Alkmaarsche Courant
MOORD OP ABBOTSHALL
Radionieuws
Seutfletou
Rechtszaken
HONIG'S VERMICELLISOEP 6 borden voor 15 ets.
Honderd Zes en Dertigste Jaargang.
WOENSDAG 10 JANUARI.
No. 8
1934
Donderdag 11 Januari.
Hilversum, 1875 M. (Uitsluitend AVRO).
8.Gramofoonpl. 10.Morgenwijding.
10.15 Gramofoonplaten. 10.30 Concert. A.
de Wit, piano. L. C. H. de Jong, zang. Aan
den vleugel: E. Veen. 11.— Gramofoonpl.
11.30 Vervolg concert. 12.— Omroeporkest
o.l.v. N. Treep m. m. v. The Hollandia Three,
accordeon. 2.A. van Doolaard: Reisherin
neringen uit den Balkan. 2.30 Vervolg Om
roeporkest. 3.Knipcursus. 4.— Voor zie
leen en ouden-van-dagen. 4.30 Gramofoonpl.
5 Radiotooneel voor de kinderen. 5.30
Kovacs Laos en zijn orkest m. m. v. Liesje v.
d. Poll, zang. 6.30 Sportpraatje H. Hollan
der. 7.Gramofoonplaten. 7.30 Engelsche
les door Fred Fry. 8.Vaz Dias. 8.05 Gra
mofoonplaten. 8.15 Concertgebouw-orkest
o.l.v. B. van Beinum. In de pauze gramo
foonplaten. 10.30 Gramofoonplaten. 11.—
Vaz Dias. 11.10—12.Kovacs Lajos en
orkest.
Huizen, 296 M. (8.9.15 en 11.—2.
KRO, de NCRV van 10.11.en 2
11.30 uur). 8.9.15 en 10— Gramofoonpl.
10.15 Morgendienst o.l.v. Ds. H. Woudstra.
10.45 Gramofoonpl. 11.3012.Godsd.
halfuur. 12.15 Orkestconcert en gramofoon-
Elaten. 2.— Handwerkcursus. 3.Vrouwen-
alfuur. 4.— Bijbellezing door ds. G. van
Veldhuyzen Azn. m. m. v. bariton en orgel.
5 Cursus Handenarbeid voor de jeugd.
5.30 Vioolrecital M. Dado. Aan den vleugel:
Alice Dado-Baden. 6.30 N"d. Chr. Pers
bureau. 6.45 Causerie A. Stapelkamp. 7 10
Afgestaan 8 10 Orgelconcert J. Zwart. 9.—
J A. Kokke: Iets ovér de Petroleumindus
trie. 9.30 Zang door A. Woud, alt m. m. v.
E van Eden. piano. In de pauze om 10.
Vaz Dias. 10.30—11.30 Gramofoonmuzielc
Daventry, 1554 M. 10.35 M orgenwijding.
10 50 Tijdsein en berichten. 11.05 en 11.20—
11.40 Lezingen. 12.20 Trocadero-Cinema-
orkest o.l.v. A. van Dam. 1.20 Gramo'oonpi.
2.20 Northern Studio-orkest o.l.v. J. Bridge,
m m. v C. Priestlv Schotsrh Studio-orkest
o.l.v. G Daines, m. m. v. W Carnegie, bari
ton. 5.35 Kinderurn. 6.20 Berichten. 6.50
Bach's Pianomuuek door F. Merriek. 7.10
Spaansche causerie 7 50 Lezing. 8.20
Variété-programgi.a. 9.20 Berichten, lezing.
9 55 Concert door R. Walfer. soppaan en B.
Harrison, cello. 10.50 Korte Dienst. 11.05
12 20 BBC-dansorkest o l.v. B. Hall.
Parijs Radio-Paris", 1724 M. 8.05 en
12.50 Gramofoonplr'en. 820 Kamerconcert
m m. v. het Omroepk\ artet, zang, piano en
klarinet.
Ka>urulborg, 1153 M. 11.20—1.20 Con
cert uit Hotel Angleterre 2.05—4.05 Deen-
6che dansmuziek. 7.20 Symphonieconcert
door solisten, o.a. J. Patzak, koor en orkest
o.l.v. Egisto Tango. 10.1511.50 Dansmu
ziek uit het Palace-hotel.
Langenberg, 473 M: 5 25, 6.35 en 10.45
Gramofoonplaten. 11.20 Omroeporkest o.l.v.
Görlich. 12.55 Gramofoonpl. 2.40 Concert.
3.20 Omroeporkest o.l v. Merten. 6.20 Can
tateconcert o l.v. Frommel. 7.30 Weragorkest,
•koor en solisten. 10.05 Gramofoonpl. 11.20
—12.20 Concert.
Rome, 441 M. 8.Concert Moderne com-
positie$. 9.50 Dansmuziek en berichten.
Brussel, 338 en 508 M. 338 M.: 12.20
Omroepkleinorkest o.Lv. Leemans. 1.30 Gra
mofoonplaten. 5.55 Dito. 6 50 Omroepklein
orkest o.l.v. Leemans. 9.05 Gramofoonpl.
9.30 Omroeporkest o.l.v. Walpot. 10.30 Gra
mofoonplaten. 508 M.: 12.20 Gramofoonpl.
1.30 Omroepkleinorkest o.l.v. Leemans. 5.20
Omroeporkest o.l.v. Walpot. 6.35 Gramo
foonplaten. 9.20 Dito. 10.30 Dito.
Deulschlandsertder, 1635 M. 7.20 Duitsch-
Zweedsch concert door het Philh. orkest o.l.v.
E. Praetorius m. m. v. L. van Rosen, zang.
9.20 en 10.05 Berichten. 10.20—11-20
Strauss-concert o.l.v. Otto Seyfert.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Donderdag 11 Januari.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Lond. Reg. 10.35—10.50, Daven
try 10.50-11.40, Lond. Reg. 12.20—16.10,
Daventry 16.10—24.—.
Lijn 4: Langenberg io.35—19.20, Athlone
19.20-24.—.
ten Detective verhaal
door PHILIP MAC DONALD
©•autoriseerde vertaling door H. A. C. S.
*4)
Ik wil nog eens samenvatten: de moord
was gepleegd door een man, die, al was hij
dan niet volslagen krankzinnig, in zijn haat
tegen Hoode krankzinnig was. Hij was een
bewoner van het huis. Hij kwam binnen in
de studeerkamer dien avond door zich naar
beneden te laten zakken uit het meest ooste-
lijke raam van de studeerkamer-raam. Hij
•prak met Hoode, terwijl hij schertste over
ttjn ongewone entree. Ónder t een of ander
voorwendsel kwam hij .terecht achter Hoode,
toen deze aan zijn schrijftafel zat. Toen sloeg
1,1 Toen zijn doel bereikt was voerde hij het
plan uit, waarop hij weken g«brM d ha(l H
zet een scène in elkaar, gcmtstoelenomver
verstrooit papieren, sleept het lichaam naar
^iMÏÏrt de klok om, nadat hij de .canapé
heeft verschoven, waarop deze kan s
Hij zet de wijzers van de klok terug1
•taan op 10.45. Kwart voor elf, let g
Niet tien voor, niet twintig voor. ni
voor maar een kwartier voor-
Hij werpt een haastigen blik door d -
«er. Alleg is in orde. Voorzichtig s eekt
ARRONDISSEMENTS RECHTBANK
TE ALKMAAR.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting van Dinsdag 9 Januari 1934.
.EEN STOKOUDE KOE.
oeroude"3 Zlt/in«sjaar V'ng aan een
oeroude zaak nota bene van 7 Mei 1918
c°nt!"a de" ,53-jarigen kok Ger- Jos B., wo-
zich in nC tat 76 te 's Gravenhage, die
S.ia Decembfr 1917 te Alkmaar had
schuldig gemaakt aan diefstal van een pak
eiwit, ten nadeele van den banketbakker R
L. bchreurs aan het Verdronkenoord te Alk
maar, alwaar hij onder den valschen naam
fatJy,.a!s kaecht werkzaam was. De man
was destijds elders gedetineerd en bij verstek
Hnru0I?f tot- 4 maanden gevangenisstraf,
doch dit vonnis was nimmer geëxecuteerd
door een of andere omstandigheid. Het ge
heugen der justitie is echter onverwoestbaar,
zooals de kok tot zijn schade moest onder
vinden. Hij was thans wandelend van Den
Haag gekomen, blijkbaar houdt hij meer
van loopen dan van zitten.
De heer Schreurs, die intusschen ook al 'n
aa[dig dagje ouder is geworden, verklaarde
dat bedoeld eiwit een waarde had van 78
De officier, zeer mild gestemd tegen dezen
verouderden zondaar, memoreerde, dat over
2 jaar het feit verjaard zou zijn geweest.
Overigens requireerde de officier bekrachti
ging van het vonnis bij verstek gewezen met
uitzondering van de straf, die spreker thans
wenschte te reduceeren tot 10 boete of 10
dagen.
Mr. G. A. de Lange, verdediger van den
opposant uit het grijs verleden, hield een
sympathiek speechje en concludeerde een
uiterst kleine boete of een lichte straf voor
waardelijk op aannemelijke condities.
POLITIE-EMOTIES TE SPANBROEK.
De voormalige gemeenteveldwachter Pie-
ter Gr. te Spanbroek, momenteel nog ge
meentebode, benevens diens 26-jarige doch
ter Johanna Maria Margaretha Gr., sto'
den heden gezamentlijk terecht, de vader tei
zake het aan den minister van justitie indie
nen van een rapport, waarin hij rijksveld
wachter Kamp beschuldigde een laf en on
betrouwbaar politieman te zijn omdat hij ten
tijde van den te Hoogwoud ten huize van
dr. Pool gepleegden inbraak geen maatrege
len, die zijn plicht hem voorschreven, had ge
nomen, welk rapport werd verondersteld
valsch en smadelijk te zijn voor de eer en
goeden naam van rijksveldwachter Kamp.
Voorts stond mej. Gr. terecht wegens
smaad tegen gezegden rijksveldwachter
Kamp, die zich tegenover haar op zedelijk
gebied zou hebben misdragen.
De beide verdachten, verdedigd door mr.
P. Langeveld, werden door president mr.
Ledeboer ernstig over deze feiten onder han
den genomen en er dcor hem met nadruk op
gewezen, dat verdachten vóór het aanvangen
van het getuigenverhoor, de geschikte gele
genheid kregen om hun schuld te erkennen,
waarop door beiden werd verklaard in hun
ten'asteleggingen te volharden.
De rijksveldwachter Kamp, die de klach
ten had ingediend werd als eerste getuige
gehoord, verklaarde in den nacht van den
inbraak bij dr. Pool omstreeks 1 uur Hoog
woud te hebben besurveilleerd. De inbraak
had echter eerst plaats gehad tusschen 2 en
3 uur. Voorts ontkende getuige op 17 Sep
tember ten huize van eersten verdachte een
gesprek te hebben gehad, zooals in het rap
port was gereleveerd, aangezien getuige
dien dag belastingcontrole uitoefende met
den belastingambtenaar Blaauw.
Bedoeld gesprek hield verband met den
inbraak bij dr. Pool en toen zou Kamp
zich hebben beklaagd dat hij er steeds alléén
op uit moest en ze den gemeenteveldwachter
maar in bed lieten liggen. Ook zou hij licht
jes hebben gezien in de woning van dr. Pool
in bewusten inbraaknacht. Voorts erkende
Kamp mej. Gr. wel eens te hebben thuis ge
bracht, doch hij ontkende pertinent zich als-
toen onwelvoegelijk te hebben gedragen.
Verdachte Pieter Gr. gaf toe 29 Augustus
1933 te zijn ontslagen, maar beweerde dat
dit ontslag geen verband hield met het om
trent den heer Kamp ingediend rapport bij
den minister.
Burgemeester Commandeur, voor het hek
je gecommandeerd, deelde mede dat verdach
te op 1 September was ontslagen als ge
meenteveldwachter, doch hij had hem ter
wille van zijn bestaan, nog gehandhaafd als
gemeentebode. Voorts verklaarde getuige dat
G. in de Schoorlsche duinen in kwaliteit van
onbezoldigd rijksveldwachter handelingen,
bestaande in het beloeren van vrijende paar
tjes, had verrricht zonder daartoe door ge
tuige, noch door den burgemeester van
Scnoorl, opdracht was gegeven.
De verdachte gaf toe in de duinen met
een verrekijker te hebben gemanoeuvreerd,
doch niet speciaal vrijende paartjes als ob
ject te hebben uitgekozen.
Een en ander was echter aanleiding ge
weest tot het ontslag van dezen zonderlin
gen veldwachter.
Eenigermate aarzelend gaf de burgemees
ter voorts toe, dat de echtelijke verhouding
in het gezin van verdachte wel iets te wen-
schen overliet.
Absoluut vertrouwde de burgemeester
dezen verdachte niet. Op de vraag van ver
dediger verklaarde de burgemeester dat hij
verdachte ernstig had ontraden den brief om
trent Kamp te verzenden.
Verdachte liet uitkomen, dat het schrijven
was verzonden met volkomen instemming
van den burgemeester. Deze had zelfs ge
zegd het jammer te vinden dat hij die feiten
nkt eer had kenbaar gemaakt.
Hierop brak de burgemeester ook los en
verklaarde, dat verdachte meermalen had ge
weigerd opdrachten door hem gegeven, uit te
voeren. Zelfs had de burgemeester moeten
dreigen, zijn bezwaren in te brengen bij den
commissaris der koningin. Het ontbrak hem
meermalen aan dienstijver.
Majoor v. d. Schans uit Medemblik, onder
wiens brigade ook Spanbroek ressorteert, had
eenmaal contra de verdachte een onderzoek
gevoerd en alstoen een slechten indruk van
hem gekregen. Het betrof hier een mishande
ling gepleegd door zekeren Conijn naar aan
leiding van het feit, dat G. bij hem door de
ruiten had gegluurd. De bewoner boos
geworden, was in nachtgewaad den veld
wachter te lijf gegaan.
De 24-jarige huishoudster, mej. Annie Bier
steker, nicht van de ex-veldwachter, die des
tijds bij haar nichtje sliep, had geen confi
denties van haar ontvangen, toen oom Kamp,
zooals hij toen vertrouwelijk werd genoemd,
haar op den bewusten avond thuis bracht.
Hij was wel wat los in den mond, maar ove
rigens 'n nette man. Zij zelfs had nimmer iets
onbehoorlijks van Kamp ondervonden.
Ten slotte werd nog gehoord rijksveld
wachter brig. tit. J. H. Noot uit Oudkarspel,
die meermalen met Kamp bij verdachte G.
een bezoek had gebracht. Het was hem be
kend, dat Gr. wel een motor, doch geen rij
bewijs had. Verdachte erkende zulks, zijn rij
bewijs was verloopen. De dochter had zich
tegen Noot uitgelaten omtrent Kamp.
Hierop werd aan den officier het
woord verleend tot het houden van zijn
requisitoir, waarin hij deed uitkomen, dat
bij het ingestelde onderzoek niets in het na
deel van rijksveldwachter Kamp is gebleken,
noch is aangetoond zijn plichtsverzuim of
oneerbare handelingen ten opzichte van de
dochter. Ook omtrent de betrouwbaarheid
van den verdachte Gr. was de officier zeer
twijfelachtig gestemd, evenals omtrent de
waarheidsliefde en juistheid van het door
hem gezonden rapport aan den minister. Nog
meerdere punten werden door den officier
naar voren gebracht, onder anderen de on
juistheden in het zakboekje en het optreden
van dezen veldwachter tegen den burge
meester, dat terecht den burgemeester met
verontwaardiging vervulde. Öok releveerde
de officier de uitstapjes in de duinen én het
welverdiende pak rammel hem toegediend
door Conijn. VoortS het ontbreken van het
rijbewijs bij 'n ambtenaar, die zelf is aange
wezen om dergelijke overtredingen te con
troleeren. De officier constateerde nog dat de
ex-veldwachter hier op de zitting totaal in
zijn chemise is komen te staan. Ook de aan
tijgingen van de dochter beschouwde de of
ficier als pure fantasie. Ten slotte requireerde
spreker, gelet op het ernstige van het feit,
tegen Pieter Gr 6 maanden gevangenisstraf
en mej. J. M. M. G. 50 boete of 50 dagen.
Mr. Langeveld kon niet inzien, dat zijn
cliënt Pieter G. hier nu stond, moreel ont
daan van alle kleedingstukken en wees op den
geprikkelden toestand, die heerschte tusschen
verdachte en den rijksveldwachter. Hij had den
officieelen weg bewandeld en 'n request in
gediend bij den minister, omdat hij vermeen
de dat het algemeen belang niet was gediend
door de handhaving van een dergelijken amb
tenaar. Voorts besprak pleiter de kwestie
van het rijbewijs, dat hij een futiliteit noem
de, als mede de uitdrukking van het meisje,
minst bewezen, misschien wel een eenvoudige
beleediging.
Een valsche aanklacht achtte pleiter aller-
Ten slotte kon pi. niet tot de conclusie ko
men, dat hier bewezen was 't geen was telaate
gelegd. Betei zou het zijn geweest indien
deze zaak niet was behandeld. Het corps der
rijksveldwacht is er in 't minst niet mee ge
diend. Pleiter verzocht ten slotte vrijspraak
of een zeer clement vonnis in den vorm van
een lichte geldboete. Verdachte wilde al di
rect appèl aanteekenen nog vóór de uit
spraak werd gedaan. Een dergelijke tech
nische kennis van een veldwachter werd op
de juiste waarde geschat.
MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON
BENADEELD.
De 22-jarige paardenknecht uit Wijk aan
Zee en Duin, Wiebe Kn., stond terecht we
gens diefstal of verduistering van een zwat-
keerder of 'ri wallemaker, 'n monsferding,
waarvan niemand de strekking begreep, maar
dat het eigendom was van het Maatschappe^
lijk Hulpbetoon.
Hij had het voorwerp geruild met een til
bury en f 7.50 toe bij den getuige K. Muis,
veehouder te Heiloo.
Jongeheer Wiebe wist er zich heden niet
uit te draaien en werd tegen hem gevorderd
ter zake verduistering 25 boete of 25 dagen.
N.B. Later bleek dat men hier ie doen had
met een soort hooihark.
DE TOOVENAAR MET DE
BALLETJES IN DE NOTEDOP.
De 41-jarige koopman H. M. uit Amster
dam verscheen in de middagzitting voor de
rechters op grond van het feit dat hij op 18
October te Castricum ter gelegenheid der
aldaar gehouden hoofddraverij het geëerde
publiek gelegenheid had geschonken zich van
listig uitgedacht hazardspel te bezondigen
Dit spel was namelijk samengesteld uit no
tendoppen en balletjes en de inzetters moes
ten nu raden, onder welke notendop een bal
letje lag. Twee personen, de boekhouder
Herm. Streevers en de vrachtrijder Joh. de
Groot waagden 'n kans en zetten te samen
10 in. Indien zij juist raadden, werd die
inzet dubbel terug betaald; was het schot
mis, dan streek de ondernemer het bedrag op.
Natuurlijk werd leelijk mis geraden en de 10
gulden verhuisde in de zakken van den im-
pressario, doch even later kwam de rijkspoli
tie eens kijken en nam de brigadier Koelewijn
de heele „bubs" in beslag.
Thans werd de heer M. in de gelegenheid
gesteld zijn geluks-machinerie te demon-
streeren. We hadden het echter zoo druk met
schrijven, dat we niet konden nagaan, of de
rechtbank het geheim van den smid wist te
achterhalen.
Door den officier die het telaste gelegde
bewezen achtte en ontkende dat dit hier een
behendigheidsspel gold, werd gerequireerd
tegen verdachte, die meermalen werd veroor
deeld en drankzuchtig schijnt te zijn, na een
harde schrobbeering aan de lichtzinnige dob
belaars, 10 maanden gevangenisstraf.
De verdediger, mr. Schol ten, die de zaken
steeds punctueel onder de loupe neemt, twij
felde sterk aan het geleverde juridische be
wijs, wat hij uitvoerig trachtte aan te toonen.
Het stond z.i. niet vast, dat hef spel geen be
hendigheid vorderde. Pleiter concludeerde
derhalve vrijspraak, beter nog ontslag van
rechtsvervolging.
DE BOERDERIJ TROK HEM NIET
AAN.
De laatste verdachte werd voorgesteld door
den persoon van den 39-jarigen arbeider R.
K., 'n grof gebouwd ingezetene van St.
Maarten die op 5 December j.1. in gesloten
zitting moest terechts.aan ter zake het be
ruchte artikel 432 W. v. Str. Hij was echter
niet aanwezig om zijn St. Nicolaascadeautje,
bestaande uit 4 dagen hechtenis en opzen
ding naar Ommesrhans voor den tijd van
twee jaar, uit de Landen van den officier in
ontvangst te nemen. Hij werd op 12 Dec.
d.a.v. veroordeeld en was nu tegen dit bij
verstek gewezen vonnis in verzet gekomen,
thans in rechten bijgestaan door mr. Eecen
uit Oudkarspel. Ook ditmaal had behande
ling buiten tegenwoordigheid van publiek
plaats. Door den officier werd gerequireerd
bekrachtiging van hef gewezen vonnis.
STROOPERSDRAMA.
De Hooge Raad heeft verworpen het cas
satieberoep van C. N., die in de duinen on
der Wassenaar, aan 't stroopen zijnde, werd
aangetroffen door een jachtopziener, op
wien hij eenige schoten zou hebben gelost en
deswege door het Hof te 's-Gravenhage is
veroordeeld tot 8 jaar en 6 maanden.
zijn hoofd buiten het raam. Alles is zooal3
hij berekend had: er is niemand buiten; de
nacht is donker. Hij klimt langs het touw
naar boven, en door het raam op de eerste
verdieping.
II.
Thans verdere details.
Ten eerste de vingerafdrukken.
Iedereen is overtuigd, dat de moordenaar
handschoenen droeg, omdat nergens in de
studeerkamer waar hij dingen moet hebben
aangeraakt, afdrukken gevonden werden. Al
leen op het eene voorwerp!
De spiralen, windingen en dat alles, net-
geen deze afdrukken vormen, zijn precies de
zelfde, die gevonden werden in de huid van
den duim en eerste twee vinger van Archi-
bald Deacon's rechterhand. Ergo, zegt de
politie en het publiek, is Archibald Deacon
de moordenaar. Maar ik beweer, dat deze
vingerafdrukken langs een langen weg bewij
zen (zelfs zonder de rest van zijn bewijs), dat
Deacon de moordenaar niet kan zijn.
Hier is een werkelijk vernuftig uitgevoerde
moord. De moordenaar was wijs genoeg om
handschoenen te dragen, maar trok een van
deze uit, en drukte zorgvuldig zijn duim en
vingers op de uiterst-gevoelige oppervlakte
van het handvat van het wapen, voor hij dat
wapen op een duidelijk zichtbare plaats voor
den eersten den besten politieman achterliet.
Overweeg verder de plaats van de afdruk
ken. Zij staan op de handvat, in de richting
van het staal! Het is niet te gelooven, dat de
moordenaar het waj>en zou vastgehouden
hebben, zooals een fat speelt met zijn wan
delstok.
Een mogelijke oplossing kwam tot mij door
de herinnering aan een door mij gelezen de
tective-verhaal („Het merk van den rooden
duim," door R. A. Freeman), waarin de
moordenaar, een wetenschappelijk man,
door een vernuftig fotografische bewerking
een stempel maakt van den duimafdruk van
een anderen man. Deze gebruikte hij om den
onschuldigen eigenaar van dien duim tot
een beschuldigde te maken. Toen opeens
vond ik de verklaring, die later waar bleek
te zijn.
Inplaats van over te gaan tot de enorme
moeilijkheid om een stempel of merk te ma
ken, waarom niet te voren op het begeerde
voorwerp de vingerafdrukken van den uitge
kozen zondebok te krijgen?
Na overdenking accepteerde ik deze ge
dachte. Ik ging door met het werk van op
bouwen. Aldus: Daar Deacon niet van de
misdaad afwist, moest de moordenaar hem,
in zoo gewoon mogelijke omstandigheden er
toe hebben gebracht om de houtvijl vast te
houden, eenigen tijd voor den moord.
Toen hij dit gedaan gekregen had, en De
acon weg was, moet hij met gehandschoen-
de handen het handvat hebben weggeborgen
het handvat, dat hij losgemaakt had vóór
Deacon het vasthield. Vervolgens moet dit
handvat ingepakt zijn (laten wij zeggen in
een doos met kurken wiggen), op zulk een
manier, dat hij het in zijn zak kon dragen
bij zijn afdalen langs den muur, zonder dat
die mooie afdrukken beschadigd werden
Het in elkaar zetten van het werktuig moet
gebeurd zijn na den moord; en het geheele
bewijsstuk, dat Deacon zou vonnissen, is zoo
neergelegd geworden, dat de politie het vond
In de studeerkamer, bij een later bezoek,
vond ik de bevestiging van de juistheid van
zijn berekeningen. Men zal zich herinneren,
dat, toen de houtvijl te voorschijn kwam bij
het gerechtelijk onderzoek, het bewezen werd
tot voldoening van de rechtbank, dat dit in
derdaad het wapen was, dat den dood van
Hoode had veroorzaakt. Het bewijs was dui
delijk door het staal, dat er ver van lieflijk
uitzag. Maar er werd ook.door de politie na
drukkelijk op gewezen, dat op de kleine ro-
zenhouten tafel in de studeerkamer een
schram op het politoer was, die er vroeger
niet was, die blijkbaar door het staal van
zulk een houtvijl was gemaakt. Inspecteur
Boyd gaf als zijn meening, dat de moorde
naar de houtvijl op die tafel had gelegd na
dat hij Hoode had gedood, en terwijl hij be
zig was om het tooneel van een gevecht in
elkaar te zetten.
Ik ben het met den inspecteur eens
maar slechts gedeeltelijk. Hij dwaalde, toen
hij aannam, dat de schram veroorzaakt was
doordat de moordenaar de geheele houtvijl
op tafel had gelegd.
Die kras heeft precies de lengte van het
staal van de vijl, en in het midden van de
tafel.
Is het duidelijk? Die kras kon niet ge
maakt zijn door het heele werktuig. Het
handvat is twee en een half tot drie inches
in omtrek, en als het aan het staal had vast
gezeten, zou het, wegens zijn veel grootere
dikte, niet meer dan ongeveer een inch van
de punt van het staal hebben laten rusten
op de tafel, en daarop een kras gemaakt i
TxooUtciaal Hieuws
PROVINCIALE STATEN.
Salarisregeling Prov. personeel
in Noordholland.
In de gister gehouden vergadering van de
Prov. Staten van Noordholland kwamen aan
de orde de voordrachten tot wijziging van
het ambtenarenreglement 1920 en tot wijzi
ging van het salarisreglement 1920.
De heer Gerhard (s d lid van Ged. Sta
ten, deelde mede, dat Ged. Staten besloten
hebben de bestreden punten van de beide
voordrachten tot salarisregeling in te trek
ken. Zij doen dat o.a. omdat de bezuiniging,
uit deze voordracht voortvloeiende, toch eerst
in 1935 invloed zal'hebben, en omdat een al-
geheele herziening van het salarisreglement
volgen moet, die Ged. Staten voorbereiden,
met de bedoeling dat deze wijziging nog vóór
1935 zal werken.
Ged. Staten hebben een zeer belangrijke
toezegging gedaan, zei de heer Slingenberg
(v.d.)maar hij achtte het niet juist dat Gea.
Staten handhaven hun voorstel ten aanzien
van de typisten en de dienstboden. Hij acht
het niet juist op een onderdeel van de te ont
werpen regeling vooruit te loopen en ver
zoekt daarom alle voorstellen, betrekking
hebbende op de salarisregeling, aan te hou
den.
De heer Lambooy (r.k.) achtte het niet juist
dat de ontwerpsherziening van het reglement
in behandeling zal komen in de najaarszit
ting bij de begrooting. Dan is het te laat
voor de gemeentebesturen om er bij hun be
grootingen rekening mede te houden Hij zou
de herziening in den zomer willen zien inge
diend. Spr. sloot zich bij den heer Slingen
berg aan.
Öok de heer Polak (s.d.) was van meening,
dat er geen aanleiding is om enkele onderdee-
len van de voordrachten toch te behandelen
nu Ged. Staten het voornaamste hebben te
ruggenomen.
Waarom, vroeg de heer Guépin (v.b.),
handhaven Ged. Staten, nu zij het principiee-
le gedeelte in de wijziging van het salaris
reglement hebben teruggenomen, enkele an
dere punten? Spr. stelde voor ook het overige
van de voordracht terug te nemen nu toch
een algeheele herziening is voorbereid.
De heer De Vries (r.k.) verzocht die nieuwe
herziening ook in het georganiseerd overleg
te brengen.
De heer De Jong Schouwenburg (c.h.) sloot
zich bij het betoog van den heer Guépin aan.
Na een toelichting van den heer Gerhard
verklaarde de voorzitter, dat Ged. Staten dc
voordracht tot wijziging van het salarisregle
ment 1920 terugnemen, maar die tot wijzi
ging van het ambtenarenreglement handha
ven.
Deze laatste wijziging werd hierna goed
gekeurd.
Aangenomen werd het voorstel tot het in
voeren van een buitengewone korting op het
salaris van de tiidelüke ambtenaren voor wie
geen pensioenfonds is vastgeste'd.
Het koloniehuis te Castricum.
Na eenige discussie werd aangenomen de
voordracht tot het verleenen van financieele
medewerking voor de overneming van het
koloniehuis te Castricum van de stichting
Amsterdamsche Kolonieverpleging voor kin
deren door de stichting Katholieke Kinder
uitzending in het Bisdom Haarlem.
Subsidies.
Ingetrokken werden de subsidies aan
de vereeniging van handeldrijvenden te
Medemblik.
Afgewezen werden de subsidie-aan
vragen van het bestuur der vereeniging
tot bevordering van het landbouwonder
wijs voor Purmercnd en omstreken en
van de afd. Broek op Langendijk van
den Chr. Boeren- en Tuindersbond in
Nederland.
Goedgekeurd werd de voordracht van
Ged. Staten om aan de Vereeniging
„Volksuniversiteit voor Haarlem en
Omstreken" te Haarlem met ingang van
1934 tot wederopzeggens toe een bijdrage
te verleenen van ten hoogste 500, on
der voorwaarde dat de gemeente Haar
lem jaarlijks tenminste 1000 bijdraagt.
Aan de vereeniging Het Noorlhol*
landsch Groot Yorkshire Varkens.?tam-
boek werd een jaarlijksche subsidie van
1800 verleend.
Aan de afd. Terschelling van de Hol-
landsche Mij. van Landbouw werd 800
subsidie verleend ten behoeve van de
stierenhouderij op het eiland.
Aan de Vereeniging Proef- en School
tuin Kennemerland te Alkmaar werd
450 subsidie verleend.
hebben. Had de geheele vijl op den rand var
de tafel gelegen, met het handvat over den
rand heen, dan zou de volle lengte van de
kras mogelijk geweest zijn. Maar de kras is,
zooals ik beschreven heb, midden op de ta
fel en kon dus alleen veroorzaakt zijn door
het staal zonder het handvat.
Dit was de rechtvaarding van mijn the
orie. Verder bewijs kwam later. Met offi-
cieele toestemming onderzocht ik de vijl. 't
Was, zooals ik gevonden had. Ik hield haar
in mijn hand. Ik schudde haar en het
staal vloog er af. Twee kleine stukjes hout
vielen op den grond. Ik peuterde een lin
nenreepje uit de tong van het staal. Blijk
baar was de bedoeling van de kleine stuk
jes hout geweest om den tong van het staal
vast te doen zitten in de wat te ruime holte
van het handvat. En het feit, dat de holte
wat grooter gemaakt was, gevoegd bij de
ongelijkheid van de stukjes hout, is zeker be
wijs genoeg, dat de slagen, die Hoode dood
den, werden togebracht met het staal alleen
Er is echter nog meer: het reepje linnen,
is, zou ik zeggen, van een zakdoek, die
gebruikt was, neem ik aan, om de' dunne
staaf steviger te kunnen vastpakken bij het
slaan. De handschoenen, dien de moorde
naar ongetwijfeld aan had, was waarschijn
lijk onvoldoende gebleken om te voorkomen,
dat zij hem ontglipte. Dus wikkelde hij een
zakdoek om zijn gehandschoende hand. De
oneffenheid in het staal was de oorzaak, dat
er een stukje linnen bleef haken. Dit merkte
hij niet op, toen hij, na den moord, haastig
het staal in het handvat vast stampe.
(Wordt vervolgd.)