fllkmaarsche Courant
De scheepsramp bij Texel.
IBuitenland
Spoel
VENUS FELLE STAR.
Honderd Zes en Dertigste Jaargang.
VRIJDAG 19 JANUARI.
WEER DRIE DOODVONNISSEN.
In Duitschland.
Drie ipersonen, die beschuldigd zijn van
moord op een Hitler-jongen zijn ter dood
veroordeeld een hunner bovendien tot 15
jaren tuchthuisstraf, de beide anderen bo
vendien tot acht jaren tuchthuisstraf. Drie
beschuldigden werden vrijgesproken, twee
werden veroordeeld tot gevangenisstraffen
van 3 resp. 2 jaren, terwijl de overige 20 be
schuldigden werden veroordeeld tot tucht
huisstraffen van 4 tot 12 jaren. De jongen
was op 26 Februari verleden jaar bij een
vechtpartij gedood.
DE KERKSTRIJD IN
DUITSCHLAND.
DRIE KNAPEN ONDER AARDMASSA
BEDOLVEN.
HET BALKANPACT.
- ORAAF ALBERTI NAAR HET
CONCENTRATIEKAMP.
HET FASCISTISCHE ITALIË.
DE NELSON HEEFT PECH.
AMERIKA EN MANDSJOEKWO.
DE TOESTAND OP CUBA.
M. .iieta enthousiast ontvangen.
Spoorwegarbeiders in staking.
Stad en Omgeving.
De bemanning van de reddingbooten
waagde haar leven, om menschen te
redden, maar deze wilden niet gered
worden.
VERSLAGENHEID OP TEXEL.
Groote verslagenheid op de
Cocksdorp.
Het raadsel.
De ontknooping.
Uit het logboek.
RIEDL WINT DEN TWENTE-
BEKER.
Akerboom tweede.
WEDSTRIJD HARMONIE.
ZIJ VROUW KLEEDDE HEM AAN.
Hulpbehoevend door schouder-
rheumatiek.
Nu weer geheel in orde.
No. 16
1934
Rijksbisschop Mueller heeft gisteren een
bespreking gehad met Hitier over den kerk
strijd, doch omtrent het besprokene wordt
geen enkele officieele mededeeling gedaan.
Er verluidt echter, dat Mueller machtiging
zou hebben gevraagd den Notbund te ontbin
den, doch dat Hitier weinig geestdrift heeft
getoond in kerkzaken te intervenieeren en
derhalve den rijksbisschop heeft medegedeeld,
dat hij de zaak zou overwegen en hem later
zijn antwoord mededeelen.
On de Gustav-Adolf-Schlucht nabij Wol-
gast in Duitschland zijn drie knapen in een
zelfgebouwd hol gedolven en omgekomen.
Drie andere knapen slaagden er in zich uit
het ingestorte hol te bevrijden en hulp te ha
len, die echter te laat kwam.
Tegenover een journalist verklaarde Maxi-
mos te Parijs naar aanleiding van een even
tueel toetreden van Bulgarije tot het Balkan-
{»act, dat dit toetreden door de vier andere
anden met groote genoegdoening zou wor
den ontvangen. Wanneer Bulgarije zich ech
ter nog hiertegen mocht blijven verzetten,
zou het pact desniettemin worden geteekend
en de mogelijkheid tot latere toetreding van
Bulgarije zou blijven bestaan. De onderhan
delingen voor het pact zijn thans gekomen in
het beslissende stadium, doch een datum van
onderteekening staat nog niet vast.
Verder bevestigde aximos, dat hij een uit
stekende indruk had gekregen bij zijn bespre
kingen met de Fransche, Engelsdie en Ita-
liaansche staatslieden. Allen hebben de vre-
desactie van de Balkanstaten geholpen en er
zich rekenschap van gegeven, dat deze vre-
desdaad navolging waard is.
Maximos zal binnenkort uit Parijs vertrek
ken naar Geneve, waar hij besprekingen zaï
hebben met Benesj en Titoelescoe. Vervol
gens zal hij naar Athene terugkeeren.
De bondsleider der Oostenrijksche Heim-
wehren, vorst Starhemberg, heeft den vroe-
geren landsleider voor Neder-Oostenrijk,
graaf Alberti, alsmede zijn plaatsvervanger
en andere leiders uit den Nederoostenrijk-
sohen Heimatschutz uitgesloten en hun het
recht ontzegd, uniformen van den Heimat
schutz te dragen, met de motiveering, dat
Alberti onware geruchten over de laatste
onderhandelingen heeft verspreid en tegen
den wil van den bondsleider heeft gehandeld.
Graaf Alberti zal thans naar het concen
tratiekamp Woellersdorf worden overge
bracht.
De web op de corporaties.
Gistermiddag heeft de plechtige laatste
zitting van de 28ste legislatieve periode van
xle Italiaansche Kamer van Afgevaardigden
plaats gehad, welke hiermede haar werk-
zaamhedeif over een tijdvak van vijf jaren
afsluit. Tegen vier uur arriveerde Mussolini,
vergezeld van den secretaris der partij. De
tribunes waren geheel bezet, evenals de lo
ges^ voor de diplomaten. Mussolini werd bij
zijn binnenkomen luide toegejuicht.
De vroegere minister van Justitie Rocco,
zette als rapporteur voor de wet op de cor
poraties de economische principes van het
fascisme uiteen.
Vervolgens wendde Mussolini zich tot de
afgevaardigden met de woorden: In het bi
zonder wenschte ikJJ op plechtige wijze te
zeggen, dat Gij in deze vijf jaren der fascis
tische revolutie de zaak op de best mogelijke
wijze hebt gediend, de zaak waarvoor wij al
len bereid zijn steeds, met alle wapens en
overal te strijden".
Vervolgens werd tot stemming overge
gaan over de wet og de corporaties, welke
met algemeene stemmen werd aangenomen.
Met een enthousiaste manifestatie voor
Mussolini werd de-zitting besloten.
Het slagschip Nelson, dat sedert Zondag
in de havén' van Porthmouth wacht op gele-
genheid tot uitvaren kon ook gisteren ten ge-
volge van het voortduren van den Zuid-wes
terstorm niet uitloopen.
In een rede voor het te Washington ver
gaderende congres tot voorkoming van
oorlogen heeft de chef van de afdeeling voo
het Verre Oosten in het ministerie van bul-
tenlandsche zaken, Hornbeck, er den nadruK
op gelegd, dat de Vereenigde Staten, zooals
Roosevelt herhaaldelijk heeft verklaard, de
politiek van de goede nabuurschap hulcngeH
en zich niet mengen in de binnenlandscne
aangelegenheden van andere staten, len
aanzien van Mandsjoekwo echter staan de
regeenng cn het Amerikaansche volk op het
j tü d°or den minister van buiten-
landsche zaken in zijn brief aan senator Bo-
J?.. "deengezet, nl dat de afscheiding
dit gebied van China niet zonder meer
als rechtmatig kan worden erkend.
^et *eit> <^at Havanna door de
stakingsbeweging zonder water, gas en licht
zit is president Mendieta toch door een ent
housiaste menigte toegejuicht. Men beschouwt
mLhTj n v.an het Presidentschap door
Mendieta dan ook als een opheldering van
den toestand en acht het zeer waarschijnlijk,
dat de V.S. de nieuwe regeering binnen een
redelijke periode zullen erkennen en haar
daarmede toestemming zullen geven te be
schikken over de suikeroogst, die van vitale
beteekenis is voor het nieuwe regiem.
De spoorwegarbeiders zijn in staking ge
gaan. Zij hebben den eisch gesteld, dat de
nieuwe president Mendieta de verordeningen
van de vroegere regeering inzake de arbeids
voorwaarden zou onderteekenen. De stakers
hebben gepoogd hun eisch door sabotageda
den nadruk te verleenen. In verband hiermede
werd de hulp van militairen ingeroepen die
eenige malen van de vuurwapenen gebruik
hebben gemaakt
Gisternamiddag om 5 uur is de red-
dingboot „Eierland" op de Cocksdorp
el uggekeerd en tien lijken meegebracht.
De „Eierlanddie opnieuw was uit
gevaren, om naar de bemanning van de
Oakford te zoeken, ontdekte gistermid
dag op den hoek van de Vliehors de
slachtoffers, vlak in de nabijheid van de
omgekantelde reddingsloep. Het bleken
te zijn negen lijken van nog jonge man
nen en een van een man op gevorderden
leeftijd. Nog een persoon wordt vermist,
zoodat bij dezen ramp elf personen het
leven hebben verloren.
Groot is de verslagenheid der bewo
ners van de Cocksdorp, groot, niet al
leen, omdat deze ramp in de onmid lel-
lijke nabijheid zich afspeelde, maar
vooral, omdat deze voorkomen had kun
nen worden. Immers, de „Eierland" was
aan beide zijden van het gestrande
schip geweest. Men had allen kunnen
redden, maar de Engelschen wilden niet
van boord gaan, wilden evenmin touwen
toewerpen, om aldus een verbinding met
de reddingboot tot stand te brengen.
Waarom de bemanning van het in nood
verkeorende schip zulks weigerde, is
onbegrijpelijk en de juiste reden zal wel
nimmer aan het licht komen. Mondeling
contact bestond er evenmin, omdat geen
der opvarenden van de „Eierland" En-
gelsch kende.
Deze opvarenden waren zeer ontstemd
over de onverklaarbare handelwijze van
de Engelschen. Met levensgevaar had
den zij hun boot naar buiten in de bran
ding gebracht, omdat het Engelsche
schip om hulp vroeg. En van 's avonds
7 uur tot 's nachts half drie bleef de
Eierland op de donkere, gevaarlijke zee
in den somberen stormnacht. Aan den
wal stonden de bewoners van de Cocks
dorp, angstig starende naar haar eigen
menschen, die hun leven gingen wagen,
die urenlang moesten vechten tegen de
ziedende elementen en die toen moesten
hooren, dat men van hun diensten geen
gebruik wilde maken.
Toen echter het bericht kwam, dat de
bemanning van de „Oakford" zoek was.
waren de dappere „Eierland"-mannen
direct weer bereid, om de sloep met
schipbreukelingen te gaan zoeken.
ZooaLs hier boven gemeld, heeft de
„Eierland" tien lijken aan wal ge
bracht. Deze zijn in het boothuis van de
Reddingmaatschappij gelegd en bij ver
lichting met magnesiumfakkels hebben
de dokter en de veldwachter de lijken
onderzocht en de namen opgenomen.
Het bleek, dat de kapitein en de eerste
stuurman er ook bij waren; de naam
van den kapitein was Pellet; de eerste
stuurman had het scheepsjournaal bij
zich, dat tot 17 Januari 3.25 uur in den
namiddag was bijgehouden. Daarin
stond, dat op dat oogenblik het schip
stootte met negen voet water. Het zicht
was toen zeer slecht, zoodat de kust
wacht het schip eerst later heeft ont
dekt. In het journaal stond eveneens,
dat het schip om 3.10 peiling had van het
geluidssein van het lichtschip „Haaks".
De bemanning heeft het lichtschip
„Haaks" waarschijnlijk niet gezien en
is vermoedelijk dichter bij het lichtschip
geweest dan zij dachten, en daardoor op
de Eierlandsche gronden terecht geko
men. Het meerendeel van de bemanning
bestond uit jonge menschen, tusschen
de dertig en veertig jaar; een lid van de
bemanning was zestig jaar. Zij had len
brieven bij zich en foto's.
De bemanning van de „Eierland", die
zoo juist de lijken aan wal gebracht
heeft, staat stil en kijkt zwijgend toe,
als de lijken in een donkeren vracht
auto worden gedragen en deze langzaam
en stil wegrijdt. Zi; schudden het hoofd
en dan zegt schipper de Kooy aan een
Tel.-verslaggever:
„Vannacht hadden wij nog ruzie en
nou zijn ze dood". Maar het is schipper
De Kooy niet, het is de dappere beman
ning niet, het is de reddingsmaat chap-
pij niet, die dit kan helpen. Hierachter
schuilt een wonderlijke tragedie, een
vreemd raadsel, dat wel nooit opgelost
zal worden.
Schipper De Kooy slaat met zijn vuist
op tafel en zegt: „Ik begrijp het niet. Ik
begrijp het niet. Wij hebben ons leven
gewaagd, wij waren langszij en zij wouen
niet komen. En toch gaven zij noodsei
nen en toch schoten ze vuurpijlen af. En
met mekaar, de geheele bemanning van
de reddingsboot waren wij bijna ver
dronken. Maar zij wouen er niet af."
Dan doet hij het verhaal en het is aan
grijpend en bedroevend tevens. Hij ver
telt hoe zij gisteravond uitgevaren zijn
op het eerste noodsein, hoe hun boot
moeizaam tegen de zee opworstelde. Hij
vertelt het verhaal van een bemanning,
die niet wil versagen, die den strija met
de natuurkrachten tot op het gebeente
heeft gevoerd. Zij hebben gevochten en
gestreden deze kerels.
Het gelukte ons om half elf bij de
„Oakford" te komen. De zee was kwaad
meneer, de zee was kwaad. Zij smeet
ons achteruit en dan weer vooruit. Wij
bonsden heen en weer, er was haast
geen houden meer aan. Wij maakten in
allerijl een plan de campagne op. Wij
zouden een eindje vooruit varen, ons
dan door den stroom laten meevoeren,
dien vliegenden stroom, om zoo bij het
schip te komen. Want daar aan boord
was het een waar vuurwerk. Zij schoten
pijlen in de lucht en op den vuurtoren
werd men bestormd met S.O.S.-seinen
Nou, wij gingen het dan probeeren.
Maar nauwelijks hadden wij den kop
weer de zee in of daar grijpt een golf ons
beet. Ik roep: „Mannen pas op!" Maar
meteen was het al zoover. In één klap
sloegen al onze lichten uit en wij voeren
in het dikkedonker. Meteen was onze
boot vol water.
Gelukkig bedaarde het weer even en
wij konden het water er uit krijgen. Dan
maar weer probeeren. Zoo ging het door.
Uren hadden wij geworsteld en eindelijk,
ja, daar grijpt een hoog© golf ons heet.
Die smijt ons met zoo'n kracht tegen de
„Oakford" aan, dat wij dachten dat wij
middendoor ging.
Toen gebeurde er iets, wat ik nooit
heb meegemaakt. Aan boord stonden
ze niet klaar om ons een touw toe te
gooien. Dat is toch het eerste wat je
doet. Huizenhoog© golven sloegen over
het schip heen en ook over onze red
dingboot. Boven op de brug, als twee
schimmen, zagen wij twee mannen
staan. Wij schreeuwen en riepen, maar
het gaf niets. Wij begrepen er niets van.
Ze hadden toch om hulp geroepen
Nou, de hulp was er, maar ze wilden er
geen gebruik van maken.
Ineens schenen ze van gedachten te
veranderen. Een man trachtte ons met
een haak een touw toe te steken en hij
riep: „Aan de andere zijde komen". Dat
was gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Wij riepen: „Kom er af, kom er af."
Maar of ze ons nu niet verstonden, ik
weet het niet. Toen greep een golf ons
en smeet ons recht voor den boeg van
het schip. Daar gaan wij, dacht ik, maar
wij kwamen er weer boven uit."
Dan vertelt schipper De Kooy van de
moeilijkheden om aan de andere zijde
te komen. „Maar het is gelukt. Weer
lagen wij langszij uit den wind. En wij
lagen daar zoo rustig mijnheer, dat een
kind had kunnen overstappen. Wij had
den wel vijftig man kunnen overnemen,
maar wij zagen er niet één meer. Einde
lijk kwam er weer iemand toeloopen,
maar hij werd blijkbaar teruggeroepen.
Wij hebben toen nog geschreeuwd. Wij
zagen het hoofd van den kok, die een
pijp rookte en wij hebben geroepen wat
wij konden, dat zij er af moesten en dat
ze met ons mee moesten gaan, maar zij
namen nog niet eens de moeite om ant
woord te geven. Wij sloegen weer
terug, verongelukte bijna op hun anker
ketting, maar kwamen weer langszij.
Nog eens hebben wij getracht ze tot an
dere gedachten te brengen. Wij staken
een witte flambouw aan ten teeken, dat
wij nog wat zouden wachten. Dat was
een sein voor de „Brandaris", die ook
naderbij was gekomen, want die kon
ons niet zien, omdat onze vuren gedoofd
waren. Zoo hebben wij het weer gepro
beerd, maar zij wilden niet. Toer. was
er niets meer aan te doen, toen zijn wij
weggegvaren.
En ziet u, dat was nou het ellendige,
juist toen wij weg waren schoten ze
weer een vuurpijl af en gaven ze weer
S.O.S.-seinen. Maar wij konden niet
meer te hulp komen. De storm kreeg
zoo'n kracht, dat wij eigenlijk niet dach
ten er het leven af te brengen."
Tot zoover schipper De Kooy.
Het tweede deel van dit drama speelt
zich in den vroegen ochtend van Don
derdag af. De nacht trekt langzaam weg
en de „Brandaris" gaat eens kijken hoe
het met de „Oakford" staat. Tot hun
schrik zien de schepelingen, dat een
boot met de davits ontbreekt.
Een somber teeken. Zouden ze dan
toch van boord gegaan zijn, ondanks alle
waarschuwingen, tegen alle verstandige
zeemanschap in? De „Brandaris" seint
het naar Texel en Texel waarschuwt de
reddingsboot, die weer onmiddellijk
klaar staat om te gaan zoeken. Want
het is mogelijk, dat de mannen nog op
zee rondzwalken. Schipper De Kooy ver
telt er weer van:
„Ik zei zoo, als ze ergens zijn, dan
moeten ze naar de Vliehorst gedreven
zijn. Zullen wij daar eens gaan kijken?
Wij voeren er heen, doch zagen eer -t
niets. Nu is de Vliehorst een breede
zandplaat, die zich anderhalf uur gaans
ten Zuid-Westen van het eiland Vlieland
uitstrekt. Er staat een klein reddings
huisje en ik stuur er iemand heen om te
zien of de schepelingen daar misschien
zouden zitten. Maar nauwelijk' is de
man weg of daar roept iemand van
boord: „Kijk eens! Daar! En ja, in de
verte zagen wij wat zwart liggen. Wij
zijn er heen gestapt. Aan de spanning
omtrent het lot van de bemanning van
de „Oakford" was meteen een einde ge
komen. Op eenigen afstand van elkaar
lagen acht lichamen. Dood. Vijfhonderd
meter verder de omgeslagen boot en
daaronder nog twee lijken. Dat was
alles.
Wij gaven onmiddellijk bericht naar
den vasten wal en vermeldden er bij, dat
wij de lijken zoo niet konden bergen.
Toen is er hulp gekomen, maar den ge-
heelen middag is er toch mee gemoeid
geweest.
Hoe zij daar gekomen zijn? Naar mijn
meening, aldus de schipper, is de reis
met hun boot goed gegaan tot op dui
zend meter afstand van de Vliehorst.
Ze waren dus in zicht van een veilige
plek. Toen zal een groote golf ze hebben
omgeslagen. Dat is zoo mijn gedachte
over het geval. Daartegen pleit echter,
dat het horloge van een van de mannen
op kwart over vijf is blijven stilstaan,
maar dat kan wei toeval zijn. Ik ver
moed, dat het ongeluk hen 's morgens
tegen elf uur heeft getroffen.
In het café van Cocksdorp zit om de
warme kachel een aantal mannen bij
elkaar. Zij hebben een aantal papieren
bij zich. De laatste resten van het bezit
der verongelukte bemanning. Er is een
logboek bij, dat tot 17 Januari des mid
dags te drie uur 25 is bijgehouden.
De laatste zin iswij voelen den grond
en stooten zwaar. Het zicht is heel
slecht, wij meenen het Haaksche vuur
schip te hebben gehoord, doch konden
dit niet zien. Van Vlissingen af hebben
wij met een zwaren Zuid-Wester-storm
te kampen gehad. Er staat 9 voet water.
„Vessel grounded". Het schip strandt.
Enkele simpele woorden dus. Zij
geven meteen een oplossing voor de
vraag, hoe het schip is gestrand. Waar
schijnlijk heeft men et aHaksche vuur
schip niet gehoord, doch wel gedacht de
bekende geluiden te vernemen. Daarop
is een foutieve koers gemaakt met het
gevolg, dat de „Oakford" op de gevaar
lijke gronden is terecht gekomen.
De kapitein van de „Oakford" heet
Pellett en is 35 jaar oud. De lichamen
van de bemanning waren op één na
alle gekleed in zwemvesten van zeer
slechte kwaliteit. De positie van het
schip is op het oogenblik niet zeer ge
vaarlijk. Waren de mannen aan boord
gebleven, dan hadden ze zonder twijfel
nog geleefd.
5 c h a a t s e n r ij d e n.
Te Engelberg vonden gisteren onder zeer
slechte weersomstandigheden de wedstrijden
voor den Twentebeker plaats. Er werd gere
den over 3000 M.
Aan deze wedstrijden namen geen bekende
Noorsche of Zweedsche rijders deel, terwijl
ook de beste Nederlandsche rijders niet wa
ren ingeschreven. Feitelijk waren onze Ne
derlandsche deelnemers alleen de z.g. „co
ming men".
De tijden waren slecht, wat wel blijkt uit
het wereldrecord, dat 4 min. 59.1 sec. be
draagt. Maar er woei de Föhn, het regende
en het ijs werd steeds slechter, wat vooral
voor de laatste rijders fataal werd.
De uitslagen luiden:
1Riedl (Oostenrijk), tijd' 5 min. 59.3 sec.
2. Akerboom (Nederland), 6 min. 5.1 sec.;
3. Wazulek (Oostenrijk) 6 min. 8.2 sec.; 4. en
5. Wimmerling (Hongarije) en Van Zijl (Ne
derland), beiden 6 min. 17.4 sec.6. en 7. St.
de Boer (Nederland) en Sames (Duitschland)
beiden 6 min. 18.2 sec.; 8. Sandtner (Duitsch
land) 6 min. 26 sec.; 9. H. Blaisse (Neder
land) 6 min. 31.8 sec.; 10. B. Blaisse (Neder
land), 6 min. 34.8 sec.; 11. Stiepl (Oosten
rijk) 6 min. 34.8 sec.; 12. Wintner (Honga
rije) 6 min. 36.3 sec.; 13. Reiter (Oostenrijk)
6 min. 49.4 sec.; 14. Stoker (Nederland) 6 m.
52.2 sec.; 15. Hedveghi (Hongarije) 6 min. 58
sec.; 16. Scholten (Nederland) 7 min. 2.8 sec
Zaterdag en Zondag worden te Engelberg
de wedstrijden om den Hollandbeker gehou
den.
Bridge.
Gisteravond had in de groote zaal van
de Harmonie een bijzonder geanimeerde
bridgewedstrijd plaats, waaraan door ruim
70 personen werd deelgenomen. Er werd ge
speeld in drie groepen, resp. van 7, 6 en 5
tafels. In de groep van 5 tafels speelde met
5 spellen per tafel. Er heerschte gedurende
den geheelen wedstrijd groote stilte, wat het
spelen bijzonder aangenaam maakte. Ook
had het geheel door het iets kleiner aantal
tafels een zeer vlot verloop en was de wed
strijd mooi op tijd geëindigd. Het berekenen
van den uitslag vorderde slechts weinig tijd.
Er werden door de diverse eerste prijzen
winnende paren uitstekende prestaties ge-
leverd, wat duidelijk blijkt uit de lage to
talen der rangnummerpunten. Er waren dit
maal ook tweede prijzen.
I In de groepen A en B. zaten in de even
Wanneer de rheumatiek U eenmaal in
haar greep heeft, zullen pijnen en last U
niet gespaard blijven. Leest eens, in
welk een toestand deze man geraakte:
„Een jaar geleden had ik rheumatiek
in mijn schouder. Het was zoo erg, dat
mijn vrouw me mijn sokken en schoenen
moest aantrekken en me in mijn ja»
moest helpen. Ik probeerde allerlei me
dicijnen zonder succes. Toen zag ik
een advertentie van Kruschen Salts en ik
besloot dit eens te nemen; met het ge
volg dat ik mijn rheumatiek kwijt ben.
Daarom beveel ik Kruschen Salts zoo
graag aan, wanneer ik iemand ontmoet,
die last van rheumatiek heeft."
L. M. G.
Rheumatiek wordt veroorzaakt door
onvoldoende werking der inwendige
organen; een toestand waarvan de lijder
zich zelden bewust is. Maar het wordt
een ongemerkte ophooping van afval
producten en een daarmee gepaard
gaande vorming van stoffen, die scha*
delijk zijn voor den algeheelen gezond
heidstoestand. En deze stoffen onder
mijnen het geheele gestel.
Kruschen Salts is het natuurlijke re
cept tot het behoud van een inwendige
zuiverheid. De zes zouten in Kruschen
sporen nieren en ingewanden aan tot
gemakkelijke, geregelde werking. U
wordt dus inwendig vrij gehouden van
alle onzuiverheden, welke, indien zij
zich kunnen ophoopen, ongetwijfeld het
peil Uwer gezondheid zullen verlagen.
De „kleine, dagelijksche dosis" Kru
schen voorkomt dit. Want de zes ver
schillende zouten in Kruschen verhoo-
gen de werking der afvoerorganen, ver
schaffen U nieuwen levenslust.
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijg
baar bij alle apothekers en drogisten a
0.90 en 1.60 per flacon, omzetbelas
ting inbegrepen. Stralende gezondheid
voor één cent per dag. Let op dat op het
etiket op de flesch zoowel als op de bui
tenverpakking de naam Rowntree Han
dels Mij., A'dam, voorkomt.
lijn de 'beste spellen. In groep C. ontliepen
de lijnen alkaar niet veel. Een opgelegd!
groot-slem-spel in de oneven lijn van groep
A werd slechts door 3 van de 7 paren ge
boden. En zooals gewoonlijk leverden ver
schillende tafels weer verrassende resultaten-
In A oneven was b.v. een paar no. 1 met -f*
750 en een ander paar aan dezelfde tafel no. 7
met 1790 p. In de evenlijn was' aan een
tafel het beste resultaat 750 p.het minste
resultaat 2360 p. Zoo blijft bridge steeds
een spel van verrassingen en onberekenbare
kansen. Maar elke wedstrijd leert opnieuw
hoe geweldig moeilijk het spel is en hoeveel
er nog aan verbeterd kan worden door
serieuse oefening.
De uitslagen waren als vofgtt
Groep A.
Oneven-lijn. 7 paren: 1. de heeren C Beek
Jr. en P. H. A. Tuyn met 13 p.; 2. de heeren
B. Finkensieper en J. H. Voort 20 p.
Even-lijn. 7 paren: 1. mevr. J. van GuUk—
de Vries en mevr. E. de Vriesvan Berghem
21 p.; 2. de heer en mevr. B. Schoen 25 p.
door hooger totaal serie de heeren G. en J.
Deutekom te Noordscharwoud behaalde ook
25 p.
Groep B.
Oneven-lijn. 6 paren: 1. mej. G. Wiemer
en de heer A. K. Bettin'k 15 p.; 2. mej. van
Dijk en de heer A. Bin.g 19 p.
Even-lijn. 6 paren: 1. de heeren B. de Boer
en C. Porssius 11K p.2. de heer en mevr,
H. Jansen 15K p.
Groep C.
Oneven-lijn. 5 paren: 1. mej. A. Elzas en
de heer G. Cloeck 11 p.2. de 'heeren A. Ort
en J. Maarleveld 13 p.
Even-lijn. 5 paren: 1. mevr. Berkhouwer en
mevr.. Waserval 12 p.; 2. de heeren Kirke-
nier en Untied 13 p.
Ik ben met u alleen, o Venus, felle star
Zoo begint Karei van de Woestijne, de
Vlaamsche schrijver en dichter, een van zijn
prachtige verzen, somber-grootsch zoovaak
als een najaarszonsondergang. „Alleen ten
hemeltuine een helle roos; een vurig-felle
roos in Stilte's donkren lande". Zoo noemt
hij in de volgende strofen de heldere ster,
die in deze weken als avondster aan den
Westerhemel is te zien. Mistige bewolkte
luchten hebben haar de eerste weken van Ja
nuari vaak aan het oog onttrokken, maar
zoo af en toe op heldere avonden hebben ve
len haar toch opgemerkt en bewonderd. En
anderen, die deze stralende planeet, na zon
en maan het helderste hemellichaam, niet
kennen, zullen toch wel eens hebben ge
dacht als hun blik zich over de velden, de
boomen en de huizen naar boven richtte in
het schemeruur: wat is dat een wonderhelle
ster, duidelijk zichtbaar voordat andere ster
ren zich vertoonen aan den winterschen
hemel
Dat is dan dus Venus, een van de negen
groote en voornaamste planeten, waartoe on
ze aarde ook behoort ën die hun bijna cirkel
vormige banen gaan rondom de zon. Elk
heeft natuurlijk haar eigen afstand van die
zon en haar eigen zonne-baan. De aarde
doorloopt die baan in een jaar, Venus en
Mercurius, de twee planeten, die het dichtst
bij de zon staan, doen er respectievelijk on
geveer 225 en 88 dagen over. Hoe dichter
bij de zon, hoe grooter ook de snelheid is
waarmee de planeet zich beweegt, een snel
heid, zoo ontzaglijk groot, dat die van Post-
jager en Pelikaan er nog een slakkengang
bij is. De aarde legt 30 K.M. af per secon
de, Venus doorloopt in denzelfden korten
tijd nog enkele kilometers meer.
Omdat haar baan tusschen de aardebaan
en de zon in ligt, zullen wij Venus altijd
dicht bij de zon aan den hemel moeten zoe
ken. De ster is waar te nemen hetzij in den
vroegen morgen op de tijden dat zij morgen
ster is, even voor zonsopgang, hetzij in de
avondschemering als avondster kort na de
ondergang van de zon. Zooals James Jeans,
de bekende sterrekundige, de schrijver van