alkmaarsche courant
Alkmaar als tennis-centrum.
Zijn wij vrijzinnig en hervormd?
HONIG'S VERMICELLISOEP 6 borden voor 15 ets.
VEILIGE HAVENS
Christendom en Kiinkel's
opvoeding.
SeuilCetou
No. 71
k B B_w A ZATERDAG 24 MAART 1934
Stad en Omgeving
gemeente kan op het Sportpark acht nieuwe
tennisbanen beschikbaar stellen.
Hoe er propaganda gemaakt wordt.
7.1?'en, de "ieuwe. breede verkeersweg van de
werd 5?n ia3h Haar h^Ct SP°rtPark gemaakt
k lde oude tennisbanen, welke
oij den ingang aan de Nieuwpoortslaanzïjde
gelegen waren weggebroken.
Dat gebeurde niet omdat er in Alkmaar
geen belangstelling voor de tennissport zou
bestaan. Integendeel, die belangstelling was
zoo groot, dat de banen eenvoudig werden
weggebroken om er nieuwe voor in de plaats
te maken en het bleef niet bij die twee want
ci werden daarnaast nog zes andere banen
aangelegd, zoodat de gemeente op het oogen-
blik in het bezit van acht spiksplinternieuwe
banen is gekomen.
Directe behoefte heeft er aan zooveel banen
tegelijkertijd niet bestaan, maar men was nu
toch met de werkloozen eenmaal aan het bou
wen en verbouwen en men heeft begrepen, dat
er gezien de uitbreiding welke deze sport
in de laatste jaren ondergaan heeftmet
toekomstmogelijkheden rekening moest wor
den gehouden.
Tusschen de Nieuwpoortslaan en den nieu
wen weg liggen thans een gravelbaan (baan
van gemalen baksteen gemaakt) en twee
tegelbanen. Er is een groot en in alle opzich
ten modern clubhuis gemaakt met wasch- en
kleedgelegenheden en met een buffet, dat door
den pachter van het S portparkbuffet geëxploi
teerd wordt. Ten Noorden van dit groote
clubhuis zijn nog een vijftal gravelbanen ge
maakt. Alles is afgerasterd en rondom zoo
veel mogelijk beplant met rozenstruiken.
Daarbij heeft elke baan afzonderlijk nog een
klein clubhuisje gekregen. De vijf laatste
banen kunnen door een apart hek in twee ge
deelten worden gescheiden, zoodat er drie
aan de eene zijde en twee aan de andere zijde
komen.
Tot zoover, wat het beschikbare materiaal
betreft en daarna komt natuurlijk de groote
vraag aan de orde op welke voorwaarden
imen dat voor sportliefhebbers beschikbaar
wenscht te stellen.
De kosten van de groote veranderingen aan
het Gemeentelijk Sportpark zijn daar het
geheele werk tusschen Zuiderhoutlaan en
Sportpark nog niet beëindigd is nog niet
met zekerheid vast te stellen en een calculatie
hoeveel in het bijzonder de tennisbanen moe
ten opbrengen is op het oogenblik nog niet te
maken waarom van gemeentewege besloten is
ze alle nog voor het oude tarief beschikbaar
te stellen.
Die tarieven op aanvrage bij de directie
van het Sportpark te verkrijgen zijn van
April tot November per speeltijd vastgesteld
en varieeren naar gelang van de uren waarop
men wenscht te spelen, terwijl voor de maan
den Juli en Augustus een apart tarief is be
rekend. Het is mogelijk de banen ook voor een
enkelen middag- of oehtendspeeltiid, voor een
enkelen avondspeeltijd en vóór des morgens
negen uur te huren.
Alkmaar heeft de propaganda voor het
tennissen flink aangepakt omdat men er naar
streeft deze stad tot een centrum van deze
sport voor Noordholland boven het IJ te
maken.
Men is begonnen op 30 October j.1. in de
Handelsschool een lezing over tennissen te
laten houden door den heer C. Vredenburgh,
welke lezing, zooals men zich waarschijnlijk
nog wel zal herinneren, door wethouder van
Slingerland met een passend woord ingeleid
IS Nu de banen inmiddels gereed zijn geko
men ligt het in de bedoeling op Zaterdag 31
Maart a.s. een zoogenaamde exhibition-
wedstrijd te organiseeren, dat is een wedstrijd
waarop de beste spelers van ons land eens
zullen laten zien wat nu eigenlijk tennissen is
om bij alle toeschouwers de belangstelling
voor deze sport op te wekken.
Deze wedstrijd ter dekking van onkos
ten voor een zeer gering bedrag toegankelijk
gesteld zal door den burgemeester worden
geopend op een baan welke ten Noorden van
het clubhuis is gelegen. Voorloopig is vastge
steld dat op dezen wedstrijd o.a. zullen uit
komen, mej. Rollin Couquerque, mej. Belzer
en de heeren Hughan, Leembruggen, Scheur
leer en Knottenbelt. De medewerking van
deze sterke Hollandsche spelers is mogelijk
door de krachtige hulp van den Nederland-
schen Lawntennisbond. De wedstrijd, welke
üi1 u nai®ddags aanvangt, zal on
getwijfeld belangstelling trekken daar men
uitkomen #PdCr" t€gen dkaar kan zien
j 2011 een be^e te veel gevergd zijn om
den dames en heeren te vragen zoo nu en
dan nog eens terug te komen, maar de ge
meente pakt de zaken zelt flink aan en heeft
net voornemen voornamelijk onder de jeugd
maken propa£anda voor deze sport te
Zij is van plan schoolwedstrijden te laten
houden en dank zij de belangelooze mede
werking van mevrouw Schut—Tismeer en de
heeren Van Keeken, Paul Schut en Kusters zal
voortaan eiken Zaterdagmiddag op een der
banen, welke de gemeente daarvoor afstaat,
aan de beginnende jeugd gratis les worden
gegeven. Deze lessen omvatten kennis der
spelregels, den gang van het spel en den
vorm van enkele slagen.
Verder is er op 19 Mei een wedstrijd ge
organiseerd voor jongelui niet ouder dan 16
jaar. Behalve de enkelspelen zullen daar zoo
mogelijk ook meisjes- en gemengde dubbels
gespeeld worden. De kampioenen van de
enkelspelen mogen voor rekening van het
district Noord-Holland van den Nederland-
schen Bond aan de nationale jeugdkampioen
schappen te Apeldoorn of eldeis deelnemen.
Wedstrijdleider is de heer W. E. van
Keeken te Bakkum, secretaris van het district
Noord-Holland van den Nederlandschen
Lawntennisbond.
Medegedeeld kan tevens worden, dat op
31 Augustus en op 1 en 2 September a.s. op
de Alkmaarsche banen distrietskampioen-
schappen veroverd kunnen worden door
bondsleden uit dit district.
Wie de jeugd heeft, heeft ook de toekomst
en wat de gemeente thans organiseert, heeft
niet alleen ten doel de jeugd een reeks gezel
lige middagen te bezorgen, maar allereerst
haar bekend te maken met het tennisspel in de
verwachting, dat uit die kennismaking een
zekere voorliefde zal ontstaan, welke op den
duur tot het vormen van clubs en tot het
geregeld bespelen van de Alkmaarsche banen
zal leiden.
Er is een tijd geweest, dat tennissen een
soort elite-spel was. maar dat tijdperk zijn
wij gelukkig gepasseerd. Mooie en gezonde
sport moet voor jongeren er. ouderen van elk
maatschappelijk milieu mogelijk zijn en de
groote uitbreiding, welke het tennissen de
laatste jaren heeft verkregen wijst er wel op,
dat het in breede kringen der bevolking
steeds meer bewonderaars en beoefenaars
heeft gevonden.
Dien kant is het reeds uitgegaan en dien
kant moet het nog verder uit.
Alkmaar heeft thans banen voor clubs van
alle mogelijke richtingen en standen beschik
baar en het is te open. dat er in de toe
komst een druk gebruik van zal worden
gemaakt. Dank zij de krachtige medewerking
van het district Noord-Holland van den Ne
derlandschen Lawntennisbond belooft onze
gemeente voor de toekomst het tenniscentrum
van deze streek te zullen worden.
Mogen de kosten welke de gemeente zich
getroost heeft om dit alles mogelijk te maken,
niet tevergeefs geweest zijn.
„Eet meer brood!", ,,Eet meer visch!" is
er op verschillende tentoonstellingen verkon
digd. Wij kunnen er van gemeentewege een
nieuwe leuze bijvoegen: „Speelt meer tennis!"
Komt eens kijken, komt eens oefenen,
vormt clubs, bespeelt de uitstekende Alk
maarsche banen en het doel dat men zich voor
oogen gesteld heeft zal bereikt worden. Alk
maar zal zijn tennisbanen rendabel kunnen
maken en de Alkmaarders zelf zullen weldra
tot de ontdekking komen, dat zij door het
beoefenen van een onzer mooiste en gezond
ste sporten een nieuwe levensvreugde rijker
zijn geworden.
Rede van prof. dr. J. Lindeboom
uit Groningen op den gemeente
avond vanwege de vereeniging
van vrijzinnige hervormden te
Alkmaar.
Deze bijeenkomst werd gisteravond in de
groote zaal van de Harmonie gehouden. An
ders dan verleden jaar, toen er geen ruimte
genoeg was, waren er thans plaatsen over,
waarschijnlijk een gevolg van de meening,
dat de samenkomst niet zou doorgaan in
verband met het overlijden der koningin-
moeder.
Ds. Baar sprak een openingswoord, het
welk hij aanving met een In Memoriam aan
wijlen koningin Emma, welke woorden door
de aanwezigen staande werden aangehoord.
Daarna heette spr. de opgekomenen har
telijk welkom. Hij sprak van de moeilijkheden
om èn de zaal én den spreker (prof. Linde
boom) op eenzelfden dag beschikbaar te
krijgen, liet verheugde spr., dat deze rede
naar naar Alkmaar had willen komen, van
waar vroeger velen naar Oudorp ter kerk
gingen, toen ds. Lindeboom daar predikant
was en in Alkmaar nog strijd wera gevoerd
door de vrijzinnigen om een plaats in de
herv. kerk, welken strijd prof. Lindeboom
van zeer nabij had gade geslagen.
Het programma werd hierna geopend door
den bekenden zanger-minstreel Geert
D i 1 s, die in verband met den rouw over
Nederland hoofdzakelijk ernstige liederen
zou zingen. Hij zong bij de teorbe (ver
ouderd muziekinstrument) allereerst „Het
daghet in het Oosten", waarop volgden het
bekende Het waren twee koningskinderen"
en een oud liedje, dat vertolkte het gebruik
van het planten van een Meiboom voor het
venster van de geliefde; verder nog een liedje
op de komst van den lentetijd en een oud
zeemansliedje Na elk dezer klonk een dank
baar applaus.
Rede prof. Lindeboom.
Prof. Lindeboom ving aan met een
woord van dank aan ds. Baar, in wiens wel
kom hij had beluisterd een groet van den
Alkmaarder aan den oud-Oudorper. Spr
constateerde, dat in den loop der jaren hier
veel is veranderd, maar de Evangelische
Unie is gebleven.
Wanneer wij de laatste paar tientallen ja
ren nagaan, zien we een gebaanden weg.
ging spr. voort, het is niet al te gewaagd
hervormd predikant te zijn èn vrijzinnig.
De beweging van vrijz. hervormden is nog
betrekkelijk jong. Er is een tijd geweest, dat
men in vrijzinnige zoowel als in rechtzinni
ge kringen niet anders had dan spot voor
den vrijzinnige, die zijn waardeering voor de
kerk durfde uitspreken. Over het geheel had
men een vijftigtal jaren geleden weinig waar
deering voor de kerk, niet veel meer dan voor
den steiger van het gebouw. Men meende,
dat het godsdienstig leven zijn hoogtepunt
had bereikt en alle vormen kon ontberen
Maar dat was niet juist, wij hebben ook
thans het hoogste nog niet bereikt, wij zijn
overtuigd, dat in werkelijkheid met het kerke
lijk leven het christelijk godsdienstig leven
staat of valt.
Spr. herinnerde aan de stichting van de
Vrije Gemeente te Amsterdam door men
sch en, die geen voet meer wilden zetten in de
kerk. Die gemeente is merkwaardig genoeg
nooit door een tweede in ons land gevolgd
Zij is geleidelijk teruggekeerd in kerkelijke
banen. Tegen heel veel smaad en verdachtma
kingen in hebben eenige vrijzinnige gods-
dienstigen de organisatie ervan ter hana ge
nomen en zij zijn daarin geslaagd, tegen
veler voorspelling in. Spr. noemde in dit
verband de namen van wijlen dr. Pool te
Oudorp en den overleden ds. Niemeijer te
Bolsward, die in dezen veel en zwaar werk
deden. Thans is dergelijke strijd niet meer
noodig.
Wij hebben in de laatste 25 jaar een an
dere vrijzinnigheid gekregen, die rekening
houdt met zwakheid en zonde en de steun-
selen wil behouden, die kracht kunnen geven
Daaronder behoort de kerk.
Het vrijz. element in ons christendom is al
van zeer ouden datum en geenszins een uit
vinding van voor een 60-tal jaren. Jaren en
jaren geleden reeds verzetten velen zich
tegen het angstvallig vasthouden aan de let
ter, zij wilden de breede menschelijkheid
brengen in heel het leven. Dit streven was
een stimulans voor de vrijzinnigheid, doordat
nu eenmaal vrijheid noodig was voor dat be
ginsel van humanisme.
Het is natuurlijk mogelijk, dat iemand zijn
humanisme als het allerhoogste gaat zien en
het contact met God en de goddelijkheid ver
liest. Daarom kan de vrijzinnigheid een ge
vaarlijk goed zijn; dat ondervindt ieder die
het wèl meent met zijn vrijzinnigheid. Hij
komt tot de overtuiging, dat niet ieder vrij
zinnige ook hervormd is.
door BASIL KING.
<UR bet Engelsch).
56)
Op zijn weg huiswaarts kwam bij een
winkel voorbij, waar bijbels werden verkocht
Hii besloot een goedkoop Nieuw Testamen.
te koopen, en de winkelier raadde hem aan
een nieuwe vertaling te nemen. Dien avond
toen hij met zijn werk klaarwas, sloeg j
het boekje open een bladzijde van het Lvan
gelie van Lukas. Hij begonbij het begin
daarvan en las met
en verbazing; het maakte hem kalmer
Toen kwam hij aan een gedeelte d^t op hein
zelf betrekking had. „En een der Parizeen
bad Hem, dat Hij met hem ate, en ingegaan
Zijnde in des Farizeërs huis, zat Hij aan-
„En ziet, eene vrouw in de stad,welke een
zondeares as, verstaande, dat Hij 'J1
Farizeërs huis aanzat gracht een albas
flesch met zalf.
„En staande achter aan Zijne voeten,
Veenende, begon zij Zijn voeten nat te ma
ken met tranen, en zij droogde ze af met nei
haar van haar hoofd, en kuste Zijne voe
ten, en zalfde ze met zalf.
„En de Farizeërs, die Hem genood had,
zulks ziende, sprak bij zichzelven, zeggen
de- Deze, indien hij een profeet ware, zou
wel weten, wat en hoedanige vrouw deze is,
die Hem aanraakt; want n is een zonderas
En Jezus, antwoordende, zeide tot hem:
Simon! Ik heb u wat te zeggen. En hij sprak
Meester! zeg het. „En Hij, z'ch omkeeren-
de naar de vrouw, zeide tot Simon: Ziet gij
deze vrouw? Ik ben in uw huis gekomen;
water hebt gij niet tot Mijne voeten gegeven;
maar deze vrouw heef Mijne voeten met tra
nen nat gemaakt, en met he haar van haar
hoofd afgedroogd.
„Gij hebt Mij geen kus gegeven, maar
deze, van dat zij ingekomen is, heeft niet af
gelaten Mijne voeten te kussen.
„Met olie hebt gij Mijn hoofd niet ge-
zald; maar deze heeft Mijne voeten met zalf
gezalfd.
„Daarom zeg Ik u. Hare zonden zijn haar
vergeven, die vele waren, want zij heeft veel
lief gehad, maar dien weinig vergeven
wordt, die heeft weinig lief."
Hij deed het boek met een klap dicht
„Dus zooiets deden ze ook toen alHet
'water voor de voeten, de kus en de zalf zal
dezelfde beteekenis gehad hebben als bij ons
het toesteken van de hand en het verzoek
om te gaan zittenEn ze wilden Hem
die beleefdheid niet bewijzenHij was
hun ondergeschikte, hun mindere Ik
zou wel eens willen weten of Hij er acht op
heeft geslagen Ik zou zeggen wel; an
ders zou Hij er niet de aandacht op hebben
gevestigd Als de vrouw niet gekomen
was, zou Hij er waarschijnlijk hee'.emaal
niet op gewezen hebben dan zou Hij
het langs zich heen hebben laten gaan, zon
der het kwalijk te nemen De kleine be
wijzen van minachting van kleinzielige men
schen waren Hem te onbeduidend om kwa
lijk te nemenHij kon alleen door hen
worden gekwest maar op hun eigen ver
antwoording".
Tot laat in den avond zat hij maar steeds
te denken, tot hij plotseling een klap op de
tafel gaf en overeind sprong „Ik wil 't niet
kwalijk nemen, 't Zijn op hun manier beste
menschen. Ze bedoelen er niets onvriende
lijks mee. 't Is alleen maar dat ze denken
Honeybun zou 't „orthodox" noemen Onder
elkaar zooals alle andere menschen van hun
soort, zijn ze beleefd; ze weten alleen niet
hoever ze hun beleefdheid naar beneden kun
nen uitstrekken. Ze zijn ze zijn kleinzie
lig. Ik wil ruim van opvatting zijn zooals
Hij."
HOOFDSTUK XXIII.
Dit besluit hielp hem door den zomer
heen Het was een prettige zomer, maar tocii
een moeilijke, want het was de eerste maal
dat hij werk verrichtte, waarvan de hoofd
zaak lag in het tevreden stellen ven men
schen Bij zijn marktwerk was het werk ze t
de hoofdzaak, en werd beoordeeld naar het-
Maar dan is er de kerk, het instituut van
vroomheid, dat bewaart het geloofsbezit der
eeuwen. Willen wij goede hervormden
d.w.z. vervormden, verbeterden zijn, dan be-
hoeren wij in de kerk, die nog altijd weer
verbetering kan brengen.
In die kerk hebben wij een drievoudige
taak: strijd, organisatie en verdieping en
arbeid.
Over den strijd wilde spr. alleen zeggen,
dat hij is opgedrongen; dat weten de Alk
maarders zeer goed, het liefst zouden zij het
er zonder doen.
Organisatie is mischien het beste strijd
middel. Wij hebben het er vrij ver mee ge
bracht, de rechterzijde begint ons in dezen
na te doen. Laten wij die organisatie hoog
houden, vermaande spr.
Toen in Alkmaar een 20-tal jaren geleden
de overwinning werd bevochten, heeft nie
mand er aan gedacht de organisatie op te
heffen, en dat is goed geweest
Wij organiseeren ons niet om de hervorm
de kerk vrijzinnig te maken en een strijd te
voeren ten doode toe tegen de orthodoxie,
want wij weten te goed, dat wij die noodig
hebben evenals zij ons noodig heeft.
De hervormde kerk is een bonte kerk, die
alleen door de liefde voor die kerk bij elkaar
wordt gehouden en het doet er niet toe of die
van rechts of van links komt, als de liefde er
is, blijft het geheel.
De derde taak legt den plicht op om in de
hervormde kerk belijders te zijn, door han
del en wandel te durven getuigen, dat die
kerk ons wat waard is. De jonge menschen,
die straks toetreden tot de kerk, zijn vrijzin
nig, anders kwamen zij niet bij ons. Maar
hoe teleurstellend zou het voor hen zijn, als
wij niet vrijzinnig èn hervormd waren, wij
zouden hen op een dwaalspoor brengen.
Wij weten dat ook buiten de kerk weten
schap en cultuur bestaan, maar als wij be
seffen dat de kerk een bron van kracht en
diepe innerlijke verheuging is, begrijpen wij
dat onze weg n a a r en niet van de kerk
leidt.
Naast de zichtbare kerk bestaat de on
zichtbare van ware christelijken. Wie daar
toe behooren, weten wij niet, maar God al
leen. In de zichtbare kerk bestaat geen on
overbrugbare kloof naar de onzichtbare,
maar hoe dan ook, er is iets van Gods on
zichtbare kerk geopenbaard.
Wij willen steenen dragen voor de kerk,
voor de zichtbare, zóó overtuigd, zóó verdie
pend, dat het tevens steenen kunnen zijn voor
de onzichtbare kerk.
Het is niet uit willekeur, maar omdat we
dat voelen als een heiligen plicht en als de
hervormde kerk nog waarlijk kerk zal blijven,
zal dit alleen kunnen met ons vrijzinnigen.
Wij kunnen het niet alléén, maar zonder ons
zal het zeker niet gaan.
Wij hebben in de kerk ook een taak ten op
zichte van hen, die dan hervormd mogen
zijn, maar niet vrijzinnig in de diepf betee
kenis van het woord. Wij hebben te verstaan
de roepstem die tot ons komt en waaraan wij
ons niet mogen onttrekken. Als die roepstem
wordt gevolgd, kunnen er groote dingen ge
beuren in ons land en ons godsdienstig leven
Dan kan het gebeuren, dat tien buitenstaan
ders de slippen zullen grijpen van een vrij
zinnige en zullen zeggen: „Broeder, wij wil
len met U gaan, want wij weten dat God met
U is".
Na een pauze legde ds. B a a r den nadruk
op prof. Lindeboom's woord, dat organisatie
het beste strijdmiddel is en hij wekte op tot
aansluiting bij de Evangelische Unie, de Alk
maarsche afdeeling van de Ned. Vereen, van
vrijzinnig hervormden, die strijdt voor het
hoogste religieuse leven voor alle lagen van
het volk.
Gedachtenwisseling.
Er was een briefje op de bestuurstafel ge
deponeerd, waarin gevraagd werd of het
niet betreurenswaardig is, dat de kerk verpo
litiekt wordt.
Prof. Lindeboom vond dat zeer zeker
betreurenswaardig en prees zich gelukkig dat
de vrijzinnig-hervormden de politiek altijd
buiten hun beweging hebben gehouden, ge
tuige de vele politiek in verschillende richting
links georiënteerden, die zich scharen achter
de vrijz. hervormden. Dat mag zwakheid van
ons beginsel gevonden worden door de kin
deren der wereld, voor de kinderen des lichts
is het de groote kracht. De vrijz. herv. hebben
te allen tijde hun vaandel vrij gehouden van
politiek.
De laatste dagen brachten eenheid onder
ons volkkoningin Emma, die bij haar leven
zoo veel was voor ons volk, bracht door
haar verscheiden eenheid. Dergelijke eenheid
kan er bij de vrijzinnig hervormden zijn en
blijven, laten wij in het pogen niet verslappen.
De heer K a r s s e n vond het eigenaardig
dat bij de vrijzinnigheid zoo weinig is dat
samenbindt. Het begrip vrijzinnigheid spitst
zich eigenlijk alleen toe, als het gaat tegen
geen hij presteerde. Zijn werk bij de hotel-
dub bracht hem voortdurend in aanraking
met dames en heeren, tegenover wie het zijn
plicht was ook uiterlijk extra eerbiedig te
zijn. Vlug opende hij het portier voor hen,
als zij in of uit den auto stapten; hij bracht
zijn hand naar de klep van zijn pet, als men
hem iets opdroeg. Zijn manier van doen en de
menschen aanspreken vormden een onder
deel van zijn geschiktheid als chauffeur.
Hiertegen had hij geen bezwaar. Alleen
vond hij het vreemd dat, terwijl van hem ge-
ëischt werd beleefd te zijn jegens anderen,
blijkbaar bijna niemand het noodig achtte
beleefd jegens hem te zijn. Enkele maakten
een gunstige uitzondering en zeiden ..alsje
blieft" en „dank je", zooals zij dat onder el
kaar ook deden. Zij commandeerden niet,
maar verzochten. Anderen daarentegen ver
zochten nooit Als hun spijsvertering of ze
nuwen in de war waren, achtten zij zich
gerechtigd hem een stommerik te noemen,
of als het dames waren, kinderachtig te vit
ten. Maar hoe onredelijk soms ook behandeld
hij moest zich aanwennen dit te verontschul
digen en net te doen of hij ongelijk had,
al was hij ook van het tegendeel overtuigd.
Hoewel hij nooit had gehoord van 't Engeb
sche beginsel, dat men desgewensch jegens
zijn gelijken onbeleefd mag zijn, maar nooit
jegens menschen van lageren stand dan die.
waartoe men zelf behoort, voelde hij instinct
matig de juistheid van dat beginsel. Zijn be
scheiden plaats in de maatschappij gaf hem
vond hij, recht op een zekere beleefdheid, die
een gezamenlijken tegenstander, met name de
orthodoxie
Prof. L i n d e b o o m gaf een en ander toe
en zei, dat er noodig is een stel samenbinden
de formules.
De oorzaak voor het lang ontbreken ervan
is te zoeken in de jaren van een 60-tal jaren
geleden.
Dezelfde geestesstrooming. die de „ver
wildering" in kerkelijke banen leidde, heeft
ingezien, dat er een soort beginselverklaring
van vrijzionig hervormden noodig was- Spr.
herinnerde in dezen aan prof. Roessingh te
Leiden en H. T. de Graat die een geloofsbelij
denis formuleerden, welke in geest en hoofd
zaak onderschreven moet worden, dus niet
bindend is naar de letter, maar een beroep
doet op de welwillende overtuiging.
o -~-
Na de beantwoording der gestelde vragen
betrad Geert Dus weer Let tooneel. Hij zong
nu bij zijn luit het stemmige „Gedachten zijn
vrij" en liet daar een paar vroolijke liedjes op
volgen. Een en ander sloeg zeer in, zoodat
de zanger niet aan een toegift ontkwam.
Hiervoor koos hij „Komt naar den zingenden
bard".
Slotwoord.
Ds. D e e t m a n sprak een slotwoord. Als
we alles vooruit hadden geweten, zouden
wij dezen avond thans niet gehouden hebben,
omdat wij de stilte onder ons volk na het
overlijden van de koningin-moeder niet zou
den willen ontwijden. Maar, zei spr., hetgeen
gezegd en gezongen is, heeft die stilte zeker
niet ontwijd, en hij meende zoowel den zan
gers als prof. Lindeboom te mogen danken
voor het gebodene. Spr. hoopte dat de ge
meente-avond aan het doel zou beant
woorden.
Tot slot werd gezamenlijk staande de
Avondzang gezongen, waarop ds. Deetman
de aanwezigen een „tot ziens tot Maandag
avond in de herdenkingsure voor de over
leden vorstin" toeriep.
De heer Baart spreel-t hier
over voor den Chr. Vrouwen
bond in 't gebouw „Waakt en
Bidt".
In een openbare vergadering van den
Ned. Chr. Vrouwenbond, afd. Alkmaar,
heeft de heer Baart, theol. cand. te
Alkmaar gisteravond in het gebouw
„Waakt en Bidt" gesproken over
christendom en opvoedkunde
volgens „Künkel",
Nadat de vergadering met gezang en
gebed geopend was, begon de heer Baart
zijn lezing met de opmerking, dat, wan
neer hij bovengenoemd onderwerp zou
bespreken, daarbij een bepaald terrein
afgebakend moest worden.
Het was spr.'s bedoeling op een prin
cipieel verschil tusschen beiden te wij
zen. Immers, het Christendom houdt in
een wereldbeschouwing met betrekking
tot den mensch uit het verleden, van het
heden en van de toekomst. En wanneer
we van dit beginsel uitgaan, dan eerst
kunnen we zien, hoe het Christendom
staat tegen de paedagogiek van Fritz
Künkel. De eerste vraag, die we ons
stellen, is, wat is de mensch in het
Christendom en hoe ziet Künkel den
mensch. In het Christendom is de
mensch de beelddrager Gods en als zoo
danig dienen we ook te leven. God
schiep den mensch met een vrijen wil
en door de zonde, eertijds begaan, is dit
niet meer. De mensch at van de vrucht
des doods en daarom moet hij nu den
dood sterven. Wij zijn onrein van bloed
geworden en zoodoende is de erfzonde
in het leven gekomen. Het leven is ge
worden tot een droeve doodendans en
het beeld Gods bleef ons over, dan'; zij
God's genade. Het leven verwindt den
dood en hierop komt het aan. Wanneer
we ons bewust zijn, dat we een vloek
hebben over ons leven, dan zullen we
dat ook op het terrein van de opvoeding
kunnen constateeren. De opvoeding in
het Christendom is den mensch te lei
den tot de liefde Gods. Dit is de weg des
levens, waarin Jezus Christus ons is
voorgegaan. Eerst, wanneer we hiervan
doordrongen zijn, begrijpen we de waar
achtige christelijke opvoeding.
In het huwelijk komt de man naast de
vrouw en niet als baas over de vrouw.
Dat is waarachtig christelijk en dan zal
men tot de juiste verhouding tot het
leven komen.
De mensch leeft zijn zondig verleden
en zoekt de zelfopvoeding in het heden.
Maar de erfzonde neemt de verantwoor-
maar weinigen de moeite waard achtten aan
den dag te leggen.
Behalve over dit, was er niets waarover hij
had te klagen. Hij verdiende goed geld, ook
door de fooien, die hij zich niet schaamde
aan te nemen, want hij deed veel voor de
menschen, die hij reed, zonder dat dit door
loon werd vergoed. Hij merkte, dat er men
schen waren, die alleen door hun fooien
hem konden toonen, dat ze zijn extra dien
sten waardeerden.
Met het bediedend personeel in huis stond
hij op goeden voet, in het bijzonder met de
dienstertjes, zes meisjes, die, evenals hij zelf,
hun studiekosten verdienden. Zij namen hem
op gemoedelijke wijze in 't ootje; één noem
de hem Hercules, een andere Karei den
Grooten, wegens zijn lengte, een derde weer
Siegfried. Als er 's avonds niets voor hem te
doen was en de meisjes in de eetzaal met
haar werk klaar waren, nam hij ze voor een
tochtje in den auto mee. Aan Honeybun schreef
hij, dat hij door de zuivere lucht, de voeding
en het prettige leven nog nooit te voren fn
zoo'n goede conditie geweest als nu. Honey
bun vormde zijn eenige zorg, maar een zorg
die hem alleen maar nu en dan kwelde.
„Met beide handen aannemen, Jongen!"
was zijn antwoord geweest, toen Tom hem
vertelde, welk voorstel mijnheer Ansley hem
had gedaan. „Met tachtig dollar 's maands
gedurende den heelen zomer, en den kost
vrij. kun je zeker tweehonderd dollar op zij
tegjin.*
(Wordt vervolgd