DE LUCHTROOVERS VAN HOITIKA. fBjumwlatid Jaarverslag A.Y.R.O. HET KAMP DER VEEDIEVEN. A. B. T. IK WAS EEN SPION. Victoria-Théater. Tezamen trachten ze nu er achter te CINEMA EN THEATER. Voorbereid op magere jaren. komen om het leven. Zij vlucht met een Chineesche vrouw naar de Chineesche wijk en daar wordt later haar kind ge boren. Jenny wordt langzamerhand een be langrijk persoon in een berucht milieu. Zij wordt rijk. Op zekeren dag wordt bij haar een moordaanslag gepleegd. Jenny weet dat Steve Dutton de dader is, maar zij ziet kans hem te redden. De verden king valt op haar. Door invloed van Steve behoudt zij haar vrijheid, doch haar kind wordt haar afgenomen, en aan de zorgen van een oud echtpaar toevertrouwd. Als zij later haar kind weer terugziet, wil de jongen niets van haar weten. Hij is te veel gehecht aan zijn pleegouders. Intusschen zijn Jenny en Steve zich gaan toeleggen op dranksmokkelarij. Maar als later haar zoon tot man is ge groeid en het ambt van sheriff wil be- kleeden, vreest zij met haar eigen kind in conflict te zullen komen. Jenny trekt zich terug maar Steve wil zijn politie- omkooperij voortzetten, wat zijn arresta tie ten gevolge heeft. Om vrij te komen wil hij Jenny's zoon vertellen wie zijn moeder is. Maar Jenny weet dit op 't be slissende moment te verhinderen door Steve dood te schieten. Zij wordt gear resteerd en ter dood veroordeeld, omdat zij weigert iets tot haar verdediging te zeggen. De zoon mag niet weten wie zijn moeder is. Dat zou zijn loopbaan kun nen vernietigen. Men zal kunnen begrijpen dat de rol van Jenny prachtige spelmogelijkheden biedt. Ruth Chatterton heeft zich schit terend van haar taak gekweten. Ook Donald Cook als de zoon was zeer goed, en de overige medespelendeij sloten zich voortreffelijk bij dit tweetal aan. Het voorprogramma bracht allereerst een paar mooie journaals. Vervolgens een natuuropname van het Engelsche landleven, een juweeltje van fotokunst. Een paar interessante tweeacters, waar van één in het detectivegenre, voltooien het programma, dat zeer zeker aller be langstelling waard is. In het A. B. T. speelt deze week weer eens een echte cowboy-film met in de hoofdrol de bekende held van zoovele comboy-films George O'Brien. De film is gemaakt* naar een boek van Zane Grey. Jim Wall (George O'Brien) komt direct in het begin van de rolprent al in aanraking met een bende ge vreesde veedieven. Door zijn moed en onver schrokkenheid willen zij hem deelgenoot maken van de bende, wat ook gebeurt. Jim is dus ook veedief gewonden, en de eerste operatie die ze zuilen verrichten, belooft een rijker ouit te leveren, ten nadeele van een F .-geischen ranchhouder. Op slimme manier wordt Jim knecht bij dezen man, die hem als eerste opdracht een paar dames van den trein laat halen, waarvan er een 'n zuster is van den Eogelschman, een alleraardigste blondine, zooals Jim er nog nooit een ont moet heeft. Het blijkt later, na vele leuke scènes tusschen die twee, dat ze genegenheid voor elkaar hebben opgevat waardoor Jim, van meening verandert en de veedieven in den steek wil laten, wat hem niet zoo ge makkelijk lukt. Als de nacht aanbreekt, waar in de beesten gestolen moeten worden, wordt Jim, en later ook het meisje, gevangen ge nomen door de dieven, want inmiddels is hun ter oore gekomen, dat Jim het stelen wil beletten. Op een spannende wijze weet hij toch alles nog te voorkomen, maar niet dan nadat hij aan vele doodsgevaren is ontsnapt. Natuur lijk is er een happy-end. De blondine wordt de vrouw van Jim. Over het geheel genomen een cowboyfilm vol spanning. Een uitgebreid voorprogram ma gaat aan het hoofdnummer vooraf, waar onder Journaal, twee leuke teekenfilms en een aardig variété-nummer in 2 acten, genaamd: Variété in volle zee. De fout van de laatste oorlogsfilms was wel hierin gelegen, dat het scenario een tè groot aantal daadwerkelijke oorlogs verschrikkingen bevatte en dat het in- nerlijk-stille verdriet, het verdriet over het menschoonteerend oorlogswerk ©enigszins op den achtergrond geraakte. En nu ie het de groot© verdienste van „I was a spy", dat allereerst verwerk! is het menschonteerend oorlogswerk sprekende voorbeeien de oorlogsver woestingen worden tentoon gespreid. Was het wonder, dat, evenals men dat indertijd van Mati Hari gedaan heeft, ooi Van Martha's Cnockaert^' levensge schiedenis een filmwerk is gemaakt? Neen, immers, want nog meer dan Mata Hari's leven sprak het leven van deze Belgische verpleegster, werkzaam ach ter bet Duitsche front, tot het mensche- •lijk hart. Het is 1915, het rampjaar voor België, als de Duitsche troepen het Vlaamsche stadje Rouleers in beslag nemen en alle herbergen bezetten, waar maar even een behoorlijk garnizoen van gemaakt kan worden. Geïnspireerd door den Duit- schen front-arts voelt ook Martha, als Belgisch meisje, zich gedrongen, eerst als mensch in dit geval als verpleeg ster te leven en daarna als Belgisch onderdaan haar plicht te doen. Meer nog door het spionnagewerk van haar tante beïnvloed, gaat zij (Madeleine Carroll) echter naast haar liefdewerk, de gangen na van de hooge autoriteiten om op vaak zeer vernuftige wijze ge heime berichten in handen van de Bel gen te spelen. Meerdere malen riskeert ze eigen leven voor het heil van haar landgenooten. Wanneer ze op een gegeven moment een Engelschman geld toestopt, om te vluchten (weet ze zich gespionneerd door een inmiddels nieuw-benoemden onder officier (Herbert Marshall), die bij nader inzien haar trouwe bondgenoot wordt.' komen, hoe de verschillende gasaanval lij geforceerd kunnen worden en zelfs begeeft Martha zich in het hol van den leeuw, door met den stadscommandant (Conrad Veidt) naar Brussel mee te gaan. Op heeterdaad gesnapt, blijft haar niets over dan gefusilleerd te worden, maar dan offert zich haar onderofficier, die uit liefde voor haar de schuld geheel en al op zich neemt en zijn verloofde al dus redt van den vreeselijken dood. We denken slechts aan de opnamen op het veld, waar het leger den gods dienstoefening bijwoont en waar vijan delijke vliegtuigen van deze menschen- massa een veld van kreunenden en met het lerven worstelende menschen maakt, om te weten, dat hier elke filmische truc wegvalt voor de harde werkelijkheid. Zoo is het eigenlijk de geheele film door, men maakt den oorlog mee met hart en ziel en een volmondig: neen, dat nooit! zal ook uw antwoord zijn na het zien van doze inderdaad phenomenale film werk, phenomenaal dan in den goeden zin des woords. Uit het voorprogramma noemen we het actueele binnen- en buitenlandsch nieuws, terwijl een luchtig dansfilmpje voor de zoozeer gewenschte ontspanning voortreffelijk zorg draagt. Het Weekblad dezer week geeft, be halve de gewone wekelijksche rubrieken „Wat is een handteekening waard". Als het leven een triomf wordt (Theo- phraste Renandot, de vader der moderne journalistiek). Filmsterren en hun stu die-home; 'n portret van Theo Uden Masman, de leider van de Ned. Band „The Ramblers",fcéén van Charlotte Kohier", enz.; het liedje „de Badmuts' is van Herman Stenz. CHR. HIST UNIE. Algemeene vergadering te Utrecht, De christelijk historische Unie heeft gister in „Tivoli" te Utrecht haar algemeene ver gadering gehouden onder leiding van den voorzitter jhr. mr. D. J. de Geer, die in zijn openingsrede hulde bracht aan de nage dachtenis van koningin Emma. Voortgaande, bezag jhr. de Geer de tijden van thans, waarin een nieuwe gemeenschaps zin ontwaakt. Die is noodig evenals een on derling vertrouwen. Gemis aan vertrouwen was feitelijk de oorzaak van den wereldoor log en van alle ellende daarna. Het is ditzelfde gemis aan vertrouwen, dat in onzen eigen binnenlandsche politiek zoo veel kwaad aanrichtte. Toen het getij terug liep en de welvaart verschrompelde, toen dientengevolge maatregelen van versobe ring, werd gedurende langen tijd door een der grootste politieke partijen de meening verkondigd, dat die maatregelen werden in gegeven door de zucht om de volksontwikke ling terug te dringen, den cultureelen en socialen vooruitgang te knotten en het levens peil van bepaalde groepen der bevolking om laag te schroeven. En ook thans weder gaat, zij het van an dere zijde, een golf van wantrouwen over ons politieke leven. Misschien is daarvoor nog minder recht vaardiging dan tevoren. Wat ook nu weer de volksziel dreigt te vergiftigen, is het wantrouwen dat gezaaid wordt in de bedoeling van hen die ons dooi de moeilijkheden willen heen helpen. Het is deze stemming van argwaan en mistrouwen, die wij in dezen tijd minder dan ooit kunnen gebruiken en waartegen niet ernstig genoeg kan worden gewaarschuwd. Op het groote terrein van de landspolitiek willen wij haar weerstaan. En hetzelfde wil len wij doen, indien zij, in een of anderen vorm, ooit binnen engeren kring het hoofd mocht opsteken. Het is zoo ontzaglijk gemakkelijk om, wanneer men geenerlei verantwoordelijkheid draagt, links en rechts beloften te strooien en de verwachting te wekken, dat alles beter zou gaan, indien eigen partij, of beweging, het voor het zeggen had. Duizenden, die in groote moeilijkheden ver- keeren, uit iederen maatschappelijken kring, loopen thans gevaar aan dit spel ten offer te vallen. Geestelijk dreigt hun daaruit schade en stoffelijk straks teleurstelling. De verlei ding, waaraan zij bootstaan, is hun begin sel te verkoopn voor een schotel denkbeeldige linzenmoes. Het staatkundig doel van de beweging, die op deze wijze scharen volks zoekt aan te trekken, is al even bedenkelijk als de gebezig de middelen. Het is een import van buiten- „datlansche experimenten, te eenenmale in strijd met onze geschiedenis en onzen volks aard, met al wat bij uitstek „nationaal" on der ons is en ondanks alle gedeeldheid, het vaste fundament en den rijken inhoud vormt van onze nationale eenheid. Er zijn momenten in de nationaal-socialis- tische propaganda, waarin dit doel wordt verdoezeld. En naar «pr. aanneemt te goe der trouw. Niet alle meeloopers van de Beweging kennen haar stuwkracht en draagwijdte. En ook- onder de leiders zullen er zijn, die oogenblikken kennen, waarop zij voor de consequenties van het beginsel terugschrik ken. aar daardoor mogen wij ons niet laten geruststellen Bij een onverhoopte zege van het beginsel zou zich de waarheid bevesti gen, dat in stormachtige tijd de gematigden steeds hetzij meegaan, hetzij onder den voet worden geloopen. Het goede in de nationaal-socialistische beweging is de steun dien zij biedt aan de regeneereerende rachten, die in ons politiek en maatschappelijk bestel werkzaam zijn. Noodig hebben wij haar daarbij echter niet,, zelfs zou de vernieuwing gaver, conse quenter en duurzamer zijn, als zij was tot stand gekomen op den grondslag van juiste beginselen, dan wanneer zij opbloeit als een gelegenheidsplantje. Spreker betoogde, dat iedere chris.-hist. man of vrouw tot plicht heeft, de verschijn selen van het reveil niet slechts welwillend tegemoet te treden, maar ze als iets eigens te koesteren en met geestdrift in het volk in te dragen. Spreker lichtte dit nader toe en vatte dit deel van zijn betoog als volgt zamen: lo. dat net parlementaire stelsel onder geen voorwaarde kan worden gemist; 2o. dat juist de reden, waarom het niet ge mist kan worden, tevens de redai is waar om de ontaarding van het parlement moet worden weerstaan. Samenhangend hiermede, is de eisch van het C H. beginselhoog te houden de na tionale eenheid. Niet de eenheid van de ge vangenis of van het kerkhof, zools die ons thans aangespreekt wordt, maar die van de levende bloemengaarde met haar rijke ver scheidenheid. Die nationale eenheid is ons niet een pro pagandamiddel, maar een heilig pand. Wij hanteeren haar niet als wapen tegen ande ren, maar als bindmiddel tegen anderen. Indien de S.D.A.P. haar aandeel mocht krijgen in het réveil van dezen tijd en zich ontwikkelen in den geest van haar Enge,- sche geestverwanten, indien zij zich mocht verheffen tot een constrctieve, loyale, zich van haar verantwoordelijkheid bewuste par tij, die ook bij het najagen van eigen idealen, zich op nationaal standpunt stelt, dan zul- wij ons daarover onvoorwaardelijk ver heugen Spr. behandelde daarna de herleefde be hoefte aan een rachtig gezag, dot niet mag worden vereenzelvigd met macht. Spr. wijdde daarna een nadere beschou wing aan den groeienden gemeenschapszin welke het verlangen heeft opgewekt naar „corporatieve" organen, zooals de bedrijfs- radenwet noemt. De mogelijkheid, dat deze en dergelijke corporatieve organen op den duur ook staatkundige beteekenis zullen krijgen, door dat zij b.v. tot grondslag zullen dienen voor de verkiezing van een „corporatieve Kamer" met beperkte bevoegdheid, naast de op poli tieke beginselen rustende Kamer, is stellig niet uitgesloten. Met een opwekking trouw fe blijven aan de nationale historische tradities, besloot jhr. de Geer. Nadat jhr. mr. de Geer de openingsrede had uitgesproken, werd mr. dr. J. Schok king wegens buitengewone verdiensten je gens de Unie tot adviseerend lid van het hoofdbestuur en het dagelijksch bestuur be noemd. Bij de bestuursverkizingen werden mej. Mr. C. F. Katz en de heeren W. F. C. van den Broek en J. ter Haar als leden van het hoofdbestuur herkozen, terwijl in de vaca ture, ontstaan door het aftreden van prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine en het over lijden van mr. N. G. Veldhoen als leden werden gekozen jhr. mr. D. J. de Geer en prof. dr. Th. L. Haitjema. Verschillende voorstellen van huishoude- lijken aarden werden hierna afgehandeld. Van het jaarverslag van de A.V.R.O. over 1933, samengesteld door dén Heer W. Vogt, Directeur van het Omroepbedrijf, werd ons een vóór afdruk verstrekt. Het verslag zal binnenkort in druk verkrijgbaar worden ge steld. Er wordt in geconstateerd, dat de A.V.R O., niettegenstaande de ongunstige tijds- omstandigheiden, in grooten bloei verkeert. Het totaal aantal leden is van 174.682 in 1932 gekomen op 200.258, alzoo een ver meerdering van ruim 25.000. Verleden jaar bedroeg de vermeerdering t.o.v. 1931 rond 22.000 leden. De luistervinken contribueerdén in 1933 een bedrag van 752.060.55, dat is onge veer 4% méér dan in 1932. De oorzaken van de geringe stijging in het totaalcijfer der jaar-contributies alus het verslag liggen in een daling van de gemiddelde bij drage per hoofd en leden. Er zijn luister aars, die redeneeren: „De A.V.R.O. staat er zoo goed voor, dat ik mijn bijdrage best wat lager kan stellen", Dat deze gedachten- gang onzuiver is, werd reeds eerder in de „Radio Bode" aangetoond. Contributieda ling immers aan onze vereeniging behoort niet te geschieden volgens de oogenschijn- lijke behoeften der vereeniging, maar in overeenstemming met de diensten, die zij aan de leden bewijst en met inachtneming van het beginsel: bijdrage naar draagkracht Ingewijden weten, dat de spaaarpot van de A.V.R.O. feitelijk niet anders is dan on uitgegeven kapitaal voor het uitrusten van het bedrijf met middelen, die het reeds te lang door maatregelen, buiten haar wil of uitgesteld, ontbeert (eigen zender, eigen stu diogebouw, etc.) De „Radio Bode'' had op 1 Januari 1934 een nuttige oplaag van 260000 exemplaren per week. De baten, die de exploitatie van de „Ra dio Bode" in 1933 afwierp, stegen tot een Q»'< 'reonn ft Co'l Hondol M.| N,v fabéelen Jupha"! Ul'Kb» record-bedrag: 690.000.kwam aan de kas van het omroepbedrijf ten goede. Het geraamde bedrijfs-overschot voor 1933, n.1. 200.000 gulden, werd daardoor werkelijk 532.500. Voor 1934 wordèn de perspectieven niet ongunstig genoemd. De luistervinken stort ten in de eerste drie maanden van 1934 reeds 350.000 aan contributie. Toch wordt het bedrijfsoverschot voor dit jaar voor zichtigheidshalve geraamd op 200.000. Waarbij met zorg wordt gedacht aan de ge volgen van een eventueelen radiobelasting, die de regeering heet te overwegen. Verschillende duidelijke grafieken brengen het verloop van inkomsten, uitgaven, over schotten en ledentallen in beeld. De beschikbare direct mobiliseerbare mid delen beliepen op 31 December 1933 een be drag, groot 2.031.485.29 (vorig jaar 1.707.281.96). Aan de omroepprogramma's werd ten koste gelegd een som van 659.640.27 200 personen bevinden zich in vasten dienst van de A.V.R.O. De „Radio Bode" als zelfstandige exploi tatie verleende aan den omroep een subsi die, groot 288.378.45. De ontwerp-begrooting voor 1934, die aan de algemeene ledenvergadering op 28 Juli in Arnhem zal worden aangeboden, sluit in inkomsten en uitgaven met 1.120.000. A.V.R.O.'s positie in de omroepwereld wordt als bevredigender geteekend, nu mi nister de Wilde het tijdens minister Reijmer verloren contact met de overheid heeft her steld. Contact met den minister van binnenland sche zaken was er voldoende in 1934. Het verzoek om een eigen zender werd echter af gewezen. De verhouding met de regeerings- colleges wordt goed genoemd. HARING NAAR RUSLAND. Het bestuur van de Stichting voor de Nederlandsche Haringvisscherij heeft thans ook haar laatste haring welke tegen vast gestelde prijzen uit de markt was genomen verkocht, zoodat de Stichting binnen één week haar geheelen voorraad haring heeft geruimd. De haring is verkocht aai, de te Scheveningen gevestigde Reederij en Haring handel v.h. Frank Vrolijk. De door de firma Vrolijk gekocht haring is grootendeels voor Rusland bestemd. In den loop van de maand April zullen ruim vijf-duizend ton haring worden verladen. Elke week worden ongeveer 12 a 130Ö Schotsche tonnen gepakt en verscheept, en ruim zestig menschen hebben hieraan den geheelen dag volop werk. Met de vorige zending van ongeveer vijf duizend ton inbegrepen, heeft de firma Vro lijk nu ruim tienduizend ton haring naar Rusland verkocht. Daar het thans vrij stil is in den haring- handel en er weinig zaken wordt gedaan^ zijn dergelijke verkoopen van dubbel belang. Vele reederijeh zitten nog met kleine voorra den haring, welke moeilijk te verkoopen zijn. Duitschland, eertijds de grootste afnemer van Hollandsche haring, neemt steeds min der af, zoodat naar nieuw afzetgebied moet worden gezocht. De zendingen naar Rus land thans nog op bescheiden schaal kunnen mogelijk worden uitgebreid. Rus land is een ïand, dat zeer veel haring kan gebruiken. De voorraad haring, vangst 1933, is thans geruimd, wat van belang is. Nu moet getracht v/orden of er iets te bereiken is voor het komend seizoen. WAARSCHUWINGEN. De burgemeester van Eist geeft een ieder in overweging, alvorens benzine en andere goederen af te leveren aan den automobilist Jacobus, Hendrikus van Lent, wonende te Lent K. 72, gem. Eist, zich terdege te overtuigen, dat contante betaling volgt. Voornoemd per soon, die met een vrachtauto, gemerkt M-38192 (Ford), zich veel ophoudt in Limburg, Gelderland en mogelijk ook andere gedeelten van het land, en fruit verkoopt, maakt er een gewoonte van om in café's bestellingen te doen en bij garages benzine in te nemen, om daar na zich op slinksche manier te verwij deren. De Hoofdcommissaris van Politie te Amsterdam geeft in overweging, inlich tingen in te winnen bij zijn administra tie of bij het Handelsregister der Kamer van Koophandel en Fabrieken te Maastricht, alvorens in relatie te tredep met de te Valkenburg (L.) gevestigde onderneming: Compagnie d'Exportation „Urania", welke identiek is met The No- velty Company (eigenaar Wilhelm Ernst August Lamberty). REGELING VAN DEN INVOER VAN VLEESCH ENZ. In een nota naar aanleiding van het ver slag der Tweede Kamer over het wetsont werp tot regeling van den invoer van vleesch en van levende schapen en slacht- paarden wijst de minister van economische zaken erop, dat het hem niet gewenscht voor kwam, gebruik te maken van de vergaande centra'isatie-mogelijkheid op grond van ar tikel 12 der landbouw-crisiswet, als het be- 191. Er was echter niets te zien of te hooren. Ja, toch, een tak kraakte, maar dat kon van een rondsluipend dier zijn. Wij moeten waken, want hier moet wel iemand wo nen, en die pijlen. Ga jij nu maar slapen, Piet. Gerust gesteld ging Piet liggen en sliep weldra in. In de deurope ning zat de vliegenier en naast hem snurkte de bestuurder al gauw weet 192. Toen de dag aanbrak verkenden zij den omtrek, maar er was geen mensch te bespeuren Er sloop dus iiv pC?!,Zi.cl 'baar kon houden" het was niet bepaald gezell.g Elk in een boom en dan eens af wachten, meende de bestuurder en even later zaten ze alle arie in een andere boom.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 6