DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Uit den Alkmaarschen Raad. No. 59 Zaterdag 10 Maart 1934 Waf vandaag de aandacht trekt Jongeren! BEZOEKT dan de OPENBARE VERGADERING van den VRIJZ. DEMOCRATISCHEN BOND op MAANDAG 12 MAART, ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- eest agen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.-, tranco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. Directeur: C. KRAK. PRIJS DER GEWONE A! RTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letter* naar plaatsruimte. B'ieven Iran co aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060 Telei. 3, redactie 33. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 136e Jaargang Dit nummer bestaat uit drie bladen. Vrouwelijke eigenschappen worden door regenten van het Centraal Ziekenhuis alleen in de verpleegsters gewaardeerd. Naar den naam van zijn partij te oordeelen kan alleen van den heer Hoytink met zekerheid getuigd worden, dat hij niet revolutionnair is. Een ambtenaar, die bij vergissing zijn vlag onderste boven hangt heeft alle kans naar Maatschappelijk hulpbetoon te worden verwezen. Wij leven in den tijd der sterke mannen, die de teugels van het bewind strak aanhalen. Vroeger sprong er dan wel eens een paard je baloorig uit het gareel, maar de koetsier, die de teugels houdt laat niet met zich spot ten en de brave viervoeters hebben wel ge leerd, dat zij uit protest hoogstens nog wat kunnen steigeren. Dictator Colijn zal ons vaderland in veilig heid brengen, maar daarvoor heeft hij dan ook groote bevoegdheden geëisccht en wie nagaat hoe vrijgevochten ons volk nog kort geleden was en hce gebonden het thans door allerlei beperkende overheidsmaatregelen is geworden, kan niet anders dan constateeren, dat Holland in vele opzichten niet meer het zoo hoog geroemde land van de persoonlijke vrijheid is. Wij zullen op dit oogenblik niet dieper in gaan op de vraag of deze maatregelen nood zakelijk zijn. Wij zullen alleen maar consta teeren dat ze genomen worden en dat aller eerst de amtbenaren, in het algemeen de wer kers in overheidsdienst, op straffe van ont slag, precies hebben te doen en te laten wat hun vanuit onze residentie wordt voorge schreven. Er is vroeger wel eens beweerd, dat een ambtenaar over het algemeen niet veel te doen heeft. Vast staat evenwel, dat hij tegenwoordig heel wat heeft te latei en via Oed. Staten had de minister van binnenlandsche zaken dan ook de gemeente Alkmaar een lange reeks van voorschriften gestuurd met het ver zoek ze in te lasschen in het ambtenaren reglement en ze dus jok voor deze gemeente van toepassing te verklaren. Het kwam in het algemeen hierop neer, dat personen in overheidsdienst in dit geval in Alkmaarschen gemeentedienst voortaan geen verdachte uniformen of insignes mogen dragen. Doen zij dit wel dan zal ontslag uit den dienst kunnen volgen. Tevens is het den ambtenaren verboden om andere dan natio nale vlaggen uit te steken. Zij mogen niet re volutionnair gezind zijn en geen lid zijn van door de regeering op de zwarte lijst geplaat ste vereenigingen. Tot zoover de maatregelen, die blijkbaar beoogen de minder vertrouwde elementen uit het ambtenarencorps te weren, maar nu de regeering toch eenmaal aan het reglementee ren was, werd tegelijk.rtijd nog even op de omstandigheid gewezen, dat getrouwde vrou wen eigenlijk n;et in overheidsdienst thuis hooren en de Raad had dus vast te stellen, dat huwende ambtenaressen, tenzij zij boven den viif-en-veertig-iarigen leeftijd zijn, ontsla gen dienen te worden. Dat alles zou de Alkmaarsche Raad in zijn verordeningen moeten vaststellen en wie het bonte gezelschap kent, dat de zaal der edel achtbaarheid pleegt te vullen, kan zich wel voorstellen, dat deze opdracht met zeer ge mengde gevoelens is ontvangen De scheidingslijn, die rood en zwart van de oppositiegroepen scheidt, kreeg onmiddellijk een geheel andere en veel meer natuurlijke richting Scherp stonden in den Raad als vanouds de in het algemeen kerkelijke groe pen tegenover de politieke vogels, die gewend zijn zich wat vrijer door het luchtruim te bcwcfjcn De Staat, zoo betoogde de heer Venneker is als een keten waarin zijn dienaren de scha kels zijn De kracht van die keten is afhanke lijk van de zwakste schakel en daarom kan er niet genoeg voor gezorgd worden, dat al die schakels zoo sterk mogelijk zijn. Geen ambte naar in overheidsdienst heeft het recht ook maar iets te ondernemen, dat het gezag kan omfermijnen. En met tem eni znn Iraclwe nooten betoogden de heeren Vogelaar (C H_) en Hoijtink (A.R.) dat geen ambtenaar n dezen ernstigen tijd het recht had «r een mm of meer revolutionnaire meening op na houden. Maar wie van ons is er dan eigenlijk revo lutionnair? riepen de sociaal-democra baloorig uit. Wat de een als een revolution naire daad ziet gaat den ander nog lang niet ver genoeg en de geschiedenis bewijst wei dat de vraag of iets revolutionnair is in ver schillende tijdperken heel verschillend be antwoord is geworden. Bovendien, wie zal ten slotte moeten oor deelen want ook van het standpunt van den rechter hangt het af of men een ambtenaar/ die niet precies in het voorgeschreven paadje heeft geloopen al dan niet als een gevaarlij ken opruier zal beschouwen. Revolutionnaire gezindheid, zoo werd van de zijde van den Vrijheidsbond verkondigd, zal door wisselende stadsregeeringen met ver schillende opvattingen beoordeeld moeten worden en dat geeft geen zekerheid, dat er in alle omstandigheden billijk en rechtvaardig gehandeld zal worden. Het waren argumenten, die ons niet bijzon der sterk leken. Revolutionnaire gezindheid is niet alleen nu maar in alle tijden door tijdelijke regeer ders met zeer verschillende opvattingen be oordeeld en men zou op dit oogenblik hoog stens kunnen aanvoeren, dat de rechters er nog al strenge principes op nahouden en het gevaar dus dreigt, dat de persoonlijke vrijheid ernstig in het gedrang komt. Maar men be denke dan ook, dat bijzondere tijden bijzon dere maatregelen eischen en dat het een man als Colijn niet kwalijk te nemen is, dat hij in deze onevenwichtige tijden de grootst moge lijke zekerheid verlangt, dat althans de die naren van staat en stad zoo betrouwbaar mo gelijk zullen zijn. Wie thans niet sterk staat dreigt ten onder te gaan. Er is behoefte aan mannen, die bereid zijn hun beste krachten voor de eenheid en zelfstandigheid van onze natie te geven en in die samenleving passen geen ambtelijke elementen, wier streven door revolutionnaire daden op ondermijning van het gezag gericht is. Daartegenover staat het gevaar dat men in zijn dwingende voorschriften allicht te ver gaat. Alkmaar zou een even rustig provincie stadje zijn als er geen bepaling bestond, dat een ambtenaar geen gekleurd hemd of insigne mag dragen en wij hebben tot dusver nog uit geen enkele dienstwoning een andere dan de nationale of de stadsvlag zien wapperen. Zeer nauwkeurig heeft de heer Sieisma ge ïnformeerd welke vlaggen een ambtenaar bij feestelijke gelegenheden uit zijn dakvenster zal mogen steken. Is, zoo vroeg hij, de oude prinsenvlag niet irriteerend voor de katho lieken en werkt omgekeerd de pauselijke wim pel niet als de rooide lap voor den stier op allen, die van een ander geloof zijn? Hoe staat het met de stadsvlag en hoe b.v. met de Friesche vlag, die men. sinds de afsluitdijk tot stand is gekomen, uit talrijke woningen kan zien wapperen? Het antwoord van den burgemeester was zeer geruststellend. Al die vlaggen moger. wapperen als er tenminste wind is en een Friesche ambtenaar kan dus de vlag met de pompebladeren rustig naar buiten steken, zonder gevaar te loopen tij de werkverschaf fing te worden ingedeeld. Ambtenaren, zoo werd voorgeschreven, mogen geen lid van door den Staat verboden vereenigingen zijn en met 11 tegen 8 stem men heeft de Raad daaraan zijn goedkeuring gehecht. Waarom, zoo zou men kunnen vra gen, is het ook noodig, dat iemand in staats dienst lid is van een organisatie, welke de staat als gevaarlijk voor het gezag heeft ge kenmerkt en de eenige bedenking welke men kan maken, en die dan natuurlijk ook ge maakt werd is, dat dictator Colijn niet op te losse gronden of onder den invloed van te conservatieve raadgevers moet beslissen, wel- ke vereenigingen nu eigenlijk staatsgevaarlijk zijn gebleken. Mr. Langeveld heeft namens den Vrijheids bond een getuigenis afgelegd, die zelfs een applausje van de sociaal-democraten heeft gekregen. Wij liberalen, heeft hij gezegd, vinden deze voorschriften niet van een grootsch allure en wenschen de ambtenaren niet in knellende banden te leggen. Hoe vaak hebben de sociaal-democraten in onzen Raad niet van den versteenden, con servatieven Vrijheidsbond gesproken, die nog slechts een zwak aftreksel van de partij uit den tijd van den grooten Thorbecke zou zijn. Ziehier weer een bewijs hoe een partij op verschillende tijdstippen en in veranderde omstandigheden verschillend beoordeeld kan worden, want de heer Westerhof sprak thans prijzend van de partij waar het bloed spreekt der oude liberalen, van menschen van de Vrijheid, die in Vrijheid groot kunnen blijven maar op dat moment van zijn rede heeft deze voorzichtige politicus er een aarzelend „misschien" achter laten volgen. Na eindeloos debat heeft de Raad ten slotte, zuiver links tegen rechts, besloten geen ontslag bij revolutionnaire gezindheid te geven omdat deze gezindheid nu eenmaal niet te bewijzen zou zijn en evenmin zuiver be oordeeld kon worden en zelfs het bezadigde woord van den burgemeester, die er op wees, dat .deze bepalingen nu eenmaal niet expres voor Alkmaar gemaakt zijn, maar dat men over het geheele land gelijkluidendheid nood zakelijk oordeelde en zeker niet zonder zeer deugdelijke bewijzen zou ontslaan, heeft aan dat alles niets kunnen veranderen. Tot zoover het meer politieke gedeelte van deze voorschriften. Het meer principieele kwam tot uiting in het voorstel de huwende ambtenares te ontslaan en eveneens haar col lega, die niet openlijk huwt maar den echte lijken staat bedriegelijk nabootst door in con cubinaat te gaan leven. Pro en contra is natuurlijk over den arbeid van de gehuwde vrouw in gemeentedienst gesproken. Pro door hen, die elke vrouw het vrije recht op arbeid willen geven en de ambtenares niet willen uitschakelen als de gehuwde vrouw in fabrieken wel getolereerd wordt, contra door ae rechtsche groepen, die de gehuwde vrouw achter de waschtobbe of in allen gevalle in haar eigen huis wen schen en zelfs uit onze eigen gemeente fra- pante voorbeelden aanhaalden om te be wijzen. dat een gezin door het werk van man en vrouw een dubbel inkomen heeft, terwijl er daarnaast nog tientallen gehuwde en be voegde arbeidskrachten werkeloos rond- loopen. De Raad van Alkmaar was in een revolu tionnaire stemming wat voor raadsleden op het oogenblik nog niet gevaarlijk is. Men wenschte in Alkmaar zijn eigen politieke boontjes te doppen en dus werd met 10 tegen 8 stemmen besloten, dat de getrouwde amb tenares niet achter de waschtobbe behoeft te staan zoolang er op haar werk geen aanmer kingen zijn te maken. Aan degenen, die in concubinaat leven het zal in Alkmaar niet zoo heel veel voor komen werden eveneens langdurige debat ten gewijd. Mr. Langeveld was zoo verstan dig de zaak uitsluitend uit juridisch oogpunt te bekijken en te verklaren, dat zooiets moei lijk bewijsbaar was of er zou toevallig eens een kind in het wiegje moeten komen en dan was het althans voor hen, die nog aan de ooievaar gelooven eigenlijk nog niet be wijsbaar. De sociaal-democraten gingen een stapje verder en wethouder Bonsema verklaarde, dat het hier uitsluitend een kwes tie van opvatting betrof en dat hij meer eer bied voor ambtenaren kan hebben, die in con cubinaat leven dan voor anderen, die dat niet doen maar de normale huwelijkswetten op vele wijzen overtreden. Rechts maakte aaneengesloten halt en front tegenover der gelijke theorieën, maar de toevallige stem verhouding wees natuurlijk uit, dat de Raad onzer gemeente in Den Haag zal laten weten, dat men hier van dergelijke dwingende voor schriften geenszins gediend is. Wij zijn er van overtuigd, dat de verwer ping van deze voorstellen uitsluitend waarde als demonstratie heeft en dat het zeker niet lang zal duren of de Raad krijgt bericht dat het nu met alle politieke bokktsprongen uit moet zijn en men eenvoudig te besluiten heeft wat de regeering in deze bewogen tijden noodzakelijk heeft geoordeeld. Mejuffrouw Carels, die, blijkens de uit roepen van aller instemming overtuigd kon zijn toen zij bij het debat over het werk van de gehuwde vrouw verkondigde, dat een ge trouwde kraamverpleegster nu eenmaa.1 niet door een werkloozen timmerman of metse laar kan worden vervangen, stond vrijwel eenzaam op de bres toen zij een lans voor de benoeming van een vrouw in het college van regenter. van het Centraal Ziekenhuis heeft gebroken. Zij weerde zich als wijlen Kenau Simons Hasselaar maar zij had geen hulptroepen en was alleen onmachtig tegenover het groote aantal mannelijke edelachtbaren, dat haar principes niet scneen te kunnen deelen. Er was haar vroeger al eens beloofd, dat men bij een eventueeie vacature eens een vrouw op de voordracht zou zetten en wij zijn het volkomen met haar eens, dat juist in een ziekenhuisbestuur het practische inzicht van de vrouw op den duur niet gemist kan worden. Maar regentenbaantjes zijn nu eenmaal erg gewild, zelfs bij hen, die er wel eens smalend over spreken en als er eens een vacature komt zijn er zooveel mannelijke liefhebbers, dat de zwakke vrouw nooit kans krijgt zich in de voorste rijen te dringen. Ditmaal was er een katholieke vacature en de burgemeester had, als voorzitter van re genten, voorzichtig eens in B en W gepolst wie er voor in aanmerking zou kunnen ko men. De wethouders Klaver en Van Slinger land hadden het raadslid Keijsper aanbevolen, maar de heer Keijsper schijnt bij regenten geen persona grata te zijn waarom deze met een geheel andere aanbeveling waren ge komen. Het gevolg was, dat verschillende raadsle den zich ernstig gepasseerd voelden wat uit de stemmingen dan ook terdege is gebleken. Er waren verschillende blanco's waarvan er één wel afkomstig zal geweest zijn van het vrouwelijk raadslid, die aan geen mannelijk schepsel in dit college haar stem meer zal ge ven en er waren buiten de aanbeveling ook vele stemmen op den heer Keijsper, die deze hoofdzakelijk wel van de katholieke raads leden zal hebben bekregen. Niet minder dan drie stemmingen waren er noodig om een re sultaat te bereiken en de raadsleden die de stemmen noteerden constateerden een nek aan nek-race waarin nu eens de heer Keijsper en dan weer zijn tegenstander een kleine voorsprong behaalde totdat ten slotte de heer Peet, als candidaat van het regenten college, als eerste de eindstreep passeerde. De burgeeester heeft er, ter verdediging van de voordracht van regenten, op gewezen dat deze niet gaarne raadsleden in hun mid den zien omdat daardoor het ziekenhuis het cachet van een gemeentelijke inrichting krijgt wat moeilijkheden kan geven met de subsidieerende buitengemeenten. Wij gevoe len iets voor deze redeneering en nog meer voor die van den heer Sietsma, die betoogde dat in dezen tijd raadsleden geen bestuurs leden behooren te zijn van door de gemeente gesubsidieerde instellingen. 0 De heer Westerhof heeft menigmaal voor speld, dat wij het laagste punt van het crisisdal gepasseerd zijn en de dageraad van een schoonere toekomst tegemoet gaan. Hoe vooruitziend de sociaal democraten evenwel ook zijn, ten opzichte van de asphalteering van onze straten zijn zij hier ter stede bijzon der achterlijk gebleven Toen men in allerlei provinciesteden reeds asphaltstraten maakte moesten Koorstraat en Ritsevoort die een nieuw wegdek noodig hadden weer beklinkerd worden met het gevolg dat beide straten al spoedig vol bergen en dalen zaten en de gemeente binnen weinige jaren opnieuw voor de noodzakelijkheid van een nieuw wegdek staat. Gelukkig bleek het college thans iets voor asphalteering te voe len zelfs met asphaltblocs als die niet te duur zijn maar zelfs het aanbod van de bewoners van den Geesterweg, die even eens geplaveid moet worden, om een belang rijke bijdrage te geven mits men tot asphal teering overging, deed het college nog niet direct besluiten dit voorstel te accepteeren. De heer Westerhof wenschte het wegdek der toekomst nog niet op buiten de singelgrach ten gelegen wegen zoolang de binnenstad nog klinkerwegen heeft en er zullen niet ve len geweest zijn, die de logica van een derge lijk standpunt kunnen waardeeren. Wethou der Klaver heeft althans nog aangevoerd, dat een telkens varieerend wegdek de stra ten het aanzien van damborden zou geven maar ook deze overgang kan o.i. geen enkel bezwaar geven mits men bij elke wegverbete- ring een vakje van dat dambord wegwerkt door klinkers voor asphalt te verruilen. De regeering zet de klok terug, heeft de heer Westerhof bij de bepalingen van het ambtenaren-reglement uitgeroepen. Laten wij, wat onze straatverbetering aangaat, tenminste een ander standpunt gaan in nemen. Zoo nu en dan acht de Raad het eens noo dig het college van B. en W. op de vingers te tikken, met de mededeel ing, dat het niet al te dictatoriale neigingen moet krijgen. Er is indertijd een commissie van onderwijs in- ingesteld en de raadsleden, die er in be noemd zijn vinden 't nu eenmaal niet prettig als edelachtbare lucht te worden beschouwd Zij verwachten bij een voorstel tot overplaatsing van schoolhoofden om advies gevraagd te worden, maar B. en W. nemen aan, dat een overplaatsing eigenlijk het zeil de als een benoeming is en dat zij dus alleen maar met het Rijkschooltoezicht hebben te maken. Moet er gereorganiseerd worden dan mag de commissie er ook wel eens een opmerking over maken, maar de commissie was niet van plan zich zoo maar in een hoekje te la ten drukken en een voorstel van den heer Woldendorp om voortaan ook bij overplaat singen steeds de onderwijscommissies te hoo ren werd door alle raadsleden aangenomen zoodat de tegenstemmende wethouders zich tot hun groote verbazing door al hun politie ke geestverwanten verlaten zagen. Het was een ongewoon schouwspel het anders zoo oppermachtige college daar zoo zielig alleen te zien staan, maar er zijn bij de besprekingen over het ambtenarenregle ment nog heel wat ernstiger politieke echt scheidingen op den voorgrond gekomen. De Alkmaarsche vroedschap heeft in 1605 een gebrandschilderd raam aan de kerk van Edam geschonken en omdat een goede daad altijd beloond wordt, is er nu een verzoek in gekomen om voor de restauratie van dat raam een bedrag van 400 te willen betalen Het ontwapeningsvraagstuk. (Dag. Overzicht). Klaarheid in de Stavisky-affaire. (Buitenland). Prins Sigvard verliest erfrecht. (Buitenland). Weenen weer opstandig. (Buiten land). Verscherping van het conflict te Verviers. (Buitenland). Te Dongen (N.B.) is een auto op drie spelende kinderen uit één gezin ingereden. Een der kleinen werd ter stond gedood, beide anderen werden zwaar gewond. (Binnenland). Minister Marchant neemt maat regelen inzake den financieelen toe stand van het Concertgebouw te Amsterdam. (Binnenland). De nieuwe spelling op 1 Sept. as. ingevoerd? (Kerk en school). (Zie verder eventueel laatste berichten). Wilt gij samenwerking van alle groepen der bevolking inplaats van haat en wan trouwen Wilt gij vrijheid en verdraagzaamheid en verwerpt gij dictatuur en gewetensdwang Wilt gij dat de frissche wind der vrije critiek en openbaarheid oude misstanden opruimt Zijt gij echte Nederlandsche jongeren, die het Nederlandsche volkseigen wilt behouden 8.15 uur, in de HARMONIE te Alkmaar, waar Mr. B. W. STOMPS" en Mr. L. G. VAN UAM zullen spreken. De heer Keijsper vond het verzoek op zijn zachtst uitgedrukt een beetje zonderling en zou er zeker niet aan denken in verloop van tijd al zijn vrienden en familieleden aan te schrijven voor de reparatie van alles wat hij op zijn koperen bruiloft heeft gekregen. Er zit inderdaad wel een eigenaardigen kant aan de zaak en het kan een waarschu wing voor de gemeente zijn voortaan niets anders dan een schriftelifken gelukwensch of een bloemstuk te presenteeren. Maar de commissie van de kerk schijnt nu eenmaal op nog zwarter zaad te zitten dan de gemeente Alkmaar en omdat B. en W. van meening waren, dat de eer der stad met deze restau ratie gemoeid is, werd het voorstel ten slotte met algemeene stemmen aangenomen. De gemeente heeft thans met Castricum weer een overeenkomst tot hulpverleening bij brand gesloten en hoewel wij er natuurlijk trotsch op zijn, dat de Alkmaarsche brand weer tot in verren omtrek gewaardeerd wordt, zouden wij met den heer Keijsper toch wel een kleine waarschuwing willen laten hooren het rayon van hulpverleening niet te groot te nemen. Er is weliswaar vastgesteld dat bij gelijk tijdig uitbrekende branden eerst Alkmaar en dan een andere gemeente aan de beurt komt maar alle menschen zijn nu eenmaal geen engelen. Er zijn in ons land heel wat branden uitgebroken, die niet altijd aan een ongeluk waren te wijten en het moet niet mogelijk zijn, dat hier ernstig gevaar voor belendende per- ceelen bestaat terwijl het grootste gedeelte onzer wakkere brandweermannen den strijd tegen de vlammen in Castricum hebben aan gebonden. Evenwel, de burgemeester heeft nadrukke lijk verklaard, dat de brandweer over het voorstel gehoord is en wij mogen dus aanne men, dat zij, wat materiaal en manschappen betreft, in staat is meer dan een gemeente tegelijk te bedienen. Burgemeester van Kinschot, die de raads leden bij hun debatten de grootst mogelijke vrijheid geeft, heeft het standpunt van B. en W. telkens in korte bewoordingen zoo zuiver naar voren gebracht, dat duidelijk beek, dat hij zich in alle aan de orde komende vraag- sukken reeds volkomen heeft ingewerkt. Zijn stem is wat zwak en aan de perstafels niet altijd duidelijk verstaanbaar, maar raadsvergaderingen als deze zullen hem on getwijfeld de overtuiging geven, dat er niet alleen een vaste hand maar ook een goede commando-stem noodig is om ons stads- scheepje langs alle politieke rotsen en klip pen naar veilige wateren te kunnen sturen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 3