Alkmaarsche Courant MOORD OP ABBOTSHALL Radionieuws Seutfletou Rechtszaken HONIG'S VERMICELLISOEP 6 borden voor 15 ets. Honderd Zes en Dertigste Jaargang. WOENSDAG 10 JANUARI. No. 8 1934 Donderdag 11 Januari. Hilversum, 1875 M. (Uitsluitend AVRO). 8.Gramofoonpl. 10.Morgenwijding. 10.15 Gramofoonplaten. 10.30 Concert. A. de Wit, piano. L. C. H. de Jong, zang. Aan den vleugel: E. Veen. 11.— Gramofoonpl. 11.30 Vervolg concert. 12.— Omroeporkest o.l.v. N. Treep m. m. v. The Hollandia Three, accordeon. 2.A. van Doolaard: Reisherin neringen uit den Balkan. 2.30 Vervolg Om roeporkest. 3.Knipcursus. 4.— Voor zie leen en ouden-van-dagen. 4.30 Gramofoonpl. 5 Radiotooneel voor de kinderen. 5.30 Kovacs Laos en zijn orkest m. m. v. Liesje v. d. Poll, zang. 6.30 Sportpraatje H. Hollan der. 7.Gramofoonplaten. 7.30 Engelsche les door Fred Fry. 8.Vaz Dias. 8.05 Gra mofoonplaten. 8.15 Concertgebouw-orkest o.l.v. B. van Beinum. In de pauze gramo foonplaten. 10.30 Gramofoonplaten. 11.— Vaz Dias. 11.10—12.Kovacs Lajos en orkest. Huizen, 296 M. (8.9.15 en 11.—2. KRO, de NCRV van 10.11.en 2 11.30 uur). 8.9.15 en 10— Gramofoonpl. 10.15 Morgendienst o.l.v. Ds. H. Woudstra. 10.45 Gramofoonpl. 11.3012.Godsd. halfuur. 12.15 Orkestconcert en gramofoon- Elaten. 2.— Handwerkcursus. 3.Vrouwen- alfuur. 4.— Bijbellezing door ds. G. van Veldhuyzen Azn. m. m. v. bariton en orgel. 5 Cursus Handenarbeid voor de jeugd. 5.30 Vioolrecital M. Dado. Aan den vleugel: Alice Dado-Baden. 6.30 N"d. Chr. Pers bureau. 6.45 Causerie A. Stapelkamp. 7 10 Afgestaan 8 10 Orgelconcert J. Zwart. 9.— J A. Kokke: Iets ovér de Petroleumindus trie. 9.30 Zang door A. Woud, alt m. m. v. E van Eden. piano. In de pauze om 10. Vaz Dias. 10.30—11.30 Gramofoonmuzielc Daventry, 1554 M. 10.35 M orgenwijding. 10 50 Tijdsein en berichten. 11.05 en 11.20— 11.40 Lezingen. 12.20 Trocadero-Cinema- orkest o.l.v. A. van Dam. 1.20 Gramo'oonpi. 2.20 Northern Studio-orkest o.l.v. J. Bridge, m m. v C. Priestlv Schotsrh Studio-orkest o.l.v. G Daines, m. m. v. W Carnegie, bari ton. 5.35 Kinderurn. 6.20 Berichten. 6.50 Bach's Pianomuuek door F. Merriek. 7.10 Spaansche causerie 7 50 Lezing. 8.20 Variété-programgi.a. 9.20 Berichten, lezing. 9 55 Concert door R. Walfer. soppaan en B. Harrison, cello. 10.50 Korte Dienst. 11.05 12 20 BBC-dansorkest o l.v. B. Hall. Parijs Radio-Paris", 1724 M. 8.05 en 12.50 Gramofoonplr'en. 820 Kamerconcert m m. v. het Omroepk\ artet, zang, piano en klarinet. Ka>urulborg, 1153 M. 11.20—1.20 Con cert uit Hotel Angleterre 2.05—4.05 Deen- 6che dansmuziek. 7.20 Symphonieconcert door solisten, o.a. J. Patzak, koor en orkest o.l.v. Egisto Tango. 10.1511.50 Dansmu ziek uit het Palace-hotel. Langenberg, 473 M: 5 25, 6.35 en 10.45 Gramofoonplaten. 11.20 Omroeporkest o.l.v. Görlich. 12.55 Gramofoonpl. 2.40 Concert. 3.20 Omroeporkest o.l v. Merten. 6.20 Can tateconcert o l.v. Frommel. 7.30 Weragorkest, •koor en solisten. 10.05 Gramofoonpl. 11.20 —12.20 Concert. Rome, 441 M. 8.Concert Moderne com- positie$. 9.50 Dansmuziek en berichten. Brussel, 338 en 508 M. 338 M.: 12.20 Omroepkleinorkest o.Lv. Leemans. 1.30 Gra mofoonplaten. 5.55 Dito. 6 50 Omroepklein orkest o.l.v. Leemans. 9.05 Gramofoonpl. 9.30 Omroeporkest o.l.v. Walpot. 10.30 Gra mofoonplaten. 508 M.: 12.20 Gramofoonpl. 1.30 Omroepkleinorkest o.l.v. Leemans. 5.20 Omroeporkest o.l.v. Walpot. 6.35 Gramo foonplaten. 9.20 Dito. 10.30 Dito. Deulschlandsertder, 1635 M. 7.20 Duitsch- Zweedsch concert door het Philh. orkest o.l.v. E. Praetorius m. m. v. L. van Rosen, zang. 9.20 en 10.05 Berichten. 10.20—11-20 Strauss-concert o.l.v. Otto Seyfert. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Donderdag 11 Januari. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Lond. Reg. 10.35—10.50, Daven try 10.50-11.40, Lond. Reg. 12.20—16.10, Daventry 16.10—24.—. Lijn 4: Langenberg io.35—19.20, Athlone 19.20-24.—. ten Detective verhaal door PHILIP MAC DONALD ©•autoriseerde vertaling door H. A. C. S. *4) Ik wil nog eens samenvatten: de moord was gepleegd door een man, die, al was hij dan niet volslagen krankzinnig, in zijn haat tegen Hoode krankzinnig was. Hij was een bewoner van het huis. Hij kwam binnen in de studeerkamer dien avond door zich naar beneden te laten zakken uit het meest ooste- lijke raam van de studeerkamer-raam. Hij •prak met Hoode, terwijl hij schertste over ttjn ongewone entree. Ónder t een of ander voorwendsel kwam hij .terecht achter Hoode, toen deze aan zijn schrijftafel zat. Toen sloeg 1,1 Toen zijn doel bereikt was voerde hij het plan uit, waarop hij weken g«brM d ha(l H zet een scène in elkaar, gcmtstoelenomver verstrooit papieren, sleept het lichaam naar ^iMÏÏrt de klok om, nadat hij de .canapé heeft verschoven, waarop deze kan s Hij zet de wijzers van de klok terug1 •taan op 10.45. Kwart voor elf, let g Niet tien voor, niet twintig voor. ni voor maar een kwartier voor- Hij werpt een haastigen blik door d - «er. Alleg is in orde. Voorzichtig s eekt ARRONDISSEMENTS RECHTBANK TE ALKMAAR. MEERVOUDIGE STRAFKAMER. Zitting van Dinsdag 9 Januari 1934. .EEN STOKOUDE KOE. oeroude"3 Zlt/in«sjaar V'ng aan een oeroude zaak nota bene van 7 Mei 1918 c°nt!"a de" ,53-jarigen kok Ger- Jos B., wo- zich in nC tat 76 te 's Gravenhage, die S.ia Decembfr 1917 te Alkmaar had schuldig gemaakt aan diefstal van een pak eiwit, ten nadeele van den banketbakker R L. bchreurs aan het Verdronkenoord te Alk maar, alwaar hij onder den valschen naam fatJy,.a!s kaecht werkzaam was. De man was destijds elders gedetineerd en bij verstek Hnru0I?f tot- 4 maanden gevangenisstraf, doch dit vonnis was nimmer geëxecuteerd door een of andere omstandigheid. Het ge heugen der justitie is echter onverwoestbaar, zooals de kok tot zijn schade moest onder vinden. Hij was thans wandelend van Den Haag gekomen, blijkbaar houdt hij meer van loopen dan van zitten. De heer Schreurs, die intusschen ook al 'n aa[dig dagje ouder is geworden, verklaarde dat bedoeld eiwit een waarde had van 78 De officier, zeer mild gestemd tegen dezen verouderden zondaar, memoreerde, dat over 2 jaar het feit verjaard zou zijn geweest. Overigens requireerde de officier bekrachti ging van het vonnis bij verstek gewezen met uitzondering van de straf, die spreker thans wenschte te reduceeren tot 10 boete of 10 dagen. Mr. G. A. de Lange, verdediger van den opposant uit het grijs verleden, hield een sympathiek speechje en concludeerde een uiterst kleine boete of een lichte straf voor waardelijk op aannemelijke condities. POLITIE-EMOTIES TE SPANBROEK. De voormalige gemeenteveldwachter Pie- ter Gr. te Spanbroek, momenteel nog ge meentebode, benevens diens 26-jarige doch ter Johanna Maria Margaretha Gr., sto' den heden gezamentlijk terecht, de vader tei zake het aan den minister van justitie indie nen van een rapport, waarin hij rijksveld wachter Kamp beschuldigde een laf en on betrouwbaar politieman te zijn omdat hij ten tijde van den te Hoogwoud ten huize van dr. Pool gepleegden inbraak geen maatrege len, die zijn plicht hem voorschreven, had ge nomen, welk rapport werd verondersteld valsch en smadelijk te zijn voor de eer en goeden naam van rijksveldwachter Kamp. Voorts stond mej. Gr. terecht wegens smaad tegen gezegden rijksveldwachter Kamp, die zich tegenover haar op zedelijk gebied zou hebben misdragen. De beide verdachten, verdedigd door mr. P. Langeveld, werden door president mr. Ledeboer ernstig over deze feiten onder han den genomen en er dcor hem met nadruk op gewezen, dat verdachten vóór het aanvangen van het getuigenverhoor, de geschikte gele genheid kregen om hun schuld te erkennen, waarop door beiden werd verklaard in hun ten'asteleggingen te volharden. De rijksveldwachter Kamp, die de klach ten had ingediend werd als eerste getuige gehoord, verklaarde in den nacht van den inbraak bij dr. Pool omstreeks 1 uur Hoog woud te hebben besurveilleerd. De inbraak had echter eerst plaats gehad tusschen 2 en 3 uur. Voorts ontkende getuige op 17 Sep tember ten huize van eersten verdachte een gesprek te hebben gehad, zooals in het rap port was gereleveerd, aangezien getuige dien dag belastingcontrole uitoefende met den belastingambtenaar Blaauw. Bedoeld gesprek hield verband met den inbraak bij dr. Pool en toen zou Kamp zich hebben beklaagd dat hij er steeds alléén op uit moest en ze den gemeenteveldwachter maar in bed lieten liggen. Ook zou hij licht jes hebben gezien in de woning van dr. Pool in bewusten inbraaknacht. Voorts erkende Kamp mej. Gr. wel eens te hebben thuis ge bracht, doch hij ontkende pertinent zich als- toen onwelvoegelijk te hebben gedragen. Verdachte Pieter Gr. gaf toe 29 Augustus 1933 te zijn ontslagen, maar beweerde dat dit ontslag geen verband hield met het om trent den heer Kamp ingediend rapport bij den minister. Burgemeester Commandeur, voor het hek je gecommandeerd, deelde mede dat verdach te op 1 September was ontslagen als ge meenteveldwachter, doch hij had hem ter wille van zijn bestaan, nog gehandhaafd als gemeentebode. Voorts verklaarde getuige dat G. in de Schoorlsche duinen in kwaliteit van onbezoldigd rijksveldwachter handelingen, bestaande in het beloeren van vrijende paar tjes, had verrricht zonder daartoe door ge tuige, noch door den burgemeester van Scnoorl, opdracht was gegeven. De verdachte gaf toe in de duinen met een verrekijker te hebben gemanoeuvreerd, doch niet speciaal vrijende paartjes als ob ject te hebben uitgekozen. Een en ander was echter aanleiding ge weest tot het ontslag van dezen zonderlin gen veldwachter. Eenigermate aarzelend gaf de burgemees ter voorts toe, dat de echtelijke verhouding in het gezin van verdachte wel iets te wen- schen overliet. Absoluut vertrouwde de burgemeester dezen verdachte niet. Op de vraag van ver dediger verklaarde de burgemeester dat hij verdachte ernstig had ontraden den brief om trent Kamp te verzenden. Verdachte liet uitkomen, dat het schrijven was verzonden met volkomen instemming van den burgemeester. Deze had zelfs ge zegd het jammer te vinden dat hij die feiten nkt eer had kenbaar gemaakt. Hierop brak de burgemeester ook los en verklaarde, dat verdachte meermalen had ge weigerd opdrachten door hem gegeven, uit te voeren. Zelfs had de burgemeester moeten dreigen, zijn bezwaren in te brengen bij den commissaris der koningin. Het ontbrak hem meermalen aan dienstijver. Majoor v. d. Schans uit Medemblik, onder wiens brigade ook Spanbroek ressorteert, had eenmaal contra de verdachte een onderzoek gevoerd en alstoen een slechten indruk van hem gekregen. Het betrof hier een mishande ling gepleegd door zekeren Conijn naar aan leiding van het feit, dat G. bij hem door de ruiten had gegluurd. De bewoner boos geworden, was in nachtgewaad den veld wachter te lijf gegaan. De 24-jarige huishoudster, mej. Annie Bier steker, nicht van de ex-veldwachter, die des tijds bij haar nichtje sliep, had geen confi denties van haar ontvangen, toen oom Kamp, zooals hij toen vertrouwelijk werd genoemd, haar op den bewusten avond thuis bracht. Hij was wel wat los in den mond, maar ove rigens 'n nette man. Zij zelfs had nimmer iets onbehoorlijks van Kamp ondervonden. Ten slotte werd nog gehoord rijksveld wachter brig. tit. J. H. Noot uit Oudkarspel, die meermalen met Kamp bij verdachte G. een bezoek had gebracht. Het was hem be kend, dat Gr. wel een motor, doch geen rij bewijs had. Verdachte erkende zulks, zijn rij bewijs was verloopen. De dochter had zich tegen Noot uitgelaten omtrent Kamp. Hierop werd aan den officier het woord verleend tot het houden van zijn requisitoir, waarin hij deed uitkomen, dat bij het ingestelde onderzoek niets in het na deel van rijksveldwachter Kamp is gebleken, noch is aangetoond zijn plichtsverzuim of oneerbare handelingen ten opzichte van de dochter. Ook omtrent de betrouwbaarheid van den verdachte Gr. was de officier zeer twijfelachtig gestemd, evenals omtrent de waarheidsliefde en juistheid van het door hem gezonden rapport aan den minister. Nog meerdere punten werden door den officier naar voren gebracht, onder anderen de on juistheden in het zakboekje en het optreden van dezen veldwachter tegen den burge meester, dat terecht den burgemeester met verontwaardiging vervulde. Öok releveerde de officier de uitstapjes in de duinen én het welverdiende pak rammel hem toegediend door Conijn. VoortS het ontbreken van het rijbewijs bij 'n ambtenaar, die zelf is aange wezen om dergelijke overtredingen te con troleeren. De officier constateerde nog dat de ex-veldwachter hier op de zitting totaal in zijn chemise is komen te staan. Ook de aan tijgingen van de dochter beschouwde de of ficier als pure fantasie. Ten slotte requireerde spreker, gelet op het ernstige van het feit, tegen Pieter Gr 6 maanden gevangenisstraf en mej. J. M. M. G. 50 boete of 50 dagen. Mr. Langeveld kon niet inzien, dat zijn cliënt Pieter G. hier nu stond, moreel ont daan van alle kleedingstukken en wees op den geprikkelden toestand, die heerschte tusschen verdachte en den rijksveldwachter. Hij had den officieelen weg bewandeld en 'n request in gediend bij den minister, omdat hij vermeen de dat het algemeen belang niet was gediend door de handhaving van een dergelijken amb tenaar. Voorts besprak pleiter de kwestie van het rijbewijs, dat hij een futiliteit noem de, als mede de uitdrukking van het meisje, minst bewezen, misschien wel een eenvoudige beleediging. Een valsche aanklacht achtte pleiter aller- Ten slotte kon pi. niet tot de conclusie ko men, dat hier bewezen was 't geen was telaate gelegd. Betei zou het zijn geweest indien deze zaak niet was behandeld. Het corps der rijksveldwacht is er in 't minst niet mee ge diend. Pleiter verzocht ten slotte vrijspraak of een zeer clement vonnis in den vorm van een lichte geldboete. Verdachte wilde al di rect appèl aanteekenen nog vóór de uit spraak werd gedaan. Een dergelijke tech nische kennis van een veldwachter werd op de juiste waarde geschat. MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON BENADEELD. De 22-jarige paardenknecht uit Wijk aan Zee en Duin, Wiebe Kn., stond terecht we gens diefstal of verduistering van een zwat- keerder of 'ri wallemaker, 'n monsferding, waarvan niemand de strekking begreep, maar dat het eigendom was van het Maatschappe^ lijk Hulpbetoon. Hij had het voorwerp geruild met een til bury en f 7.50 toe bij den getuige K. Muis, veehouder te Heiloo. Jongeheer Wiebe wist er zich heden niet uit te draaien en werd tegen hem gevorderd ter zake verduistering 25 boete of 25 dagen. N.B. Later bleek dat men hier ie doen had met een soort hooihark. DE TOOVENAAR MET DE BALLETJES IN DE NOTEDOP. De 41-jarige koopman H. M. uit Amster dam verscheen in de middagzitting voor de rechters op grond van het feit dat hij op 18 October te Castricum ter gelegenheid der aldaar gehouden hoofddraverij het geëerde publiek gelegenheid had geschonken zich van listig uitgedacht hazardspel te bezondigen Dit spel was namelijk samengesteld uit no tendoppen en balletjes en de inzetters moes ten nu raden, onder welke notendop een bal letje lag. Twee personen, de boekhouder Herm. Streevers en de vrachtrijder Joh. de Groot waagden 'n kans en zetten te samen 10 in. Indien zij juist raadden, werd die inzet dubbel terug betaald; was het schot mis, dan streek de ondernemer het bedrag op. Natuurlijk werd leelijk mis geraden en de 10 gulden verhuisde in de zakken van den im- pressario, doch even later kwam de rijkspoli tie eens kijken en nam de brigadier Koelewijn de heele „bubs" in beslag. Thans werd de heer M. in de gelegenheid gesteld zijn geluks-machinerie te demon- streeren. We hadden het echter zoo druk met schrijven, dat we niet konden nagaan, of de rechtbank het geheim van den smid wist te achterhalen. Door den officier die het telaste gelegde bewezen achtte en ontkende dat dit hier een behendigheidsspel gold, werd gerequireerd tegen verdachte, die meermalen werd veroor deeld en drankzuchtig schijnt te zijn, na een harde schrobbeering aan de lichtzinnige dob belaars, 10 maanden gevangenisstraf. De verdediger, mr. Schol ten, die de zaken steeds punctueel onder de loupe neemt, twij felde sterk aan het geleverde juridische be wijs, wat hij uitvoerig trachtte aan te toonen. Het stond z.i. niet vast, dat hef spel geen be hendigheid vorderde. Pleiter concludeerde derhalve vrijspraak, beter nog ontslag van rechtsvervolging. DE BOERDERIJ TROK HEM NIET AAN. De laatste verdachte werd voorgesteld door den persoon van den 39-jarigen arbeider R. K., 'n grof gebouwd ingezetene van St. Maarten die op 5 December j.1. in gesloten zitting moest terechts.aan ter zake het be ruchte artikel 432 W. v. Str. Hij was echter niet aanwezig om zijn St. Nicolaascadeautje, bestaande uit 4 dagen hechtenis en opzen ding naar Ommesrhans voor den tijd van twee jaar, uit de Landen van den officier in ontvangst te nemen. Hij werd op 12 Dec. d.a.v. veroordeeld en was nu tegen dit bij verstek gewezen vonnis in verzet gekomen, thans in rechten bijgestaan door mr. Eecen uit Oudkarspel. Ook ditmaal had behande ling buiten tegenwoordigheid van publiek plaats. Door den officier werd gerequireerd bekrachtiging van hef gewezen vonnis. STROOPERSDRAMA. De Hooge Raad heeft verworpen het cas satieberoep van C. N., die in de duinen on der Wassenaar, aan 't stroopen zijnde, werd aangetroffen door een jachtopziener, op wien hij eenige schoten zou hebben gelost en deswege door het Hof te 's-Gravenhage is veroordeeld tot 8 jaar en 6 maanden. zijn hoofd buiten het raam. Alles is zooal3 hij berekend had: er is niemand buiten; de nacht is donker. Hij klimt langs het touw naar boven, en door het raam op de eerste verdieping. II. Thans verdere details. Ten eerste de vingerafdrukken. Iedereen is overtuigd, dat de moordenaar handschoenen droeg, omdat nergens in de studeerkamer waar hij dingen moet hebben aangeraakt, afdrukken gevonden werden. Al leen op het eene voorwerp! De spiralen, windingen en dat alles, net- geen deze afdrukken vormen, zijn precies de zelfde, die gevonden werden in de huid van den duim en eerste twee vinger van Archi- bald Deacon's rechterhand. Ergo, zegt de politie en het publiek, is Archibald Deacon de moordenaar. Maar ik beweer, dat deze vingerafdrukken langs een langen weg bewij zen (zelfs zonder de rest van zijn bewijs), dat Deacon de moordenaar niet kan zijn. Hier is een werkelijk vernuftig uitgevoerde moord. De moordenaar was wijs genoeg om handschoenen te dragen, maar trok een van deze uit, en drukte zorgvuldig zijn duim en vingers op de uiterst-gevoelige oppervlakte van het handvat van het wapen, voor hij dat wapen op een duidelijk zichtbare plaats voor den eersten den besten politieman achterliet. Overweeg verder de plaats van de afdruk ken. Zij staan op de handvat, in de richting van het staal! Het is niet te gelooven, dat de moordenaar het waj>en zou vastgehouden hebben, zooals een fat speelt met zijn wan delstok. Een mogelijke oplossing kwam tot mij door de herinnering aan een door mij gelezen de tective-verhaal („Het merk van den rooden duim," door R. A. Freeman), waarin de moordenaar, een wetenschappelijk man, door een vernuftig fotografische bewerking een stempel maakt van den duimafdruk van een anderen man. Deze gebruikte hij om den onschuldigen eigenaar van dien duim tot een beschuldigde te maken. Toen opeens vond ik de verklaring, die later waar bleek te zijn. Inplaats van over te gaan tot de enorme moeilijkheid om een stempel of merk te ma ken, waarom niet te voren op het begeerde voorwerp de vingerafdrukken van den uitge kozen zondebok te krijgen? Na overdenking accepteerde ik deze ge dachte. Ik ging door met het werk van op bouwen. Aldus: Daar Deacon niet van de misdaad afwist, moest de moordenaar hem, in zoo gewoon mogelijke omstandigheden er toe hebben gebracht om de houtvijl vast te houden, eenigen tijd voor den moord. Toen hij dit gedaan gekregen had, en De acon weg was, moet hij met gehandschoen- de handen het handvat hebben weggeborgen het handvat, dat hij losgemaakt had vóór Deacon het vasthield. Vervolgens moet dit handvat ingepakt zijn (laten wij zeggen in een doos met kurken wiggen), op zulk een manier, dat hij het in zijn zak kon dragen bij zijn afdalen langs den muur, zonder dat die mooie afdrukken beschadigd werden Het in elkaar zetten van het werktuig moet gebeurd zijn na den moord; en het geheele bewijsstuk, dat Deacon zou vonnissen, is zoo neergelegd geworden, dat de politie het vond In de studeerkamer, bij een later bezoek, vond ik de bevestiging van de juistheid van zijn berekeningen. Men zal zich herinneren, dat, toen de houtvijl te voorschijn kwam bij het gerechtelijk onderzoek, het bewezen werd tot voldoening van de rechtbank, dat dit in derdaad het wapen was, dat den dood van Hoode had veroorzaakt. Het bewijs was dui delijk door het staal, dat er ver van lieflijk uitzag. Maar er werd ook.door de politie na drukkelijk op gewezen, dat op de kleine ro- zenhouten tafel in de studeerkamer een schram op het politoer was, die er vroeger niet was, die blijkbaar door het staal van zulk een houtvijl was gemaakt. Inspecteur Boyd gaf als zijn meening, dat de moorde naar de houtvijl op die tafel had gelegd na dat hij Hoode had gedood, en terwijl hij be zig was om het tooneel van een gevecht in elkaar te zetten. Ik ben het met den inspecteur eens maar slechts gedeeltelijk. Hij dwaalde, toen hij aannam, dat de schram veroorzaakt was doordat de moordenaar de geheele houtvijl op tafel had gelegd. Die kras heeft precies de lengte van het staal van de vijl, en in het midden van de tafel. Is het duidelijk? Die kras kon niet ge maakt zijn door het heele werktuig. Het handvat is twee en een half tot drie inches in omtrek, en als het aan het staal had vast gezeten, zou het, wegens zijn veel grootere dikte, niet meer dan ongeveer een inch van de punt van het staal hebben laten rusten op de tafel, en daarop een kras gemaakt i TxooUtciaal Hieuws PROVINCIALE STATEN. Salarisregeling Prov. personeel in Noordholland. In de gister gehouden vergadering van de Prov. Staten van Noordholland kwamen aan de orde de voordrachten tot wijziging van het ambtenarenreglement 1920 en tot wijzi ging van het salarisreglement 1920. De heer Gerhard (s d lid van Ged. Sta ten, deelde mede, dat Ged. Staten besloten hebben de bestreden punten van de beide voordrachten tot salarisregeling in te trek ken. Zij doen dat o.a. omdat de bezuiniging, uit deze voordracht voortvloeiende, toch eerst in 1935 invloed zal'hebben, en omdat een al- geheele herziening van het salarisreglement volgen moet, die Ged. Staten voorbereiden, met de bedoeling dat deze wijziging nog vóór 1935 zal werken. Ged. Staten hebben een zeer belangrijke toezegging gedaan, zei de heer Slingenberg (v.d.)maar hij achtte het niet juist dat Gea. Staten handhaven hun voorstel ten aanzien van de typisten en de dienstboden. Hij acht het niet juist op een onderdeel van de te ont werpen regeling vooruit te loopen en ver zoekt daarom alle voorstellen, betrekking hebbende op de salarisregeling, aan te hou den. De heer Lambooy (r.k.) achtte het niet juist dat de ontwerpsherziening van het reglement in behandeling zal komen in de najaarszit ting bij de begrooting. Dan is het te laat voor de gemeentebesturen om er bij hun be grootingen rekening mede te houden Hij zou de herziening in den zomer willen zien inge diend. Spr. sloot zich bij den heer Slingen berg aan. Öok de heer Polak (s.d.) was van meening, dat er geen aanleiding is om enkele onderdee- len van de voordrachten toch te behandelen nu Ged. Staten het voornaamste hebben te ruggenomen. Waarom, vroeg de heer Guépin (v.b.), handhaven Ged. Staten, nu zij het principiee- le gedeelte in de wijziging van het salaris reglement hebben teruggenomen, enkele an dere punten? Spr. stelde voor ook het overige van de voordracht terug te nemen nu toch een algeheele herziening is voorbereid. De heer De Vries (r.k.) verzocht die nieuwe herziening ook in het georganiseerd overleg te brengen. De heer De Jong Schouwenburg (c.h.) sloot zich bij het betoog van den heer Guépin aan. Na een toelichting van den heer Gerhard verklaarde de voorzitter, dat Ged. Staten dc voordracht tot wijziging van het salarisregle ment 1920 terugnemen, maar die tot wijzi ging van het ambtenarenreglement handha ven. Deze laatste wijziging werd hierna goed gekeurd. Aangenomen werd het voorstel tot het in voeren van een buitengewone korting op het salaris van de tiidelüke ambtenaren voor wie geen pensioenfonds is vastgeste'd. Het koloniehuis te Castricum. Na eenige discussie werd aangenomen de voordracht tot het verleenen van financieele medewerking voor de overneming van het koloniehuis te Castricum van de stichting Amsterdamsche Kolonieverpleging voor kin deren door de stichting Katholieke Kinder uitzending in het Bisdom Haarlem. Subsidies. Ingetrokken werden de subsidies aan de vereeniging van handeldrijvenden te Medemblik. Afgewezen werden de subsidie-aan vragen van het bestuur der vereeniging tot bevordering van het landbouwonder wijs voor Purmercnd en omstreken en van de afd. Broek op Langendijk van den Chr. Boeren- en Tuindersbond in Nederland. Goedgekeurd werd de voordracht van Ged. Staten om aan de Vereeniging „Volksuniversiteit voor Haarlem en Omstreken" te Haarlem met ingang van 1934 tot wederopzeggens toe een bijdrage te verleenen van ten hoogste 500, on der voorwaarde dat de gemeente Haar lem jaarlijks tenminste 1000 bijdraagt. Aan de vereeniging Het Noorlhol* landsch Groot Yorkshire Varkens.?tam- boek werd een jaarlijksche subsidie van 1800 verleend. Aan de afd. Terschelling van de Hol- landsche Mij. van Landbouw werd 800 subsidie verleend ten behoeve van de stierenhouderij op het eiland. Aan de Vereeniging Proef- en School tuin Kennemerland te Alkmaar werd 450 subsidie verleend. hebben. Had de geheele vijl op den rand var de tafel gelegen, met het handvat over den rand heen, dan zou de volle lengte van de kras mogelijk geweest zijn. Maar de kras is, zooals ik beschreven heb, midden op de ta fel en kon dus alleen veroorzaakt zijn door het staal zonder het handvat. Dit was de rechtvaarding van mijn the orie. Verder bewijs kwam later. Met offi- cieele toestemming onderzocht ik de vijl. 't Was, zooals ik gevonden had. Ik hield haar in mijn hand. Ik schudde haar en het staal vloog er af. Twee kleine stukjes hout vielen op den grond. Ik peuterde een lin nenreepje uit de tong van het staal. Blijk baar was de bedoeling van de kleine stuk jes hout geweest om den tong van het staal vast te doen zitten in de wat te ruime holte van het handvat. En het feit, dat de holte wat grooter gemaakt was, gevoegd bij de ongelijkheid van de stukjes hout, is zeker be wijs genoeg, dat de slagen, die Hoode dood den, werden togebracht met het staal alleen Er is echter nog meer: het reepje linnen, is, zou ik zeggen, van een zakdoek, die gebruikt was, neem ik aan, om de' dunne staaf steviger te kunnen vastpakken bij het slaan. De handschoenen, dien de moorde naar ongetwijfeld aan had, was waarschijn lijk onvoldoende gebleken om te voorkomen, dat zij hem ontglipte. Dus wikkelde hij een zakdoek om zijn gehandschoende hand. De oneffenheid in het staal was de oorzaak, dat er een stukje linnen bleef haken. Dit merkte hij niet op, toen hij, na den moord, haastig het staal in het handvat vast stampe. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 5