Alkmaarsclie Courant
Veilige havens
Stad en Omgeving.
!fauiCCetw
'JUovUiciaai 'Hieuw#
ssrte'LSïïm d™
Radio-programma
Honderd Zes en Dertigste Jaargang.
DINSDAG 27 FEBRUARI.
koedijk.
bergen.
noordscharwoude.
sint maartensbrug.
(Wordt vervolgd.)
Ito. 49
1934
DE DAGERAAD.
Hoe mensch en aarde zijn
ontstaan.
De gisteravond in de dancing van de
Harmonie uitgeschreven vergadering van
De Dageraad, waar de heer A. L. Con
standse uit den Haag bovenstaand onder
werp behandelde, was druk bezocht.
De heer A. Ver nee heette als voorzit,
ter der afd. De Dageraad het talrijk opgeko
men publiek welkom. De velen, die nog ge
regeld ter kerk gaan, zijn volgens spr. be
wijs, dat het noodig is, het bovengenoemde
vraagstuk te bespreken. Vele |eleerden
hebben reeds sinds tal van jaren het schep
pingsverhaal verworpen, maar toch zijn er
altijd nog talloos velen, die het als waarheid
aannemen.
De heer Constandse, die hierop het
woord kreeg, besprak allereerst de grondbe
ginselen der evolutie-theorie.
De belangstelling der menschen voor den
oorsprong van den mensch is verklaarbaar
vooral sinds cntiek wordt uitgeoefend op het
bijbelverhaal, aldus spr.
Een begin is er aan de wereld niet ge
weest, want was dat wèl zoo, dan zou daar
voor niets zijn geweest en zou de wereld uit
niets zijn voortgekomen en dit nu is on
mogelijk, de oude Grieken wisten dat reeds.
Elke phase van ontwikkeling komt voort uit
een voorgaande. De evolutie is zonder begin
en zonder einde. De wereld is eeuwig en ook
oneindig.
Neemt men aan, dat de wereld zou zijn
voortgekomen uit God, dan zou men moeten
vragen: waar kwam God dan vandaan? En
ook zou men kunnen zeggen: Als God als
de Wijze de wereld maakte, hoe is het dan
mogeliik dat die zoo onpractisch en stelsel
loos is?
Ook het pantheïsme, dat in de wereld God
in alles ziet, is onhoudbaar, zei spr., omdat
men de eigenschappen van goed en wijs niet
mag toekennen aan de natuur en de werke
lijkheid. In de werkelijkheid heerscht slechts
het principe der noodwendigheid en zij be
hoeft dus heelemaal niet goed en wijs te
zijn. De botsingen tusschen hemellichamen
bewijzen de wanorde in de natuur. De pan
theïsten zijn zeer eenzijdig in hun uitingen,
want tegenover het mooie in de wereld kan
minstens evenveel afschuwelijks worden ge
steld, dat wijst op wanorde, stelselloosheid
en wreedheid en totale afwezigheid van
planmatigheid.
De natuur brengt duizenden individuen
voort, die eigenlijk alleen bestemd zijn om te
worden verslonden cf vernietigd, tengevolge
van strijd tusschen de verschillende indivi
duen. Doelmatig is het toch zeker niet, als
van een soort plant of dier 99 worden ver
nield en slechts één blijft?
Wat de menschen als doelmatig in de na
tuur zien, is niet anders dan aanpassings
vermogen ervan. Spr. wees er in dit /erband
op, dat bv. de mol, wanneer men aanneemt
dat zij zoo goed geschanen is om te graven
en te wroeten, aldus geworden is tengevolge
van het verjagen van den aardbodem door
sterkere dieren. De mol vluchtte onder den
grond en paste zich geleidelük aan bij de
nieuwe haar opgelegde functie.
Den mensch noemde spr. een product van
tal van omstandigheden, een tvpisch deca-
dentieverschiinsel in de natuur, dat met
allerlei middelen moet .pogen in het leven te
blijven, in tegenstelling met de dieren die
zonder meer de wisseling der jaargetijden
trotseeren, waartegenover de mensch een
huis moet hebben, met verwarming en dikke
kleeding.
Tegenover vele dieren komen onze zintui
gen hopeloos in de minderheid Onnoodig
noemde spr. eenige deelen van hef mensche-
lijk lichaam en voorts is de groote hulpeloos
heid van het kind wel eer bewiis volgens
spr. dat de mensch niet gescharen is door
een wijs en goed en machtig God.
Spr. haalde den overleden DuiN<-hen £e"
leerde Bölsche aan, volgens wien de mensch
ter wereld komt zonder vo1dragen te zijn.
als gevolg van een verstarring in den groei,
met als gevolg zwakte. Dit proces heeft vele
duizenden jaren geduurd en het gevolg is
geweest een verlangzaming ook in het vol
wassen-worden van den mensch.
door BASIL KING.
(Uit het Engelsch).
84)
Maar het eenige, dat hij zag, was, dat er
niemand in de kamer was. Dat was in zeker
opzicht een pak van zijn hart. Zijn vadei
was uitgegaan en zou dadelijk wel terug o-
men. Na de deur achter zich te hebben ges.o-
ten, liep hij verder de kamer in. Het was net
alsof déze meer dan leeg was; hij kreege
gevoel alsof iets uit de kamer was g g
dat er nooit meer zou terugkeer n. c
herinnerde hij zich dat gevoel heel d j
Hij stond nog steeds in verbazing, e g
naar hetgeen er gebeurd was.'
Het volgende, dat des jongen opviel, was
een eigenaardig stapeltje, dat op
lag. Het was geld - bankpapier Bovenop
lag wat zilver- en kopergeld. 1HijJb
zich overheen en duwde er met zij J
ger tegen, op de manier, waarop n
insect aanraakt, om te zien of het
Tenslotte zag hij een stuk paplei", waarop
het geld had gelegen, en waarop jets m
potlood stond geschreven. Hij hieldhet o
der de iamp. „Voor Tom - met mijn op
rechte betuiging van liefde
De tranen sprongen hem in de oog
als altijd het geval was, als menschen toon
den van hem te houden. Hij huilde echt -
Hij stond maar stil en kon niet uitmaken wa
Ook wees spr. nog op de theorie van Dar-
1"za,ke het afsterven van niet-meer-noo-
difr ^eelen van het lichaam van mensch en
aier (redumentatie-theorie.)
Jnlbljbd,Verhaal over het ontstaan van
ontstaan nii f n°Tde spr' een sproolcje,
de onrH^ ^n gebrek aan kennis Eenzelf
- had spr. ook over de evolutie-
Noacheen1de?rk.biibel het Wrhaal over
firDat, der£elijke sprookjes thans nog aan
Hncfziin"2" kinderen worden verteld,
wndt ajn oorzaak in de tendenz die erin
steilEn nn?Hm de Wereld bepaalde voor
zegt dat het r!& °P/rond waarvan men
bidt da er ^ds u1' 1S' dat de mensch
de striS vina6S aat' enz' Vandaar
dfenst aw d.e. Dageraad tegen den gods-
Spr. besprak vervolgens de theorie dat
gTSendë Lefn lichaHam,is' dat voorheen een
kodd en h, u j dle tnng^am is afge
koeld, en haalde daarvoor als bewijs aan
het vuur in den aardbol (vuurspuwende ber-
gen) en de warmwaterbronnen.
Hoe kon op den aardbol leven ontstaan?
wnnrdenaagtTd SPI"' hfit te beant-
rden met de vraag: welke voorwaarden
moeten vervuld worden om leven mogelijk te
nmken. Leven was pas mogelijk toen de
aardkorst daarvoor voldoende was afge
koeld. Bovendien moet de luchtlaag rondom
den aardbol dik genoeg zijn om het leven
op aarde te isoleeren voor de groote koude
van het heelal (273 graden Celsius) en ook
om voldoende zuurstof te bieden. Ook nog
een dertigtal andere stoffen (zoogenaamde
elementen) zijn noodig voor het leven, die
cille te zamen het daarvoor noodige plasma
Dat de mensch in een of ander laboratori
um de voorwaarden zou kunnen scheppen
voor leven, achtte spr. een onmogelijkheid
omdat men niet alles kan doen wat de na'
tuur vermag en ook doordat men daarbij
zou moeten beschikken over de levensvoor
waarden enz. van een 60 millioen jaren (den
tijd van het bestaan der aarde.) Eenigerma-
te is het wel mogeliik, zei spr., en hij noemde
daarbij den Amerikaanschen geleerde He-
reira, wien het gelukte.
Het is, zei spr., mogelijk om den ontwikke
lingsgang aan te wijzen. De mensch is ont
staan uit samenvoeging van twee onnoeme
lijk kleine cellen, waaruit in een zeer lang
evolutie-tijdperk de mensch ontstond. Het
bloedonderzoek heeft bewezen, dat ae
mensch verwant is aan de vier hoogst-
staande apensoorten.
Spr. ontkende de juistheid van de bewe
ring, dat de mensch zedelijk veel hooger zou
staan dan de apen, want, zei hij, zedelijk
staan wij vrijwel op hetzelfde peil als ae
mieren en hij haalde den schrijver Kro-
patkin aan, die betoogde dat onder dieren
vaak veel meer hulpvaardigheid voorkomt
dan onder menschen.
Het gebrek aan zedelijkheid is oorzaak
van het gaan in verkeerde richting van het
grootere vernuft van den mensch, die zijn
verstand ontwikkelde uit noodzaak van zijn
groote zwakte („wie niet sterk is, moet slim
zijn") en van den langeren leertijd der
menschenkinderen (vrijwel een vierde deel
van het heele leven.)
Spr. concludeerde, dat de mensch niet het
einde is van de evolutie, maar sLechts een
schakel. Wij zijn nog in een tijdperk van
ontwikkeling, van evolutie, om waarlijk tot
mensch te worden. Daarom hebben wij te
strijden voor een andere maatschappij, waar
in men inderdaad mensch kan zijn.
Na een korte pauze toonde de heer Con
standse tot verduidelijking van zijn betoog
een serie lichtbeelden, waarbij hij weder uit
voerige verklaringen gaf. Tegenover de bi]
belverhalen stelde hij de evolutie-theorie
zooals verschillende geleerden die later heb
ben opgebouwd.
Hij kwam daarbij tot het ontstaan van
den mensch vo'gens deze lijn: visschen
tweeslachtige dieren kruipdieren vo
gels zoogdieren mensch, waarbij hij
de verwantschap van laatstgenoemden be
toogde met de hoogststaande apensoorten
(smalneuzigen): hondapen, gorilla, chim
pansee.
Aan het slot van zijn uiteenzettingen
meende spr., dat de thans levende mensch
nog in een ontwikkelingsstadium is en niet
echt mensch kan zijn zoolang oorlog en
werkloosheid met alle gevolgen daarvan
nog mogelijk zijn. Hii wekte op tot strijd
voor een maatschappij, die dergelijke wan
ordelijkheden niet meer kent.
De heer V e r n e e zegde aan het eind der
vergadering den heer Constandse dank voor
zijn betoog en onderstreepte de door dezen
gedane opwekking.
dit alles beduidde. Dat zijn vader was uitge
gaan en al dit geld zou vergeten hebben, was
al vreemd genoeg, maar de reden waarom hij
dat -beschreven papiertje had achtergelaten
was een raadsel. Het tellen van het geld ging
gauw genoeg. Er waren zeven biljetten van
vijtig dollar, bovendien acht en twintig dol
lar en vier en vijftig dollarcent in kleiner
papier en soecie. Hij meende zich te herinne
ren dat zijn vader vierhonderd dollar voor
de reis naar Wilmington en verschillende uit
gaven had meegenomen.
Hij bleef zich maar verbazen en wist zich
later niet meer te herinneren hoe lang hij
daar zoo had gestaan. De rest van den avond
bleef een onbeschreven blad voor hem.
HOOFDSTUK XX.
De man, die Tom als zoon had geadop
teerd, werd, voor zoover hij wist, nooit meer
teruggezien, maar het duurde nog eenigen
tijd, voordat men kon aannemen, dat hij wer
kelijk dood was. Het gebeurde immers in
New York, dat menschen, die spoorloos ver
dwenen waren, na een dag of tien weer op
doken, maar dan waren zij meestal niet erg
verlangend om te praten over de ondervin-
vindingen, die zij tijdens hun afwezigheid
hadden opgedaan.
„Wel", lichtte Honubun den jongen in, „ik
weet van gevallen, dat er menschen zóó
lang onvindbaar waren, dat er men er op
zou° hebben gezworen dat ze ontvoerd wa
ren. Je vader is nog niet zoo lang weg. Ik
vind 't heel begrijpelijk, dat een man van
zijn leeftijd een weduwnaar een man
uit de provincie, eens wat vrijheid wil heb
ben in een groote stad.
Zondagavond werd door de harmonie-
vereeniging „Aurora" een openbare uitvoe
ring gegeven in het lokaal van den hee r Jb.
Groot onder leiding van den heer Hekket uit
Alkmaar.
De avond werd geopend met een opge
wekte marsch, die er een vroolijke stem
ming in bracht.
Na dat een viertal nummers ten beste
waren gegeven volgden enkele voordrachten,
waar aan toegevoegd was een blijspel in één
bedrijf, getiteld „Nanke en Compagnon", wat
op vlotte wijze werd afgewerkt en waarop
een hartelijk applaus volgde.
Hierna volgden nog een viertal muziek
nummers, waarop een toegift volgde.
Na afweiking ontvingen directeur en leden
een hartelijk applaus.
Er volgde een gezellig bal met dans
muziek van Siem Spruit.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
is alhier in den ouderdom van bijna 72 jaar
overleden de heer B. H. Gorter, oud gemeen
te-secretaris van Idaarderadeel. Na zijn pen-
sionneering vestigde hij zich in 1915 te Ber
gen, in huize „Kinheim" aan de Breelaan.
In 1917 werd hij gekozen als lid van den
gemeenteraad en volgde hij den heer Masch-
meyer Sr. als zoodanig op. De laatste verga
dering, welke hij bijwoonde, was op 28
Augustus 1919, wijl hij zich bij de verkiezin
gen voor den gemeenteraad niet meer ver
kiesbaar wensente te stellen. Tijdens zijn
raadslidmaatschap had hij in verschillende
commisies zitting. In de raadsvergaderin
gen luisterde men gaarne naar zijn zaakkun
dige adviezen en weloverdachte voorstellen.
Toen de oud-burgemeester, de heer J. van
Reenen, in begin 1921 als voorzitter van de
afdeeling Bergen van de Noordhollandsche
Vereeniging „Het Witte Kruis" meende te
moeten bedanken, volgde de heer Gorter
hem op. Met veel ambitie en toewijding bleef
hij die functie tot 24 September 1931 vervul
len, toen zijn gezondheidstoestand hem nood
zaakte hierover te bedanken.
Onder voorzitterschap van den burge
meester, den heer mr. H. D. A. van Reenen,
vergaderde Vrijdagavond in het Oranje
hotel de Vereeniging voor Ziekenhuisverple-
ging „Helpt Elkander". Met het volledig be
stuur waren een 25-tal leden aanwezig.
Blijkens het door den heer secretaris, dr.
Blok, uitgebrachte jaarverslag over 1933
bedroeg het aantal- leden op 1 Januari 1933
1824, waaronder 32 niet-betalende kinderen
In den loop van het jaar verminderde het
aantal leden met 131, waarvan door over
lijden 16, door vertrek 42, terwijl 73 leden
bedankten. 95 nieuwe leden traden toe, ter
wijl door geboorte 25 leden werden inge
schreven. Het totaal aantal leden aan het
einde van 1933 was 1813, waarvan 30 niet-
betalende kinderen.
Voor rekening der vereeniging werden 44
leden verpleegd mét totaal 711 verpleegda-
gen. Hiervan werden verpleegd in klasse B
(langer dan 20 dagen, max. 40 dagen) 6 per
sonen met totaal 200 verpleegdagen, waar
van 2 leden de volle 40 dagen. In klasse A
(20 dagen of korter) werden 38 personen
verplegd nfet totaal 511 verpleegdagen,
waarvan 8 leden de volle 20 dagen.
Blijkens het door den penningmeester, den
heer Glerum, uitgebrachte financieel verslag
was op 1 Januari 1933 rentegevend gelegd
2909,50. In 1933 werd aan contributie ont
vangen 3267,24, aan rente 94,42, totaal
f 3361,66. Aan verpleegkosten werd uitbe
taald 1991,95, de totale uitgaven bedroe
gen 2636,71, het saldo over 1933 bedroeg
alzoo 724,95, hierbij het kassaldo op i
Jai. '33 ad 2909,50 bedroeg het winst
saldo op 31 December 1933 3634,45. On
danks het feit, dat het ledental terugliep en
het aantal verpleegdagen toenam, blijkt wel,
dat de financieele toestand der vereeniging
gunstig is. Tegen 1991.95 in 1933 werd in
1932 1657.57 en in 1931 1286,05 aan
verpleegkosten uitbetaald.
De rekening en verantwoording van den
penningmeester over 1933 werd op voorstel
der commissie tot nazien der rekening, on
veranderd goedgekeurd, terwijl de heer
Glerum als penningmeester bij acclamatie
werd herkozen. De contributie voor 1934
bleef ongewijzigd.
Goedgekeurd werd het reglement aan te
vullen, en werd aan art. 5 toegevoegd: „Niet
temin kunnen personen, die zelfstandig in
hun onderhoud voorzien, zich afzonderlijk
verzekeren", terwijl in den 2den regel werden
geschrapt de woorden „beneden 13 jaar'.
Het voornemen om de gelegenheid te geven
tot deelneming aan een verzekering, voor z.g
„operatiekas" kon niet doorgaan, aangezien
slechts 14 briefkaarten waren ingekomen van
„Ja, maar dat geld?"
Dat was een andere kwestie Goodsir on
derstelde, dat Quidmore nog meer geld had
gehad, en dat de som, die hij op tafel had
achtergelaten, alleen maar diende om Tom's
uitgaven tijdens zijn afwezigheid te dekken
„Luister eens, mannetje", vervolgde hij
vriendelijk, „dat is voor een jongen als jij
een heele bom duiten om altijd bij je dragen
Er zijn genoeg kerels, die dit huis bezoeken,
die je voor de helft van dat bedrag zonder
blikken of blozen zouden vermoorden. Kijk
eens, ik ben een betrouwbaar man, die ge
wend is met geld om te gaan, zonder er een
cent van te gapjren. Als ik je dus van dienst
kan zijn om er voor te zorgen
„Daarover zal ik later wel met je praten",
kwam Honevbun tactvol tusschenbeiae.. „De
jongen heeft niemand noodig om voor zijn
geld te zorgen, ingeval zijn vader misschien
vanavond nog komt opdagen. Laten we dus
nog wat wachten. Als hij van plan is het
geld aan iemand toe te vertrouwen, dan zal
't wel aan ons zijn, die zijn naaste bloedver
wanten hier in huis zijn, nietwaar jongen?
Tom antwoordde bevestigend en zei dat hij
op hun hulp rekende. Voor het oogenblik
bend hij zich aan niets, aangezien zijn toe
stand nog onzeker was.
„U begrijpt", zei hij, met zijn innemende
openhartigheid, beurtelings den een en den
ander aankijkend, „dat ik nog niets anders
kan doen dan wachten of hij misschien nog
terugkomt, in allen geval nog een tijdje.''
Woensdag 28 Februari.
HILVERSUM, 1875 M. (VARA-
uitz.) 8.— Gr.platen. 9.30 „Onze
keuken", door P. J. Kers Jr. 10.
VPRO-morgenwijding. 10.15 Voor
Arb. in de Continubedr.: VARA-
orkest olv. H. de Groot en H. Wig-
gelaar en M. Beversluis. 12.De
Notenkrakers olv. D. Wins. 12.45
Gr.pl. 1.15 Vervolg concert. 1.45
Orgelspel J. Jong. 2.15 Knipcursus
3.Voor de kinderen. 5.30 VARA-
orkest olv. H. de Groot. 6.30 RVU:
M. J. Brusse: Onder de Menschen
te Rotterdam. 7.Vervolg orkest
concert. 7.40 Sportpraatje K. J. J.
Lotsy. 8.Herh. SOS-ber., Vaz
Dias en VARA-Varia. 8.15 „Om
dat ik zwart ben", negerliederen en
verzen mmv. M. Beversluis en gr.
pl. 9 45 Causerie A. J. J. van Gooi.
10.Zang door Ernst Busch, aan
den vleugel H. Kruit. 10.15 Voet
balpraatje door G. J. Groothoff.
10.30 Vervolg zang. 10.45—12.
VARA-kleinorkest olv. F. Bakels.
HUIZEN, 301 M. (NCRV-uitz.)
8.Meditatie en schriftlezing. 8.15
9.30 Gr.pl. 10.30 Morgendienst
olv. ds. J. L. de Wolff. 11.Or
gelspel F. Kloek. 12.15 Gr.pl. 12.30
Zang door mevr. C. v. d. Mark, aan
den vleugel: H. Goemans. 1.15 Gr.
pl. 1.35 Kwintetconcert olv. P. v. d.
Hurk. 2.30 Voor jeugdige postze
gelverzamelaars. 3.Verv. kwin
tetconcert. 4.Gev. progr. 5.
Kinderuur. 6.Landbouwhalfuur.
6.30 Afgestaan. 7.15 Ned. Chr.
Persbureau. 7.30 Causerie door
mej. C. de Witte. 8.Gr.pl. 8.30
Causerie door prof. Dr. K. Schilder
9.15 Gr.pl. 9.20 Arnhemsche orkest
vereniging olv. J. Spaanderman
mmv. J. v. Buggenum, bas en C.
Stotijn, hobo. 10.15 Vaz Dias. 10.25
11.20 Gramofoonmuziek.
DAVENTRY, 1500 M. 10.35 Mor
genwijding. 10.50 Tijdsein en ber.
11.0511.20 Lezing. 12.Voor de
scholen. 12.20 Orgelspel Quentin
MacLean. 1.05 Western Studio
orkest olv. Thomas, mmv. M. Hug
hes, sopraan. 2.20 Voor de scholen
3.20 Pianorecital C. Dixon. 3.35
Sted. orkest van Bournemouth olv.
Sir Dan Godfrey, mmv. G. Chav-
chavadze, piano. 5.05 Gr.pl. 5.35
Kinderuur. 6.20 Ber. 6.50 Kamer
muziek uit de Barok-tijd. 7.10, 7.25
en 7.50 Lezingen. 8.20 Concert
inleiding. 8.35 BBC-symphonie-
orkest olv. E. Arsmet, mmv. J. Szi-
geti, viool. In de pauze om 9.30
leden, die hieraan deel wensuuen te nemen
Bij de rondvraag vroeg de heer de Groot
of de vereeniging ook voor haar rekening kon
nemen de meer kosten van verpleging in zie
kenbarakken.
Na bespreking werd op voorstel van het
bestuur besloten, de kosten van verpleging
van besmettelijke zieken, die door verpleging
in barakken duurder is dan in het ziekenhuis,
voor rekening der vereeniging te nemen. Het
bestuur werd hiertoe gemachtigd, en goedge
vonden het volgend jaar deze regeling in het
reglement vast te leggen.
Hierna sloot de voorzitter onder dankzeg
ging voor de opkomst de vergadering.
UITGEEST.
Vrijdagavond hield de brandstoffenver-
eeniging V. I. O S. een algemeene ledenver
gadering in het hotel de Ooievaar alhier. De
opkomst der teden was niet groot.
Uit de rekening en verantwoording van
den penningmeester stippen wt aan de ont
vangsten en uitgaven in totaal beloopen
hebben 3214.0114. Op 31 December 1933
was er in kas 51.8914. Het vermogen der
vereeniging was op dien datum 457.46 wat
177.20J4 meer is dan verleden jaar. In
totaal is er gedurerde het jaar 1933 door de
leden gestempeld voor een bedrag van
f 162265.
De rekening werd vastgesteld. Aan de
beurt van aftreden waren de hceren F. Rump-
horst en J. Jonker, welke laatste niet meer
herkiesbaar is. De lieer Rumphorst werd bij
acclamatie als zoodanig herkozen tot be
stuurslid en werd gekozen de heer Jb. Smits.
Benoemd werden tot leden van de com
missie voor het nazien der bo- ken over 1934
de heeren R. Bakker en C. Schenk en tot
Toen het onderhoud afgeloopen was, gin
gen de beide achtenswaardige mannen naar
hun werk. Tenminste, Goodsir deed dit, want
een paar minuten later was Honeybun weer
in Tom's kamer terug.
„Luister eens, beste jongen: Geef dat geld
niet uit handen, hoor! Ik heb op 't oogenblik
geen tijd, maar als ik vanavond terugkom
om te eten, dan zal ik je zeggen wat ik in
jouw plaats er mee zou doen. Bewaar 't goed
in den binnenzak van je jas, en zorg dat jc
zoo weinig mogelijk hier in dit huis bent, tot
dat ik terug ben om je te halen. Je weet nooit
met wat voor volkje je op dezelfde verdieping
logeert. Buiten, op straat, daar ben je vei
lig".
Hij ging naar buiten en koos de drukkere
straten, die naar de havens leidden. Daar
vond hij het prettig. Op de gevels der lage
huizen las hij namen, die tot zijn verbeelding
spraken: New Orleans, Savannah, Galve
ston, Texas, Arizona, Oklahama. Hij had
altijd veel van aardrijkskunde gehouden. Die
gaf een kijk in de wereld; zij vertelde van
landen en steden, die hij eens zou bezoeken,
en waarover hij inmiddels kon droomen
Over de lage daken der huizen heen kon hij
den bovenkant van scheepsschoorsteenen
zien. Hier en daar ook een vastgemeerd
stoomschip. Hij zag vlaggen, die van den top
van den eenén mast naar den anderen wap
perden; uitheemsche zeelieden bewogen zich
door het drukke verkeer van voertuigen, of
ontweken de goederentreinen, die schijnbaar
ber. 10.50 Lezing. 11.05 Voordracht
11.10—12.20 Dansmuziek door Roy
Fox en^ijn band.
PARIJS (RADIO-PARIS) 1796 M.
7.20 en 8.20 Gr.pl. 12.35 Orkest-
concert olv. Goldy. 7.40 Gr.pl. 9.05
Orkestconcert olv. Paray.
KALUNDBORG, 1261 M. 11.20
1.20 Concert uit het Bellevue
Strandhotel. 2.20 Gr.pl. 2 50 Radio
strijkorkest olv. Reesen. 4.204.50
Gr.pl. 7.20 Hoorspel. 73.5 Operette
muziek door het Omroeporkest olv.
Reesen. 8.35 Pianorecital door F.
Jensen 9.35 Fransche muziek olv.
Reesen. 10.20—11-50 Dansmuziek
olv. Aage JuhlThomsen.
LANGENBERG, 456 M. 5.25 Gr
pl. 6.30 Blaasconcert. 11.Gr.pl.
11.20 Orkestconcert olv. Ad. Franz
12.20 Gr.pl. 1.20 Kamermuziek.
3.20 Kamerorkest olv. W. Keiper.
4.35 Dansmuziek. 7.30 Ludwig-
Weberconcert mmv. solisten, koor
en orkest olv. H. Meiszner. 9.40
Gr.pl. 10.20 Hoorspel. 10.40—
11.50 Populair avondconcert.
ROME, 421 M- 8.— Gramofoon
platen. 8.20 Operauitzending.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Omroepkleinorkest olv. P.
Leemans. 1.30 Max Alexys orkest.
5.20 Gr.pl. 6.50 Omroepkleinorkest
olv. André. 8.20 Omroeporkest olv.
André, mmv. declamatrice. 10.30
11.20 Dansmuziek. 484 M.: 12.20
Max Alexys orkest. 1.30 Concert
door het Omroepkleinorkest olv. P.
Leemans. 5.20 Dansmuziek. 6.35
Gr pl. 6.50 Omroepkleinorkest olv.
P. Leemans. 8.20 Paedagogisch
concert. 9.05 Radio-tooneel. 10.15
Gr.pl. 10.30—11.20 Dansmuziek.
DEUTSCHLANDSENDER 1571
M. 730 Zie Langenberg- 8.50
Voor de mijnwerkers. 9.2Ö Weer-,
nLuws- en sportber. 9.50 Kwartier
tje Radio-techniek. 10.05 Weerber.
10.2011.50 Dansmuziek door het
Emdé-orkest.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Huizen.
Lijn 3: Lond. Reg- 10.3510-50,
Daventry 10.5011-20, Lond.
Reg. 12.20—15-20, Daventry 15 20
24.-.
Lijn 4: Langenberg 10.35
19.30, Münehen 19-30—24.—
plaatsvervanger de heer W. Starreveld.
Na de rondvraag die tot geen bijzondere
besprekingen aanleiding gaf, sloot de voor
zitter onder dankzegging voor de opkomst de
vergadering.
De sociëteit „Vriendenkring" hield dezer
dagen haar jaarvergadering in Concordia.
De w.n. voorzitter, de heer C. Kuiper,
opende met een hartelijk woord van welkom,
waarbij zijn leedwezen uitsrekend over de
weinige belangstelling.
Uit het verslag van den penningmeester
bleek, dat is ontvangen 258.36, terwijl de
uitgaven hebben bedragen 110.90. Er is
alzoo een batig saldo van 147.46
Het aftredende bestuurslid de heer K.
Langedijk werd met algemeene stemmen
herkozen.
De jaarlijksche wedstrijddag zal gehouden
worden op Vrijdag 16 Maart a.s.
Teneinde het bezoek aan den wekelijkschen
soos-avond wat meer te bevorderen en de ge
zelligheid te verhoogen, zullen pogingen ge
daan worden om ook het bridgespel inge
voerd te krijgen. Voor bridgeliefhebbers is
dit tevens een goede gelegenheid om te ko
men tot een vaste bridgeclub, die dit spel
dan wekelijks kan beoefenen,
In het lokaal van mevr. de wed. S. Kus
sen, alhier, werd een algemeene vergadering
gehouden van de vereeniging voor zieken-
huisverpleging „Zuid-Zijpe".
Uit het jaarverslag 1933 bleek o.m., dat
het aantal patiënten was teruggeloopen van
1144 tot 1102. 10 patiënten waren opgeno
men in een ziekenhuis. Het aantal ligdagen
doelloos heen en weer werden gerangeerd. Al
die beweging, die kleuren, het doffe, zware
gerommel, al dat gewirwar, dat in verband
stond met de heele wereld, alles maakte, dat hij
zich zóó nietig voelde, dat geen roover of
moordenaar er een oogenblik aan zou den
ken, dat hij al dat geld in zijn binnenzak bij
zich droeg. Ook vergat hij er door, dat hij
zoo alleen op de wereld was.
Hij bleef steeds in beweging om al die men
schen om hem heen in den waan te laten, dat
hij een boodschappenjongen was. Maar nu
en dan overmande hem toch het bewustzijn
van zijn eenzaamheid, en dan bleef hij even
stil staan. Dan vroeg hij zich af waarheen
hij eigenlijk ging, en met welk doel, net zoo
als hij gedaan had, toen hij die stoomboot op
deHudson had gezien. Het scheen hem toe, dat
hij, evenals die boot, maar heen en weer reis
de. Dat schip had natuurlijk een bepaalde be
stemming, maar voor hem was er in de heele
wereld niets, waaraan hij eenig houvast had.
Hij had wel eens gehoord van een schip, dat
steeds maar zeilde en zeilde, met nooit een
haven in zicht, nooit een haven om binnen te
valien.
De Kerk der Zee!
Die woorden las hij op een groot, wit ge
bouw, op het punt, waar de Jane Street op de
havens uitwkam. Hij las ze nog eens over,
omdat ze tot zijn verbeelding spraken on
metelijkheid, eenzaamheid, gevaar misschien
en God!