Mkmaarsche Ciiurant Heilige havens HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct Radionieuws %t Aet JUtclemetU tfauilCeicH ^Buitenland Honderd Zes en Dertigste Jaargang. WOENSDAG 14 FEBRUARI. gemeentelijjke radio distributie. lilfiL i? ?udelijk reglement, vernieuwd te hebben heeft de Tweede Kamer heden in den aü c uver8adering na het Kerstreces niJLr °,uten (a r-) veroorloofd den mi- nit« Van, onderwiis te interpelleeren over de plannen der regeering om het bedrijf van de t.ma. van Arnhem naar Delft over ontwern +n?Lg0€, ring ^evcn aan het hnff beperking van den invoer van niet-houtvormende siergewassen. ren/Jw daaroP volgende voorstel om een erS voorschot te verleenen aan de wa- deren» Fmaa i'PPji »zeeuwsch-Vlaan deren opperden de heeren Van Dis (s.g.s.) EEN DUITSCH SOCIALIST OVER HITLER. Sociaal-democratie heeft afge daan. WAAROM HOUDT MEN DIMITROF GEVANGEN? Is hij te gevaarlijk? EEN BLIKSEMSLAG En de blinde kon weer zien. DOODSTRAF GEEISCHT TEGEN ZES MANNEN. Wegens moord op S. S.-man. DE GEBEURTENISSEN IN OOSTENRIJK. Simon in het Lagerhuis. De indruk bij de Engelsche Labourpartij. j No. 38 1934 Donderdag 15 Februari. Hilversum, 1875 Af. (AVRO-uitzending). 8.Gramofoonplaten. 10.Morgenwijding. 10.15 Gramoloonplaten. 10.30 Vioolrecital B. Lensky. Aan den vleugel: E. Veen. 11. Knipcursus kinderkleeding. 11.30 Pianoreci tal E. Veen. 12.Omroeporkest olv. N. Treep, mmv. de „2 Hodlars", accordeon. 2.15 Causerie door Prof. R. Casimir. 2.45 Gramo foonplaten. 3.Knipcursus. 3.45 Pauze. 4.Voor zieken en ouden van dagen. 4.30 Gramofoonplaten. 5.Radiotooneel voor de kinderen. 5.30 Gramofoonplaten. 6.30 Sport- praatje H. Hollander. 7.Causerie door G Josselin de Jong. 7.30 Engelsche les Fred Fry. 8.Vaz Dias. 8.05 Gramofconplaten. 8.15 Concertgebouw-orkest olv. B. Walter. In de pauze: Concert door het trio Goldberg HindemithFeuermann, viool viola en cello. 10.30 Gramofoonplaten. 11.Vaz Dias. 11.10—12.Uit „Pschorr", Rotter dam: Dajos Bela en zijn orkest. Huizen, 301 Af. (8.—0.15 en 11.—2. KRO, de NCRV van 10.—11.— en 2—11.30 uur). 8.0.15 en 10.Gramofoonpl. 10.15 Morgendienst olv. ds. P. Boendermaker. 10.45 Gramofoonpl. 11.30—12.— Godsd halfuur. 12.15 Orkestconcert en grmofoonpl 2.Handwerkcursus. 3.3.40 Gramofoon platen. 4.Bijbellezing door ds. J. A. v. S lms, mmv. bariton en orgel. 5.Cursus handenarbeid voor de jeugd. 5.30 Pianoreci tal H. van Dalen. 6.30 Gramofoonplaten. 6.45 Causerie L. Willink. 7.10 Toespraken door ds. A. H. v. Minnen en ds. P. Prins 7.30 Journ. wekoverzicht C. A. Crayé. 8.— Chr. Zangvereeniging „De Lofstem", olv. C. v. d. Keur. 9.— Ouderuurtje. 9.30 Vaz Dias. 9.40 Orgelconcert J. Zwart. 10.4011.30 Gramofoonplaten. Daventry, 1500 Af. 10.35 Morgenwijding. 10.50 Tijdsein, berichten. 11.05 en 11.20— 11.40 Lezingen. 12.20 Rutland Square en New Victoria Orkest olv. N. Austin. 1.20 Gramofoonplaten. 2.25 Voor de scholen. 3.20 Kerkdienst. 4.10 Duitsche les. 4.25 Schotsch Studio Orkest olv. G. Daines en M. Lorimer, alt 5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten. 6.50 Chopin-recital door S. Askenase. 7.10 Spaansche causerie. 7.50 Lezing. 8.20 Variété-programma. 9.20 Berichten en le zing. 9.55 Medtner-concert door T. Makus- hina, sopraan en den componist, piano. 10.50 Korte dienst. 11.0512.20 BBC-dansorkest olv. H. Hall. Pari/s „Radio-Paris", 1796 Af. 7.20 en 8.20 Gramofoonplaten. 12.50 Concert door het Pascal-orkest. 8.20 „Fortunio", opera van Messager, mmv. orkest olv. Cloez. Kalundborg, 1261 Af. 11.20—1.20 Con cert uit rest. „Wivex". 2.054.05 Dansmu ziek door Sid Merriman's Band. 7.30 Sym- phonieconcert olv. H. Weisbach, mmv. orga nist en 2 cembalisten. 9.5011.50 Dansmu ziek uit het Palace-Hotel olv. Erik Tuxen. Langehberg, 456 M. 5.25 Gramofoonpl. 6.30 Blaasconcert 10.50 Gramofoonplaten. 11.20 Populair concert. 12.20 Kwintetcon cert. 1.20 Gramofoonplaten. 3.20 Weragkoor olv. Breuer. 4.35 Blaasconcert. 6.20 Sürag- orkest olv. Drost mmv. solisten. 8.30 Werag- orkest olv. Buschkötter, mmv. Hugo Kol berg, viool. 9.40 Grmofoonplaten. 10.50 11.50 Kwartetconcert. Rome, 421 Af. 8.05 Symphonieconcert olv. Toni. Brussel, 322 en 484 Af. 322 M.: 12.20 Omroepkleinorkest olv. Leemans. 1.30 Gra mofoonplaten. 5.20 Dansmuziek. 6.35 Om- Toepkleinorkest olv. Leemans. 8.20 Concert uit Antwerpen en reportage v. d. Zesdaag- sche. 10.30—11.20 Concert uit Antwerpen. 484 M.: 12.20 Gramofoonpl. 1.30 Omroep kleinorkest olv Leemans. 5.20 Omroeporkest olv. Walpot. 6.35 Pianorecital. 8.20 Omroep orkest olv. Walpot en cabaretprogramma. 9.35 Populair concert olv. Russon. 10.45 11.20 Gramofoonplaten. Deutscklandsender, 1571 Af. 7.30 „Grals- suche", folkloristisch programma. 8.30 Gra mofoonplaten. 9.20 Berichten. 9.45 Sport- praatje. 10.05 Weerbericht. 10.20—11.50 Operaconcert uit Leipzig. Donderdag 15 Februari. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Daventry 10.3511.40, Lond. Reg. 11.40-15.20, Daventry 15.20-24.—. Lijn 4: Langenberg 10.35—15.—, War schau 15.24. 23) door BASIL KING. (Uit het Engelsch). HOOFDSTUK XIV. Toen om vijf uur het fluitsignaal werd ge geven, hielden de gehuurde werkkrachten in de tuinderij op met werken. Als zoon des huizes schonk Tom Quidmore niet meer aan dacht aan dat signaal, dan noodig was, om zijn wortelen in een kruiwagen te stapelen, en deze te brengen naar de plaats, waar zij voor de markt van morgen konden worden ingeladen Om zijn belofte aan zijn pleeg moeder na te komen, ging hij toen op zoek naar Geraldine. Naar de wei gaan, vond hij zijn prettigste werkje Eigenlijk behoorde het niet tot zijn taak. De oude Diggory was daarvoor aange wezen, maar die was al even blij er van ont slagen te zijn als Tom's pleegmoeder van het melken. Na de aarde van zijn kleeren te heb ben afgeklopt en zijn handen onder de water kraan van de garage te hebben gewasschen. echter zonder dat zij schoon waren gewor den, liep hij fluitend verder Hij floot omdat hij zich opgewekt voelde, wat voortvloeide Den Haag, 13 Febr. 1934. l ^deelingen, in overeenstemming worden^bepaalbchandelin8 zal latcr Jm0"^ stemming of bespreking heeft de uymaer van Twist (a.r.) bezwaren, in sluirina01nder.wat.betrett de verplichte aan sluiting aan de leiding. r, ^JieeKr ,Va"der Waerden (s.d.a.p.) noem de deze bedenkingen ouderwetsch en later heeft minister Slotemaker de Bruine verze- Kera, dat wie over goed water beschikt niet tot aansluiting zal worden gedwongen. Bo- vendien deelde hij mede, dat tal van gemeen ten in Zeeuwsch-Vlaanderep zich vóór het wetsontwerp hadden verklaard en dat er on der de voorstemmers weieens staatkundig gereformeerden, dus partijgenooten van den heer van Dis, zijn geweest. Het voorstel is hierna goedgekeurd met 76 tegen 8 stemmen, /-halve twee staatkundig-gereformeerden stemden zes anti-revolutionnairen tegen. Bij het hierop volgende wetsvoorstel tot het tegengaan van een lintbebouwing langs de Rijkswegen drong de heer Vervoorn (plat telander) er op aan, dat aan eigenaars wien een bouwverbod binnen 5 M. van den weg wordt opgelegd, daarvor schadeloosstelling zal worden gegeven. Vierkant hier tegenover beweerde de heer v. d. Waerden (s.d.a.p.), dat een onbebouwde rand van 5 M. veel te weinig was. Hij vond een strook van 30 M. nauwelijks voldoende en schadeloosstelling achtte hij volkomen overbodig. De minister van waterstaat, de heer Kalff, had bezwaar tegen een schadevergoeding, waar het betreft zulk een onbeduidend stuk grond als een strook van 5 M. Tegenover sommiger bezwaar tegenover den naam van de wet als een verkeerswegwet erkende hij, dat we hier niet met een wet rakende de be langen van het verkeer te doen hebben en hij aanvaardde een amendement om de wet na drukkelijk te heeten: „verkeerswet tegen lint bebouwing". Aldus geamendeerd werd het ontwerp met 74 tegen 7 stemmen goedge keurd. Tegen het hier op volgende ontwerp, hou dende bepaling tot beveiliging bij den arbeid in het algemeen en bij het verblijven in werk plaatsen of werkplaatsen in het bijzonder (een nieuwe veiligheidswet), heeft alleen de heer Kupers (s.d.a.p.) bezwaar gemaakt te gen een regeling waarbij de kleine alleenwer- kende patroons buiten de arbeidswet vallen. Hij drong er bij den minister van sociale za ken op aan een onderzoek op dit punt in te stellen en daarna met een wetswijziging aan te komen. Minister Slotemaker de Bruïne zegde dit toe, waarop het ontwerp zonder stemming werd goedgekeurd. Hierna werd de begrooting van Suriname ter hand genomen, doch we staan pas aan het begin van de gedachtenwisseling en zul len dus met verdere mededeelingen tot mor gen wachten. De Eerste Kamer heeft hedenmiddag haar begrootingsarbeid voortgezet. Doch alvorens de beraadslagingen werden geopend heeft de voorzitter een ernstig en hartelijk woord ge sproken tot huldiging van het overleden me delid, den heer Westerdijk. De minister van binnenlandsche zaken sloot zich daarbij namens de regeering in gelukkig gekozen woorden aan. Daarna hebben we een „persoonlijk feit" meegemaakt. De heer Briët (a.r.) kwam er tegen op, dat bij zijn afwezigheid de heer Moltmaker (s.d. a.p.) zijn opmerking, dat laatstgenoemde op zijn reis naar Indië geëischt zou hebben, dat het Wilhelmus niet aan boord van zijn mail boot zou worden gezongen, fantasie had ge noemd. De heer Briët beriep zich nu op uitlatingen van den heer Moltmaker zelf, doch deze ver klaarde niet voor zijn rekening te kunnen ne men, wat er in een krant of tijdschrift over hem werd gezegd. Dat hij zich niet in die richting had geuit, beweerde hij intusschen niet. De behandeling van de begrooting van binnenlandsche zaken werd geopend met een uitvoerige, hier en daar werkelijk wel wat wijdloopende redevoering van den heer Men- dels (s.d.a.p.) over de beperking van de vrij heid der gemeenten. Zoowel de regeering als vele burgemeesters staan hieraan" schuldig en hij beweerde dat de wet van 1855 op ver- eeniging en vergadering misbruikt werd voor preventieve maatregelen, terwijl zij toch en kel repressieve kracht heeft. De heer Kranenburg (v.d.) teekende verzet aan tegen de bekende circulaire, waarbij aan Ged. Staten opgedragen werd preventief toe zicht te oefenen op het financieel beheer der gemeenten. Dat is in strijd met de wet, in strijd met de opvattingen van mannen als Thorbecke en Oppenheim. De gestie van een gemeenteraad is verboden terrein voor Ged. Staten, die slechts repressieve macht hebben. In de tweede plaats wees hij er op, dat terecht krachtens de wet de burgemeester aan den raad geen verantwoording schuldig is voor zijn daden als hoofd der politie. Maar in be ginsel is dit toch niet juist. Aan wien is een burgemeester daarvoor dan wel verantwoor ding schuldig? Ook meende hij dat de regee ring bij de benoeming van burgemeesters niet altijd het gebruik volgt om daarbij reke ning te houden met de politieke meerderheid in den raad. De heer Hermans (s.d.a.p.) klaagde over het fascistisch karakter van de burgerwacht. Hij betoogde, dat het menigen burgemeester aan beleid ontbrak en kritiseerde in het bij zonder de houding van den burgemeester van Geldermalsen. In de derde plaats vroeg hij een wetswijziging, welke ten gevolge zal heb ben, dat wanneer jongelieden een voor hen verboden bioscoop betreden, niet enkel de exploitant daarvoor wordt aansprakelijk ge steld maar de jongelui, die een onjuiste op gave van hun leeftijd deden, niet geheel vrij uit gaan. Nadat de heer Van Sasse van IJsselt (r.k.) zijn instemming had betuigd met de door den heer Kranenburg gewraakte circulaire, kwam de minister van binnenlandsche zaken, de heer De Wilde aan het woord. In een leven dig betoog heeft hij uiteengezet, dat hij de autonomie der gemeenten als een kostbaar goed waardeert, maar juist uit liefde daar voor een scherp toezicht op de financieele gestie der gemeentebesturen noodig acht. Wanneer niet de al te royaal levende gemeen ten aan banden worden gehouden, loopt het mis met haar vrijheid en haat autonomie om dat de regeering dan ten slotte toch wel moet ingrijpen. De veelbesproken circulaire is geen dwangmaatregel maar de regeering heeft haar als een vingerwijzing beschouwd zon der speciale rechtskracht en ze werkt goed door het onderling overleg te bevorderen. Den heer Mendels nam hij er even tusschen, er op wijzende, dat hij beweert, dat een re geering geen macht heeft tegenover een bur gemeester en dat hij niettemin evenals zijn vriend Hermans met allerlei klachten bij den minister komt over burgemeesters. Hij moet intusschen wel degelijk toezicht cp de burge meesters oefenen en bezit dan de macht ze onschadelijk te maken. De minister verdedig de het beleid van den burgemeester van Gel dermalsen, terwijl hij de klachten over andere burgemeesters onbeduidend heette. Hij meen de tegenover den heer Hermans vertrouwen in de burgerwacht te mogen uitspreken. Diens klacht over den leider van de burger wacht te Arnhem beloofde hij echter te zul len onderzoeken. Wat de bioscopen aangaat een andere regeling inzake den leeftijd en de controle op mogelijk onjuiste opgaven wenschte hij voorloopig niet te overwegen. Na een paar replieken is hierop de begroo ting zonder stemming aangenomen. De Berlijnsche correspondent van de „Li- bre Belgique" heeft een onderhoud gehad met Paul Loebe, den sociaal-democratischen oud-president van den rijksdag, naar men weet een der leiders van den radicalen linker vleugel van zijn vroegere partij. De verklarin gen van den heer Loebe lijken ons merkwaar dig genoeg om er hier met een enkel woord melding van te maken. Hij deelde den corres pondent mede, dat hij tevergeefs getracht neeft, in zijn oude beroep van drukker werk te vinden. Hij had zich daarna bij verschil lende bladen, waaronder de „Frankfurter Zeitung" en de „Vossische Zeitung", als cor rector aangeboden, maar was met een kluitje in het riet gestuurd. Op het oogenblik moet hij leven van de werkloozenondersteuning, die voor hem en zijn vrouw 1.50 Mark p. dag bedraagt. Toen de correspondent hem in zijn woning te Wilmersdorf bezocht, had Loebe juist voor de eerste maal zijn ondersteuning ontvangen. Hij verklaarde o.a. dat hij vijf- en-een-halve maand in de gevangenis heeft gezeten, waarvan een week in het concentra tiekamp van Breslau. Door tusschenkomst van Göring was hij overgebracht naar het Polizei-praesidium op de Alexanderplatz, waar men hem zeer goed behandeld had. Op de vraag van den correspondent, op welke voorwaarden men hem in vrijheid had gesteld, antwoordde de heer Loebe: „Ik heb moeten beloven, mij niet meer met politiek te zullen bezighouden, en dit viel mij des te gemakkelijker, omdat ik van meening ben dat de politiek van mij en mijn vrienden voorgoed heeft afgedaan. In dat opzicht ben ik het met Hitier eens: het verleden keert niet weer. Men zou mij voor een ellendigen over- looper kunnen houden, indien ik, na mijn ge heel e leven aan een ander ideaal- te hebben gewijd, mij plotseling ontpopte als een geest driftige aanhanger van het nationaal-socia- lisme. Maar toch ben ik objectief genoeg om te kunnen bekennen, dat de leiders van het nieuwe Duitschland met een prachtige on stuimigheid problemen hebben aangepakt, die wij niet hebben kunnen oplossen. Daaronder de hervorming van het rijk, de werkverschai- fing aan de werkloozen, en de Winterhilfe, een organisatie, doortrokken van een door en door socialistischen geest. Ook het agrarisch probleem is met groote kracht ter hand geno men. Mocht de nieuwe regeering erin slagen, de zes millioen werkloozen aan werk te hel pen, dan zou ik voor zulk een geweldige pres tatie diepen eerbied koesteren". Sprekende over de buitenlandsche politiek, herinnerde Loebe er aan, dat hij gedurende vijftien jaar voorzitter is geweest van den Deutsch-Oesterreichsen Volksbund, die den Anschluss propageerde. „Oostenrijk is Duit sche grond, en niemand heeft het recht de hereeniging van deze beide Duitsche landen te verminderen. Wij hebben er nooit aan ge dacht, tegenover Oostenrijk geweld te gebrui ken, en ik ben er zeker van dat ook Hitier daar niet aan denkt. Overigens, tegen wien zou men geweld moeten gebruiken? De meer derheid van het Oostenrijksche volk heeft im mers altijd den Anschluss gewild. Hetzelfde geldt voor het Saargebied. Een nuttelooze spanning in de Fransch-Duitsche betrekkin gen kan vermeden worden, indien het Saar gebied vóór 1935 aan Duitschland wordt te ruggegeven". „Maar gij spreekt als Hitier", interrum peerde de correspondent. „Wat mij betreft", antwoordde Loebe, „ik vind dat de vaderlandsliefde niet mag afhan gen van politieke voorkeur. Boven de par tijen staat Duitschland, en het is waanzin te gelooven, dat wij over vijf of tien jaar weer aan de macht zouden kunnen komen. Ik kan mijn partijgenooten, die in het buitenland vertoeven, niet ontmoedigen, maar zij moeten zelf weten wat hun te doen staat". De correspondent van „Evening Stan dard" in Berlijn heeft in een interview met Ministerialrat Erbe, van 't ministe rie van buitenlandsche zaken, vernomen waarom de drie Bulgaren niet in vrijheid worden gesteld ondanks de vrijspraak in het rijksdagproces. „Wij beschouwen Dimitrof als een ge vaarlijken internationalen communisti- schen opruier", zeide hij. „Wij voelen, dat als wij hem nu bevrijden, dit alleen een vloed van gruwelpropangda zou ontketenen als hij in 't buitenland kwam. Anderzijds kunnen wij hem niet tot zijn dood in de gevangenis houden. Politiek zou dit niet juist zijn. Daarom zullen wij hem gevangen houden tot de opwinding over den brand geluw 1 is. Voorvallen in het buitenland, zooals de schandalen in Parijs, hebben de ou- blieke belangstelling reeds van de brandoorzaken afgeleid. Communisti sche propaganda in het buitenland is niet zoo groot. Zoodra wij Dimitrof niet meer gevaarlijk zullen achten, zullen wij hem vrij laten." Eenige jaren geleden had een arbeider van de Gutehoffnungshütie in Duitsch land bij een ongeval het gezichtsver mogen verloren. De man verloor zijn levensmoed niet en werd bezembinder. In geheel Oberhausen stond hij bekend uit het feit, dat hij zijn moeder in de keuken had aangetroffen, waardoor hij haar de medicijn niet had behoeven toe te dienen, een taak, waarin hij zoo'n eigenaardigen tegen zin had gehad. Toen hij de garage voorbij was, kwam hij op een smal paadje, dat door het veld mei knolrapen en dan een strook met mooie, oude boomen. Tenslotte kwam hij uit op den hoofd; weg naar Bere. Langs dezen weg stapte hij een vierhonderd meter vroolijk verder, het stof voor zich uit schoppende. Hij hield van dien weg, niet alleen omdat die een vrij uit zicht gaf en zoo mooi recht was, maar ook omdat langs de walletjes aan weerszijden er van zwarte bessen en wilde frambozen den, te midden van een wirwar van wnde spirea, wijnruit en allerlei andere in t wild groeiende planten. Hij hield zoo veel van dien weelderigen plantengroei, die hem een gevoel van heerlijken, zomerschen overvloed gat- Aan den jongen, die nooit iets anders dan armoede had gekend, deelde ten minste Moe der Natuur in dit sappige stukje p]a«e'ana in Connecticut haar gaven met milde hatio uit. De weide lag aan den rand van een kiem met bosch begroeid stuk terrein, dat te^eas de grens was van Quidmore's ruim 9 H A groote bezitting. Een tachtig a honderd jaar geleden vormde zij het centrum van een groote boerderij, die nu verdeeld was in kleine perceelen, voornamelijk aan tuinders toebehoorend. De overblijfselen van de oude boerenwoning, de voormaligen tuin en boom gaard spraken tot de verbeelding van den jongen, want zij gewaagden van het ontroe rende van het verleden. Het terrein liep van den heuvelkant schuin naar beneden af, en op het laagste gedeelte stond een boschje van doornstruiken, waar doorheen een beekje liep, dat ergens terecht kwam in de Horseneck Beek, die op haar beurt weer ergens uitmondde in een van de ondiepe geulen, die de Sound in de kustlijn vormt. Halverwege den weg en het stroomp je stond de oude hoeve, die al zoo lang gele den was verlaten, dat over den ouden kelder nu braamstruiken groeiden en dat de muren uit het lood stonden. Een groepje seringen struiken, die zich vroeger tegen een op het zuiden gelegen muur heerlijk in de zon 'had den gekoesterd, was nu een veel grooter een zaam staand boschje geworden. Een bed, waar vroeger driekleurige viooltjes bloeiden, was nu een grasveldje geworden, met hier en daar zoo'n bloempje. Alleen de ouderwetsche stokrozen hadden het uitgehouden en de bloemen verspreidden haar muskusgeur als weleer Een waas van droefgeestigheid lag over deze plek uitgespreid, in 't bijzonder op dit tijdstip, nu de zon ter kimme neigde en de vogels lager begonnen te vliegen en hun nesten opzochten. Wanneer Tom naar Geraldine ging, gunde hij zich altijd gedurende een paar minuten cle weelde om te midden van deze herinneringen aan lang vervlogen vreugde en leed en ar beid waaraan nu alleen nog maar d*?e wei nige bloemen, enkele door den wind gena- vende appelboomen en die deuk in den grond die een goede schuilplaats aan eekhoorntjes bood, herinnerden. Het was het gedeelte van de bezitting, die 't verst van huis was ver wijderd. Ook de andere woningen stonden er ver vandaan, en dat schonk hem het voor recht van de eenzaamheid. Dit voorrecht was iets nieuws voor hem, iets, dat hij in Harfrey nooit had gekend. Dicht bij de tuinen, zelfs in Bere, waren altijd de eigenaar, de arbei ders, de klanten en de buren, die kwamen of gingen. Maar in Geraldin's weitje vond hij alleen maar haar, en kraaienook roodborst jes en lijsters, die in het boschje zongen, en andere kleine vogels, die snel van de eene schuilplaats van de eene schuilplaats naar de andere vlogen. Ook nog andere diertjes die over de verweerde muren liepen, waar de wilde wingerd met zijn bochtige ranken te genop groeide. Hij voelde zich op zoo'n uitstapje nooit eenzaam. In Harfrey was gezelschap iets, dat nooit een genoegen voor hem was ge weest, zoodat hij alleen-zijn niet vervelend vond. Veeleer genoot hij van zijn vrijheid, omdat hij dan zich zelf kon zijn, geen mas ker behoefde te dragen en geen rol behoefde te spelen. Juist wanneer hij, zooals nu, alleen was, voelde hij hoeveel van zijn denken en pogen besteed was geweest aan het dansen naar de pijpen van anderen. Bij de Tolli- vants had hij, in tegenstelling van de andere kinderen, nooit kunnen spreken of handelen zonder een bijgedachte. Als pupil van den Staat had hij altijd voorzichtig in den om als een buitengewoon optimist Een de zer dagen sloeg naast hem de bliksem van een wintersch onweer in en door den schrik werd de blinde verdoofd. Toen hij na eenigen tijd uit zijn verdoo- ving ontwaakte ,kon hij weer iets zien. Hel gezichtsvermogen heeft zich allengs beter ontwikkeld en nu kan de man weer even goed zien als vóór zijn onge val. Tn het proces wegens den moord op den S.S.-man Von der Ahé eischte het O. M. te Leipzig tegen de beklaagden Huettig, Krumpholz, Fischer, Morsch- man, Rabenou en Marian Szellag de doodstra, alsmede levenslang verlies der burger'ijke eererechten. Tegen 10 beklaagden werden tucht huis- en gevangenisstraffen varieerende van 3 tot 15 jaar geëischt, terwijl voor twee beklaagden wegens gebrek aan be wijs vrijspraak werd gevraagd. De gebeurtenissen in Oostenrijk wor den in Groot Brittannië met groote aan dacht gevolgd en gistermiddag heeft Sir John Simon in het Lagerhuis de laatste berichten voorgelezen, welke hij heeft ontvangen van den Britschen gezant, Sir Warford Selby. Deze heeft van den Oostenrijkschen directeur van de politie ke afdeeling van het ministerie van Buitenlandsche Zaken zijn mededeelin gen ontvangen. Sir John Simon heeft een aide memoi- re voorgelezen, dat op 9 Februari aan den Oostenrijkschen gezant te Londen is te*- hand gesteld, d. i. de dag nadat hij van dezen een afschrift had ontvangen van documenten waarop de Oostenrijk sche regeering zich voorstelt haa- be roep op den Volkenbond te baseeren. De tekst van dit aide memoire is als volgt: De Britsche regeering neemt er nota van dat de Oostenrijksche regeering in principe heeft besloten de aangelegen heden .waarover zij zich beklaagt voor den Volkenbond te brengen overeen komstig art. 11, par. 2 van het statuut. De Britsche regeering heeft openlijk verklaard, dat zij Oostenrijk niet wenscht te ontmoedigen. De integriteit en onschendbaarheid van Oostenrijk zijn het doel der Britsche politiek en hoewel de Britsche regeering geenszins de be- doelin gheeft zich in interne aangele genheden van eenig land te mengen, er kent zij volkomen het recht van Oosten rijk te vragen dat er ook geen interven tie mag zijn van eenig ander kwartier. De regeering zou evenwel eerst willen vernemen hoe de Duitsche lezing in dit geval is. Daarom acht de regeering het wenschelijk niet haar meening uit te spreken over het Oostenrijksche materi aal voor dat zulks door den raad is bestudeerd. In antwoord op een desbetreffende vraag verklaarde Simon dat hij geloof de, dat hoewel de Oostenrijksche regee ring in principe heeft besloten haar be roep op den Volkenbond te doen, het aan Dr. Dollfuss wordt overgelaten «te beoordeel en, wanneer zulks moet ge schieden. Zoodra het beroep zou zijn ontvangen, zou een speciale Volken bondsraadszitting worden gehouden. Het optreden der Oostenrijksche re geering tegen de sociaal-democraten heeft bij de Labourpartij en het Engel sche vakvereenigingscongres groote op winding veroorzaakt. Gisteravond werd medegedeeld, dat de secretaris-generaal van het vakvereenigingscongres, Citri- ne, hedenmorgen naar Parijs zal vliegen, teneinde het voorzitterschap op zich te nemen van een urgente bijeenkomst ""an het nternationale Vakvereenigingscon gres, dat de gebeurtenissen in Oostenrijk bespreken zal. De Labourpartij en het vakvereenigingscongres hebben een ge meenschappelijke verklaring gepubli ceerd, waarin o.a. gezegd wordt: De Oostenrijksche Arbeidersbewe ging biedt den aanval van een meedoo- genlooze dictatuur tegenstand. De Oos tenrijksche regeering kan zelfs geen aanspraak maken op de ondersteuning van meer dan een klein deel van het gang moeten zijn, waardoor hij genoodzaakt was steeds tweemaal te denken, alvorens iets te doen, zelfs wanneer het kleinigheden be trof. Dat altijd tweemaal denken was zoo'n gewoonte van hem geworden, dat het hem belette spontaan te handelen. Maar in het ge zellige weitje gevoelde hij dezelfde ontspan ning als iemand, die, na op een strak ge spannen koord te hebben gebalanceerd, weer op den beganen grond loopt. Toen hij over het hek was geklommen, lichtte Geraldine, die bij het boschje was, haar kop op en zwaaide ten teeken van her kenning haar staart heen en weer. Daar zij nitt ongeduldig van aard was, bleef ze kalm doorgrazen, hem zoodoende nog enkele minu ten vrijen tijd latende. Hij gooide zich tusschen de viooltjes en de stokrozen neer, eensdeels omdat hij moe was, anderdeels omdat hij wilde denken. Hij had zooveel om over te denken, dat zijn gedachten onsamenhangend waren. Maar weldra concentreerden zij zich tot de vraag, wat hij zou worden. Van één ding was hij zeker: geen tuinder worden. Niet omdat hij niet genoot van het leven in de buitenlucht, of van het nieuwe om steeds zoo gauw in aanraking te zijn met dien vruchtbaren grond. De heele kennisma king met de Quidmores, och, die beviel hem voor het oogenblik wel. Want hoe ook, van heel langen duur zou zijn verblijf hier ook wel niet zijn, en op een dag zou hij toch weer weggaan. Hoe dat vroeg hij zich niet af. Alleen bij intuitie wist hij, dat het zou gebeu ren. (Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 7