!BwneitlaiuL
DE ZAAK ONNES VAN NIJENRODE
Rechtzaken
De voorgeschiedenis en de tenlastelegging
en de houding der verdachten.
80 GETUIGEN.
NIEUWE VEREENIGING VAN
OVERHEIDSPERSONEEL.
.TeDen Haag is opgericht, door personen,
uit den Nederlandschen Federatieven Bond
van personeel in overheidsdienst getreden, de
„Haagsche Vereeniging van personeel in
openbaren en semi-openbaren dienst."
In. den Federatieven Bond hebben de
regceringsmaatregelen tegen revolutionnaire
vaKvereenigingen ernstig meeningsverschil
doen rijzen.
Een minderheid was van oordeel dat een
vakorganisatie geen inmenging in hare werk
zaamheden, van welke politieke partij ook,
mag dulden. De meerderheid en het hoofdbe
stuur zagen dat niet in. Vandaar het uittre
den van een aantal leden en het oprichten
van de nieuwe, voorloopig nog slechts plaat
selijk, vereeniging.
MILITAIRE TEEKENÏNGEN
VERDWENEN.
De Amsterdamsche justitie heeft en huis
zoeking verricht bij een inwoner van Weesp
in verband met de verdwijning van teekenin-
gen van eenige kazematten van Muiden,
welke teekeningen de man onder zijn berus
ting moet hebben gehad. Zij bleken evenwel
niet aanwezig te zijn en de man ontkent ze
ooit in zijn bezit te hebben gehad. Na ver
hoor is de Weespernaar weer vrijgelaten,
de teekeningen, welke overigens niet veel
waarde hebben, zijn niet terechtgekomen.
Hoe de geruchten in de wereld
kwamen.
Betreffende de huiszoeking in Weesp naar
de vermiste militaire stukken, vernemen wij
nog de volgende bijzonderheden.
Een ingezetene van Weesp, noemen wij
hem X., ging op zeker «ogenblik failliet.
Kort daarop verscheen het parket uit Am
sterdam met den curator in het faillissement
om huiszoeking te houden. Algemeen dacht
men, dat dit was naar aanleiding van de
geruchten, dat X. goederen aan den faillieten
boedel had onttrokken. De werkelijke aanlei
ding voor de justitie om een huiszoeking te
houden, was echter waarschijnlijk in geheel
andere oorzaken gelegen.
Een ingezetene van Weesp IJ. was aan
vankelijk zeer bevriend met X. Door alle mo
gelijke financieêle verwikkelingen verdween
die vriendschap echter om plaats te maken
voor een scherpe en vijandige houding van
beide kanten. Deze IJ. liep op zekeren dag
naar de politie en vertelde daar, dat er wel
een bijzonder groote reden was om scherp op
X. te letten. X. zou n.1. in het bezit zijn
van teekeningen en plannen van verdedi
gingswerken in de nabijheid van Muiden en
Naarden, ter beschermig van de nieuwe
Vechtbrug en den nieuwen Rijksstraatweg. X.
zou deze plannen, toen hij nog bevriend was
met IJ., aan hem hebben getoond.
Zoqals gezegd stelde het parket een zeer
uitvoerig onderzoek in, dat bijna den gan
sehen dag in beslag nam; op last van den
officier werd een brandkast, waarvan de sleu
tel ontvindba ar was, door een smid geopend.
Reeds eerder waren geruchten in omloop,
dat X. in het bezit van deze plannen zou zijn
of geweest zou zijn. Een rijksveldwachter
had het weer gehoord van een man, die, toen
hij het vertelde, danig onder invloed van
sterken drank was, zoodat aan zijn verhaal
weinig waarde werd gehecht. Het onderzoek
liep dan ook op niets uit.
Bij het huidige onderzoek werden op het
gemeentehuis te Weesp X. zoowel als IJ. aan
een uitvoerig verhoor onderworpen, ooic een
genie-ofifcier uit Utrecht was aanwezig.
Beze toonde aan IJ. de werkelijke plannen
de plannen die in het bezit van X. zouden
«Ift geweest, zouden copieen zijn en vroeg
hön of dat dezelfde waren die X. hem had
getoond. Volgens IJ. waren het echter andere
teekeningen.
X. was indertijd zeer bevriend met een
Duitscher, die tijdelijk te Weesp woonde. Ook
dit spoor wordt door de justitie gevolgd en
naar verluidt, zouden reeds twee recher-
naar Duitschland zijn vertrokken. X.
,11hardnekkig ontkennen iets van gestolen
plannen af te weten. Het onderzoek wordt
met de meeste kracht voortgezet.
SCHERPER OPTREDEN VAN DE
JUSTITIE TEGEN REVOLUTIONNAIRE
UITINGEN.
Een circulaire van den minister van
justitie.
een nieuwe circulaire aan de procumirs-
.1 gerechtshoven heeft de mi-
cfw vai? Justitie, zich aansluitend bij het
Aon» J? v^n z'in ambtsvoorganger, er nog
aandacht op gevestigd, dat in de te-
g nwoordige omstandigheden eerste eisch is,
,etten op de overtredingen van strafbepa-
wa ü1' betrekking hebben op de veiligheid
van den staat, de Koninklijke waardigheid en
e bescherming van het aanzien van de over
heidsorganen.
Nog steeds komt het voor, schrijft minister
Van Schaik, dat revolutionnaire uitingen in
woord en geschrift, misdrijven van opruiing
en belecdiging, onvervolgd blijven. Eener-
zijds moedigt dit de daders aan tot voortzet-
f van hun afkeurenwaardige praktijken,
anderzijds kwetst dit het rechtsgevoel van de
overgroote meerderheid des volks, welke, te
recht, van oordeel is, dat het Staatsgezag
niet straffeloos mag worden aangetast en in
zijn dragers gehoond.
Delicten tegen de openbare orde en tegen
het aanzien van de staatsorganen en staats
instellingen, dienen derhalve met de meeste
kracht en voortvarendheid te worden opge
spoord en vervolgd. Het opruiien tot terreur,
het systematisch aanzetten tot dienstweige
ring, het beleedigen van hooggeplaatste over
heidspersonen met het oogmerk, het aanzien
van het gezag bij de menigte te verminderen,
zijn dan ook in wezen gevaarlijker delicten
dan diefstal of verduistering van indivi-
dueelen eigendom of op zichzelf staande be-
leediging van particulieren.
Het behoort mede tot de taak der parketten
om zelfstandig regelmatig kennis te nemen
van de revolutionnaire uitingen van links en
rechts binnen hun ressort en waar noodig
opsporingsonderzoek uit te lokken en te
leiden
Misdrijven door middel van de drukpers
dienen zooveel mogelijk vervolgd te worden
door het parket van het ressort, waar de ge
schriften zijn vervaardigd.
Bij de beslissing of een strafvervolging zal
worden ingesteld, moet bovenal met het ge
wicht van de Staatsbelangen, welke in het ge
ding zijn, worden rekening gehouden. In ge
val van vervolging moet zoo snel mogelijk
worden ingegerpen en gebruik gemaakt van
alle strafprocessueele middelen, die aange
wezen schijnen: voorloopige hechtenis, wan-
n®er daprioc deugdelijke gronden aanwezig
zijn; bij recidive van ernstige drukpersde-
licten, inbeslagneming, voorbereiding van
verbeurdverklaring, last tot vernietiging of
onbruikbaannaking van de werktuigen, b.v.
van de pers, het zetsel enz.
De minister meent, dat zoodanige inbe
slagneming niet in strijd is met art. 7 der
Grondwet, dat wel is waar bepaalt, dat nie
mand voorafgaand verlof noodig heeft om
door de drukpers gedachten of gevoelens te
openbaren, doch daarnaast uitdrukkelijk
vaststelt, dat ieder voor de wet verantwoor
delijk blijft voor den inhoud. Derhalve kan
tegen drukpers-misdrijven met de gewone
strafprocessueele middelen worden opgetre
den. 16
Deze circulaire is inmiddels ter kennis ge
bracht van de parketten en politie-autori-
teiten.
DE COLLECTIEVE ARBEIDS
OVEREENKOMST IN HET
STUCADOORSBEDRIJF.
Geen overeenstemming bereikt.
In de pers van 3 Febr. j.1. circuleerde een
bericht, waarin van werkgeverszijde werd
medegedeeld, welke arbeidsvoorwaarden zij
bereid waren in een Landelijk Collectief Con
tract op te nemen.
Wat in dat bericht niet vodrkwam was,
dat de besturen van de patroons- en arbei
ders-organisaties het eens geworden waren
over een aantal voorstellen, die zij voor hun
organisaties zouden verdedigen.
Deze voorstellen nu waren door de leden
van de patroonsbonden verworpen, maar
zijn door de arbeiders-organisaties aan
vaard.
Naar aanleiding van de toen Ingetreden
situatie hebben de besturen der arbeiders
organisaties het initiatief genomen voor een
nieuwe bespreking, die Vrijdag in den Haag
plaats vond.
Daar is overeenstemming niet mogelijk ge
bleken.
De door de werkgevers gedane voorstellen
en het tusschen de gezamenlijke besturen ge
troffen compromis bevatten drie geschilpun
ten. Deze punten waren de volgende:
a. De werkgevers wenschten voor een 9-
tal gemeenten niet te bestendigen de ver
plichting, om in woning- en scholenbouw in
tarief te laten werken. In een 6-tal van deze
gemeenten hadden de Werkgevers slechts le
den, terwijl ze voor twee gemeenten feitelijk
geen bezwaren hadden, deze verplichting te
aanvaarden.
b. Zij wenschten de bestaande vacantie-
regeling slechts tot einde Juni; daarna zou
er slechts één vacantiefonds mogen zijn.
c. Zij wenschten voor Groningen een
grootere loonsverlaging van 2 cent per uur
en voor Nijmegen van 3 cent per uur, voor de
stucadoors. Voor Leiden van 5 cent per uur
voor de opperlieden.
De besturen der arbeidersorganisaties heb
ben Vrijdag voorgesteld, voor den duur van
2 tot 3 weken het meergenoemde compromis
in te voeren In dezen tijd zouden dan, via de
hoofdbesturen der patroonsorganisaties, met
de besturen der afdeelingen bovengenoemd,
besprekingen gevoerd worden, teneinde als
nog te probeeren, fn deze plaatsen het ééns
te worden.
De werkgevers meenden in dat Voorstel
niet te kunnen treden. Zij konden, aldus deel
den zij mede, van hurt standpunt inzake het
in tarief werken, geen afstand dóen.
Terzake van de loonsverschillen waren zij
bereid zich nog eens met hun afdeelingen in
verbinding te stellen.
Hun voorstel van de vacantieregeling ga
ven zij nogmaals in ernstige overweging.
INKRIMPING VEESTAPEL.
Door de crisis-rundveecentrale zal gelegen
heid worden geboden aan haar te leveren:
Ie. kennelijk drachtige runderen in alle soor
ten en kwaliteiten; 2e versch afgekalfde
vaarzen en koeien, te: Purmerend op Dins
dag 27 Februari van 8—10 uur v.m. aan de
veemarkt en te Schagen op Donderdag 1
Maart, eveneens van 8 tot 10 uur v.m. aan
de veemarkt.
De kaarten voor afgifte tot levering moeten
uiterlijk Maandagmiddag ten kantore van de
Crisis-Rundveecentrale te 's-Gravenhage zijn
ontvangen.
Prijzen en verdere voorwaarden als de
voorafgaande week. Aangezien de Crisis-
Rundveecentrale de dieren, alvorens ze vérder
te verzenden, laat uitmelken, wordt niet meer
als eisch gesteld, dat zij uitgemolken moeten
worden aangeboden.
Na maanden van instructie, na hoor
en wederhoor van een schier eindelooze
rij getuigen, die in den loop van het
vorige jaar en in Januari van dit jaar
door den rechter-commissaris Mr. Smits,
zijn gehoord, is tenslotte de datum daar,
waarop de hoofdstedelijke rechtbank
een aanvang maakt met de behandeling
van een der meest geruchtmakende
strafzaken van de laatste jaren: de
Oniies-zaak.
Het betreft hier niet een zaak, waar
het om millioen gaat ,de uitkeeringen
door de verzekering gedaan beloopen
een bedrag van ruim 72 mille.
De belangstelling voor deze zaak is
dan ook niet gebaseerd op het finan-
cieele resultaat, dat de manipulaties
tegenover de verzekeringen heeft opge
leverd, maar wel op de manier waarop
door de verschillende groepen acteurs
deze comi-tragedie is opgevoerl Dan is
er nog een factor, waardoor de publieke
attentie zoo sterk door deze geschiede
nis is getrokken, nl. dat de „hoofdrol
speler" iemand is uit de hoogere krin
gen.
De hooïdpersoan.
De heer Onnes van Nijenrode heeft in
ve'schillende kringen van standing,
vooral in de financieele wereld een rol
van beteekenis gespeeld. Hij gold langen
tijd als een zeer rijk man, die zich op
het prachtig gerestaureerde kasteel
Nijemode onder Breukelen vorstelijk
had geinstalleerd. Verschillende finan
cieele klappen bleven echter ook hem
niet gespaard. Reeds in 1923 heeft hij een
gedeelte van zijn kunstschatten geveild,
on die verkooping bracht toen circa acht
ton op.
Later kwam de heer Onnes in connec
tie met den heer Goudstikker, voor wien
hij vóór de beruchte „inbraak" optrad
als een soort „vertegenwoordiger'Het
kasteel Nijenrode werd waar h« t zich
prachtig voor leende voor een leel in
gericht als toonkamer van de kunst
schatten van de firma Goudstikker. De
goede cliënten, dikwijls uit het buiten
land afkomstig, werden door den kas
teelheer ontvangen en konden dan de
verschillende kunstwerken en antiqui
teiten in eigen omgeving bewonderen
en koopen.
Zoo zoover is er op het gedrag van den
heer Onnes die in zijn omgeving zeer
gezien was, hij was o.a. bevriend met
den burgemeester van Breukelen niets
aan te merken en over zijn rol in deze
oplichtingsaffaire zal de rechtbank rroe-
ten oordeelen ,op wier oordeel het ons
niet past vooruit te loopen.
Om een overzicht te krijgen van de
hoofdpunten, waarom dit proces draait,
laten we hier nog eens kort de historie
van deze célèbre volgen.
Wat er gebeurd is.
Het anders zoo rustige dorpje Breu
kelen, waar de misdaad vrijwel onbe
kend is, werd in den nacht van 20 Fe
bruari op 1 Maart 1932 (dus bijna twee
jaar geleden) bezocht door een drietal
inbrekers, die per fiets vanuit de hoofd
stad naar kasteel Nijenrode waren ge
trokken. Op professionêele wijze wisten
zij binnen te dringen in de vorstelijke
vertrekken van het ridderlijk verblijf,
Even stil en discreet als ze gekomen wa
ren, vertrokkn ze weer, met zich voe
rend een niet onbelangrijken buit aan
kostbare miniaturen, schildeijen en
kostbare sieraden. Het gestolene verte
genwoordigde een hooge waarde en den
volgenden morgen, toen de inbraak
werd „ontdekt", was Breukelen in rep
en roer. Al heel gauw liep het gerucht
waar deze geruchten vandaan kwa
men is moeilijk te zeggen dat de zaak
niet heelemaal pluis was, de dief tal
zou „een kunstje" geweest zijn, de kas
té ei lh eer zou er meer van weten en de
verzekeringen zouden de dupe worden.
Hoe het ook zij, de praatjes liepen
tenslotte dood op de onschuldige hou
ding van den heer Onnes, het onderzoek
van de dorpspolitie noch van het
Utrechtsche parket leverde eenig mate
riaal op, waaruit zou kunnen blijken,
dat hier een „foefje" gebruikt was.
Het werd stil om Nijenrode, de aan
dacht van het groote publiek was in
deze onrustige tijden weer door andere
sensationeele nieuwtjes in beslag geno
men.
Ontdekkingen.
In het begin van het vorige jaar echter
werd de zaak nieuw leven ingeblazen
en wel door de Amsterdamsche recher
che, die het werk met de meeste energie
aanpakte. De beide rechercheurs Loman
en de Weile hebben hier uitstekend
werk in geleverd.
Naar aanleiding van geruchten over
valsche Turmac-cadeaubons werd bij
den detective Johanknegt, wonende aan
de Stadhouderskade, te A'dam, een
huiszoeking gedaan. Enbij die huis-
zoeking kwamen miniaturen te voor
schijn, die uit het kasteel ijenrode wa
ren „gestolen". Het eerste aanknoo-
pingspunt was gevonden. Voorzichtig
toog recherche en justitie onder leiding
van Mr. van Thiel, aan het werk om
deze kluwen te ontwarren en later „net
jes opgerold" aan de rechtbank voor te
zetten. Bij Johanknegt waren bovendien
brieven gevonden waaruit de opzet van
het spelletje voor een groot deel bleek
Ook de assistente van Johanknegt, Juf
frouw Nöggerath, die overigens in het
stuk slechts een zeer onbeduidend rol
letje heeft gespeeld, werd gearresteerd.
Zoowel door de verklaringen van J als
jv.ffr. N. ging de justitie er toe over om
een stap verder te gaan. Een huiszoe
king bij oning in Den Haag en bij den
bloemenhandelaar Witbraad te Amster
dam, leidde tot beider arrestatie. Bij
Witbrand werden achter een spiegel
verstopt twee chantagebrieveri gevon
den, gericht aan Onnes; korte inhoud:
„geld of we pratenVia de heeren
koning en Witbraad komm we bij de
„aannemers" van het werk.
Biesing en Mees Gerritsen verschenen
voor het niet flatteerend voetlicht der
Amsterdamsche justitie Zij zijn in don
ker Amsterdam „kopstukken" en „man
nen van 't vak" spraken tot voor kort
slechts eerbiedig over „Mees en Blees".
Witbraad dan had zich tot dit tweetal
in het bijzonder tot Frits Blesing gewend
met het verzoek hem een „krakerscom
binatie" te leveren. Deze combinatie
en nu komen we tot de „uitvoerders"
van het werk bestond uit Maag, van
Binshergen en Grootjohan.
De lijn welke de instructies voor dit
driétal volgde liep dit kunnen we nu
reeds met zekerheid vaststellen van
Koning, via Witbraad, via Mees Gerrit
sen en Blesing naar de inbrekers.
De instructies waren nauwkeurig en
met een situatieteekening gewapend
toog het drietal „verhuizers" zooals ze
zich sedert hun insluiting in het Huis
van Bewaring bij voorkeur noemen,
naar Breukelen.
Het gestolen goed kwam terecht bij
het geestelijk hoofd van de bende, Ble
sing. Nu was het wachten op geld! Ge
accordeerd was, dat de inbrekers tien
mille te vér dealen zouden krijgen, uit te
betalen nadat de verzekering over de
brug was gekomen.
Het geld liet op zich wachten en de
inbrekerscongsie, die dringend om con
tanten verlegen was, werd ongeduldig.
Tenslotte de verschillende onderhan
delingen kunnen we hier gevoegelijk
laten rusten tot de zitting van de recht
bank wendden zij zich tot Johan-
kr.egt, een „detective" met connecties
in „hoven" en „onder"-wereld.
„Als er geen geld van de zijde, van Ko
ning— Onnes komt, dan is het maar het
beste om wat te verdienen aan de verze
keringsmaatschappijen", aldus redeneer
den de heeren verhuizers. Ze hadden
hiervoor bij den rechten man aange
klopt. Johanknegt, is een man, zooals
we ze soms in een detective-story aan
treffen: slim in sommige opzichten, han
dig, een man met relaties, tamelijk Mei
en uitgerust met een groote dosis fan
tasie
De detective aan het werk.
Hij zet in zijn fantasie complete hoofd
stukken uit ouderwets che griezelro
mans in elkaar, Zooals gemaskérde con
ferenties, ontmoetingen üp donkere we
gen in auto's etc. Dit alles om de verze
keringsmaatschappijen, waarmee hij
zich in verbinding had gesteld te doen
gelooven, dat hij hard aan het werk was
eom de buit terug te krijgen, dié
waarschijnlijk toen al door de dieven
bij hem was gebracht. „Mundus vult
decipi
Intusschen lekte er wat van uit dat de
verzekeringsmaatschappij en dieven aan
't onderhandelen zouden zijn en eerst
genoemde vond 't toen maar beter hier
niet mee door te gaan.
Intusschen was er een jaar verstreken
en de verzekeringsmaatschappij moest
uitbetalen, een daling van 72.000 werd
gesloten, welk bedrag aaa Onnes wérd
uitbetaald.
Later kwam ook hét tweede déél van
de gestolen voorwerpen Via Johanknegt
te voorschijn én werd aan de verzeke
ring gegeven. Op het oogenblik van de
arrestaties waren bijna alle gestolen
voorwerpen in handen van de verzeke
ringsmaatschappij.
Tenslotte besloot de justitie over te
gaan tot arrestatie van Onnes (9 Mei
1933).
Een illuster gezelschap
Het Huis van Bewaring herbergde
toen :Onnes, Koning, Witbraad, Mees
Gerritsen en Blesing, het trio; Maag,
van Binshergen en Grootjohan en de de
tective en zijn secretaresse. Deze laatste
is meer als slachtoffer te beschouwen
van de omstandigheid, dat zij Johan-
knegt's secretaresse was. Na eenige
maanden werd zij op verzoek van haar
verdediger Mr. P. van 't Hoff Stolk, 'n
vri,jheid gesteld; deze invrijheidstelling
had echter plaats, toen zij zich bereid
verklaarde zich te houden aan -een aan
tal voorwaarden.
Bekentenissen,
De instructie, gevoerd door den rech
ter-commissaris mr. Smits, werd ingeze
en met succes. De eene bekentenis
volgde weldra op de andere. Behalve de
hoofdpersoon Onnes! Hij toch bleef en
blijft nog steeds hardnekkig ontkennen
schuldig te zijn. We hebben onlangs een
onderhoud gepubliceerd met zijn verde
digers, mr. Th. Muller Massis en Cap-
peyne v. d. Coppello, die ons het stand
punt van hun cliënt uiteen zetten Over
de houdbaarheid vr.n diens stellingen
waarvan de inhoud is te comprimeeren
in een paar woorden: „Niet ik, maar
Koning" zal de rechtbank moeten
oordeelen Volgens Onnes zou de gehee-
le comedie op touw zijn gezet door Ko
ning, die pas later aan Onnes zou heb
ben verteld, hoe de vork in den steel
zat. Onnes beweert voorts, dat het ver
schil tusschen verzekerde som minus
belooning handlangers eenerzijds en
actueele verkoopwaarde anderzij Is,
veel te klein zou zijn om zóóveel risico
te loopen. Voorts bestrijdt hij, dat hij op
het oogenblik van de inbraak aan den
grond zat. Van zijn financieelen toe
stand zullen we pas op dé zitting een
overzicht kunnen krijgen, wanneer de
deskundigen (accountants) hun rappor
ten dienaangaande zullen hebben uitge
bracht.
Koning contra Onnes.
Koning, vriend van Onnes, heft een
vrijwel volledige bekentenis afgelegd.
Hij schuift alle schuld op Onnes. In hoe
verre zijn verklaringen in het vooron
derzoek afgelegd, betrouwbaar zijn, zal
de moeilijke taak van de rechtbank zijn
om te onderzoeken. Zijn verleden is niet
zeer fraai. Koning bekende in de in
structie, nadat Onnes hem van chantage
had beschuldigd Oorspronkelijk zou er
het is hier Koning, die spreekt een
afspraak zijn geweest om te zwijgen
door dik en dun
Witbraad is minder volledig in zijn
b kertenis Hij hult zich in een waas
van onwetendheid. „Pas toen de inbraak
al lang was gepleegd, werd het me dui
delijk, dat Onnes de verzekeringen wil
de oplichten."
De inbrekers noemen zich bij voor
keur „verhuizers". Het middernachte
lijk uur was hen niet als erg vreemd op
gevallen, „want dat komt in Amster
dam wel meer voor".
Ook de detective Johanknegt legde een.
gedeeltelijke bekentenis af betreffende
zijn rol als „tusschen-peisoonMet de
Inbraak zelve had hij natuurlijk niets
te maken. Bij het onderzoek tegen Jo
hanknegt is zijn connectie met verschil
lende commissarissen van politie te
Amsterdam naar voren gekomen. Dit
onderdeed kunnen we thans echter ge
voegelijk laten rusten evenals het „bij
rolletje" van een agent van politie, die
terwille van Johanknegt een der
gestolen voorwerpen eenigen tijd heeft
bewaard.
Johanknegt is nog niet als verdachte
gedagvaard, evenmin als zijn secreta
resse, mej. Noggenrath, die naar als
zéér waarschijnlijk wordt aangei.omen,
buiten vervolging zal worden gesteld.
Verwacht wordt, dat Johanknegt pas
in Maart zal terecht staan.
Dagvaardingen.
Dé omvangrijke dagvaardingen tegen
do verdachten beslaan 14 getikte folio
vellen, de inhoud hebben we onlangs
gepubliceerd. Van Onnes wordt oplich
ting van de verzekeringen ten laste ge
legd en aan de andere dramatis personae
medeplichtigheid aan oplichting, behal
ve aan Mees Gerritsen, die zich boven
den wegens heling zal hebben te ver
antwoorden.
In verband met bet feit, dat niet over
de geheele linie volledige bekentenissen
werden afgelegd in het vooronderzoek,
worden de zaken afzonderlijk en niet
gevoegd behandeld, zoodat de verdach
ten als getuigen in eikaars zaken wor
den gehoord.
De rechtbank zal Op Dinsdag 13 Fe
bruari, te 10 uur, eerst alle verdachten
een inleidend verhoor afnemen, behalve
aan Onnes. De zaken worden dan ge
schorst en de een na de ander afge
werkt. Onnes zelf zal pas op 22 Februari
terecht staan.
De verdedigers.
Onnes wordt verdedigd door Mr. Mul
ler Massis en Mr. N. J. C. M. Kappeyne
van de Coppello, Koning door Mr Max
Levenbach, Witbraad door mr. Wilhelm
Loeb, Blesing door mr. F. A. Kokosky,
Mees Gerritsen door Mr. Th. Eskens,
Grotjohan door Mr. Dr. Benno J. Stok
vis, Maag door Mr. J. L. Frankenhuis
en van Binshergen door Mr. J. W.
Schreuder.
Voor Johanknegt zal optreden mr.
F Kokoksky, en voor juffrouw Nög
gerath (als zij ter zitting moet vemchij-
anen) mr. P. van 't Hoff Stolk.
Het justitieel onderzoek in deze zaak
is geleid door den officier van justitie
mr. dr. J. A. van Thiel en den subs. of
ficier mr. A. A. L. F. van Dullemen,
welke laatste vet O. M. ter zitting waar
neemt.
De rechtbank is als volgt samenge
steld: president mr. J. G. de Vries,
rechter mr B de Gaoy Fortman, mr J.
J ter Maten en mr M H. Bregstein (bij
zitter d rechter), griffier mr. J. Span
jaard.
In totaal zullen ongeveer 80 getuigen
hun verklaringen komen afleggen
De eerste dag.
De belangstelling voor de publieke
tribune is buitengewoon groot De pers
is in grooten getale aanwezig Vandaag
staan terecht de Koning, verdedigt door
mr. Max Leeuwenbach; Witbraad, ver
dediger mr. Loeb; Maag, verdediger mr.
van Binshergen en Grootjehan.
Het O. M. wordt waargenomen door
mr. A. L L. F. van Dullemen, de recht
bank wordt gepresideerd door mr. J. F.
de Vries.
Öm 10 uur komt de rechtbank binnen.
Vervolgens worden binnengebracht K. A.
Koning, een 61-jarige koopman.
De officier van justitie leest met dui
delijke stem de dagvaarding voor, waar
in aan verdachte medeplichtigheid aan
oprichting ten laste wordt gelegd.
In deze dagvaarding is opgenomen
een uitvoerige beschrijving van de wijze,
waarop de inbraak in elkaar werd gezet
en waaruit de uitkeering van de verze
keringsmaatschappij volgden. De dag
vaarding beslaat 14 folio vellen, zoodat
de voorlezing ongeveer 35 minuten in
beslag neemt.
Verklaring van verdachte Koning.
Koning maakt een kalmen indruk. Hij
hoort de lezing der dagvaarding met gebo
gen hoofd aan. De getuigen, inspecteur van
politie Posthuma en de rechercheurs Loh-
mann en de Weille, die het onderzoek hebben
geleid worden vervolgens na elkaar voorge
roepen en beëedigd.
De secretaris-ambtenaar mr. van Ginkel
uit Breukelen komt dan voor. Hij was op 1
Maart 1932 's morgens om 9 uur opgebeld
door den heer Onnes, die hem vertelde, dat
er in den afgeloopen nacht was ingebroken
Hij verzocht politie-assistentie. Getuige had
de boodschap direct doorgegeven aan den
burgemeester van Breukelen, die zich in de
wethoudersvergadering bevond.
Na dit korte inleidende getuigenverhoor,
werd Koning gehoord.
Toen verdachte in Januari 1932 bij Onnes
kwam, had deze hem zijn kunstschatten ge
toond. Hij weet echter niet precies meer, wan
neer het eerst over een gefingeerde inbraak
was gesproken. Den tweeden keer, dat ik
Onnes sprak zoo vervolgd verdachte
kreeg ik een direct voorstel, Hij had een 50
60 miniaturen en eenige schilderijen. Onnes
vroeg me toen die miniaturen en schilderijen
zelf weg te halen, 's nachts met de boot naar
Engeland te gaan om ze dan overboord te
gooien. Het plan was tot in bijzonderheden
besproken, 's Nachts, zoo stelde Onnes aan
verdachte voor, moest de „poet'' worden weg
gehaald. Verdachte kon dan loopende naar
Utrecht gaan, maar, aldus Koning, ik ging
er niet op in, want ik had in die dagen last
yan een blaffenden hoest en ik wilde mijn ge-