DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Het Ontwapenings-vraagstuk. DE INTERPELLATIE-VAN CITTERS. Qxtqdi$fich Oveczicfd ^Buitenland Het antwoord van minister Marchant. No. 63 PARLEMENT Donderdag 15 Maart 1934 Eden geelt aan het Lagerhuis eigen indrukken weer over zijn reis naar Frankrijk, Italië en Duitschland. HET ONDERLING VERTROUWEN Spanje wordt iets rustiger. 136e Jaargang Wat vandaag de aandacht trekt, ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en eestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. Directeur: C. KRAK. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Den Haag, 14 Maart 1934. De Eerste Kamer heeft het recht van interpellatie. Zij maakt er slechts uiterst zelden gebruik van, en wanneer zulks geschiedt werd veelal de vraag gehoord: is het wel noodig, dat aan dit deel der Volksvertegenwoordiging dit prerogatief blijft toegekend? Die vraag is heden ook bij ons opge komen, nadat wij getuige waren geweest van de interpellatie, welke de heer Van Citters (a.r.) gehouden heeft tot den Minister van Onderwijs in verband met zijn antwoord op de schriftelijKe vragen van den interpellant in zake den oproep van het Comité van hoogleeraren, waar bij onderteekening werd gevraagd van een verklaring, waarin wordt gezegd, dat de onderteekenaren beloven hun wetenschappelijke bekwaameheid nooit in dienst te stellen van het oorlogsbe drijf. De heer Van Citters was van oordeel, dat de Minister geen afdoend antwoord had gegeven, en vandaar zijn interpel latie. Hij stelde daarbij de volgende vier vragen 1. Acht de Minister het oirbaar, dat in deze tijden, waarin de Regeering in grijpende maatregelen heeft moeten treffen, ook met het oog op gevaren, wel ke van het buitenland kunnen opkomen, om te verkrijgen, dat onder alle omstan digheden zal kunnen gerekend worden op toewijding, trouw en gehoorzaamheid aan het wettig gezag, door hoogleeraren van lectoren en studenten de verklaring wordt uitgelokt, dat zij overtuigd zijn, dat iedere oorlog (dus ook die, zuiver en alleen gevoerd ter verdediging van het vaderland) uit zedelijk en maatschappe lijk oogpunt moet worden veroordeel 2. Waar de minister blijkens zijn schriftelijk antwoord d d. 6 Maart van oordeel is, dat de hoogleeraren bij het opstellen der in dat schrijven bedoelde verklaring zich blijkbaar niet ten volle hebben gerealiseerd, welke consequen ties aan die van studenten gevraagde verklaring verbonden zijn en dat door een duidelijke omschrijving de reëele beteekenis van die verklaring^ meer in het oog zou vallen, is de minister dan bereid zoo hier tot geenerlei discipli- nairen maatregel wenscht over te gaan zijn afkeuring over het gebeurde uit te spreken en de betrokken hoogleeraren uit te noodigen deze circulaire en bijbe- hoorende verklaring in te trekken? 3. Acht de minister de stelling, ver kondigd in het nader schrijven van enkele hoogleeraren: „de legale plicht tot voldoening aan de Militiewet sluit voor de miliciens niet in het aanwenden van wetenschappelijke bekwaamheden", juist? Zoo ja, zou de minister dan willen mededeelen, waarop dit steunt, zoo niet, is de minister dan bereid de on juistheid dezer stelling onder de aan dacht der hoogleeraren te brengen? 4. Is de minister van meening, dat hem geen bevoegdheid toekomt om te genover bijzondere hoogleeraren maat regelen van tucht of orde te nemen? Zoo ja, acht de minister het dan niet wenschelijk zich der© bevoegdheid te verzekeren, opdat zoodanige hoogleara- ren niet straffeloos kunnen doen waar voor andere hoogleeraren ter verant woording kunnen worden geroepen? Minister M&rclicint nam ^tjn antwoord minder hoog op dan de inter pellant Hij vond de actie der hoogleer aren niet bijzonder prijzenswaardig maar toch ook niet défaitistisch. Dat professoren trachten jongelieden aan een belofte te binden, waarva"zljJ;l6 licht de strekking nog niet ten volle kunnen begrijpen, actJt).6 hla, 0k° njet al te fraai, maar men moet de zaak niet ai te zwaar opvatten Er wordt geeu dien^t- weigering verwacht er wo dt a. ee den milicien verwacnt, dat hij ais soort machine zal doen wat hem gelegd. Maar dat zal in de pra-.ijk - anders gaan. Een milicien ^11£ .(lra. voegdheid om wat hem wordt opg gen niet goed te doen. Dan pleegt hi dienstweigering enis hij strafbaar d meent hiermede duidelijk zijn opva.ting weergegeven te hebben. Overigens acht hii hoogleeraren staatsambtenaren, cue geen verklaring als andere ambtenaren behoeven af te leggen. Het zou dwaa* zijn dezen wetenschappelijk hoogstaan de mannen te herinneren aan de inzich ten der regeering. Vrijhe-d is hierbij eerste eisch. Men kan alleen zeggen, dat zij een zuivere bedoeling in onzuiveren vorm hebben gegoten. Curatoren hebben den minister geraden den eenigen hoog leeraar aan een rijksuniversiteit, die onder zijn directe jurisdictie valt, len hoogleeraar Van Holk te Leidan, van zijn ontstemming blijk te geven en hij zal hem schrijven Maar tegenover de anderen zal hij niet optreden, omdat hij daartoe bovendien de bevoegdheid mist. In dien geest beantwoordde de minister de hem gestelde vragen. De heer Van Citters was slechts matig ingenomen met dit antwoord en hij vond dat de minister de hoogleeraren wel zeer zacht behandelde. Maar als zij bui ten hun boekje gaan en als volksleiders optreden, zijn zij niet langer hoog leeraar. Nadat de heer Wibaut (s.d.a.p.) een vriendelijk woord had laten hooren over de goede bedoeling van de circulaire, nam de heer Van Lanschot (r.k.) zijn medelid Van Embden, een der ondertee kenaars van de hier besproken circulai re op den hak omdat zijn idealen hem hier weer eens parten hadden gespeeld, en hij beklaagde de jongelui, die deze circulaire hebben geteekend. Zij zullen er later nog last genoeg van hebben. De heer De Savornin Lohman (c.h.) verklaarde zich zeer ingenomen met de interpellatie en hij vond het zeer geluk kig, dat de minister in de gelegenheid was gesteld om zijn oorspronkelijk schriftelijk antwoord wat nader toe te lichten. Maar hij was het er niet mede eens, dat hoogleeraren als ambtenaren eigenlijk te hoog staan om door circu laires aan hun plicht als staatsburger te worden herinnerd. Niet ten onrechte maakte de beer Kranenburg (v d.) de opmerking, dat de zaak toch wel erg opgeblazen was. Men kan als jurist alles halen uit de circu laire, maar de opstellers hebben een voudig niet gedacht aan de weermacht en de militiewet. Zij zijn als prof. Hee- ring, die geen onderscheid wenscht te maken tusschen recht en religie en daarom elk verweermiddel afkeurt. Men mag een hoogleeraar niet dwingen zich te richten naar de inzichten der over heid, hij hebbe vrijheid om zijn meening, ook al druischt deze in tegen die van anderen, zelfs van de overheid, te ver kondigen. Met overtuiging zette de Leid- sche hoogleeraar deze opvatting uiteen. Men late de vrije meeningsuiting opge- breideld. Op deze met overtuiging uitgesproken rede liet de heer Fock (lib.) een woord hooren van niet geheel dezelfde strek king. Professoren zijn geen buitengewo ne menschen, maar het is een dwaas heid, dat voogleeraren aan jongelui een stuk ter teekening voorleggen, waarvan zij de portée misschien nog niet eens góed beseffen. Hij vond het antwoord van den Minister volkomen bevredigend Minister Marchant heeft hierna nog eens uiteen gezet, dat de zaak wel wat erg opgeblazen was door de actie. Maar hij weigerde in te gaan op het met kracht door den heer Van Citters^ geop- bevoegdheid te geven disiciplinair te- perde denkbeeld om aan de regeering genover bijzondere hoogleeraren op te treden en hij wenschte ook niet tot an dere krachtige maatregelen over te gaan In dezen tijd is het noodig', dat een ieder meewerkt tot de behartiging der vaderlandsche belangen, maar dit ge schiede in de meest mogelijke vrijheid van inzichten. Na nog een paar woorden tusschen den heer Van Citters en den minister verklaarde de Voorzitter e interpellatie voor gesloten. Of zij van eenig nut is ge weest, laten wij aan het oordeel onzer lezers over. De begrooting van economische zaken. Hierna is de Begrooting van Economi sche Zaken aan de orde gekomen. De heer Danz (s.d.a.p.) heeft de be sprekingen ingeleid met een betoog ten gunste van de bescherming van de in dustrie. Daarna heeft de heer Ruiter (r.k.) oen zeer uitvoerige rede gehouden over de zorg der regeering voor de door de crisis zoo zwaar bezochten landbouw De spreker verkondigde zeer radicale denkbeelden, sprak over nationalisatie var. den landbouw, drong aan op de or ganisatie van een Landbouwraad a's koporgaan van alle crisiscommissies, PRIJS DER GEWONE AD VERTENT LEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat Groote lettert naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij vl HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. wijdde uitvoerige beschouwingen aan de politiek der regeering in zake den var- kensuitvoer, de werking van de rund veecentrale enz., kortom ook wie hem niet geheel kon volgen, gelijk schrijver dezes, gevoelde toch wel, dat hier een man aan het woord was, die van de zaak ernstig studie had gemaakt en het ten slotte niet eens was met het regee- ringsbeleid in zake den landbouw. Aan het slot van zijn rede heeft de Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. heer Ruiter een pleidooi gehouden voor een betere praktische opleiding van den boer en een behoorlijke voorlichting De laatste spreker van den dag, de heer Gelderman (lib.) heeft in het bijzon der gemaand tot een voorzichtige han- tcering van de contingenteeringen, voor al wanneer ze als ruilobject worden ge bruikt bij onderhandelingen met andere naties over handelsverkeer. Morgen voortzeting. In het Lagerhuis heeft Eden, de groot zegelbewaarder van Engeland, gisteren uitvoerig gesproken over de vooruitzichten van de ontwapening. Namens zijn regeering kon hij verklaren, dat het op net huidige oogenblik zeer ongewenscht was, rapport uit te brengen over de antwoorden, die hij ont vangen had van de regeeringen van Frankrijk, Italië en Duitschland tijdens zijn bekende reis van enkele weken geleden. Intusschen zag Eden een gelegenheid om eigen indrukken weer te geven over die reis, indrukken, die echter niet een officieel karak ter zouden dragen. En hij vertelde o.m.: De vertraging der Ontwapenings-conferen- tie is niet het gevolg van het feit, dat de deskundigen het niet eens konden worden over het aantal tanks, het kaliber van ge schut e.d., maar veeleer van het feit, dat de staten der wereld niet voldoende vertrouwen en niet voldoende moed betoonden. Wanneer men de motieven hiervoor zou willen begrijpen, zou men er naar moeten streven de gezichtspunten der bewoners van Parijs, zoo goed als die van de bewoners van Berlijn te begrijpen. Hij wil daarom probee- ren te zien met de oogen der bewoners van deze beide steden. Frankrijk is nog steeds sedert het einde van den oorlog bezorgd voor zijn veiligheid. Men moet er evenwel ook re kening mede houden, dat Duitschland de zelfde gevoelens, in anderen vorm uitge drukt, kan hebben. Frankrijk is er zoo van overtuigd geen offensieve bedoelingen tegen welken anderen staat ook te hebben, dat het nauwelijks kan gelooven, dat een ander land hetwelk geen overeenkomstige wapeningen is toegestaan, zich niet vokomen veilig voelt als buur van Frankrijk. Het bevolkingspro bleem evenals de para-militaire opleiding in Duitschland vervullen Frankrijk met vrees. Een andere beweegreden van de Franschen wordt door Engeland gedeeld. Ook Enge land hecht groote beteekenis aan het col lectieve systeem van vrede, dat sedert den oorlog is opgebouwd en dat den Volken bond als uiterlijk waarmerk heeft. De Franschen kunnen slechts met moeite gelooven, dat een „groote mogendheid van West-Europa zeer lang met goede bedoe lingen uit Geneve zou kunnen wegblijven." Van tijd tot tijd komen gebeurtenissen voor en worden redevoeringen gehouden, welke deze vrees doen toenemen. Een dergelijke re devoering werd in de laatste dagen gehou den, n.1. door generaal, Göring. Hij, Eden, is openlijk bereid het verschil te erkennen dat bestaat tusschen een militaire en een mi- litairistische natie. Men mag dit verschil niet vergeten en spreker was er van overtuigd, dat de toon der ter sprake gebrachte rede voering volgens het oordeel van het Engel- sche volk veeleer behoort tot de tweede soort dan tot de eerste. Het onderling vertrouwen niet groot. Deze dingen zouden niet zoo belangrijk zijn, wanneer het vertrouwen tusschen at staten instinctief en hecht zou zijn Aange zien zulks evenwel thans niet het geval is, hebben zulke op zich zelf kleine dingen groo te beteekenis. Eden vervolgde: Wanneer men probeert door de Duitsche bril te zien, dan is het on getwijfeld een Duitsche opvatting, dat de eigen veiligheid van Duitschland een even vitaal belang voor de Duitschers kan zijn als de Fransche veiligheid voor Frankrijk. Duitschland zal ongetwijfeld verklaren, dat het lang heeft gewacht op rechtsgelijkheid en dat de Duitschers ten nauwernood kunnen gelooven, dat Frankrijk nog steeds meer veiligheid wenscht. Aangezien dit de weder- zijdsche meeningen zijn, niet die der regee ringen, maar die van de nationale mee ningen en wel sedert eenige jaren, is het duidelijk, dat zij niet gemakkelijk aan elkan der kunnen worden aangepast. Zoolang evenwel nog een vonkje hoop bestaat, kunnen wij geen nederlaag erken nen en er bestaat zelfs nog meer dan een vonkje hoop. De Engelsche belangen in deze aangele genheid zijn die van Europa. Wij hebben als natie zeer veel c het spel te zetten en wel meer dan eenige andere staat ter wereld. Ook ten aanzien van den Volkenbond, al dus Eden, heeft Engeland groote belangen. Wanneer de ontwapenings-conferentie mis lukt, dan staat niet de veiligheid van dezen of genen continentalen staat op het spel, doch ook de Engelsche veiligheid. Wanneer de conferentie mislukt, dan moet ongetwij feld ieder land er toe over gaan zijn bewa pening te herzien en Engeland wellicht dringender dan alle anderen, aangezien Engeland reeds zoo sterk heeft ontwapend. Eden gélooft niet hieraan. Een wedloop in bewapening alleen is geen veiligheid. Al zou Engeland ook nog zoo veel doen voor zijn veiligheid door bewapening, dan mag het zich toch niet verbeelden, dat Engeland zich ooit zou kunnen isoleeren. Hoe het vertrouwen te herstellen. Op de vraag wat dan gedaan zou moeten worden, om het internationale vertrouwen te herstellen en de kloove tusschen Duitsch land en Frankrijk te overbruggen, kan men antwoorden, dat de toestand wel is waar bijzonder zorg baart, doch niet wanhopig is. Iedere maand in het verleden is de op te los sen taak moeilijker geworden. Wij moeten twee doelstellingen verwezen lijken, aangezien wij anders niet voldoende bijdragen tot het herstel van het vertrouwen in Europa: 1) Er moet een overeenkomst worden tot standgebracht, niet een ideale conventie, wel ke een zekere ontwapening inhoudt, welke rekening houdt met de werkelijkheid van het heden, om het kort te zeggen: een conventie op de basis van ons recente memorandum. 2) Getracht moet worden het volledige aanzien van den Volkenbond te herstellen, dat deze slechts kan genieten door het actie ve lidmaatschap van alle groote mogendhe den van West-Europa. Eden zeide over den Volkenbond voorts o.m.: Een onontbeerlijk element in het inter- nationa'e leven der volken is het lid zijn van den Volkenbond van alle daarvoor in aan merking komende staten. De Amerikaansche regeering heeft het Engelsche ontwapeningsontwerp gesteund. In de moeilijke maanden der conferentie ls de nauwe samenwerking tusschen de regee ringen van Engeland en Amerika een der meest bemoedigende factoren geweest. Bo vendien heeft Roosevelt enkele dagen gele den nog ook de nieuwe Engelsche initiatie ven volledigen steun gegeven. De staking bij de dagbladen. De Spaansche minister van binnenlanc- sche zaken heeft gisteren den geheelen dag pogingen in het werk gesteld een oplossing tot stand te brengen in de staking bij de dag bladen, aangezien hierdoor de geheele pu- biieke opinie in verwarring gebracht wordt. Men hoopt dat deze actie van den minister spoedige resultaten zal afwerpen, daar men meent, dat de thans bestaande toestand niet lang kan duren. De eenheid in de stakingsbe weging is echter reeds verbroken, vandaag verschenen de ABC, de Siglo Futuro en de Epoca. Dit verval der beweging verklaart men door een gebruik aan sympathie met de beweging onder het publiek. Bilbao zonder brood? De bakkerspatroons van Bilbao hebben aangekondigd, dat zij tot sluiting zullen overgaan, aangezien geen overeenkomst tot stand is gekomen met betrekking tot de ver hooging van de broodprijzen. Algemeene staking in Barcelo- na mislukt. Het is gisteren te Barcelona den geheelen dag rustig gebleven, zoodat men de overtui ging heeft, dat de pogingen om een algemee- ne staking in het leven te roepen, mislukt zij n Desalniettemin blijven de genomen voor zorgsmaatregelen voorloopig gehandhaafd. Het ontwapenings-vraagstuk. (Dag. Overzicht). De toestand in Spanje rustiger. (Buitenland). Staking op een aantal Grieksche schepen. (Buitenland). Brand op Amerikaanschen oor logsbodem. (Buitenland.^ Ongelukken op onbewaakte over wegen. (Binnenland). De opbrengst der Pelikaan-col lecte. (Stad en omgeving (Zie verder eventueel laatste berichten). Zty, die zich met 1 April a.s. voor minstens 3 maanden op dit blad abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschonende nummers t r a n c o en gratis. De Directie. Dagbladen verschijnen weer. Een nader bericht uit Madrid luidt: De Spaansche minister van binnen- landsche zaken deelt me© dat heden alle dagbladen te Madrid weer zullen ver schijnen .aangezien de socialistische typographenbond de staking officiéél heeft opgeheven! A ieen het personeel van de A. B. C. blijft voortstaken, wat dit blad echter niet zal beletten toch te verschijnen aangezien het stakend per soneel reeds door ongeorganiseerde ar beiders is vervangen. De overige stakin gen duren ongewijzigd voort en het ge vaar bestaat, dat ook de kellners het werk zullen neerleggen, evenals de ar beiders in de kleedingindustrie. In den afgeloopen nacht demonstreer den arbeiders te Madrid voor een der nachtclubs, waarvan de veneters met steenen werden ingeworpen De politie kon in korten tijd de orde herstellen, waarbij 1 politieagent werd gewond. De burgemeester van Malaga heeft den minister van binnenlandsche zaken om strenge buitengewone maatregelen ge vraagd, ter onderdrukking van de over vallen en pogingen tot berooving welke te Malaga herhaaldelijk plaats vonden. Bom in kerk ontploft. In het dorp Banos ontplofte in de kerk een bom, waardoor het altaar werd ver nield. Te Santander verspreidden syndicalis ten strooibiljetten, waarin werd opge wekt tot een revolutionnaire algemeene staking. Ook het spoorwegpersoneel werd tot staking opgezet. Verscheidene personen werden gear resteerd. MINISTER Hl [MANS OVER NEDERLAND. En de Belgische handelsbetrekkingen. Gistermiddag werd in den Belgischen Se naat een drukke bespreking gevoerd over de te volgen handelspolitiek. De minister van buitenlandsche zaken, de heer Paul Hijmans, weer erop, dat deze politiek slechts een doel kan hebben, nl. het bestrijden van de crisis. De minister gaf een overzicht van de han delsbesprekingen van België met andere sta ten en verklaarde daarbij, o.m. het volgende; Onze betrekkingen met Nederland op eco nomisch gebied waren steeds van een bijzon der hartelijken aard, gedurende de laatste jaren. Beide landen hebben geleden onder het overtollige protectionisme. Zij hebben hun krachten vereend om het te bestrijden. Nederland heeft echter sedert enkele maan den een politiek van contingenteering ge volgd. Het was noodig onderhandelingen te voeren en aanzienlijke afzetgebieden te ver zekeren. Zij hebben geleid tot voldoening ge vende overeenkomsten. STAKING IN ANTWERPSCHE HAVEN. Op een aantal Grieksche vrachtschepen. Ten gevolge van een beslissing te Pereus getroffen, volgens welke niet minder dan zes pond per maand op Grieksche schepen mag worden uitbetaald, ontstond een loongeschil in de Antwerpsche haven. De kapitein van de „Korinthiakos" weigerde de overeenkomst na te leven, waarop het personeel, bestaande uit 19 man, den arbeid neerlegde. Er werden acht Arabieren aangeworven, zoodat de „Ko rinthiakos" ten slotte kon vertrekken, zij het ook met een onvoltallige bemanning. Op de hier gemeerde Grieksche schepen „Bagassy- tikos'', „Ptallisen" en „Mont Dilfys" ging daarop de bemanning in staking, een beroep doende op den Griekschen consul-generaal en het Belgische zeewezen. Gistermiddag wil den de Grieksche zeelui in optocht naar het Grieksche consulaat trekken, maar "de op tocht werd op verzoek der politie ontbonden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 1