DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Nu v. d. Lubbe is heengegaan....
HevigeaardbevinginBritsch-Indië
)xtqjdiiksch Oveczicht
^Buitenland
ASSAUTAX
Een ramp van ongekenden omvang.
Ho. 13
Directeur: C. KRAK.
Eenige juridische en psychiatrische gezichts
punten uit het opzienbarende Duitsche proces.
De strijd om het recht.
Dinsdag 16 Januari 1934
136e Jaargang
Wat vandaag de
aandacht trekt
TELEFOON 257
4 en 6 persoons wagens.
Vele doodan en gewonden.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon-
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar'f 2—,
franco door het geheele Rijk 2.50
Losse nummers 5 cents.
Dit nummer bestaat uit twee bladen
Wanneer men zich verstout over den tegen-
tvoordigen rechtstoestand in Duitschland in
het algemeen, en over de voltrekking van het
doodvonnis op Van der Lubbe in het bijzon
der te gaan schrijven als jurist, dan moet
men m.i. beginnen met de betrekkelijke on
macht van het Recht met een hoofdletter te
genover oorlog en revolutie te constateeren,
aldus schrijft mr. B. P. Gomperts in het
„Hbld."
Nooit zal ik vergeten, dat wij in ons stam
café bij het begin van den wereldoorlog ons
verdiepten in de vraag, of Duitschland dan
wel de entente rechtsgronden voor het gelijk
kon aanvoeren, over het voor' en tegen van
duikbootoorlog, blokkade, oorlogsrecht etc
etc. Een geestig Oostenrijksch journalist aan
onze tafel zei toen: „Schiller hat gesagt, die
Weltgeschichte ist ein Weltgericht, Sie aber,
meine Herren, meinenWeltgeschichte ist
B e z i r k s gericht
Wat is het standpunt van den eenling met
zijn Recht in den maalstroom eener revolutie,
gelijk die in Duitschland plaats vindt? Hij
wordt eenvoudig weggevaagd.
Wie midden in een dergelijke revolutie
staat, of wie voorloopig nog zich ter zijde
bevindt, wat ziet hij anders dan de barens
weeën van een nieuw recht, dat hij eenvoudig
te aanvaarden heeft als hetde m a c h t
krijgt om tot ontwikkeling en erkenning te ko
men.
„Köpfe werden rollen", heeft zeker iemand
gezegd.
De kop van van der LubbeHet komt
er bij een revolutie waarlijk op één meer of
minder niet aan.
Nu voelen wij het nog als een zekeren
smaad, de „beschaving" wat is dat eigen
lijk? aangedaan, dat voor de moordenaars
van een Rathenau een monument wordt opge
richt, en dat een zielige, maar gevaarlijke
Hollandsche jongen geguillotineerd en
niet gehangen is.
Later zal de geschiedenis oordeelen.
Laten wij in afwachting daarvan ons zoo
veel mogelijk trachten in te denken in de
thans in Duitschland overheerschende men
taliteit.
Doe ik dat, dan moet ik als jurist verkla
ren, dat ik de opwinding over de terugwer
kende kracht der „lex-v. d. Lubbe" niet zeer
verklaarbaar acht. Ja, zelfs het feit der gele
genheidswetgeving, het decreet, dat klaarblij
kelijk alleen gemaakt is om de eventueele
stichters van den brand in den Rijksdag ter
dood te kunnen veroordeelen wel te onder
scheiden van de strafbepaling op zich zelf,
waarover later vind ik zoo erg niet.
Men houde zich voor oogen: het is daar
in Duitschland een revolutionnaire toestand.
Hoevele rechtswaarborgen gaan niet te loor
in ons land, als de staat van oorlog en beleg
wordt afgekondigd. Een z.g. „staatsnood-
recht" breekt zich dan baan.
In een revolutionnairen tijd laat een brand
stichter zich niet van zijn voorgenomen daad
afhouden door de gedachte: „laat ik het niet
doen, want ik zou misschien ter dood veroor
deeld kunnen worden", of„laat ik dien rijks
dag maar in brand steken, in het ergste ge
val krijg ik levenslang".
Verschillende juristen van naam in Neder
land wenschten reeds in veel rustiger tijden
terug te komen van bepalingen, die geba
seerd waren op den ouden humanistischen
rechtregel: „geen straf zonder aan het mis
drijf voorafgaande wettelijke strafbepaling"
Meer vrijheid voor den rechter, ook voor den
strafrechter, opdat de maatschappij afdoen-
der wordt beschermd tegen haar belagers,
het is een leuze, die men in juristen-kringen
in Nederland al meer en meer tegenkomt.
Het is weer het zooveelste symptoom van
den slinger van den tijd. Via Beccaria, Vol-
taire, Fransche revolutie heeft zich het begin
sel van de bescherming van den burger tegen
den staat naar boven geworsteld. Langza
merhand krijgt die vrijheid meer en meer deu
ken.
En als men nu in een revolutionnairen tijd
in Duitschland onder het motto van „strijd
tegen de marxisten" nog niet eens een feit
met terugwerkende kracht strafbaar stelt,
maar „slechts" op een overigens reeds straf
baar feit, de doodstraf toepasselijk maakt
met terugwerkende kracht nu, het moge
dan in botsing komen met veler juridisch ge-
weten, de revolutie heeft eenvoudig maling
daaraan! Totdat straks weer andere tijden
komen, die aan humanistische ideeën betere
levenskans geven
Er gebeurt in sommige landen zooveel ver
schrikkelijks, dat wij langzamerhand met
onze verontwaardiging ietwat zuinig dienen
te leeren omgaan.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
B'ieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v'h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Hoofdredacteur: Tj. N- ADEMA.
Wederinvoering der doodstraf in vele ern
stige gevallen van misdrijven tegen de nieu
we orde gedurende een revolutie moet men
weer bekijken uit den plaatselijken gezichts
hoek. De executie van de doodstraf met den
handbijl of met het koord is natuurlijk weer
een sadisme, waarvoor de revolutie niet den
minsten rechtvaardigingsgrond oplevert.
Het stellen van doodstraf op brandstich
ting in een gebouw als de Rijksdag zoowel
de uitvaardiging van de wet, die deze straf
oplegging mogelijk maakt, als de uitspraak
van den rechter, die deze straf wegens brand
stichting oplegt is een buiten alle verhou
dingen zware reactie. Ik neem aan een rus-
tigen nationaal-socialist daarvan te overtui-
gen.
Slechts de aantasting van de heiligste
rechtsbelangen eener maatschappij wettigt
indien ooit de allerzwaarste, volkomen
onherstelbare straf. Iedere maatschappij moet
beoordeeld worden naar tijd en plaats. In
1933 in Duitschland, na het aan het bewind
komen van Hitler c.s., was de Rijksdag als
symbool der volksvertegenwoordiging niet
langer een rechtsbelang van de eerste orde.
Wat beteekende de Rijksdag voor Duitsch-
lands nieuwe machthebbers? Niets anders
dan een welkome gelegenheid, om de „mar
xisten", die men van de brandstichting ver
dacht ik stel mij ook hier op het stand
punt der nationaal-socialistische revolutie
en die tegelijkertijd de gevaarlijkste politieke
tegenstanders van het nieuwe régime geacht
werden te zijn, zoo zwaar mogelijk te treffen.
In dit licht moet men ook de lex-v. d. Lubbe
zien. Maar daarmede is zij dan ook veroor
deeld.
In revolutietijd mag men scherpere straf
fen uitvaardigen tegen contra-revolutionnaire
daden, of wat daarvoor kan doorgaan, maar
niet tegen een voor de revolutie onverschillig
misdrijf, alleen omdat misschien communis
ten het gepleegd zouden kunnen hebben.
Nog erger is het geste'd met het doodvon
nis zelf. Leipzig pretendeerde het recht hoog
te willen houden. Het nam daarvan den
schijn aan, en de vrijspraak van Torgler en
de Bulgaren heeft ten slotte bewezen, dat het
Hof den moed had een zelfstandig oordeel te
vellen. Maar juist om dien schijn, en juist om
die gedeelten van het arrest, die op zelfstan
dige en moedige rechtspraak wijzen, mag
men die beslissing beoordeelen naar hooge,
neen naar doodgewone maatstaven van recht
vaardigheid.
Vragen wij dus eerst naar den ernst van
het feit Van der Lubbe heeft de hand gehad
in eenige kleine brandstichtingen en voor een
zeker deel ook in het aanstichten van den
Rijksdagbrand#
Wij gaan van de veronderstelling uit, dat
het aandeel van Van der Lubbe, voorzooveel
het Hof dit vastgesteld heeft, werkelijk is be
wezen.
Niemand, die het ernstige karakter dezer
misdrijven zal willen verkleinen. Maar hoe
onbeholpen heeft de dader gehandeld, hoe
klein is de schade, die hij bij de andere brand
jes heeft aangericht, en hoe klein het aan
deel, dat hij ten slotte, ook volgens het Hof
zelf, in het aansteken van den brand in den
Rijksdag heeft gehad (en slechts heeft kun
nen hebben!). Menschenlevens zijn er niet
door te loor gegaan, gewichtige stukken niet
verdwenen, geen enkel onherstelbaar nadeel
is aangericht, communistische propaganda is
er niet door gemaakt, waartoe de daad ove
rigens een volkomen ongeschikt middel was.
Om verzekeringspenningen is het den brand
stichter zeker niet te doen geweest.
Onbewezen is gebleven, dat het Van der
Lubbe te doen is geweest om de bewuste voor
bereiding van een aanslag tegen den staat in
samenwerking met communistische elemen
ten. Immers: waar zijn zijn mededaders?
Maar waartoe dan de doodstraf?
Na den ernst van het misdrijf beschouwen
wij den persoon van den dader. Zijn beken
tenis dat hij alléén den brand gesticht heeft,
aanvaardt het arrest niet. Het is waar, hij is
op heeterdaad betrapt, met brandfakkel en
paspoort bij zich. Op een' enkele bekentenis
mocht het Hof niet veroordeelen. Minutieus
heeft men- die bekentenis onderzocht. Maar
beschouwd uit een oogpunt van den persoon
des daders, heeft men het belangrijkste e'e-
ment dier bekentenis laten vallen, n.1. dat hij
het alléén heeft gedaan.
Hij heeft medeplichtingen gehad, die het
voornaamste werk gedaan hebben. Heeft hij
ze niet gekend, dan is hij onbewust hun werk i
tuig geweest. Waarom dan de doodstraf?
Heeft hij ze wè! eekend, dan heeft hii ze wil
len sparen, of hij heeft in grootheidswa.v
zich een rol toebedeeld, die hem niet toe
kwam. In het ééne ^eval had men v. d. Lubt
niet mogen dooden èn ^mdat zijn aandeel ir
het geheel daarvoor niet groot genoeg was, 1
èn omdat men hem dan juist had moeten
laten leven om wellicht later tot inkeer ge
komen, alsnog te getuigen.
In het andere geval, mocht hij in groot
heidswaan gehandeld hebben, dan heeft men
óf een gek óf een psychopaath gedood.
Deze laatste mogelijkheid nu komt mij
het meest tragisch voor in deze geheele
zaak.
Van der Lubbe is toerekeningsvatbaar
verklaard. Ik wil gaarne aannemen, dat het
voor het Duitsche gevoel van eigenwaarde
onduldbaar moet zijn, als een buitenlandei
.het zou wagen aan deze uitkomst van des
kundig onderzoek te twijfelen.
Toerekeningsvatbaarheid is echter een 'be
grip waarvan de psychiaters heel weinig
moeten hebben. Het komt herhaaldelijk voor,
óók in Nederland, dat de rechter een dader
strafbaar acht, waar de psychiater meent,
dat de daad een uitvloeisel is van een gees
tesziekte of geestelijke abnormaliteit. Heel
verstandige psychiaters zeggen tegenwoor
dig: „mijne heeren rechters1, of de man toe
rekenbaar is, moet gij zelf maar uitmaken,
dat is blijkbaar een juridisch begrip; het
eenige, dat wij u kunnen zeggen, is dat een
dergelijk individu een straf moet hebben,
maar als patiënt behandeld moet worden".
Daarom wil ik de vraag zóó stellen: daar
gelaten, of v. d. Lubbe terecht toerekenings
vatbaar is verklaard, is dan niet in ieder
geval uit zijn gedrag gedurende en na de
terechtzitting, tot vlak voor zijn executie, ge
bleken dat er minstens genomen twijfel mo
gelijk was over den geestelijken toestand,
waarin hij zich toen bevond?
En zóó'n wrak zou men, op grond van
dien twijfel, niet moeten gratiëeren? Alleen
maar voorloopig voor de doodstraf te spa
ren, om hem ter observatie in een krankzin
nigengesticht op te nemen? Dat is inder
daad het minste, dat men zelfs van een re
volutionnaire regeering tegenover zoo'n jon
gen had mogen verwachten.
Men zal mij tegenwerpen, dat het psycho
logisch volkomen onjuist gezien is, van deze
regeering in dit geval gratie of opschorting
te verwachten. „Köpfe werden rollen!"...
De tegenwerping is waarschijnlijk juist,
de voornaamste grief moet hier gericht wor
den tegen 't Hof, dat in onpartijdigheid de
onmogelijkheid der gratiëering of opschor
ting had kunnen voorzien, en juist ook
daarom niet de doodstraf had mogen uit
spreken.
Niemand heeft immers van Van der Lubbe
gezegd, dat hij simuleerde. Er staat ten
minste niets van in het arrest, voorzoover dat
bekend is. In de psychiatrie is nog de onbe
wuste simulatie (in z.g. Dammerzustand) be
kend, maar dat is reeds een zeer ernstige
geestelijke afwijking.
Ik heb het beroemde „Lehrbuch der Psy
chiatrie" van Bleuler er eens op nageslagen
en bevonden, dat eenige zeer merkwaardige
symptomen, die men bij v. d. Lubbe heeft op
gemerkt, voorkomen bij een zeker soort krank
zinnigen, Schizophrenen genaamd, die met
z.g. katatone verschijnselen behept zijn.
Een schizophreen de van het Grieksch
afkomstige term wijst er op heeft een ge
spleten geest, hij lijdt niet aan een absoluten
waanzin, maar alleen aan een waan ten op
zichte van bepaalde tijden, omstandigheden
en complexen. Daarbuiten is hij normaal.
Een van de symptomen nu, die bij deze
soort van krankzinnigen veel voorkomen, is
de katatonie, de verstarring. Sommige kata-
tonen blijven maandenlang in dezelfde stereo
type houding Dit kan gepaard gaan met wei
nig spreken, het zich afsluiten van de buiten
wereld, en met een absoluut negativisme,, het
nergens op reageeren. Bleuler zegt, dat de
katatonie dikwijls ontstaat doordat de gees
tesziekte uit een ondraaglijke situatie vlucht
in een zoogenaamden „Dammerzustand".
Juist bij gevangenen in voorarrest vindt men
deze verschijnselen.
Een ander hoofdsymptoom is de verstoring
van hgt normale verband der gedachten. De
lijder gaat in symbolen leven, zóó dat hij ze'fs
het symbool voor de werkelijkheid houdt.
Ook het gevoelsleven is gestoord. De lijders
toonen geen enkele aandoening, geen enkel
gevoel. Ze zijn onverschillig voor alles en tot
het uiterste zelfs voor hun meest vitale be
langen.
Hun opmerkzaamheid, aan den actieven
kant, is uiterst (anders dan in passieven zin)
Zij hebben vaak z.g. waanideeën, b.v.
grootheidswaanzin, en zucht naar zelfbe
schuldiging.
Zien wij hier niet zeer veel van het beeld
terug, dat wij ons, van Van der Lubbe hebben
kunnen teekenen? Hij gold steeds als een
vreemde jongen. Hij was al eens in een psy
chopaten inrichting verpleegd. Mocht men
hem toen en later niet als schizophreen her
kend ebben Bleuler leert, dat dit ziekte
beeld vaak eerst zeer langzaam aan duidelijk
wordt. Heeft hij geen voorstellingen gehad,
die zeer sterk aan grootheidswaan herinne
ren kan hij niet in onjuiste waardeering van
op zich zelf reeds zeer verwarde z.g. radicaal-
communistische begrippen, gemeend hebben
met het aansteken van den Rijksdag in wer-
klei'kheid den wereldbrand te doen oplaaien
'symbool genomen in plaats van de werke
lijkheid) en aldus het communisme te doen
zegevieren? Voeg daarbij nu de eigenaardige
aan de kata'one ve rstorringsverschijnselen
herinnerende houding van Van der Lubbe
tijdens het proces, dan zou ik. als jurist, en
zonder ook maar eenigszins mij te willen
uitgeven voor iemand, die over psychiatrie
mag meespreken, toch zoo in twijfel komen,
dat ik zou pleiten voor een langdurig en
nauwkeurig onderzoek in een krankzinnigen
gesticht. Bkulér leert juist, dat een lang
durige observatie in zulk ^en gesticht eerst
voldoende uitsluitsel kan geven, en bij mijn
weten is nooit bekend gemaakt, dat zulk een
onderzoek ten aanzien van Van der Lubbe
heeft plaats gehad.
Het zal den oplettenden lezer niet ontgaan
zijn, dat ik mij van bruiuboek-redeneeringen
en van politieke beschouwingen in den ge
wonen zin des woords onthouden heb.
Ook al plaats ik de terechtstelling van Van
der Lubbe in het kader van milieu en tijd, zij
blijft zelfs b i n n e n dat raam een vreeseiijke
want onherstelbare fout.
DE SAARKWESTIE.
De Berlijnsche bladen wijzen eensgezind
de uitnoodiging van den Volkenbondsraad
om deel te nemen aan de besprekingen in de
Saarkwestie in Genève af. Eensluidend geven
de bladen uiting aan de opvatting, dat de
rijksregeering de Geneefsche uitnoodiging
weigerend zal beantwoorden. De Voelkische
Beobachter wil geen precedent scheppen voor
de bewering, dat Duitschland zijn stap van
14 October betreur, en zeg, er van overtuigd
te zijn dat een stemming in het Saargebied
voor 100 %_ten gunste van Duitschland zou
uitvallen. Mocht de rijksregeering echter
toch nog besluiten tot deelneming aan deze
besprekingen, dan zou dat geenszins betee-
kenen, dat Duitschland zijn medewerking in
Genève hervat.
De Engelsche hooge commis
saris voor het Saargebied.
De Londen weigert men te antwoorden óp
de aanvallen, waarvan men uit Duitschland
bloot staat, omdat men er geen rekening
mede kan houden, dat de hooge commissaris
voor het Saargebied van Engelsche nationa
liteit is, aangezien hij optreedt als function-
naris van den Volkenbond. Ten aanzien van
het plebisciet kan men de Engelsche houding
als volgt definieeren:
lo. Te dezer zake moeten de regelen, welke
Nu v. d. Lubbe is heengegaan
(Dag. Overzicht).
Hevige aardbeving in Britsch-
Indië. (Buitenland).
Opnieuw een financiëel schandaal
in Frankrijk. (Buitenland).
Revaluatie van den dollar. (Bui
tenland).
Vliegramp in Frankrijk. (Lucht
vaart).
Bij een vechtpartij te Arnhem zijn
een politie-agent en een der vechten
den gewond. (Binnenland).
Doodelijk arbeidsongeval te IJmui-
den (Binnenland).
Een stichting tot verruiming van
werkgelegenheid voor academisch
gevormden. (Binnenland).
Koperen ambtsjubilé van burge
meester Slot van Broek op Langen-
dijk. (Stad en omgeving).
Veerdienst EnkhuizenStavoren
vandaag heropend (Binnenland).
(Zie voor nadere bijzonderheden
eventueele laatste berichten).
N
DAG EN NACHT GEOPEND.
door den Volkenbond zijn vastgesteld, abso
luut worden in acht genomen; 2o. De com
missie, welke waarschijnlijk door Genève
wordt benoemd om van advies te dienen de
noodige voorzorgen zal moeten nemen om
pressie op de kiezers te vermijden en er voor
te waken, dat Duitsche functionnarissen van
den Volkenbond in het Saargebied worden
gemolesteerd indien het gebied weer bij
Duitschland wordt gevoegd.
In geheel Britsch-Indië is gisteren een
sterke aardbevig waargenomen. Nadat
het zich in den beginne had laten aan
zien, alsof geen slachtoffers te betreuren
waren, werd later gemeld, dat te Ja-
malpoer (Oostelijk deel van Indië) het
station ten gevolge van de aardbeving
was ingestort.
De aardbeving heeft haar haard in de
provincie Bihar, ten N.W. van Calcutta.
Te Patna aa.n de Ganges zijn vele per
sonen gedood, terwijl in de stad Caya
(provincie Bihar) negen personen om
het leven zijn gekomen Een groot aan
tal gebouwen is verwoest.
Nadere bijzonderheden.
Voortdurend komen nieuwe ernstige
berichten binnen over de groote aard
beving, welke gistermiddag groote ge
bieden in Indië heeft geteisterd. De ge
weldige aardschok heeft ongeveer drie
minuten geduurd Inboorlingen beweren
nog nimmer zoo'n langdurige beving te
hebben meegemaakt. Het aantal dooden
is nog niet te overzien, aangezien de be
richten uit de afgelegen streken slechts
langzaam binnen komen. De aangerich
te schade is evenwel aanzienlijk.
Te Calcutta zelf is een groote paniek
uitgebroken, toen de eerste schok werd
waargenomen. De arbeiders en bedien
den snelden uit hun werkplaatsen en
kantoren de straat op om zich in veilig
heid te brengen. Bij het wilde gedrang
zijn honderden personen gewond. De
menschen verzamelden zich in de par
ken en op de pleinen.
Sterke politieafdeelingen moesten de
orde handhaven. De telefoon- en tele
graaflijnen zijn gedeeltelijk gestoord.
Tal van bouwwerken, o m. de torens der
katholieke kerk en het gerechtsgebouw
werden beschadigd.
De zitting in de zaak tegen oen terro
rist Majoemdar moest worden ge
schorst. Pas toen de beving voorbij was,
werd de zitting hervat, waarna het
doodvonnis werd bekrachtigd.
Ook het gebouw der Imperial Bank en
het hoofdkantoor zijn ernstig bescha
digd.
Tot de dooden behooren de vrouw en
kinderen van den Engelschen directeur
der spoorwegwerkplaatsen en 'e vroinv
van den plaatselijken officier van ge
zondheid.
Te Tra vancour in het Zuiden zijn twee
vrouwen door vallend gesteente gedood.
Ook te Denares, Lucknow en in ver
schillende steden in de vereenigde pro
vincies zijn huizen ingestort.
Te Bombay zijn slechts lichte trillin
gen waargenomen.
Duizenden huizen verwoest.
Tengevolge van de hevige aardbeving
zijn te Cawanpoer 300 huizen ingestort,
terwijl 7000 andere huizen ernstig wer
den beschadigd.
Te Calcutta zijn verscheidene gevan
genen uit de gevangenis ontsnapt tijdens
de paniek, welke door de beving werd
verwekt. Zij sprongen over de tralie
hekken, doch slechts een is er in ge
slaagd in vrijheid te blijven.
Tot dusverre 25 dooden.
Volgens te Bombay ontvangen berich
ten omtrent de groote aardbeving zou
den 25 personen zijn gedood en meer dan
200 gewond. Men vreest echter, dat in
feite het aantal slachtoffers veel grooter
zal zijn. Vooral de steden Benares*
Lucknew, Fatehpoer, Jamalpoer en Fat-
na zijn door de aardbeving geteisterd
In Fatna zijn 90 personen naar het zie
kenhuis overgebracht. Talrijke dooden
liggen nog onder de puinen.
Wat de Bilt registreerde.
Gistervoormiddag om 8 uur 54 min.
tijd van Greenwich, werd aan het Me
teorologisch Instituut te De Bilt een bui
tengewoon sterke aardbeving geregis
treerd op een afstand van 7000 K M.
Wegens de heerschende, sterke micro-
seismische bodembewegingen, tengevol
ge van sterke beweging der zeeën en
Oceanen kan de plaatst eerst na ont
vangst van de gegevens van andere
aardbevingsstations worden vastgesteld.
De sterkte van de aardbeving.
De aardbeving behoort tot de sterkste,
die de laatste jaren zijn geregistreerd.
De uitslagen te de Bilt waren ongeveer
even groot als bij de aardbevingen van
10 Augustus 1931 in het Altaï gebergte
en van 25 December 1932 in Kansoe
(China). Zij waren grooter, Jan bij de
aardbeving van 3 Juni 1932 in den
Grooten Oceaan nabij Mexico, doch klei
ner, dan bij die van 2 Maart 1933 in den
Grooten Oceaan nabij Noord Japan.
De doodenlijst stijgt.
Het aantal slachtoffers van de aard-