DE LUCHTROOVERS VAN MOITIKA. M i'i f Een 'PcoviiicicMif 7lieuws ^Buitenland 35ct. bijzonder voordeelig PROVINCIALE STATEN. De koningin-moeder herdacht. Toelating nienw lid. Afscheid van den heer Kooiman als lid van Gedep. Staten. DE TIMOR-FANTASIE. En de reactie te Singapore. DE VERBOLGEN LADY. EEN SLANG OP STRAAT. Opstopping te Londen. NIEUWE GRAMOFOONPLAAT. Speelt 2 Y> uur. DOOR STERKSTROOM GEDOOD. Soldaten het slachoffer. gelegenheid weid gesteld, zijn onzalig voor nemen ten uitvoer te brengen. Het jonge mensch botte daarbij, want in plaats van tot 'n jaar of 8 celstraf, werd hij thans slechts voorw. tot 3 maanden veroor deels! 'n Vonnis dat hem volstrekt niet aan stond! VREDE OP AARDE. Een Westwouder landbouwer van 23 lentes, Corn. Joh. Br., had te Blokker in den avond van 26 Dec. j.1. aan het Kerstfeest een bijzondere wijding gegeven door zekere heer P. J. de Boer in het café van Bak een klap op zijn oog toe te dienen, waardoor hij kennis maakte met den parketvloer. Te voren hadden de heeren elkaar ook al te pakken genomen. Hem werden tegen een lesgeld van 15 of 15 dagen zoo mogelijk eenige goede manieren bijgebracht EEN ONBELEEFDE POLDERBEWONER. De lijnwerker van het electrisch bedrijf te Heerhugowaard, Th. Voskuil, tevens onbe zoldigd gem. veldwachter aldaar, had1 op 5 Januari de slager Lourentius C- een aan merking gemaakt wegens het storende feit, dat hij in spertijd zijn electrische motor had gebruikt. De vermaning viel niet in goede aarde en werd door den slager beantwoord met een scheldwoord, een net burger van den blauwen reigerpolder onwaardig. Deze onbehouden heer stond thans in een leeren motorjas als receptiecostuum terecht en werd veroordeeld tot 20 boete of 10 dagen. Hij vond de 'boete te hoog en kreeg 14 dagen gelegenheid 'n goedkooper adres te zoeken. DRIE „SLAGWERKERS". De nog in vollen levensbloei verkeerende heeren Arien D., bakkers elêve Jan H., vee boerenzoon, en Jb. BI., tuinder, de laatste uit Koedijk, beiden anderen te Schoorl, had den in den nacht van 24 op 25 Dec in een café te Groet gezamenlijk een Ooievaar mis handeld. Wie het vreemd zal vinden hoe deze zomergast nog zoo laat in den tijd in een café werd gevonden, willen wij echter uit den droom helpen, dat het hier betrof een arbeider uit Noondscharwoude, Jacob Ooije- vaar, die zich onledig hield met balvermaak en blijkbaar door de Schoorlsche elite niet werd geduld Hij werd behoorlijk afgetuigd door stompen, door Jaap BI. nog aangedikt met schoppen Gevorderd werd tegen ieder der 3 slag werkers f 15 boete of 15 dagen. Uitspraak 10 boete of 10 dagen voor iedere ver dachte. EEN GEITEN BEUL. Den 63-jarigen werkman Jacob uit Texel werd telaste gelegd dat hij een hem toebe- hoorende geit had laten verhongeren en verkleumen door het arme dier het nood zakelijke voedsel te onthouden en het zonder 'beschutting in een ruw winterweer op een kaal stuk bouwland aan het klimaat bloot te stellen Een viertal getuigen werden in deze treurige zaak voorgebracht Deze humane geitenhoeder zette het dier aan een stuk touw midden in December in de sneeuw zoo goed als zonder voedsel. De geit zag er volgens getuige Geenese dan ook allertreurigst uit. Volgens den verdachte behoorde de geit aan de huishoudster Doortje Koppen, die het beest had gehuurd1. Hij had met de geit niets te maken! Het bleek dat Jaap P. later met die geitenhuishoudster was getrouwd. An dere getuigen verklaarden nog, dat het dier dag en nact t zonder beschutting stond te hongeren. Ten slotte had Geenese er*zich over ontfermd en werd' het dier in zijn stal pension verschaft. Gevorderd werd tegen den zonderling reeds 8 maal veroordeeld wegens diefstal of iets in die buurt 20 boete of 10 dagen. Uitapraak: Overeenkomstig eisch en ver beurdverklaring van de geit. Het komt ons voor, dat de Vereeniging tot bescherming van dieren we! recht van bestaan heeft. Meermalen komen daar derge lijke dierenverwaarloozingen voor. GORDIJNEN VERDONKEREMAAND Een 28-iarige stoffeerdersbediende te Alk maar, G. T D. P., had zich te verantwoorden wegens verduistering van een stel over gordijnen, die hij in opdracht van den chef- stoffeerder van „Elk en Linden" ten behoeve van een cliënt had moeten vervangen, welk feit was gepleegd in het voorjaar van 1933. Het onbedachtzame jonge mannetje had wel spijt van het gebeurde. Hij heeft een gezin van vrouw en 3 kinderen en geniet 13 steun. Met inachtneming van de omstandig heden werd op voorstel van den officier op gelegd ren voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden, met 2 proefjaren. HIJ HAD VERSTAND VAN TIMMEREN De jeugdige timmerman Joh. O uit Schoorl compareerde wegens mishandeling, gepleegd op 2 Januari te Katrijp, genieenie Schoorl, op den 17-jarigen slager Cor J. Nannes, die hij dooi een krachtigen vuist slag in het gelaat bloedend verwondde. Er was tusschen de beide knapen ruzie ont staan over een gestroopte haas. Vonnis 10 boete of 5 dagen. EEN LANDELIJKE GELD-ZWENDELAAR Een 35-jarige arbeider uit Noord- en Zuid- Scherm-er, Cornelis Sm., verlokt door de ge makkelijke verdiensten als geldzwendelaar had een advertentie geplaatst, waarin hij geld op hypotheek aanboodt. Hierop reflecteerde zekere heer -P. Peys, landbouwer te Uitgeest, mijnheer Sm., die zoo arm was als een kerkrat, bezocht daan Peys, stelde zich voor als agent van een ai- gemeene voorlichtingsdienst, gevestigd te Amsterdam, beloofde Peys gouden tergen echter op voorwaarde, dat hij lid moest worden van de voorlichtingsdienst, direc teur de heer Westendorp te Amsterdam waarvan de contributie bedroeg f 7.50. De heer Sm. inspecteerde deftig het bedrijf van Peys en wist de drie knaakjes los te werken. Heden stond de agent van den voorlich tingsdienst (oplichtingsdienst noemde de po litierechter het schertsend) terecht, het feit erkennende. De officier verbaasde er zich over dat de menschen nog zoo dom waren om er in te vliegen. Evenwel moeten deze argelooze lie den beschermd worden en de officier requi reerde 1 maand gevangenisstraf. Vonnis 25 boete oi 10 dagen hechtenis, NIET WELGEVALLIGE KWALIFICATIE. De heer J. B. Diroc, koopman te Uitgeest, werd op een dag in Januari door zijn mede- gemeentenaar Cornelis VI. aangeduid met den inderdaad niet bepaald flatteerenden naam: schooier 1 Wat hij niet „nam". De heer Corn. VI., niet verschenen, werd tot 10 boete of 10 dagen hechtenis veroordeeld. WEER EENS EEN VUISTVECHTER. De niet aanwezige verdachte Jacob R. van N. te Burgerbrug was zoo weinig gesteld op een aanmaning om oude schuld dat hij direct betaalde met een hevigen vuistslag in het gelaat van zijn crediteur, den heer A. Breg- man. Deze manier van schulden afdoen is echter niet de juiste en bovendien was het een laffe aanval van achter. Vonnis 15 boete of 15 dagen hechtenis. EEN ONJUIST NUMMERBEWIJS GEBEZIGD. Een koopman te Alkmaar, Bern. Jos. M. Br., was zoo vrij geweest te rijden op een nummerbewijs get G. 94872 ten name van den heer W. Schmidt, garagehouder te Alk maar. Hij kreeg daardoor moeilijkheden mei de justitie, die houdt van orde en stipte nale ving der Motor- en Rijwielwet met het ge volgd dat hij een veroordeeling kreeg tot 10 boete of 5 dagen hechtenis. EEN TREFFENDE VERZOENING. Een 69-jarig landarbeider, Anton W. uit de Rijp, had zijn 74-jarige zuster mishandeld door haar een klap in t gelaat te geven en stond nu deswege terecht. De oude luidjes waren echter inmiddels weer verzoend. De zuster klopte haar ouden broer vriendelijk op de schouder en zeide: 't is weer in orde, ouwe baas, waarop direct vrijspraak voigde en het oude paar eendrachtiglijk de zaal uitwandel- dee. EEN GEÏMPORTEERDE DEEN TOT BESLUIT. De 21-jarige te Denemarken geboren en te Alkmaar wonende smid, Heinrich B., had den vertegenwoordige van een lichtapparaatfirma G Doos gedupeerd door eenige bedragen, groot te samen 16.21, die hij ten behoeve van den heer Dros onder zich had, achter te houden. Ter zake deze verduistering stond de Alkmaarsche Deen heden terecht en werd veroordeeld tot 15 boete of 10 dagen hech tenis. Daarna sluiting. ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK. Meervoudige Strafkamer. Zitting van Dinsdag 10 April. DE MISLUKTE REPRESENTANT VAN HET „HOOGE HUIS". De eerste zaak, heden ter behandeling voorgedragen, betrof den 28-jarigen voorma- ligen vertegenwoordiger van het „Hooge- ruis" te Alkmaar, belast met de werkzaam heden verbonden aan de ziekte-verzekering, Ferdinand H., thans te 's-Gravenhage, welke heer ten eigen bate, die door zijn salaris niet gedekt kon worden op grond van zijn weelderige wijze, zich had toegelegd op het vervaardigen van valsche kwitanties Voor dit feit stond hij op 14 November te recht en toen werd een raclasseeringsrecher- che gelast. De heer Wiggers, de hoeksteen der reclas- seering, bracht zijn rapport uit, dat met het grootste optimisme niet schitterend was te noemen. Het moest dus niemand verbazen, dat de officier persisteerde bij zijn eisch: 6 maanden gevangenisstraf! Eenter bleek het college niet voldaan, gelaste voortzetting op Dinsdag 15 Mei en voorgeleiding van den verdachte, die niet was verschenen, teneinde hem de krijgsartikelen eens voor te lezen. DE TRADITIONEELE ZWIJNTJESJAGER. De heer Corn. St., 'n zwerver, thans pen- sionnaire van het Rijk, had zich te Hoorn in Februari schuldig gemaakt van rijwieldief stal ten nadeele van den niet-verschenen heer A. Wagenaar, die nu op zijn beurt weer 'n klant voor den kantonrechter dreigt te wor den. Mijnheer C. St. voornoemd had zich veel moeite gegeven en de fiets gezet op een bin nenplaats. Hij was nota bene nog wel een reclassant, die nog niet eens de beteekening van zijn voorw. vonnis had ontvangen. Het geduld van den officier was dan ook met dit onbetrouwbare exemplaar ten einde en hij requireerde voorloopig 1 jaar gevan genisstraf. Mr. Schuurman, 'n jong en dus nog hoop vol gestemd advocaat, riep het mededoogen van het college voor zijn protégé in. Eerlijk gezegd, had de officier niet veel zin in deze consideratiebetooning. Even later werd uit spraak gedaan en Cornelis tot het gevorderde jaar veroordeeld. Nu wachten hem nog de 5 maanden, destijds voorwaardelijk opgelegd, dus is hij voorloopig „onder de pannen". UIT DE ZOMERMAAND VAN 1933 De chauffeur Minne de Vries, op 6 Juni '33 geverbaliseerd, omdat zijn 6-wielig vehikel aan de achterzijde niet was verlicht, zoodat letter en nummer niet behoorlijk zicht baar waren, was deswege veroordeeld en uit principieele overwegingen in appèl gekomen. Het ging hier over het feit of tractor en trailer als één geheel waren te beschouwen. Een tweetal deskundigen, brigadier de Groot van de Rijksverkeersbrigade en W. W. v Hemers, amtbenaar op het bureau van in schrijving, werden als getuige-deskundigen gehoord. Appellant was niet verschenen. Het scheen geen gemakkelijk zaakje om uit te knobbelen, doch ten slotte bleek de officier bereid om de eenheid te erkennen en vorderde bevestiging van het vonnis, hoewel hij het principieele niet toegaf en aandrong op ver hooging der straf tot 10 boete of 10 dagen DE GEHANDICAPTE URKER VISSCHERS. Door den kantonrechter te Hoorn werden diverse Urker visschers, die zonder acte op hun verloren Zuiderzee, thans gemetamor phoseerd tot IJselmeer, hadden gevischt, tot verschillende boeten veroordeeld en wat erger was, met verbeurdverklaring van het net Deze gedupeerde visscherlieaen waren hoofd zakelijk om die verbeurdverklaring, wat voor hun bedrijf een groote slag was, in hooger te- roep gekomen en heden werden deze appel zaken, totaal 8 in getal, in behandeling ge nomen. De veroordeelden waren niet ver schenen, doch werden vertegenwoordigd do»i mr. Schenkeveld, de universeele vertrouwens I man der Urkers. Als gangmaker werd uitgeroepen Frans B„ visscher te Urk, wijk No. 28, die op teven- omschreven wijze had gevischt met botter U.K. 164 en wiens aalkuilnet in beslag was genomen en verbeurd verklaard. De heer Rekelt Brants, voorzitter der vak vereeniging, die als bijzonder deskundig kan worden beschouwd, werd gehoord als getuige k décharge. Deze ervaren en welbespraakte visscherman gaf een uitvoerig verslag om trent de ingewikkelde vergunningsbepaiin- gen, die voor de visscherij groote moeilijk heden opleverden. Mr. Schenkeveld trachtte voornamelijk naar voren te schuiven de onbillijkheid om aan de verbodsbepalingen terugwerkende kracht te verleenen. Ook werd er op gewezen, dat een in beslag genomen net een waarde van 300 kon ver tegenwoordigen. De officier wenschte een garantie, dat de overtreding niet meer zou geschieden, indien het net werd terug gegeven, wat niet meer dan billijk was. Door den voorzitter kon die garantie worden gegeven, door het aangenomen arti- qoedeRaa^ kei in het reglement der vereeniging, waar in strafbepalingen zijn opgenomen, indien zonder de wettelijke vergunning wordt ge vischt. Bedoelde netten kunen ook gebruikt worden buiten het IJselmeer, b.v. in de Noordzee. Bovendien hebben alle 8 appellanten per tinent de belofte afgelegd, niet meer in over treding te zullen komen. Door den heer M. v. d. Groot, belast met het rijkspolitietoezicht op het IJselmeer, werd erkend, dat visschers niet vooraf met de terugwerkende kracht van het Verbodsartikel in kennis waren gesteld. De officier, overtuigd van het groote be lang van het behoud der netten voor de vis schers en lettende op de verbeterde verhou ding, toonde zich bereid tot meerdere soe- :lheid en toenadering, reden waarom het M. wel bevestiging vroeg van de diverse vonnissen, doch teruggave der inbeslag ge nomen netten, de „pointe" van het hooger beroep. Mr. Schenkeveld hield daarop weer een van zijn pleidooien, waarin hij onder meer den dank overbacht zijner cliënten voor de coulante medewerking en eindigde met zich aan te sluiten bij het requisitoir van den offi cier, hoewel pleiter juridisch niet volkomen overtuigd was van de strafbaarheid, zooals nog meer uitvoerig door hem werd aange toond. Gistermorgen kwamen de Prov. Staten in buitengewone vergadering bijeen onder voor zitterschap van den commissaris der konin gin. Na opening der vergadering hield de voor zitter een rede ter herdenking van de nage dachtenis van de koningin-moeder. „De treurige reden", zei spr., „waarom de opening van de buitengewone zitting veertien dagen moest worden verzet, heeft ons allen met droefenis en deernis vervuld. Met droe fenis over het smartelijke verlies, dat in de eerste plaats H. M. onze geëerbiedigde Ko ningin en het Koninklijke Huis door het ver scheiden van H. M. de Koningin-Moeder heeft getroffen, en de deernis voor het gan- sehe Nederlandsche volk, dat door het over lijden van de hoogvereerde Vorstin een band voelde verbreken, die gedurende meer dan een halve eeuw hechter is geweest, dan vele an dere bandn het in dit aardsche leven zijn. Koningin en vaderland zijn daardoor in diepen rouw gedompeld en al heeft het leven sa de donkere dagen, waarin talloos velen, onder de nationale smart gebukt, op zoo on dubbelzinnige wijze hebben uiting gegeven aan wat hun gemoed vervulde, weder zijn gewonen loop hernomen, nog menigmaal zal er aanleiding zijn, de gedachten te bepalen bij het onherstelbare verlies dat zoo menige kring, niet het minst van de kleine luiden, tot wie haar hart uitging, door den dood van de Koningin-Moeder heeft geleden en te getui gen van de eerbiedige vereering, die gansch Nederland aan de beminde vorstin toedroeg In velerlei vorm is aan deze gevoelens reeds uiting gegeven en nog weerklinken in aller hart de treffende bewoordingen, waarin de Koningin zelve Haar volk op aangrijpen de wijze heeft toegesproken en dit gewezen heeft op den saamhoorigheidszin, die vooral in droevige dagen en moeilijke tijden den alouden band tusschen Vorstenhuis en volk kon versterken en opnieuw aaneen moest smeden. Die woorden, door velen onzer gehoord en door allen gelezen, hebben zeker ook bij de Staten van Noordholland een onuitwisch- baren indruk achtergelaten. Ik zou dien indruk niet willen verzwakken door ook mijnerzijds nog uitvoerig te treden in een beschouwing over de deugden, die de koningin-moeder hebben gesierd; over de voortreffelijke eigenschappen, die zii eerst als echtgenoote van koning Willem III, daar na als regentes van het koninkrijk, steeds als weldoenster van haar twee vaderland heeft aan den dag gelegd; over haar liefde voor kunst en wetenschap, haar onverzwakte toe wijding aan de geestelijke, zedelijke en stof felijke belangen van de natie; kortom over het voorbeeld, door Haar te allen tijde ge geven, om alles te doen, waarin een klein volk groot kan zijn. Doch ik meende toch uw zit ting niet te mogen aanvangen, zonder nog maals het beeld van de onvergetelijke ont slapene voor den geest te hebben teruggeroe pen, het beeld van de edele vrouwe, met het scherpe verstand het nobele karakter en voor al het warme hart, de vorstin aan wie ons land en ons volk zoo onnoemelijk veel heb ben te danken." De Statenleden hoorden deze rede staande aan. Vervolgens werd de heer M. J. Schoen te Bloemendaal toegelaten als lid der Staten in de vacature-Wendelaar. De voorzitter deed vervolgens voorlezing van een brief van den heer D. Kooiman, waarin deze tegen eind April bedankt als lid van het college van Ged. Staten. De voorzit ter zei, dat deze brief voor de Staten geen verrassing is. Reeds in de vorige zitting heeft da heer Kooiman hem in uitzicht gesteld, toen hij meedeelde, op den duur het lidmaatschap van de Tweede Kamer niet met dat van Ged Staten te kunnen vereenigen. „Wij moeten de redenen eerbiedigen", zei spr., „die hem ertoe hebben geleid het laatste aan het eind van deze zitting neer te leggen, maar ik spreek zeker uit aller naam als ik daarvoor mijn hartelijk leedwezen uitspreek. Met grooten ijver en bekwaamheid heeft de heer Kooiman gedurende bijkans elf jaar zijn moeilijke en veeleischende functie vervuld. In 1923 als opvolger van den heer Kete laar in het college getreden, heeft hij daarin bovenal in de laatste jaren, toen hij in het bijzonder met de zaken van den waterstaat werd belast, een kracht kunnen ontplooien als weinig anderen. Gelukkig beteekent het neerleggen van deze hinctie geen aftreden als lid van de ver gadering. Spr. uitte den wensch, dat de Sta ten nog langen tijd zullen mogen partij trek ken van de beproefde krachten van den heer Kooiman, en dat deze steeds met voldoening op zijn lidmaatschap van Ged. Staten zal terugzien. De heer Kooiman toonde zich zeer ge troffen door de woorden van den voorzitter. De voorzitter deelde mede, dat de verkie zing van een opvolger van den heer Kooi man in elk geval zal geschieden in den na middag van de vergadering van 24 April. Vervolgens deed de voorzitter mededeeling \an ingekomen stukken waarna de vergade ring verdaagd werd tot 24 April. In de te Singapore verschijnende „Straits Times" blijken de berichten omtrent den ver koop van Timor sterk de aandacht te hebben getrokken. Hoewel deze berichten intusschen reeds afdoende tegenspraak hebben gevon den, is het toch wel interessant om te zien, hoe het evengenoemd dagblad op de berich ten beeft gereageerd. Zoo zegt de heden ontvangen „Straits Times" van f3 Maart in zijn „notities van den dag", dat de ontwikkeling, zooal niet de verkrijging van Timor door Groot-Brittannië, in de wereld der aviatiek zeker zou worden toegejuicht. Er ligt tusschen Timor en de Australische kust heel wat zee, hetgeen door alle record- brekende piloten der laatste jaren onmiddel lijk wordt bevestigd. En het weer dat daar heerscht, is buitengewoon wisselend. Daar om zou het reeds uit een civiel oogpunt alleen in hooge mate in het voordeel van Engeland zijn, indien daar meteorologische en draad- looze stations werden opgericht. Indien daar een aerodrome van meer permanent karakter zou worden gezet dan thans zoo bestaat er zelfs een mogelijkheid voor het landen van zeevliegtuigen. Hierdoor zou het bevliegen van het laatste en meest-gevaarlijke stuk zoo veilig worden als, menschelijkerwijze gesproken,moge1:;k is. Het blad voegt er haastig aan toe, dat met deze beschouwing niet beoogd wordt, te veronderstellen, dat Engeland het eiland zou willen koopen, of dat zij, die er thans het bezit van hebben, n.l. Holland en Portugal, het zouden willen verkoopen. Voortgaande betoogt het blad nog, dat M een goede inrichting, zooals hierboven be schreven, de toestellen f" de imperiale hjn tusschen Engeland en Australië 2000 mijlen Hollandsch territoir zouden kunnen om slaan, om vanuit Singapore direct naar Ti- mor te vliegen en daar te landen en goed weer af te wachten. Ook zou het wel kunnen zijn, dat het voor Engeland van belang zou kunnen blijken om het eiland Timor te verkrijgen en te verbete ren, in verband ook met de verdediging van ^Hoe* het ook zij, welk land het eiland TT- mor ook tot ontwikkeling zal brengen, men zal merken, dat deze kleine vlek die het dn- de vormt van den Nederlandschen archipel, in de toekomst heel wat beter bekend zal ra ken, dan tot dusver het geval i«. Schenkingsaanbod teruggenomen. De ultra-patriottische lady Houston, de weduwe van een schatrijk gestorven scheeps- reeder, die 4 maanden geleden 200.000 pond sterling heeft aangeboden voor de verdedi ging van Londen, heeft dit aanbod thans in getrokken. De regeering heeft er geen aan dacht aan geschonken. In een officieele brie!, terstand nadat het aanbod was gedaan, wordt gezegd, dat de regeering geen giften van particulieren, waaraan voorwaarden waren verbonden, kon aannemen. Lady Houston heeft in een telegram aan den pre mier, waarin zij haar aanbod thans intrekt o.a. gezegd, dat zijn regeering geen nota heeft genomen van haar aanbod om in een drin gende behoefte te voorzien, omdat zij over hem, den premier, zoo vaak de waarheid heeft gesproken en zijn eigenliefde blijkbaar van meer belang is dan de veiligheid van het rijk- Gij hebt, telegrafeert zij verder aan den Ere mi er, mijn vaderlandslievend aanbod be- andeld op een wijze, waaraan geen andere regeering in de wereld zich zou hebben schuldig gemaakt. Het verkeer in Londen wordt vaak door allerlei oorzaken opgehouden, maar Vrijdag deed zich het tot nu ongehoorde geval voor, dat er een opstopping werd veroorzaakt door een slang. De verkeersstoornis deed zich voor in Sint Martinlane in de omgeving van Tra- falgar Square. Een voorbijgangster zag mid den op straat een slang van ongeveer een meter lengte zich langzaam voortbewegen. Zij maakte alarm en spoedig stond een dichte haag van menschen op de straat om den on- gewonen bezoeker geschaard. De vraag rees wie de slang zou opruimen: de reinigings dienst, een ploeg van den technischen dienst van de gemeentewerken, de brandweer of de politie. Tenslotte daagde een inspecteur van politie op, die het reptiel met een stok doodde en het in zijn helm stopte. Op het politiebureau bleek, dat men had te doen met een Australische grasslang en men vermoedt, dat het dier in de verpakking van vruchten voor de markt van Covent Gar den uit Australië is meegekomen. Een aantal New-Yorksche journalisten heeft een dezer dagen een demonstratie bijge woond voor een nieuwe gramofoonplaat, uit gevonden door den heer Frank L. Dyer. Het betreft hier een gewone gramofoonplaat met een middellijn van 30 c.M., die zoodanin be handeld is, dat zij aan elk der beide zijden meer dan eens bespeelbaar is. Een enkele plaat kan gemakkelijk meer dan 30.000 woor den weergeven. Volgens den uitvinder is voor het vervaar digen van deze platen met twee factoren re kening gehouden. Ten eerste moesten de groeven van de opname dichter bij elkaar worden geplaatst en ten tweede moest het weergeven in een veel langzamer tempo, dan tot dusver bij de gewone platen, geschieden. De journalisten waren unaniem van oor deel, dat de nieuwe platen van onschatbare waarde zijn voor de ontwikkeling van blin den. De platen zijn inmiddels reeds ter be schikking gesteld van de Congresbibliotheek. Een gewone gramophoon behoeft slechts van een apparaat te worden voorzien, dat voor een uiterst langzame beweging zorgt, om de nieuwep laten er op te kunnen sjoelen. Bij het aanleggen van een veldtelefoon zijn 4 soldaten uit het garnizoen vani Oran te Parijs, die te dicht bij een hoog spanningsleiding kwamen, door sterk stroom getroffen. Twee hunner waren op slag dood, de beide anderen konden ge red worden. 197. Eindelijk weer eens mijn moedertaal te mogen hoo- ren, mompelde de oude. Moet je mijn zakdoek soms heb ben? vroeg Piet en hij haalde een vieze lap uit zijn broek zak, het lijkt wel of Uw Edele een deuntje gaat huilen En jawel, groote tranen rolden al in zijn lange grijze baard. 198. Jongen, hoe kom je zoo opeens hier? Op mijn bee- nen en met m.jn vliegmesien, verklaarde Piet, maar nu weet ik nóg niet, of die pijlen kwaad kunnen. Nee, ventje, jou zal ,k er geen» kwaad mee doen. Is je geraden, want anders roep ik mijn groote broers. Die pruimen prikkel- draad en tillen de maan op,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 7