EIN MAARTSCHE BUIEN. I REBUS BERGEN. SINT PANCRAS. JjHQZMmdui Stukht* Raadsel hoekje xxxxxxxxx HET EERSTE MADELIEFJE ANTWOORD OP HET FOUTEN- ZOEKPLAATJE UIT HEI VORIGE NUMMER. welke bij de droogmakig der oudere polders geheel onbekend waren, zijn hier toegepast, b.v. de enting van de klaverzaden. Het was namelijk gelukt een bacterie-cultuur te kwee ken waardoor de groei van klaver op deze bacteriën armen grond sterk wordt bevor- derd. Dat ook deze nieuwe grond een goede oogst kan geven bleek uit de cijfers spreker noemde, n.1. over de grootste haver, per H.A. 100 H.L. De tractoren speelden bij het in cultuur brengen der polder een belangrijke rol, deze machtige werktuigen voorzien van rupsban den, konden de moeilijkste terrein omstan digheden overwinnen. Enorme machines zag men het land bewerken, daarnaast arbeiders met kruiwagen en schop. Ook aan het natuurschoon in deze polder is gedacht, op verschillende plaatsen zijn reeds beplantingen aangebracht, of deze zullen nog in de toekomst worden uitgevoerd Over eenige jaren zal de Wieringermeer een heel ander beeld geven als b.v. de Groote IJpolder. De film welke was opgenomen door den heer Ivens was bijzonder mooi. Naast het practische bedrijfsleven zag men schitteren de andere opnamen. Vooral van de opname het droogkomen van groote uitgestrekte stukken land en de eindelooze graanvelden ging een machtige bekoring uit. Bij 't einde van de rede van den heer Smeding, bracht de voorzitter onder luid applaus der aanwezigen, spreker een harte' lijk woord voor dank, voor dezen moolen avond. Uitslag verkooping. Het pension „Friesia", zijnde een dubbel woonhuis met erven en grond te Bergen aan Zee aan den Zeeweg nos. 25 en 27, groot 5 44 aren, is in de veiling bij opbod, 7 Maart 1934 gehouden ten overstaan van no taris van Riet te Bergen, ingezet als volgt: nummer 25 met den volledigen inventaris op 5640.nummer 27 met den volledi gen inventaris op 5600. De afslag en combinatiën bliiven bepaald op Woensdag 14 Maart 1934 des v.m. om 10 uur in de Rustende Jager te Bergen. De Neutrale Bond van Boeren, Land en Tuinbouwers vergaderde Donderdag 8 Maart in café Bouwstra, onder leiding van den heer A. Hoogland. Voor dezen avond was uitgenoodigd de heer Kaan als spreker. Helaas was van den heer Kaan bericht ingekomen dat deze met griep te bed lag. De voorzitter gaf thans een uiteenzetting van de samensme'ting van de N.T.B. tot den Ned. Tuinbouw Bond. In de eerst gehouden vergadering te Utrecht had Zuidholland eischen die door Noordholland en andere provincies niet konden worden aanvaard, doch thans is dit veranderd en zijn de statuten geheel naar onze eischen ingericht, daarom is de samenwerking thans mogelijk geworden De samenwerking zal ons meer kracht geven dan dat wij provinciaal werken. De baggerregeling komt ter sprake en er werd mededeeling gedaan, dat op andere plaatsen door kleine tuinders wel mag wor den gebaggerd. Dit za! worden onderzocht bij den burgemeester door den voorzitter en het bestuurslid Kloosterboer De beschriivin"rsbrief voor de alg. verga dering zal wel in bet gedrang komen b v. bij de begrooting indien tot aansluiting wordt overgegaan zal verval'en. Verder leverde de beschrijvingsbrief wei nig stof tot besprekingen. Sommige vragen werden gesteld en doo: de voorzitter bevredigend beantwoord. Over het punt a-anslütin" werd breedvoe rig gediscuseerd en ten^o^e met alg. stem men tot aansluiting bes'iten. Als afgevaardigde -ren gekozen de heeren K. Kaas en Jb. Wit. Hierna sluiting. Maandag- en Woensdagavond werd door de afd. St. Pancras van den Bond van Staatspensionneering zijn 25-jarig bestaan gevierd in het lokaai van den heer Bouwstra Onder de aanwezigen merkten wij op den burgemeester van St. Pancras, oen voorzitt van de Federatie, het Hoofdbestuu—lid Bruin van Oudkarspel, en het bestuur van Saatspensioen van afd. Koedijk. De voorzitter de heer J. v. Kampen memo reerde het ontstaan der bond, als pioniers der vereeniging zijn opgetreden de heeren J. Verweel en P. G. Hart de laatste is nog in leven. De heer van Kampen gaf nu een uitge breid overzicht over het verloop van het Staatspensioen. Spreker betreurde het dat thans nog noodig is om vcor de oudjes le vechten Ve len hadden niet gedacht in den goeden ouden tijd .dat zij nog behoefte zouden heb ben aan dat kleine pensioentje, doch thans blijkt dit anders, en nu omdat net voor hen is geplakt, zijn ze overgeleverd aan de ge meenschap, zoo zijn er velen daarom is der. tijd nu gekomen voor propaganda De heer Bruin, voorzitter van de Federa tie, feliciteerde de vereeniging met haai 25-jarige lustrum, en gaf ook een Kort over zicht van werk en streven van den bond. Door spreker werd een prachtige bloemen mand overhandigd. De heer Hart van Koedijk sprak namens de afdeeling, en bracht o.a. naar voren het samenwerken der vereenigingen. Hij over handigde ook een bloemenhulde. De heer E. Volkers sprak namens de ver eenigingen „Kunst naar Kracht" en „Zanglust" de eerste vereeniging schonk een voorzittershamer de tweede een bloemen mand. Namens de jeugdafdeeling „Zanglust" werd door mej. M. Kromhout een gong ge schonken. Thans werd het scherm geopend voor „Zanglust" die het special voor den Bond van Staatspensioen gesenreven lied „De Reddingboot" zong. Het koor was in goede conditie velen hadden nog wel eenige num mertjes willen aanhooren, doch de avond was voor de jeugd Er werd begonnen met met „Goudssprookjes Tooverliea" door het kinderkoor. Deze operette is zwaar van inhoud zoodat het wel eens moeilijk was haar te volgen Het spel werd echter beide avonden meester lijk uitgevoerd. Den tweeden avon i waren de kinderen nog beter op streek dan den eersten avond. Vooral van de hoofdpersonen werd ven van gevergd, doch ze wisten zich er mees terlijk door te slaan De décors waren alle uitgevoerd door eigen krachten. Wij hebben waardeering voor de jongens die in hun vrijen tijd dit zoo schitterend hebben bewerkt. Het was alles tot in de fijnste puntjes uit gevoerd vooral het veranderen in nog geen minuut van dorre boomen in pracht bloe men kon ieders bewondering wegdragen. Den eersten avond dankte de burgemeester allen die hadden medegewerkt en staats pensioen met zijn behaald succes. Den tweeden avond werd door de jeiy?c afdeeling een bloemenmand aangeboden door mej. T. Wit aan haar directeur den heer Zaal, en door het kleinste operette-ster retje Annie Volger een fruitmand aan mej Zaal. De voorzitter de heer v. Kampen, dankte in zijn sluitingswoord ieder die had mede gewerkt om deze jubileum-dagen zoo bijzon der te doen slagen. Een gezellig bal besloot beide avonden het feest. (Buiten veraniwoofOeliikheid van de Redactie. De opnami ut de rubriekbewitst geenszins dat de reaache er mede instemt) Geachte Redacteur, Meer en meer wordt er bij den aanleg van wegen op gelet, dat de voetgangers en de wielrijders afzonderlijk een pad voor zich zien gereserveerd. Maar, al is er eene bepaling (het gevrees de „blauwe fietsje"!) dat wielrijders, op straffe van een flinke boete, zich niet buiten het rijwielpad mogen begeven, voor den wan delaar is er een vrijbrief, op het fietspad te wandelen. Bij voetbalwedstrijden of motorraces biedt de Kennemerstraatweg daarvan het bewijs. De Alkmaarsche huismoeder wandelt gaar ne met haar kinderwagen midden op den Nassaulaan rijweg, de uitstekende te geltrottoirs en het wandelpad tusschen de boomen bestaan voor haar niet. Wee den automobilist, die na luid toeteren haar naar het trottoir jaagt! Booze blikken zijn z'n deel! Het keurige wandelpad van de Rechtbank tot het Scharloo wordt evenmin veel ge bruikt. „Men" wandelt op den drukken verkeers weg, liefst met kleine kinderen, die dreigen onder de autobussen te komen. Ook de trottoirs van de Langestraat zijn weinig in trek bij de wandelaars, die, bij voorkeur linkshoudende, fietsen en auto's verhinderen, den openbaren rijweg te gebrui ken. Zoo zijn er meer voorbee'den te noemen. Politietoezicht verscherpen? Meer strafbe palingen? Och, neenLiever wat meer begrip en me dewerking der burgerij in het belang van het verkeer. Dan is er al veel door boven staande opmerkingen bereikt. Met dank voor de plaatsing, hoogachtend, FIETSER. DE ONBEWAAKTE OVERWEG. Mijnheer de Redacteur, Ik heb met genoegen kennis genomen van het ingezonden stuk over de onbewaakte overwegen. StrekKen doodelijke ongelukken menigeen tot leering? Volgens net schrijven van „Abonnee" niet en ik oen dat voikomen mei hem eens. Men moet het ze.f aan de lijve ondervin den. Als men zonoer licht rijdt is men in overtreding en is de minimumstraf 0.50 boete Ais er behoorlijke waarschuwingsap- pa. en tijdens het passeeren van overwegen in oienst worden gesteld (het is onnoodig voorbeelden te noemen) en men passeert be wust oi onbewust die waarschuwing, dan bevindt men zich ook in overtreding. Daar moet dan niet een minimumstraf van 0.50, maar van 50 op gesteld worden. Hij die deze bekeuring omv„ngt zal de noodige om- zichtigneid voor een tweede keer wel in acht nemen. Het Rijk kan op T oogenbnk 900 mil- lioen gebruiken, dus Toch kan ik mij goed voorstellen, dat „Abonnee' uitgelachen is Die bestuurder reed voor hem en hobbelde langzaam over den onbewaakten overweg. Nu kunt gij van achter niet zien oi die man al of niet uitge keken heeft. Stel dit zelfde geval nu eens des avonds voor met mistig weer. Uw voor-man hobbelt langzaam over den overwegen u stapt en kijkt uit. Door duisternis en mist kunt u niet meer dan p m. 40 M. zien. U ziet niets. Doch ter wijl u er overheen rijdt grijpt de „eleclrische" u, die plm. 90 KM. rijdt. U schrijft wel, u rijdt snel er overheen, maar dit kan niet, want u staat stil en al draait de motor dan heeft u direct geen snelheid van 50 of 60 K.M., laat staan 90 K.M Uw autolampen, als het goed is, beschij nen den weg 100 M voor u uit, met mistig wees misschien 40 tot 50 M.. maar de „e ec- trische" pikt u met z'n twee gloe.ende spij kers zoo op. Nu heeft abonnee opgelet en uw buurman is er zoo maar langzaam overheen gehob beid. Hij schrijft: Ik voor mij ben er van over tuigd, dat het dan bijna niet mogelijk is om een ongeluk te veroorzaken. Ik heb nu een voorbeeld genoemd, da' een ongeluk op deze wijze (bijna) nabij is Ab^n nee komt meerdere malen over dien overweg Hij is er mee bekend, maar nu een vreemde ling? Eerst stoppen alle kanten heenkijken snel er overneen en dan nog niet zeker van je leven. Is het niet treurig dat op deze wijze di vei ligheid betracht moet worden? U, mijnheer de redacteur, dankend voor de plaatsruimte. Hoogachtend. P R. Oplossingen der raadsels alt het vorige nummer. Voor grooteren. 1. Kondor. Rood, dok, Doorn, Noor. 2. Oom Jo wilde de boeken heel graag hebben; hij nam er twee van mee (Amer). Moeder zal In geen geval vóór vijven thuis kunnen zijn. (Linge). Hij kwam stellig te laat aan den trein. (Amstel). Een halve emmer water viel om. (Eem). 3. Aronskelk, ridderspoor, muurbloem, hortensia. M 0 N D 0 D E R N E R 0 D R 0 M 4. Voor kleineren. 1. Arend. 2. Een mug. 3. Geel, leeg. 4. Hooge boomen vangen veel wind. OM OP TE LOSSEN. Voor grooteren. 1. Een persoon en gestold vleeschnat vormen samen een grooten aap. Welken? 2. Kruisraadsel. Op de beide kruisjeslijnen komt de naam van een stad in het Zuiden van Frankrijk. X X X i X t X i x X le rij een medeklinker. 2e het tegenovergestelde van moedig. 3e een zangvogel. 4e een dorp op de Veluwe. 5e 't gevraagde woord. 6e een ander woord voor pijl. 7e een ouderwetsche dans. 8e een boom. 9e een klinker. 3. Een vogel en een deel van je gezicht vormen samen iets, dat leelijk ste ken kan. 4. Ik ben een heel klein plantje, Dat veel bederft helaas. Als 'k zeg, dat 'k ook een paard ben, Dan raad je 't, kleine baas! Voor kleineren. 1. Begraven plaatsen in ons land. Moeder zal straks tien sinaasappels koopen. (2) Is die bijl stomp of scherp? Kom me niet te na, alsjeblieft! Heeft Bob er genoten in de zomer vacantie? 2. Op de zigzag-kruisjeslijn komt, van boven naar beneden gelezen, de naam van een gehucht in Je pro vincie Utrecht. X le rij een meisjesnaam. X 2e een vogel. X 3e een natuurverschijnsel. X 4e een lichaamsdeel van X dier. X 5e een bloeiende struik. X 6e een vervoermiddel. X 7e een metaal. X 8e een ander woord voor X sluwen streek. 9e een jongensnaam. 10e een plaat6 in Oostenrijk 3. Met z ben ik timmergereedschap, met m een lichaamsdeel, met T een rivier in Spanje en met kr een deel van een kleedingstuk. Een rond voorwerp en iets heel kouds vormen samen een knol vruchtje, waarvan veel menschen houden. (Nadruk verboden). Heer zachte heel beschroomd nog klinkt 's morgens Het eerste zoet-merelgefluit; Nu duurt het niet lang, of de lente Breekt overal jubelend uit. In 't gras zie 'k een klein madeliefje; Zoo kleumig duikt t weg tusschen 't groen Ik pluk het en zet 't in een vaasje En geeft het aan Moes met een zoen Nu is het gauw lente, hoor Moeder, En dan wordt u ook weer gezono. En danst door de wei vol mad liefjes Zoo blij met ons allemaal rond. Moes lacht en zij knikt en zegt vroolijk: breng jij maar de lente bij mij. 4ls 't warmer wordt, ga ik dan stellig Weer mee naar de zonnige wei! HERMANNA (Nadruk verboden). Graag ga ik naar den Dierentuin, Wat is daar veel te zien! En weet je, wat ik later word? De directeur misschien I Dan ben ik bij mijn dieren steeds 'k Trakteer ze eiken dag. V/at denk je, dat het leukste ie? Wel, dat 'k dan veel meer mag! 'k Krauw Maaike stellig op den kop. 'k Boks met de kangoeroe s. 'k Pak een marmotje zóó maar op! 't Sneeuwwitje is zoo'n snoes. (Nadruk verboden). De olifant krijgt eiken dag Een kilo suikerklontjes, En 'k speel met jonge beertjes dan Precies als met m'n hondjes. En, Moeder, denk je, dat een aan Mij wer'lijk kan verstaan? De allergrootste keek mij laatst Toch zoo verstandig aan! Toe, Moeder, zeg mij nu eens vin». Welk is het liefste aapje? Moes antwoordt dan haar kleinen k. Mijn liefste aap heet C. E DE LILLE HOGERty^pi) Jantje huilt en Jantje lacht, Waar hij wel op lijkt? Op het zonnetje, dat plots Door de wolken kijkt. Jantje is vandaag wat boos En hij pruilt geducht. Maar op eens lacht Jantje weer. O, het is een klucht! Zie me toch zoo'n vent eens aan! Zelf weet hij niet goed, Of hij nu weer huilen zal Of soms lachen moet. Jantje, weet j' op wie je lijkt? Wel, precies op Maart, Waarvan Oud en Jong steeds zegt: Maart, die roert zijn staart! Niemand houdt er echt van hem, Niemand is zijn vriend. 't Is niet prettig, hoor! voor hem Maar... het is verdiend! Kijk jij dus maar vroolijk, Jan, En nu opgepast! Houd de zon op je gezicht Maar heel stevig vast! Laat haar schijnen heel den dag, Ieder maakt zij blij. En we zeggen allemaal: Jan lijkt op de Mei! Als je Jan maar aankijkt, dan M o e t je vroolijk zijn! Let maar op: een boos humeur Vlucht voor zonneschijn! Jantje doet nu flink zijn best, Lijkt heusch op de zon En begrijpt zelf niet, waarom Hij zoo mopp ren kon! CARLA HOOG. (Nadruk verboden). (Nadruk verboden). De 9 fouten waren: I Olifant heeft maar één dagtand II Voorpoot mist teeren UI Er is maar één trektouw. IV Dit trektouw is te lang. V Sircus met s in plaats van o. VI. Afgeloopen wiel heeft geen ?a VII Spijker in de as zit onderstebove Y'III Mannetje zonder oor. H IX. Mannetje heeft maar vier ving® aan linkerhand. (Nadruk verboden).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 1