ALKMAARSCHE COURANT Staviskycharmeur, bandiet en oplichter. VEILIGE HAVENS Smitlelon Jkovificiaai Hieums #oos@o® Jtadiopcoguwwta De kanalisatie van Westfriesland. No. 92 DONDERDAG 19 APRIL 1934 Buitenland. De eerste groote buit. ra DE BLUE BAND GLIMLACH! (Wordt vervolgd Hij begint met pech. Al zijn geld, dat hij met 12 maanden zakjesplakken verdiend heeft, geeft hij in één avond uit met de beval lige danseres Colette. Colette bemint hem één nacht. Niet langer. Wanneer hij tracht haar langer bij zich te houden, lacht zij hem uit en smijt hem uit haar woning. Arme „mooie Sasja", wat een slag voor je! Zijn de vrouwen je dan niet meer goed ge zind? De een klaagt je aan, de ander smijt je er uit! Diable, wat is er met de Parisiennes ge beurd, dat zij hem niet meer weten te waar- deeren? Weer zit Stavisky vast. Ontstemd, kwaad, hongerig loopt hij door de bekende straten. Hij heeft Pierre beloofd, zich niet meer met „kleinigheden" in te laten en het nu op groote schaal te doen maar hoe moet je dat doen, als je geen sou bezit Op de Boulevard St. Germain ontmoet hij een niet meer zoo jonge, mondaine dame. „Monsieur Stavisky, bent U het?" roept ze verbaasd uit en blijft staan. „Ah, mademoiselle Z- Wat ben ik blij U weer eens te zien", antwoordt Stavisky. De „mooie Sasja" heeft eenige jaren geleden een kleine verhouding met deze dame gehad. Zij is ongetrouwd en de dochter van een rijk bankier. Zij is niet buitengewoon knap maar toch aantrekkelijk en zij leeft onbezorgd van de rente van een aanzienlijk vermogen. Reeds jaren geleden had Aleander haar als prooi uitverkoren, maar toen hij een knapper slachtoffer zag, bij wie ook zijn hart bevrediging vond, liet hij mademoiselle Z- in den steek. Om makkelijker van haar af te komen ver telde hij, dat hij een betrekking in Marokko had gekregen en hij haar tot zijn groot leed wezen moest verlaten. Gebroken van smart bleef mademoiselle Z. achter. En nu, na zooveel jaren, treft hij haar weer. Beter kon het niet. „Waar komt U vandaan, mijnheer Sta visky?" „Uit Marokko", antwoordt hij. Voor zijn leugens heeft hij een prima geheugen. „U bent bleek bent U ziek geweest?" vraagt zij medelijdend. Tja, in de gevangenis schijnt geen brandende zon maar dat zal hij haar niet vertellen. Neen, hij zal het maar niet wagen, haar respect te verliezen. Waarom zou hij haar teleurstellen? Daarom vertelt hij van zijn verblijf in het Congogebied, waar hij ver toefde vóór hij naar Marokko ging, hoe hij daar door malaria zwaar ziek werd en lan gen tijd in het ziekenhuis moest doorbrengen, voor hij weer eenigszins hersteld was. In die dagen nad hij veel aan mademoiselle Z. ge dacht „Nee, op mijn woord hoe zou men een vrouw als U kunnen vergeten!" Made moiselle is gevleid, zij gelooft hem en dan zegt zij medelijdend: „Ja, monsieur Stavisky, U ziet er werkelijk heel slecht uit. Arme man, wat moet U daar ginds geleden hebben. U moet verzorgd goed verzorgd worden." Zij kijkt naar de in gevallen wangen van den „mooien Sasja". Ook Alexander twijfelt er niet aan, dat hij na 12 maanden gevangeniskost een behoor lijke verzorging verdient. Maar hoe moet hij daaraan komen. Mademoiselle Z. heeft geen anderen wensch, dan hem te helpen. Wanneer zij nog hoort, dat de arme kerel zonder betrekking is, nu de plantage-onderneming hem wegens zwakke gezondheid terwijl hij in haar dienst is ziek geworden! ontslagen heeft, springen de tranen haar in de oogen. „De wereld is slecht", klaagt Stavisky en denkt aan de gevangenis in Colette. „Nee, nee", roept mademoiselle Z. uit, „U mag niet zoo verbitterd zijn. Er zijn nog goede menschen, Alexander!" Zij is werkelijk een goed mensch. Zij neemt hem op in haar villa, verpleegt hem trouw en onzelfzuchtig. Weldra zijn zijn wangen niet meer hol Weldra is hij niet meer zonder geld Wel dra is hij niet meer vertwijfeld en opnieuw vat hij het voornemen op Parijs te veroveren. In de buurt van de villa van mademoiselle Z. is een leesbibliotheek en aangezien Alexan der veel tijd heeft, leest hij veel. Met waren hartstocht verslindt hij boeken over Arsène Lupin en de memoires van den oplichter Ignaz Strasser. Deze lectuur brengt door BASIL KING. (Uit het Engelsch). 77) Bij het huis aangekomen, hoorden zij van Pilcher, dat er niemand thuis was. Mevrouw Ansley was op theevisite, en mijnheer Guy had voor juffrouw Hildred de boodschap achtergelaten, dat hij op de tennisclub was, met verzoek Tom, daarheen te brengen. „Hebt u er lust in?" Begrijpende, dat hij geen drie weken in Dublin zou kunnen doorbrengen zonder die uitnoodiging te krijgen, was hij al van te vo ren besloten, zoodra die werd gedaan, haar aan te nemen. „Als u ook gaat." „Best, dan gaan we. Maar misschien wilt u liever eerst even naar uw kamer. Pilcher, wil je mijnheer Whitelaw den weg wijzen! Zoodra u weer beneden bent, gaan we." Vlug de trap oploopend, bedacht hij of het niet gewenscht was zijn nieuwe flanellen pak aan te trekken, toen zij alsof zij zijn twee strijd raadde hem toeriep: „Blijf zooals u nu bent; niet verkleeden! Ik doe 't ook niet". Die moederlijke vooruitziendheid toonde hem In zulk een roes, dat, wanneer Made moiselle op een uur zijn kamer binnenkomt, zl\ denkt, dat hij dronken is. „Wat is er, Alexander?" vraagt zij verschrikt. „Niet koning, maar keizer word ik", stamelt hij. En nu is zij er heelemaal zeker van, dat hij dron ken is. Zij kon ook niet weten, dat hij „Keizer der oplichters" bedoelde! Het plan, dat Stavisky-Lupin dit keer zit uit te broeden, mag hem niet in de gevange nis brengen. «."9a®uü'a:j? w€fM hij er aan en dan begint hij koelbloedig aan de uitvoering. Op een dag somthij de kamer van zijn vriendin binnen. "•m ïe yjoojijk, Alexander!" „Ik word rijk! roept hij luidruchtig en gedraagt zich als een groote uitgelaten jongen. Hij weet, dat Mademoiselle Z. dit gaarne heeft. „Heb je een betrekking gevonden?" „Neen, maar wat een onderneming, een prachtonderneming zonder eenig risico!" Hij omarmt zijn vriendin en doet zoo uitge laten en gelukkig, dat haar van vreugde de tranen in de oogen springen „Ik heb 200.000 Francs er voor noodig." En voor zij tijd heeft wat te zeggen, vervolgt hij haastig. „Wees maar niet bang. Je hoeft het mij niet te leenen. Ik heb dat geld alleen maar voor een paar uurtjes noodig, om een zakenman te bewijzen, dat ik over die som be schikken kan. Dan krijg jij dat geld weer terug." Mademoiselle Z. is treurig gestemd, want zij zou hem toch zoo graag helpen maar „zooveel geld heb ik niet contant, jon en." „Dat is ook niet noodig, je laat alleen papjeren 0p mjjn naam over schrijven. We gaan direct naar den notaris. Wat ben ik gelukkig eindelijk een einde aan dit luieren eindelijk weer werken iets doen Neen, zoo hard is mademoiselle niet om hem dit geluk niet te gunnen, zoo een braven jongen, die alleen maar aan werken denkt, kan zij tocht niet in den steek laten. Opgewekt rijden zij naar den notaris en in enkele minuten is de zaak klaar. Wanneer zij weer op straat zijn, zegt Alexander: „Zoo, nu rijden we meteen door naar dien man. Jij blijft even wachten, ik ga naar hem toe en laat hem de bescheiden zien. Monsieur Val- jean behoeft alleen de overschrijving op mijn naam te zien. Je breng de papieren direct weer terug en dan stralend kijkt hij haar aan „rijden we naar een kleine bar en zul je mij gelukkig zien!" Dat is tenslotte ook de wensch van d' goede vrouw: haar Sasja gelukkig te zien Zij rijden naar een groot kantoorgebouw bij de Place de la Victoire. De „gelukkige" Alexander verdwijnt er in en knikt haar nog even gelukkig toe. Mademoiselle Z. is ontroerd. De chauffeur glimlacht. „Mijn neef moet hier zaken doen ver ontschuldigt mademoiselle Z., die zich een beetje voor den chauffeur schaamt, zich. Inderdaad moet Stavisky hier zaken doen. Weliswaar andere dan zijn vriendin denkt en niet met Valjean, maar met juffrouw Z. Hij wil haar heel eenvoudig oplichten. De mooie Alexander weet, dat dit gebouw- een tweeden uitgang heeft. Dezen uitgang ge bruikt hij om met de waardevolle papieren en de overschrijving op zijn naam te verdwij nen. Een paar minuten later zit hij reeds in een taxi en rijdt naar een bank, waar hij de papie ren voor klinkenxde munt ruilt. Met 200.000 Francs en een stralend ge zicht verlaat de „gelukkige jongen" het bank gebouw. Alexander de Groote Alexander de Ver overaar! Parijs, wees voorzichtig! Ja, eindelijk heeft hij een begin gemaakt, eindelijk kan hij er aan denken zijn groote plannen uit te voeren. 200.000 Francs in de handen van een ambitieus oplichter, die, zooals blijken zal, er wel mee weet om te springen. De K. v. K. te Hoorn wil de kosten van het kanaal Hoorn Medemblik doen betalen van de 60 millioen voor werkver ruiming. i)e K. v. K. te Hoorn heeft aa.n Prov. Staten van Noordholland een schrijven gericht inzake de kanalisatie van West friesland, speciaal den aanleg van het kanaal HoornMedemblik. Zij zegt daarin o.a.: Het is Uw College bekend, dat onze Kamer steeds een groot voorstandster is geweest van de kanalisatie van West friesland in het aigemeen en van den zij ook toen zij van den straatweg afbogen in de oprijlaan naar het clubhuis. „Wilt u aan al die menschen hier worden voorgesteld, of gaat u liever in uw eentje wat rondkuieren? Doe net wat u 't prettigst vindt." Tom antwoordde met een voorstel. Daar er heel wat auto's zouden moeten worden op gesteld in de smalle zijlanen van het club terrein, apjjerde hij, dat zij aan het clubhuis zou uitstappen, en dat hij dan wel een plaats voor den auto zou zoeken. Daarna zou hij wat rondkuieren, totdat Guy klaar was met spelen. Na den wagen te hebben geparkeerd, be vond hij zich te midden van de chauffeurs, waarvan sommigen nog oude bekenden van hem waren. Getrouw aan zijn stelregel, be gaf hij zich onder hen, drukte hier en daar iemand de hand, en vroeg hun hoe zij het maakten. Het was merkwaadig hoe zij op elkaar geleken, niet alleen door hun stofjas sen en chauffeurspetten, maar ook wat hun gezichten en manier van doen betrof. „Heb je een betrekking?" werd hem ge vraagd. „Ik ga op reis met den jongen mijnheer Ansley. We blijven hier drie weken, en gaan dan naar het westen." „Wordt je er behoorlijk voor betaald?" r\ a „O, mijn uitgaven krijg te vergoed." i fijn baantje dus," zei een Engelsch Een man. „Zeker, maar 't is alleen maar gedurende den zomer." Toen hij hier zijn plicht had gedaan, ging hij wat ronddwalen, totdat hij aan den oever van het meer bij een rotsblok kwam, waar hij een geschikte zitplaats vond. Hij stak een sigaret op en verheugde zich een half uurtje voor zich zelf te hebben, waarin hij van het mooie uitzicht kon genieten. Het menschen- en sportgedoe om hem heen werd overheerscht door de rust, die hier van het verre landschap uitging En toch was het of die heuvels en dit meer leefden. Het was als of hij een Alomtegenwoordigheid bemerkte, die tegen hem glimlachte. Ook toen hij in den zomer werkzaam was bij de hotelclub, had hij opgemerkt, dat hij met die Alomte genwoordigheid, zonder een woord te zeg gen en zonder iets uit te voeren, kon zijr., zonder zich te vervelen. Je keek maar, en je dacht maar, en dan was het alsof je je baadde in kalmte. Al waren er ook menschen in de buurt, die heen en weer liepen en rie pen en schreeuwden, net als nu op de ten nisbanen, die op een afstand van nog geen vijfhonderd meter lagen, dat alles stoordt hem even weinig als de vogels en de vlin ders. De Alomtegenwoordigheid was te im mens, te werkelijk, dan dat zulke kleinighe den zouden kunnen hinderen. Zoo zat hij daar rustig te rocken en te denken. Overal zongen er voge's. Onduide lijk drong het geroep van de tennisbanen en Vrijdag 20 April. HILVERSUM, 301 M. (8—12.— 4.-8.— en 11—12— VARA, de VPRO van 8—11.— en de AVRO van 12—4.uur). 8.Grpl. 10— VPRO-morgenwijding. 10.15 Orgelspel Cor Steyn. 10 30 Trio Favoriet 11.Deel. Ad. Bouw meester. 11.20 Verv. Trioconcert. 11.50 en 12— Gr.pl. 12.30 Kovacs Lajos en zijn orkest. 2.30 Causerie door mevr. De Leeuw—van Rees. 3— Gr.pl. 4— Gr.pl. 4.30 Voor de kinderen. 5.De Notenkrakers olv. D. Wins. 6.Orgelspel Joh. Jong. b.15 De Flierefluiters olv. J. v. d. Horst. 6.45 Causerie. 7 Klein VARA-Ensemble o. 1. v. F. Bakels. 7.30 Dr. H. Polak: Een halve eeuw socialistische arbeiders- strijd. 7.45 Gr.pl. 8.Causerie door ds. D. Bakker. 8.30 Concert 5. Tromp, viool en Geza Frid, piano. 9.Prof. dr. J. Lindeboom: Het vrijzinnig Protestantisme in ons volk. 9-30 Vervolg concert. 10Vrijz. Godsd. Persbureau. 1005 Vaz Dias. 10.15 Causerie A. Donker. 10.45 Gr.pl. 11.12 Gr.pl. HUIZEN, 1875 M. (Alg. progr. KRO). 8—9.15 en 10— Gr.pl. 10.30 Voor zieken en ouden van dagen. 12.15 Schlagermuziek en gr.pl. 2.Gr.pl. en voordracht 4.15 Vocale duetten met pianobe geleiding en gr.pl. 5.Lezing. 520 Gr.pl. 6.30 Orkestconcert. 7.15 Lezing. 7 35 Gr.pl. 7.40 Or- kestconcert mmv. pianosoliste. 8.25 Vaz Dias. 8.30 Kooiconcert. 8.45 Pic no-recital. 9.Orkestconcert. 9.30 Gr.platen. 10.Koorconcert. 1015 Vaz Dias. 10.20^12— Orkest- en koorconcert. DAVENTRY, 1500 M. 10.35 Mor genwijding. 10.50 Tijdsein en ber. 11.05—11.20 Lezing. 12.20 Orgel concert Dom Gregory Murray. 12 50 BBC-Dansorkest olv. Henry Hall. 1.35 North Studio orkest olv. J. Bridge. 2.20 Concert. L. Parker, sopraan. M. Hay, viool en E. Jor- dan, piano. 3.20 Gr nl. 3.50 Ch. Manning's orkest. 4.50 E. Colombo en zijn orkest. 5.35 Kinderuur. 6.20 Ber. 6.50 Corelli's Sonates voor 2 violen en cembalo 7.10, 7.30 en 7.50 Lezingen. 8 20 Variété-progr. 9.20 Ber. 9.40 BBC-orkest olv. Fr. Bridge, m m.v. v. Aksarova, so praan. 10.50 Voordracht. 11.10 12.20 Harry Roy en zijn Band. PARIJS, (RADIO-PARIS) 1648 M 6.20 en 7.20 Gr.pl. r 1.50 Krettly- orkest. 6.40 Gr.pl. 8.05 „La lepreu- se", operette van Lazzari, m. m. v. orkest olv. Ruhlmann. 9.50 Dans muziek olv. Dony. KALUNDBORG, 1261 M. 11.20 —1.20 Concert uit Hotel Angle- terre. 2.Viool recital. 2.20—4. Concert uit Rest „Wivex". 7.30 Zang en piano. 7.45 Hoorspel. 935 Kamermuziek door Blaas- kwartet en piano. 10.1511.50 Dansmuziek olv. Jens Warny. LANGENBERG, 456 M. 5 25, 6 20 en 10.50 Gr.p'. 12.20 Om roeporkest olv. Kühn. 3-20 Om roeporkest olv. Merten. 4 35 Kwin tetconcert. 6-20 Gevar. concert. 8 35 Blaas-orkest olv. Kühn, Man nenkoor olv. Bremer en solisten olv. Kneip. 9.50 Vervolg concert. 11.05 11.50 Gr.pl, ROME, 421 M. 8.05 Orkestcon cert 8 30 Radio toonee'. 9.20 Con eert, cello en sopraan. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 11.20 Gr.pl. 12.30 Salon orkest o. 1. v. Walpot. 5.20 Omroeporkest. 5.50 en 7.20 Gr.pl. 7.35 Solisten koor- en orkestconcert. 9.3010.20 Dansmuziek. 484 M.: 11.20 Salon orkest olv. Walpot. 12.30, 4.20 en 5.35 Gr.pl. 6.10 Salon-orkest o.l.v. Walpot 7.20 Omroeporkest mmv. zangsoliste. 9.30 Gr.pl. 9.45 Caba retliedjes. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.35 „lm Urlaub durch die Hitler-Spende", hoorspel. 8.35 Wag nerconcert olv. Lindner, mmv. W. Rode, zang. 9.20 Ber. 9 45 Cause rie. 10.05 Weerber. 10.20—11.50 Concert uit Leipzig olv. T. Wünsch mann. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Huizen. Lijn 3: Lond. Reg. 1035 10.50, Daventry 10.50-11.20, Lond. Reg. 12.20—15.20, Daventry 16.20—17.35, Lond. Reg. 1735— 18.50, Midland Reg. 18.50—19.20, Luxemburg 19.20—24. Lijn 4: Langenberg 10.35 15 20, Frankfort 15.20-16.20, Langenberg 16.20—24.—. aanleg van het kanaal HoornMedem blik in het bijzonder. Maar sedert het rapport de commissie- Van Aalst inzake de kanalisatie in 1922 is verschenen, welk rapport gevolgd is door dat van de Provinciale Commissie in 1925 is zeer veel gansch anders ge worden. Toen leefden we nog in den tijd, dat de gemeenten en de waterschappen zich konden verbinden tot betaling geduren de 40 jaren van een aandeel in de aan- legkosten, terwijl het nu buitengewoon bezwarend moet worden geacht, aan die colleges bedoelde lasten op te leggen. Wanneer we daarnaast rekening hou den met de groote vlucht, die het auto vervoer in de laatste 10 jaren heeft ge nomen, dan kan het niet anders, of de vraag rijst, of thans een beslissing kan worden genomen, die zulke financieele gevolgen met zich zal brengen. Onze Kamer kan niet anders, dan tot een ont kennende beantwoording van die vraag komen. Te meer, omdat de toekomst nog zoo hoogst onzeker is. In het uw college voorgelegde voor stel is een nieuw element naar voren gebracht en is de wenschelijkheid van den aanleg van het kanaal Hoorn Medemblik, geraamd op 2.323 000, mede bepleit „ter voorziening in werkgelegen heid in de door werkloosheid en slechte bedrijfsuitkomsten in land- en tuinbouw zoozeer geteisterde Westfriesche stre ken." Onze Kamer is overtuigd, dat door een uitvoering in handkracht van daarvoor in aanmerking komende gedeelten, een werkverruiming van beteekenis zal wor den verkregen Een werk, dat voor ruim 200.000 mandagen arbeid oplevert, is, ter van de jonge menschen, die op het vlot in het meer klauterden, of van de springplank in het water doken, tot hem door. Alles was vredig, versterkend, rustig. HOOFDSTUK XXXVI. Langs de oprijlaan kwam een vrouw voor bij, die naar hem keek. Tom kon haar duide lijk zien, want het rotsblok, waarop hij zat, was niet meer dan tien meter van de oprij laan verwijderd. Het scheen hem toe, dat zij haar pas verlangzaamde om hem goed op e nemen. Zij was een kleine vrouw van om en bij de vijftig jaar, met 'n knap, maar droevig gezicht, netjes gekleed. Toen zij hem voor bij was, keerde zij om en passeerde hem opnieuw. Dat deed zij nog een derde en vier de maal. Telkens keek zij hem lang en on derzoekend aan, zonder verlegenheid te too- nen. Misschien een kamenier of de vrouw van een chauffeur, dacht Tom. Hij draaide zich om, teneinde te kijken naar een jongen man, die zich gereed maak te een duiksprong te doen, en dien hij in al.e opzichten keurig volbracht. Eerst toen de kleine vrouw vlak naast hem stond, bemerkte hij haar aanwezigheid. Zij ging op een lagen rolsteen dicht bij hem zif ten. De kalmte, die zij aan den dag legde, was die van een vrouw, die een bepaald doel had. „U bent zooeven met juffrouw Ansley hier gekomen, nietwaar?" De stem en haar optreden hadden iets bestrijding van de werkloosheid, zeker niet van belang ontbloot Maar wordt het kanaal aangelegd met het doel, daardoor te komen tot werk verruiming, dan mag niet worden ver geten, dat de gemeenten en de water schappen bezwaard blijven met een 40- jarige betaling van bedragen, die naar het oordeel onzer Kamer :iiet op te bren gen zullen zijn. Het nut der kanalisatie be twijfeld. Acht men het nut der kanalisatie van Westfriesland nog onverzwakt aanwe zig iets, wat onze Kamer niet meer doet, gelijk ze zulks 10 jaren geleden wel deed en wenscht men thans tot uit voering van dit onderdeel over te gaan met het oog op de werkverruiming, dan vragen wij ons af, of niet een weg te vinden is, waardoor de gemeenten en waterschappen van hun bijdragen wor den ontheven. En dan denkt onze Kamer aan het Ontwerp van Wet tot wijziging en ver hooging van het zevende hoofdstuk B der Rijksbegrooting voor 1934, waarbij een crediet van 60.000 000 voor werk verruiming wordt aangevraagd. De omschrijving „Kosten van open bare rijkswerken, uitgevoerd in het be lang van de werkverruiming en voor schotten of bijdragen in de kosten van werken, welke tot dat doel door anderen worden uitgevoerd" doet bij onze Kamer de vraag rijzen, of niet een poging kan morden aangewend, de kosten van aan- 'or van het kanaal Hoorn—Medemblik uit genoemd crediet te doen putten. De regeering heeft het nut van den aanleg van genoemd kanaal erkend, 1 =^=^==g doelbewust. Toen hij een bevestigend ant woord had gegeven, had hij een gevoel alsof hij met iemand, die uitgehongerd was, ovvr voedsel sprak, of wel of hij met vuur in aan raking kwam. Dit was niet te ontkennen. „En u studeert te Harvard". Ook dit stemde hij toe. „Te Harvard noemen ze u den Baby van Whitelaw, is 't niet?" „Dat heb ik wel eens gehoord. Waarom vraagt u me dat?" „Omdat ik de nurse ben, aan wie twintig jaar geleden het kindje van mijnheer en me vrouw Whitelaw is ontstolen. Ik ben juf frouw Nash." Toen schoot hem iets, dat al lang was ge leden, te binnen. Hij hoorde Honeybun nog vertellen, dat hij die nurse had gezien, eep knappe, nog jonge, kleine. Engelsche vrouw en dat zij Nash heette. Toen Tom haar nu aankeek, zag hij dat ze nog meer was dan een knap, Engelsch vrouwtje: een vrouw met een gefolterde ziel, met een hart, dat door een vlam werd verteerd. Hij had medelijden met haar, wat echter niet belette, dat hij on geduldig werd door het feit, dat dat Baby- van-Whitelaw-verhaal hem ook hier weer vervolgde. „Waarom vertelt u mij dat?" „Naar aanleiding van hetgeen ik van de ouders heb gehoord. Ze vinden het zon derling." „Wat vinden ze zonderling?"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1934 | | pagina 5