
TWEE VROOLIJKE HOOFDNUMMERS
Alkmaarsch Bioscoop Theater.
De bezoekers van het A. B. T. worden
deze week verrast met een tweetal komische
hoofdnummers. Er wordt hartelijk gelachen
en dat is al een groote aanbeveling.
Slim Summerville is de held van: „Zout-
waterlkfde" en natuurlijk staat Zasu Pitts
hem weer trouw ter zijde. Slim is onge
twijfeld een zeer verdienstelijk filmspeler in
komische rollen. Zijn avonturen zijn de avon
turen van iemand, die graag op een groot
zeeschip zou varen, en gedoemd is temden
te zijn met een rivierschip. Hij is daarop
tweede stuurman, tenminste, dat heeft hij zijn
vrouw en zuster wijsgemaakt. Doch wat hij
wel is, moet ge maar eens gaan zien en dan
meteen genieten van zijn verdere avonturen.
Zasu Pitts is een onverbeterlijke partner en
Una Merkel is heel aardig als het zusje.
De tweede hoofdfilm draagt een veelbe-
1* venden titel van „De drijvende Zwembroek"
Wij hebben deze klucht van Jac Brown
enkele weken geleden reeds in één der andere
Alkmaarsche theaters gezien en toen ook
reeds besproken.
Mr: Holt de uitvinder van het drijvende
badpak d.w.z. het costuum, dat iemand
drijvende houdt, heeft het met zijn uitvinding
niet gemakkelijk Hi' sWt zich veel voor van
een erfenis, die hem ten ieel valt. Maar ook
dat valt erg tegen. Geen geld, maar een
zwart jongetje a's aangenomen kind.
Jac. Brown is een uitstekend acteur en een
beste zwemmer, al zoudt ge dat eerst niet
aan hem zeggen. Hij weet de toeschouwers
best te amuseeren. Een mooi journaal van de
Universal opent het programma.
Dr. JEKYLL EN Mr. HYDE.
het
Een sensationeele film in
Victoria-théater. En een
attractie.
Dat is gister in het Victoria-theater een bij
zondere avond geweest, niet alleen om het op
het doek vertoonde, maar ook wegens de
bijzondere attractie, geboden door de im
porteurs van de North-State sigaretten.
Overeenkomstig het dezer dagen gepubliceer
de, werden in de pauze vanaf het tooneel
door een man met een electrische zaklan
taarn eenige willekeurige personen uit het
publiek aangewezen voor het ontyangen van
waardevolle cadeaux: een gouden ring, een
fototoestel, portefeuille, sigaretten etui en een
Lotisico-polis, een en ander slechts onder
voorwaarde dat zij een doosje sigaretten van
genoemd merk in hun bezit hadden. Eenige
personen die aldus voor een prijs waren
aangewezen, hadden het gevraagde niet en
zagen zich het buitenkansje dus ontgaan,
waarop het zoeklicht weer verder ging, om
een ander gelukkig te maken.
En nu over de film. Dr. Jekyll is een En-
gelysche geleerde met een zeer goed hart,
een man ook, die op bijeenkomsten veel be
langstelling trekt en dan wel eens ongewone
stellingen verkondigt. Zoo vertelt hij op een
keer, dat alles wa* leeft twee eigenschappen
heeft: een ten goede en een ten kwade, en dat
het mogelijk zal zijn die bij den mensch te
scheiden, m.a.w. den mensch op een gegeven
oogenblik willekeurig ziin goede of slechte
karakter te ontnemen. Hij wil daarvan het
bewijs leveren en zoo zien we hem bezig in
zijn laboratorium, waar hij uit tal van meng
sels een drank s< menstelt, die hem na het
drinken in een weerzinwekkend en afschuwe
lijk monster in menschengedaante verandert,
hem zijn verloofde doet vergeten en hem
onder den naam mr Hyde brengt in een
obscure dansgelegenheid, waar hij een meisie
ziet, dat hij dwingt hem lief te hebben en
door hem méér dan slecht wordt behandeld.
Vol afkeer van zichzelf neemt hij zich dan
voor het gevaarlijke experiment niet meer te
herhalen, hij verzoent zich weer met zijn
Murill en noemt zich gelukkig tot dat Zij,
het meisje uit het danshuis hem komt opzoe
ken en zijn dr. Jekyll's bescherming komt in
roepen tegen de mishandelingen van mr.
Hvde. Hij verzekert haar dat zij geen last
meer van dezen bruut zal hebben, maar even
later overvalt op een wandeling het monster
mr. Hvde hem weer. hij richt in die gedaante
zijn schreden naar Ivv en na een korten
twist, waarin hij uitschreeuwt dat hii zelf de
om zijn goedheid befaamde dr. Jekyll is,
doodt hij haar
Wij zullen vai deze mysterieuze film. die
men moet zien om haar goed te begrijpen,
niet meer vertellen Alleen dat nog: Gesteund
door Murill ziet dr. Jekvll in, dat hij met
zijn experiment op een verkeerden en zeer ge
vaarlijken weg is, hii kweekt zijn goede eigen
schappen aan en wijdt zich geheel aan lief
dadige geneeskunde.
Een film met zeer sterk spel, vooral van
Fredric March als dr. Jekvll en mr. Hyde,
een film ten slotte, die, hoewel soms vreemd
en aangrijpend, toch grootsch van opzet is.
O
In het voorprogramma hooren wii minister
Verschuur spreken over den nood der tijden
voor alle groepen der samenleving, reden om
zich als volk aaneen te scharen: voorts zien
we in dp beide journalen veel andere interes
sante gebeurtenissen, terwijl bovendien nog
een klucht „Mijn vriend het Kamerlid" en
een teekenfilm met Betty Boop in The Heard
wordt gegeven.
HET MEISJE MET DE 4 VERLOOFDEN
Harmonie.
Dat is in dezen tijd voorwaar geen klei
nigheidje, om er 4 verloofden op na te kun
nen houden. En toch, toen deze vlotte Ufa-
film afgerold was en we stonden voor de
vraag, is het mogelijk, ja, toen konden we
ons begrijpen, dat een meisje als Erica het
heusch niet bij 4 behoefde stop te zetten.
Maar goed, één moet toch de eerste zijn en
dat was direct een beste. Een baron nog
wel. Samen gaan ze ski-en en samen gaan
ze uit. totdat.... bij een al te intieme aanra
king Erica er genoeg van krijgt en zonder
commentaar haar „verloofde" in de steek
laat
Gelukkig kan ze (Liane Haid) goed si
muieeren en hoewel absoluut ongedeerd,
yindt de jonge fabrikant Roehn, die toeval
lig langs komt, haar, kreunende langs den
weg.
Ja, ja, die val is niet mis, jongedame, we
moesten maar eventjes naar den dokter rij
den. Aldus geschiedde! Enfin, u begrijpt het
zeker wel, het edele tweetal vat een „zekere"
genegenheid voor elkaar op en beiden belust
op avontuur, trekken er op uit Met een beet
je mimiek introduceert de galante ridder
(George Alexander) zijn vriendinnetje als
„vriend" in huis, met het zeer komische ge
volg, dat de oude heer Roehn (Szöke Sza-
hall) een tikje aangeschoten en zwaaiend
met armen en beenen, bij het slapende vrien
dinnetje belandt. Deze, het stoute nichtje
van de strenge barones (Adèle Sandrock),
vlucht in nachtgewaad naar buiten en ver
bergt zich in den auto van haar „tweede
verloofde", die juist gestolen zal worden
door een gentleman-dief (haar latere „derde
verloofde").
Dan volgen een reeks van onwaarschijn
lijke, maar geestig in elkaar gezette scènes
elkaar snel op, waarvan de laatste er één Is,
waarin Erica in den ouden scheermessenfa-
brikant Roehn haar „vierde verloofde" be
merkt. Zoo is haar avontuurlijke tocht één
lange weg van harten veroveren.
Deze Ufa-productie mag zeer geslaagd
genoemd worden en zij, die deze film gaan
zien, verzekeren wij een avond van ongeken
de vreugde en sprankelende humor, een
avond dus, om eens los te komen uit de da-
gelijksche sleur van het leven, om zich ge
plaatst te zien in een omgeving, tintelend
van levensgenot.
Uit het actueele en amusante voorpro
gramma noemen we slechts eenige sublieme
hot-iazz sob benevens een teekenfilm 'van
zeer goed gehalte.
Moge het Harmonie-programma van deze
week de harde menschheid van dezen tijd
een weinig „ontdooien".
CINEMA AMERICAIN.
De groote kleine man.
In de Cinema Americain viert Robinson
met behulp van Mary Astor en Helen Vin-
son deze week zijn triomfen. Deze aller
aardigste film wordt hier tegelijkertijd als in
het Royal-theater te Amsterdam gegeven en
de Alkmaarders hebben er dus niet over te
klagen, dat zij wat goede films betreft hier
zooveel achteraan komen.
De groote kleine man is een berucht bende-
hoofd uit Chicago. Amerika is weer nat, er
er is met dranksmokke'en niets meer te ver
dienen en het bendehoofd besluit daarom zijn
lijfwacht maar te ontbinden, alle jongens een
deel van de buit te geven en zelf met een
zijner beste vrienden naar Californië te gaan
om er een nieuw leven te beginnen. Hij is een
origineel type, een ruwe diamant en hij be
steedt al zijn zorg aan zijn uiterlijk om
daardoor tot de meest aristocratische kringen
te kunnen doordringen. Dat lukt natuurlijk
niet, ondanks zijn keurige visite-costuums
maar het gerucht loopt al spoedig, dat deze
zonderlinge man meermalen millionnair is
er dan is er al heel spoedig een meisje te
vinden die hem aan den haak wil slaan. Zoo
komt hij in een aristocratische maar alles
behalve fatsoenlijke familie terecht. Hij wil
groot doen, huurt een kasteeltje en legt zich
ter wille van zijn valsche schoone op het
polospel toe waarbij hij zooveel aandacht
voor het paard noodig heeft dat hij zich niet
verder met den bal kan bemoeien.
Schoonpapa in Spe brengt hem in kennis
met zijn compagnons en allen besluiten hem
de bankzaak, waarvan schoonpapa directeur
is te verkoopen. De bank blijkt weldra een
zwendel onderneming en als het meisje met
haar familie hoort dat hij een bendehoofd is
geweest worden a'le relaties verbroken.
De k'eine groote man weet zich zelf te hel
pen. Hij telefoneert even naar Chicago en
een vliegmachine vol trouwe vrienden uit
den ouden tijd steekt even naar Californië
over om hun een handje te helpen. Alle aan
deelhouders-oplichters krijgen bezoek van
een paar bendeleden en dan is het zaakje
heel gauw voor elkaar en hebben allen een
cheoue geteekend en hun waardelooze aan
deden terne-gekocht. Het slot brengt een ver
rassing, die wel eenigszins te voorzien was.
De dochter van den vroegeren slotheer, die
door de bank bedrogen is en van verdriet is
gestorven, is al dien tiid de goede vriendin
en raadgeefster van haar zonderlingen huur
der geweest Het bendehoofd sluit haar in
zijn armen en wint daardoor het beste wat
hij in ziin rumoerig leven ooit heeft kunnen
bemachtigen.
De film. die tal van komische momenten
heeft is vol van verrassingen en voornameliik
het oDtreden van de bendeleden in de aristo
cratische omgeving van hun oude leider
brengt buitengewone humoristische tooneel-
tjes.
Vooraf gaat een uitgebreide serie binnen-
en buitenlandsch nieuws in beweegbaar
geïllustreerden vorm, een leuke screensong,
een geheimzinnige vergiftigingsgeschiedenis,
waarin salamanders en slangen een groote
rol spelen en een film waarin schitterende en
origineele balletten getoond worden en eer
zeer interessante sportfilm.
CINEMA EN THEATER.
Het Weekblad geeft deze week o m. een
artikel over Danatello, den beeldhouwer
over „Neubabelsbergwerkt" (een bezoek aan
het Berlijnsche Hollywood); Amsterdam-
sche kroniek, onder de portretten vindt men
er een van Erica van Vorsel de Ned. film
ster die een belangrijke rol verzuilen zal in
de film „de omweg", enz.
KORTE BERICHTEN.
De Fédération Internationale des
Transports commerciaux par automobiles,
waarin opgenomen organisaties van bedrijfs
autohouder uit veertien Europeesche landen,
zal haar vergadering dit jaar te 's-Graven-
hage houden op Woensdag en Donderdag
Tusschen het bestuur van den Neder-
landschen Zionisten Bond en het bestuur van
de Unie van Revisionistiche Zionisten in
Nederland is overeenstemming bereikt ten
aanzien van de aansluiting aan die Unie bij
dien bond.
Te Amsterdam is een man aangehou
den, die in het midden der vorige maand op
het Rokin eenige bankbiljetten zou hebben,
welke verloren waren door een kaslooper.