sfeuiUeton Veilige havens ALKHAARSCHE COURANT Indrukken uit Den Haag en Delft t Een oud stadje vol zwarte tribunes. #ooooeo JiadiopcoQcamma A I k A A D|NSDA^rMAARn934 Van onzen eigen redacteur Bewakingsdienst. vo?!" ^?ag bi5dt niet direct den aanblik en hr? We stad- Er is leven en vertier halktnw! V aggen vniwel hu'S aan huis halfstok hangen, geeft dit eer een feesteliiken dan een treurigen aanblik. Wij, Hollanders, ziin nu eenmaal gewend, dat het rood-wit- hilw 1ee1n ui,ting van feestbetoon is en het naiistok hijschen van deze feestkleuren kan niet een indruk van droefheid wekken. In Bel gië, bij den dood van Koning Albert, domi- neerde de zwarte wimpel en het rouwcrêpe, dat in breede banen langs het vlaggedoek hing. Het doet eenigszins wonderlijk aan, dat men in de residentie dat voorbeeld blijk baar nergens gevolgd heeft. Er komen dezer dagen heel wat vorstelijke personen naar Den Haag en het is begrijpe- lijk dat men van de zijde der recherche meer dan ooit het oog houdt op bezoekers die blijk geven in de stad niet thuis te behooren Hoewel schrijver dezes niet van het Dimi- trof-type is blijkt het feit, dat hij bij het sta tion en op den hoek van een zijstraat d**n weg gevraagd heeft, voldoende om hem een metgezel te bezorgen. Het is een mijnheer met gele handschoenen, die zóó zijn best doet om den schijn te wekken, dat hij niets met mij te maken heeft, dat zijn eenigszins hinderlij ke tegenwoordigheid mij onmiddellijk opvalt. Als ik voor een winkel sta en de etalage be kijk staat hij naast me, als ik doorloop, gaat hij weer mee. Tal van groote magazijnen hebben het portret of de buste van H.M. de Koningin moeder in hun etalages gezet. Zwart krip of levende bloemen maken een passende om lijsting en voornamelijk de bloemenmagazij nen hebben hun best gedaan iets bijzonder moois te presenteeren. Bloemen. Dicht bij het Korte Voorhout en in die straat zelf hebben deze magazijnen prachtige kransen van vreemde vorstenhuizen en groote nationale Iichamén geëtaleerd. Het zijn reusachtige kransen, elk op zich zelf een kunststuk van smaak en techniek, met orchideeën, aronskelken, seringen, paar- sche en witte, in schitterende kleurcombina ties samengevoegd en daarover heen zijn de breede linten gelegd waarvan de opschriften telkens weer de voorbijgangers tot bewonde rende uitroepen brengen: Gomez, president van Venuzuela, L'empereur et 1'emperatrice de Japan, de president van China, Z.K.H. de Soesoehoenan van Soerakarta, de Raad van ministers, het Indische leger, de Staatsmij nen. Wat zij allen de overleden vorstin aan bloemen boden, ligt hier tentoongesteld en men verdringt zich voor de ramen om dat Atll.es te kunnen bewonderen. Als ik uitgekeken ben is mijn zwijgende metgezel het ook en zijn vertrek is nu zoo op vallend gelijk met het mijne, dat hij blijkbaar meent eenig excuus te moeten maken.Hij loopt druk pratend naast mij. Hij heeft gezien dat ik den weg vroeg, hij verwachtte dat ik naar het paleis wilde, hij kent kip noch kraai in Den Haag, maar wilde ook graag naar het paleis, waarom hij me maar gevolgd is. Als ik hem op het Korte Voorhout naar hotel Paulez vraag, loopt hij onmiddellijk in den val. Hij wijst mij eerst het hotel aan en komt eerst daarna op de gedachte, dat hij in Den Haag zoogenaamd onbekend is. Hij weet dat Paulez het Haagsche hoofdkwartier van de journalisten herbergt, is blijkbaar over mijn verblijf in de residentie gerustge steld en verdwijnt na een sierlijken zwaai met zijn hoed op even onverklaarbare wijze als hij in mijn gezelschap is gekomen. Op het Voorhout. Voor het paleis op het Voorhout is een groote ruimte vrijgehouden. De menigte staat zwijgend in breede rijen langs deze afzetting en staart naar het groote donkere gebouw met het vergulde balcon en de wit geblin deerde ramen. Er is niets te zien dan de 58) door BASEL KING. (Uit het Engelsch). Toen het tijd werd om naar de kleedhokjes van de zwemgelegenheid terug te keeren, hoorde hij over het water een lang aange houden „AhoyDichter bij den oever en eenigszins op zij van hem was een zwem mer die naar hem toe kwam. Tom beant woordde den roep op dezelfde wijze en zwom ie de richting van den hem onbekende mis schien wel een anderen chauffeur. Maar aelfs al was het een logeergast, hij was door het sans-gene van de sport gedekt. De onbekende zwemmer had de zon ach ter zich Tom daarentegen vlak in zijn ge- SbTïïod* gelaatstrekken het «mt onderkend konden worden Een krachtig stem riep op verbaasden toon. Wel, Tad. Wat doe jij hier in New Hamshrre. Tom lachte. „Heelemaal geen Tad. Ik ben ^°De andere kwam naderbij. Heet u Tom? ojneern me dat. niet kwalijk. Ik rag voor niet te zijn!» lacht. Tom *^Naast elkaar komende en met het gezicht naar elkaar toegekeerd, zwommen zij oever Hoewel spreken niet gemakkelijk JS zag de eene toef kans een,ge vragen te Sm Ie andere die t, hcan,»«o,den. U lijkt op mijn zoon. Hoe neet u. er een lichtglans in 's mans oogen," hun helmen en zoo nu en sfont Tn !e even binnen de afzetting dip deputaties met bloemen aanbrengt nen gesloten paleisdeuren verdwij- peWH0dLPaulcz wor,dt den journalisten uit- fpirar u XP01 den begrafenisdag een te madn^H? ,Haag €n hebbe:1 zL? in™ aan aI telbare kaarten is Fen 'I* verb°uding tot de aanvrage. ke?k^ ïaca,rtuVe°0r de gebeurtenissen in de slechts voor enkele bevoorrechten „v" couranten zullen moeten samenwer ken om een vertegenwoordiger toegang te ^ne" verschaffen. Als vertegenwoordiger ya eeP twintigtal provinciale dagbladen zal InfrL »I €^c?etaris van de Lokale Pers ptreden Mij blijft de keus tusschen den bui- Sl 'a ^aag of E*1*1 e11 ik k>es het laatste omdat De.ft op den dag der begrafe nis meer nog dan Den Haag in het teeken der algemeene belangstelling zal staan In Delft. In Delft is in geen enkel hotel meer logies te verkrijgen. Schrijver dezes krijgt door be middeling van Hotel Centraal een studenten kamer in een der buitenwijken en prijst zich gelukkig, dat hij althans onder dak is. Het is buitengewoon druk in Delft, er worct gehamerd en geklopt en er verrijzen bij de hoeken van alle straten breede houten hek ken die het verkeer afsluiten. Wie naar de Markt wil moet maar zien dat hij er komt Heel Delft is één groote dwaaltuin, waarbij de wandelaar telkens doodloopt. Er staan wel eens puzzles in de courant van een ko nijntje, dat opgesloten is in een dwaalhof van gangen en de abonné's moeten dan uit zoeken langs welken weg het diertje tenslotte in zijn hol moet belanden. Delft is een puzzle en de niet-Delftenaar wandelt met de menig te mee en ziet telkens weer een kerktoren zon der dat hij er bij kan komen. Langs den geheelen weg, alen de stoet zal volgen hebben de bewoners tribunes voor hun huizen getimmerd, die met rouwfloers behangen worden. Eindeloos rijen die tribu nes zich aan elkaar en boven allen is een pla- kaat aangebracht: „Plaatsen te huur". Op de Groote Markt, waar ook ik ten slotte toch nog te land komt, zijn de huizen met breede hekken van het middenplein gescheiden. Hon derden kilo's zwarte verf worden hier over ruw timmerhout gestreken, honderden meters rouwdoek worden uitgespannen en voor elk huis rijst een tribune op of heeft men achter de breede etalageramen een stellage binnens huis getimmerd. Hier en daar wordt lat- en plankwerk op de daken vastgemaakt en wie al die voorbereidingen ziet begrijpt wel, dat het morgen, op den dag der begrafenis eivol zal worden. Enorme drukte. Het is nu al druk eigenlijk gezellig druk in de oude studentenstad Langs de einde- looze grachtjes met haar hoog oploopende steenen brugjes krioelt het van belangstellen den, de café's zitten eivol en mannen en vrou wen houden de voorbijgangers aan en bieden zit- en staanplaatsen te koop. Er gaan vage geruchten, dat men voor een kamer honderd tot honderd-vijftig gulden vraagt, voor zi'- plaatsen van vijf gulden tot een tientje Wij, journalisten, wellicht de eenige gelukkigen, die niet in den nacht al een staanplaatsje moeten zoeken of veroordeeld zijn op den bt grafenisdag uren en uren lang op dezelfde plaats te moeten blijven, wij kunnen rustig al die aanbiedingen afslaan. Er is voor ons gezorgd. Er is in een open bare school vlak bij het marktplein een rusti ge werkgelegenheid gearrangeerd met tal van schrijfmachines, een post- en telegraafkan toor en niet minder dan veertig telefooncel len. Studenten en leden van het Nationaal Jongerenverbond zijn hier onze gastheeren en wanneer de stroom van journalisten hier te groot zou worden kunnen wij rustig in het stadhuis werken waar eveneens een post- en „Waar woont u?" „In Boston." „Altijd daar gewoond?" „Neen, alleen de laatste drie jaren." Waar woonde u dan vroeger?" ,',Een tijde in New York." ,Waar bent u geboren?" „In The Bronx." „Hoe heette uw vader? „Theodoor Whitelaw." Weer eventjes die lichtglans in de oogen. „Hoe kwam hij aan dien voornaam?' „Dat weet ik niet. Zoo maar een^naam. Ik denk dat zijn moeder hem die gaf. Er zijn vele Theodoor Whitelaws. Ik heb er "wel drie ontmoet. Net zoo'n algemeene naam als Colin Campell en Howard Smith. Wat was uw vader?" „Heb ik nooit gehoord' hij stierf toen ik nog een klein kind was." Tom voelde, dat hij nu ook wel het recht had iets te vragen. „Maar waarom wilt u dat eigenlijk weten. De andere scheen op zijn hoede te zijn. „O, zoo maar. Ik werd alleen maar getrof fen door uw gelijkenis met met mijn zoon." De omzwenkende beweging, die hen van elkaar verwijderde geschiedde even licht als het van koers veranderen van een schip door zijn roer. Tom bleef in het water totdat hij zag, dat de onbekende heer, na zich aange kleed te hebben, wegging. Dien namiddag moest hij mijnheer Ansley en den hem onbekenden gast naar Keene te rugrijden. Toen de heeren uit het hotel kwa men, deed Tom, zijn hand aan zijn pet brengende, het portier open. De onbekende keek hem eventjes, maar scherp aan. „O, is dit je betrekking!" ,Ja mijnheer. Die heb ik aan mijnheer Ansley te danken." ,Hij is een protégé van Guy, telegraafkantoortje is gevestigd. Tot kort voor de aankomst van den stoet kunnen wij ons vrij door alle afgezette ter reinen bewegen en wanneer de stoet het front van de Nieuwe kerk bereikt is er een speciale journalistentribune, die ons 'n schit terend uitzicht zal bieden. Hoog en forsch rijst de prachtige toren van het kerkgebouw op één na de hoogs'e in Nederland op het Marktplein omhoog Op verzoek van H.M. de Koningin, die zich hedenmorgen nog persoonlijk van den stand der werkzaamheden kwam overtuigen wordt het front boven de breede deuren niét met zwartdoek maar met een muiskleurige stot behangen. Het is een kleur die warm aan doet. Mannen op hooge ladders leggen het doek in fraaie, gelijke plooien. Daaronder brengen vrachtauto's onophoudelijk bloemen en kransen aan. Zoo nu en dan rijdt een auto voor en ik herken o.a. jhr. van Karnebeek, den commissaris der Koningin, die met twee oude dames achter de zware muiskleurige gordijnen verdwijnt. In de Nieuwe Kerk. In de trouwzaal van het stadhuis heeft de burgemeester van Delft, mr. van Baren om 8 uur de vertegenwoordigers van de pers ontvangen. Hij heeft ons een uitvoerige beschrijving gegeven van alles wat er in zijn gemeente en voornamelijk in de kerk zal gebeuren, hoe H.M. met haar gevolg daar zal aankomen, hoe de stoet zich daar zal opstellen, hoe de dienst geleid wordt en weike ceremoniën er verricht worden als de zware kist in de grafkelder wordt gebracht. Hij vertelt hoe de kist op een wagentje wordt geplaatst, hoe de minister van justitie die kist zal ver zegelen en waar H.M. de koningin, de prinses en de naaste bloedverwanten van de over leden vorstin van haar stoffelijk overschot afscheid zullen nemen. Hij beschrijft tevens tot in details hoe het vertrek van vorstelijke personen en autoriteiten geregeld is en hij kent dit uitgebreide programma van cere moniën, waarvan :n geen enkel opzicht mag worden afgeweken, op zijn duimpje. Alles is tot in de kleinste bijzonderheden geregeld en één enkele fout kan de grootste storing te weeg brengen. Dan gaan wij in optocht over de donkere maar eivolle marktplaats naar het kerkge bouw. De burgemeester is commissaris van de kerk en kon.nklijk commissaris van den grafkelder. De eerste zal hij ons toonen, de laatste moet onherroepelijk gesloten blijven. Trouwens, ons gezelschap is te groot voor een expeditie in deze duistere gewelven. De burgemeester laai zijn hoed zien, die overal bulten en plekken vertoont. Hij is vanmiddag in den grafkelder geweest en deze is op sommige plekken zoo laag, dat men er niet meer rechtopgaand in kan loopen. Bij de kerkdeuren worden onze perskaar ten, geteekend door den Haagschen hoofd commissaris, streng gecontroleerd. Links en rechts dringt het volk mede op en het gevaar is niet denkbeeldig, dat een kwaadwillige bij dezen donkeren intocht zou meeloopen en zich in de kerk zou verbergen. Dadelijk na het binnentreden staan wij voor een breeden met loopers belegden gang, die recht op het mausoleum van Willem I uitloopt. Het is een gang van muisgrijze pilaren met wit linnen zolder- en zijbespan ning en wie deze rustige en voorname door gang ziet komt niet op de gedachte, dat zich hier eenige dagen geleden nog slechts ruw hout er. steigerwerk vertoonde. Al dat hout, al dat bouwmateriaal is weggewerkt en er is een in alle opzichten koninklijken doorgang verkregen. Te linker en rechterzijde zijn de kransen en bloemstukken van vorstelijke personen en groote officieele lichamen opgehangen. Er zijn reusachtige kransen van president von Hindenburg, van de Duitsche regeering, de Zwitsersche regeering, het corps diploma- tique., de president van Turkije, de regeering van Denemarken, RK. vrouwen uit het bis dom Haarlem, ouddiofdames, het Cour Per manente de Justice internationale, de gou verneur-generaal van Ned.-Indië. de gouver neur van Suriname, de sultan van Djocjo- carta, de commissarissen der koningin, de sultan van Pontianak en nog tallooze andere, te veel om ze alle te noemen. Aan het einde van dezen gang, die met vouwdeuren kan worden afgesloten, in het middenschip waar de preekstoel een vol ledige draadlooze installatie heeft gekregen, zijn de zetels van de vorstelijke personen en de hofdignitarissen. Daartegenover neemt Maar in den Pullmanwagen, waar Tom het valies van den onbekenden heer had ge bracht, was hij nog een paar minuten met hem alleen. Het spoorwegrijtuig was zoo goed als leeg; eerst over vijf minuten zou de trein vertrekken. Het was een groote man, even kaasrecht en soepel in zijn bewegingen als Tom zelf, maar wat zwaarder gebouwd. „Hoe oud ben je?" „Zeventien jaar." Een schaduw gleed over zijn gezicht ,Tad is ook zeventien. Dat is een afdoend Zonder te zeggen wat door deze overeen komst in leeftijd afdoend bleek te zijn, ver volgde hij zijn korte, recht op het doel af gaande vragen. „Wat ga je doen als de zomer voorbij is?" „Dan ga ik naar Boston terug om de hoogste klasse van 't gymnasium te door- loopen." „En dan?" „Naar Harvard." „Verdien je je eigen studiekosten?" „Gedeeltelijk mijnheer." „Vrienden, die helpen. „Ja, mijnheer." Het vragen eindigde. Er kwam een pein zende trek op het gezicht, dat zelfs een jongen als Tom kon zien, dat was van een man met een sterken wil, een man, die vree- seiijk leed had doorstaan. Toen zijn oogen naar den vloer waren gericht, trok het Tom's aandacht, dat hij borstelige vooruit stekende, rechte wenkbrauwen had, die merkwaardig op zijn eigen wenkbrauwen ge- l&kcn Het was alsof hij met beslistheid en met 'n g? voel van ontspanning een bepaalde gedachte van zich afzette. Maar tegelijk stak hij zijn hand uit. „Goeden dag." Woensdag 28 Maart. HILVERSUM, 1875 M. (VARA- uitz.) 8.— Gr.pl. 9.30 „Onze keu ken", door P. J. Kers 10.Mor genwijding VPRO. 10.15 Voor Arb. in de Continubedr.: De Noten krakers olv. D. Wins. 11.RVU. Causerie mevr. E. J. v. Waveren Resink. 11.30 Zang bij de luit door G. Dumont. 12.Klein-VARA- Ensemble olv. F. Bakels. 1.De Flierefluiters olv. J. v. d. Horst. 2.Gr.pl. 2.15 Knipcursus. 3. Voor de kinderen. 5.30 Gr.pl. 6.30 RVU. Prof. mr. A. G Josephus Jita: De corporatieve staatsgedach- te in Nederland en in 't buitenland. 7.— Sportuitz. 7.20 Gr.pl. 7.30 E. Charmon, bariton en C Steyn, or- fel en piano 7.50 Gr pl. 8.Herh. OS-ber Vaz Dias, VARA-Varia. 8.15 De Flierefluiters olv. J. v. d. Horst. 8.45 „De iacht in den nacht", van F. van Duin, mmv. het VARA-tooneel olv. W. van Cappel- len. 9.30 VARA-orkest olv. H. de Groot, mmv. Louise Wijngarden, viool. 10.30 Vaz Dias, gr.pl. 1045 Joh. Jong, orgel. J. Hagenaar, xy- lophoon en R. Bennink, s.agwerk. 11.„De Notenkrakers" o.l.v. D. Wins. 11.30-12.- Gr.pl. HUIZEN, 301 M. (NCRV-uitz 8.Schriftlezingen meditatie 8.15 9.30 Gr.pl. 10.30 Morgendienst olv. ds. H. v. d. Elskamp. 11. Piano-recital mej. T. Thiel.è 12.15 Gr.pl. 12.30 Kwintetconcert olv. P. v. d. Hurk. 1.15 Gr.pl. 1.45 Ver volg concert. 2.30 Voor jeugdige postzegelverzamelaars. 3.Zang voordracht door Joh. de Geus, so praan. Aan den vleugel: R Beute 4.Orgelconcert S. P. Visser. 5. Kinderuur. 6.Landbouwhalfuur. 6.30 Gr.pl. 7.Ned. Chr. Pers bureau. 7.15 Gr.pl. 7.30 Litemire causerie 8.Gr.pl. 815 Arnhem- sche orkestver. o.l v. J. Spaander man. 9.Ouderuurtje door A. J. Drewes. 9.30 Verv. concert. 10.15 Vaz Dias. 10.25—11 30 Grpl. DAVENTRY, 1500 M. 10.20 Schriftlezing. 10.35 Morgenwij ding. 10.50 Tijdsein, ber. 11.05 Lezing. 12.20 Orgelspel Q. Mac- Lean. 1.05 Western-Studio-orkest olv. F. Thomas mmv. E. Grove Morgan, alt. 2.20 Ch. Manning en zijn orkest. 3.20 Piano-recital E. Lush. 3.35 Sted. orkest Bourne- mouth olv. Sir Dan Godfrey mmv J. Sterling, piano. 5.05 Gr.pl. 5.35 Kinderuur. 6 20 Ber. 6.50 Beetho ven's strijkkwartetten 7.10, 7 25 en 7.50 Lezingen. 8.20 Delius-coneert, sopraan, viool, cello en piano. 9.20 Ber. 9.40 BBC-orkest olv. E. Bain- ton. 1035 Lezing. 10.50 Voordr. 10.5512.20 't Casani-Club Dans- orkest olv. Charlie Kunz. PARIJS (RADIO-PARIS), 1796 M. 7 20 en 8.20 Gr.pl. 12.35 Orkest- concert olv. Goldy. 7 40 Gr.pl. 9.05 Concert door de Assoc. des Concerts Lamoureux olv. J. Morel. KALUNDBORG, 1261 M. 11.20 1.20 Concert uit het Bellevue- Strandhotel. 2.054.05 Omroep orkest olv. L. Gröndahl. 7 50 Om roeporkest olv. Launy Gröndahl. 9 25 Louis Glass Concert, solisten en strijkkwartet. 10.2511.35 Dansmuziek uit rest. „Ritz" o.l.v. Otto Lington. LANGENBERG, 456 M. 5.25, 6.30 en 10.50 Gr.pl. 11.20 Concert olv. Wagner. 12 20 Blaasconcert olv. Bause. 1.20 Gr.pl. 3.20 Blaas concert olv. Noack. 4.35 Werag- trio en sopraan. 7.50 Weragorkest olv. Eysoldt. ROME, 421 M. 8.05 Literair- muzikaal programma. 9 20 Popu lair concert. BRUSSEL. 322 en 484 M. 322 M 12 20 Dansmuziek. 1.30 Orkestcon cert olv. Felleman. 5.20 Pianoreci tal Ph. de Clerck. 5 50 Gr.pl. 6.50 Kwartetconcert. 820 „Dreigro- schenoper", van K. Weill, mmv. het Omroeporkest olv. André en solis ten. 10.3011.20 Dansmuziek. 484 M.; 12.20 Concert olv. Felleman. 1.30 Dansmuziek. 6 35 Gr.pl. 6 40 Herdenkingsconcert. 7.40 Gr.pl. 8.20 Omroepsymphonie-orkest olv. Meulemans 10.3011.20 Concert o.l.v. Alexys. DEUTSCHI.ANDSENDER. 1571 M. 7.30 Rijkszending „Unsere Saar". 7.50 Alte Heimat unter fremden Himmeln, gevarieerd pro gramma. 9.20 Ber. 9.50 Kwartiertje Radio-techniek. 10.05 Weerbericht 10.2011.20 Concert uit München o.l.v. KIoss. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. 1: Hilversum. 2: Huizen 3: Lond. Reg. 1035 Warschau 16.4024 4: Langenberg 1035 Lijn Lijn Lijn 16.40, Lijn 17.35, Budapest 17.35 het corps diplomatique plaats, commissies uit de Eerste en Tweede Kamer, leden van den Raad van State enz. In het midden van de kerk is het plankier weggenomen, waaronder de reusachtige zerk schuilt, die den ingang van den graf kelder afsluit. Ook deze zerk is verwijderd en men ziet nu een breede trap van rose baksteenen. waarvan de zijkanten eenige nissen bevatten. Veertien treden telt de trap en dan begint de eigenlijke grafkelder, die door grijze gor dijntjes is afgesloten. De kelder is wel laag, maar zeer uitgestrekt en loopt tot ver on<l r het mausoleum van Willem I door. Te midden van de zwart-marmeren figuren ligt de beeltenis van den Vader des Vaderlands uit wit marmer gehouwen in het groote mo nument. Daarachter zijn nog eenige marme ren monumenten, o.a. van Willem, George, Frederik, Prins van Oranje, overleden te Padna in 1799. Voor de journalisten die den kerkdienst bijwonen is achter het monument in de consistoriekamer maar niet tijdens den dienst zelf een rustig werkvertrek ge maakt. De catechisatiekamer is met stoelen uit de raadszaal, met kleeden en palmen in een wachtkamer voor H.M. de koningin her schapen als zij behoefte aan rust gevoelt vóórdat de groote stoet zal arriveeren. De geheele kerk geeft ondanks den bloe- mentooi een indruk van rust en vrede. Het is alles uiterst eenvoudig, maar ook uiterst „Goeden dag, mijnheer." Het waren niet de vragen geweest, die hem waren gedaan, nog het belang, dat in hem was gesteld, maar wel de manier van vaarwel zeggen, die hem zoo'n innig gevoel van warmte in zijn hart gaf, toen hij naar zijn auto en mijnheer Ansley terugkeerde. HOOFDSTUK XXIX. Het was dien avond al laat, voordat Tom gelegenheid had juffrouw Padley, die de chef was van hetgeen men in de hotelclub „het kantoor" noemde, naar den naam te vra gen van den logé, die hem zoo op den man af had ondervraagd. Juffrouw Padley was een meisje met sproeten en rood haar; ook zij verdiende zelf haar studiekosten. Toen Tom zijn vraag stelde, leek zij, niet dadelijk begrijpende, vaag naar hem op. „O, den naam van den heer, die vanmid dag vertrok?" Ze riep Ella, een van de an dere meisjes. „Hoe heette hij ook weer? Ik ben 't vergeten." Ella kwam aangeslenterd. „Wien bedoel je eigenlijk?" Tom's vraag werd herhaald. „O, dat is de bekende groote bankier Henry T. Whitelaw compagnon van Meek en Brokenshire. Men zegt, dat hij met nog een paar andere bankiers, door geld meer te be schikking te stellen, den oorlog zou kunnen laten eindigen. Ik beloof er iets van De oor log heeft al te ver om zich heen gegrepen. Die mijnheer was de vader van den baby van whitelaw, waar zooveel om te doen is geweest" Juffrouw Padley keek op, haar wang rus tend op haar hand. „Je meent 't toch niet? Allemachtig! Als ik dat had geweten, zou ik hem wat nauwkeuriger hebben ocg c-nen Zij wendde haar vermoeide, groenachtige smaakvol gearrangeerd. De plechtigheid welke hier plaats vindt nadat de kist met de kroon op de katafalk zal zijn geplaatst moet den toeschouwers onvergetelijk blijven. De drukte in de avonduren. Buiten de kerk verdringt zich nog een dichte menschenmassa. Als muizen in den val loopen groote groepen wandelaars van de eene straat naar de andere om overal op gesloten hekken te stuiten. Er is slechts één mogelijkheid daar voorbij te komen: Men moet er overheen klimmen. Oud en jong gaat er ten slotte toe over en wanneer een al te stuntelig moedertje zich aan deze openluchtgymnastiek waagt, zijn sterke, bereidwillige handen gereed, haar over het hekwerk heen te tillen. Het is iaat maar het is nog druk op straat en het ziet er naar uit, dat het druk zal blijven. Want alleen zij, die in den nacht reeds de plaatsen bezetten, hebben kans den geheelen stoet ongestoord te kunnen bekijken. Zij zullen meer dan anderen zien, maar zij zullen hun nachtrust'offeren met het voor uitzicht den voegenden dag tot diep in den namiddag op hun plaatsen te moeten blijven. De eerste hulpdienst is paraat. In een ge bouw, waaraan de Roode Kruis-vlag wap pert. worden talrijke draagbaren binnen gebracht. Zij zullen bij de meer dan hon derdduizend belangstellenden, die elkaar morgen achter de hekken verdringen, onge twijfeld goede diensten bewijzen. oogen naar Tom. „Jij heet ook Whitelaw, nietwaar?" Hij lachte zenuwachtig. „Ja, dat wel, maar evenmin als die kamenier, die Schakespearre heette, familie was van den beroemden too- neelspeler van dien naam, evenmin behoor ik tot die bankierstak van de Whitelaw's." Ella riep, als iemand, die een ontdekking doet, ut: „Maar Siegfried, je ziet er toch heusch wel naar ut. Vindt je ook niet, Blanche? Kijk eens naar zijn wenkbrauwen precies als die van den bankier." „O, daar heb ik al dikwijls genoeg naar gekeken," antwoordde juffrouw Padley op vermoeiden toon. „Hij draagt ziin knevel bo ven zijn oogen. Ik ga naar bed. Geeuwend sloot zi; haar administratieboek deed een lade op slót. en stond op. Maar Ella, een zwartharig klein ding, keek Tom met haar levendige, zwarte oogen aan. „Je lijkt heusch op hem. Als ik jou was, liet ik mijn aanspraken gelden. Je weet, dat ik nog vrij ben; ik heb je altijd bewonderd. Bedenk eens hoe romantisch 't zou zijn dat de baby van Whitelaw een arm, maar eerlijk voor haar broodje werkend meisje als zijn vrouw naar 't altaar leidde." Tom deed net alsof hij Ella's voor den gekhouderij niet hoorde en verdween naar de garage. Het was zonderling hoe die baby van Whitelaw hem steeds vervolgde. Honey- bun! Ella en de eigen vader van den baby van Whitelaw. Maar de vervolging eindigde. Den volgen den morgen waren zoowel juffrouw Padley als Ella haar grapje vergeten. Ook de lang'e man, die hem al drie vragen had gesteld, kwam niet meer terug en de rest van den zo mer ging kalm voorbij. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 5