DE LUCHTROOVERS VAN MOITIKA.
M i'i
f Een
'PcoviiicicMif 7lieuws
^Buitenland
35ct. bijzonder voordeelig
PROVINCIALE STATEN.
De koningin-moeder herdacht.
Toelating nienw lid.
Afscheid van den heer Kooiman
als lid van Gedep. Staten.
DE TIMOR-FANTASIE.
En de reactie te Singapore.
DE VERBOLGEN LADY.
EEN SLANG OP STRAAT.
Opstopping te Londen.
NIEUWE GRAMOFOONPLAAT.
Speelt 2 Y> uur.
DOOR STERKSTROOM GEDOOD.
Soldaten het slachoffer.
gelegenheid weid gesteld, zijn onzalig voor
nemen ten uitvoer te brengen.
Het jonge mensch botte daarbij, want in
plaats van tot 'n jaar of 8 celstraf, werd hij
thans slechts voorw. tot 3 maanden veroor
deels! 'n Vonnis dat hem volstrekt niet aan
stond!
VREDE OP AARDE.
Een Westwouder landbouwer van 23
lentes, Corn. Joh. Br., had te Blokker in den
avond van 26 Dec. j.1. aan het Kerstfeest
een bijzondere wijding gegeven door zekere
heer P. J. de Boer in het café van Bak een
klap op zijn oog toe te dienen, waardoor hij
kennis maakte met den parketvloer. Te voren
hadden de heeren elkaar ook al te pakken
genomen. Hem werden tegen een lesgeld van
15 of 15 dagen zoo mogelijk eenige goede
manieren bijgebracht
EEN ONBELEEFDE POLDERBEWONER.
De lijnwerker van het electrisch bedrijf te
Heerhugowaard, Th. Voskuil, tevens onbe
zoldigd gem. veldwachter aldaar, had1 op
5 Januari de slager Lourentius C- een aan
merking gemaakt wegens het storende feit,
dat hij in spertijd zijn electrische motor had
gebruikt.
De vermaning viel niet in goede aarde en
werd door den slager beantwoord met een
scheldwoord, een net burger van den blauwen
reigerpolder onwaardig. Deze onbehouden
heer stond thans in een leeren motorjas als
receptiecostuum terecht en werd veroordeeld
tot 20 boete of 10 dagen. Hij vond de
'boete te hoog en kreeg 14 dagen gelegenheid
'n goedkooper adres te zoeken.
DRIE „SLAGWERKERS".
De nog in vollen levensbloei verkeerende
heeren Arien D., bakkers elêve Jan H., vee
boerenzoon, en Jb. BI., tuinder, de laatste
uit Koedijk, beiden anderen te Schoorl, had
den in den nacht van 24 op 25 Dec in een
café te Groet gezamenlijk een Ooievaar mis
handeld. Wie het vreemd zal vinden hoe deze
zomergast nog zoo laat in den tijd in een
café werd gevonden, willen wij echter uit
den droom helpen, dat het hier betrof een
arbeider uit Noondscharwoude, Jacob Ooije-
vaar, die zich onledig hield met balvermaak
en blijkbaar door de Schoorlsche elite niet
werd geduld Hij werd behoorlijk afgetuigd
door stompen, door Jaap BI. nog aangedikt
met schoppen
Gevorderd werd tegen ieder der 3 slag
werkers f 15 boete of 15 dagen. Uitspraak
10 boete of 10 dagen voor iedere ver
dachte.
EEN GEITEN BEUL.
Den 63-jarigen werkman Jacob uit Texel
werd telaste gelegd dat hij een hem toebe-
hoorende geit had laten verhongeren en
verkleumen door het arme dier het nood
zakelijke voedsel te onthouden en het zonder
'beschutting in een ruw winterweer op een
kaal stuk bouwland aan het klimaat bloot te
stellen Een viertal getuigen werden in deze
treurige zaak voorgebracht Deze humane
geitenhoeder zette het dier aan een stuk touw
midden in December in de sneeuw zoo goed
als zonder voedsel. De geit zag er volgens
getuige Geenese dan ook allertreurigst uit.
Volgens den verdachte behoorde de geit aan
de huishoudster Doortje Koppen, die het
beest had gehuurd1. Hij had met de geit niets
te maken! Het bleek dat Jaap P. later met
die geitenhuishoudster was getrouwd. An
dere getuigen verklaarden nog, dat het dier
dag en nact t zonder beschutting stond te
hongeren. Ten slotte had Geenese er*zich
over ontfermd en werd' het dier in zijn stal
pension verschaft.
Gevorderd werd tegen den zonderling
reeds 8 maal veroordeeld wegens diefstal of
iets in die buurt 20 boete of 10 dagen.
Uitapraak: Overeenkomstig eisch en ver
beurdverklaring van de geit.
Het komt ons voor, dat de Vereeniging
tot bescherming van dieren we! recht van
bestaan heeft. Meermalen komen daar derge
lijke dierenverwaarloozingen voor.
GORDIJNEN VERDONKEREMAAND
Een 28-iarige stoffeerdersbediende te Alk
maar, G. T D. P., had zich te verantwoorden
wegens verduistering van een stel over
gordijnen, die hij in opdracht van den chef-
stoffeerder van „Elk en Linden" ten behoeve
van een cliënt had moeten vervangen, welk
feit was gepleegd in het voorjaar van 1933.
Het onbedachtzame jonge mannetje had wel
spijt van het gebeurde. Hij heeft een gezin
van vrouw en 3 kinderen en geniet 13
steun. Met inachtneming van de omstandig
heden werd op voorstel van den officier op
gelegd ren voorwaardelijke gevangenisstraf
van 3 maanden, met 2 proefjaren.
HIJ HAD VERSTAND VAN TIMMEREN
De jeugdige timmerman Joh. O uit
Schoorl compareerde wegens mishandeling,
gepleegd op 2 Januari te Katrijp, genieenie
Schoorl, op den 17-jarigen slager Cor J.
Nannes, die hij dooi een krachtigen vuist
slag in het gelaat bloedend verwondde. Er
was tusschen de beide knapen ruzie ont
staan over een gestroopte haas. Vonnis 10
boete of 5 dagen.
EEN LANDELIJKE GELD-ZWENDELAAR
Een 35-jarige arbeider uit Noord- en Zuid-
Scherm-er, Cornelis Sm., verlokt door de ge
makkelijke verdiensten als geldzwendelaar
had een advertentie geplaatst, waarin hij
geld op hypotheek aanboodt.
Hierop reflecteerde zekere heer -P. Peys,
landbouwer te Uitgeest, mijnheer Sm., die
zoo arm was als een kerkrat, bezocht daan
Peys, stelde zich voor als agent van een ai-
gemeene voorlichtingsdienst, gevestigd te
Amsterdam, beloofde Peys gouden tergen
echter op voorwaarde, dat hij lid moest
worden van de voorlichtingsdienst, direc
teur de heer Westendorp te Amsterdam
waarvan de contributie bedroeg f 7.50. De
heer Sm. inspecteerde deftig het bedrijf van
Peys en wist de drie knaakjes los te werken.
Heden stond de agent van den voorlich
tingsdienst (oplichtingsdienst noemde de po
litierechter het schertsend) terecht, het feit
erkennende.
De officier verbaasde er zich over dat de
menschen nog zoo dom waren om er in te
vliegen. Evenwel moeten deze argelooze lie
den beschermd worden en de officier requi
reerde 1 maand gevangenisstraf. Vonnis 25
boete oi 10 dagen hechtenis,
NIET WELGEVALLIGE
KWALIFICATIE.
De heer J. B. Diroc, koopman te Uitgeest,
werd op een dag in Januari door zijn mede-
gemeentenaar Cornelis VI. aangeduid met
den inderdaad niet bepaald flatteerenden
naam: schooier 1 Wat hij niet „nam". De heer
Corn. VI., niet verschenen, werd tot 10
boete of 10 dagen hechtenis veroordeeld.
WEER EENS EEN VUISTVECHTER.
De niet aanwezige verdachte Jacob R. van
N. te Burgerbrug was zoo weinig gesteld op
een aanmaning om oude schuld dat hij direct
betaalde met een hevigen vuistslag in het
gelaat van zijn crediteur, den heer A. Breg-
man. Deze manier van schulden afdoen is
echter niet de juiste en bovendien was het een
laffe aanval van achter. Vonnis 15 boete
of 15 dagen hechtenis.
EEN ONJUIST NUMMERBEWIJS
GEBEZIGD.
Een koopman te Alkmaar, Bern. Jos. M.
Br., was zoo vrij geweest te rijden op een
nummerbewijs get G. 94872 ten name van
den heer W. Schmidt, garagehouder te Alk
maar. Hij kreeg daardoor moeilijkheden mei
de justitie, die houdt van orde en stipte nale
ving der Motor- en Rijwielwet met het ge
volgd dat hij een veroordeeling kreeg tot 10
boete of 5 dagen hechtenis.
EEN TREFFENDE VERZOENING.
Een 69-jarig landarbeider, Anton W. uit de
Rijp, had zijn 74-jarige zuster mishandeld
door haar een klap in t gelaat te geven en
stond nu deswege terecht. De oude luidjes
waren echter inmiddels weer verzoend. De
zuster klopte haar ouden broer vriendelijk op
de schouder en zeide: 't is weer in orde, ouwe
baas, waarop direct vrijspraak voigde en het
oude paar eendrachtiglijk de zaal uitwandel-
dee.
EEN GEÏMPORTEERDE DEEN TOT
BESLUIT.
De 21-jarige te Denemarken geboren en te
Alkmaar wonende smid, Heinrich B., had den
vertegenwoordige van een lichtapparaatfirma
G Doos gedupeerd door eenige bedragen,
groot te samen 16.21, die hij ten behoeve
van den heer Dros onder zich had, achter te
houden. Ter zake deze verduistering stond de
Alkmaarsche Deen heden terecht en werd
veroordeeld tot 15 boete of 10 dagen hech
tenis. Daarna sluiting.
ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK.
Meervoudige Strafkamer.
Zitting van Dinsdag 10 April.
DE MISLUKTE REPRESENTANT VAN
HET „HOOGE HUIS".
De eerste zaak, heden ter behandeling
voorgedragen, betrof den 28-jarigen voorma-
ligen vertegenwoordiger van het „Hooge-
ruis" te Alkmaar, belast met de werkzaam
heden verbonden aan de ziekte-verzekering,
Ferdinand H., thans te 's-Gravenhage,
welke heer ten eigen bate, die door zijn
salaris niet gedekt kon worden op grond
van zijn weelderige wijze, zich had toegelegd
op het vervaardigen van valsche kwitanties
Voor dit feit stond hij op 14 November te
recht en toen werd een raclasseeringsrecher-
che gelast.
De heer Wiggers, de hoeksteen der reclas-
seering, bracht zijn rapport uit, dat met het
grootste optimisme niet schitterend was te
noemen. Het moest dus niemand verbazen,
dat de officier persisteerde bij zijn eisch: 6
maanden gevangenisstraf! Eenter bleek het
college niet voldaan, gelaste voortzetting op
Dinsdag 15 Mei en voorgeleiding van den
verdachte, die niet was verschenen, teneinde
hem de krijgsartikelen eens voor te lezen.
DE TRADITIONEELE
ZWIJNTJESJAGER.
De heer Corn. St., 'n zwerver, thans pen-
sionnaire van het Rijk, had zich te Hoorn in
Februari schuldig gemaakt van rijwieldief
stal ten nadeele van den niet-verschenen heer
A. Wagenaar, die nu op zijn beurt weer 'n
klant voor den kantonrechter dreigt te wor
den.
Mijnheer C. St. voornoemd had zich veel
moeite gegeven en de fiets gezet op een bin
nenplaats. Hij was nota bene nog wel een
reclassant, die nog niet eens de beteekening
van zijn voorw. vonnis had ontvangen.
Het geduld van den officier was dan ook
met dit onbetrouwbare exemplaar ten einde
en hij requireerde voorloopig 1 jaar gevan
genisstraf.
Mr. Schuurman, 'n jong en dus nog hoop
vol gestemd advocaat, riep het mededoogen
van het college voor zijn protégé in. Eerlijk
gezegd, had de officier niet veel zin in deze
consideratiebetooning. Even later werd uit
spraak gedaan en Cornelis tot het gevorderde
jaar veroordeeld. Nu wachten hem nog de 5
maanden, destijds voorwaardelijk opgelegd,
dus is hij voorloopig „onder de pannen".
UIT DE ZOMERMAAND VAN 1933
De chauffeur Minne de Vries, op 6 Juni
'33 geverbaliseerd, omdat zijn 6-wielig
vehikel aan de achterzijde niet was verlicht,
zoodat letter en nummer niet behoorlijk zicht
baar waren, was deswege veroordeeld en uit
principieele overwegingen in appèl gekomen.
Het ging hier over het feit of tractor en
trailer als één geheel waren te beschouwen.
Een tweetal deskundigen, brigadier de Groot
van de Rijksverkeersbrigade en W. W. v
Hemers, amtbenaar op het bureau van in
schrijving, werden als getuige-deskundigen
gehoord. Appellant was niet verschenen. Het
scheen geen gemakkelijk zaakje om uit te
knobbelen, doch ten slotte bleek de officier
bereid om de eenheid te erkennen en vorderde
bevestiging van het vonnis, hoewel hij het
principieele niet toegaf en aandrong op ver
hooging der straf tot 10 boete of 10 dagen
DE GEHANDICAPTE URKER
VISSCHERS.
Door den kantonrechter te Hoorn werden
diverse Urker visschers, die zonder acte op
hun verloren Zuiderzee, thans gemetamor
phoseerd tot IJselmeer, hadden gevischt, tot
verschillende boeten veroordeeld en wat erger
was, met verbeurdverklaring van het net
Deze gedupeerde visscherlieaen waren hoofd
zakelijk om die verbeurdverklaring, wat voor
hun bedrijf een groote slag was, in hooger te-
roep gekomen en heden werden deze appel
zaken, totaal 8 in getal, in behandeling ge
nomen. De veroordeelden waren niet ver
schenen, doch werden vertegenwoordigd do»i
mr. Schenkeveld, de universeele vertrouwens
I man der Urkers.
Als gangmaker werd uitgeroepen Frans
B„ visscher te Urk, wijk No. 28, die op teven-
omschreven wijze had gevischt met botter
U.K. 164 en wiens aalkuilnet in beslag was
genomen en verbeurd verklaard.
De heer Rekelt Brants, voorzitter der vak
vereeniging, die als bijzonder deskundig kan
worden beschouwd, werd gehoord als getuige
k décharge. Deze ervaren en welbespraakte
visscherman gaf een uitvoerig verslag om
trent de ingewikkelde vergunningsbepaiin-
gen, die voor de visscherij groote moeilijk
heden opleverden.
Mr. Schenkeveld trachtte voornamelijk
naar voren te schuiven de onbillijkheid
om aan de verbodsbepalingen terugwerkende
kracht te verleenen.
Ook werd er op gewezen, dat een in beslag
genomen net een waarde van 300 kon ver
tegenwoordigen.
De officier wenschte een garantie, dat de
overtreding niet meer zou geschieden, indien
het net werd terug gegeven, wat niet meer
dan billijk was.
Door den voorzitter kon die garantie
worden gegeven, door het aangenomen arti-
qoedeRaa^
kei in het reglement der vereeniging, waar
in strafbepalingen zijn opgenomen, indien
zonder de wettelijke vergunning wordt ge
vischt. Bedoelde netten kunen ook gebruikt
worden buiten het IJselmeer, b.v. in de
Noordzee.
Bovendien hebben alle 8 appellanten per
tinent de belofte afgelegd, niet meer in over
treding te zullen komen.
Door den heer M. v. d. Groot, belast met
het rijkspolitietoezicht op het IJselmeer, werd
erkend, dat visschers niet vooraf met de
terugwerkende kracht van het Verbodsartikel
in kennis waren gesteld.
De officier, overtuigd van het groote be
lang van het behoud der netten voor de vis
schers en lettende op de verbeterde verhou
ding, toonde zich bereid tot meerdere soe-
:lheid en toenadering, reden waarom het
M. wel bevestiging vroeg van de diverse
vonnissen, doch teruggave der inbeslag ge
nomen netten, de „pointe" van het hooger
beroep.
Mr. Schenkeveld hield daarop weer een
van zijn pleidooien, waarin hij onder meer
den dank overbacht zijner cliënten voor de
coulante medewerking en eindigde met zich
aan te sluiten bij het requisitoir van den offi
cier, hoewel pleiter juridisch niet volkomen
overtuigd was van de strafbaarheid, zooals
nog meer uitvoerig door hem werd aange
toond.
Gistermorgen kwamen de Prov. Staten in
buitengewone vergadering bijeen onder voor
zitterschap van den commissaris der konin
gin.
Na opening der vergadering hield de voor
zitter een rede ter herdenking van de nage
dachtenis van de koningin-moeder.
„De treurige reden", zei spr., „waarom de
opening van de buitengewone zitting veertien
dagen moest worden verzet, heeft ons allen
met droefenis en deernis vervuld. Met droe
fenis over het smartelijke verlies, dat in de
eerste plaats H. M. onze geëerbiedigde Ko
ningin en het Koninklijke Huis door het ver
scheiden van H. M. de Koningin-Moeder
heeft getroffen, en de deernis voor het gan-
sehe Nederlandsche volk, dat door het over
lijden van de hoogvereerde Vorstin een band
voelde verbreken, die gedurende meer dan een
halve eeuw hechter is geweest, dan vele an
dere bandn het in dit aardsche leven zijn.
Koningin en vaderland zijn daardoor in
diepen rouw gedompeld en al heeft het leven
sa de donkere dagen, waarin talloos velen,
onder de nationale smart gebukt, op zoo on
dubbelzinnige wijze hebben uiting gegeven
aan wat hun gemoed vervulde, weder zijn
gewonen loop hernomen, nog menigmaal zal
er aanleiding zijn, de gedachten te bepalen
bij het onherstelbare verlies dat zoo menige
kring, niet het minst van de kleine luiden, tot
wie haar hart uitging, door den dood van de
Koningin-Moeder heeft geleden en te getui
gen van de eerbiedige vereering, die gansch
Nederland aan de beminde vorstin toedroeg
In velerlei vorm is aan deze gevoelens
reeds uiting gegeven en nog weerklinken in
aller hart de treffende bewoordingen, waarin
de Koningin zelve Haar volk op aangrijpen
de wijze heeft toegesproken en dit gewezen
heeft op den saamhoorigheidszin, die vooral
in droevige dagen en moeilijke tijden den
alouden band tusschen Vorstenhuis en volk
kon versterken en opnieuw aaneen moest
smeden.
Die woorden, door velen onzer gehoord en
door allen gelezen, hebben zeker ook bij de
Staten van Noordholland een onuitwisch-
baren indruk achtergelaten.
Ik zou dien indruk niet willen verzwakken
door ook mijnerzijds nog uitvoerig te treden
in een beschouwing over de deugden, die de
koningin-moeder hebben gesierd; over de
voortreffelijke eigenschappen, die zii eerst
als echtgenoote van koning Willem III, daar
na als regentes van het koninkrijk, steeds als
weldoenster van haar twee vaderland heeft
aan den dag gelegd; over haar liefde voor
kunst en wetenschap, haar onverzwakte toe
wijding aan de geestelijke, zedelijke en stof
felijke belangen van de natie; kortom over
het voorbeeld, door Haar te allen tijde ge
geven, om alles te doen, waarin een klein volk
groot kan zijn. Doch ik meende toch uw zit
ting niet te mogen aanvangen, zonder nog
maals het beeld van de onvergetelijke ont
slapene voor den geest te hebben teruggeroe
pen, het beeld van de edele vrouwe, met het
scherpe verstand het nobele karakter en voor
al het warme hart, de vorstin aan wie ons
land en ons volk zoo onnoemelijk veel heb
ben te danken."
De Statenleden hoorden deze rede staande
aan.
Vervolgens werd de heer M. J. Schoen te
Bloemendaal toegelaten als lid der Staten in
de vacature-Wendelaar.
De voorzitter deed vervolgens voorlezing
van een brief van den heer D. Kooiman,
waarin deze tegen eind April bedankt als lid
van het college van Ged. Staten. De voorzit
ter zei, dat deze brief voor de Staten geen
verrassing is. Reeds in de vorige zitting heeft
da heer Kooiman hem in uitzicht gesteld, toen
hij meedeelde, op den duur het lidmaatschap
van de Tweede Kamer niet met dat van Ged
Staten te kunnen vereenigen. „Wij moeten de
redenen eerbiedigen", zei spr., „die hem ertoe
hebben geleid het laatste aan het eind van
deze zitting neer te leggen, maar ik spreek
zeker uit aller naam als ik daarvoor mijn
hartelijk leedwezen uitspreek. Met grooten
ijver en bekwaamheid heeft de heer Kooiman
gedurende bijkans elf jaar zijn moeilijke en
veeleischende functie vervuld.
In 1923 als opvolger van den heer Kete
laar in het college getreden, heeft hij daarin
bovenal in de laatste jaren, toen hij in het
bijzonder met de zaken van den waterstaat
werd belast, een kracht kunnen ontplooien
als weinig anderen.
Gelukkig beteekent het neerleggen van
deze hinctie geen aftreden als lid van de ver
gadering. Spr. uitte den wensch, dat de Sta
ten nog langen tijd zullen mogen partij trek
ken van de beproefde krachten van den heer
Kooiman, en dat deze steeds met voldoening
op zijn lidmaatschap van Ged. Staten zal
terugzien.
De heer Kooiman toonde zich zeer ge
troffen door de woorden van den voorzitter.
De voorzitter deelde mede, dat de verkie
zing van een opvolger van den heer Kooi
man in elk geval zal geschieden in den na
middag van de vergadering van 24 April.
Vervolgens deed de voorzitter mededeeling
\an ingekomen stukken waarna de vergade
ring verdaagd werd tot 24 April.
In de te Singapore verschijnende „Straits
Times" blijken de berichten omtrent den ver
koop van Timor sterk de aandacht te hebben
getrokken. Hoewel deze berichten intusschen
reeds afdoende tegenspraak hebben gevon
den, is het toch wel interessant om te zien,
hoe het evengenoemd dagblad op de berich
ten beeft gereageerd.
Zoo zegt de heden ontvangen „Straits
Times" van f3 Maart in zijn „notities van
den dag", dat de ontwikkeling, zooal niet de
verkrijging van Timor door Groot-Brittannië,
in de wereld der aviatiek zeker zou worden
toegejuicht.
Er ligt tusschen Timor en de Australische
kust heel wat zee, hetgeen door alle record-
brekende piloten der laatste jaren onmiddel
lijk wordt bevestigd. En het weer dat daar
heerscht, is buitengewoon wisselend. Daar
om zou het reeds uit een civiel oogpunt alleen
in hooge mate in het voordeel van Engeland
zijn, indien daar meteorologische en draad-
looze stations werden opgericht. Indien daar
een aerodrome van meer permanent karakter
zou worden gezet dan thans zoo bestaat er
zelfs een mogelijkheid voor het landen van
zeevliegtuigen.
Hierdoor zou het bevliegen van het laatste
en meest-gevaarlijke stuk zoo veilig worden
als, menschelijkerwijze gesproken,moge1:;k
is. Het blad voegt er haastig aan toe, dat
met deze beschouwing niet beoogd wordt, te
veronderstellen, dat Engeland het eiland zou
willen koopen, of dat zij, die er thans het
bezit van hebben, n.l. Holland en Portugal,
het zouden willen verkoopen.
Voortgaande betoogt het blad nog, dat M
een goede inrichting, zooals hierboven be
schreven, de toestellen f" de imperiale hjn
tusschen Engeland en Australië 2000 mijlen
Hollandsch territoir zouden kunnen om
slaan, om vanuit Singapore direct naar Ti-
mor te vliegen en daar te landen en goed
weer af te wachten.
Ook zou het wel kunnen zijn, dat het voor
Engeland van belang zou kunnen blijken om
het eiland Timor te verkrijgen en te verbete
ren, in verband ook met de verdediging van
^Hoe* het ook zij, welk land het eiland TT-
mor ook tot ontwikkeling zal brengen, men
zal merken, dat deze kleine vlek die het dn-
de vormt van den Nederlandschen archipel,
in de toekomst heel wat beter bekend zal ra
ken, dan tot dusver het geval i«.
Schenkingsaanbod teruggenomen.
De ultra-patriottische lady Houston, de
weduwe van een schatrijk gestorven scheeps-
reeder, die 4 maanden geleden 200.000 pond
sterling heeft aangeboden voor de verdedi
ging van Londen, heeft dit aanbod thans in
getrokken. De regeering heeft er geen aan
dacht aan geschonken. In een officieele brie!,
terstand nadat het aanbod was gedaan,
wordt gezegd, dat de regeering geen giften
van particulieren, waaraan voorwaarden
waren verbonden, kon aannemen. Lady
Houston heeft in een telegram aan den pre
mier, waarin zij haar aanbod thans intrekt
o.a. gezegd, dat zijn regeering geen nota heeft
genomen van haar aanbod om in een drin
gende behoefte te voorzien, omdat zij over
hem, den premier, zoo vaak de waarheid
heeft gesproken en zijn eigenliefde blijkbaar
van meer belang is dan de veiligheid van het
rijk-
Gij hebt, telegrafeert zij verder aan den
Ere mi er, mijn vaderlandslievend aanbod be-
andeld op een wijze, waaraan geen andere
regeering in de wereld zich zou hebben
schuldig gemaakt.
Het verkeer in Londen wordt vaak door
allerlei oorzaken opgehouden, maar Vrijdag
deed zich het tot nu ongehoorde geval voor,
dat er een opstopping werd veroorzaakt door
een slang. De verkeersstoornis deed zich voor
in Sint Martinlane in de omgeving van Tra-
falgar Square. Een voorbijgangster zag mid
den op straat een slang van ongeveer een
meter lengte zich langzaam voortbewegen.
Zij maakte alarm en spoedig stond een dichte
haag van menschen op de straat om den on-
gewonen bezoeker geschaard. De vraag rees
wie de slang zou opruimen: de reinigings
dienst, een ploeg van den technischen dienst
van de gemeentewerken, de brandweer of de
politie. Tenslotte daagde een inspecteur van
politie op, die het reptiel met een stok doodde
en het in zijn helm stopte.
Op het politiebureau bleek, dat men had
te doen met een Australische grasslang en
men vermoedt, dat het dier in de verpakking
van vruchten voor de markt van Covent Gar
den uit Australië is meegekomen.
Een aantal New-Yorksche journalisten
heeft een dezer dagen een demonstratie bijge
woond voor een nieuwe gramofoonplaat, uit
gevonden door den heer Frank L. Dyer. Het
betreft hier een gewone gramofoonplaat met
een middellijn van 30 c.M., die zoodanin be
handeld is, dat zij aan elk der beide zijden
meer dan eens bespeelbaar is. Een enkele
plaat kan gemakkelijk meer dan 30.000 woor
den weergeven.
Volgens den uitvinder is voor het vervaar
digen van deze platen met twee factoren re
kening gehouden. Ten eerste moesten de
groeven van de opname dichter bij elkaar
worden geplaatst en ten tweede moest het
weergeven in een veel langzamer tempo, dan
tot dusver bij de gewone platen, geschieden.
De journalisten waren unaniem van oor
deel, dat de nieuwe platen van onschatbare
waarde zijn voor de ontwikkeling van blin
den. De platen zijn inmiddels reeds ter be
schikking gesteld van de Congresbibliotheek.
Een gewone gramophoon behoeft slechts
van een apparaat te worden voorzien, dat
voor een uiterst langzame beweging zorgt,
om de nieuwep laten er op te kunnen sjoelen.
Bij het aanleggen van een veldtelefoon
zijn 4 soldaten uit het garnizoen vani
Oran te Parijs, die te dicht bij een hoog
spanningsleiding kwamen, door sterk
stroom getroffen. Twee hunner waren op
slag dood, de beide anderen konden ge
red worden.
197. Eindelijk weer eens mijn moedertaal te mogen hoo-
ren, mompelde de oude. Moet je mijn zakdoek soms heb
ben? vroeg Piet en hij haalde een vieze lap uit zijn broek
zak, het lijkt wel of Uw Edele een deuntje gaat huilen En
jawel, groote tranen rolden al in zijn lange grijze baard.
198. Jongen, hoe kom je zoo opeens hier? Op mijn bee-
nen en met m.jn vliegmesien, verklaarde Piet, maar nu
weet ik nóg niet, of die pijlen kwaad kunnen. Nee, ventje,
jou zal ,k er geen» kwaad mee doen. Is je geraden, want
anders roep ik mijn groote broers. Die pruimen prikkel-
draad en tillen de maan op,