sfeuiUeton
Veilige havens
ALKHAARSCHE COURANT
Indrukken uit Den Haag en Delft
t
Een oud stadje vol zwarte tribunes.
#ooooeo JiadiopcoQcamma
A I k A A D|NSDA^rMAARn934
Van onzen eigen redacteur
Bewakingsdienst.
vo?!" ^?ag bi5dt niet direct den aanblik
en hr? We stad- Er is leven en vertier
halktnw! V aggen vniwel hu'S aan huis
halfstok hangen, geeft dit eer een feesteliiken
dan een treurigen aanblik. Wij, Hollanders,
ziin nu eenmaal gewend, dat het rood-wit-
hilw 1ee1n ui,ting van feestbetoon is en het
naiistok hijschen van deze feestkleuren kan
niet een indruk van droefheid wekken. In Bel
gië, bij den dood van Koning Albert, domi-
neerde de zwarte wimpel en het rouwcrêpe,
dat in breede banen langs het vlaggedoek
hing. Het doet eenigszins wonderlijk aan,
dat men in de residentie dat voorbeeld blijk
baar nergens gevolgd heeft.
Er komen dezer dagen heel wat vorstelijke
personen naar Den Haag en het is begrijpe-
lijk dat men van de zijde der recherche meer
dan ooit het oog houdt op bezoekers die blijk
geven in de stad niet thuis te behooren
Hoewel schrijver dezes niet van het Dimi-
trof-type is blijkt het feit, dat hij bij het sta
tion en op den hoek van een zijstraat d**n
weg gevraagd heeft, voldoende om hem een
metgezel te bezorgen. Het is een mijnheer
met gele handschoenen, die zóó zijn best doet
om den schijn te wekken, dat hij niets met mij
te maken heeft, dat zijn eenigszins hinderlij
ke tegenwoordigheid mij onmiddellijk opvalt.
Als ik voor een winkel sta en de etalage be
kijk staat hij naast me, als ik doorloop, gaat
hij weer mee.
Tal van groote magazijnen hebben het
portret of de buste van H.M. de Koningin
moeder in hun etalages gezet. Zwart krip of
levende bloemen maken een passende om
lijsting en voornamelijk de bloemenmagazij
nen hebben hun best gedaan iets bijzonder
moois te presenteeren.
Bloemen.
Dicht bij het Korte Voorhout en in die
straat zelf hebben deze magazijnen prachtige
kransen van vreemde vorstenhuizen en groote
nationale Iichamén geëtaleerd.
Het zijn reusachtige kransen, elk op zich
zelf een kunststuk van smaak en techniek,
met orchideeën, aronskelken, seringen, paar-
sche en witte, in schitterende kleurcombina
ties samengevoegd en daarover heen zijn de
breede linten gelegd waarvan de opschriften
telkens weer de voorbijgangers tot bewonde
rende uitroepen brengen: Gomez, president
van Venuzuela, L'empereur et 1'emperatrice
de Japan, de president van China, Z.K.H. de
Soesoehoenan van Soerakarta, de Raad van
ministers, het Indische leger, de Staatsmij
nen. Wat zij allen de overleden vorstin aan
bloemen boden, ligt hier tentoongesteld en
men verdringt zich voor de ramen om dat
Atll.es te kunnen bewonderen.
Als ik uitgekeken ben is mijn zwijgende
metgezel het ook en zijn vertrek is nu zoo op
vallend gelijk met het mijne, dat hij blijkbaar
meent eenig excuus te moeten maken.Hij loopt
druk pratend naast mij. Hij heeft gezien dat
ik den weg vroeg, hij verwachtte dat ik naar
het paleis wilde, hij kent kip noch kraai in
Den Haag, maar wilde ook graag naar het
paleis, waarom hij me maar gevolgd is.
Als ik hem op het Korte Voorhout naar
hotel Paulez vraag, loopt hij onmiddellijk in
den val. Hij wijst mij eerst het hotel aan en
komt eerst daarna op de gedachte, dat hij in
Den Haag zoogenaamd onbekend is. Hij
weet dat Paulez het Haagsche hoofdkwartier
van de journalisten herbergt, is blijkbaar
over mijn verblijf in de residentie gerustge
steld en verdwijnt na een sierlijken zwaai met
zijn hoed op even onverklaarbare wijze als
hij in mijn gezelschap is gekomen.
Op het Voorhout.
Voor het paleis op het Voorhout is een
groote ruimte vrijgehouden. De menigte staat
zwijgend in breede rijen langs deze afzetting
en staart naar het groote donkere gebouw
met het vergulde balcon en de wit geblin
deerde ramen. Er is niets te zien dan de
58)
door BASEL KING.
(Uit het Engelsch).
Toen het tijd werd om naar de kleedhokjes
van de zwemgelegenheid terug te keeren,
hoorde hij over het water een lang aange
houden „AhoyDichter bij den oever en
eenigszins op zij van hem was een zwem
mer die naar hem toe kwam. Tom beant
woordde den roep op dezelfde wijze en zwom
ie de richting van den hem onbekende mis
schien wel een anderen chauffeur. Maar
aelfs al was het een logeergast, hij was door
het sans-gene van de sport gedekt.
De onbekende zwemmer had de zon ach
ter zich Tom daarentegen vlak in zijn ge-
SbTïïod* gelaatstrekken het «mt
onderkend konden worden Een krachtig
stem riep op verbaasden toon. Wel, Tad.
Wat doe jij hier in New Hamshrre.
Tom lachte. „Heelemaal geen Tad. Ik ben
^°De andere kwam naderbij. Heet u Tom?
ojneern me dat. niet kwalijk. Ik rag voor
niet te zijn!» lacht. Tom
*^Naast elkaar komende en met het gezicht
naar elkaar toegekeerd, zwommen zij
oever Hoewel spreken niet gemakkelijk
JS zag de eene toef kans een,ge vragen te
Sm Ie andere die t, hcan,»«o,den.
U lijkt op mijn zoon. Hoe neet u.
er een lichtglans in 's mans
oogen,"
hun helmen en zoo nu en
sfont Tn !e even binnen de afzetting
dip deputaties met bloemen aanbrengt
nen gesloten paleisdeuren verdwij-
peWH0dLPaulcz wor,dt den journalisten uit-
fpirar u XP01 den begrafenisdag een
te madn^H? ,Haag €n hebbe:1
zL? in™ aan aI telbare kaarten is
Fen 'I* verb°uding tot de aanvrage.
ke?k^ ïaca,rtuVe°0r de gebeurtenissen in de
slechts voor enkele bevoorrechten
„v" couranten zullen moeten samenwer
ken om een vertegenwoordiger toegang te
^ne" verschaffen. Als vertegenwoordiger
ya eeP twintigtal provinciale dagbladen zal
InfrL »I €^c?etaris van de Lokale Pers
ptreden Mij blijft de keus tusschen den bui-
Sl 'a ^aag of E*1*1 e11 ik k>es het
laatste omdat De.ft op den dag der begrafe
nis meer nog dan Den Haag in het teeken der
algemeene belangstelling zal staan
In Delft.
In Delft is in geen enkel hotel meer logies
te verkrijgen. Schrijver dezes krijgt door be
middeling van Hotel Centraal een studenten
kamer in een der buitenwijken en prijst zich
gelukkig, dat hij althans onder dak is.
Het is buitengewoon druk in Delft, er worct
gehamerd en geklopt en er verrijzen bij de
hoeken van alle straten breede houten hek
ken die het verkeer afsluiten. Wie naar de
Markt wil moet maar zien dat hij er komt
Heel Delft is één groote dwaaltuin, waarbij
de wandelaar telkens doodloopt. Er staan
wel eens puzzles in de courant van een ko
nijntje, dat opgesloten is in een dwaalhof
van gangen en de abonné's moeten dan uit
zoeken langs welken weg het diertje tenslotte
in zijn hol moet belanden. Delft is een puzzle
en de niet-Delftenaar wandelt met de menig
te mee en ziet telkens weer een kerktoren zon
der dat hij er bij kan komen.
Langs den geheelen weg, alen de stoet zal
volgen hebben de bewoners tribunes voor
hun huizen getimmerd, die met rouwfloers
behangen worden. Eindeloos rijen die tribu
nes zich aan elkaar en boven allen is een pla-
kaat aangebracht: „Plaatsen te huur". Op
de Groote Markt, waar ook ik ten slotte toch
nog te land komt, zijn de huizen met breede
hekken van het middenplein gescheiden. Hon
derden kilo's zwarte verf worden hier over
ruw timmerhout gestreken, honderden meters
rouwdoek worden uitgespannen en voor elk
huis rijst een tribune op of heeft men achter
de breede etalageramen een stellage binnens
huis getimmerd. Hier en daar wordt lat- en
plankwerk op de daken vastgemaakt en wie
al die voorbereidingen ziet begrijpt wel, dat
het morgen, op den dag der begrafenis eivol
zal worden.
Enorme drukte.
Het is nu al druk eigenlijk gezellig druk
in de oude studentenstad Langs de einde-
looze grachtjes met haar hoog oploopende
steenen brugjes krioelt het van belangstellen
den, de café's zitten eivol en mannen en vrou
wen houden de voorbijgangers aan en bieden
zit- en staanplaatsen te koop. Er gaan vage
geruchten, dat men voor een kamer honderd
tot honderd-vijftig gulden vraagt, voor zi'-
plaatsen van vijf gulden tot een tientje Wij,
journalisten, wellicht de eenige gelukkigen,
die niet in den nacht al een staanplaatsje
moeten zoeken of veroordeeld zijn op den bt
grafenisdag uren en uren lang op dezelfde
plaats te moeten blijven, wij kunnen rustig al
die aanbiedingen afslaan.
Er is voor ons gezorgd. Er is in een open
bare school vlak bij het marktplein een rusti
ge werkgelegenheid gearrangeerd met tal van
schrijfmachines, een post- en telegraafkan
toor en niet minder dan veertig telefooncel
len. Studenten en leden van het Nationaal
Jongerenverbond zijn hier onze gastheeren en
wanneer de stroom van journalisten hier te
groot zou worden kunnen wij rustig in het
stadhuis werken waar eveneens een post- en
„Waar woont u?"
„In Boston."
„Altijd daar gewoond?"
„Neen, alleen de laatste drie jaren."
Waar woonde u dan vroeger?"
,',Een tijde in New York."
,Waar bent u geboren?"
„In The Bronx."
„Hoe heette uw vader?
„Theodoor Whitelaw."
Weer eventjes die lichtglans in de oogen.
„Hoe kwam hij aan dien voornaam?'
„Dat weet ik niet. Zoo maar een^naam. Ik
denk dat zijn moeder hem die gaf.
Er zijn vele Theodoor Whitelaws. Ik heb
er "wel drie ontmoet. Net zoo'n algemeene
naam als Colin Campell en Howard Smith.
Wat was uw vader?"
„Heb ik nooit gehoord' hij stierf toen ik
nog een klein kind was." Tom voelde, dat hij
nu ook wel het recht had iets te vragen.
„Maar waarom wilt u dat eigenlijk weten.
De andere scheen op zijn hoede te zijn.
„O, zoo maar. Ik werd alleen maar getrof
fen door uw gelijkenis met met mijn
zoon."
De omzwenkende beweging, die hen van
elkaar verwijderde geschiedde even licht als
het van koers veranderen van een schip door
zijn roer. Tom bleef in het water totdat hij
zag, dat de onbekende heer, na zich aange
kleed te hebben, wegging.
Dien namiddag moest hij mijnheer Ansley
en den hem onbekenden gast naar Keene te
rugrijden. Toen de heeren uit het hotel kwa
men, deed Tom, zijn hand aan zijn pet
brengende, het portier open. De onbekende
keek hem eventjes, maar scherp aan.
„O, is dit je betrekking!"
,Ja mijnheer. Die heb ik aan mijnheer
Ansley te danken."
,Hij is een protégé van Guy,
telegraafkantoortje is gevestigd.
Tot kort voor de aankomst van den stoet
kunnen wij ons vrij door alle afgezette ter
reinen bewegen en wanneer de stoet het
front van de Nieuwe kerk bereikt is er een
speciale journalistentribune, die ons 'n schit
terend uitzicht zal bieden.
Hoog en forsch rijst de prachtige toren
van het kerkgebouw op één na de hoogs'e
in Nederland op het Marktplein omhoog
Op verzoek van H.M. de Koningin, die zich
hedenmorgen nog persoonlijk van den stand
der werkzaamheden kwam overtuigen wordt
het front boven de breede deuren niét met
zwartdoek maar met een muiskleurige stot
behangen. Het is een kleur die warm aan
doet. Mannen op hooge ladders leggen het
doek in fraaie, gelijke plooien. Daaronder
brengen vrachtauto's onophoudelijk bloemen
en kransen aan. Zoo nu en dan rijdt een auto
voor en ik herken o.a. jhr. van Karnebeek,
den commissaris der Koningin, die met twee
oude dames achter de zware muiskleurige
gordijnen verdwijnt.
In de Nieuwe Kerk.
In de trouwzaal van het stadhuis heeft de
burgemeester van Delft, mr. van Baren om
8 uur de vertegenwoordigers van de pers
ontvangen.
Hij heeft ons een uitvoerige beschrijving
gegeven van alles wat er in zijn gemeente en
voornamelijk in de kerk zal gebeuren, hoe
H.M. met haar gevolg daar zal aankomen,
hoe de stoet zich daar zal opstellen, hoe de
dienst geleid wordt en weike ceremoniën er
verricht worden als de zware kist in de
grafkelder wordt gebracht. Hij vertelt hoe
de kist op een wagentje wordt geplaatst,
hoe de minister van justitie die kist zal ver
zegelen en waar H.M. de koningin, de prinses
en de naaste bloedverwanten van de over
leden vorstin van haar stoffelijk overschot
afscheid zullen nemen. Hij beschrijft tevens
tot in details hoe het vertrek van vorstelijke
personen en autoriteiten geregeld is en hij
kent dit uitgebreide programma van cere
moniën, waarvan :n geen enkel opzicht mag
worden afgeweken, op zijn duimpje.
Alles is tot in de kleinste bijzonderheden
geregeld en één enkele fout kan de grootste
storing te weeg brengen.
Dan gaan wij in optocht over de donkere
maar eivolle marktplaats naar het kerkge
bouw. De burgemeester is commissaris van
de kerk en kon.nklijk commissaris van den
grafkelder. De eerste zal hij ons toonen, de
laatste moet onherroepelijk gesloten blijven.
Trouwens, ons gezelschap is te groot voor
een expeditie in deze duistere gewelven. De
burgemeester laai zijn hoed zien, die
overal bulten en plekken vertoont. Hij is
vanmiddag in den grafkelder geweest en
deze is op sommige plekken zoo laag, dat
men er niet meer rechtopgaand in kan
loopen.
Bij de kerkdeuren worden onze perskaar
ten, geteekend door den Haagschen hoofd
commissaris, streng gecontroleerd. Links en
rechts dringt het volk mede op en het gevaar
is niet denkbeeldig, dat een kwaadwillige bij
dezen donkeren intocht zou meeloopen en
zich in de kerk zou verbergen.
Dadelijk na het binnentreden staan wij
voor een breeden met loopers belegden gang,
die recht op het mausoleum van Willem I
uitloopt. Het is een gang van muisgrijze
pilaren met wit linnen zolder- en zijbespan
ning en wie deze rustige en voorname door
gang ziet komt niet op de gedachte, dat
zich hier eenige dagen geleden nog slechts
ruw hout er. steigerwerk vertoonde. Al dat
hout, al dat bouwmateriaal is weggewerkt
en er is een in alle opzichten koninklijken
doorgang verkregen.
Te linker en rechterzijde zijn de kransen
en bloemstukken van vorstelijke personen en
groote officieele lichamen opgehangen. Er
zijn reusachtige kransen van president von
Hindenburg, van de Duitsche regeering, de
Zwitsersche regeering, het corps diploma-
tique., de president van Turkije, de regeering
van Denemarken, RK. vrouwen uit het bis
dom Haarlem, ouddiofdames, het Cour Per
manente de Justice internationale, de gou
verneur-generaal van Ned.-Indië. de gouver
neur van Suriname, de sultan van Djocjo-
carta, de commissarissen der koningin, de
sultan van Pontianak en nog tallooze andere,
te veel om ze alle te noemen.
Aan het einde van dezen gang, die met
vouwdeuren kan worden afgesloten, in het
middenschip waar de preekstoel een vol
ledige draadlooze installatie heeft gekregen,
zijn de zetels van de vorstelijke personen en
de hofdignitarissen. Daartegenover neemt
Maar in den Pullmanwagen, waar Tom
het valies van den onbekenden heer had ge
bracht, was hij nog een paar minuten met
hem alleen. Het spoorwegrijtuig was zoo
goed als leeg; eerst over vijf minuten zou de
trein vertrekken. Het was een groote man,
even kaasrecht en soepel in zijn bewegingen
als Tom zelf, maar wat zwaarder gebouwd.
„Hoe oud ben je?"
„Zeventien jaar."
Een schaduw gleed over zijn gezicht ,Tad
is ook zeventien. Dat is een afdoend
Zonder te zeggen wat door deze overeen
komst in leeftijd afdoend bleek te zijn, ver
volgde hij zijn korte, recht op het doel af
gaande vragen.
„Wat ga je doen als de zomer voorbij
is?"
„Dan ga ik naar Boston terug om de
hoogste klasse van 't gymnasium te door-
loopen."
„En dan?"
„Naar Harvard."
„Verdien je je eigen studiekosten?"
„Gedeeltelijk mijnheer."
„Vrienden, die helpen.
„Ja, mijnheer."
Het vragen eindigde. Er kwam een pein
zende trek op het gezicht, dat zelfs een
jongen als Tom kon zien, dat was van een
man met een sterken wil, een man, die vree-
seiijk leed had doorstaan. Toen zijn oogen
naar den vloer waren gericht, trok het
Tom's aandacht, dat hij borstelige vooruit
stekende, rechte wenkbrauwen had, die
merkwaardig op zijn eigen wenkbrauwen ge-
l&kcn
Het was alsof hij met beslistheid en met 'n g?
voel van ontspanning een bepaalde gedachte
van zich afzette. Maar tegelijk stak hij zijn
hand uit.
„Goeden dag."
Woensdag 28 Maart.
HILVERSUM, 1875 M. (VARA-
uitz.) 8.— Gr.pl. 9.30 „Onze keu
ken", door P. J. Kers 10.Mor
genwijding VPRO. 10.15 Voor
Arb. in de Continubedr.: De Noten
krakers olv. D. Wins. 11.RVU.
Causerie mevr. E. J. v. Waveren
Resink. 11.30 Zang bij de luit door
G. Dumont. 12.Klein-VARA-
Ensemble olv. F. Bakels. 1.De
Flierefluiters olv. J. v. d. Horst.
2.Gr.pl. 2.15 Knipcursus. 3.
Voor de kinderen. 5.30 Gr.pl. 6.30
RVU. Prof. mr. A. G Josephus
Jita: De corporatieve staatsgedach-
te in Nederland en in 't buitenland.
7.— Sportuitz. 7.20 Gr.pl. 7.30 E.
Charmon, bariton en C Steyn, or-
fel en piano 7.50 Gr pl. 8.Herh.
OS-ber Vaz Dias, VARA-Varia.
8.15 De Flierefluiters olv. J. v. d.
Horst. 8.45 „De iacht in den
nacht", van F. van Duin, mmv. het
VARA-tooneel olv. W. van Cappel-
len. 9.30 VARA-orkest olv. H. de
Groot, mmv. Louise Wijngarden,
viool. 10.30 Vaz Dias, gr.pl. 1045
Joh. Jong, orgel. J. Hagenaar, xy-
lophoon en R. Bennink, s.agwerk.
11.„De Notenkrakers" o.l.v. D.
Wins. 11.30-12.- Gr.pl.
HUIZEN, 301 M. (NCRV-uitz
8.Schriftlezingen meditatie 8.15
9.30 Gr.pl. 10.30 Morgendienst
olv. ds. H. v. d. Elskamp. 11.
Piano-recital mej. T. Thiel.è 12.15
Gr.pl. 12.30 Kwintetconcert olv. P.
v. d. Hurk. 1.15 Gr.pl. 1.45 Ver
volg concert. 2.30 Voor jeugdige
postzegelverzamelaars. 3.Zang
voordracht door Joh. de Geus, so
praan. Aan den vleugel: R Beute
4.Orgelconcert S. P. Visser. 5.
Kinderuur. 6.Landbouwhalfuur.
6.30 Gr.pl. 7.Ned. Chr. Pers
bureau. 7.15 Gr.pl. 7.30 Litemire
causerie 8.Gr.pl. 815 Arnhem-
sche orkestver. o.l v. J. Spaander
man. 9.Ouderuurtje door A. J.
Drewes. 9.30 Verv. concert. 10.15
Vaz Dias. 10.25—11 30 Grpl.
DAVENTRY, 1500 M. 10.20
Schriftlezing. 10.35 Morgenwij
ding. 10.50 Tijdsein, ber. 11.05
Lezing. 12.20 Orgelspel Q. Mac-
Lean. 1.05 Western-Studio-orkest
olv. F. Thomas mmv. E. Grove
Morgan, alt. 2.20 Ch. Manning en
zijn orkest. 3.20 Piano-recital E.
Lush. 3.35 Sted. orkest Bourne-
mouth olv. Sir Dan Godfrey mmv
J. Sterling, piano. 5.05 Gr.pl. 5.35
Kinderuur. 6 20 Ber. 6.50 Beetho
ven's strijkkwartetten 7.10, 7 25 en
7.50 Lezingen. 8.20 Delius-coneert,
sopraan, viool, cello en piano. 9.20
Ber. 9.40 BBC-orkest olv. E. Bain-
ton. 1035 Lezing. 10.50 Voordr.
10.5512.20 't Casani-Club Dans-
orkest olv. Charlie Kunz.
PARIJS (RADIO-PARIS), 1796 M.
7 20 en 8.20 Gr.pl. 12.35 Orkest-
concert olv. Goldy. 7 40 Gr.pl. 9.05
Concert door de Assoc. des Concerts
Lamoureux olv. J. Morel.
KALUNDBORG, 1261 M. 11.20
1.20 Concert uit het Bellevue-
Strandhotel. 2.054.05 Omroep
orkest olv. L. Gröndahl. 7 50 Om
roeporkest olv. Launy Gröndahl.
9 25 Louis Glass Concert, solisten
en strijkkwartet. 10.2511.35
Dansmuziek uit rest. „Ritz" o.l.v.
Otto Lington.
LANGENBERG, 456 M. 5.25,
6.30 en 10.50 Gr.pl. 11.20 Concert
olv. Wagner. 12 20 Blaasconcert
olv. Bause. 1.20 Gr.pl. 3.20 Blaas
concert olv. Noack. 4.35 Werag-
trio en sopraan. 7.50 Weragorkest
olv. Eysoldt.
ROME, 421 M. 8.05 Literair-
muzikaal programma. 9 20 Popu
lair concert.
BRUSSEL. 322 en 484 M. 322 M
12 20 Dansmuziek. 1.30 Orkestcon
cert olv. Felleman. 5.20 Pianoreci
tal Ph. de Clerck. 5 50 Gr.pl. 6.50
Kwartetconcert. 820 „Dreigro-
schenoper", van K. Weill, mmv. het
Omroeporkest olv. André en solis
ten. 10.3011.20 Dansmuziek. 484
M.; 12.20 Concert olv. Felleman.
1.30 Dansmuziek. 6 35 Gr.pl. 6 40
Herdenkingsconcert. 7.40 Gr.pl.
8.20 Omroepsymphonie-orkest olv.
Meulemans 10.3011.20 Concert
o.l.v. Alexys.
DEUTSCHI.ANDSENDER. 1571
M. 7.30 Rijkszending „Unsere
Saar". 7.50 Alte Heimat unter
fremden Himmeln, gevarieerd pro
gramma. 9.20 Ber. 9.50 Kwartiertje
Radio-techniek. 10.05 Weerbericht
10.2011.20 Concert uit München
o.l.v. KIoss.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
1: Hilversum.
2: Huizen
3: Lond. Reg. 1035
Warschau 16.4024
4: Langenberg 1035
Lijn
Lijn
Lijn
16.40,
Lijn
17.35, Budapest 17.35
het corps diplomatique plaats, commissies uit
de Eerste en Tweede Kamer, leden van den
Raad van State enz.
In het midden van de kerk is het plankier
weggenomen, waaronder de reusachtige
zerk schuilt, die den ingang van den graf
kelder afsluit.
Ook deze zerk is verwijderd en men ziet
nu een breede trap van rose baksteenen.
waarvan de zijkanten eenige nissen bevatten.
Veertien treden telt de trap en dan begint
de eigenlijke grafkelder, die door grijze gor
dijntjes is afgesloten. De kelder is wel laag,
maar zeer uitgestrekt en loopt tot ver on<l r
het mausoleum van Willem I door. Te
midden van de zwart-marmeren figuren ligt
de beeltenis van den Vader des Vaderlands
uit wit marmer gehouwen in het groote mo
nument. Daarachter zijn nog eenige marme
ren monumenten, o.a. van Willem, George,
Frederik, Prins van Oranje, overleden te
Padna in 1799. Voor de journalisten die den
kerkdienst bijwonen is achter het monument
in de consistoriekamer maar niet tijdens
den dienst zelf een rustig werkvertrek ge
maakt. De catechisatiekamer is met stoelen
uit de raadszaal, met kleeden en palmen in
een wachtkamer voor H.M. de koningin her
schapen als zij behoefte aan rust gevoelt
vóórdat de groote stoet zal arriveeren.
De geheele kerk geeft ondanks den bloe-
mentooi een indruk van rust en vrede. Het is
alles uiterst eenvoudig, maar ook uiterst
„Goeden dag, mijnheer."
Het waren niet de vragen geweest, die
hem waren gedaan, nog het belang, dat in
hem was gesteld, maar wel de manier van
vaarwel zeggen, die hem zoo'n innig gevoel
van warmte in zijn hart gaf, toen hij naar
zijn auto en mijnheer Ansley terugkeerde.
HOOFDSTUK XXIX.
Het was dien avond al laat, voordat Tom
gelegenheid had juffrouw Padley, die de
chef was van hetgeen men in de hotelclub
„het kantoor" noemde, naar den naam te vra
gen van den logé, die hem zoo op den man
af had ondervraagd. Juffrouw Padley was
een meisje met sproeten en rood haar; ook
zij verdiende zelf haar studiekosten. Toen
Tom zijn vraag stelde, leek zij, niet dadelijk
begrijpende, vaag naar hem op.
„O, den naam van den heer, die vanmid
dag vertrok?" Ze riep Ella, een van de an
dere meisjes. „Hoe heette hij ook weer? Ik
ben 't vergeten."
Ella kwam aangeslenterd. „Wien bedoel
je eigenlijk?"
Tom's vraag werd herhaald.
„O, dat is de bekende groote bankier
Henry T. Whitelaw compagnon van Meek en
Brokenshire. Men zegt, dat hij met nog een
paar andere bankiers, door geld meer te be
schikking te stellen, den oorlog zou kunnen
laten eindigen. Ik beloof er iets van De oor
log heeft al te ver om zich heen gegrepen.
Die mijnheer was de vader van den baby
van whitelaw, waar zooveel om te doen is
geweest"
Juffrouw Padley keek op, haar wang rus
tend op haar hand. „Je meent 't toch niet?
Allemachtig! Als ik dat had geweten, zou ik
hem wat nauwkeuriger hebben ocg c-nen
Zij wendde haar vermoeide, groenachtige
smaakvol gearrangeerd. De plechtigheid
welke hier plaats vindt nadat de kist met de
kroon op de katafalk zal zijn geplaatst moet
den toeschouwers onvergetelijk blijven.
De drukte in de avonduren.
Buiten de kerk verdringt zich nog een
dichte menschenmassa. Als muizen in den
val loopen groote groepen wandelaars van
de eene straat naar de andere om overal op
gesloten hekken te stuiten. Er is slechts één
mogelijkheid daar voorbij te komen: Men
moet er overheen klimmen.
Oud en jong gaat er ten slotte toe over en
wanneer een al te stuntelig moedertje zich
aan deze openluchtgymnastiek waagt, zijn
sterke, bereidwillige handen gereed, haar
over het hekwerk heen te tillen.
Het is iaat maar het is nog druk op straat
en het ziet er naar uit, dat het druk zal
blijven. Want alleen zij, die in den nacht
reeds de plaatsen bezetten, hebben kans den
geheelen stoet ongestoord te kunnen bekijken.
Zij zullen meer dan anderen zien, maar zij
zullen hun nachtrust'offeren met het voor
uitzicht den voegenden dag tot diep in den
namiddag op hun plaatsen te moeten blijven.
De eerste hulpdienst is paraat. In een ge
bouw, waaraan de Roode Kruis-vlag wap
pert. worden talrijke draagbaren binnen
gebracht. Zij zullen bij de meer dan hon
derdduizend belangstellenden, die elkaar
morgen achter de hekken verdringen, onge
twijfeld goede diensten bewijzen.
oogen naar Tom. „Jij heet ook Whitelaw,
nietwaar?"
Hij lachte zenuwachtig. „Ja, dat wel, maar
evenmin als die kamenier, die Schakespearre
heette, familie was van den beroemden too-
neelspeler van dien naam, evenmin behoor ik
tot die bankierstak van de Whitelaw's."
Ella riep, als iemand, die een ontdekking
doet, ut: „Maar Siegfried, je ziet er toch
heusch wel naar ut. Vindt je ook niet,
Blanche? Kijk eens naar zijn wenkbrauwen
precies als die van den bankier."
„O, daar heb ik al dikwijls genoeg naar
gekeken," antwoordde juffrouw Padley op
vermoeiden toon. „Hij draagt ziin knevel bo
ven zijn oogen. Ik ga naar bed.
Geeuwend sloot zi; haar administratieboek
deed een lade op slót. en stond op. Maar
Ella, een zwartharig klein ding, keek Tom
met haar levendige, zwarte oogen aan.
„Je lijkt heusch op hem. Als ik jou was,
liet ik mijn aanspraken gelden. Je weet, dat
ik nog vrij ben; ik heb je altijd bewonderd.
Bedenk eens hoe romantisch 't zou zijn dat
de baby van Whitelaw een arm, maar eerlijk
voor haar broodje werkend meisje als zijn
vrouw naar 't altaar leidde."
Tom deed net alsof hij Ella's voor den
gekhouderij niet hoorde en verdween naar
de garage. Het was zonderling hoe die baby
van Whitelaw hem steeds vervolgde. Honey-
bun! Ella en de eigen vader van den
baby van Whitelaw.
Maar de vervolging eindigde. Den volgen
den morgen waren zoowel juffrouw Padley
als Ella haar grapje vergeten. Ook de lang'e
man, die hem al drie vragen had gesteld,
kwam niet meer terug en de rest van den zo
mer ging kalm voorbij.
(Wordt vervolgd.)