DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Enorme belangstelling uit alle landen. Onder een doodsche stilte trok de stoet door de straten. Koning Albert's laatste gang. Ho. 45 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Donderdag 22 Februari 1934 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 136e Jaargang Een indrukwekkende gebeurtenis. Wat vandaag do aandacht trekt ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en eestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote lettere naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v b. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. De uitvaart van Kening Aibert I Donderdagmorgen. De hoofd stad van het koninkrijk België, het prachtig gelegen Brussel met zijn vele pleinen en breede boulevards, met zijn schoone paleizen, gelegen op schilderachtige heuvels, Brussel is gereed, om den beminden koning Albert I naar zijn laatste rustplaats te brengen. De stad toont een droefgeestigen aanblik. Overal heerscht rouw, diepe rouw. Want niet alleen in de paleizen, in de rijks-, provinciale en gemeentegébouwen zijn de gordijnen neer gelaten en waait er de vlag halfstok, maar vele particuliere gebouwen toonen eenzelfde beeld. Bovendien zijn tal van modewinkels in rouwwinkels herschapen. Het zwart, de kleur der droefenis, domineert in de etalages Reeds gisteren heerschte er in de stad een ongekende drukte. Elke internatiorale trein, onverschillig uit welke richting, bracht dui zenden vreemdelingen aan en vooral Frank rijk en Nederland leverden een groot contin gent bezoekers. Doch niet alleen per trein (elke trein was van extra grootte en vele extra-treinen waren ingelegd), ook per vlieg tuig, autobus, ja me+ alle denkbare vervoer middelen was men r.aar Brussel getogen, om getuige te zijn van de plechtige begrafenis van koning Albert Echter, de drukte van gisteren was nog niets vergeleken bij die van hedenmorgen. Reeds in den zeer vroegen morgen toonde Brussel een zeer ongewoon beeld: in alle richtingen trokken de menschen door de stad,- dikwijls in ongeordende drommen, vaak ook in gesloten gelederen. Honderden vaandels en standaarden, nu nog in foudraal gebor gen, werden meegedragen; straks zullen ze een laatsten groet brengen aan den te vroeg gestorven koning Op de boulevards zijn alle groote magazij nen en verreweg de meeste winkels gesloten althans, tot één uur in den namiddag. Van huis tot huis verkonden de halfstok gehe- schen en omfloerste vlaggen, dat België rouwt om zijn gestorven vorst. Het mocht dan, nadat de eerste verpletterende tijding even alle leven in dit land had lamgeslagen, in de achter ons liggende drie dagen even lijken alsof het leven weer zijn gang ging op de groote boulevards, in de drukke zaken centra vandaag ziet men, hoezeer deze ge beurtenis zijn stempel heeft gedrukt op alle leven in België, op het geheele maatschappe lijke gebeuren Reeds vanmorgen vroeg begon het, als men tenminste geen rekening houdt met de vele duizenden, die reeds gisteien en de dagen daarvoor in Brussel zijn aangekomen om in bet Koninklijk Paleis te defileeren langs het stoffelijk overschot van den Koning, in een stoet, die tot gisteren zwijgend en onafge broken voortstroomde. dag en nacht, zich scharende in de vele straten lange, onaf zienbare rij, die voetje voor voetje voort- schuifelt, de hekken van het Pa'eis binnen, de voorportalen door en langs de breede mar meren trappen door de in schemerlicht ge hulde chapefle ardente, waar de koning in generaals-uniform rust. weer naar buiten. Vanmorgen van vijf uur af voerden de vele extra-treinen, die voor deze gelegenheid een verlaagd tarief heffen, de duizenden uit alle hoeken van het land aan. Voortdurend komen nieuwe menschenirassa's uit het Care Nord, het Gare de Midi. het station Léopolds- ville. Langs den Mechelschen, den Namen- schen, den Waterlooschen Steenweg komen in schier onafgebroken file de auto s en su bussen binnen, en de politie, bijgestaan door gendarmerie, heeft handen vol werk om «et verkeer in goede banen te leiden. Herkenbaar aan hun onderscheidingen helaas al te vaak aan hun verminkingen zijn de oud-strijders, die bijna allen een doe hebben, waarheen zij zich haasten. Bijna ai vereenigingen en broederschappen der ver schillende voormalige oorlogsregimenten Ko men op verschillende, voor elke broederscnap van tevoren in dagbladen en per radio aan gekondigde plaatsen meestal in de buurt van hef Koninklijk Paleis of ergens nabij de route, die de rouwstoet zal volgen, bijeen Voor het Paleis. Reeds zeer vroeg hadden zich duizenden langs den weg geschaard die de rouwstoet zou volgen, en vooral langs de korte route van het paleis naar de St. Gudule is het zwart van de menschen. De politie heeft voor zeer strenge afzettingsmaatregelen gezorgd, maar de eigenlijke afzetting wordt gevormd door verschillende troepen-afdeelingen, die van het paleis naar de St. Gudule en vandaar langs den geheekn weg naar Laeken geschaard staan, één gesloten cordon vormend. Reeds lang voor zeven uur begonnen de of- ficieele delegaties der oud-strijders, die voor den aanvang der eigenlijke begrafenisplech tigheid den koning de laatste eer zouden mogen bewijzen door langs de baar te defi leeren, zich op te stellen, te beginnen vanaf de Place du Tróne langs de Boulevard du Régent en bijna de geheele Boulevard1 de Waterloo. Van elke oud-strijdersorganisatie zal aan stonds een uit drie man bestaande delegatie in den rouwstoet meeloopen, maar het aantal oud-strijders dat zich opstelt om aan het défilé deel te nemen, kan gevoegelijk op 20.000 worden geschat. In diepe stilte worden de gelederen gevormd en wachtten de duizen den tot het oogen'blik, waarop de stoet zich in beweging zal zetten. De laatste tocht begint. Tegen half acht wordt het stoffelijk over schot van koning Albert, dat tot nog toe in de chapelle ardente had gerust, naar buiten gedragen en in de kist opgebaard. Een eerewacht schaart zich om de kist, aan weerskanten waarvan eenige flambou wen branden. Een kort en zacht commando klinkt, dan zet de stoet van oud-strijders zich in beweging en brengen deze mannen van 1914 een laatste groet aan hun vroegeren aanvoerder en koning. Zwijgend trekken zij voorbij, eerst de vertegenwoordigers der moeders en oorlogsweezen, dan de rijtuigen met de zwaar verminkten, daarachter vol gen de minder ernstige invaliden. Vervolgens komen de officieren, dan de oud-strijders van den IJser, de dragers van het ijzeren kruis, verschillende groepen en regimenten van oud-strijders, oud-oorlogsge vangenen, politieke veroordeelden, enz. Van elke groep begeeft zich de vaandel drager met twee gedelegeerden, alle drie in het zwart gekleed en getooid met alle ver worven eereteekens, naar de straat tegenover het koninklijk paleis, waar deze vaandelde legaties opnieuw worden opgesteld, om aan stonds hun plaats in de rouwstoet in te nemen. Langzamerhand nadert het uur, waarop de stoet zich in beweging zal stellen. Reeds is de rouwstoet opgesteld, reeds hebben de ministers, de leden van den staatsraad zich in het paleis verzameld, ook zijn de buiten- landsche staatshoofden met hun delegaties hier bijeengekomen, evenals een gedeelt van het corps diplomatique en dan komt te ruim 10 uur kroonprins Leopold dit hoog? gezelschap begroeten. Nauwelijks een half uur later, nadat eeni ge hooge geestelijken de laatste ceremoniën hebben verricht, wordt de lijkkist op de at- fuit geplaatst. Op hetzelfde oogenbiik rolt het eerste schot van het salvo van 101 ka nonschoten en dan zetten de zes zwarte paarden zich in beweging. Koning Albert had voor altijd het paleis te Brussel verlaten en was zijn laatsten tocht door de Belgische hoofdstad begonnen. De rouwdienst. Er heerscht- langs den doodenweg een schier ademlooze stilte. Niemand der duizen den durft een woord te zeggen, niemand durft zich bijna bewegenEn toch hoort men soms wat. Het is niet alleen het sombere stap pen der paarden, dat de stilte verbreekt, maar het is meer nog het plotselinge snikken van een vrouw, dikwijls ook van een man, wiens uiterlijk elke sentimentaliteit vreemd is. doch die nu zijn ontroering niet meer meester kan blijven. En verder is er het eentoonig en droefgeestig gedreun der kanonnen, die regel matig worden afgevuurd. o De stoet wordt geopend door een peleton bereden gendarmerie, dan komt de muziek kapel der bereden gidsen, daarna de opper bevelhebber van het leger en hierachter volgen de buitenlandsche leger-delegaties. Daarachter volgen de delegaties van oud strijders en de delegaties van het Belgische leger zelf. Achter deze delegaties schrijden alle officieren van den generalen staf en hierachter de vaandels van alle Belgische regimenten, zoowel van de bestaande als de na den oorlog ontbonden corpsen. Dan volgt de geestelijkheid, bestaande uit den kardinaal, aartsbisschop van Noey, bis schop en assistenten, den deken van de kerk van St. Gudele en de veertien pastoors der stad Brussel. En dan komt de lijkbaar. De lijkbaar is bedekt met de Belgische vlag. De rouwlinten worden vastgehouden door den president van den senaat, de presi dent der Kamer, een minister-president, de ministers van binnenlandsche zaken en van justitie en door twee generaals. Links en rechts loopen de leden van het militaire huis van den koning en onmiddellijk achter de lijkbaar loopt het lievelingspaard van den koning. Dan volgen de leden der koninklijke fa milie, de premier Leopold en Karei en ae overige familieleden en leden van het bur gerlijk huis van den koning. Sommigen in uniform, velen ook in civie! gekleed, schrijden achter de baar de buiten landsche staatshoofden of hun vertegen woordigers. Er zijn twee regeerende konin gen in de stoet, nl. koning Boris van Bulga rije, die vergezeld wordt door prins Cyril, den Bulgaarschen gezant te Parijs en eenige leden van zijn gevolg, en de koning van Si- am, die uit het Zuiden van Frankrijk giste renmiddag ie Brussel is aangekomen. Het derde aanwezige staatshoofd is de president der Fransche republeik Lebrun, die verge zeld is door den Franschen minister-presi dent Doumergue, minister Barthou, maar schalk Pétain en eenige leden van zijn ge volg. Toekomstige regeerende vorsten in den stoet zijn in de eerste plaats koning Albert's schoonzoon, de prins van Piemont, die zijn vader, den koning van Italië vertegenwoor digd, de prins van Wales, die vergezeld is o.a. door lord Allenby en admiraal sir Ro- ger Keyes, kroonprins Olaf van Noorwe gen, en den zoon van den Zweedschei, kroonprins Gustaaf Adolf, alsmede prins Karei van Zweden. H. M. de Koningin der Nederlanden is vertegenwoordigd door haar gemaal, Z.K. H. prins Hendrik der Nederlanden, die ver gezeld wordt door vice-admiraal Rambonnet, baron van Hardenbroeck tot Hardenbroeck en jhr. Laman Trip, terwijl ook de Nederland sche gezant zich bij hem heeft aangesloten. Van de andere gekroonde staatshoofden heeft de koning van Afghanistan zich laten vertegenwoordigen door zijn buitengewoon gevolmachtigde te Parijs, Prins Shab Wali Khan, koning Carol van Roemenië door zijn broer Prins Nicoiaas, in wiens gevolg zich o.a. oud-minister Angelescu bevindt; de groothertogin van Luxemburg door Prins Felix van Bourbon, de koning van Dene marken door prins Axel van Denemarken, de koning van Egypte door den Egyptischen gezant te Parijs en de Japansche keizer door den Japanschen ambassadeur te Londen. De Duitsche rijkspresident Von Hinden burg heeft als buitengewoon ambassadeur den oud-gezant van Duitschland te Brussel, Von Keiler gezonden, terwijl de overige landen en staatshoofden zich lieten vertegen woordigen door hun gezanten te Brussel, die in dit geval niet bij het diplomatieke corps, maar bij de vreemde staatshoofden loopen. De staatshoofden worden gevolgd door de leden van het diplomatieke coips en hierop volgen de Belgische ministerraad, de minis ters van Staat, de hooge rechterlijke ambte naren, de verschillende rechterlijke colleges vertegenwoordigend, de leden van den Mijn- raad en van den Kolonialen Raad. de mi'i- taire attachés, de hoogere leger-officieren. de gouverneurs der Belgische provincies en dele gaties van de Provinciale Raden, de hooge ambtenaren, het gemeenteoestuur van Brus sel en daarachter depu.aties van andere ge meenteraden. Dan komen de vertegenwoordigers der geestelijkheid van alle gezindten, delegaties van alle Belgische Academies en Universi teiten, het consulaire corps en tenslotte een ontelbare reeks van delegaties van vereeni gingen en corporaties op allerlei gebied, ook uit het buitenland, die zich bij de plechtig heid laten vertegenwoordigen. De onafzienbare stoet woidt gesloten door militaire troepen. De escorteerende troepen zijn gekleed in veldtenue en maraieeren in rijen van twaalf. De trommels, die niet ge roerd worden, zijn evenals de vaandels, om floerst. Naar Laeken. Na afloop van den rouwdienst begeleiden de kardinaal en de overige geestelijken het lijk van den koning tot aan den uitgang van de kerk. De hoogste autoriteiten en buitenlandsche vertegenwoordigers stappen voor een der zij ingangen in rijtuigen, die hen naar de kerk te Laeken brengen. De thans kleiner gewor den lijkstoet volgt weldra, in langzamer tem po, door de Rue Treurenberg, de Rue Royale, de Rue des Palais en de Avenue de la Reine naar Laeken. Langs den geheele weg staan troepen geschaard, die telkens bij het passee- ren van het affuit met het stoffelijk over schot van den koning de militaire eerbewij zen afdeelings- of peletonsgewijs brengen. Tusschen de Schaarbeeksche Poort en het kanaal wordt aan één zijde van den weg de eerewacht gevormd door schoolkinderen, die met strakke gezichtjes den indrukwebkenden stoet zien voorbijtrekken. In de kerk te Laeken. Bij het naderen van de kerk te Laeken rijdt het gedeelte van den stoet, dat het stoffelijk overschot voorafging, de Parklaan in, zoodat de troepen, die het affuit volgden, er langs kunnen defileeren. De muziekcorpsen defilee ren niet mee, doch stellen zich ter zijde op en brengen nu voor het eerst de treurmuziek ten gehoore. Vervolgens wordt het lijk de kerk binnen gedragen, waar het opnieuw door den kar dinaal en de bisschoppen wordt ontvangen. Na een door den kardinaal gezongen abso lutie wordt de kist onder doodsche stilte door onder-officieren van verschillende wapenen opgenomen en naar de koninklijke grafkel der gedragen. Op hetzelfde oogenbiik klinkt het eerste kanonschot van een salvo van 21 schoten, die de wereld kond doen, dat het stoffelijk over schot van Albert I, koning der Belgen, een der meest geliefde vorsten van Europa, diep betreurd door het geheele volk, dat heden op wel zeer treffende wijze aan zijn droefheid had uiting gegeven, is bijgezet in het grafge welf van zijn verwanten en voorvaderen DE PLECHTIGHEID IN DE ST. GUDELE. De stoet voigt den weg langs de Rue Roya le, die vanaf het plein voor het paleis is afge zet door een cordon Ardennen-jagers met baret en grenadiers. De rest van de route naar de St Gudele, langs de Rue des Colo- nies en de Rue de Chancellerie is, evenals het plein, afgezet door karabiniers. In dichte drommen staan de menschen achter de af zetting, die op het plein van de St. Gudele is verstrekt door hekken langs de trottoirs te plaatsen. Waar het affuit met het stoffelijk overschot van den Koning nadert, nijgen zich deh oofden en staan de soldaten stram in de houding, terwijl de officieren den sabel presenteeren. Bij het naderen van de kerk passeert het gedeelte van den stoet, dat het affuit vooraf gaat, den hoofdingang en gaat verder naar de Rue Treurenberg, waar het einde van de plechtigheid in de St. Gudele wordt gewacht Het affuit houdt halt voor den hoofdingang waar de lijkkist ontvangen wordt door den Deken van de St. Gudele en andere geeste lijken, die de kist, voorafgegaan door Kardi naal Van Roey, in processie dragen naar de hooge katafalk, die is opgericht op de plaats, waar hoofd- en zijbeuk elkaar snijden. Ter weerszijden van de katafalk, die bedekt wordt met de nationale kleuren en waarbo ven een koepel is aangebracht met neerhan gende draperien, temidden van vier schilden, brandt een driedubbele rij kaarsen. Op de katafalk worden tuniek, en zwaard van den Koning gelegd. In het midden van de kerk is boven een Belgisch wapenschild een tweede verlichte koepel aangebracht. In de kerk is overigens ales omfloerst en ook de drie in gangen zijn voorzien van rouw-badakijnen Bij het hoofdaltaar is een troon opgericht voor de Koninklijke familie en daarachtei zijn de plaatsen voor de vreemde staatshoof den en hun vertegenwoordigers De diploma ten en autoriteiten en overige genoodigden vinden nauwelijks een plaats in de kerk. zoo dat er van toekan g voor een dee! van he: publiek geen sprake is, en zelfs de pers heelt De begrafenis van koning Albert. (Dag. Overzicht.) Geheimzinnige moord te Dyon in Frankrijk. (Buitenland.) Eden weer bij Hitier. (Buiten land.) Verscherpte verhouding tusschen Japan en Rusland. (Buitenland.) Verbod voor een Belg om in Den Haag te spreken over binnenland sche politiek. (Binnenland.) De gemeenteraad van Den Helder heeft een motie aangenomen tegen de bedreigde gemeentelijke autono mie. (Binnenland.) Roofoverval te Uden. (Binnen land.) Op het stations-emplacement Oisterwijk een goederentrein door een stootblok geloopen. (Binnen land.) Ex-commandant van de Zeven Provinciën voor het hoog militair gerechtshof (Binnenland.) (Zie verder eventueel Inntate berichten.) maar een sporadische vertegenwoordiger, die de plechtigheid in de St. Gudele kan bijwo nen. De dienst wordt geleid door den kardinaal- aartsbischop van Mechelen, kardinaal Van Roey, die wordt bijgestaan door den deken van Brussel mgr. Marinus, en eenige diake nen en kanunniken. De plechtige Mis wordt uitgevoerd door het beroemde koor van de St Romboutskerk te Mechelen, versterkt met zangers van het groot-seminarie en het koor Scola Cantorum te Mechelen. De absolutie wordt door kardinaal Van Roey persoonlijk gezongen. De plechtigheid in de St. Gudele eindigt met een op gedempten toon in mineur gespeel de „Braban<jonne" van het muziekcorps der grenadiers. Uren, maanden, jaren vlieden als een schaduw heen en de eeuwig durende wisseling van dag en nacht gaat met een onweerlegbare stiptheid voort, steeds voort, zich niet storend aan vreugde en leed zich niet storend aan dit vergankelijke leven. Maar toch, bij tijden en bij bijzondere gelegenheden, weet ze de aandacht der gansche menschheid voor één bepaald feit op te eischen. Vandaag immers heeft er een koninklijke begrafenis plaats gehad. Koning Albert van België is heengegaan, zijn volk leeft hem len laatsten groet gebracht De gemiddelde Belg uit zijn gedach ten vaak zoo onbeholpen, hij kan met de heilige dingen dikwijls den draak ste ken, maar evenzoo is hij als een onbe grijpend kind, wanneer het leed zwaar op hem drukt. Met stomme smart ge slagen defileert hij voor zijn geliefden koning, zoekend naar de oorzaak van zijn heengaan, in dankbare herinnering denkend aan zijn daden; aan dien vree- selijken oorlogstijd, toen koning Albert aU krijgsman op de borstwering stond, om in dagen van gevaar, nood en ellen de, zijn volk nabij te zijn. Dit alles heeft de Belg overdacht in de afgeloopen dagen en hij weet .rie< beter te doen dan stil te zwijgen of zijn God te bidden in waarachtigen ootmoed Een nieuwe, zonverlichte morgen doomde op uit het leed, waarin het Bei- genland thans gedompeld is Langzaam klom de zon, al hooger en hooger, de bron van licht en leven werpt ook haar stralen op de doodsbaar, geplaatst op het affuit van het kanon, opgesteld voor het koninklijk paleis. Daar rust dan een vorst, die zich niet alleen kenbaar gemaakt heeft door zijn reine politiek, maar ook door zijn zui vere hoedanigheden als mensch met warm kloppend hart. Onafzienbaar is de rij van oud-strij ders, die hun mede-strijder den laatsten groet gaan brengen Met dof tromgerof fel en omfloerste vaands's schrijd, daar langzaam de lange, lange stoet van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 3