DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Dollfuss in zijn wiek geschoten. Het Fransche kabinet nu al in moeilijkheden. Rusland's oorlogs-uitrusting. tDxtgeliifisch No. 30 Directeur: C. KRAK. Maandag 5 Februari 1934 136e Jaargang Hoe Von Neurath, de Duitsche mi nister van buitentandsche zaken ertoe kwam, een zoo scherp antwoord naar Weenen te sturen. DE GROOTE MACHT VAN HITLER. Buitenland De Parijsche politie-prefect Chiappe verwekt groote beroering. HET KABINET WEER COMPLEET. Waf vandaag de aandacht trekt En Japan's oorlogszucht. W0R0SJIL0W SPREEKT. ALKMAARSCHB COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, iranco door het geheele Rijk f 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letter? naar plaatsruimte. B'ieven iranco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Hoofdredacteur: Tj. N- ADEMA. Dit nummer bestaat uit twee bladen Een storm van verontwaardiging is in Oostenrijk en zelfs ver daarbuiten opgeste- fen bij het vernemen van het antwoord van erlijn aan Weenen en we durven met zeer veel zekerheid thans te voorspellen, dat Doll fuss nog deze week bij den Volkenbond zal klagen over de meer dan minderwaardige be handeling. Velen hebben het hem afgeraden, de Italiaan en de Engelschman hebben be denkelijk het hoofd geschud. En zelfs Paul Boncour heeft als minister van buitenland- sche zaken den Oostenrijker geraden nog even te wachten. Hij zelf achtte een stap te Geneve wel het meest aangewezen middel, maar Oostenrijk moest daar alleen in het uiterste geval toe overgaan, meende' Boncour. Eerst moest Dollfuss zich op de hoogte stel len van de bedoelingen der andere mogend heden. Dollfuss heeft toen nog eens een nota aan Berlijn gezonden en de mogendheden gele genheid gegeven naar aanleiding daarvan vriendschappelijke stappen te doen bij v. Neu rath. Maar het heeft niets geholpen. Berlijn wil geen streep achteruitgaan, geen enkele belofte afleggen, die de bestaande spanning zou kunnen verminderen. Hier dringt zich de vraag op: waarom is Berlijn zoo weinig toeschietelijk? Neurath's politiek. Het is niet mogelijk die vraag met vol strekte zekerheid te beantwoorden. We weten nog te weinig van de drijfveeren der Duit- sche buitenlandsche politiek. Maar het valt onmiddellijk op, dat de Duitsche nota aan Weenen kwalijk past in de politiek van Neu rath, zooals we die hebben leeren kennen. Zeer waarschijnlijk is het, dat de minister heeft moeten wijken voor binnenlandschen druk, zoodat zijn nota aan Dollfuss een soort strafwerk is geweest, dat hij slechts noodge dwongen heeft afgeleverd. De politiek van Neurath is er steeds op uit geweest de bestaande tegenstellingen te ver zachten. Hij trachtte het Duitsche buiten landsche front zooveel mogelijk te ontlasten. Zijn grootste succes behaalde hij, toen hij het verdrag met Polen wis te sluiten, dat een groote ontspanning in het Oosten bracht zelfs de Russen laen sindsdien weer vriende lijker klanken hooren. Slechts op één doel wil de de Duitsche minister zich richten: de rechtsgelijkheid van Duitschland, uitgedrukt in een versterking der Duitsche militaire po sitie. Dat was zijn doel. Al het andere moest daarvoor wijken. Neurath heeft met die politiek ongetwijfeld succes gehad. De publicatie van de verschil lende memoranda heeft dit aangetoond. Neu rath was reeds zoover opgedrongen, dat hij in een memo van 19 Januari aan de Fran- schen kon voorstellen, dat dezen hun be staande bewapening zouden behouden, docli dat Duitschland een leger van 300.000 man zou krijgen met alle als defensief erkende wapens. Hij kon dat doen, want uit het Ita- liaansche memo blijkt, dat Mussolini precies hetzelfde wil en uit het Engelsche memo blijkt, dat Londen eerst nog een poging wil doen om zoowel Frankrijk als Duitschland op een lager bewapeningsniveau te krijgen, doch als alternatief het Duitsch-Italiaansche be ginsel wil aanvaarden. Vergelijkt men dezen toestand met de situa tie van een jaar geleden, dan ziet men, dat Neurath zijn doel al zeer dicht genaderc was. De nota van Weenen En nu deze nota aan Oostenrijk! Men kan zich voorstellen, hoe Neurath er zich tegen verzet zal hebben, dat zij in dezen vorm naar Weenen verzonden werd. Terwijl twee der drie Europeesche groote mogendheden zich reeds met een Duitsche herbewapening (die natuurlijk een anderen naam zou krijgen hebben verzoend, terwijl van Polen geen ver zet meer is te duchten en in Frankrijk steeds meer stemmen opgaan om zich naar de om standigheden te schikken, wekt de nota aan Dollfuss nieuw verzet tegen het doen van concessies aan Duitschland. Wanneer men de Duitsche nota ook maar oppervlakkig leest, wordt men reeds getroffen door het sofistische in de redeneering, dat de redevoeringen, door het radiostation Mün- chen verspreid, geen inmenging zouden zijn in de Oostenrijksche binnenlandsche zaken En al zou men dit niet inzien en de redenee ring vreeselijk logisch vinden, dan nog zal men zich niet kunnen onttrekken aan de con clusie, dat Berlijn met dit document verklaart dat het zich niet buiten de Oostenrijksche dingen kan houden. Neurath moge in den kring der ministers betoogd hebben, dat men Oostenrijk gerust aan zichzelf kan overlaten omdat het naar nat.-soc. inzicht tenslotte toch moet „omvallen", men durfde het blijkbaar tegenover de Duitsche binnenlandsche opinie niet aan de „broeders" in Oostenrijk „in den steek te iaten", De radicalen. Hitler's macht in Duitschland is groot. Wij behoeven dat niet te bewijzen, doch herinne ren er even aan, dat de gewone man in het bruine hemd toch den indruk moet hebben, dat er heel wat prijsgegeven is van de oude wenschen en hem desondanks trouw b'"tt. Doch ook de macht van den Führer heeft zijn grenzen en Hitier heeft een scherp instinct voor hetgeen hij wel en hetgeen hij met zijn mannen niet doen kan. Wanneer men nu den binnenlandschen toe stand in Duitschland nagaat, dan valt het op, dat na een periode van rust het revolu tionnaire élan weer merkbaar begint te wor den op allerlei gebied. Als in het proces Maikowski de communis tische beklaagden niet ter dood veroordeeld worden, begint het publiek te schreeuwen en als de president vraagt, wie zich in de zaken des gerechts durft mengen, staan alle bruin- hemden in de zaal op en de aanvoerder zegt „de heele Sturm protesteert". In Keulen slaat de Hitlerjugend de geuni formeerde katholieke jongeren van Neu- Deutschland van de straat. Onder de boeren begint een beweging merkbaar te worden om de revolutionnaire veroveringen voort te zetten, men eischt staatsleiding over het resteerende particuliere bankwezen, om een lagen rentestandaard te verzekeren. Onder den druk der radicalen worden maatregelen genomen tegen de „reactie", te gen de monarchisten, wier vereenigingen een voudig verboden worden, tegen de confessio- neele leiders in de kerk, wier verzet wordt neergeslagen. Opnieuw eischen de leiders der studenten het prijsgeven van het „streng-we tenschappelijk" regime op de hoogescholen Goebbels tracht den storm te bezweren, hij tracht zijn hoorders gerust te stellen„wacht even, op het juiste oogenbük slaan we de woelmuizen der reactie dood". Zijn rede wijst op groeiend ongeduld onder de bruin- hemden. Onder deze omstandigheden was het blijk baar onmogelijk voor de regeering een nota te zenden naar Weenen, die in Duitschlanc den indruk gewekt zou hebben, dat men de Oostenrijksche nazi's in den steek liet. Neu rath's politiek wordt doorkruist door het re volutionnaire sentiment. Evenals dat het geval is in de houding te genover Dimitrof, die zeker al lang in Mos kou zou ziten, als Neurath zijn zin had ge kregen. De kwestie voor den Volkenbond. Een hedenmiddag ontvangen telegram meldt, dat de Oostenrijksche regeering haar geschil met Duitschland bij den Volken bond vandaag nog aanhangig zal maken. Naar verluidt, doet de Oostenrijksche re geering een beroep op par. 2 art. 11 van het Volkenbond-pact, dat spreekt over handha ving en verstoring van den wereldvrede. De Fransche minister van Oorlog, Fabry, en de minister van Financiën, Piétri, verkla ren in hun gemeenschappelijk schrijven, waarin zij ontslag vragen, dat het kabinet de taak heeft aanvaard het aanzien van den staat te herstellen. In den ministerraad van Zaterdag is evenwel tusschen de meerderheid der leden van het kabinet en de ministers van Finan ciën en Oorlog een diepgaand meeningsver- schil ontstaan over de wegen en middelen, welke op dit oogenbük geschikt zijn om het doel te bereiken. Wij, aldus de ministers, achten het derhalve een plicht van loyali teit U, mijnheer de minister-president, te ver zoeken af te zien van onze medewerking nog vóórdat de regeering zich aan het parlement heeft' voorgesteld en zoo lang het den heer minister-president nog gemakkelijk valt de noodige steun te vinden. De radicaal-socialistische afgevaardigde, Marchandeau, die in het laatste kabinet Ghautemps minister voor de Begrooting was, is benoemd tot minister van Financiën en Begrooting. Paul Boncour is benoemd tot minister van Oorlog en de radicaal-so cialistische afgevaardigde Jaubert tot on derstaatssecretaris van het ministerie van Financiën en Begrooting. In de Zondagmorgen gehouden kabinets zitting heeft minister-president Daladier Paul Boncour en Marchandeau zijn dank uitgesproken voor het feit, dat zij bereid wa ren de portefeuilles van oorlog en van finan ciën te aanvaarden, terwijl hij Jaubert dank te, die zijn benoeming tot onder-staatssecre taris van financiën heeft aanvaard. Voorts heeft het kabinet een groot aantal benoemingen goedgekeurd. De perfect van het departement Rhóne, Villey, werd be noemd tot prefect van het departement van de Seine, als opvolger van Renard, wiens verzoek om ontslag werd aanvaard. De di recteur-generaal van 't departement van kunst en onderwijs, Boilairt werd benoemd tot prefect van het departement van de Rhóne, terwijl in zijn plaats de inspecteur van de Parijsche Académie, Huisman, werd benoemd. Na afloop van de kabinetszitting heeft Daladier de volgende verklaring ter publi catie aan de pers gegeven: „De minister-president, die verantwoorde lijk is voor het regeeringsgezag, wijst elke perspolemiek af. Hij is slechts erop bedacht, zijn plicht tegenover het land te vervullen. Hij is vastbesloten, volledige klaarheid in zake de Stavisky-affaire te scheppen en in de toekomst onregelmatigheden, zooals zijn voorgekomen, onmogelijk te maken. Hij zal zich door niets laten tegenhouden. De com missie, die na het bijeenkomen van het Par lement opdracht zal krijgen, de Stavisky-af faire tot in de diepste details te onderzoe ken, zal onmiddellijk na haar samenstelling alle documenten krijgen, die zij voor de ver vulling van haar taak noodig heeft en in de eerste plaats de volledige lijst van de door Stavisky uitgeschreven cheques". verschenen in den loop van den middag tal van Kamerleden, vaak vergezeld van sena toren, in de wandelgangen. Er vormden zich geen speciale groepen, doch uit de uit latingen der aanwezigen kon men opma ken, dat de tweede regeering Daladier waar schijnlijk dezelfde meerderheid zal verkrij gen als de vorige maal. De prefect van het Seine-departement, Re nard, die afgetreden is, heeft zijn ontslag gemotiveerd met het feit, dat zijn werk zaamheden te zeer verbonden zijn geweest met die van den politieprefect Chiappe, dan dat hij na diens aftreden nog in functie zou kunnen blijven. Hij staat op het standput, dat de tegen Chiappe getroffen maatregelen niet in overeenstemming zijn met het belang van de stad Parijs. Persstemmen. In verband met de door de regeering geno men maatregelen tot afzetting van een aantal hooggeplaatste ambtenaren, bericht de „Echo de Paris", dat Chautemps, de vroegere pre mier, in de wandelgang van de Kamer ver klaard heeft, dat het afzetten van den direc teur der Sureté, Thomé, even ongerechtvaar digd is als de afzetting van Chiappe. Hij, Chautemps, had er den voorkeur aan gegeven af te treden, liever dan in functie te blijven op een wijze zooals de tegenwoordige regeering dit doet. Oud-minister Tardieu heeft aan het „Jour nal" verklaard, dat de afzetting van Chiappe een zuiver politieke maatregel is. De regee ring heeft in ruil voor hun steun aan de socialisten het hoofd van Chiappe aangebo den. De „Journée Industrielle" zegt kort en bon dig, dat Marokko geen strafkolinie is voor politieprefecten. De socialistische „Peuple" verklaart, dat de Het ontslag van Chiappe. Het ontslag van den Parijschen politie prefect Chiappe staat nu in het middelpunt van de belangstelling. Chiappe heeft aan den minister-president Daladier een breedvoerig schrijven gericht, waarin hij zijn verwondering uitspreekt over zijn plotseling ontslag. De minister-president en de minister van binnenlandsche zaken hadden hem nog slechts enkele dagen geleden, de minister van binnenlandsche zaken zelfs nauwelijks 24 uren te voren, zoo veel verzekeringen gegeven van achting en aanhankelijkheid, dat hij in geen geval hun bedoeling, hem af te zetten, heeft kunnen vermoeden. De onverklaarbare, al te edelmoedige be vordering tot president-generaal in Marok ko, welke men hem aanbiedt, is volgens zijn meening slechts een maatregel welke het ge volg is van wantrouwen. Daarom wijst Chi appe deze benoeming af. De Chiappe-affaire heeft gisteren tot rel letjes aanleiding gegeven. Gisteravond laat is het nl. op de groote Parijsche boulevards, in de nabijheid van de Opera, opnieuw tot relletjes gekomen. Onge veer 2000 leden van de Action francaise be toogden tegen de afzetting van Chiappe. In rechtsehe kringen beschouwt men een en an der n.1. als een overwinning der socialisten, die zijn aftreden reeds geruimen tijd ge- eischt hebben. De betoogers zongen royalistische liede ren en riepen herhaaldelijk „leve Chiappe" en „weg met Daladier". Het gevolg was, dat het herhaaldelijk tot botsingen met de politie kwam. Een groot aantal betoogers werd gearresteerd. Behalve de aanhangers der Action Fran caise namen ook enkele afdeelingen blauw- hemden deel. Deze laatsten vormen de pas opgerichte beweging der Francisten en handen fascistische stellingen aan. De politie had niet veel moeite hen te ver spreiden. Ondangs het feit, dat gisteren de Fran sche Kamer geen zitting heeft gehouden, Dolffuss in zijn jviek geschoten. (Dag. Overzicht). Daladier in moeilijkheden. (Bui tenland). Noodweer in Spanje en Algiers. (Buitenland). Rusland's oorlogs-uitrusting. (Bui tenland). Hevige twist te Groningen. (Bin nenland) Felle brand te Deventer. (Binnen land). Wijchens ex-secretaris ingesloten. (Binnenland). Geslaagde noodlanding van K. L. M.-vliegtuig. (Luchtvaart). Kassier van N. V. Coöperatieve Leenbank te Eindhoven gearres teerd. (Binnenland). (Zie voor nadere bijzonderheden eventneele laatste berichten). openbare meening de afzetting van Chiappe met voldoening zal vernemen. De bevolking van Parijs heeft genoeg van dezen machtigen politieman, die van de poli- tie-prefectuur langzamerhand een staat in een staat gemaakt heeft. Thans is bewezen, dat de afzetting van Chiappe reeds veel eer der had moeten geschieden. Het te'egraafagentschap van den Sovjet Unie publiceert thans den tekst van de groo te redevoering, welke de volkscommissaris voor leger en vloot. Worosjilow, op 30 Jan. heeft gehouden op aen 17en partijdag van de Russische communistische partij. De volkscommissaris meent in zijn inlei ding, dat het 17e partijcongres in de geschie denis bekend zal worden als de eerste partij bijeenkomst van bolsjewistische eenheid. De partij moet haar geheele macht en autoriteii wijden aan het spoorwegverkeer. Wat de landsverdediging betreft komt de weermacht der Sovjet-Unie geheel tegemoet aan het ontwikkelingspeil van het land. Tus schen het 16e en 17e partijcongres ls een enorme arbeid gepresteerd voor de reorgani satie van het Roode Leger. Wij hebben, aldus Worosilow, moderne tanks in volkomen voldoende hoeveelheid, wij hebben een artillerie, welke qualitatief en quantitatief voldoende is, een aantal machi negeweren, dat voldoende is en ook voldoen de geschut voor de verdediging tegen lucht aanvallen. Wij hebben thans een machtige chemische industrie en geen slechte communi catiemiddelen. Wij hebben machtige groote bombardementsvliegtuigen gebouwd en Ui de geheele luchtmacht verbeteringen aange bracht. De techniek heeft het Roode Leger een geheel ander aanzien gegeven. Voor de ver sterking der landsverdediging zijn versterkt- plaatsen ingericht over de geheele Sovjet Unie, niet alleen aan de Westgrens van h*t Ladoga-meer tot de Zwarte Zee, maar ook :n de meest bedreigde gebieden in het Ver e Oosten en in Siberië. Aan de Oostzee, in de buurt van Mcermansk aan de Zwarte Zee en in het bijzonder in het Verre Oosten is de kustverdediging versterkt. Deze versterkingen zullen een ieder die den lust mocht hebbe i het gebied van de Sovjet Unie aan te vallen, aanzienlijke moeilijkheden bieden. Het gevaa. van eén aanval op de Russische kustgebieden heeft de Sovjetunie gedwongen over te gaan tot de aanschaffing van zeestrijdkrachten ook in het Verre Oosten. Linieschepen en vliegtuigmoederschepen heeft de Sovjet-Unie in het Verre Oosten niet, doch de lichte zeestrijdkrachten en de kustbe- scherming die Rusland daar bezit, voorai echter de marine-vliegtuigen en de onder zeeërs kunnen een aanvallenden vijand reeds ernstige schade berokkenen. Hoe denken we over Japan? Over den algemeenen toestand in het Verre Oosten zei Worosjilow, dat Japan het eerste land was, dat gepoogd had zich met behulp van een oorlog een uitweg uit de crisis te ba nen. Op de wereldmarkt was het de voor naamste kooper van oorlogswapenen en grondstoffen voor oorlogs-industrieën. Tege lijkertijd bespeurde men duidelijk de politieke voorbereiding van Jaoan op een oorlog, die erger was dan de oorlog in China was ge voerd. Japan was niet slechts de eigenlijke meester in Mantsjoerije geworden, het was er ook toe overgegaan, de Russische belangen in Oost-China en bij den Oost-Chineesch>m spoorweg te schaden. De bescherming der Sovjet-grenzen en Sovjet-steden was den Ja panners een doorn in het oog. Het zou hun liever geweest zijn, wanneer de grenzen tus schen Rusland en Mandsjoekwo even onbe schermd waren als de Chineesche grenzen van 1931. De oorlogsvoorbereidingen van Japan strekten zich uit op militair-economisch, or ganisatorisch, bewapenings-technisch gebied, quantitatair versterking der strijdkrachten en tenslotte de voorbereiding van den opmarsch door Mandsjoerije. Mandsjoerije wordt lang zamerhand het sterkste steunpunt van Japan. De Sovjet-Unie diende dit alles met aandacht te volgen, de noodige maatregelen te nemen om op alles voorbereid te zijn. In de eerste plaats moest Sovjet-Rusland in zijn interna tionale betrekkingen vrijheid om te manoeu vreeren hebben. Alle saten, die binnen afzien baren tijd geen oorlog wilden voeren, groe peerden zich om Rusland. De betrekkingen met de landen in het Nabije Oosten waren voortreffelijk, het vriendschappelijkst die met Turkije. Niet slecht waren de betrekkingen met Perzië en Afghanistan. Slechts het Verre Oosten was met wolken bedekt, daar kon een oorlogsonweer losbreken. Wanneer men Rus land den oorlog opdrong, zou het een groote en ernstige oorlog worden. Het zou een oor log tegen de bolsjewiki worden en bovendien een moderne oorlog, die den initiatiefnemers duur te staan zou kunnen komen. Tenslotte somde de Volkscommissaris de verschillende maatregelen op, die de Sovjet- Unie ter bescherming van haar grenzen in het Verre Oosten genomen had. De gewapen de krachten in dit gebied waren slechts wei nig versterkt. Cijfers kon hij niet noemen. Op de voornaamste punten waren versterkingen aangelegd, waarlangs de vijand niet gemak kelijk op Sovjet-gebied zou kunnen konten. Wladiwostok en het geheele kustgebied, Noord-Sachaün evenals Kamschatska zoowc' als eiken voet grond in het Verre Oosten zou de Sovjet-Unie moeten verdedigen en ook we ten te verdedigen. „WEG MET DALADIER'. Parijs op kookpunt Bij de gisteravond op de groote boule vards te Parijs gehouden betoogingen wer den 75 personen gearresteerd. De nieuwe politieprefect Bonnefoy-Cibour leidde de politiemaatregelen persoonlijk. In de Comé- die Frantjaise kwam 't tijdens de opvoering van Shakespeares werk eveneens tot rumoe rige tooneelen. Volgens de „Echo de Paris' hield een der aanwezigen van een der galerij en 'n redevoering tegen 't ontslag van den in tendant Fabre. Hij verklaarde dat dit ontslag door laaghartige ooütieke intriges was be werkstelligd. Toen de politie den spreker 'ot zwijgen bracht en wegvoeroe, ontstond er groot tumult onder de toeschouwers, die den terugkeer van Fabre en het ontslag van den nieuwen intendant Thomee eischten. Er vormde zich een spreekkoor: „Fi donc, Dala dier aftreden. Daladier aftreden". Het tumult duurde minuten en ging over in gezang, dat tenslotte tot zwijgen kwam, waarna de voor stelling kon aanvangen In de pauzes her haalden de rumoerige tooneelen zich echter

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 1