Alkmaarsclie Courant Veilige havens Stad en Omgeving. !fauiCCetw 'JUovUiciaai 'Hieuw# ssrte'LSïïm d™ Radio-programma Honderd Zes en Dertigste Jaargang. DINSDAG 27 FEBRUARI. koedijk. bergen. noordscharwoude. sint maartensbrug. (Wordt vervolgd.) Ito. 49 1934 DE DAGERAAD. Hoe mensch en aarde zijn ontstaan. De gisteravond in de dancing van de Harmonie uitgeschreven vergadering van De Dageraad, waar de heer A. L. Con standse uit den Haag bovenstaand onder werp behandelde, was druk bezocht. De heer A. Ver nee heette als voorzit, ter der afd. De Dageraad het talrijk opgeko men publiek welkom. De velen, die nog ge regeld ter kerk gaan, zijn volgens spr. be wijs, dat het noodig is, het bovengenoemde vraagstuk te bespreken. Vele |eleerden hebben reeds sinds tal van jaren het schep pingsverhaal verworpen, maar toch zijn er altijd nog talloos velen, die het als waarheid aannemen. De heer Constandse, die hierop het woord kreeg, besprak allereerst de grondbe ginselen der evolutie-theorie. De belangstelling der menschen voor den oorsprong van den mensch is verklaarbaar vooral sinds cntiek wordt uitgeoefend op het bijbelverhaal, aldus spr. Een begin is er aan de wereld niet ge weest, want was dat wèl zoo, dan zou daar voor niets zijn geweest en zou de wereld uit niets zijn voortgekomen en dit nu is on mogelijk, de oude Grieken wisten dat reeds. Elke phase van ontwikkeling komt voort uit een voorgaande. De evolutie is zonder begin en zonder einde. De wereld is eeuwig en ook oneindig. Neemt men aan, dat de wereld zou zijn voortgekomen uit God, dan zou men moeten vragen: waar kwam God dan vandaan? En ook zou men kunnen zeggen: Als God als de Wijze de wereld maakte, hoe is het dan mogeliik dat die zoo onpractisch en stelsel loos is? Ook het pantheïsme, dat in de wereld God in alles ziet, is onhoudbaar, zei spr., omdat men de eigenschappen van goed en wijs niet mag toekennen aan de natuur en de werke lijkheid. In de werkelijkheid heerscht slechts het principe der noodwendigheid en zij be hoeft dus heelemaal niet goed en wijs te zijn. De botsingen tusschen hemellichamen bewijzen de wanorde in de natuur. De pan theïsten zijn zeer eenzijdig in hun uitingen, want tegenover het mooie in de wereld kan minstens evenveel afschuwelijks worden ge steld, dat wijst op wanorde, stelselloosheid en wreedheid en totale afwezigheid van planmatigheid. De natuur brengt duizenden individuen voort, die eigenlijk alleen bestemd zijn om te worden verslonden cf vernietigd, tengevolge van strijd tusschen de verschillende indivi duen. Doelmatig is het toch zeker niet, als van een soort plant of dier 99 worden ver nield en slechts één blijft? Wat de menschen als doelmatig in de na tuur zien, is niet anders dan aanpassings vermogen ervan. Spr. wees er in dit /erband op, dat bv. de mol, wanneer men aanneemt dat zij zoo goed geschanen is om te graven en te wroeten, aldus geworden is tengevolge van het verjagen van den aardbodem door sterkere dieren. De mol vluchtte onder den grond en paste zich geleidelük aan bij de nieuwe haar opgelegde functie. Den mensch noemde spr. een product van tal van omstandigheden, een tvpisch deca- dentieverschiinsel in de natuur, dat met allerlei middelen moet .pogen in het leven te blijven, in tegenstelling met de dieren die zonder meer de wisseling der jaargetijden trotseeren, waartegenover de mensch een huis moet hebben, met verwarming en dikke kleeding. Tegenover vele dieren komen onze zintui gen hopeloos in de minderheid Onnoodig noemde spr. eenige deelen van hef mensche- lijk lichaam en voorts is de groote hulpeloos heid van het kind wel eer bewiis volgens spr. dat de mensch niet gescharen is door een wijs en goed en machtig God. Spr. haalde den overleden DuiN<-hen £e" leerde Bölsche aan, volgens wien de mensch ter wereld komt zonder vo1dragen te zijn. als gevolg van een verstarring in den groei, met als gevolg zwakte. Dit proces heeft vele duizenden jaren geduurd en het gevolg is geweest een verlangzaming ook in het vol wassen-worden van den mensch. door BASIL KING. (Uit het Engelsch). 84) Maar het eenige, dat hij zag, was, dat er niemand in de kamer was. Dat was in zeker opzicht een pak van zijn hart. Zijn vadei was uitgegaan en zou dadelijk wel terug o- men. Na de deur achter zich te hebben ges.o- ten, liep hij verder de kamer in. Het was net alsof déze meer dan leeg was; hij kreege gevoel alsof iets uit de kamer was g g dat er nooit meer zou terugkeer n. c herinnerde hij zich dat gevoel heel d j Hij stond nog steeds in verbazing, e g naar hetgeen er gebeurd was.' Het volgende, dat des jongen opviel, was een eigenaardig stapeltje, dat op lag. Het was geld - bankpapier Bovenop lag wat zilver- en kopergeld. 1HijJb zich overheen en duwde er met zij J ger tegen, op de manier, waarop n insect aanraakt, om te zien of het Tenslotte zag hij een stuk paplei", waarop het geld had gelegen, en waarop jets m potlood stond geschreven. Hij hieldhet o der de iamp. „Voor Tom - met mijn op rechte betuiging van liefde De tranen sprongen hem in de oog als altijd het geval was, als menschen toon den van hem te houden. Hij huilde echt - Hij stond maar stil en kon niet uitmaken wa Ook wees spr. nog op de theorie van Dar- 1"za,ke het afsterven van niet-meer-noo- difr ^eelen van het lichaam van mensch en aier (redumentatie-theorie.) Jnlbljbd,Verhaal over het ontstaan van ontstaan nii f n°Tde spr' een sproolcje, de onrH^ ^n gebrek aan kennis Eenzelf - had spr. ook over de evolutie- Noacheen1de?rk.biibel het Wrhaal over firDat, der£elijke sprookjes thans nog aan Hncfziin"2" kinderen worden verteld, wndt ajn oorzaak in de tendenz die erin steilEn nn?Hm de Wereld bepaalde voor zegt dat het r!& °P/rond waarvan men bidt da er ^ds u1' 1S' dat de mensch de striS vina6S aat' enz' Vandaar dfenst aw d.e. Dageraad tegen den gods- Spr. besprak vervolgens de theorie dat gTSendë Lefn lichaHam,is' dat voorheen een kodd en h, u j dle tnng^am is afge koeld, en haalde daarvoor als bewijs aan het vuur in den aardbol (vuurspuwende ber- gen) en de warmwaterbronnen. Hoe kon op den aardbol leven ontstaan? wnnrdenaagtTd SPI"' hfit te beant- rden met de vraag: welke voorwaarden moeten vervuld worden om leven mogelijk te nmken. Leven was pas mogelijk toen de aardkorst daarvoor voldoende was afge koeld. Bovendien moet de luchtlaag rondom den aardbol dik genoeg zijn om het leven op aarde te isoleeren voor de groote koude van het heelal (273 graden Celsius) en ook om voldoende zuurstof te bieden. Ook nog een dertigtal andere stoffen (zoogenaamde elementen) zijn noodig voor het leven, die cille te zamen het daarvoor noodige plasma Dat de mensch in een of ander laboratori um de voorwaarden zou kunnen scheppen voor leven, achtte spr. een onmogelijkheid omdat men niet alles kan doen wat de na' tuur vermag en ook doordat men daarbij zou moeten beschikken over de levensvoor waarden enz. van een 60 millioen jaren (den tijd van het bestaan der aarde.) Eenigerma- te is het wel mogeliik, zei spr., en hij noemde daarbij den Amerikaanschen geleerde He- reira, wien het gelukte. Het is, zei spr., mogelijk om den ontwikke lingsgang aan te wijzen. De mensch is ont staan uit samenvoeging van twee onnoeme lijk kleine cellen, waaruit in een zeer lang evolutie-tijdperk de mensch ontstond. Het bloedonderzoek heeft bewezen, dat ae mensch verwant is aan de vier hoogst- staande apensoorten. Spr. ontkende de juistheid van de bewe ring, dat de mensch zedelijk veel hooger zou staan dan de apen, want, zei hij, zedelijk staan wij vrijwel op hetzelfde peil als ae mieren en hij haalde den schrijver Kro- patkin aan, die betoogde dat onder dieren vaak veel meer hulpvaardigheid voorkomt dan onder menschen. Het gebrek aan zedelijkheid is oorzaak van het gaan in verkeerde richting van het grootere vernuft van den mensch, die zijn verstand ontwikkelde uit noodzaak van zijn groote zwakte („wie niet sterk is, moet slim zijn") en van den langeren leertijd der menschenkinderen (vrijwel een vierde deel van het heele leven.) Spr. concludeerde, dat de mensch niet het einde is van de evolutie, maar sLechts een schakel. Wij zijn nog in een tijdperk van ontwikkeling, van evolutie, om waarlijk tot mensch te worden. Daarom hebben wij te strijden voor een andere maatschappij, waar in men inderdaad mensch kan zijn. Na een korte pauze toonde de heer Con standse tot verduidelijking van zijn betoog een serie lichtbeelden, waarbij hij weder uit voerige verklaringen gaf. Tegenover de bi] belverhalen stelde hij de evolutie-theorie zooals verschillende geleerden die later heb ben opgebouwd. Hij kwam daarbij tot het ontstaan van den mensch vo'gens deze lijn: visschen tweeslachtige dieren kruipdieren vo gels zoogdieren mensch, waarbij hij de verwantschap van laatstgenoemden be toogde met de hoogststaande apensoorten (smalneuzigen): hondapen, gorilla, chim pansee. Aan het slot van zijn uiteenzettingen meende spr., dat de thans levende mensch nog in een ontwikkelingsstadium is en niet echt mensch kan zijn zoolang oorlog en werkloosheid met alle gevolgen daarvan nog mogelijk zijn. Hii wekte op tot strijd voor een maatschappij, die dergelijke wan ordelijkheden niet meer kent. De heer V e r n e e zegde aan het eind der vergadering den heer Constandse dank voor zijn betoog en onderstreepte de door dezen gedane opwekking. dit alles beduidde. Dat zijn vader was uitge gaan en al dit geld zou vergeten hebben, was al vreemd genoeg, maar de reden waarom hij dat -beschreven papiertje had achtergelaten was een raadsel. Het tellen van het geld ging gauw genoeg. Er waren zeven biljetten van vijtig dollar, bovendien acht en twintig dol lar en vier en vijftig dollarcent in kleiner papier en soecie. Hij meende zich te herinne ren dat zijn vader vierhonderd dollar voor de reis naar Wilmington en verschillende uit gaven had meegenomen. Hij bleef zich maar verbazen en wist zich later niet meer te herinneren hoe lang hij daar zoo had gestaan. De rest van den avond bleef een onbeschreven blad voor hem. HOOFDSTUK XX. De man, die Tom als zoon had geadop teerd, werd, voor zoover hij wist, nooit meer teruggezien, maar het duurde nog eenigen tijd, voordat men kon aannemen, dat hij wer kelijk dood was. Het gebeurde immers in New York, dat menschen, die spoorloos ver dwenen waren, na een dag of tien weer op doken, maar dan waren zij meestal niet erg verlangend om te praten over de ondervin- vindingen, die zij tijdens hun afwezigheid hadden opgedaan. „Wel", lichtte Honubun den jongen in, „ik weet van gevallen, dat er menschen zóó lang onvindbaar waren, dat er men er op zou° hebben gezworen dat ze ontvoerd wa ren. Je vader is nog niet zoo lang weg. Ik vind 't heel begrijpelijk, dat een man van zijn leeftijd een weduwnaar een man uit de provincie, eens wat vrijheid wil heb ben in een groote stad. Zondagavond werd door de harmonie- vereeniging „Aurora" een openbare uitvoe ring gegeven in het lokaal van den hee r Jb. Groot onder leiding van den heer Hekket uit Alkmaar. De avond werd geopend met een opge wekte marsch, die er een vroolijke stem ming in bracht. Na dat een viertal nummers ten beste waren gegeven volgden enkele voordrachten, waar aan toegevoegd was een blijspel in één bedrijf, getiteld „Nanke en Compagnon", wat op vlotte wijze werd afgewerkt en waarop een hartelijk applaus volgde. Hierna volgden nog een viertal muziek nummers, waarop een toegift volgde. Na afweiking ontvingen directeur en leden een hartelijk applaus. Er volgde een gezellig bal met dans muziek van Siem Spruit. In den nacht van Zaterdag op Zondag is alhier in den ouderdom van bijna 72 jaar overleden de heer B. H. Gorter, oud gemeen te-secretaris van Idaarderadeel. Na zijn pen- sionneering vestigde hij zich in 1915 te Ber gen, in huize „Kinheim" aan de Breelaan. In 1917 werd hij gekozen als lid van den gemeenteraad en volgde hij den heer Masch- meyer Sr. als zoodanig op. De laatste verga dering, welke hij bijwoonde, was op 28 Augustus 1919, wijl hij zich bij de verkiezin gen voor den gemeenteraad niet meer ver kiesbaar wensente te stellen. Tijdens zijn raadslidmaatschap had hij in verschillende commisies zitting. In de raadsvergaderin gen luisterde men gaarne naar zijn zaakkun dige adviezen en weloverdachte voorstellen. Toen de oud-burgemeester, de heer J. van Reenen, in begin 1921 als voorzitter van de afdeeling Bergen van de Noordhollandsche Vereeniging „Het Witte Kruis" meende te moeten bedanken, volgde de heer Gorter hem op. Met veel ambitie en toewijding bleef hij die functie tot 24 September 1931 vervul len, toen zijn gezondheidstoestand hem nood zaakte hierover te bedanken. Onder voorzitterschap van den burge meester, den heer mr. H. D. A. van Reenen, vergaderde Vrijdagavond in het Oranje hotel de Vereeniging voor Ziekenhuisverple- ging „Helpt Elkander". Met het volledig be stuur waren een 25-tal leden aanwezig. Blijkens het door den heer secretaris, dr. Blok, uitgebrachte jaarverslag over 1933 bedroeg het aantal- leden op 1 Januari 1933 1824, waaronder 32 niet-betalende kinderen In den loop van het jaar verminderde het aantal leden met 131, waarvan door over lijden 16, door vertrek 42, terwijl 73 leden bedankten. 95 nieuwe leden traden toe, ter wijl door geboorte 25 leden werden inge schreven. Het totaal aantal leden aan het einde van 1933 was 1813, waarvan 30 niet- betalende kinderen. Voor rekening der vereeniging werden 44 leden verpleegd mét totaal 711 verpleegda- gen. Hiervan werden verpleegd in klasse B (langer dan 20 dagen, max. 40 dagen) 6 per sonen met totaal 200 verpleegdagen, waar van 2 leden de volle 40 dagen. In klasse A (20 dagen of korter) werden 38 personen verplegd nfet totaal 511 verpleegdagen, waarvan 8 leden de volle 20 dagen. Blijkens het door den penningmeester, den heer Glerum, uitgebrachte financieel verslag was op 1 Januari 1933 rentegevend gelegd 2909,50. In 1933 werd aan contributie ont vangen 3267,24, aan rente 94,42, totaal f 3361,66. Aan verpleegkosten werd uitbe taald 1991,95, de totale uitgaven bedroe gen 2636,71, het saldo over 1933 bedroeg alzoo 724,95, hierbij het kassaldo op i Jai. '33 ad 2909,50 bedroeg het winst saldo op 31 December 1933 3634,45. On danks het feit, dat het ledental terugliep en het aantal verpleegdagen toenam, blijkt wel, dat de financieele toestand der vereeniging gunstig is. Tegen 1991.95 in 1933 werd in 1932 1657.57 en in 1931 1286,05 aan verpleegkosten uitbetaald. De rekening en verantwoording van den penningmeester over 1933 werd op voorstel der commissie tot nazien der rekening, on veranderd goedgekeurd, terwijl de heer Glerum als penningmeester bij acclamatie werd herkozen. De contributie voor 1934 bleef ongewijzigd. Goedgekeurd werd het reglement aan te vullen, en werd aan art. 5 toegevoegd: „Niet temin kunnen personen, die zelfstandig in hun onderhoud voorzien, zich afzonderlijk verzekeren", terwijl in den 2den regel werden geschrapt de woorden „beneden 13 jaar'. Het voornemen om de gelegenheid te geven tot deelneming aan een verzekering, voor z.g „operatiekas" kon niet doorgaan, aangezien slechts 14 briefkaarten waren ingekomen van „Ja, maar dat geld?" Dat was een andere kwestie Goodsir on derstelde, dat Quidmore nog meer geld had gehad, en dat de som, die hij op tafel had achtergelaten, alleen maar diende om Tom's uitgaven tijdens zijn afwezigheid te dekken „Luister eens, mannetje", vervolgde hij vriendelijk, „dat is voor een jongen als jij een heele bom duiten om altijd bij je dragen Er zijn genoeg kerels, die dit huis bezoeken, die je voor de helft van dat bedrag zonder blikken of blozen zouden vermoorden. Kijk eens, ik ben een betrouwbaar man, die ge wend is met geld om te gaan, zonder er een cent van te gapjren. Als ik je dus van dienst kan zijn om er voor te zorgen „Daarover zal ik later wel met je praten", kwam Honevbun tactvol tusschenbeiae.. „De jongen heeft niemand noodig om voor zijn geld te zorgen, ingeval zijn vader misschien vanavond nog komt opdagen. Laten we dus nog wat wachten. Als hij van plan is het geld aan iemand toe te vertrouwen, dan zal 't wel aan ons zijn, die zijn naaste bloedver wanten hier in huis zijn, nietwaar jongen? Tom antwoordde bevestigend en zei dat hij op hun hulp rekende. Voor het oogenblik bend hij zich aan niets, aangezien zijn toe stand nog onzeker was. „U begrijpt", zei hij, met zijn innemende openhartigheid, beurtelings den een en den ander aankijkend, „dat ik nog niets anders kan doen dan wachten of hij misschien nog terugkomt, in allen geval nog een tijdje.'' Woensdag 28 Februari. HILVERSUM, 1875 M. (VARA- uitz.) 8.— Gr.platen. 9.30 „Onze keuken", door P. J. Kers Jr. 10. VPRO-morgenwijding. 10.15 Voor Arb. in de Continubedr.: VARA- orkest olv. H. de Groot en H. Wig- gelaar en M. Beversluis. 12.De Notenkrakers olv. D. Wins. 12.45 Gr.pl. 1.15 Vervolg concert. 1.45 Orgelspel J. Jong. 2.15 Knipcursus 3.Voor de kinderen. 5.30 VARA- orkest olv. H. de Groot. 6.30 RVU: M. J. Brusse: Onder de Menschen te Rotterdam. 7.Vervolg orkest concert. 7.40 Sportpraatje K. J. J. Lotsy. 8.Herh. SOS-ber., Vaz Dias en VARA-Varia. 8.15 „Om dat ik zwart ben", negerliederen en verzen mmv. M. Beversluis en gr. pl. 9 45 Causerie A. J. J. van Gooi. 10.Zang door Ernst Busch, aan den vleugel H. Kruit. 10.15 Voet balpraatje door G. J. Groothoff. 10.30 Vervolg zang. 10.45—12. VARA-kleinorkest olv. F. Bakels. HUIZEN, 301 M. (NCRV-uitz.) 8.Meditatie en schriftlezing. 8.15 9.30 Gr.pl. 10.30 Morgendienst olv. ds. J. L. de Wolff. 11.Or gelspel F. Kloek. 12.15 Gr.pl. 12.30 Zang door mevr. C. v. d. Mark, aan den vleugel: H. Goemans. 1.15 Gr. pl. 1.35 Kwintetconcert olv. P. v. d. Hurk. 2.30 Voor jeugdige postze gelverzamelaars. 3.Verv. kwin tetconcert. 4.Gev. progr. 5. Kinderuur. 6.Landbouwhalfuur. 6.30 Afgestaan. 7.15 Ned. Chr. Persbureau. 7.30 Causerie door mej. C. de Witte. 8.Gr.pl. 8.30 Causerie door prof. Dr. K. Schilder 9.15 Gr.pl. 9.20 Arnhemsche orkest vereniging olv. J. Spaanderman mmv. J. v. Buggenum, bas en C. Stotijn, hobo. 10.15 Vaz Dias. 10.25 11.20 Gramofoonmuziek. DAVENTRY, 1500 M. 10.35 Mor genwijding. 10.50 Tijdsein en ber. 11.0511.20 Lezing. 12.Voor de scholen. 12.20 Orgelspel Quentin MacLean. 1.05 Western Studio orkest olv. Thomas, mmv. M. Hug hes, sopraan. 2.20 Voor de scholen 3.20 Pianorecital C. Dixon. 3.35 Sted. orkest van Bournemouth olv. Sir Dan Godfrey, mmv. G. Chav- chavadze, piano. 5.05 Gr.pl. 5.35 Kinderuur. 6.20 Ber. 6.50 Kamer muziek uit de Barok-tijd. 7.10, 7.25 en 7.50 Lezingen. 8.20 Concert inleiding. 8.35 BBC-symphonie- orkest olv. E. Arsmet, mmv. J. Szi- geti, viool. In de pauze om 9.30 leden, die hieraan deel wensuuen te nemen Bij de rondvraag vroeg de heer de Groot of de vereeniging ook voor haar rekening kon nemen de meer kosten van verpleging in zie kenbarakken. Na bespreking werd op voorstel van het bestuur besloten, de kosten van verpleging van besmettelijke zieken, die door verpleging in barakken duurder is dan in het ziekenhuis, voor rekening der vereeniging te nemen. Het bestuur werd hiertoe gemachtigd, en goedge vonden het volgend jaar deze regeling in het reglement vast te leggen. Hierna sloot de voorzitter onder dankzeg ging voor de opkomst de vergadering. UITGEEST. Vrijdagavond hield de brandstoffenver- eeniging V. I. O S. een algemeene ledenver gadering in het hotel de Ooievaar alhier. De opkomst der teden was niet groot. Uit de rekening en verantwoording van den penningmeester stippen wt aan de ont vangsten en uitgaven in totaal beloopen hebben 3214.0114. Op 31 December 1933 was er in kas 51.8914. Het vermogen der vereeniging was op dien datum 457.46 wat 177.20J4 meer is dan verleden jaar. In totaal is er gedurerde het jaar 1933 door de leden gestempeld voor een bedrag van f 162265. De rekening werd vastgesteld. Aan de beurt van aftreden waren de hceren F. Rump- horst en J. Jonker, welke laatste niet meer herkiesbaar is. De lieer Rumphorst werd bij acclamatie als zoodanig herkozen tot be stuurslid en werd gekozen de heer Jb. Smits. Benoemd werden tot leden van de com missie voor het nazien der bo- ken over 1934 de heeren R. Bakker en C. Schenk en tot Toen het onderhoud afgeloopen was, gin gen de beide achtenswaardige mannen naar hun werk. Tenminste, Goodsir deed dit, want een paar minuten later was Honeybun weer in Tom's kamer terug. „Luister eens, beste jongen: Geef dat geld niet uit handen, hoor! Ik heb op 't oogenblik geen tijd, maar als ik vanavond terugkom om te eten, dan zal ik je zeggen wat ik in jouw plaats er mee zou doen. Bewaar 't goed in den binnenzak van je jas, en zorg dat jc zoo weinig mogelijk hier in dit huis bent, tot dat ik terug ben om je te halen. Je weet nooit met wat voor volkje je op dezelfde verdieping logeert. Buiten, op straat, daar ben je vei lig". Hij ging naar buiten en koos de drukkere straten, die naar de havens leidden. Daar vond hij het prettig. Op de gevels der lage huizen las hij namen, die tot zijn verbeelding spraken: New Orleans, Savannah, Galve ston, Texas, Arizona, Oklahama. Hij had altijd veel van aardrijkskunde gehouden. Die gaf een kijk in de wereld; zij vertelde van landen en steden, die hij eens zou bezoeken, en waarover hij inmiddels kon droomen Over de lage daken der huizen heen kon hij den bovenkant van scheepsschoorsteenen zien. Hier en daar ook een vastgemeerd stoomschip. Hij zag vlaggen, die van den top van den eenén mast naar den anderen wap perden; uitheemsche zeelieden bewogen zich door het drukke verkeer van voertuigen, of ontweken de goederentreinen, die schijnbaar ber. 10.50 Lezing. 11.05 Voordracht 11.10—12.20 Dansmuziek door Roy Fox en^ijn band. PARIJS (RADIO-PARIS) 1796 M. 7.20 en 8.20 Gr.pl. 12.35 Orkest- concert olv. Goldy. 7.40 Gr.pl. 9.05 Orkestconcert olv. Paray. KALUNDBORG, 1261 M. 11.20 1.20 Concert uit het Bellevue Strandhotel. 2.20 Gr.pl. 2 50 Radio strijkorkest olv. Reesen. 4.204.50 Gr.pl. 7.20 Hoorspel. 73.5 Operette muziek door het Omroeporkest olv. Reesen. 8.35 Pianorecital door F. Jensen 9.35 Fransche muziek olv. Reesen. 10.20—11-50 Dansmuziek olv. Aage JuhlThomsen. LANGENBERG, 456 M. 5.25 Gr pl. 6.30 Blaasconcert. 11.Gr.pl. 11.20 Orkestconcert olv. Ad. Franz 12.20 Gr.pl. 1.20 Kamermuziek. 3.20 Kamerorkest olv. W. Keiper. 4.35 Dansmuziek. 7.30 Ludwig- Weberconcert mmv. solisten, koor en orkest olv. H. Meiszner. 9.40 Gr.pl. 10.20 Hoorspel. 10.40— 11.50 Populair avondconcert. ROME, 421 M- 8.— Gramofoon platen. 8.20 Operauitzending. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Omroepkleinorkest olv. P. Leemans. 1.30 Max Alexys orkest. 5.20 Gr.pl. 6.50 Omroepkleinorkest olv. André. 8.20 Omroeporkest olv. André, mmv. declamatrice. 10.30 11.20 Dansmuziek. 484 M.: 12.20 Max Alexys orkest. 1.30 Concert door het Omroepkleinorkest olv. P. Leemans. 5.20 Dansmuziek. 6.35 Gr pl. 6.50 Omroepkleinorkest olv. P. Leemans. 8.20 Paedagogisch concert. 9.05 Radio-tooneel. 10.15 Gr.pl. 10.30—11.20 Dansmuziek. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 730 Zie Langenberg- 8.50 Voor de mijnwerkers. 9.2Ö Weer-, nLuws- en sportber. 9.50 Kwartier tje Radio-techniek. 10.05 Weerber. 10.2011.50 Dansmuziek door het Emdé-orkest. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Lond. Reg- 10.3510-50, Daventry 10.5011-20, Lond. Reg. 12.20—15-20, Daventry 15 20 24.-. Lijn 4: Langenberg 10.35 19.30, Münehen 19-30—24.— plaatsvervanger de heer W. Starreveld. Na de rondvraag die tot geen bijzondere besprekingen aanleiding gaf, sloot de voor zitter onder dankzegging voor de opkomst de vergadering. De sociëteit „Vriendenkring" hield dezer dagen haar jaarvergadering in Concordia. De w.n. voorzitter, de heer C. Kuiper, opende met een hartelijk woord van welkom, waarbij zijn leedwezen uitsrekend over de weinige belangstelling. Uit het verslag van den penningmeester bleek, dat is ontvangen 258.36, terwijl de uitgaven hebben bedragen 110.90. Er is alzoo een batig saldo van 147.46 Het aftredende bestuurslid de heer K. Langedijk werd met algemeene stemmen herkozen. De jaarlijksche wedstrijddag zal gehouden worden op Vrijdag 16 Maart a.s. Teneinde het bezoek aan den wekelijkschen soos-avond wat meer te bevorderen en de ge zelligheid te verhoogen, zullen pogingen ge daan worden om ook het bridgespel inge voerd te krijgen. Voor bridgeliefhebbers is dit tevens een goede gelegenheid om te ko men tot een vaste bridgeclub, die dit spel dan wekelijks kan beoefenen, In het lokaal van mevr. de wed. S. Kus sen, alhier, werd een algemeene vergadering gehouden van de vereeniging voor zieken- huisverpleging „Zuid-Zijpe". Uit het jaarverslag 1933 bleek o.m., dat het aantal patiënten was teruggeloopen van 1144 tot 1102. 10 patiënten waren opgeno men in een ziekenhuis. Het aantal ligdagen doelloos heen en weer werden gerangeerd. Al die beweging, die kleuren, het doffe, zware gerommel, al dat gewirwar, dat in verband stond met de heele wereld, alles maakte, dat hij zich zóó nietig voelde, dat geen roover of moordenaar er een oogenblik aan zou den ken, dat hij al dat geld in zijn binnenzak bij zich droeg. Ook vergat hij er door, dat hij zoo alleen op de wereld was. Hij bleef steeds in beweging om al die men schen om hem heen in den waan te laten, dat hij een boodschappenjongen was. Maar nu en dan overmande hem toch het bewustzijn van zijn eenzaamheid, en dan bleef hij even stil staan. Dan vroeg hij zich af waarheen hij eigenlijk ging, en met welk doel, net zoo als hij gedaan had, toen hij die stoomboot op deHudson had gezien. Het scheen hem toe, dat hij, evenals die boot, maar heen en weer reis de. Dat schip had natuurlijk een bepaalde be stemming, maar voor hem was er in de heele wereld niets, waaraan hij eenig houvast had. Hij had wel eens gehoord van een schip, dat steeds maar zeilde en zeilde, met nooit een haven in zicht, nooit een haven om binnen te valien. De Kerk der Zee! Die woorden las hij op een groot, wit ge bouw, op het punt, waar de Jane Street op de havens uitwkam. Hij las ze nog eens over, omdat ze tot zijn verbeelding spraken on metelijkheid, eenzaamheid, gevaar misschien en God!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 5