!BwneitlaiuL DE ZAAK ONNES VAN NIJENRODE Rechtzaken De voorgeschiedenis en de tenlastelegging en de houding der verdachten. 80 GETUIGEN. NIEUWE VEREENIGING VAN OVERHEIDSPERSONEEL. .TeDen Haag is opgericht, door personen, uit den Nederlandschen Federatieven Bond van personeel in overheidsdienst getreden, de „Haagsche Vereeniging van personeel in openbaren en semi-openbaren dienst." In. den Federatieven Bond hebben de regceringsmaatregelen tegen revolutionnaire vaKvereenigingen ernstig meeningsverschil doen rijzen. Een minderheid was van oordeel dat een vakorganisatie geen inmenging in hare werk zaamheden, van welke politieke partij ook, mag dulden. De meerderheid en het hoofdbe stuur zagen dat niet in. Vandaar het uittre den van een aantal leden en het oprichten van de nieuwe, voorloopig nog slechts plaat selijk, vereeniging. MILITAIRE TEEKENÏNGEN VERDWENEN. De Amsterdamsche justitie heeft en huis zoeking verricht bij een inwoner van Weesp in verband met de verdwijning van teekenin- gen van eenige kazematten van Muiden, welke teekeningen de man onder zijn berus ting moet hebben gehad. Zij bleken evenwel niet aanwezig te zijn en de man ontkent ze ooit in zijn bezit te hebben gehad. Na ver hoor is de Weespernaar weer vrijgelaten, de teekeningen, welke overigens niet veel waarde hebben, zijn niet terechtgekomen. Hoe de geruchten in de wereld kwamen. Betreffende de huiszoeking in Weesp naar de vermiste militaire stukken, vernemen wij nog de volgende bijzonderheden. Een ingezetene van Weesp, noemen wij hem X., ging op zeker «ogenblik failliet. Kort daarop verscheen het parket uit Am sterdam met den curator in het faillissement om huiszoeking te houden. Algemeen dacht men, dat dit was naar aanleiding van de geruchten, dat X. goederen aan den faillieten boedel had onttrokken. De werkelijke aanlei ding voor de justitie om een huiszoeking te houden, was echter waarschijnlijk in geheel andere oorzaken gelegen. Een ingezetene van Weesp IJ. was aan vankelijk zeer bevriend met X. Door alle mo gelijke financieêle verwikkelingen verdween die vriendschap echter om plaats te maken voor een scherpe en vijandige houding van beide kanten. Deze IJ. liep op zekeren dag naar de politie en vertelde daar, dat er wel een bijzonder groote reden was om scherp op X. te letten. X. zou n.1. in het bezit zijn van teekeningen en plannen van verdedi gingswerken in de nabijheid van Muiden en Naarden, ter beschermig van de nieuwe Vechtbrug en den nieuwen Rijksstraatweg. X. zou deze plannen, toen hij nog bevriend was met IJ., aan hem hebben getoond. Zoqals gezegd stelde het parket een zeer uitvoerig onderzoek in, dat bijna den gan sehen dag in beslag nam; op last van den officier werd een brandkast, waarvan de sleu tel ontvindba ar was, door een smid geopend. Reeds eerder waren geruchten in omloop, dat X. in het bezit van deze plannen zou zijn of geweest zou zijn. Een rijksveldwachter had het weer gehoord van een man, die, toen hij het vertelde, danig onder invloed van sterken drank was, zoodat aan zijn verhaal weinig waarde werd gehecht. Het onderzoek liep dan ook op niets uit. Bij het huidige onderzoek werden op het gemeentehuis te Weesp X. zoowel als IJ. aan een uitvoerig verhoor onderworpen, ooic een genie-ofifcier uit Utrecht was aanwezig. Beze toonde aan IJ. de werkelijke plannen de plannen die in het bezit van X. zouden «Ift geweest, zouden copieen zijn en vroeg hön of dat dezelfde waren die X. hem had getoond. Volgens IJ. waren het echter andere teekeningen. X. was indertijd zeer bevriend met een Duitscher, die tijdelijk te Weesp woonde. Ook dit spoor wordt door de justitie gevolgd en naar verluidt, zouden reeds twee recher- naar Duitschland zijn vertrokken. X. ,11hardnekkig ontkennen iets van gestolen plannen af te weten. Het onderzoek wordt met de meeste kracht voortgezet. SCHERPER OPTREDEN VAN DE JUSTITIE TEGEN REVOLUTIONNAIRE UITINGEN. Een circulaire van den minister van justitie. een nieuwe circulaire aan de procumirs- .1 gerechtshoven heeft de mi- cfw vai? Justitie, zich aansluitend bij het Aon» J? v^n z'in ambtsvoorganger, er nog aandacht op gevestigd, dat in de te- g nwoordige omstandigheden eerste eisch is, ,etten op de overtredingen van strafbepa- wa ü1' betrekking hebben op de veiligheid van den staat, de Koninklijke waardigheid en e bescherming van het aanzien van de over heidsorganen. Nog steeds komt het voor, schrijft minister Van Schaik, dat revolutionnaire uitingen in woord en geschrift, misdrijven van opruiing en belecdiging, onvervolgd blijven. Eener- zijds moedigt dit de daders aan tot voortzet- f van hun afkeurenwaardige praktijken, anderzijds kwetst dit het rechtsgevoel van de overgroote meerderheid des volks, welke, te recht, van oordeel is, dat het Staatsgezag niet straffeloos mag worden aangetast en in zijn dragers gehoond. Delicten tegen de openbare orde en tegen het aanzien van de staatsorganen en staats instellingen, dienen derhalve met de meeste kracht en voortvarendheid te worden opge spoord en vervolgd. Het opruiien tot terreur, het systematisch aanzetten tot dienstweige ring, het beleedigen van hooggeplaatste over heidspersonen met het oogmerk, het aanzien van het gezag bij de menigte te verminderen, zijn dan ook in wezen gevaarlijker delicten dan diefstal of verduistering van indivi- dueelen eigendom of op zichzelf staande be- leediging van particulieren. Het behoort mede tot de taak der parketten om zelfstandig regelmatig kennis te nemen van de revolutionnaire uitingen van links en rechts binnen hun ressort en waar noodig opsporingsonderzoek uit te lokken en te leiden Misdrijven door middel van de drukpers dienen zooveel mogelijk vervolgd te worden door het parket van het ressort, waar de ge schriften zijn vervaardigd. Bij de beslissing of een strafvervolging zal worden ingesteld, moet bovenal met het ge wicht van de Staatsbelangen, welke in het ge ding zijn, worden rekening gehouden. In ge val van vervolging moet zoo snel mogelijk worden ingegerpen en gebruik gemaakt van alle strafprocessueele middelen, die aange wezen schijnen: voorloopige hechtenis, wan- n®er daprioc deugdelijke gronden aanwezig zijn; bij recidive van ernstige drukpersde- licten, inbeslagneming, voorbereiding van verbeurdverklaring, last tot vernietiging of onbruikbaannaking van de werktuigen, b.v. van de pers, het zetsel enz. De minister meent, dat zoodanige inbe slagneming niet in strijd is met art. 7 der Grondwet, dat wel is waar bepaalt, dat nie mand voorafgaand verlof noodig heeft om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, doch daarnaast uitdrukkelijk vaststelt, dat ieder voor de wet verantwoor delijk blijft voor den inhoud. Derhalve kan tegen drukpers-misdrijven met de gewone strafprocessueele middelen worden opgetre den. 16 Deze circulaire is inmiddels ter kennis ge bracht van de parketten en politie-autori- teiten. DE COLLECTIEVE ARBEIDS OVEREENKOMST IN HET STUCADOORSBEDRIJF. Geen overeenstemming bereikt. In de pers van 3 Febr. j.1. circuleerde een bericht, waarin van werkgeverszijde werd medegedeeld, welke arbeidsvoorwaarden zij bereid waren in een Landelijk Collectief Con tract op te nemen. Wat in dat bericht niet vodrkwam was, dat de besturen van de patroons- en arbei ders-organisaties het eens geworden waren over een aantal voorstellen, die zij voor hun organisaties zouden verdedigen. Deze voorstellen nu waren door de leden van de patroonsbonden verworpen, maar zijn door de arbeiders-organisaties aan vaard. Naar aanleiding van de toen Ingetreden situatie hebben de besturen der arbeiders organisaties het initiatief genomen voor een nieuwe bespreking, die Vrijdag in den Haag plaats vond. Daar is overeenstemming niet mogelijk ge bleken. De door de werkgevers gedane voorstellen en het tusschen de gezamenlijke besturen ge troffen compromis bevatten drie geschilpun ten. Deze punten waren de volgende: a. De werkgevers wenschten voor een 9- tal gemeenten niet te bestendigen de ver plichting, om in woning- en scholenbouw in tarief te laten werken. In een 6-tal van deze gemeenten hadden de Werkgevers slechts le den, terwijl ze voor twee gemeenten feitelijk geen bezwaren hadden, deze verplichting te aanvaarden. b. Zij wenschten de bestaande vacantie- regeling slechts tot einde Juni; daarna zou er slechts één vacantiefonds mogen zijn. c. Zij wenschten voor Groningen een grootere loonsverlaging van 2 cent per uur en voor Nijmegen van 3 cent per uur, voor de stucadoors. Voor Leiden van 5 cent per uur voor de opperlieden. De besturen der arbeidersorganisaties heb ben Vrijdag voorgesteld, voor den duur van 2 tot 3 weken het meergenoemde compromis in te voeren In dezen tijd zouden dan, via de hoofdbesturen der patroonsorganisaties, met de besturen der afdeelingen bovengenoemd, besprekingen gevoerd worden, teneinde als nog te probeeren, fn deze plaatsen het ééns te worden. De werkgevers meenden in dat Voorstel niet te kunnen treden. Zij konden, aldus deel den zij mede, van hurt standpunt inzake het in tarief werken, geen afstand dóen. Terzake van de loonsverschillen waren zij bereid zich nog eens met hun afdeelingen in verbinding te stellen. Hun voorstel van de vacantieregeling ga ven zij nogmaals in ernstige overweging. INKRIMPING VEESTAPEL. Door de crisis-rundveecentrale zal gelegen heid worden geboden aan haar te leveren: Ie. kennelijk drachtige runderen in alle soor ten en kwaliteiten; 2e versch afgekalfde vaarzen en koeien, te: Purmerend op Dins dag 27 Februari van 8—10 uur v.m. aan de veemarkt en te Schagen op Donderdag 1 Maart, eveneens van 8 tot 10 uur v.m. aan de veemarkt. De kaarten voor afgifte tot levering moeten uiterlijk Maandagmiddag ten kantore van de Crisis-Rundveecentrale te 's-Gravenhage zijn ontvangen. Prijzen en verdere voorwaarden als de voorafgaande week. Aangezien de Crisis- Rundveecentrale de dieren, alvorens ze vérder te verzenden, laat uitmelken, wordt niet meer als eisch gesteld, dat zij uitgemolken moeten worden aangeboden. Na maanden van instructie, na hoor en wederhoor van een schier eindelooze rij getuigen, die in den loop van het vorige jaar en in Januari van dit jaar door den rechter-commissaris Mr. Smits, zijn gehoord, is tenslotte de datum daar, waarop de hoofdstedelijke rechtbank een aanvang maakt met de behandeling van een der meest geruchtmakende strafzaken van de laatste jaren: de Oniies-zaak. Het betreft hier niet een zaak, waar het om millioen gaat ,de uitkeeringen door de verzekering gedaan beloopen een bedrag van ruim 72 mille. De belangstelling voor deze zaak is dan ook niet gebaseerd op het finan- cieele resultaat, dat de manipulaties tegenover de verzekeringen heeft opge leverd, maar wel op de manier waarop door de verschillende groepen acteurs deze comi-tragedie is opgevoerl Dan is er nog een factor, waardoor de publieke attentie zoo sterk door deze geschiede nis is getrokken, nl. dat de „hoofdrol speler" iemand is uit de hoogere krin gen. De hooïdpersoan. De heer Onnes van Nijenrode heeft in ve'schillende kringen van standing, vooral in de financieele wereld een rol van beteekenis gespeeld. Hij gold langen tijd als een zeer rijk man, die zich op het prachtig gerestaureerde kasteel Nijemode onder Breukelen vorstelijk had geinstalleerd. Verschillende finan cieele klappen bleven echter ook hem niet gespaard. Reeds in 1923 heeft hij een gedeelte van zijn kunstschatten geveild, on die verkooping bracht toen circa acht ton op. Later kwam de heer Onnes in connec tie met den heer Goudstikker, voor wien hij vóór de beruchte „inbraak" optrad als een soort „vertegenwoordiger'Het kasteel Nijenrode werd waar h« t zich prachtig voor leende voor een leel in gericht als toonkamer van de kunst schatten van de firma Goudstikker. De goede cliënten, dikwijls uit het buiten land afkomstig, werden door den kas teelheer ontvangen en konden dan de verschillende kunstwerken en antiqui teiten in eigen omgeving bewonderen en koopen. Zoo zoover is er op het gedrag van den heer Onnes die in zijn omgeving zeer gezien was, hij was o.a. bevriend met den burgemeester van Breukelen niets aan te merken en over zijn rol in deze oplichtingsaffaire zal de rechtbank rroe- ten oordeelen ,op wier oordeel het ons niet past vooruit te loopen. Om een overzicht te krijgen van de hoofdpunten, waarom dit proces draait, laten we hier nog eens kort de historie van deze célèbre volgen. Wat er gebeurd is. Het anders zoo rustige dorpje Breu kelen, waar de misdaad vrijwel onbe kend is, werd in den nacht van 20 Fe bruari op 1 Maart 1932 (dus bijna twee jaar geleden) bezocht door een drietal inbrekers, die per fiets vanuit de hoofd stad naar kasteel Nijenrode waren ge trokken. Op professionêele wijze wisten zij binnen te dringen in de vorstelijke vertrekken van het ridderlijk verblijf, Even stil en discreet als ze gekomen wa ren, vertrokkn ze weer, met zich voe rend een niet onbelangrijken buit aan kostbare miniaturen, schildeijen en kostbare sieraden. Het gestolene verte genwoordigde een hooge waarde en den volgenden morgen, toen de inbraak werd „ontdekt", was Breukelen in rep en roer. Al heel gauw liep het gerucht waar deze geruchten vandaan kwa men is moeilijk te zeggen dat de zaak niet heelemaal pluis was, de dief tal zou „een kunstje" geweest zijn, de kas té ei lh eer zou er meer van weten en de verzekeringen zouden de dupe worden. Hoe het ook zij, de praatjes liepen tenslotte dood op de onschuldige hou ding van den heer Onnes, het onderzoek van de dorpspolitie noch van het Utrechtsche parket leverde eenig mate riaal op, waaruit zou kunnen blijken, dat hier een „foefje" gebruikt was. Het werd stil om Nijenrode, de aan dacht van het groote publiek was in deze onrustige tijden weer door andere sensationeele nieuwtjes in beslag geno men. Ontdekkingen. In het begin van het vorige jaar echter werd de zaak nieuw leven ingeblazen en wel door de Amsterdamsche recher che, die het werk met de meeste energie aanpakte. De beide rechercheurs Loman en de Weile hebben hier uitstekend werk in geleverd. Naar aanleiding van geruchten over valsche Turmac-cadeaubons werd bij den detective Johanknegt, wonende aan de Stadhouderskade, te A'dam, een huiszoeking gedaan. Enbij die huis- zoeking kwamen miniaturen te voor schijn, die uit het kasteel ijenrode wa ren „gestolen". Het eerste aanknoo- pingspunt was gevonden. Voorzichtig toog recherche en justitie onder leiding van Mr. van Thiel, aan het werk om deze kluwen te ontwarren en later „net jes opgerold" aan de rechtbank voor te zetten. Bij Johanknegt waren bovendien brieven gevonden waaruit de opzet van het spelletje voor een groot deel bleek Ook de assistente van Johanknegt, Juf frouw Nöggerath, die overigens in het stuk slechts een zeer onbeduidend rol letje heeft gespeeld, werd gearresteerd. Zoowel door de verklaringen van J als jv.ffr. N. ging de justitie er toe over om een stap verder te gaan. Een huiszoe king bij oning in Den Haag en bij den bloemenhandelaar Witbraad te Amster dam, leidde tot beider arrestatie. Bij Witbrand werden achter een spiegel verstopt twee chantagebrieveri gevon den, gericht aan Onnes; korte inhoud: „geld of we pratenVia de heeren koning en Witbraad komm we bij de „aannemers" van het werk. Biesing en Mees Gerritsen verschenen voor het niet flatteerend voetlicht der Amsterdamsche justitie Zij zijn in don ker Amsterdam „kopstukken" en „man nen van 't vak" spraken tot voor kort slechts eerbiedig over „Mees en Blees". Witbraad dan had zich tot dit tweetal in het bijzonder tot Frits Blesing gewend met het verzoek hem een „krakerscom binatie" te leveren. Deze combinatie en nu komen we tot de „uitvoerders" van het werk bestond uit Maag, van Binshergen en Grootjohan. De lijn welke de instructies voor dit driétal volgde liep dit kunnen we nu reeds met zekerheid vaststellen van Koning, via Witbraad, via Mees Gerrit sen en Blesing naar de inbrekers. De instructies waren nauwkeurig en met een situatieteekening gewapend toog het drietal „verhuizers" zooals ze zich sedert hun insluiting in het Huis van Bewaring bij voorkeur noemen, naar Breukelen. Het gestolen goed kwam terecht bij het geestelijk hoofd van de bende, Ble sing. Nu was het wachten op geld! Ge accordeerd was, dat de inbrekers tien mille te vér dealen zouden krijgen, uit te betalen nadat de verzekering over de brug was gekomen. Het geld liet op zich wachten en de inbrekerscongsie, die dringend om con tanten verlegen was, werd ongeduldig. Tenslotte de verschillende onderhan delingen kunnen we hier gevoegelijk laten rusten tot de zitting van de recht bank wendden zij zich tot Johan- kr.egt, een „detective" met connecties in „hoven" en „onder"-wereld. „Als er geen geld van de zijde, van Ko ning— Onnes komt, dan is het maar het beste om wat te verdienen aan de verze keringsmaatschappijen", aldus redeneer den de heeren verhuizers. Ze hadden hiervoor bij den rechten man aange klopt. Johanknegt, is een man, zooals we ze soms in een detective-story aan treffen: slim in sommige opzichten, han dig, een man met relaties, tamelijk Mei en uitgerust met een groote dosis fan tasie De detective aan het werk. Hij zet in zijn fantasie complete hoofd stukken uit ouderwets che griezelro mans in elkaar, Zooals gemaskérde con ferenties, ontmoetingen üp donkere we gen in auto's etc. Dit alles om de verze keringsmaatschappijen, waarmee hij zich in verbinding had gesteld te doen gelooven, dat hij hard aan het werk was eom de buit terug te krijgen, dié waarschijnlijk toen al door de dieven bij hem was gebracht. „Mundus vult decipi Intusschen lekte er wat van uit dat de verzekeringsmaatschappij en dieven aan 't onderhandelen zouden zijn en eerst genoemde vond 't toen maar beter hier niet mee door te gaan. Intusschen was er een jaar verstreken en de verzekeringsmaatschappij moest uitbetalen, een daling van 72.000 werd gesloten, welk bedrag aaa Onnes wérd uitbetaald. Later kwam ook hét tweede déél van de gestolen voorwerpen Via Johanknegt te voorschijn én werd aan de verzeke ring gegeven. Op het oogenblik van de arrestaties waren bijna alle gestolen voorwerpen in handen van de verzeke ringsmaatschappij. Tenslotte besloot de justitie over te gaan tot arrestatie van Onnes (9 Mei 1933). Een illuster gezelschap Het Huis van Bewaring herbergde toen :Onnes, Koning, Witbraad, Mees Gerritsen en Blesing, het trio; Maag, van Binshergen en Grootjohan en de de tective en zijn secretaresse. Deze laatste is meer als slachtoffer te beschouwen van de omstandigheid, dat zij Johan- knegt's secretaresse was. Na eenige maanden werd zij op verzoek van haar verdediger Mr. P. van 't Hoff Stolk, 'n vri,jheid gesteld; deze invrijheidstelling had echter plaats, toen zij zich bereid verklaarde zich te houden aan -een aan tal voorwaarden. Bekentenissen, De instructie, gevoerd door den rech ter-commissaris mr. Smits, werd ingeze en met succes. De eene bekentenis volgde weldra op de andere. Behalve de hoofdpersoon Onnes! Hij toch bleef en blijft nog steeds hardnekkig ontkennen schuldig te zijn. We hebben onlangs een onderhoud gepubliceerd met zijn verde digers, mr. Th. Muller Massis en Cap- peyne v. d. Coppello, die ons het stand punt van hun cliënt uiteen zetten Over de houdbaarheid vr.n diens stellingen waarvan de inhoud is te comprimeeren in een paar woorden: „Niet ik, maar Koning" zal de rechtbank moeten oordeelen Volgens Onnes zou de gehee- le comedie op touw zijn gezet door Ko ning, die pas later aan Onnes zou heb ben verteld, hoe de vork in den steel zat. Onnes beweert voorts, dat het ver schil tusschen verzekerde som minus belooning handlangers eenerzijds en actueele verkoopwaarde anderzij Is, veel te klein zou zijn om zóóveel risico te loopen. Voorts bestrijdt hij, dat hij op het oogenblik van de inbraak aan den grond zat. Van zijn financieelen toe stand zullen we pas op dé zitting een overzicht kunnen krijgen, wanneer de deskundigen (accountants) hun rappor ten dienaangaande zullen hebben uitge bracht. Koning contra Onnes. Koning, vriend van Onnes, heft een vrijwel volledige bekentenis afgelegd. Hij schuift alle schuld op Onnes. In hoe verre zijn verklaringen in het vooron derzoek afgelegd, betrouwbaar zijn, zal de moeilijke taak van de rechtbank zijn om te onderzoeken. Zijn verleden is niet zeer fraai. Koning bekende in de in structie, nadat Onnes hem van chantage had beschuldigd Oorspronkelijk zou er het is hier Koning, die spreekt een afspraak zijn geweest om te zwijgen door dik en dun Witbraad is minder volledig in zijn b kertenis Hij hult zich in een waas van onwetendheid. „Pas toen de inbraak al lang was gepleegd, werd het me dui delijk, dat Onnes de verzekeringen wil de oplichten." De inbrekers noemen zich bij voor keur „verhuizers". Het middernachte lijk uur was hen niet als erg vreemd op gevallen, „want dat komt in Amster dam wel meer voor". Ook de detective Johanknegt legde een. gedeeltelijke bekentenis af betreffende zijn rol als „tusschen-peisoonMet de Inbraak zelve had hij natuurlijk niets te maken. Bij het onderzoek tegen Jo hanknegt is zijn connectie met verschil lende commissarissen van politie te Amsterdam naar voren gekomen. Dit onderdeed kunnen we thans echter ge voegelijk laten rusten evenals het „bij rolletje" van een agent van politie, die terwille van Johanknegt een der gestolen voorwerpen eenigen tijd heeft bewaard. Johanknegt is nog niet als verdachte gedagvaard, evenmin als zijn secreta resse, mej. Noggenrath, die naar als zéér waarschijnlijk wordt aangei.omen, buiten vervolging zal worden gesteld. Verwacht wordt, dat Johanknegt pas in Maart zal terecht staan. Dagvaardingen. Dé omvangrijke dagvaardingen tegen do verdachten beslaan 14 getikte folio vellen, de inhoud hebben we onlangs gepubliceerd. Van Onnes wordt oplich ting van de verzekeringen ten laste ge legd en aan de andere dramatis personae medeplichtigheid aan oplichting, behal ve aan Mees Gerritsen, die zich boven den wegens heling zal hebben te ver antwoorden. In verband met bet feit, dat niet over de geheele linie volledige bekentenissen werden afgelegd in het vooronderzoek, worden de zaken afzonderlijk en niet gevoegd behandeld, zoodat de verdach ten als getuigen in eikaars zaken wor den gehoord. De rechtbank zal Op Dinsdag 13 Fe bruari, te 10 uur, eerst alle verdachten een inleidend verhoor afnemen, behalve aan Onnes. De zaken worden dan ge schorst en de een na de ander afge werkt. Onnes zelf zal pas op 22 Februari terecht staan. De verdedigers. Onnes wordt verdedigd door Mr. Mul ler Massis en Mr. N. J. C. M. Kappeyne van de Coppello, Koning door Mr Max Levenbach, Witbraad door mr. Wilhelm Loeb, Blesing door mr. F. A. Kokosky, Mees Gerritsen door Mr. Th. Eskens, Grotjohan door Mr. Dr. Benno J. Stok vis, Maag door Mr. J. L. Frankenhuis en van Binshergen door Mr. J. W. Schreuder. Voor Johanknegt zal optreden mr. F Kokoksky, en voor juffrouw Nög gerath (als zij ter zitting moet vemchij- anen) mr. P. van 't Hoff Stolk. Het justitieel onderzoek in deze zaak is geleid door den officier van justitie mr. dr. J. A. van Thiel en den subs. of ficier mr. A. A. L. F. van Dullemen, welke laatste vet O. M. ter zitting waar neemt. De rechtbank is als volgt samenge steld: president mr. J. G. de Vries, rechter mr B de Gaoy Fortman, mr J. J ter Maten en mr M H. Bregstein (bij zitter d rechter), griffier mr. J. Span jaard. In totaal zullen ongeveer 80 getuigen hun verklaringen komen afleggen De eerste dag. De belangstelling voor de publieke tribune is buitengewoon groot De pers is in grooten getale aanwezig Vandaag staan terecht de Koning, verdedigt door mr. Max Leeuwenbach; Witbraad, ver dediger mr. Loeb; Maag, verdediger mr. van Binshergen en Grootjehan. Het O. M. wordt waargenomen door mr. A. L L. F. van Dullemen, de recht bank wordt gepresideerd door mr. J. F. de Vries. Öm 10 uur komt de rechtbank binnen. Vervolgens worden binnengebracht K. A. Koning, een 61-jarige koopman. De officier van justitie leest met dui delijke stem de dagvaarding voor, waar in aan verdachte medeplichtigheid aan oprichting ten laste wordt gelegd. In deze dagvaarding is opgenomen een uitvoerige beschrijving van de wijze, waarop de inbraak in elkaar werd gezet en waaruit de uitkeering van de verze keringsmaatschappij volgden. De dag vaarding beslaat 14 folio vellen, zoodat de voorlezing ongeveer 35 minuten in beslag neemt. Verklaring van verdachte Koning. Koning maakt een kalmen indruk. Hij hoort de lezing der dagvaarding met gebo gen hoofd aan. De getuigen, inspecteur van politie Posthuma en de rechercheurs Loh- mann en de Weille, die het onderzoek hebben geleid worden vervolgens na elkaar voorge roepen en beëedigd. De secretaris-ambtenaar mr. van Ginkel uit Breukelen komt dan voor. Hij was op 1 Maart 1932 's morgens om 9 uur opgebeld door den heer Onnes, die hem vertelde, dat er in den afgeloopen nacht was ingebroken Hij verzocht politie-assistentie. Getuige had de boodschap direct doorgegeven aan den burgemeester van Breukelen, die zich in de wethoudersvergadering bevond. Na dit korte inleidende getuigenverhoor, werd Koning gehoord. Toen verdachte in Januari 1932 bij Onnes kwam, had deze hem zijn kunstschatten ge toond. Hij weet echter niet precies meer, wan neer het eerst over een gefingeerde inbraak was gesproken. Den tweeden keer, dat ik Onnes sprak zoo vervolgd verdachte kreeg ik een direct voorstel, Hij had een 50 60 miniaturen en eenige schilderijen. Onnes vroeg me toen die miniaturen en schilderijen zelf weg te halen, 's nachts met de boot naar Engeland te gaan om ze dan overboord te gooien. Het plan was tot in bijzonderheden besproken, 's Nachts, zoo stelde Onnes aan verdachte voor, moest de „poet'' worden weg gehaald. Verdachte kon dan loopende naar Utrecht gaan, maar, aldus Koning, ik ging er niet op in, want ik had in die dagen last yan een blaffenden hoest en ik wilde mijn ge-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 1