DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. fixtgeliffisch QvtczicPu Buitenland Hoe is Koning Albert verongelukt? No. 49 Graaf de Grunnedie den avond en den nacht van het tragisch ongeluk doorbracht te Marche les Dames, vertelt, TRAGISCHE BIJZONDERHEDEN. Het vertrek uit Brussel. De laatste woorden van den koning- De vermissing- Brussel gewaarschuwd. Wanhopig zoeken in den nacht. De tragische plek. Dinsdag 27 Februari 1934 DE ONTDEKKING. Hoe de val zich moet hebben voorgedaan. De gevoelens van den Koning. ANTI-BRUINBOEK KOMT BINNENKORT UIT. HUISEIGENAAR IN CONCENTRATIEKAMP. VAKVEREENIGINGSGELDEN NAAR BUITENLAND? Uit Duitschland? SOC. DEM. GEARRESTEERD. Te Weenen. DE TOESTAND IN OOSTENRIJK. Tegenstrijdige berichten. Overbodige vrees? 136e Jaargang Wat vandaag de aandacht trekt GROOTE STAKING TE VERVIERS. Van 15.000 textielarbeiders. RUSLAND UIT ZICH OVER OOSTENRIJK. Karl Radek schrijft hierover. DE BESPREKINGFN VAN EDEN TE ROME. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en eestdageu, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote lettert naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v b. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Dit nummer bestaat uit twee bladen Graaf Xavier de Grunne, die, met kapitein Jacques de Dixmuide, graaf Carton de Wiart en prof. dr. Nolf den avond en den nacht van het tragisch ongeluk, aan den Koning der Belgen overkomen, te Marche-les-Dames doorbracht, die vollediger dan iemand an ders op de hoogte is van de omstandigheden en bij het vinden van het lijk tegenwoordig was, heeft aan het Belgische (Vlaamsche) blad Het Laatste Nieuws een uitvoerig relaas der gebeurtenissen verstrekt. Graaf de Grunne vertelt als volgt: Zaterdag 17 Februari 1934, om 12 u. 15, verliet Koning Albert het kasteel te Laeken, met zijn particulieren auto, een Ford, die in niets verschilt van de gewone wagens. Hij vertrok in gezelschap van zijn kamerknecht, den heer Van Dijck. Een uur en een kwartier later bevond hij zich in het bekende schilder achtige oord te Marche-les-Dames. De morgen was gevuld door intens werk, en de aanwezigheid van den Koning zou op nieuw noodzakelijk zijn oes avonds, om 18 uur met het oog op een plechtigheid in het Sportpaleis. De vrije tijd is dus beperkt en men zal spoedig oen voet bereiken van de rots, die vroeger bekend was onder den naam van ,de ongenaakbare". Daar 's het dat over het algemeen de jonge lieden, die lid zijn van de Alpinistenclub, zich komen oefenen alvorens andere beklimmingen uit te voeren. Dik w ij 1 s z ij n w ij er in het verleden gekomen. Ik heb toen de eer gehad met Z ij n Majesteit en gebonden aan dezelfde koord, de korte maar duizelingwekken de rots te beklimmen. Daar ook heb ben we meer dan v.ens, gezellig den mond voorraad gebruikt die uit de knapzakken werd gehaald. Deze mondvoorraad was steeds gering voor Zijne Majesteit, die zich tevreden stelde met een flesch melk, een klein broodje en enkele vruchten. Dien dag dringt de tijd. Na enkele voor bereidende oefeningen op den rotswand zal de mondvoorraad zelfs niet eens worden aangesproken. Van Dijck zal alles opnieuw in den knap zak stoppen, en van 15 uur 15 af zal men op de hoogvlakte klimmen, die de rotsen be- heerscht om zich langs 't bosch naar den wagen te richten die nabij het dorp van Boninne werd achtergelaten. Op het oogenblik, dat het plateau wordt bereikt, wijst het uur 15 uur 30 aan. Op d't oogenblik juist, zei de Koning tot Van Dijck: Volg nog het pad gedurende vijftig meter. Mc ga van het uur. dat ons nog overblijtc. gebruik maken, om tot den voet van de rot sen af te dalen en een beklimming uit te voeren. Als ik goed ia vorm ben zalf het moeiiiike oed^elte ook doen. Als ik het niet ben zal ;k mij beperken Dij het makkelijke gedeelte. Ik zal u binnen een uur terug- ViHw had de arme Van Dijck na dertig iaren trouwen dienst, kunnen denken, dat eenvoudige zin de laatste zou geweest zS die over de koninklijke lippen komen zou9 Hij zag dan hoe zijn meester zich wiiderde in het struikgewas, naar de rotsen- S die een kleine kapel beheerscht langs ST&eg en die door de lieden van de streek wordt genoemd „De rots van den goeden God". Hij voert dan verder liet bjewel gaat een 50-tal meter verder en wacht. Anderhalf uur gaat voor^ vaÏÏ'Ê- itnmt Het is 17 U. De avond gaat vallen, n.. is reeds dertig minuten vertraging afspraak in het Sportpakle1?: Er mwt met de stiptneid van derKoning trm iets gebeurd zijn. Van Dt]<* Jdm en richting waar zijn meester is yeru de onderzoekt ook de steile h«ding maar hoogvlakte, roept om den Konmg^ krijgt geen antwoord Hij ond^r kon,n T helling. Maar de dienaar van den - is geen Alpinist. Hij stru.kelt terwijl hqmrt tallooze moeilijkheden heeftafte Met stijgende vrees roept hij den naam zijn meester. En steeds meer valt de duisternis 10Om 17 uur 45 is het al nacht De opz^ gen voortzetten is onmogelijk. Al taste™- daalt hij geheel de helling af. langs jet bosc w rJpn weg. Daar beneden, onder de rotsen, slaakt hij nog de laatste kreten waarop slechts de onbarmhartige stilte antwoordt van een duistere eenzaamheid. Tenslotte besluit hij, wanhopig, het paleis te waarschuwen. Hij komt te Marche-les- Dames aan, op een kwartier afstand. Het kas teel te Laeken wordt gewaarschuwd om 19 uur. Vijftien minuten later vertrekt kap. Jacques in een eerste auto. Dan volgen de beraad slagingen in de onmiddellijke omgeving van den Koning, waar-men aan Hare Majesteit de Koningin een misschien nutteloozen angst wil besparen. Om 20 uur word ik zelf gewaarschuwd en ik geef onmiddellijk ter overweging prof. Nolf ter hulp te roepen ,die de geneesheer en tevens de vriend en metgezel is van den Koning Men ondervindt eenige moeite om den professor te ontdekken, zoodat de auto slechts op weg kan gaan om 20 uur 30. Om 21 uur 45 bevinden wij ons ter plaatse, en treffen wij kapitein Jacques aan met twee gendarmen, die het terrein onderzoeken langs den weg, onder de groote rotsen. Maar hij kent den toestand van het terrein niet, noch de gewoonten van de klimmers, en weet ook niet hoe hij de opzoekingen moet leiden. Op het oogenblik is ook Van Dijck met den chauffeur naar Boninne vertrokken: is er misverstand en is de vorst niet rechtstreeks naar den auto teruggekeerd? Daar de aan wezigheid van Van Dijck noodig is voor de opzoekingen, wachten wij op hem met ze nuwachtigheid, alleen uit plichtsbesef voort- zoekende op het terrein rondom de als onge naakbaar bekende naalden. 22 uur 30. De kamerknecht van Zijn Majes teit is eindelijk teruggekeerd en laat ons toe de nasporingen in een zekere mate te lokaii- seeren door zijn verklaringen, over wat boven is gezegd. Dadelijk begin ik met een stelselmatig on derzoek van de ongelukkig zeer verwarde rots van den Goeden God deze rotsgroep werd eertijds zoo dikwijls beklommen door den Koning en mijzelf terwijl baron Jacques, dr Nolf en baron Carton de Wiart, die intusschen ook is aangekomen, met helaas slechte lampen, den voet van de rotsen onder zoeken, evenals de gedeelten, die met ge wone midde1en bereikbaar zijn. Ik doe de gewone beklimmingen. Inderdaad, als een ongeluk is gebeurd heeft het lichaam kunnen vallen in een van deze diepe barsten die door de Alpinisten kloven worden genoemd en waarvan zij zich juist bedienen om hun be klimmingen uit te voeren. Een uitgestrekte kloof die twee meter breed is en zes diep, bevindt zich juist in de rots die utiziet op de Maas. Zij is bekend als „Kloof Louise". De Koning heeft ze herhaaldelijk gevolgd, met mij en anderen. Ik beklim ze en onder zoek ze nauwkeurig met de electrische lamp. Dit duurt lang, want om te klimmen zijn de twee handig noodig en de handeling met de lamp wordt dan moeilijk. De beklimming wordt voortgezet tot het hoogste punt maar zij levert niets op. Ik daal af langs den an deren wand, langs de helling, die met bla deren is bedekt, en houd me langs den rots wand, om nauwkeurig het terrein te kunnen overschouwen, over een breedte van 15 me ter ongeveer. Ik stelde me op dit oogenblik niet voor dat een lichaam, dat van de rots was gevallen, op dit terrein verder zou kun nen rollen. Zulks was een vergissing, zooals men ver der zien zal. In afwachting kom ik weer bij mijn gezel len waarvan de opzoekingen eveneens vruchteloos gebleven zijn. Het is 23 uur 15. Wij hernemen dezelfde bewerking, langs de linkerzijde van de rotsmassa. Weer bleef eenig gevolg uit. Na middernacht steeg onze vrees ten top punt. Alle middelen moeten aangewend wor den en er moet hulp worden gevraagd: 5 van onze beste klimmers, in staat alle rotsen te bestijgen zullen telefonisch gewaar schuwd worden, en met een rijtuig aange voerd, teneinde deel te nemen aan de opzoe- kingen. v. Terwijl de autobestuurder zich naar Na men begeeft, drager van het telefonisch be vel, worden de opzoekingen hervat maar thans in een rotsmassa, die gewoonlijk min der bezocht wordt. Zij blijven even vruchte loos als de voorgaande. Het is nu 1 uur 30 In afwachting van de kameraden alpinisten, doorloopen de heeren Nolf, Carton de Wiart en kapitein Jacques het kreupelhout, in alle richtingen, zelfs ver van de rotsen. Het is immers niet onmogelijk, dat de Koning ge wond, zich over een zekeren afstand voort gesleept heeft, en dan het bewustzijn heeft verloren. Gendarmen en twee boschwachters helpen ons. Ik onderzoek mijnerzijds in een verder afgelegen rotsmassa een laatste kloof, die ik voor twee jaar, met den Koning gedeelte lijk bestegen heb. Heeft hij een poging aan gewend langs deze zijde? Het is 1 uur 55 Ik keer terug naar den weg, en voel plots een volledige inzinking. Deze nachtelijke klimpartijen, gedurende 4 uur, in een toe stand met steeds grooter wordende vrees, hebben mij uitgeput. Alle inspanningen schijnen mij thans als nutteloos. Op hetzelfde oogenblik, geroepen door baron Carton de Wiart, daalde kapitein Jacques, ten prooi aan hetzelfde gevoel van moedeloosheid, dezelfde met bladeren bedek te helling achter de rots „van den Goeden God" af, die ik gevolgd had, na het onder zoek van de „Kloof Louise" omstreeks 23 uur 15. Maar inplaats van op ongeveer 15 meter van de rotsen te blijven, ging hij in het mid den van de helling. De lamp van kapitein Jacques was bijna uitgebrand. Op een veertigtal meters van den weg haakt hij met den voet in een koord, en ziet, dat dit vastgehecht is aan een lichaam. Hij uit een gil. Op zijn kreet snellen wij toe en onze lampen, toonen ons, achteromgevallen op den rug, de handen half uitgestrekt, als om nog een steun te grijpen, het lichaam, van diengene, die ge durende een vierde eeuw bet Hoofd was ge weest van ons land. De Ridder-Koning, rondom wien in 1914 de verdedigers van het vaderland stonden geschaard, die onze onafhankelijke natie naar haar honderdsten verjaardag geleid had, lag daar, op den met zijn bloed ge- drenkten grond, zooals de dooden uit den grooten oorlog: een geweldig gat was merk baar in de rechterhelft van den schedel, in gedrukt door een schok, die onmiddellijk den dood moet veroorzaakt hebben. Het overige moet hier niet meer verteld worden. Het verslag van het parket, dat zoo !pas is openbaar gemaakt, laat toe het dra ma getrouw weder samen te stellen. Wij willen er enkel op wijzen, dat de val zich moet hebben voorgedaan, na het vol trekken van een beklimming, op het oogen blik, dat de Koning nog een hooger punt wilde bestijgen, uitstekend boven den voor- naamsten bergrug. Al de ter ploatse nage gane sporen laten toe te veronderstellen, dat bij het bereiken van de kleine effenheid, ge vormd door de spits van dit hooger gelegen punt, de vorst zich vastgeklampt heeft aan een losgeraakt blok, dat zich in onstandvas tig evenwicht bevond. Dit zeer zware blok is omgeslagen tu heeft het lichaam in de ruimte geslingerd. De Koning zou zich zeker hebben kunnen hervatten, aan het twee meter lager gelegen platform, zoo per ongeluk, een lange tak het lichaam, niet achterwaarts had doen om kantelen. Van dan af heeft de val zich vol trokken, het hoofd naar beneden, zonder mogelijkheid nog recht te kunnen komen. Een twaalftal meter lager, drukte een ruw rotsachtig uitsteeksel den schedel in, en voi eindde het wreede werk van het noodlot. De omgeplooide tak, het lorgnet, dat blij ven hangen is in de kleine takjes, het bosje haar op het rotsachtig uitsteeksel, alles is daar, als een open boek, vertellend met een onverbiddelijke nauwkeurigheid, het gan sche ongeluk, tot in zijn kleinste bijzonder heden. Bij deze ramp, die de ontsteltenis gewekt heeft, niet alleen van ons land, maar van de wereld, rijzen verscheidene vragen op, in den geest van diegenen, die Koning Albert niet gekend hebben in intimiteit, en die den aard zelf niet kennen van zijn geliefkoosde oefening. Overal hoort men de uitroepen: „Hoe is het mogelijk?" „Hoe kon de Koning, ge woon aan de hooge spitsen van de Alpen, belang stellen in de onbeduidende rotsen van ons land? Hoe kan men zich alpinisme voorstellen in een België zonder bergen?" Men kan de groote liefde van den vorst voor het alpinisme met begrijpen, zonder het leven zelf fe kennen, dat zijn koningschap hem oplegde te leiden. Staatshoofd sinds zijn 35e jaar, torst hij onafgebroken het ge wicht van een verpletterende verantwoorde lijkheid. Hij moet elk oogenblik voeling hou den met de leidende krachten van het land. Een vorst, die nauwgezet zijn taak wil vol brengen, wordt tot een bijna bovenmensche- lijke'krachtinspanning van den geest veroor deeld. Bij een dergelijke zenuwspanning past een lichamelijke kompensatie. Onder de ver schillende lichamelijke oefeningen, bood hef alpinisme deze bij uitstek. Hij had deze sport tijdens zijn jeugd beoefend, toen hij als jongste prins niet voorbestemd was om over het land te regeeren. Den zin ervoor heeft hij bewaard tot op Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA, den laatsten dag, niet als een eenvoudige Til, maar door redeneering en uit geestelijke ygiëne. „Daar ga ik, zei hij dikwijls, even wicht naar ziel en lichaam terugvinden". Of wel nog zei hij: Na lange uren van zenuw spanning in mijn bureel op het Paleis, heb ;k behoefte aan oogenblikken van zedelijke be vrijding." Dat was de geest die den Koning bezielde bij het beoefenen van het Alpinisme. IS HITLEE EEN MAN VAN EER? Dan laat hij Dimitrof vrij. De „Times" heeft, zooals men in ons blad kon lezen, in een redactioneel artikel de we derrechtelijke gevangenhouding van Dimitrof besproken en in scherpe bewoordingen ge laakt. Van de talrijke ingezonden stukken te dezer zake, in het blad opgenomen, vermel den wij er een van prinses Elisabeth Bibes- co, (dochter van wijlen Lord Oxford en As- quith.) Zij schrijft: Herr Hitier heeft aan Ward Price, correspondent van de „Dai'y Mail", zijn eerewoord gegeven, dat de Bul garen bevrijd zouden worden. Aangenomen dat Hitier een man van eer is, heeft hij dan kracht noch macht om zijn woord gestand te doen? Als de gevangenen niet binnen enkele dagen in vrijheid worden gesteld, zal de we reld weten, dat de Führer even bevreesd is voor Göring als deze voor Dimitrof. Dezer dagen zal te Berlijn het licht zien het anti-Bruinboek over het eerste concen tratiekamp onder den titel „Concentratie kamp Oranienburg". De schrijver van dit boek is de S.A. stormbanleider Schaefer, kampcommandant van Oranienburg. De S.A. groepsleider Ernst heeft een voorwoord geschreven. Een huiseigenaar te Weimar in Duitsch- land had geweigerd een huis te verhuren aan een groot gezin en den woningzoekende op diens mededeeling, dat zulks niet in over eenstemming is met de richtlijnen der Rijks- regeering met beleedigingen van den Rijks kanselier geantwoord. Het ministerie van binnenlandsche zaken van Thuringen heeft den huiseigenaar voor eenigen tijd naar het concentratiekamp van Bad Suiza gezonden, zulks als afschrik wekkend voorbeeld. Uit Weenen wordt gemeld, dat het onder zoek tegen de geliquideerde sociaal democra tische arbeidersbank heeft uitgewezen, dat door de leiding der bank in den laatsten tijd voor vijf millioen vakvereenigingsgelden door den aankoop van buitenlandsche effec ten bij buitenlandsche banken naar het bui tenland zijn gebracht. De gevluchte voorzit ter der vakvereeniging van spoorwegarbei ders zou bij een bank te Zurich de geheeie rekening dezer vakvereeniging' hebben over- ebracht bij die bank. Het betreft 1,8 mil- 'ioen sch. De politie heeft voorts een aantal geheime rekeningen der sociaal democrati sche partij, in het geheel tot een bedrag van vier millioen in beslag genomen. Tegen de verantwoordelijke leiders der Arbeidersbank is een vervolging ingesteld wegens bedrog In de gemeente Mautern (Stiermarken) zijn gearresteerd de leider van den Schutz- bund en vroegere burgemeester van St. Michael, Klingbacher. De sociaal democra tische burgemeester van Fohnsdorf in Ka- rinthie, Horvatek, is te Buchholz gearresteerd Ir De Engelsche bladen behandelen den toe stand in Oostenrijk. Gemeld wordt, dat 4000 man Heimwehrtroepen verschillende punten langs de grens van Boven Oosten rijk hebben bereikt. De bladen geven vier verschillende geruchten weer. 1) De Heimwehr zou zijn geconcentreerd langs de Duitsch-Oostenrijksche grens; 2) De Heimwehr zou zich voorbereiden voor een marsch naar Weenen; 3) De Heimwehr zou aartshertog Otto wil len afhalen van de Zwitsersche grens en be geleiden naar Weenen en 4) majoor Fey zou zijn strijdkrachten bui ten Weenert houden, om pogingen der rege ling deze te ontwapenen, te vermijden. Naar aanleiding van de Oostenrijksche kwestie schrijft de diplomatieke medewerker der „Daily Teiegraph", dat naar het oordeel der meeste diplomaten in midden Europa momenteel geen gevaar bestaat voor een ge- Hoe koning Albert verongelukt is. (Dag. Overzicht) Zware tornado's boven Amerika. (Buitenland.) Zal de Gepeoe in Rusland verdwij nen? (Buitenland). De gevangenhouding van Dimi trof. (Buitenland.) De verscherpte verhouding Oos tenrijkDuitschland. (Buitenland.) Noodlanding van een sportvlieg- tuig onder de gemeente Bloemen- daal. (Luchtvaart.) De Nijenrode-zaak weer voor de Amsterdamsche rechtbank (Rechts zaken.) (Zie verder eventueel laatste berichten.) wapnd internationaal conflict in verband met de Oostenrijksche kwestie. Noch Duitsch land noch Joego-Slavië, wenschen de Oosten rijksche grenzen te schenden. STEEDS WEER OP DEN 17DEN! Merkwaardige datum voor België's Koninklijke familie. Het getal zeventien neemt in de annalen van de Belgische koninklijke familie een zeer bijzondere plaats in. Zoo is Leopold II op 17 December 1909 overleden, koningin Marie-Henriëtte op 17 November 1902; de graaf van Vlaanderen verwisselde op 17 November 1905 het tijde lijke met het eeuwige, terwijl het verschei den van koning Albert op 17 Februari 1934 plaats vond. Het zijn echter niet alleen de droevige gebeurtenissen, die op den 17den plaats vinden. Leopold II besteeg den troon op 17 December 1865; de gravin van Vlaande ren werd op 17 November 1845 geboren en prinses Astrid, de tegenwoordige koningin van België, aanschouwde op 17 November 1905 het levenslicht. In de textielfabrieken van Verviers nabij Brussel is de algemeene staking begonnen. Ongeveer 15.000 arbeiders zijn er bij betrok ken. Het is nog niet tot incidenten gekomen. In de Prawda publiceert Karl Radek een artikel over Oostenrijk, waarin hij o.m schrijft: De vraag, welk lot weggelegd is voor de regeering Dollfuss, of hoe de eventueele dic tator van de Oostenrijksche contra-revolutie zal heeten, heeft geen enkel historisch be lang. Het groote belang ligt in den strijd, t die zich rondom en om Oostenrijk, als too neel van den toekomstigen wereldoorlog, ontwikkelt. Radek gaat dan in bijzonderheden in op de belangen, die het Italiaansche en het Duitsche fascisme hebben in het zich verschaffen van invloed op Oostenrijk, waar bij hij opmerkt, dat de tegenstrijdigheid dezer belangen in het geheel niet wordt beïnvloed door het fascistisch karakter van de Duit sche en Italiaansche regeeringen. Italië wil Duitschland niet de hand op Oostenrijk laten leggen, omdat het geen nabuur van Duitschland wil zijn. Het Duitsche imperia lisme is op den Balkan een heel wat gevaar lijker vijand voor Italië dan het Fransche imjeriaiisme. De Duitsche fascislen trach ten Zuid-Oostwaarts door te dringen tenein de zich later met verdubbe'de kracht naar het Oosten te kunnen keeren. Na nog gewezen te hebben op de afwezig heid van eenheid in de actie van de landen, die de verklaring inzake de onafhankelijk heid van Oostenrijk hebben onderteekend, besluit Radek met de conclusie, dat op het oogenblik de strijd zich ontwikkelt tusschen het Duitsche en het Italiaansche fascisme, die zich op het oogenblik tegenover elkaar bevinden, niet als bondgenooten, maar ais vijanden, die elkander min of meer openlijk bedreigen. Gisteravond is een officieele verklaring gepubliceerd, volgens welke de chef der Ita liaansche regeering gistermiddag in het Venetiaansch paleis den heer Eden, lord- groot-zegelbewaarder, heeft ontvangen, die hem op de hoogte stelde van de besprekingen welke te Parijs en Berlijn hadden plaats ge- gevonden. Deze informatie heeft hen in staat gesteld de Britsche en Italiaansche memo- randam opnieuw te bestudeeren. Zij vonden wederzijds overeenstemming, in het bizonder ten aanzien van de mogelijkheid een basis te vinden voor een algemeen verdrag. Waar schijnlijk zal Eden vandaag Rome weer ver- laten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 1