DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De plechtige bijzetting van de Koningin-Moeder.
Een Koningin en Moeder naar Haar
laatste rustplaats gebracht.
De herdenkingsrede in de Nieuwe Kerk.
P
s
Langs den weg.
De Koningin naar Delft.
Dinsdag 27 Maart 1934
136e Jaargang
Ontroerende momenten.
KWALITEIT
E
TL,
KOORSTRAAT 49-51,
WINT ALTIJD
TEL. 207.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
iranco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven Iranco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telel. 3, redactie 33.
No. 73 |)it nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Het is thans een week geleden, dat Ko
ningin Emma na een kort ziekbed aan Hare
Koninklijke nabestaanden, en daarnaast aan
land en volk ontviel. Groot was de ontroe
ring, die door allen ging, toen zij vernamen,
dat de Koningin-moeder was heengegaan in
de eeuwige stilte.
Allerwege heerschte rouw, uiterlijk en in
nerlijk. En deze nationale bewogenheid bleek
wel overduidelijk bij het défilé, dat in zijn
ontroerende eenvoud zoo treffend was; zij
zou nog duidelijker blijken bij de plechtige
uitvaart, welke vandaag plaats heeft.
De schaduwen van dit oogenblik hebben
zich reeds eenige dagen vooruitgeworpen.
Dat merkte men gisteravond in den Haag.
Daar verzamelde zich toen reeds ontel baren
van allerlei richtingen en gezindten in de
kerkgebouwen, om in een plechtige Ure des
Gedenkens in een godsdienstig samenzijn
aan hun gevoelens van droefheid uiting te
geven.
Dat merkte men aan tal van andere din-
fen. zoowel in den Haag als in Delft, zooals
e lezer opmaken uit het hier naast geplaat-
se verslag van onzen eigen verslaggever.
Vandaag is het de dag van rouw over het
geheele land.
Vandaag zal Koningin Emma haar laat-
sten gang maken
Oranje-zonOranje-rouw,
Nog is het vroeg in den morgen; het och
tendgloren is nauwelijks zichtbaar en reeds
vullen zich de straten van onze residentie
met duizenden en nog eens duizenden, van
heinde en verre samengestroomd, om getuige
te zijn van den laatsten tocht der geliefd"
vorstinne, die leefde in de harten van jong
en oud.
De hemel is helder, en een wazige sluier
voorspelt een zonnigen dag. Inderdaad, de
voorspelling zal uitkomen, want weldra
breekt de zon door, de Oranje-zone die dui
zenden weldadig verkwikt, de Oranje-zon,
breekt de zon door, de Oranje-zon die dai-
die zoo dikwijls luister bijzette aan een Ko
ninklijken feestdag, doch die thans met
Oranje mede rouwt
Iets ondefinieerbaars lag er in de vroege
ochtenduren over 's-Gravenhagede duizen
den, die zich door de straten bewogen, met
als uiterlijk teeken van deelneming in den na-
tionalen rouw strikjes of rosetten van oranje
met zwart dragende.
Men wist het, de plaatsen voor de ramen
en op de tribunes moesten tijdig worden in
genomen. Strenge politiemaatregelen waren
noodig om de orde te handhaven. De binnen
stad lag als het ware gevangen in een gordel
van afzetting, welke als een wijde lus gelegd
was om het centrum. Reeds om 7 uur van
morgen ging de Haagsche politie er toe over.
om den grooten ring te sluiten om de binnen
stad, waarbinnen zich vanaf dat oogenbl-.k
geen verkeer meer mocht begeven. En geleide
lijk en langzaam kwam er teekening in den
oogenschijnlijken chaos; de weg, waarlangs
straks de stoet zal gaan, begon zich reeds te
onderscheiden
Rouw fn 's-Gravenhage.
Het aanzien van de ^tad teekent ook rouw
af door de tallooze vlaggen, welke halfstok
zijn uitgestoken, door de omfloerste lan
taarns, die aanstonds ontstoken zullen wor
den, wanneer de stoet voorbij trekt.
Het zakenleven ligt zoo goed als stil. De
meeste openbare diensten zijn stopgezet. Aan
de departementen en andere rijksgebouwen
en aan provinciale en gemeentelijke diensten
wordt niet gearbeid; winkels en magazijnen
zijn gesloten.
Het statige Voorhout, waarop dezen droe
ven ochtend, de voorjaarsbloemen als tee
ken van jong en nieuw leven uit den grond
opschieten, bood al vroeg een ongekend
schouwtooneel. Langs de fraaie lanen dikten
zich gaandeweg de rijen tot een compacte
menige, welke zich daar langs den weg ge
schaard had, zoo dicht mogelijk bij het pa
leis van de betreurde doode. Maar ondanKS
de aanwezigheid van die duizendkoppige
schare verstomde elk rumoer. Veeleer heersch
te er een aangrijpende, beklemmende stilte,
welke een pijnlijk contrast vormde met de
vreugdetonen, welke anders in datzelfde
Voorhout steeds uit de menigte opschallen
bij gelegenheid van vorstelijke feestdagen, ;n
vroeger jaren onder een dak van glanzende
ïllumineerglaasjes, in lateren tijd in de be-
vlagde lanen.
De massa realiseerde zich zichtbaar dit
contrast.
Thans, op dezen rouwdag, zweeg de me
nigte eerbiedig stil, een devote stilte, welke
slechts verbroken wordt door het gebeier der
klokken, waarmede wijding wordt gege\ _n
aan de droeve plechtigheid, welke zich straks
voltrekken gaat.
Onder den indruk daarvan wachten de dui
zenden.
De militaire troepen komen.
Inmiddels gaan de uren voorbij en wordt
het tegen half tien. De militaire troepen ko
men aanmarcheeren. Zij behooren tot onder
deden van onderscheidene eenheden onzer
weermacht. Een detachement van de brigade
grenadiers en jagers betrekt de eere-wacht
bij bet paleis. Het omfloerste vaandel met
vaandelwacht van de jagers en het muziek
korps van het 5e regiment infanterie
De verdere troepenmacht dient voor de
afzetting van het begin van den te volgen
weg: Voorhout en Kneuterdijk. Het is een
vertegenwoordiging van ons geheele leger,
een groote verscheidenheid van weermacht-
afdeelingen: huzaren, luchtvaartafdeeling,
schoolcompagnie van den motordienst, regi
ment wielrijders veldartillerie, motorartillerie,
corps rijdende artillerie, 'uchtdoelartillerie,
genietroepen, pontonniers, torpedisten. hospi
taalsoldaten. enz., enz.
Maar tevens komen van de richting Denne-
weg aangerukt de detachementen, bestemd
voor het militaire gedeelte van den rouw
stoet.
Inmiddels is de koninklijke familie met de
vorstelijke verwanten van wijlen H. M. de
koningin moeder en de verdere vorsten en
vorstinnen, die voor de begrafenis zijn over
gekomen, in het paleis samengekomen.
De oud-hofprediker, de hoogbejaarde ds
Weiter, zal daar een rouwdienst leiden.
Het uur van vertrek nadert.
Het uur van vertrek nadert meer en meer.
Vooi zoover het Voorhout niet is afgezet,
is het één menschenmenigte. Talrijke depu
taties hebben in de omgeving van het paleis
een plaats gekregen. Daar staan o.m. enkele
honderden burgemeesters uit de verschil
lende plaatsen van ons land, ook zijn er op
gesteld de weeskinderen, verpleegsters, de
leden van het Haagsch comité voor Volks
feesten de leden van de Vereeniging van oud-
Indische generaals en hooge militaire auto
riteiten en voorts verschillende andere corpo
raties. Ook voor de schoolkinderen is een
regeling getroffen. Van e.ke school zijn vijf
kinderen aangewezen, die gezamenlijk bij h.-t
paleis een plaats gekregen hebben.
Tegen half elf wordt in de nabijheid van
het paleis de rouwstoet opgesteld. Deze
wordt geopend door een detachement mare
chaussee te paard met omfloersten standaard
en standaardwacht. Daarachter volgt de ai-
gemeene tro^pencommandant, generaal
majoor van Andel, als bevelhebber in de
eerste militaire afdeeling met zijn staf.
Dadelijk daarop volgt in den stoet de Ko-
ninklijke Militaire Kapel onder leiding van
zijn directeur, kapitein Walther Boer.
Nadat de militair escorte van den rouw
stoet dit gedeelte van het Militair escorte
zich heeft opgesteld, rijdt de rouwstoet van
het Koninklijk Huis voor. Het wordt een
lange stoet door de vele galarijtuigen en hof
koetsen van hoogwaaraigheidsbekleeders
De laatste tocht begint.
De kist van blank eikenhout, op de hoe
ken met zilver gemonteerd, bevattende het
stoffelijk hulsel van de grijze Vorstinne,
wordt uit het Paleis gedragen. Kamerhee-
ren van de Moeder des Vaderlands verrich
ten dit laatste dienstbetoon en plaatsen de
kist in den rouwwagen. Diep ontroerd ont
bloot de overtalrijke schare het hoofd. De
treurmuziek van het muziekcorps van het
5de regiment, onder leiding van zijn kapel
meester v. d. Glas, doet klagende rouw
tonen van Grieg's „Ases Tod" hooren. Het
is de klacht van Peer Gynt om zijn gestor
ven moeder
Rouwwagen en lijkkist dragen het stem
pel van vorstelijke soberheid. De hemel van
den wagen is afgezpt met een zilveren om
lijsting en draagt een zilveren kroon, ter
wijl aan de vier hoeken zwarte struisplui-
men met zilver en franje zijn aangebracht.
De galabok is gedrapeerd met zwart flu
weel, omzoomd met zilveren franje, en
draagt ter weerszijden het Koninklijk wa
pen in zilver. De kist, eveneens gedra
peerd met zwart fluweel, afgezet met
zwartzilveren franje en galons, wordt over
dekt met een zwart fluweelen kleed, dat tot
dicht bij den beganen grond afhangt. Op
het lijkkleed worden de Kroon van de ont
slapen Vorstin, benevens hare ordeteeke-
nen, gehecht op een rood fluweelen kussen,
geplaatst.
De rouwwagen wordt getrokken door acht
met rouwkleeden gedekte paarden, waarvan
zes van den bok bestuurd, terwijl het voor
ste span door een postiljon wordt bereden.
De vier slippen van het rouwkleed worden
gedragen door hooge hofdignitarissenhet
zijn de heeren Jhr. Schimmel penninck, Jucke-
ma van Burmania baron Rengers van War-
menhuizen, Jhr. de Jonge van Zwijnsbergen
en Sixma baron van Heemstra.
De 24 kamerheeren, die het stoffelijk over
schot van Hare Majesteit naar buiten heb
ben gedragen, stellen zich ter weerszijden
van den rouwwagen op. Ter rechterzijde
rijdt de chef van de militaire Huis van
H. M. de Koningin, vice-admiraal Bauduin,
en ter linkerzijde de gouverneur der Residen
tie. luitenant-generaal jhr. Roëll.
Dadelijk achter den rouwwagen stellen
zich te voet de officianten en het personeel
van wijlen H. M. de koningin-moeder op.
Langzaam rijdt de stoet het voorplein af.
Officieren der landmacht van het militaire
huis rijden erachter te paard, twee aan twee,
naar ouderdom van rang. Dan volgen de rij
tuigen.
De stoet vertrekt langzaam.
De bloemen en kransen, welke in de laat
ste dagen in zoo overstelpenden getale bij
de baar van de koningin-moeder waren
neergelegd, worden in bloemenwagens gela-
dei. en aldus volgen ook deze laatste bewij
zen van trouw en aanhankelijkheid uit alle
kringen van haar volk, koningin Emma. De
klaagtonen van de treurmuziek, ten gehoo-
re gebracht door de koninklijke militaire ka
pel, zijn zoo goed als weggestorven; slechts
heel flauw hoort men nog de klanken uit de
verte, als de rouwwagen zich in be
weging zet. Maar reeds klinken weer andere
tonen, nu van het muziekkorps van het
Vijfde regiment. Het is het Waldecksche
volkslied.
De saluutschoten beginnen.
Het is elf uur, als de rouwwagen met zijn
dierbaren last zich in beweging zet. En op
dit moment rolt vanuit de verte het gerom
mel aan van het eerste minuutschot, door een
artillerie-batterij afgegeven. Zoowel in Den
Haag als te Delft staan de vuurmonden op
gesteld, welke hun zware klanken door de
lucht doen galmen, den ganschen tijd door
tot aan het einde der plechtigheid in de oude
Prinsenstad.
Het tweede gedeelte van het militaire
escorte volgt.
Het langzame vertrek van den plechtstati-
gen, in alle vorstelijkheid toch zoo soberen
rouwstoet was een treffend moment, dat nie
mand onberoerd kon laten. Voor de duizen
den, die het bijwoonden, was het een oogen
blik, dat onvergetelijk zal zijn en een waar
devolle herinnering zal vormen voor hun
verdere leven.
Zoo ving de lange tocht naar Delft
aan
Bij het passeeren van den stoet werd over
al langs den bijna tien kilometer langen weg
de menigte zichtbaar aangegrepen door dat
onbeschrijflijke innerlijke gevoel, dat in veler
oog een traan deed opwellen. Zoo ging het
den geheelen weg naar het oude Delft, waai
in de historische grafkelder der Oranje's de
bijzetting van het zid'oos hulsel vanmiddag
zal plaats hebben.
Zon-overgoten ligt daar het Voorhout,
waar het Koninklijk Palcis het beginpunt
zal zijn van Koningin Emma's laatste reis
De droefheid heeft een eerbiedigen stempel
gedrukt op de wachtende menigte. Het is een
statigen va-et-viens van hooge persoonlijkhe
den, uniformen schitteren in de vroege mor
genzon en alles wijst er op, dat het nu niet
lang meer zal duren, of de droeve last zal
uit het groote, stille huis gedragen worden.
Daar binnen de vier muren wordt nu een
plechtig-ontroerend afscheid genomen, een
Kind gaat zijn moeder verlaten
Buiten wordt alles in volmaakte orde in
gereedheid gebracht en het is, alsof we door
de radiostem worden opgenomen en geplaatst
worden temidden van die velen onzer land
genooten, die zich uren wachten getroosten,
om misschien een schim van den plechtigen'
stoet te aanschouwen.
Wanneer dan eindelijk het eerste schot
weerklinkt van de lange reeks schoten, die er
om de minuut van Den Haag naar Delft zul-
Jen weerklinken, dan weten we: het oog en-
blik is daar
De Koninklijke Militaire Muziekstaf zet
het Ases Tod in, eerbiedig worden de hoof
den ontbloot, de rijtuigen komen in bewe
ging. Slechts hoefgetrappel en 'n enkel hin-
nekend geluid is waarneembaar. Over het ge
heel ligt een aangrijpend zwijgen.
Wellicht nooit te voren zag Den Haag een
zoo massale menschenmenigte op hare stra
ten als heden. Een goed en trouw Bewoonster
maakt Haar laatste rit door de Residentie
stad. Ondoenlijk is het de talrijke rijtuigen,
waarin de Koninklijke genoodigden, die ach-
ter de baar zullen aanrijden, te beschrijven.
Langs den geheelen weg staan militairen
opgesteld, om deel te nemen aan dit indruk
wekkende eerbetoon. Over den Kneuterdijk,
Hofweg en Spui gaat de trieste stoet naar het
Kijswijksche plein. Aangekomen op de grens
vfn Den Haag en Rijswijk wordt een oogen
blik halt gehouden om aan de slippendragers
en de kamerheeren, die tot hier toe te voet
den tocht hebben meegemaakt, gelegenheid
te geven in de voor hen bestemde hofrijtui-
gen plaats te nemen. Verder, steeds verder
^rau'aar^s £aa* dan. Als een navranr
symbool hangen de vlaggen halfstok, hoe
gaarne hadden we onze beminde Koninginnc
nog eenige jaren in ons midden gehad.
Een trilling van emotie doorvoert de rus
tige menschenmassa, als daar de baar na
dert, een symphonie van somber zwart en
blinkend zilver.
Daarachter een schier eindelooze bloemen
pracht, een schat van bloemen, te veel om op
te noemen. Slechts voor één krans willen we
een uitzondering maken, het is de krans ge
zonden door Koning Leopold en Koningin
Astrid van België, een krans, die zooveel
droeve herinnering doet opwekken
Het toomeiooze geroffel der tromme's
vormt met het strak rhytmisch gefluit der pij-
pers een statig harmonisch geheel, dat ge
heel past in het kader van deze gebeurtenis
Daarboven uit weergalmt het klokkenspel!
ais wil het ons dwingen den ernst van dit mo
ment te doen beseffen.
Alle luisteraars, zoowel overzee als in ons
land voelen zich één bij het afscheid van
onze Landsvrouwe. De eigenlijk vanzelfspre
kende samenwerking van de vier omroepver
enigingen is hiervan wel een overduidelijk
bewijs. Zoo is het wanneer een volk in zijn
geheel een moeilijken s'ag heeft te dragen
In beklemmend-doodsche stilte gaat de
driedeelige stoet, het militaire gedeelte voor
af, de Koninklijke rijtuigen met in het mid
den de goede Doode en daarachter weer
een militaire afdeeling van land- en zee
macht voorwaarts, elke stap beteekenc een
schrede nader tot den grafkelder te Delft.
Meters breed zijn de onafzienbare rijen
van landgenooten, naast elkaar opgesteld in
een bijna roerlooze houding. \Xxggevaagd
zijn rang en stand, weggewischt is leeftijd
\erschil, nu de Landsmoeder ten grave wordt
gedragen.
Haar naam gaat van mona tot mond, een
eeuwig vaarwel wordt haar toegewensch*
een rustig-klinkend „Rust zacht, lievé
V rouwe staat in ieders hart geschreven
Door het echt-Hollandsche joolderland
tusschen Rijswijk en Delft slingert de
grauwe-zonverlichte asfaltweg zich, de weg
waarop de Koninklijke begrafenisstoet zich
langzaam begeeft naar de kerk, waar straks
een dienst ter Harer Eere zal worden gehou
den. Dit Koninklijk leven is niet voor niets
geleefd. Koningin Emma had zich als levens
spreuk gekozen: „Ik dien".
Eens heeft ze gezegd: „Oranje kan niet
genoeg doen voor Nederland". Laat Neder
land dan nu tenminste éénmaal toonen dat
het dat woord heeft begrepen.
Lang, heel lang nad ,rt de droeve stoet
1 s-Gravenhage hau veriaten en op weg
was naar Delft, vertrok de Koninklijke
familie. Ongeveer half een verliet H.
M. de Koningin het paleis. Zij was ge
heel in het zwart en zwaar gesluierd.
Naast Haar in den koninklijken auto had
de vorst van Waldeck Pyrmont plaats
genomen, terwijl als laatste prinses
Juliana, eveneens in het zwart en zwaar
gesluierd, plaats nam in den auto.
Andere auto's met vorstelijke perso
nen sloten zich bij den vooreten wagen
aan en toen ging het in vrij snel tempo
naar Delft.
Ver voordat de rouwstoet in zicht
was, kwam de Koninklijke familie in
Delft aan, waar Zij den stoet in de kerk
afwachtte
De stoet nadert Delit.
Intusschen is de stoet het oude Delft,
waar een menschenzee heen en weer
wiebelt, genaderd. Vooral op en bij het
marktplein is het een enorme drukte.
Op dat marktplein, op die historische
plek ziet men ge endeputatie6 of vaan
dels. Neen, hier staat de bevolking zon
der onderscheid van rang of stand dicht
opeen gepakt.
Daar nadert de stoet. Weer hebben de
slippendragers en kamerheeren hun rij
tuigen verlaten en zich ter weerszijden
van den rouwwagen opgesteld en schrij
den naast den lijkwagen. Bij hen heeft
zich de burgemeester van Delft ge
voegd, die op de grens van zijn gemeen
te den rouwstcet had afgewacht en
dezen nu naar de kerk zal geleiden.
Treurmuziek van de marinekapel
stijgt op, als de stoet zichtbaar wordt. En
ze blijft klinken, totdat de lijkwagen stil
staat bij de Nieuwe Kerk. Even heerscht
er een volkomen stilte en dan klinkt
zacht het Wilhelmus
Een siddering gaat door de massa, als
de kamerheeren de kist optillen en
haar naar de kerk dragen. Daar staat
H. M. de koningin Wilhelmina
Neen, daar staat een dochter, die Haar
Moeder, Haar eigen moeder, ontvangt.
Voor den laatsten keer.
Langzaam wordt de kist door de 45 M.
lange doorgang en door het dwarsschip
naar het koor gedragen en daar op een
katafalk geplaatst. De Koningin, prinses
Juliana en al de vorstelijke personen
scharen zich rondom de baar. die bedekt
wordt met het kleed, dat ook de kist met
het stoffelijk overschot van Koning Wil
lem III bedekte. En als dan de kroon en
de ordeteekenen van wijlen H. M. op de
kist geplaatst zijn, begint de plechtige
kerkdienst.
De rouwdienst in de Nieuwe Kerk.
Terwijl de kist naar binnen gedragen
wordt, speelt het orgel het Waldecksche
volkslied. Buiten is alle muziek opgehouden.
Het kerkorgel wordt voor deze gelegenheid
bespeeld door den blinden organist W. van
Thienen.
Ontroerend klinkt de muziek door het ge
bouw en dan zingen alle aanwezigen gezang
209 1 en 3.
Wees gegroet, gij eersteling der dagen
Morgen der verrijzenis
Bij wiens licht de macht der hel verslagen
En de dood vernietigd is.
enz.
en vers 3
In uw hoede zijn we wel geborgen
En schoon eerlang het oog ons breek
Open gaat het Op den grooten morgen
Na deez' aardsche lijdensweek.
Plechtig klinken deze woorden uit den ver
volgbundel, begeleid door het kerkorgel en
drie bazuinen, door de groote ruimte.
Dan betreedt prof dr. H. Th. Obbink het
preekgestoelte en de hofprediker houdt de
volgende herdenkingsrede:
Het moge niemand verwonderen dat wij
hier, staande aan den ingang van een graf
kelder, zijn begonnen met een Paaschlied op
de lippen en het lezen van het Paaschevan-
gelie dat ons spreekt van overwinning van
den dood door het leven. Immers hier bij de
lijkbaar van ons aller Koninklijke Moeder,
der Vorstin die zoo wonderlijk bemind was
door hef Nederlandsche Volk, mogen wij niet
enkel ons hoofd in droefheid buigen of treu
ren om den zwaren slag die ons geliefd
Vorstenhuis en ons Vaderland heeft getrof
fen, maar moeten wij ook roemen in de won
derlijke liefde Gods die den dood zijn scher-