fllkmaarsche Courant De scheepsramp bij Texel. IBuitenland Spoel VENUS FELLE STAR. Honderd Zes en Dertigste Jaargang. VRIJDAG 19 JANUARI. WEER DRIE DOODVONNISSEN. In Duitschland. Drie ipersonen, die beschuldigd zijn van moord op een Hitler-jongen zijn ter dood veroordeeld een hunner bovendien tot 15 jaren tuchthuisstraf, de beide anderen bo vendien tot acht jaren tuchthuisstraf. Drie beschuldigden werden vrijgesproken, twee werden veroordeeld tot gevangenisstraffen van 3 resp. 2 jaren, terwijl de overige 20 be schuldigden werden veroordeeld tot tucht huisstraffen van 4 tot 12 jaren. De jongen was op 26 Februari verleden jaar bij een vechtpartij gedood. DE KERKSTRIJD IN DUITSCHLAND. DRIE KNAPEN ONDER AARDMASSA BEDOLVEN. HET BALKANPACT. - ORAAF ALBERTI NAAR HET CONCENTRATIEKAMP. HET FASCISTISCHE ITALIË. DE NELSON HEEFT PECH. AMERIKA EN MANDSJOEKWO. DE TOESTAND OP CUBA. M. .iieta enthousiast ontvangen. Spoorwegarbeiders in staking. Stad en Omgeving. De bemanning van de reddingbooten waagde haar leven, om menschen te redden, maar deze wilden niet gered worden. VERSLAGENHEID OP TEXEL. Groote verslagenheid op de Cocksdorp. Het raadsel. De ontknooping. Uit het logboek. RIEDL WINT DEN TWENTE- BEKER. Akerboom tweede. WEDSTRIJD HARMONIE. ZIJ VROUW KLEEDDE HEM AAN. Hulpbehoevend door schouder- rheumatiek. Nu weer geheel in orde. No. 16 1934 Rijksbisschop Mueller heeft gisteren een bespreking gehad met Hitier over den kerk strijd, doch omtrent het besprokene wordt geen enkele officieele mededeeling gedaan. Er verluidt echter, dat Mueller machtiging zou hebben gevraagd den Notbund te ontbin den, doch dat Hitier weinig geestdrift heeft getoond in kerkzaken te intervenieeren en derhalve den rijksbisschop heeft medegedeeld, dat hij de zaak zou overwegen en hem later zijn antwoord mededeelen. On de Gustav-Adolf-Schlucht nabij Wol- gast in Duitschland zijn drie knapen in een zelfgebouwd hol gedolven en omgekomen. Drie andere knapen slaagden er in zich uit het ingestorte hol te bevrijden en hulp te ha len, die echter te laat kwam. Tegenover een journalist verklaarde Maxi- mos te Parijs naar aanleiding van een even tueel toetreden van Bulgarije tot het Balkan- {»act, dat dit toetreden door de vier andere anden met groote genoegdoening zou wor den ontvangen. Wanneer Bulgarije zich ech ter nog hiertegen mocht blijven verzetten, zou het pact desniettemin worden geteekend en de mogelijkheid tot latere toetreding van Bulgarije zou blijven bestaan. De onderhan delingen voor het pact zijn thans gekomen in het beslissende stadium, doch een datum van onderteekening staat nog niet vast. Verder bevestigde aximos, dat hij een uit stekende indruk had gekregen bij zijn bespre kingen met de Fransche, Engelsdie en Ita- liaansche staatslieden. Allen hebben de vre- desactie van de Balkanstaten geholpen en er zich rekenschap van gegeven, dat deze vre- desdaad navolging waard is. Maximos zal binnenkort uit Parijs vertrek ken naar Geneve, waar hij besprekingen zaï hebben met Benesj en Titoelescoe. Vervol gens zal hij naar Athene terugkeeren. De bondsleider der Oostenrijksche Heim- wehren, vorst Starhemberg, heeft den vroe- geren landsleider voor Neder-Oostenrijk, graaf Alberti, alsmede zijn plaatsvervanger en andere leiders uit den Nederoostenrijk- sohen Heimatschutz uitgesloten en hun het recht ontzegd, uniformen van den Heimat schutz te dragen, met de motiveering, dat Alberti onware geruchten over de laatste onderhandelingen heeft verspreid en tegen den wil van den bondsleider heeft gehandeld. Graaf Alberti zal thans naar het concen tratiekamp Woellersdorf worden overge bracht. De web op de corporaties. Gistermiddag heeft de plechtige laatste zitting van de 28ste legislatieve periode van xle Italiaansche Kamer van Afgevaardigden plaats gehad, welke hiermede haar werk- zaamhedeif over een tijdvak van vijf jaren afsluit. Tegen vier uur arriveerde Mussolini, vergezeld van den secretaris der partij. De tribunes waren geheel bezet, evenals de lo ges^ voor de diplomaten. Mussolini werd bij zijn binnenkomen luide toegejuicht. De vroegere minister van Justitie Rocco, zette als rapporteur voor de wet op de cor poraties de economische principes van het fascisme uiteen. Vervolgens wendde Mussolini zich tot de afgevaardigden met de woorden: In het bi zonder wenschte ikJJ op plechtige wijze te zeggen, dat Gij in deze vijf jaren der fascis tische revolutie de zaak op de best mogelijke wijze hebt gediend, de zaak waarvoor wij al len bereid zijn steeds, met alle wapens en overal te strijden". Vervolgens werd tot stemming overge gaan over de wet og de corporaties, welke met algemeene stemmen werd aangenomen. Met een enthousiaste manifestatie voor Mussolini werd de-zitting besloten. Het slagschip Nelson, dat sedert Zondag in de havén' van Porthmouth wacht op gele- genheid tot uitvaren kon ook gisteren ten ge- volge van het voortduren van den Zuid-wes terstorm niet uitloopen. In een rede voor het te Washington ver gaderende congres tot voorkoming van oorlogen heeft de chef van de afdeeling voo het Verre Oosten in het ministerie van bul- tenlandsche zaken, Hornbeck, er den nadruK op gelegd, dat de Vereenigde Staten, zooals Roosevelt herhaaldelijk heeft verklaard, de politiek van de goede nabuurschap hulcngeH en zich niet mengen in de binnenlandscne aangelegenheden van andere staten, len aanzien van Mandsjoekwo echter staan de regeenng cn het Amerikaansche volk op het j tü d°or den minister van buiten- landsche zaken in zijn brief aan senator Bo- J?.. "deengezet, nl dat de afscheiding dit gebied van China niet zonder meer als rechtmatig kan worden erkend. ^et *eit> <^at Havanna door de stakingsbeweging zonder water, gas en licht zit is president Mendieta toch door een ent housiaste menigte toegejuicht. Men beschouwt mLhTj n v.an het Presidentschap door Mendieta dan ook als een opheldering van den toestand en acht het zeer waarschijnlijk, dat de V.S. de nieuwe regeering binnen een redelijke periode zullen erkennen en haar daarmede toestemming zullen geven te be schikken over de suikeroogst, die van vitale beteekenis is voor het nieuwe regiem. De spoorwegarbeiders zijn in staking ge gaan. Zij hebben den eisch gesteld, dat de nieuwe president Mendieta de verordeningen van de vroegere regeering inzake de arbeids voorwaarden zou onderteekenen. De stakers hebben gepoogd hun eisch door sabotageda den nadruk te verleenen. In verband hiermede werd de hulp van militairen ingeroepen die eenige malen van de vuurwapenen gebruik hebben gemaakt Gisternamiddag om 5 uur is de red- dingboot „Eierland" op de Cocksdorp el uggekeerd en tien lijken meegebracht. De „Eierlanddie opnieuw was uit gevaren, om naar de bemanning van de Oakford te zoeken, ontdekte gistermid dag op den hoek van de Vliehors de slachtoffers, vlak in de nabijheid van de omgekantelde reddingsloep. Het bleken te zijn negen lijken van nog jonge man nen en een van een man op gevorderden leeftijd. Nog een persoon wordt vermist, zoodat bij dezen ramp elf personen het leven hebben verloren. Groot is de verslagenheid der bewo ners van de Cocksdorp, groot, niet al leen, omdat deze ramp in de onmid lel- lijke nabijheid zich afspeelde, maar vooral, omdat deze voorkomen had kun nen worden. Immers, de „Eierland" was aan beide zijden van het gestrande schip geweest. Men had allen kunnen redden, maar de Engelschen wilden niet van boord gaan, wilden evenmin touwen toewerpen, om aldus een verbinding met de reddingboot tot stand te brengen. Waarom de bemanning van het in nood verkeorende schip zulks weigerde, is onbegrijpelijk en de juiste reden zal wel nimmer aan het licht komen. Mondeling contact bestond er evenmin, omdat geen der opvarenden van de „Eierland" En- gelsch kende. Deze opvarenden waren zeer ontstemd over de onverklaarbare handelwijze van de Engelschen. Met levensgevaar had den zij hun boot naar buiten in de bran ding gebracht, omdat het Engelsche schip om hulp vroeg. En van 's avonds 7 uur tot 's nachts half drie bleef de Eierland op de donkere, gevaarlijke zee in den somberen stormnacht. Aan den wal stonden de bewoners van de Cocks dorp, angstig starende naar haar eigen menschen, die hun leven gingen wagen, die urenlang moesten vechten tegen de ziedende elementen en die toen moesten hooren, dat men van hun diensten geen gebruik wilde maken. Toen echter het bericht kwam, dat de bemanning van de „Oakford" zoek was. waren de dappere „Eierland"-mannen direct weer bereid, om de sloep met schipbreukelingen te gaan zoeken. ZooaLs hier boven gemeld, heeft de „Eierland" tien lijken aan wal ge bracht. Deze zijn in het boothuis van de Reddingmaatschappij gelegd en bij ver lichting met magnesiumfakkels hebben de dokter en de veldwachter de lijken onderzocht en de namen opgenomen. Het bleek, dat de kapitein en de eerste stuurman er ook bij waren; de naam van den kapitein was Pellet; de eerste stuurman had het scheepsjournaal bij zich, dat tot 17 Januari 3.25 uur in den namiddag was bijgehouden. Daarin stond, dat op dat oogenblik het schip stootte met negen voet water. Het zicht was toen zeer slecht, zoodat de kust wacht het schip eerst later heeft ont dekt. In het journaal stond eveneens, dat het schip om 3.10 peiling had van het geluidssein van het lichtschip „Haaks". De bemanning heeft het lichtschip „Haaks" waarschijnlijk niet gezien en is vermoedelijk dichter bij het lichtschip geweest dan zij dachten, en daardoor op de Eierlandsche gronden terecht geko men. Het meerendeel van de bemanning bestond uit jonge menschen, tusschen de dertig en veertig jaar; een lid van de bemanning was zestig jaar. Zij had len brieven bij zich en foto's. De bemanning van de „Eierland", die zoo juist de lijken aan wal gebracht heeft, staat stil en kijkt zwijgend toe, als de lijken in een donkeren vracht auto worden gedragen en deze langzaam en stil wegrijdt. Zi; schudden het hoofd en dan zegt schipper de Kooy aan een Tel.-verslaggever: „Vannacht hadden wij nog ruzie en nou zijn ze dood". Maar het is schipper De Kooy niet, het is de dappere beman ning niet, het is de reddingsmaat chap- pij niet, die dit kan helpen. Hierachter schuilt een wonderlijke tragedie, een vreemd raadsel, dat wel nooit opgelost zal worden. Schipper De Kooy slaat met zijn vuist op tafel en zegt: „Ik begrijp het niet. Ik begrijp het niet. Wij hebben ons leven gewaagd, wij waren langszij en zij wouen niet komen. En toch gaven zij noodsei nen en toch schoten ze vuurpijlen af. En met mekaar, de geheele bemanning van de reddingsboot waren wij bijna ver dronken. Maar zij wouen er niet af." Dan doet hij het verhaal en het is aan grijpend en bedroevend tevens. Hij ver telt hoe zij gisteravond uitgevaren zijn op het eerste noodsein, hoe hun boot moeizaam tegen de zee opworstelde. Hij vertelt het verhaal van een bemanning, die niet wil versagen, die den strija met de natuurkrachten tot op het gebeente heeft gevoerd. Zij hebben gevochten en gestreden deze kerels. Het gelukte ons om half elf bij de „Oakford" te komen. De zee was kwaad meneer, de zee was kwaad. Zij smeet ons achteruit en dan weer vooruit. Wij bonsden heen en weer, er was haast geen houden meer aan. Wij maakten in allerijl een plan de campagne op. Wij zouden een eindje vooruit varen, ons dan door den stroom laten meevoeren, dien vliegenden stroom, om zoo bij het schip te komen. Want daar aan boord was het een waar vuurwerk. Zij schoten pijlen in de lucht en op den vuurtoren werd men bestormd met S.O.S.-seinen Nou, wij gingen het dan probeeren. Maar nauwelijks hadden wij den kop weer de zee in of daar grijpt een golf ons beet. Ik roep: „Mannen pas op!" Maar meteen was het al zoover. In één klap sloegen al onze lichten uit en wij voeren in het dikkedonker. Meteen was onze boot vol water. Gelukkig bedaarde het weer even en wij konden het water er uit krijgen. Dan maar weer probeeren. Zoo ging het door. Uren hadden wij geworsteld en eindelijk, ja, daar grijpt een hoog© golf ons heet. Die smijt ons met zoo'n kracht tegen de „Oakford" aan, dat wij dachten dat wij middendoor ging. Toen gebeurde er iets, wat ik nooit heb meegemaakt. Aan boord stonden ze niet klaar om ons een touw toe te gooien. Dat is toch het eerste wat je doet. Huizenhoog© golven sloegen over het schip heen en ook over onze red dingboot. Boven op de brug, als twee schimmen, zagen wij twee mannen staan. Wij schreeuwen en riepen, maar het gaf niets. Wij begrepen er niets van. Ze hadden toch om hulp geroepen Nou, de hulp was er, maar ze wilden er geen gebruik van maken. Ineens schenen ze van gedachten te veranderen. Een man trachtte ons met een haak een touw toe te steken en hij riep: „Aan de andere zijde komen". Dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan. Wij riepen: „Kom er af, kom er af." Maar of ze ons nu niet verstonden, ik weet het niet. Toen greep een golf ons en smeet ons recht voor den boeg van het schip. Daar gaan wij, dacht ik, maar wij kwamen er weer boven uit." Dan vertelt schipper De Kooy van de moeilijkheden om aan de andere zijde te komen. „Maar het is gelukt. Weer lagen wij langszij uit den wind. En wij lagen daar zoo rustig mijnheer, dat een kind had kunnen overstappen. Wij had den wel vijftig man kunnen overnemen, maar wij zagen er niet één meer. Einde lijk kwam er weer iemand toeloopen, maar hij werd blijkbaar teruggeroepen. Wij hebben toen nog geschreeuwd. Wij zagen het hoofd van den kok, die een pijp rookte en wij hebben geroepen wat wij konden, dat zij er af moesten en dat ze met ons mee moesten gaan, maar zij namen nog niet eens de moeite om ant woord te geven. Wij sloegen weer terug, verongelukte bijna op hun anker ketting, maar kwamen weer langszij. Nog eens hebben wij getracht ze tot an dere gedachten te brengen. Wij staken een witte flambouw aan ten teeken, dat wij nog wat zouden wachten. Dat was een sein voor de „Brandaris", die ook naderbij was gekomen, want die kon ons niet zien, omdat onze vuren gedoofd waren. Zoo hebben wij het weer gepro beerd, maar zij wilden niet. Toer. was er niets meer aan te doen, toen zijn wij weggegvaren. En ziet u, dat was nou het ellendige, juist toen wij weg waren schoten ze weer een vuurpijl af en gaven ze weer S.O.S.-seinen. Maar wij konden niet meer te hulp komen. De storm kreeg zoo'n kracht, dat wij eigenlijk niet dach ten er het leven af te brengen." Tot zoover schipper De Kooy. Het tweede deel van dit drama speelt zich in den vroegen ochtend van Don derdag af. De nacht trekt langzaam weg en de „Brandaris" gaat eens kijken hoe het met de „Oakford" staat. Tot hun schrik zien de schepelingen, dat een boot met de davits ontbreekt. Een somber teeken. Zouden ze dan toch van boord gegaan zijn, ondanks alle waarschuwingen, tegen alle verstandige zeemanschap in? De „Brandaris" seint het naar Texel en Texel waarschuwt de reddingsboot, die weer onmiddellijk klaar staat om te gaan zoeken. Want het is mogelijk, dat de mannen nog op zee rondzwalken. Schipper De Kooy ver telt er weer van: „Ik zei zoo, als ze ergens zijn, dan moeten ze naar de Vliehorst gedreven zijn. Zullen wij daar eens gaan kijken? Wij voeren er heen, doch zagen eer -t niets. Nu is de Vliehorst een breede zandplaat, die zich anderhalf uur gaans ten Zuid-Westen van het eiland Vlieland uitstrekt. Er staat een klein reddings huisje en ik stuur er iemand heen om te zien of de schepelingen daar misschien zouden zitten. Maar nauwelijk' is de man weg of daar roept iemand van boord: „Kijk eens! Daar! En ja, in de verte zagen wij wat zwart liggen. Wij zijn er heen gestapt. Aan de spanning omtrent het lot van de bemanning van de „Oakford" was meteen een einde ge komen. Op eenigen afstand van elkaar lagen acht lichamen. Dood. Vijfhonderd meter verder de omgeslagen boot en daaronder nog twee lijken. Dat was alles. Wij gaven onmiddellijk bericht naar den vasten wal en vermeldden er bij, dat wij de lijken zoo niet konden bergen. Toen is er hulp gekomen, maar den ge- heelen middag is er toch mee gemoeid geweest. Hoe zij daar gekomen zijn? Naar mijn meening, aldus de schipper, is de reis met hun boot goed gegaan tot op dui zend meter afstand van de Vliehorst. Ze waren dus in zicht van een veilige plek. Toen zal een groote golf ze hebben omgeslagen. Dat is zoo mijn gedachte over het geval. Daartegen pleit echter, dat het horloge van een van de mannen op kwart over vijf is blijven stilstaan, maar dat kan wei toeval zijn. Ik ver moed, dat het ongeluk hen 's morgens tegen elf uur heeft getroffen. In het café van Cocksdorp zit om de warme kachel een aantal mannen bij elkaar. Zij hebben een aantal papieren bij zich. De laatste resten van het bezit der verongelukte bemanning. Er is een logboek bij, dat tot 17 Januari des mid dags te drie uur 25 is bijgehouden. De laatste zin iswij voelen den grond en stooten zwaar. Het zicht is heel slecht, wij meenen het Haaksche vuur schip te hebben gehoord, doch konden dit niet zien. Van Vlissingen af hebben wij met een zwaren Zuid-Wester-storm te kampen gehad. Er staat 9 voet water. „Vessel grounded". Het schip strandt. Enkele simpele woorden dus. Zij geven meteen een oplossing voor de vraag, hoe het schip is gestrand. Waar schijnlijk heeft men et aHaksche vuur schip niet gehoord, doch wel gedacht de bekende geluiden te vernemen. Daarop is een foutieve koers gemaakt met het gevolg, dat de „Oakford" op de gevaar lijke gronden is terecht gekomen. De kapitein van de „Oakford" heet Pellett en is 35 jaar oud. De lichamen van de bemanning waren op één na alle gekleed in zwemvesten van zeer slechte kwaliteit. De positie van het schip is op het oogenblik niet zeer ge vaarlijk. Waren de mannen aan boord gebleven, dan hadden ze zonder twijfel nog geleefd. 5 c h a a t s e n r ij d e n. Te Engelberg vonden gisteren onder zeer slechte weersomstandigheden de wedstrijden voor den Twentebeker plaats. Er werd gere den over 3000 M. Aan deze wedstrijden namen geen bekende Noorsche of Zweedsche rijders deel, terwijl ook de beste Nederlandsche rijders niet wa ren ingeschreven. Feitelijk waren onze Ne derlandsche deelnemers alleen de z.g. „co ming men". De tijden waren slecht, wat wel blijkt uit het wereldrecord, dat 4 min. 59.1 sec. be draagt. Maar er woei de Föhn, het regende en het ijs werd steeds slechter, wat vooral voor de laatste rijders fataal werd. De uitslagen luiden: 1Riedl (Oostenrijk), tijd' 5 min. 59.3 sec. 2. Akerboom (Nederland), 6 min. 5.1 sec.; 3. Wazulek (Oostenrijk) 6 min. 8.2 sec.; 4. en 5. Wimmerling (Hongarije) en Van Zijl (Ne derland), beiden 6 min. 17.4 sec.6. en 7. St. de Boer (Nederland) en Sames (Duitschland) beiden 6 min. 18.2 sec.; 8. Sandtner (Duitsch land) 6 min. 26 sec.; 9. H. Blaisse (Neder land) 6 min. 31.8 sec.; 10. B. Blaisse (Neder land), 6 min. 34.8 sec.; 11. Stiepl (Oosten rijk) 6 min. 34.8 sec.; 12. Wintner (Honga rije) 6 min. 36.3 sec.; 13. Reiter (Oostenrijk) 6 min. 49.4 sec.; 14. Stoker (Nederland) 6 m. 52.2 sec.; 15. Hedveghi (Hongarije) 6 min. 58 sec.; 16. Scholten (Nederland) 7 min. 2.8 sec Zaterdag en Zondag worden te Engelberg de wedstrijden om den Hollandbeker gehou den. Bridge. Gisteravond had in de groote zaal van de Harmonie een bijzonder geanimeerde bridgewedstrijd plaats, waaraan door ruim 70 personen werd deelgenomen. Er werd ge speeld in drie groepen, resp. van 7, 6 en 5 tafels. In de groep van 5 tafels speelde met 5 spellen per tafel. Er heerschte gedurende den geheelen wedstrijd groote stilte, wat het spelen bijzonder aangenaam maakte. Ook had het geheel door het iets kleiner aantal tafels een zeer vlot verloop en was de wed strijd mooi op tijd geëindigd. Het berekenen van den uitslag vorderde slechts weinig tijd. Er werden door de diverse eerste prijzen winnende paren uitstekende prestaties ge- leverd, wat duidelijk blijkt uit de lage to talen der rangnummerpunten. Er waren dit maal ook tweede prijzen. I In de groepen A en B. zaten in de even Wanneer de rheumatiek U eenmaal in haar greep heeft, zullen pijnen en last U niet gespaard blijven. Leest eens, in welk een toestand deze man geraakte: „Een jaar geleden had ik rheumatiek in mijn schouder. Het was zoo erg, dat mijn vrouw me mijn sokken en schoenen moest aantrekken en me in mijn ja» moest helpen. Ik probeerde allerlei me dicijnen zonder succes. Toen zag ik een advertentie van Kruschen Salts en ik besloot dit eens te nemen; met het ge volg dat ik mijn rheumatiek kwijt ben. Daarom beveel ik Kruschen Salts zoo graag aan, wanneer ik iemand ontmoet, die last van rheumatiek heeft." L. M. G. Rheumatiek wordt veroorzaakt door onvoldoende werking der inwendige organen; een toestand waarvan de lijder zich zelden bewust is. Maar het wordt een ongemerkte ophooping van afval producten en een daarmee gepaard gaande vorming van stoffen, die scha* delijk zijn voor den algeheelen gezond heidstoestand. En deze stoffen onder mijnen het geheele gestel. Kruschen Salts is het natuurlijke re cept tot het behoud van een inwendige zuiverheid. De zes zouten in Kruschen sporen nieren en ingewanden aan tot gemakkelijke, geregelde werking. U wordt dus inwendig vrij gehouden van alle onzuiverheden, welke, indien zij zich kunnen ophoopen, ongetwijfeld het peil Uwer gezondheid zullen verlagen. De „kleine, dagelijksche dosis" Kru schen voorkomt dit. Want de zes ver schillende zouten in Kruschen verhoo- gen de werking der afvoerorganen, ver schaffen U nieuwen levenslust. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijg baar bij alle apothekers en drogisten a 0.90 en 1.60 per flacon, omzetbelas ting inbegrepen. Stralende gezondheid voor één cent per dag. Let op dat op het etiket op de flesch zoowel als op de bui tenverpakking de naam Rowntree Han dels Mij., A'dam, voorkomt. lijn de 'beste spellen. In groep C. ontliepen de lijnen alkaar niet veel. Een opgelegd! groot-slem-spel in de oneven lijn van groep A werd slechts door 3 van de 7 paren ge boden. En zooals gewoonlijk leverden ver schillende tafels weer verrassende resultaten- In A oneven was b.v. een paar no. 1 met -f* 750 en een ander paar aan dezelfde tafel no. 7 met 1790 p. In de evenlijn was' aan een tafel het beste resultaat 750 p.het minste resultaat 2360 p. Zoo blijft bridge steeds een spel van verrassingen en onberekenbare kansen. Maar elke wedstrijd leert opnieuw hoe geweldig moeilijk het spel is en hoeveel er nog aan verbeterd kan worden door serieuse oefening. De uitslagen waren als vofgtt Groep A. Oneven-lijn. 7 paren: 1. de heeren C Beek Jr. en P. H. A. Tuyn met 13 p.; 2. de heeren B. Finkensieper en J. H. Voort 20 p. Even-lijn. 7 paren: 1. mevr. J. van GuUk— de Vries en mevr. E. de Vriesvan Berghem 21 p.; 2. de heer en mevr. B. Schoen 25 p. door hooger totaal serie de heeren G. en J. Deutekom te Noordscharwoud behaalde ook 25 p. Groep B. Oneven-lijn. 6 paren: 1. mej. G. Wiemer en de heer A. K. Bettin'k 15 p.; 2. mej. van Dijk en de heer A. Bin.g 19 p. Even-lijn. 6 paren: 1. de heeren B. de Boer en C. Porssius 11K p.2. de heer en mevr, H. Jansen 15K p. Groep C. Oneven-lijn. 5 paren: 1. mej. A. Elzas en de heer G. Cloeck 11 p.2. de 'heeren A. Ort en J. Maarleveld 13 p. Even-lijn. 5 paren: 1. mevr. Berkhouwer en mevr.. Waserval 12 p.; 2. de heeren Kirke- nier en Untied 13 p. Ik ben met u alleen, o Venus, felle star Zoo begint Karei van de Woestijne, de Vlaamsche schrijver en dichter, een van zijn prachtige verzen, somber-grootsch zoovaak als een najaarszonsondergang. „Alleen ten hemeltuine een helle roos; een vurig-felle roos in Stilte's donkren lande". Zoo noemt hij in de volgende strofen de heldere ster, die in deze weken als avondster aan den Westerhemel is te zien. Mistige bewolkte luchten hebben haar de eerste weken van Ja nuari vaak aan het oog onttrokken, maar zoo af en toe op heldere avonden hebben ve len haar toch opgemerkt en bewonderd. En anderen, die deze stralende planeet, na zon en maan het helderste hemellichaam, niet kennen, zullen toch wel eens hebben ge dacht als hun blik zich over de velden, de boomen en de huizen naar boven richtte in het schemeruur: wat is dat een wonderhelle ster, duidelijk zichtbaar voordat andere ster ren zich vertoonen aan den winterschen hemel Dat is dan dus Venus, een van de negen groote en voornaamste planeten, waartoe on ze aarde ook behoort ën die hun bijna cirkel vormige banen gaan rondom de zon. Elk heeft natuurlijk haar eigen afstand van die zon en haar eigen zonne-baan. De aarde doorloopt die baan in een jaar, Venus en Mercurius, de twee planeten, die het dichtst bij de zon staan, doen er respectievelijk on geveer 225 en 88 dagen over. Hoe dichter bij de zon, hoe grooter ook de snelheid is waarmee de planeet zich beweegt, een snel heid, zoo ontzaglijk groot, dat die van Post- jager en Pelikaan er nog een slakkengang bij is. De aarde legt 30 K.M. af per secon de, Venus doorloopt in denzelfden korten tijd nog enkele kilometers meer. Omdat haar baan tusschen de aardebaan en de zon in ligt, zullen wij Venus altijd dicht bij de zon aan den hemel moeten zoe ken. De ster is waar te nemen hetzij in den vroegen morgen op de tijden dat zij morgen ster is, even voor zonsopgang, hetzij in de avondschemering als avondster kort na de ondergang van de zon. Zooals James Jeans, de bekende sterrekundige, de schrijver van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 9